stichting technasium · 2017-04-12 · 2012 is gestart met de ontwikke-ling van een programma van...
TRANSCRIPT
1
JAA
RV
ER
SL
AG
20
12/2
013
S t i c h t i n g T e c h n a s i u m
2
J a a r v e r s l a g 2 0 1 2 - 2 0 1 3
1. Onderw
ijs
2. Deskundigheid
3. Kwaliteit
4. Organisatie
1.1 O&O-projecten
1.2 [T]-portfolio
1.3 Examenprogramma O&O
1.4 Samenwerking met hoger
onderwijs
1.5 Kubusschool
1.6 Call for proposal
1.7 Onderzoeken
1.8 Technasium TOP Award
2013
2.1 Scholingsweken
2.2 Evaluatie
2.3 Certificering
2.4 Toekomst
3.1 Beoordelingscriteria
3.2 Reflectie op ontwikkeling
3.3 ‘Critical Friends’
4.1 Bestuur
4.2 Expertisecentrum
technasium
4.3 Participantenraad
4.4 Adviesraad
4.5 Netwerkcoaches
3
5. Netw
erken
6. Financiën
J a a r v e r s l a g 2 0 1 2 - 2 0 1 3
Bijlagen
Netwerken
Cijfers
Samenstelling: Roel Kerkhof
Vormgeving en layout:Ruurd de Boer/DBDdesign
5.1 Nieuwe netwerken
5.2 Convenanten
5.3 Predikaat technasium
5.4 Uit de netwerken
4
5
Het afgelopen
schooljaar 2012
-2013 heeft voor
een groot deel in
het teken gestaan
van het ontwik-
kelen van een nieuwe opzet voor
ons kwaliteitssysteem. Het was
van belang dat we daar samen –
scholen en stichting – een nieuwe
frisse start mee zouden maken.
Het was het speerpunt voor dit
jaar in ons Strategisch Plan. Alle
betrokkenen – scholen, netwerk-
coaches, expertisecentrum en be-
stuur – waren niet meer tevreden
over de werkwijze en de opzet van
het oude systeem.
We