university of groningen een europscepticus in brussel ......

34
University of Groningen Een europscepticus in Brussel? Voerman, Gerrit Published in: De Nederlandse eurocommissarissen IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2010 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Voerman, G. (2010). Een europscepticus in Brussel? Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004). In G. Voerman, & B. Braak, van den (editors), De Nederlandse eurocommissarissen (blz. 261-293). Amsterdam: Boom. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 10-02-2018

Upload: trinhphuc

Post on 28-Aug-2019

213 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

University of Groningen

Een europscepticus in Brussel?Voerman, Gerrit

Published in:De Nederlandse eurocommissarissen

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite fromit. Please check the document version below.

Document VersionPublisher's PDF, also known as Version of record

Publication date:2010

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):Voerman, G. (2010). Een europscepticus in Brussel? Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie(1999-2004). In G. Voerman, & B. Braak, van den (editors), De Nederlandse eurocommissarissen (blz.261-293). Amsterdam: Boom.

CopyrightOther than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of theauthor(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediatelyand investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons thenumber of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

Download date: 10-02-2018

Page 2: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

‘Is it possible to be both a Eurosceptic and a powerful member of theEuropean Commission? If anyone can put that question to the test, it willprobably be Frits Bolkestein.’1 De journalist van The Economist was bepaaldniet de enige die zich afvroeg of een gereserveerde of zelfs wantrouwendeopstelling ten aanzien van het Europese integratieproces zich liet combinerenmet een succesvol lidmaatschap van de Europese Commissie. Toen bekendwerd dat vvd-leider Frits Bolkestein eurocommissaris Hans van den Broekwilde opvolgen – in de zomer van 1998 eerst als gerucht, in het voorjaar van1999 officieel aangekondigd – uitten vele politici en journalisten hun be-denkingen. ‘Het is merkwaardig als van alle Haagse politici uitgerekendBolkestein in aanmerking komt voor deze Europese topfunctie. Hij wasNederlands’ eerste Euro-scepticus’, aldus Het Parool.2 Juist de persoon diein de jaren negentig als eerste prominente politicus vraagtekens had gezetbij de traditionele Nederlandse steun aan de Europese eenwording, die eengrotere rol voor het nationaal belang in Brussel bepleitte en die meende dat‘Europa’ met de voltooiing van de intere markt eigenlijk af was, zou vijfjaar lang in het ‘dagelijks bestuur’ van de Europese Unie plaatsnemen. Daarviel weinig van te verwachten, zo was de communis opinio.

In deze bijdrage zal Bolkesteins visie op de Europese integratie uitgebreidaan de orde komen en wordt een taxatie gegeven van zijn inbreng in Brussel.Was hij inderdaad een euroscepticus? En wat is zijn rol geweest in deEuropese Commissie? Bestaat er een verband tussen zijn opvattingen enzijn wapenfeiten? Alvorens deze vragen te beantwoorden, wordt eerst kortBolkesteins loopbaan tot het midden van de jaren zeventig geschetst, voordathij in de Nederlandse politiek actief werd. Vervolgens komt zijn snellecarrière van gewoon vvd-lid in 1975 tot fractievoorzitter in 1990 aan bod.

Een euroscepticus in Brussel?

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie

(1999-2004)

Gerrit Voerman

261

Page 3: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

Frits Bolkestein tijdens een persconferentie in Brussel op 11 oktober 2000(Foto: website Europese Commissie)

Een euroscepticus in Brussel?

262

Page 4: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

Zijn optreden als partijleider en zijn neiging om heilige huisjes in de Neder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de multiculturele samenlevingen de Europese integratie – worden daarna beschreven. De meeste aandachtgaat uit naar zijn werkzaamheden als eurocommissaris. In de slotbeschou-wing zal de vraag van de Britse journalist weer terugkomen: is het als criticusof scepticus van de Europese integratie mogelijk een invloedrijk lid van deEuropese Commissie te zijn?

School, studie en Shell (1933-1975)

Frederik Bolkestein werd op 4 april 1933 in een gegoed gezin in Amsterdamgeboren als de jongste van drie zonen. Zijn grootvader Gerrit Bolkesteinwas van bescheiden komaf, maar had het ver gebracht. Na als leraar enonderwijsinspecteur te hebben gewerkt, werd hij na zijn pensionering in1939 minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, als lid van delinks-liberale Vrijzinnig-Democratische Bond (vdb). Bolkesteins vader be-gon zijn loopbaan als advocaat, werd later rechter en uiteindelijk presidentvan het gerechtshof in Amsterdam. Zijn moeder was afkomstig uit Neder-lands-Indië. Zijn grootvader van moederszijde beschouwde Bolkestein even-eens als een selfmade man: door zelfstudie was hij tot bankdirecteur opge-klommen. Zijn ouders typeerde hij als Bildungsbürger, meer gericht op‘culturele ontwikkeling dan op geld verdienen’.3 Hun belangstelling gingvooral uit naar literatuur en muziek. Zijn opvoeding stond ‘in het tekenvan rationalisme en humanisme’; de kerk speelde er geen rol.4 Bolkesteinkenschetste ooit het klimaat waarin hij opgroeide met de trefwoorden‘prestatiemaatschappij’ en ‘culturele idealen’.5 Na de bevrijding ging hij naarhet Barlaeus Gymnasium in de hoofdstad. Zijn schooltijd was uitermatevormend: ‘Nadien heb ik niets fundamenteels bijgeleerd.’6

Nadat Bolkestein in 1951 zijn diploma had gehaald, ging hij met eenstudiebeurs naar de Verenigde Staten. Hier studeerde hij enkele jaren wis-en natuurkunde. In 1953 keerde hij naar Nederland terug. Aan de Gemeen-telijke Universiteit in Amsterdam behaalde hij zijn kandidaatsexamen.Vervolgens ging hij wijsbegeerte studeren. Bolkestein was preses van deAlgemene Studenten Vereniging Amsterdam (asva) en maakte deel uit vande Nederlandse Studentenraad (nsr). In september 1956 was hij namens densr aanwezig op een congres van de internationale communistische stu-dentenorganisatie in Praag. In het hol van de leeuw zou hij de ‘kolonisatie’van Polen door de Sovjet-Unie hebben bekritiseerd.7

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

263

Page 5: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

In 1959 rondde Bolkestein zijn studie af. Het jaar daarop trad hij in dienstbij Shell, waarvoor hij in Oost-Afrika, Midden-Amerika, Indonesië, Enge-land en Frankrijk werkte. Tussen de bedrijven door studeerde hij Nederlandsrecht aan de Rijksuniversiteit Leiden. Zijn loopbaan leed er niet onder:uiteindelijk bracht hij het tot directielid van Shell Chimie in Parijs, eendivisie met een paar duizend werknemers.

Toetreding tot de vvd (1975)

Na een verblijf van zestien jaar in het buitenland besloot Bolkestein weernaar Nederland terug te keren. Bij bezoeken aan zijn vaderland was hethem opgevallen dat het opinieklimaat ‘erg eenzijdig’ was.8 De ontwikkelingvan de Nederlandse samenleving in de richting van een permissive society ende ingrijpende politieke veranderingen waren grotendeels aan hem voorbij-gegaan. Vooral het kabinet-Den Uyl, achteraf bezien het meest linkse kabinetin de Nederlandse parlementaire geschiedenis, riep bij hem hevige irritatiesop. In de jaren vijftig was Bolkestein naar zijn zeggen niet echt met politiekbezig geweest, alhoewel een van zijn jeugdvrienden, de latere ambassadeurPeter van Walsum, beweerde dat hij in die tijd carrière in de pvda wildemaken en ervan droomde minister-president te worden. Bolkestein ontkentdat: ‘ik was volstrekt apolitiek als student’.9 Wel stemde hij op de pvda,omdat partijleider Willem Drees hem wel aansprak. ‘De oude socialistenvan kort na de oorlog waren praktische, sobere mensen. Drees, Hofstra,Lieftinck, Samkalden. Die hadden een goede visie.’10

Van die voorkeur voor de sociaaldemocraten was in het midden van dejaren zeventig niets meer over. Breekpunt voor Bolkestein was het optredenvan Nieuw Links in de pvda, de interne pressiegroep van overwegendjongere partijleden die de partij van binnenuit wilde vernieuwen – in zijnogen ‘een humorloze, dogmatische, elitaire en machtsbewuste beweging’.11

Hij stoorde zich mateloos aan de manier waarop Nieuw Links tegen demultinationals aanschopte. Als werknemer van Shell voelde Bolkestein zichpersoonlijk aangesproken.12 Hij vond het onbegrijpelijk dat de zegeningenvan de multinationals – zoals het bevorderen van de welvaart in de werelden het verkleinen van nationalistisch geïnspireerde politieke tegenstellingen– niet breed werden gezien. Ook getuigde het denken over de Derde Wereldzijns inziens van een volslagen gebrek aan kennis; de toen wijdverbreidegedachte dat de armoede daar het Westen viel aan te rekenen, vond hijabsurd. Zoveel domheid was het gevolg van ideologische blindheid van de

Een euroscepticus in Brussel?

264

Page 6: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

zelfbenoemde progressieve intellectuele elite, die de publieke opinie domi-neerde. Dit gauchisme kwam ook tot uiting in de kritiek op de navo en deVerenigde Staten, de vergoelijking van het communisme, het naïeve ideedat de mens ‘goed’ was en dat presteren niet meer hoefde.13

Het ergerde Bolkestein ook dat de nieuwlichters nauwelijks tegenspelkregen. ‘Het intellectueel establishment dook onder in die dagen. Diemensen treft de meeste blaam; een gebrek aan burgermoed. Dat is ook dereden waarom ik de politiek ben ingegaan.’ Later zou hij zeggen: ‘Ik vonddat ik een Taak had.’14

In januari 1975 meldde hij zich aan bij de vvd.15 Zijn doel was lid van deTweede Kamer te worden, omdat daar het debat over de publieke zaak werdgevoerd. De Kamerverkiezingen waren in mei 1977, de kandidatenlijstenwerden in de vvd in de zomer en het najaar van 1976 opgesteld. Veel tijdhad Bolkestein niet meer om enige bekendheid te krijgen in de partij ‘waarik niemand, maar dan ook niemand kende’.16 Een paar maanden later zegdehij zijn goedbetaalde baan bij Shell in Parijs – met uitstekende vooruitzich-ten – op en vertrok naar Nederland.17

In de vvd klopte Bolkestein aan bij partijbonzen als Hans Wiegel enKoos Rietkerk, maar hij kwam er snel achter dat de partijtop niet op zijnkomst zat te wachten. Deze lauwe ontvangst weerhield hem er niet van omzich te presenteren. Hij schreef opiniestukken voor NRC Handelsblad en trokhet land door om zichzelf op afdelingsvergaderingen aan te prijzen. Zijninspanningen leverden hem plaats 34 op de kandidatenlijst op – te laag omin mei 1977 verkozen te worden. Omdat het cda na de verkiezingenuiteindelijk niet met de pvda maar met de vvd een kabinet vormde, metals gevolg dat verschillende liberale Kamerleden tot de nieuwe regeringtoetraden, kwam Bolkestein in januari 1978 alsnog in de Kamer. Het eerstedeel van zijn missie was geslaagd.

Tweede Kamerlid, staatssecretaris, minister (1978-1990)

In de Tweede Kamer viel Bolkestein al snel op. Het weekblad Haagse Postnoemde hem na een jaar de opmerkelijkste debutant in de vvd-fractie. Dathij in het oog sprong, had alles te maken met zijn drijfveren. ‘Ik heb […]in de politiek een instinctmatige reactie tegen alles wat modieus is, tegeneffectbejag,’ verklaarde hij.18 Op geharnaste wijze gaf hij uiting aan de stand-punten van de vvd, waarbij hij vooral links tegen de haren instreek. Hijnam scherp stelling tegen het communisme, dat hij als een bedreiging zag

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

265

Page 7: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

voor het vrije Westen. In het verlengde daarvan was hij voor de productievan de zeer omstreden neutronenbom en voor de plaatsing van kruisraketten.Een olie-embargo tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika wees hij af.19

Hij was voorstander van handelsbetrekkingen met Taiwan en de leveringvan duikboten, wat China er ook van mocht vinden. Dat hij daarbij ookwel eens in botsing kwam met vvd-bewindslieden, deerde hem niet. Bol-kestein was een hardliner, die niet bereid was met meel in zijn mond tespreken. ‘Ik zit daar niet in de Kamer om zoete broodjes te bakken. Daarheb ik mijn carrière in het bedrijfsleven niet voor opgegeven.’20

Bolkestein stak zijn ambities niet onder stoelen of banken. Na de Kamer-verkiezingen van september 1982 had hij gehoopt op een ministerschap,maar hij werd in het eerste kabinet-Lubbers staatssecretaris van EconomischeZaken, belast met buitenlandse handel, zij het dat hij zich in het buitenlandminister mocht noemen. Bij de Kamerverkiezingen in 1986 verloor de vvdbijna een kwart van de stemmen. Bolkestein hield hiervoor partijleider EdNijpels verantwoordelijk. Na zich bij enkele voormalige partijaanvoerdersvan steun te hebben verzekerd, opende hij de dag na het electorale echectijdens een fractievergadering de frontale aanval op Nijpels, met als gevolgdat deze na de kabinetsformatie als partijleider plaatsmaakte voor JorisVoorhoeve.21 Bolkestein kwam voor deze positie niet in aanmerking. Eenministerschap – het liefst van Economische Zaken of Defensie – zat er voorhem evenmin in. Hij keerde weer terug naar de Kamerfractie, als vicefrac-tievoorzitter. In september 1988 volgde Bolkestein zijn partijgenoot Wimvan Eekelen op als minister van Defensie, toen deze tussentijds moestaftreden.

Lang bekleedde Bolkestein het ministerschap niet. In mei 1989 kwam hettweede kabinet-Lubbers ten val door toedoen van de Tweede Kamerfractievan de vvd, die het oneens was met de regeringsplannen om het reiskos-tenforfait af te schaffen. De samenwerking tussen de liberalen en christen-democraten die in 1982 was begonnen, liep op de klippen. De vvd verloorbij de Kamerverkiezingen in september bijna een vijfde van haar zetels enbelandde in de oppositie. Toen een halfjaar later de gemeenteraadsverkie-zingen ook op een forse nederlaag uitliepen, waren Voorhoeves dagen alspartijleider geteld. Op 30 april 1990 trad hij terug; de Tweede Kamerledenwezen bij acclamatie Bolkestein als hun nieuwe voorzitter aan.

Een euroscepticus in Brussel?

266

Page 8: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

Partijleider (1990-1998)

Bolkesteins start als fractievoorzitter was niet overtuigend. Na zijn vuurdoopbij de Algemene Beschouwingen in de herfst van 1990 oordeelde de persuitgesproken negatief over zijn zwakke optreden: hij zou niet adrem genoegzijn geweest, zijn zaakjes niet kennen en een gebrek aan humor hebben.22

Bolkestein gaf achteraf zijn critici deels gelijk; hij zou de ‘techniek van hettheater in de Tweede Kamer’ nog niet in de vingers hebben gehad.23

Desalniettemin verliepen de eerste verkiezingen voor de Provinciale Statendie in maart 1991 onder zijn leiding plaatsvonden, relatief succesvol: voorhet eerst sinds 1982 werd er weer winst behaald.

Ook slaagde Bolkestein erin de vvd na al het interne gekrakeel in rustigervaarwater te brengen. Met zijn nuchtere, stoïcijnse persoonlijkheid was hijde ideale aanvoerder in een partij waar de sentimenten in de jaren tachtighoog konden oplopen. Aan zijn bedaarde maar ook afstandelijke aanpakzat echter ook een keerzijde. Bolkestein moest niets hebben van de liberalejoviale gezelligheid. ‘Hij stelt zich gereserveerd op. Hij mist de persoonlijkecharme van iemand als Wiegel’, aldus Gerry van der List, die in die tijdspeeches voor hem schreef.24

De Kamerverkiezingen in mei 1994 werden voor de vvd een groot succes;de liberalen behaalden twintig procent van de stemmen en wonnen negenextra zetels. Zij gingen met de pvda en d66 de regering vormen, voor heteerst sinds 1918 zonder de confessionele partijen. Tot deze zogeheten ‘paarse’coalitie trad Bolkestein niet toe; hij gaf er de voorkeur aan om als partijleiderin de Tweede Kamer te blijven zitten. Hij achtte het risico te groot dat devvd als kleinere partner aan identiteit zou inboeten.25 Meer op afstand vande regering gezeten, verwierf hij zich zo grotere ruimte voor zijn dissidenteideeën. Met opmerkelijke uitspraken, die zich regelmatig tegen het kabi-netsbeleid richtten, haalde hij veelvuldig het nieuws. Electoraal legde Bol-kesteins dualisme de vvd geen windeieren. Bij de Statenverkiezingen van1995 werd de partij voor het eerst de grootste van het land, en bij deKamerverkiezingen van 1998 kreeg ze bijna een kwart van de stemmen, eenhistorisch hoogtepunt. De liberalen zetten de samenwerking met pvda end66 in Paars voort.

Dat Bolkestein zo’n electoraal succesnummer zou worden, was nogalonverwacht. Hij was een vormelijk, gereserveerd persoon, niet iemand diemeteen warme gevoelens opriep. Daarbij kwam dat hij geen pragmatisch,maar een uitgesproken ideologisch politicus was, veel meer dan men vaneen liberaal zou verwachten. Zoals vermeld was Bolkestein een geharnast

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

267

Page 9: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

tegenstander van het linkse gedachtegoed van de maakbaarheid van desamenleving door de staat, dat in de jaren zeventig hoogtij vierde. Zijnaantrekkingskracht op de kiezers lijkt vooral te hebben gescholen in detegendraadse wijze waarop hij enkele heilige huisjes in de Nederlandsepolitiek ter discussie stelde, zoals ontwikkelingssamenwerking, de multicul-turele samenleving en de positieve houding ten aanzien van de Europeseintegratie. Met zijn aanvallen op deze taboes ontwikkelde Bolkestein zichtot ‘spreekbuis van de conservatief ingestelde gewone man’, ondanks zijngeaffecteerde taalgebruik en intellectualistische uitstraling.26

Op het terrein van de ontwikkelingssamenwerking joeg Bolkestein vooralcoalitiepartner pvda in de gordijnen. Hij vond een speciale minister voorOntwikkelingssamenwerking volstrekt overbodig, wilde ontwikkelingshulpvervangen door noodhulp en zag geen enkele reden voor de Nederlandsepraktijk om een hoger bedrag aan ontwikkelingshulp te besteden dan inter-nationaal was overeengekomen. De uitgaven dienden dan ook te wordenbevroren of verlaagd.27

Veel geruchtmakender waren Bolkesteins opvattingen over etnische min-derheden, die hij aan het begin van de jaren negentig formuleerde.28 Inseptember 1991 stelde hij dat de westerse liberale democratieën een hogerevorm van beschaving kenden dan de islamitische wereld, vanwege descheiding van kerk en staat, de vrijheid van meningsuiting en de verdraag-zaamheid. In Nederland wonende moslims dienden zich aan deze funda-mentele, universeel geldende beginselen aan te passen. Hierover kon nietworden gemarchandeerd; ‘onze multiculturele samenleving kent dus gren-zen’.29 Het behoud van de eigen culturele identiteit van de nieuwkomersachtte Bolkestein niet wenselijk, omdat de integratie daaronder zou lijden.Ook drong hij aan op aanscherping van het ‘ruimhartige’ Nederlandseasielbeleid; asielzoekers zouden zoveel mogelijk in de eigen regio moetenworden opgevangen en er dienden quota voor de toelating van migrantente worden ingesteld.30

Bolkesteins uitspraken kwamen hem op veel kritiek te staan van organi-saties van buitenlanders. Politici van andere partijen verweten Bolkesteindat hij zich schuldig maakte aan ‘stemmingmakerij’; premier Kok meendedat hij aan ‘onderbuikgevoelens’ zou appelleren.31 cda-europarlementariërHanja Maij-Weggen vergeleek hem met de Belgische extreemrechtse poli-ticus Filip Dewinter. Ook in eigen kring wekte Bolkestein weerstand.Oud-vvd-leider Nijpels sprak van populisme; hij vond het minderheden-debat ‘te ongenuanceerd’, partijgenoot Frank de Grave vond de toon ‘welerg hard en zakelijk’.32 Bolkestein hield echter vast aan zijn standpunt dat

Een euroscepticus in Brussel?

268

Page 10: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

het noodzakelijk was het minderhedenthema onomwonden aan de orde testellen. ‘Het probleem leeft bij mensen in het land, maar het is ten dele ineen taboesfeer gekomen. Daar wil ik het uit halen.’33

Europese integratie

Een ander terrein waar Bolkestein de Haagse gemoedsrust verstoorde, wasEuropa. Niet alleen zijn collega-politici, maar ook zijn eigen partij kreeghet daarbij behoorlijk met hem te stellen. Na de Tweede Wereldoorlogwaren de liberalen na een aarzelend begin gaandeweg steeds enthousiastergeworden over het proces van Europese integratie.34 De vvd beschouwdeeconomische eenheid – de totstandkoming van een gemeenschappelijkemarkt – als een voorwaarde voor de verwezenlijking van politieke eenwor-ding. In de jaren zestig en zeventig werd die federale doelstelling steedsluider benadrukt. Zo verklaarde de in 1971 aangetreden partijleider Wiegelop een vvd-congres: ‘Ons Europees liberaal ideaal is en blijft een een supra-nationale Europese regering, gecontroleerd door een rechtstreeks gekozensupra-nationaal Europees parlement.’35

Bij het aantreden van Bolkestein als partijleider in 1990 was de vvd noguitgesproken federalistisch. De partij vond het ‘logisch […] dat regelgevingin toenemende mate uit Brussel komt en steeds minder uit de verschillendehoofdsteden van de landen der Europese Gemeenschap’.36 Maar op 9 mei1992 werd er een partijbijeenkomst gehouden waar de stelling ter discussiestond dat de vvd ernaar moest ‘blijven streven dat de Europese Gemeenschapzich ontwikkelt tot een unie op federatieve grondslag’.37 De nieuwe partij-leider bleek geheel anders tegen het federale ideaal van zijn partij aan tekijken. Bolkestein had er al in 1986 op gewezen dat aan de overdracht vannationale bevoegdheden aan supranationale organen naast voordelen zekerook nadelen kleefden. Hij waarschuwde tegen het risico van een extrabestuurslaag, ‘waarin ook de “eigen” belangen van dat apparaat een rol gaanspelen’.38

In september 1991 vroeg Bolkestein zich aan het slot van zijn redevoeringop de partijraad bijna tussen neus en lippen door af of de EuropeseGemeenschap een federatie of confederatie moest worden, een vraag diewaarschijnlijk enkele decennia eerder in de vvd voor het laatst was gesteld,en dan vrijwel zeker door de wat excentrieke senator Harm van Riel.Bolkesteins antwoord was helder: Nederland diende op Europees niveaueen statenbond te verkiezen boven een bondsstaat teneinde zijn ‘volken-

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

269

Page 11: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

rechtelijke en culturele identiteit’ te bewaren. ‘Vandaar dat ik zeg: eenEuropese federatie is een illusie!’39 Bolkestein vond het streven naar eenEuropese federatie niet realistisch, omdat de grote landen nooit de zeggen-schap over hun buitenlands beleid zouden opgeven. Bovendien was er geenEuropees volk, geen Europese openbare mening en geen Europese burgerwaarop het federalisme kon rusten. Bolkestein zag de toekomst van deGemeenschap als ‘een confederatie, een statenbond, met een aantal federaletrekken, vooral op economisch terrein’.40

Bolkesteins Umwertung aller Werte, zoals hij het zelf aanduidde, viel metname slecht bij zijn partijgenoten in het Europees Parlement, Florus Wij-senbeek en Gijs de Vries, oud-europarlementariër Hans Nord en VanEekelen, voorzitter van de Europese Beweging Nederland.41 Zij verlorenechter het pleit. Op de partijraad in juni 1992 viel het doek voor het langbeleden federale en communautaire ideaal. In plaats van een ‘Unie opfederale grondslag’ streefde de vvd vanaf dat moment naar een Unie waarin‘een aantal gemeenschappelijke aangelegenheden langs federale weg wordtbehartigd’. Het leek een woordenspel, maar erachter lag een wereld vanverschil. Bolkestein wenste een ‘mini-eg’, een Europa met ‘beperkte be-voegdheden’. Voor de pers was het duidelijk: de ‘eurofielen’ hadden hetafgelegd tegen de eurosceptische Bolkestein.42

Hoewel het nieuwe standpunt van de vvd sterk afweek van de (traditio-neel) federale opstelling van de Nederlandse regering, had het geen negatievegevolgen voor de houding van de liberalen ten aanzien van het Verdrag vanMaastricht, dat in december 1991 was overeengekomen. Bolkestein toondezich hierover ‘gematigd tevreden’. Hij was lovend over de komst van deEconomische en Monetaire Unie (emu) en de euro, omdat hiermee wissel-koersrisico’s werden weggenomen, concurrerende devaluaties onmogelijkgemaakt en de transactiekosten verlaagd. ‘De creatie van een Europese muntsluit naadloos aan bij de interne markt.’43 Evenzeer content was de vvd-leidermet de intergouvernementele besluitvorming ten aanzien van het buiten-lands en veiligheidsbeleid van de Unie. Wanneer de grote lidstaten hunvetorecht zouden kwijtraken, was de kans groot dat zij hun eigen gangzouden gaan, hetgeen voor Nederland riskant kon zijn – unanimiteit zoude stem van Den Haag versterken.

Wat Bolkestein in het verdrag stoorde, was dat het slechts lippendienstbeleed aan het beginsel van subsidiariteit, dat er wel in was opgenomen. Inplaats van zich te beperken tot kerntaken als de interne markt, was hetaantal terreinen waarop de Unie bevoegd was sterk uitgebreid: zo gingBrussel zich ook met het sociaal beleid bemoeien. Ook kantte Bolkestein

Een euroscepticus in Brussel?

270

Page 12: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

zich tegen wat hij de ‘interne ontwikkelingshulp’ noemde, de zogehetenCohesiefondsen, waarmee de armere lidstaten financieel werden gesteund.Tegen de vergelijkbare Structuurfondsen had hij al in 1987 bezwaar gemaakt;vrije marktwerking en dus concurrentie waren veel beter voor de economi-sche ontwikkeling dan kapitaaloverdracht, zo wist hij uit eigen ervaring alsShelldirecteur.44

Bij de beoordeling van het Verdrag van Maastricht formuleerde Bolkesteinhet kader waarbinnen het proces van Europese integratie zich zou moetenvoltrekken. Als grondregel gold: ‘het bestuur zo dicht mogelijk bij de burger’.Overheveling van bevoegdheden naar het Europese niveau, waarbij te allentijde sprake moest zijn van reële democratische controle, mocht dan ookalleen om zwaarwegende redenen plaatsvinden: in de eerste plaats vanwegede totstandkoming van de interne markt, dus om economische barrières teslechten; ten tweede om grensoverschrijdende problemen effectief te lijf tegaan (zoals milieuvervuiling, internationale criminaliteit en grootscheepsemigratie); en ten slotte om potentiële schaalvoordelen op Europees niveaute verwezenlijken. Bolkestein was zeer terughoudend bij de overdracht vansoevereiniteit van nationaal naar Europees niveau, omdat er in zijn optiekgeen ‘Europese burger’ zou bestaan.45

In de loop van de jaren negentig baarde Bolkestein vaker opzien met zijnopvattingen over Europa. In februari 1995 pleitte hij ervoor de Nederlandsebijdrage aan de Europese Unie te verminderen. Sinds een paar jaar betaaldeDen Haag meer aan Brussel dan dat het ontving, en dat verschil zou alleenmaar groter worden.46 In maart 1996 leverde de vvd-leider felle kritiek ophet voornemen van de Nederlandse regering om het vetorecht op te gevenin de Europese Raad inzake het gemeenschappelijk buitenlands en veilig-heidsbeleid (gbvb). Een jaar later oogstte hij storm toen hij zich mordicustegen een toekomstig Turks eu-lidmaatschap verklaarde: ‘Als we dat doen,kunnen we de Europese Unie wel opdoeken.’ Hij vreesde dat de Turksegemeenschappen in Duitsland en Nederland vele Turkse migranten zoudenaantrekken. Meer in het algemeen vond Bolkestein dat Turkije niet in deUnie thuishoorde omdat het land niet de grote ‘formatieve gebeurtenissen’van de Europese geschiedenis, zoals de Renaissance, de Verlichting en deopkomst van de democratie, had gekend. Het behoorde niet tot het ‘Eu-ropese beschavingsgebied’ – net zomin als Rusland en Oekraïne, die naarzijn mening ook niet in de eu thuishoorden, maar de Midden- en Oost-Europese landen zeker wel.47

Met het in juni 1997 overeengekomen Verdrag van Amsterdam – datdoor de vvd werd aanvaard – kwamen de emu en dus invoering van één

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

271

Page 13: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

Europese munt een stap dichterbij. Bolkestein drong erop aan dat de strengetoelatingscriteria voor de deelnemende landen – met name een financie-ringstekort van hooguit drie procent – strikt gehandhaafd zouden worden.Vooral wat betreft Italië – een van de landen ‘die met waterverf knoeienom hun begrotingstekort te verminderen’ – was hij bang dat met de eisengejongleerd zou worden.48 Wanneer landen niet aan de normen zoudenvoldoen, moest Den Haag niet meedoen. De kans op inflatie binnen deemu was dan te groot, met als gevolg voor Nederland dat de spaartegoedenen de pensioenen zouden worden aangetast. Uiteindelijk stemde Bolkesteinin april 1998 toch in met Italiaanse deelname aan de elf landen tellende emu– onder hoongelach van de Tweede Kamer.49

Al met al was het niet verwonderlijk dat Bolkestein in de media ‘euro-sceptisch’ werd genoemd, ook al had hijzelf weinig op met die aanduiding.Economische en monetaire samenwerking op communautaire basis vondde vvd-leider uitstekend, maar in politiek opzicht behoorde het intergou-vernementalisme naar zijn mening de toon aan te geven en moest Europaterughoudendheid betrachten. Daarnaast diende de Nederlandse opstellingbepaald te worden door het nationale belang, niet door een vaag federalistischideaal. Toen na de Kamerverkiezingen van mei 1998 voor het eerst Bolke-steins naam in verband werd gebracht met het lidmaatschap van de EuropeseCommissie, was het ongeloof groot – en dat was begrijpelijk.

Bolkestein naar Brussel (1998-1999)

Na de Kamerverkiezingen in mei 1998 zetten pvda, d66 en vvd de paarsecoalitie voort. Bolkestein hield voor de buitenwacht de mogelijkheid opendat hij vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken zou worden, maarhad inmiddels zijn zinnen gezet op de functie van lid van de EuropeseCommissie als opvolger van Van den Broek, wiens termijn begin 2000 zouaflopen.50 Tijdens de formatieonderhandelingen sprak hij hierover met Kok.De demissionaire premier, die weer leiding aan het komende kabinet zougeven, sprak na een nacht bedenktijd tegenover Bolkestein zijn steun voordiens benoeming uit – wellicht was hij de liberale stoorzender in de TweedeKamer liever kwijt dan rijk.

Op 18 juli 1998, nadat zijn fractie met het concept-regeerakkoord hadingestemd, kondigde Bolkestein zijn vertrek aan uit de Tweede Kamer, opeen termijn van zo’n anderhalf jaar. Vlak daarna trad hij terug als fractie-voorzitter, nadat hij Hans Dijkstal als zijn opvolger had aangewezen.

Een euroscepticus in Brussel?

272

Page 14: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

Bolkestein verklaarde nadrukkelijk dat hij beschikbaar was voor anderepolitieke functies. Hij repte niet van zijn belangstelling voor de EuropeseCommissie, maar inmiddels deed dat gerucht al wel in de media de ronde.Zoals al vermeld, maakten journalisten geen geheim van hun verbazing envroegen zich af ‘of zo’n functie uitgerekend bij de euroscepticus Bolkestein(economische samenwerking ja, politieke unie nee) past’. Ook werden erop andere gronden vraagtekens gezet bij zijn geschiktheid. Het Parool vondhem te oud, twijfelde aan zijn capaciteiten als onderhandelaar en meendedat hij nauwelijks internationale ervaring had.51

Premier Kok had Bolkestein dan wel zijn steun toegezegd, maar debenoeming van de liberaal was bepaald geen gelopen race. In juni 1999spraken Kok en de liberale minister van Buitenlandse Zaken Jozias vanAartsen op de Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders in Keulenover zijn kandidatuur met Romano Prodi, die in maart door de EuropeseRaad in Berlijn als voorzitter van de nieuwe Europese Commissie wasaangewezen na het voortijdige vertrek van de Commissie-Santer.De Italiaan,die premier was geweest ten tijde van de toetreding van Italië tot de emu,had niet alleen moeite met de laatdunkende opmerkingen van Bolkesteindestijds over Romes lidmaatschap van de muntunie, maar voorzag ookproblemen met het Europees Parlement – ‘vanwege mijn euroscepsis’, zotekende Bolkestein in zijn dagboek op.52 Prodi wilde het Europees Parlementniet meteen al met de komst van een eurosceptische commissaris voor hethoofd stoten. Bijna had de aankomend Commissievoorzitter Bolkesteinsbenoeming geblokkeerd, maar mede door de vasthoudendheid van VanAartsen kwam deze toch rond.

In april 1999, terwijl de politieke partijen zich opmaakten voor de Europeseverkiezingen van juni, maakte de vvd bekend dat Bolkestein zich kandidaathad gesteld voor de Europese Commissie. De meeste partijen reageerdenkritisch. Volgens europarlementariër Hedy d’Ancona (pvda) miste Bolke-stein passie voor Europa; haar christendemocratische collega Maij-Weggenverwachtte van hem geen vernieuwing. Tweede Kamerfractievoorzitter PaulRosenmöller van GroenLinks verwachtte dat Bolkestein ‘zelfs nog als eenrem zou fungeren in de Brusselse slakkenvaart’.53 Zijn partijgenoot JoostLagendijk, die zitting had in het Europees Parlement, stelde zelfs eenkritische bloemlezing van uitspraken van Bolkestein over de Europese Unieop, die in vier talen verscheen.54

Begin juli presenteerde Prodi zijn nieuwe Commissie. Bolkestein kreegmet Interne Markt en Belastingen een van de zwaarste en invloedrijksteportefeuilles. De Nederlandse regering had ingezet op Mededinging, maar

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

273

Page 15: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

Bolkestein was tevreden met zijn pakket.55 Van de Commissie maakte eenaantal zwaargewichten deel uit, zoals de Fransman Pascal Lamy (Buiten-landse Handel), de Brit Chris Patten (Externe Betrekkingen) en de ItaliaanMario Monti (Mededinging), die in de voorgaande Commissie-SanterBolkesteins portefeuille had gehad. De helft van de twintig leden wassociaaldemocraat. Bolkestein viel op: hij was de oudste eurocommissaris enook de enige uitgesproken liberaal. Dat hij deze functie bekleedde, was zoongeveer de vervulling van ‘een jongensdroom’; toen hij eind jaren zeventiglid werd van de Tweede Kamer, had hij deze post al gezien als de bekroningvan zijn politieke loopbaan.56

Evenals de andere kandidaat-eurocommissarissen moest Bolkestein zichin het Europees Parlement tijdens een hoorzitting presenteren. Het Parle-ment diende de samenstelling van de Commissie als geheel goed te keuren,over een individuele commissaris had het geen zeggenschap. Bolkesteinwerd op 6 september door het Parlement aan de tand gevoeld. Gezien zijnimago van euroscepticus en de vijanden die hij met zijn stijl van politiekbedrijven in de Nederlandse politiek had gemaakt, kon de voormaligevvd-aanvoerder zijn borst nat maken. Lagendijk had zijn collegaparlemen-tariërs al uitgebreid geïnformeerd over de eurosceptische opstelling vanBolkestein; Maij-Weggen had Prodi persoonlijk diens kandidatuur ontra-den.57

Tijdens de hoorzitting kwam Bolkestein niet echt in de problemen,misschien mede omdat zijn toon niet zo provocatief was als bij anderegelegenheden wanneer hij over de politieke kant van de Europese integratiesprak. De Duitse christendemocraat Klaus-Heiner Lehne meende dat Bol-kestein nu veel positiever over het Europees Parlement sprak dan vroeger;hij vond hem veranderd van ‘Saulus in Paulus’. In dezelfde geest sprak deNederlandse sociaaldemocrate Joke Swiebel over ‘twee Bolkesteins […], dievan vóór en die van ná zijn kandidaatstelling’.58 pvda-delegatieleider Maxvan den Berg merkte achteraf cynisch op dat Bolkestein ‘van vegetariërvleeseter is geworden’.59

Bolkestein verdedigde zich door zijn kritische opmerkingen ten aanzienvan de Europese integratie te plaatsen binnen de context van de Nederlandsepublieke opinie, die volgens hem werd gekenmerkt door ‘een overdreveninternationalisme’. Zijn opstelling zou volkomen passen ‘binnen dehoofdstroom van het Europese debat’. Hij beklemtoonde dat hij ‘absoluut’niet tot de echte eurosceptici behoorde.60 Uiteindelijk kreeg Bolkestein vanhet Parlement het groene licht. Bij zijn toetreding tot de Commissie legde

Een euroscepticus in Brussel?

274

Page 16: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

hij het voorzitterschap neer van de Liberale Internationale, dat hij sinds1996 had bekleed.

Bolkestein als eurocommissaris (1999-2004)

Tot de belangrijkste taken van de Commissie-Prodi behoorden de invoeringvan de euro (in januari 2002) en de uitbreiding van de Unie met tien nieuwelidstaten (in mei 2004) – beide projecten die al voor haar aantreden op derails stonden. Bolkestein was hier niet direct bij betrokken. Tijdens dehoorzitting in het Europees Parlement had hij aangekondigd er als euro-commissaris in de eerste plaats op te willen toezien dat de bestaande Europesewetgeving door de lidstaten beter zou worden toegepast. Als tweede prioriteitstelde hij op korte termijn een strategie in het vooruitzicht die erop wasgericht het potentieel van de interne markt ten volle te benutten, ondermeer wat betreft de financiële diensten. Ook wilde hij de fiscale barrièresafbreken die de vervolmaking van de interne markt in zijn ogen in de wegstonden.61 Gedurende zijn periode in Brussel heeft Bolkestein nauwgezetgewerkt aan de verwezenlijking van deze doelstellingen.

Hoeder van de verdragen: inbreukprocedures en Stabiliteitspact

Van het allergrootste belang achtte Bolkestein de tijdige omzetting van deEuropese richtlijnen met betrekking tot de totstandbrenging en werkingvan de interne markt in nationale wetgeving, en de juiste toepassing ervan.Hij vond het onaanvaardbaar dat lidstaten laks waren met de uitvoeringvan de door de Raad en het Parlement vastgestelde besluiten. De Commissieprobeerde hen met zachte hand aan te moedigen door het in 1997 invoerenvan het ‘single market scoreboard’, waarop werd bijgehouden in welke matede lidstaten de richtlijnen en verordeningen hadden geïmplementeerd.

Daarnaast bleef de harde aanpak bestaan: tegen lidstaten die in gebrekebleven, werd de ‘inbreukprocedure’ gestart, het klassieke instrument van deCommissie om de inachtneming van het Europese recht af te dwingen ente waarborgen. Wanneer de Commissie na een klacht of na eigen onderzoekvermoedt dat er sprake is van incorrecte tenuitvoerlegging of toepassing vaninterne marktregels, kan zij de betreffende lidstaat een aanmaningsbriefsturen en eventueel voor het Europese Hof van Justitie dagen. Na zijnaantreden had Bolkestein aangekondigd het toezicht te zullen verscherpenom zo het omzettingsproces te versnellen. Hij was hierbij redelijk succesvol.

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

275

Page 17: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

In mei 2000 was de ‘omzettingsachterstand’ gemiddeld 3,5 procent perlidstaat, in juni 2004 2,2 procent. In november van dat jaar, aan het eindevan Bolkesteins termijn, was het echter weer gestegen tot 2,9 procent (hetbetreft hier de vijftien ‘oude’ lidstaten; met de tien nieuwe erbij lag hetaandeel op 3,6 procent). Bolkestein was hierover ontevreden; de vertragingremde immers de economische ontwikkeling: ‘Everyone loses out if somedo not play by the rules.’62

De meeste inbreukpocedures die de Commissie inleidde, kwamen op hetconto van Bolkestein, simpelweg omdat de interne markt de meest richt-lijnen kende. De onder hem ressorterende ambtelijke diensten waren doorde bank genomen goed voor de helft van alle inbreukzaken. Zo pakteBolkestein Spanje aan wegens staatssteun aan scheepswerven en startte hijeen procedure tegen de Amerikaanse softwareproducent Microsoft. Een vande meest spraakmakende procedures was die tegen Duitsland vanwege hetDosenpfand. In Duitsland konden consumenten sinds 2003 het statiegeldop wegwerpflessen of -blikjes alleen terugkrijgen in de winkel of kiosk waarze die gekocht hadden. Om niet te hoeven voldoen aan de verplichting dit‘leeggoed’ in te nemen, haalden grote winkelketens producten met eeneenmalige verpakking uit hun assortiment. Hiervan werden vooral produ-centen uit andere landen uit de Europese Unie de dupe; vanwege de grotegeografische afstanden maakten zij vaak gebruik van wegwerpverpakkingen.

Bolkestein achtte de Duitse statiegeldregeling een belemmering voor deinterne markt en wilde een inbreukprocedure starten. Kanselier GerhardSchröder verzette zich daar met alle macht tegen en kreeg een paar keeruitstel van de Commissie-Prodi. In oktober 2003 kreeg Bolkestein van deCommissie het groene licht om Berlijn officieel te verzoeken de regelingop korte termijn aan te passen.63 Mocht de Duitse regering dat niet doen,dan zou zij gedaagd worden voor het Europese Hof van Justitie. De ver-houding van Bolkestein met Berlijn raakte mede door deze kwestie behoor-lijk verstoord; Schröder beschouwde de Nederlandse eurocommissaris alseen ‘marktfetisjist’ en noemde hem een ‘unsäglicher Mensch’.64

In de Commissie wierp Bolkestein zich op als een van de bewakers vanhet Stabiliteits- en Groei Pact (sgp), dat de stabiliteit van de euro moestwaarborgen. Onderdeel hiervan was dat het begrotingstekort van een lidstaatniet boven de drie procent van het bruto binnenlands product mocht uitkomen. Toen de tekorten van Duitsland en Portugal uit de hand dreigdente lopen, wilde de Commissie optreden, maar de Ecofin, de Raad van deministers van Financiën van de lidstaten, voorkwam dat. Bolkestein ergerdezich eraan dat de lidstaten na de invoering van de euro al zo snel de regels

Een euroscepticus in Brussel?

276

Page 18: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

overtraden die zijzelf hadden afgesproken: ‘het is net zo moeilijk voor eendemocratisch verkozen politicus een sober begrotingsbeleid te voeren alsvoor een hond om een worstvoorraad aan te leggen’.65 Hij kwam in aanvaringmet Prodi toen deze het Stabiliteitspact publiekelijk als ‘stupide’ had ge-kwalificeerd. Voor de Nederlandse televisie noemde Bolkestein de uitspra-ken van zijn voorzitter ‘bedenkelijk en zeer onverstandig’. Prodi eiste eenverklaring, maar Bolkestein gaf hem te kennen dat wanneer de Commissieformeel zou menen dat het pact zou moeten worden gewijzigd, hij zouopstappen.66

Later moest Bolkestein toezien dat Duitsland en Frankrijk probeerdende regels van het pact naar hun hand te zetten, opnieuw omdat de Ecofindaartoe ruimte bood. De Europese Commissie liet het er niet bij zitten enlegde – met instemming van Bolkestein – de zaak voor aan het EuropeseHof van Justitie in Luxemburg. Het Hof sprak een salomonsoordeel uit:enerzijds had de Ecofin de door de Commissie voorgestelde procedurestegen Duitsland en Frankrijk niet mogen stilleggen, anderzijds was het vanmening dat de ministers van Financiën wel de bevoegdheid hadden om bijmeerderheid de aanbevelingen van de Commissie te negeren.67 Eind 2004besloot de Commissie Parijs en Berlijn niet alsnog aan te pakken, omdatde verwachting was dat beide landen in 2005 weer in de pas zouden lopen.In maart van dat jaar versoepelde de Europese Raad overigens de regels vanhet pact enigszins.

Financiële markt en belastingen

Bolkesteins taak als eurocommissaris van Interne Markt en Belastingen wasniet alleen toe te zien op de tenuitvoerlegging van de Europese regels doorde lidstaten, maar ook de maximale benutting van het potentieel van deinterne markt te bevorderen. Het gesternte waaronder hij van start ging,leek voor die doelstelling erg gunstig. Enkele maanden na het aantredenvan de Commissie-Prodi formuleerde de Europese Raad, in maart 2000 inLissabon, als ambitie dat de Unie in 2010 de meest concurrerende endynamische kenniseconomie van de wereld moest zijn. Belangrijk onderdeelvan deze zogeheten ‘Lissabon-strategie’ was de versnelde liberalisering vande markten van de eu – het terrein van Bolkestein.68 Vele met name ge-noemde onderdelen van de Lissabonstrategie zaten in zijn portefeuille: regelsvoor de elektronische handel, de verwijdering van belemmeringen voorgrensoverschrijdende dienstverlening, de versnelde liberalisering van deposterijen, de spoorwegen, elektriciteits- en gasmarkt, de modernisering van

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

277

Page 19: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

de regelgeving met betrekking tot openbare aanbestedingen, de integratievan financiële markten, meer ruimte voor pensioenfondsen en nog veelmeer. Bolkestein kon er goed mee uit de voeten; het was ‘vvd-beleid’.69

Een belangrijke taak voor Bolkestein was het uitvoeren van het ‘Actieplanvoor financiële diensten’, dat nog door de demissionaire Commissie-Santerin mei 1999 was vastgesteld. De komst van de euro als eenheidsmunt boodde mogelijkheid om tot een geïntegreerde Europese financële markt tekomen, die de kosten voor het lenen van kapitaal substantieel zou reduceren.Om zo’n goed werkende markt tot stand te brengen, moesten belemme-ringen voor het aantrekken van kapitaal binnen de Unie worden opgeheven.Daarnaast beoogde het plan onder meer de grensoverschrijdende financiëledienstverlening te bevorderen, de financiële verslagen van beursgenoteeerdeondernemingen te standaardiseren (waardoor ze onderling eenvoudiger tevergelijken waren), de informatieverstrekking te verbeteren aan consumen-ten die hun spaargelden in het buitenland beleggen, grensoverschrijdende‘kleine betalingen’ (pinnen in het buitenland) goedkoper te maken, enzo-voort. Al met al bevatte het plan 42 wetgevingsvoorstellen. In januari 2004waren er 37 van uitgevoerd – ‘an unprecedented success rate for an eulegislative programme of this scale and complexity’, vond Bolkestein zelf.70

Het was nog te vroeg om te zien tot welke resultaten dit zou leiden, omdatde meeste richtlijnen nog in nationale wetgeving moesten worden omgezet.

Ook op fiscaal gebied wilde Bolkestein zoveel mogelijk hindernissen voorde optimale benutting van de interne markt wegruimen. Het belastingen-dossier dat hij van Monti had geërfd, zat al jarenlang muurvast, ook alomdat beslissingen hierover in de Raad van Ministers unanimiteit vereisten.Dat was voor Bolkestein een reden om hierbij voor besluitvorming gebaseerdop gekwalificeerde meerderheden te pleiten.71 Hij streefde op het terreinvan de vennootschapsbelasting fiscale concurrentie na. Dat was tegen destroom in, want lidstaten als Duitsland en Frankrijk wensten meer harmo-nisering van de tarieven, zodat ze niet tegen elkaar op hoefden te biedenmet lagere tarieven, met als gevolg inkomstenderving.72 Bolkestein verwacht-te dat het min of meer gelijktrekken van de belastingen alleen maar tothogere belastingen zou leiden; concurrentie daarentegen ‘houdt de regerin-gen scherp en zuinig’.73 Bovendien achtte hij belastingen ‘het hart van depolitiek’; de hoogte van bijvoorbeeld de inkomsten- of vennootschapsbe-lasting moest worden bepaald door de lidstaten en niet door Brussel.74 Welwilde hij tot een gemeenschappelijke heffingsgrondslag (rekenbasis) van devennootschapsbelasting komen om zo de transparantie van de nationalebelastingstelsels te bevorderen, en een einde te maken aan concurrentiever-

Een euroscepticus in Brussel?

278

Page 20: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

storende belastingvoordelen die lidstaten ondernemingen soms boden. Bol-kestein was verder voorstander van harmonisatie van indirecte belastingen,zoals accijnzen en btw. De hoogte van de btw varieerde binnen de EuropeseUnie van 15 tot 25 procent; hij wilde dat grote verschil verkleinen vanwegede verstorende uitwerking op de interne markt.75 Daarnaast werkte Bolke-stein aan de invoering van een zogeheten ‘bronbelasting’ op de inkomstenuit spaartegoeden.

Overnamerichtlijn

Een essentieel onderdeel van het Actieplan voor financiële diensten was deovernamerichtlijn. De Europese Raad had in 2000 in Lissabon aan dezemaatregel de hoogste prioriteit gegeven. Doel was de sterk uiteenlopendewetgeving in de verschillende lidstaten met betrekking tot grensoverschrij-dende bedrijfsovernames te harmoniseren. Dat zou dan weer resulteren ingrotere, ‘pan-Europese bedrijfseenheden’, die de concurrentiekracht van deUnie zouden vergroten.76 De bestaande nationale wetgeving was er vaak opgericht de eigen bedrijven te beschermen, wat uiteindelijk ten koste zougaan van de belangen van aandeelhouders. Een voorbeeld was het ‘goudenaandeel’ dat een familie of de overheid statutaire mogelijkheden bood deovername van een bedrijf tegen te houden.77 Al vanaf het einde van de jarentachtig was de Commissie bezig geweest met het opstellen van Europeseregels die de beschermingsconstructies zouden openbreken en de rechtenvan de aandeelhouders verruimen. Een aantal lidstaten was echter niet vooreen ‘aandeelhoudersdemocratie’ geporteerd; nationale regeringen (en ookondernemingen en vakbonden) waren bang voor de gevolgen van al teeenvoudige bedrijfsovernames.

Vooral Duitsland werkte de plannen van Bolkestein tegen. Na de vijandigeovername van een Duits staalbedrijf door een Brits concern vreesde Berlijndat de plannen van de Commissie zouden leiden tot de uitverkoop vanDuitse ondernemingen. De grootste lidstaat van de Unie kon echter nietveel meer doen om de voorstellen te veranderen, omdat de inhoudelijkediscussie en politieke besluitvorming vrijwel waren afgerond. Voordat hetEuropees Parlement zich over de plannen uitsprak, oefende zowel kanselierSchröder als voormalig kanselier Helmut Kohl met succes druk uit op deDuitse europarlementariërs om tegen te stemmen, die op hun beurt hetgrootste deel van de sociaaldemocratische en christendemocratische fractiesmee wisten te krijgen. De tegenstanders vonden dat de plannen de bedrijven

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

279

Page 21: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

weerloos zouden maken en dat de rechten van de werknemers er bekaaidafkwamen.

Het plenaire debat in het Parlement op 3 juli 2001 kreeg bij de stemmingover het voorstel een dramatische ontknoping. Tot verbijstering van Bol-kestein staakten de stemmen: 273 leden waren voor, 273 tegen (bij 22onthoudingen), waarmee volgens de parlementaire regels de richtlijn wasverworpen. Parlementsvoorzitter Nicole Fontaine, een voorstander van derichtlijn, wilde haar stem niet uitbrengen. ‘Jammer!’ noteerde Bolkesteinin zijn dagboek, maar dat was een understatement. Ontgoocheld legde hijde schuld voor zijn nederlaag bij Duitsland.78

Dat het voorstel in het Parlement sneuvelde, lag niet alleen aan degoedgeoliede Duitse lobby, maar had ook te maken met Bolkesteins weinigflexibele opstelling, zo meent de sociaaldemocraat Julian Priestly, secreta-ris-generaal van het Parlement in de periode 1997-2007. ‘A Commissionfielding Bolkestein as its representative was likely to find that the traditionalconciliatory, compromising role on this issue was somewhat beyond hisemotional range.’79 Bolkestein had geweigerd het omstreden artikel over debeschermingsconstructies te versoepelen, wat veel europarlementariërs inhet verkeerde keelgat was geschoten. Hiermee zou hijzelf zijn kansen opsucces hebben verkleind.80

Na de afwijzing paste de Commissie het voorstel aan, maar ook hiertegenbleef Duitsland zich verzetten. Toen in november 2003 de Raad voorConcurrentievermogen (van de ministers van Economische Zaken van deUnie) zich erover boog, werd naar Bolkesteins mening het plan ‘totaalgedenatureerd’.81 Vooral vanwege de ruimte die de lidstaten kregen ombedrijven al dan niet de mogelijkheid te geven zich te verdedigen tegenvijandige overnames (zonder de aandeelhouders daarbij te betrekken), wildehij het voorstel intrekken. Bolkestein kreeg de Commissie hiervoor nietmee: zij wilde niet tegen de Raad ingaan, omdat deze zich unaniem achterde plannen had geschaard. Bolkestein kapittelde de Raad publiekelijk: ‘Ifthe Council continues to take decisions like that, the European Union willnever attain its fixed objective to become the world’s most competitiveeconomy by 2010. I’m not going to pretend I am pleased with this agree-ment.’82 Desalniettemin nam het Europees Parlement in december 2003 deverwaterde versie aan – tegen de zin van Bolkestein.

Een euroscepticus in Brussel?

280

Page 22: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

Liberalisering van de posterijen

Op andere terreinen had Bolkestein eveneens moeite om belangrijke on-derdelen van de Lissabon-strategie voortvarend uit te voeren. In 2000 hadde Europese Raad opgeroepen de liberalisering in sectoren zoals gas, elek-triciteit en postdiensten te versnellen. Al in 1997 hadden de Raad en hetEuropees Parlement besloten dat er concurrentie moest komen op depostmarkt in de Unie, omdat die naar verwachting lagere prijzen en verbe-terde dienstverlening met zich mee zou brengen. Bolkestein kreeg nu alstaak die interne markt, met een omzet in 2000 van ongeveer 85 miljardeuro, te voltooien – ‘de zwaarste klus in zijn portefeuille’, aldus Het Finan-cieele Dagblad.83 De Nederlandse eurocommissaris moest de strijd aanbindenmet (voormalige) staatsposterijen in de lidstaten, die nog een monopo-listische positie hadden.

Doel van Bolkestein was dat monopolie af te breken. Commerciëlebedrijven konden al poststukken van meer dan 350 gram bezorgen (ongeveerdrie procent van de totale postmarkt). Bolkestein wilde twintig procentextra van de postmarkt openen, onder meer door briefpost vanaf 50 grammet ingang van 2003 geheel vrij te geven. Ditmaal vond hij het VerenigdKoninkrijk, Frankrijk en andere Zuid-Europese lidstaten op zijn pad. Zijvreesden dat de liberalisering ten koste zou gaan van de gegarandeerde‘universele dienstverlening’, waarvan de postbezorging in verafgelegen endunbevolkte gebieden de dupe zou worden.

Het Europees Parlement, dat in december 2000 debatteerde over de doorBolkestein voorgestelde postrichtlijn, liet er geen spaan van heel. Eenmeerderheid wilde niet verdergaan dan het vrijgeven van de markt voorpost van 150 gram of meer. Het voortouw in het verzet nam de Britsesocialist Brian Simpson, die Bolkesteins plannen eerder al ‘fundamentalis-tisch’ had genoemd en de Nederlander aanduidde als ‘de Hezbollah van depostmarkt’. Bolkestein beschuldigde zijn tegenstander van ‘demagogie’ enzag de weerstand vooral geïnspireerd door de vakbonden. Hij vond demarktopening van dertien procent die het Europees Parlement wilde toe-staan ‘dérisoire, lächerlich’.84

Aan het eind van het parlementaire debat onthield Bolkestein de euro-parlementariërs zijn ‘ongeverniste mening over deze afgang’ niet.Hij meendedat het Parlement zich in feite tegen de Lissabon-strategie had gekeerd envond ‘dit niet echt een opbouwende weg voorwaarts’. Hij kreeg daarop dewind van voren van de Duitse christendemocraat Georg Jarzembowski, diesprak van ‘ongenuanceerde kritiek op de meerderheid van dit Parlement’

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

281

Page 23: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

en van pogingen ‘ons de les te lezen’.85 Bolkesteins medewerker Derk-JanEppink zag direct de ernstige gevolgen van wat hij de ‘verbale veldslag’noemde. Een jaar na Bolkesteins aantreden was diens relatie met hetParlement geheel verzuurd. Aangezien er nog vier jaar met de volksverte-genwoordiging moest worden samengewerkt, stelde hij een charmeoffensiefvoor. Bolkestein ging eten met individuele leden en bezocht de fracties. Deoperatie lukte redelijk, aldus Eppink, ‘de afkeer [van Bolkestein, gv] ver-spreidde zich niet verder, maar bij moeilijke dossiers kwamen alle duivelsweer boven’.86

Uiteindelijk kwam er een aangepaste versie van de postrichtlijn tot stand,met afgezwakte doelen en over een langere periode uitgesmeerd. Met denodige mitsen en maren zou in 2009 de interne postmarkt kunnen zijnvoltooid. Bolkestein was niet al te enthousiast: ‘helaas moeten we tot 2009wachten voor volledige liberalisatie’.87 Door tegenstand van verschillendelidstaten zou zelfs dat jaar niet worden gehaald: volgens de huidige standvan zaken moeten in 2013 alle landen van de Unie hun postmarkt volledighebben opengesteld.88

Dienstenrichtlijn

Een ander wezenlijk onderdeel van de Lissabon-strategie waarvan de om-zetting in wetgeving uiterst moeizaam verliep, was de dienstenrichtlijn. Dedienstensector was in de meeste lidstaten goed voor zeventig procent vanhet bnp en van de werkgelegenheid, en was daarmee een enorme drijfkrachtvoor de economische ontwikkeling. De Europese Raad hechtte in 2000grote waarde aan het verwijderen van de belemmeringen voor dienstenbinnen de Unie om de concurrentiekracht van het bedrijfsleven te vergroten.De richtlijn moest bijdragen aan de, door toenmalig CommmissievoorzitterJacques Delors geproclameerde, voltooiing van de interne markt: naast hetvrije verkeer voor personen, goederen en kapitaal moesten ook de dienst-verleners zich overal in de Unie vrijelijk kunnen vestigen en hun dienstenaanbieden.

In januari 2004 presenteerde Bolkestein in de Commissie zijn voorstellenom een einde te maken aan allerlei administratieve en juridische vestigings-eisen waarmee lidstaten hun markten voor aanbieders van diensten afscherm-den.89 Hoewel de reikwijdte van de richtlijn groot was, ging de Commissieer tamelijk eenvoudig mee akkoord. De discussie ging vooral over kansspe-len, wat Bolkestein wel goed uitkwam: ‘zo komen we niet toe aan meerheikele aspecten’.90 Uitgangspunt van zijn plan was het beginsel van het

Een euroscepticus in Brussel?

282

Page 24: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

‘land van oorsprong’: wanneer een dienstverlener in de lidstaat waar hij wasgevestigd aan alle voorwaarden voldeed, zou hij in alle lidstaten van de Uniezijn diensten kunnen aanbieden zonder dat er aanvullende eisen zoudengelden.91

Toen het Europees Parlement de plannen in september 2004 besprak,kreeg Bolkestein applaus. Het was een van zijn laatste daden als eurocom-missaris. Dat het vervolgens helemaal misging met de dienstenrichtlijn, kanhem nauwelijks worden verweten. Toen het maatschappelijk protest ertegenop gang kwam, was Bolkestein inmiddels als Commissielid teruggetredenen wilde zijn opvolger zijn vingers er niet meer aan branden. In de EuropeseUnie begonnen vakbonden zich te kanten tegen de richtlijn, omdat die zouleiden tot de toestroom van goedkope arbeidskrachten uit de nieuwe lid-staten (‘sociale dumping’). Zij riepen het beeld op van de Poolse loodgieterdie voor een Pools salaris en op basis van Poolse arbeidsvoorwaarden in deWest-Europese lidstaten de lokale loodgieter zou verdringen. Bolkesteinbracht daartegen in dat de beloning niet naar Poolse maatstaven zou zijnmaar op basis van die van de lidstaat waar die Pool werkte, aangezien datprincipe al in Europese wetgeving was verankerd.92

Tijdens de campagne voor het referendum over de Europese grondwetin Frankrijk die in mei 2005 werd gehouden, grepen de tegenstanders detot ‘Frankenstein-richtlijn’ omgedoopte plannen aan als hét voorbeeld vanhet ‘asociale Europa’ dat voor de deur zou staan. De gewezen eurocommis-saris Bolkestein reisde tegen de zin van de Nederlandse en Franse regeringin april naar Parijs af om op een zelfbelegde persconferentie tegengas tegeven en zijn dienstenrichtlijn te verdedigen. ‘Er is geen sprake van eendreigende prijsbrekende tsunami van Poolse loodgieters in Frankrijk. Kwa-men ze maar. Ik zou best een loodgieter willen voor mijn buitenhuisje inNoord-Frankrijk, maar ik vind er geen.’93 De Franse vakbonden waren zokwaad op hem dat ze de elektriciteitskabels van zijn Franse woning onklaarmaakten.

Door al het kabaal besloot de nieuwe Commissie het voorstel te latenvallen en af te wachten wat het Europees Parlement wilde. Dit leidde toteen nieuw voorstel, dat het Parlement uiteindelijk in november 2006aanvaardde. Hierin was het land-van-oorsprongprincipe geschrapt; dienst-verleners uit andere lidstaten moesten voldoen aan bijvoorbeeld de eisenvan veiligheid en milieu in het land waar ze hun diensten aanboden (hetbestemmingslandbeginsel). Ook werden bepaalde sectoren (zoals onderwijs,zorg en vervoer) gedeeltelijk van de richtlijn uitgesloten.94 Opnieuw waseen belangrijke richtlijn die Bolkestein had opgesteld door de Raad en het

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

283

Page 25: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

Parlement behoorlijk uitgekleed, wat natuurlijk de vraag opwerpt wat depositie van de Commissie was vis-à-vis deze andere Europese instellingen.

Europese Commissie

Bolkestein maakte dan wel deel uit van de Commissie, maar dat betekendebepaald niet dat hij zich geheel met dit orgaan vereenzelvigde. Hij haduitgesproken opvattingen over haar functioneren, en dat verheelde hijvanzelfsprekend niet. Om te beginnen had hij weinig met de werkwijze vande Commissie op. Het college boog zich over voorstellen waarover deverschillende ambtelijke diensten doorgaans in een eerder stadium overeen-stemming hadden bereikt. Bovendien bemoeiden de leden zich meestal nietmet elkaars portefeuille, ook al om eventuele toekomstige steun niet op hetspel te zetten.95 Het non-interventiebeginsel vierde hoogtij, zo constateerdeBolkestein misnoegd. Hij had er grote moeite mee dat er in de Commissieniet vrijelijk werd gedebatteerd, en nog meer dat bepaalde onderwerpentaboe waren. ‘Ook hier heeft de politieke correctheid toegeslagen,’ noteerdehij al op 3 november 1999, en het zou niet bij die ene keer blijven. Bij hetasielzoekersprobleem (waar hij juist een grotere rol van de Unie wilde),kernenergie, het ‘rondpompen van geld’ via de Cohesie- en Structuurfond-sen, het Europees federalisme en andere onderwerpen die Bolkestein aande orde stelde, kreeg hij geen voet aan de grond.

De politieke correctheid bleek naar Bolkesteins mening ook duidelijk bijhet eventuele lidmaatschap van de Unie voor Turkije – een kwestie die hij‘de zaak der zaken’ noemde en ‘zwanger van onheil’ achtte.96 In oktober2004 besprak de Commissie het rapport over de vraag of Ankara had voldaanaan de gestelde politieke criteria (zoals onder meer het waarborgen van dedemocratie, de rechtsstaat en de mensenrechten) om op termijn de onder-handelingen over het lidmaatschap te starten. Alle Commissieleden warenvan mening dat dat inderdaad in voldoende mate het geval was – metuitzondering van Bolkestein. De Nederlander vroeg Prodi nadrukkelijk omtegenover de buitenwacht niet de schijn op te houden dat er in de Commissieunanimiteit bestond, ‘want die is er niet’. Hij meende dat als de stemminggeheim was geweest, zowel de Europese Commissie als de Europese Raadzich in meerderheid tegen het Turkse lidmaatschap zou hebben uitgespro-ken.97

Ook de taakstelling van de Commissie was voor Bolkestein een steen desaanstoots. Hij vond dat zij zich aan de ene kant niet voldoende met haarkerntaken bezighield – zoals de interne markt – en zich aan de andere kant

Een euroscepticus in Brussel?

284

Page 26: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

met veel te veel irrelevante zaken bemoeide, zoals bijvoorbeeld het themavoetgangersveiligheid. De neiging van de Commissie van alles te willencoördineren en steeds maar nieuw beleid te ontwikkelen, kwam volgenshem voort uit de institutionele structuur van de Unie – een verklaring diehij zoals hierboven al vermeld in 1986 reeds aanstipte. ‘Alle instellingen inde eu werken toe naar een uitbreiding van de taken, als een vloed van dezee die alle inlets en outlets vult.’98 De Commissie moest in Bolkesteins op-tiek veel selectiever te werk gaan en scherper prioriteiten stellen door eenuiterst strikte toepassing van het subsidiariteitsbeginsel. In dit opzicht sprakde rol die de Europese Conventie, die een ontwerp voor een EuropeseGrondwet voorbereidde, aan de nationale parlementen toebedeelde, hemerg aan.

Bolkestein ergerde zich ook aan het feit dat de Commissie zich veelvuldigaan vaandelvlucht bezondigde. Hij vond haar ‘zenuwachtig’ en weinig‘heldhaftig’. ‘Waarom ontbeert de Commissie het zelfvertrouwen? Wij zijnbang voor het ep, voor de Raad, voor de vs. Waarom? Wij hebben de be-schikking over krachtige middelen. Waarom aarzelen we die te gebruiken?’99

Voor een deel lag het aan Prodi, die volgens Bolkestein als voorzitter vaakvoorzichtig, zwak en weifelend opereerde, alhoewel de Italiaan de Neder-landse eurocommissaris vaak wel steunde wanneer die weer eens onder vuurlag vanuit een lidstaat. Bolkestein bracht het gebrek aan ‘burgermoed’ vande Commissie enerzijds in verband met het vrijwillige aftreden van deCommissie-Santer, dat blijkbaar diepe indruk had gemaakt ophaaropvolger,en anderzijds met het volgens hem typische West-Europese gebrek aan zelf-vertrouwen in de eigen cultuur.100

Van de andere Europese instellingen had Bolkestein ook geen erg hogedunk. De debatten in het Europees Parlement – waarmee hij veel moestsamenwerken – ‘stellen werkelijk niets voor’, schreef hij op 13 juni 2000.Toen Bolkestein in discussie ging met Daniël Cohn-Bendit, de leider vande groene fractie, kwalificeerde hij dit nogal hooghartig als ‘waarschijnlijkhet eerste echte debat dat ooit in dat Parlement is gehouden’.101 Voor deEuropese Raad had Bolkestein nog minder achting. Toen dit orgaan indecember 1999 Turkije officieel als kandidaat-lidstaat erkende, schreef hijschamper over ‘die amateurs van de Europese Raad’.102 Hij noemde de Raadpubliekelijk de ‘slechtst werkende instelling’ van de Unie, omdat deze vaakniet geneigd was knopen door te hakken en de daad bij het (vaak hoogdra-vende) woord te voegen. Zijn kritiek kwam hem op een ‘belachelijke’reprimande te staan van premier Jan Peter Balkenende.103 De Raad sloeg inde ogen van Bolkestein nogal eens volledig de plank mis, niet alleen met

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

285

Page 27: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

betrekking tot Turkije, maar bijvoorbeeld ook met de invoering van eenlaag btw-tarief op arbeidsintensieve diensten (zoals kappers en fietsenma-kers). Bijeenkomsten van de Raad waarbij Bolkestein aanwezig moest zijn,vond hij maar tijdverlies.

Ondanks zijn kritiek op de Europese Commissie achtte Bolkestein hetvan het grootste belang dat dit orgaan zijn eigenstandige plaats tussen deRaad en het Parlement behield. Dat zij zou uitgroeien tot een soort ‘Europeseregering’ wilde hij onder geen beding, maar een krachtige positie voor decommunautaire Commissie, die geen speelbal zou zijn van de lidstaten ofeen secretariaat van de Raad maar zelfbewust haar recht van initiatief benutte,achtte hij voor het functioneren van de Unie van groot belang.104 Dit waseen pleidooi dat in de tijd van Bolkestein als vvd-leider nooit uit zijn mondwas vernomen. ‘De communautaire methode garandeert een evenwichttussen de instellingen en tevens een eerlijke balans tussen grote en kleinelidstaten.’105 Anders dan de Europese Conventie was hij er dan ook eenuitgesproken voorstander van dat na de uitbreiding van de Unie elke lidstaateen commissaris met stemrecht zou behouden om te voorkomen dat deCommissie tegenover de Raad aan kracht zou inboeten. Bolkestein wildedit ook om de samenhang binnen de Unie te bevorderen. Er diende naarzijn mening één plek te zijn waar alle lidstaten gelijk waren: in de VerenigdeStaten was dat de Senaat, in de Europese Unie de Europese Commissie.106

Slot

Nadat Bolkestein geruime tijd de indruk had gewekt aan te koersen op eentweede termijn als eurocommissaris – en daarvoor ook de steun van DenHaag had verkregen –, liet hij in mei 2004 weten toch niet beschikbaar tezijn. Hij wilde tijd hebben om het boek te schrijven dat hij al vanaf zijnvijfentwintigste in zijn hoofd had, over de rol van de intellectuelen in depolitiek en hun verhouding tot de democratie. Daarmee kwam in november2004 een einde aan zijn lidmaatschap van de Europese Commissie.

Was Bolkestein een euroscepticus? Zelf wilde hij altijd weinig van dieaanduiding weten, zoals bijvoorbeeld ook in september 1999 bleek tijdensde hoorzitting in het Europees Parlement. In 1996 gaf hij in een interviewechter zelf als antwoord op deze vraag: ‘“In zeker opzicht wel, ja.” In welkopzicht? “Dat ik het federale ideaal verwerp en vind dat we de unanimi-teitsregel […] overeind moeten houden.”’107 Hiermee gaf Bolkestein preciesaan waar voor hem de grens lag. Als ‘Amsterdams koopman’ was hij een

Een euroscepticus in Brussel?

286

Page 28: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

groot voorstander van de Europese integratie op economisch terrein (‘markten munt’), maar stond hij op de rem zodra de eenwording een politiekedimensie kreeg. Zijn critici beweerden dat beide domeinen niet zo eenvoudigvan elkaar te scheiden waren: de ook door Bolkestein gewenste striktehandhaving van het Stabiliteitspact bijvoorbeeld zou gebaat zijn bij eenpolitieke unie.

Zijn ervaringen als eurocommissaris lijken Bolkestein wel ontvankelijkerte hebben gemaakt voor de communautaire benadering: hij had zelf regel-matig te kampen gehad met de verlammende effecten van de intergouver-nementele besluitvorming.108 In 2001 zei hij zelfs: ‘Het Europees bolwerkoverstijgt het economische’, en brak hij een lans voor een ‘gemeenschap-pelijke aanpak’ op het terrein van het buitenlands en veiligheidsbeleid. Veelillusies koesterde hij hierbij overigens niet.109

Maakte de scepsis van Bolkestein ten aanzien van de politieke integratiehem minder geschikt als eurocommissaris? Een antwoord op die vraag hangtonder meer af van wat het tweede kabinet-Kok, dat hem had voorgedragen,voor ogen stond. Wanneer Den Haag met de kandidatuur van Bolkesteineen impuls wilde geven aan een versterking van de supranationale structurenvan de Europese Unie, dan was hij hiertoe vanwege zijn antifederalistische– hij zou zelf zeggen: realistische – instelling minder geëquipeerd. Eurocom-missarissen zijn echter geen nationale zetbazen; zij worden geacht onafhan-kelijk van hun regeringen te functioneren, al schortte het daar tot Bolkesteinsergernis in de Commissie-Prodi wel eens aan. De afstand tussen hem enDen Haag bleef altijd groot.

Wanneer wordt gekeken naar de portefeuille van Bolkestein, dan lijkenzijn reserves tegen verdergaande politieke integratie minder problematischte zijn. De verdere verwezenlijking van de interne markt, de hoofddoelstel-ling van de Europese integratie sinds 1957, was in de eerste plaats economisch(en later ook monetair) van karakter en vormde het leeuwendeel van zijnwerkzaamheden als eurocommissaris. Met communautaire regelgeving opdit vlak had hij geen enkele moeite, integendeel. Hij stoorde zich zeer aanhet onvermogen van Raad en Parlement om hier doortastend te werk tegaan, aan de laksheid waarmee de lidstaten de Europese richtlijnen omzettenin nationale wetgeving, en aan het gemak waarmee de grote lidstaten dehand lichtten met de regels van het Stabiliteitspact.

Toch bleef zijn inbreng in de Europese Commissie niet beperkt totuitsluitend economische aangelegenheden. Bolkestein zou Bolkestein nietzijn wanneer hij zich niet zou hebben bemoeid met politieke kwesties diebuiten zijn portefeuille lagen maar nauw verbonden waren met de Europese

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

287

Page 29: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

integratie, zoals de toetreding van Turkije, de Structuurfondsen, het ge-meenschappelijk landbouwbeleid, de toekomstige inrichting van Europa inverband met de Europese Conventie en, niet in de laatste plaats, de taak-stelling van de Europese Commissie. Bij al deze gevoelige thema’s nam hijeen standpunt in dat de federalisten tegen de haren instreek: er zijn grenzenaan Europa, zowel geografisch als beleidsmatig. De Europese Unie doet veelte veel, zij moet zich tot haar kerntaken beperken (die hij destijds al bij debeoordeling van het Verdrag van Maastricht formuleerde). En ook al deedBolkesteins mening ertoe – gaandeweg was hij uitgegroeid tot een van devooraanstaande en gezaghebbende eurocommissarissen; zelfs criticaster La-gendijk rekende hem tot ‘de top van de Commissie’ – op deze terreinenbereikte hij daarmee in de Commissie niet veel; daarvoor waren in dit milieuveel van zijn standpunten te tegendraads en excentriek.110

Of deze opvattingen van Bolkestein, die in Brussel bepaald geen gemeen-goed waren, hem als eurocommissaris in de weg hebben gezeten – de vraagdie de journalist van The Economist zich stelde –, is niet eenvoudig na tegaan. Dat hij regelmatig veel weerstand opriep, had deels met zijn portefeuillete maken. Het wegruimen van barrières op de interne markt leidt immersper definitie tot protest bij de gevestigde belanghebbenden; zelf vergeleekhij het met ‘pulling teeth – a bloody and painful business’.111 Critici be-schouwden Bolkestein daarentegen als een soort ‘liberaliseringsfundamen-talist’ die zwoer bij de vrije markt en het sociale aspect van zijn beleidveronachtzaamde. De hardnekkige en uitgesproken ideologische wijze waar-op hij aan zijn plannen vasthield, joeg velen tegen hem in het harnas.Bolkestein was nu eenmaal rechtlijnig, principieel en eigenzinnig. Enerzijdskon hij charmant en hoffelijk zijn, anderzijds nam hij geen blad voor demond. Hij was voorstander van heldere stellingnames en van ‘le choc desopinions’.112 Net als in de Nederlandse politiek had hij ook op Europeesniveau soms de neiging te polariseren. In het Europees Parlement zochtBolkestein niet zozeer het compromis als wel zijn eigen gelijk. ‘Frits moesthet van de confrontatie hebben, niet van het amechtig zoeken naar consen-sus’, aldus zijn medewerker Eppink, met als gevolg dat een charmeoffensiefzijn relatie met de europarlementariërs moest verbeteren.113 Daarnaast washij afhankelijk van de Raad van Ministers en van de Europese Raad. Dezecomplexe positie te midden van een aantal politieke actoren vereist devaardigheid om te schipperen en bruggen te bouwen, maar daartoe was deweinig buigzame Bolkestein niet altijd in staat.114

Dit alles zal er allemaal in meerdere of mindere mate toe hebben bijge-dragen – samen met de opstelling van met name de grote lidstaten, die hun

Een euroscepticus in Brussel?

288

Page 30: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

belangen niet uit het oog verloren – dat speerpunten van het liberaliserings-project van de Unie in het kader van de Lissabon-strategie – zoals de post-,de overname- en dienstenrichtlijn – slechts na veel geharrewar in verwaterdevorm tot stand kwamen. Bolkestein trok eveneens op andere voor hemessentiële punten aan het kortste eind, zoals het Turks Unielidmaatschapen de stringente toepassing van het Stabiliteitspact.

Daarnaast kon Bolkestein ook op successen bogen. De vrijwel volledigeuitvoering van het financiële Actieplan werd in Brussel als zijn belangrijkstewapenfeit gezien – ook door hemzelf. Ook wist hij een akkoord tot standte brengen over het heffen van belastingen op buitenlandse spaarrekeningenin Europa.115 Hij slaagde er eveneens in de netelige kwestie van de wederzijdseerkenning van de accountantscontrole door de Verenigde Staten en de Unietot een goed einde te brengen, en zo is er wel meer. Zijn invloed in Brussellijkt echter niet groot te zijn geweest, in de zin dat zijn kritiek op hetfunctioneren van de Unie effect sorteerde. Bolkestein kan zich troosten metde gedachte dat er in Nederland eveneens een tijd overheenging voordatzíjn opvattingen ruimere weerklank vonden…

Noten

1 ‘Frits Bolkestein, an almost sceptical eu commissioner’, The Economist, 3 mei 2001.2 Het Parool, 21 juli 1998.3 Max van Weezel en Leonard Ornstein, Frits Bolkestein. Portret van een liberalevrijbuiter (Amsterdam 1999) 30; Ton F. van Dijk, Marc Josten en Steven de Vogel,‘Frits Bolkestein, een geslaagde onderneming. De ongeautoriseerde biografie’, VrijNederland, 16 maart 1996, 32-36, 39-42, 45-47 en 51-52, aldaar 32. Zie ook Casper Kirkels,Architect van onderwijsvernieuwing. Denken en daden van Gerrit Bolkestein 1871-1956(Amsterdam 2008).4 Frits Bolkestein, De engel en het beest. Opstellen over politiek (Amsterdam 1990) 11.5 Frénk van der Linden en Pieter Webeling, ‘vvd-leider Frits Bolkestein: “Ik was hetliefst Napoleon geweest”’, in: Idem (red.), Paarse striptease. Ontmaskerende ontmoetingenmet Haagse helden (Amsterdam en Antwerpen 1998) 24-35, aldaar 33.6 Van Weezel en Ornstein, Frits Bolkestein, 29; Annejet van der Zijl, ‘Frits en de wereld.De jonge jaren van Bolkestein’, HP/De Tijd, 15 september 1995, 30-38, aldaar 32.7 Frits Bolkestein, Onverwerkt verleden (Amsterdam 1998) 8.8 Bolkestein, De engel en het beest, 11; zie ook idem, ‘Zachte heelmeesters’, NRC Han-delsblad Magazine, februari 2004, 44-54.9 Van Dijk, Josten en De Vogel, ‘Frits Bolkestein, een geslaagde onderneming’, 35;René Zwaap, ‘De rancune van een mega-ego: Frits Bolkestein’, De Groene Amsterdam-mer, 5 april 1989, 13.10

NRC Handelsblad, 5 maart 1994.

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

289

Page 31: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

11 Frénk van der Linden, ‘“Wat geef ik dan om zo’n geweten? Schone handen, ja, maarvooral lamme”. Frits Bolkestein en de nieuwe Nederlandse ziekte’, De Tijd, 23 juli 1982,10-14, aldaar 12.12 Bolkestein, De engel en het beest, 19.13

NRC Handelsblad, 5 maart 1994.14 Van der Linden, ‘“Wat geef ik dan om zo’n geweten?”’, 12; Van der Linden enWebeling, ‘vvd-leider Frits Bolkestein’, 25.15 Jos Schneider, ‘Mr Frits Bolkestein: “De prestatiemaatschappij is een voorwaardevoor onze overleving”’, Haagse Post, 25 februari 1984, 10-12, aldaar 10; pvda-coryfee Edvan Thijn beweert dat Bolkestein eerst van plan was geweest lid te worden van de pvda.‘Hij zei dat hij het voornemen had lid van de pvda te worden. Hij wilde het meestrechtse partijlid worden – op Wim Duisenberg na.’ Bolkestein ontkent dit verhaal; zieVan Weezel en Ornstein, Frits Bolkestein, 32-33.16 Schneider, ‘Mr Frits Bolkestein’, 10.17 Bolkestein, De engel en het beest, 14; Remy Dijkman, ‘Vice-fractievoorzitter FritsBolkestein: “Nederland moet af van die middelmaat”’, Vrijheid en Democratie, 14 oktober1986, 2-4.18 Daan Dijksman, ‘vvd-buitenlandspecialist Frits Bolkestein: “Je kunt ons wel gebrekaan visie verwijten, maar wij wijken toch af van het conventionele standpunt inzakeZuid-Afrika”, Haagse Post, 17 maart 1979, 8-11, aldaar 10.19 Van Weezel en Ornstein, Frits Bolkestein, 59.20 Dijksman, ‘vvd-buitenlandspecialist Frits Bolkestein’, 10.21 Ben Heinrichs, Christine Otten en Max van Weezel, ‘Rudolf de Korte: “Lubbers enik liggen elkaar uitstekend. Dat wordt goed samenspel”’, Vrij Nederland, 19 juli 1986,1-2; Van Dijk, Josten en De Vogel, ‘Frits Bolkestein, een geslaagde onderneming’, 42.22 Leonard Ornstein en Max van Weezel, ‘Frits Bolkestein laat zich niet intimideren’,Vrij Nederland, 20 oktober 1990, 12-13, aldaar 12.23 Van der Linden en Webeling, ‘vvd-leider Frits Bolkestein’, 30.24 Gerrit Voerman en Erwin Dijk, ‘Van kiesvereniging tot moderne politieke partij’,in: Patrick van Schie en Gerrit Voerman (red.), Zestig jaar VVD (Amsterdam 2008) 93-135, aldaar 120.25 Arendo Joustra en Willem Wansink, ‘“Adieu kroonprinsen, ik ben net begonnen.”Gesprek met vvd-lijsttrekker en kandidaat-premier Frits Bolkestein’, Elsevier, 16 april.1994, 14-16, aldaar 14; F. Bolkestein, Grensverkenningen. Dagboek van een Eurocommissaris(Amsterdam 2005) 84.26 Van Weezel en Ornstein, Frits Bolkestein, 11.27 Jaap Jansen en Willem Wansink, ‘“Ik ben een sociaal-kapitalist.”vvd-leider Bolkesteinen het gevecht tegen de mode van de dag’, Elsevier, 10 december 1994, 12-14 en 16, al-daar 16.28 Rinke van den Brink, ‘De verloedering van een liberaal. Frits Bolkestein’, VrijNederland, 19 maart 1994, 11.29 De Volkskrant, 12 september 1991.30 Jaap Jansen en Arendo Joustra, ‘19de-eeuws politicus’, Elsevier, 21 december 1991,106-107, 109, 111-112, aldaar 109.

Een euroscepticus in Brussel?

290

Page 32: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

31 Syp Wynia, ‘“Wij zijn te aantrekkelijk voor asielzoekers.” Frits Bolkestein en de ver-kiezingscampagne’, Elsevier, 3 januari 1998, 34-36, aldaar 35.32 Van Weezel en Ornstein, Frits Bolkestein, 148, 164, 200; Leonard Ornstein en Maxvan Weezel, ‘Leren leven met Frits Bolkestein. Vijf vvd’ers over hun politiek leider’,Vrij Nederland, 25 april 1998, 40-44, aldaar 42.33 De Volkskrant, 12 september 1991.34 Zie voor een overzicht van de opstelling van de vvd ten aanzien van de Europeseintegratie C.M. Lesterhuis, ‘Van wantrouwen tot geestdrift: de vvd en Europa’, Inter-nationale Spectator, 36 (1982) 230-238; G.A. van der List, De macht van het idee. De VVD

en het Nederlandse buitenlands beleid 1948-1994 (Leiden 1995); S. Rozemond, Bolkesteinen de Euroscepsis (Den Haag 1996).35 ‘Matiging lonen en prijzen noodzaak’, Vrijheid en Democratie, 31 maart 1972, 6-8,aldaar 8.36 Programma VVD Tweede-Kamerverkiezingen 1989.37 ‘Stellingen voor de Themadag Europa over de institutionele aspecten van het Europeseintegratieproces’, Vrijheid en Democratie, januari/februari 1992, 9-10, aldaar 9.38 F. Bolkestein, ‘De toekomstige rol van de overheid in de economie’, Liberaal Reveil,1 (1986) 10-14, aldaar 13.39 Verbatim partijraad 21 september 1991, 9; collectie Documentatiecentrum Neder-landse Politieke Partijen (dnpp).40 René Dijkman, ‘Nederlands epu-voorstel was politieke afgang’, Vrijheid en Democra-tie, oktober 1991, 8; zie ook de voor 2011 voorziene studie van Jan Willem Brouwer,Anjo G. Harryvan en Jan van der Harst over de opstelling van de Nederlandse politiekten aanzien van de Europese integratie in de periode 1945-2010.41 Zie onder meer NRC Handelsblad, 20 november 1991; Leo Ornstein, ‘Van Eekelentegen Bolkestein. Ook de vvd heeft nu haar ruzie’, Vrij Nederland, 6 april 1996, 8-9;Jaap Jansen, ‘“Ze willen ons zeker beschadigen.” vvd-leider Bolkestein en zijn partij-genoten richten hun toorn op “de media”’, Elsevier, 13 april 1996, 12-14 en 16, aldaar14.42 Van der List, De macht van het idee, 304; NRC Handelsblad, 15 juni 1992; de Volkskrant,15 en 16 juni 1992.43

NRC Handelsblad, 14 maart 1992; Frits Bolkestein, Het heft in handen. Essays (Amster-dam 1995) 85-86.44 Van der List, De macht van het idee, 384.45 F. Bolkestein, Woorden hebben hun betekenis. Essays (Amsterdam 1992) 88-89.46 De Volkskrant, 25 februari 1995.47 Algemeen Dagblad, 7 april 1997; anp-bericht, 4 april 1997; Rozemond, Bolkestein ende Euroscepsis, 15.48 Eric Vrijsen, ‘“Zonder de euro kan ook”’, Elsevier, 21 juni 1997, 12-15, aldaar 15.49 Zie onder meer Het Parool, 15 april 1998; Algemeen Dagblad, 16 april 1998; NRC Han-delblad, 16 april 1998.50 Bolkestein, Grensverkenningen, 11.51 Brabants Dagblad, 20 juli 1998; zie ook Het Parool, 21 juli 1998.52 Bolkestein, Grensverkenningen, 12.53

NRC Handelsblad, 9 april 1999.

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

291

Page 33: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

54 Joost Lagendijk en Richard Wouters, Een Euroscepticus in Brussel? Frits Bolkesteinover de Europese Unie (Brussel 1999).55 ‘Hoorzitting met de heer Bolkestein’, 14; zie www.europarl.europa.eu/hearings/eu-ropeancommission/1999/bolkestein.pdf.56 De Volkskrant, 18 juli 1999; vraaggesprek met F. Bolkestein, 26 augustus 2009.57 Derk-Jan Eppink, Europese mandarijnen. Achter de schermen van de Europese Commissie(Tielt 2007) 69.58 ‘Hoorzitting met de heer Bolkestein’, 14.59 Algemeen Dagblad, 7 september 1999.60 ‘Hoorzitting met de heer Bolkestein’, 14; zie ook Marco van Lierop, ‘De liberalegidspartij van Europa. In gesprek met Frits Bolkestein’, Idee. Tijdschrift van het weten-schappelijk bureau van D66, oktober 1998, 8-10, aldaar 10.61 ‘Hoorzitting met de heer Bolkestein’, 6.62 Tweede verslag over de implementatie van de internemarktstrategie 2003-2006, 27januari 2005, 16; ‘Internal Market Scorebord’, nr. 13, juli 2004; zie ook ‘Scorebord vande interne markt’, 5 mei 2003.63 Bolkestein, Grensverkenningen, 252.64 Het Financieele Dagblad, 29 januari 2004; Handelsblatt, 20 oktober 2004.65 Bolkestein, Grensverkenningen, 185.66 Bolkestein, Grensverkenningen, 205, 207 en 208; bericht anp, 17 november 2002;NRC Handelsblad, 18 november 2002; Eppink, Europese mandarijnen, 217-218.67 NRC Handelsblad, 28 en 29 november 2003, 14 juli 2004; de Volkskrant, 14 juli en15 december 2004; Bolkestein, Grensverkenningen, 263.68 De Volkskrant, 30 maart 2000.69 Bolkestein, Grensverkenningen,70 Frits Bolkestein, ‘Learning the lessons of the Financial Services Action Plan’, euro-pa.eu, 1 september 2009.71 Frits Bolkestein, ‘No time to get wobbly’. Address at eldr Annual Congress, 13 no-vember 2003.72 De Volkskrant, 17 maart 2007; Syp Wynia, ‘Europese Commissie: het kabinetBolkestein’, Elsevier, 17 juli 1999, 10-11.73 Frits Bloemendaal, ‘Geen spat veranderd’, HP/De Tijd, 29 juni 2001, 40-45, aldaar 43.74

NRC Handelsblad, 21 maart 2001.75 H.H.J. Labohm en M.G.K. Kreuger, ‘Ik geloof niet in een federaal Europa. Interviewmet Frits Bolkestein’, Liberaal Reveil, 43 (2002), 2 (april), 13-17, aldaar 17.76 Het Financieele Dagblad, 23 mei 2003; europa.eu, 1 september 2009.77 Zie Eppink, Europese mandarijnen, 238-244.78 Bolkestein, Grensverkenningen, 141; Trouw, 5 juli 2001, Het Financieele Dagblad, 10mei 2004.79 Julian Priestly, Six battles that shaped Europe’s Parliament (Londen 2008) 130; zie ookFinancial Times, 6 maart 2003.80

NRC Handelsblad, 5 juli 2001.81 Bolkestein, Grensverkenningen, 254.82 Eurobserver.com, 28 november 2003.83 Het Financieele Dagblad, 2 juni 2000.

Een euroscepticus in Brussel?

292

Page 34: University of Groningen Een europscepticus in Brussel ... fileZijnoptredenalspartijleiderenzijnneigingomheiligehuisjesindeNeder-landse politiek ter discussie te stellen – zoals de

84 Trouw, 15 juni 2000; Bolkestein, Grensverkenningen, 79 en 108-109.85 Bolkestein, Grensverkenningen, 108; Handelingen Europees Parlement, 13 december2000, zie www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+CRE+20001213+ITEM-001+DOC+XML+V0//NL86 Eppink, Europese mandarijnen, 235 en 238.87 Bolkestein, Grensverkenningen, 176.88 www.europa-nu.nl, 9 september 2009.89 Eppink, Europese mandarijnen, 245-252.90 Bolkestein, Grensverkenningen, 13 januari 2004, 263.91

NRC Handelsblad, 26 november 2006.92 Frits Bolkestein, ‘Een ondernemend Europa’, 21 september 2004.93 Trouw, 7 april 2005; NRC Handelsblad, 6 april 2005.94 ‘Dienstenrichtlijn’; www.europa-nu.nl, 8 juli 2009.95 Eppink, Europese mandarijnen, 117-118; B. van der Velden, De Europese onmacht.Scènes uit de achterkamers (Amsterdam 2005) 170.96 Bolkestein, Grensverkenningen, 246 en 299; zie ook Frits Bolkestein, in samenwerkingmet Derk-Jan Eppink, De grenzen van Europa (Tielt 2004) 22.97 Bolkestein, Grensverkenningen, 290; zie ook euobserver.com, 14 oktober 2004. Opgrond van de positieve aanbevelingen van de Commissie besloot de Europese Raad indecember 2004 dat de onderhandelingen met Ankara in oktober 2005 konden beginnen.98 Bolkestein, Grensverkenningen, 142; idem, De grenzen van Europa, 20.99 Ibidem, 43, 276, 254; zie ook Trouw, 7 november 2003.100 Bolkestein, Grensverkenningen, 300; Trouw, 7 november 2003.101 Bolkestein, Grensverkenningen, 81 en 161.102 Ibidem, 197; Bolkestein, De grenzen van Europa, 22103 Bolkestein, Grensverkenningen, 256; zie ook Eppink, Europese mandarijnen, 257.104

NRC Handelsblad, 21 maart 2001 en 14 juni 2002; Frits Bolkestein, ‘Uittreksels vande Willem van Oranjelezing’, 22 juni 2000, 3.105 Frits Bolkestein, ‘Europa na Nice’. Hofstadlezing, 26 januari 2001, 4. Nederlandseeuroparlementariërs als Lagendijk, Maij-Weggen en Van den Berg vonden al in juni2001 dat hij was ‘bekeerd’; zie Bloemendaal, ‘Geen spat veranderd’, 43.106 Bolkestein, Grensverkenningen, 205-206; idem, De grenzen van Europa, 29.107 Frits Bloemendaal, ‘Frits Bolkestein: “De ontevredenheid over Europa groeit”’,Haagse Post, 13 februari 1996, 6-8, aldaar 7.108 Joost Lagendijk, De Marktmeester van Europa. Vijf jaar Bolkestein in Brussel (Utrecht2004) 8-9.109 Bolkestein, ‘Europa na Nice’, 4; Bolkestein, De grenzen van Europa, 27.110 Bloemendaal, ‘Geen spat veranderd’, 43; zie ook Bolkestein, Grensverkenningen, 174.111 Financial Times, 14 juli 2004.112 Gerard Driehuis en Daan Dijksman, ‘Een goed gesprek’, HP/De Tijd, 14 september1990, 46-49, aldaar 48; Handelsblatt, 20 oktober 2004.113

NRC Handelsblad, 10 mei 2004; M. van Weezel, ‘De rechtsbuiten van Europa’, VrijNederland, 26 juni 2004, 24-28, aldaar 27-28.114 Sheila Sitalsing, ‘Frits heeft het zwaar’, Elsevier, 21 juli 2001, 48-49.115 Dagblad van het Noorden, 22 november 2004.

Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie (1999-2004)

293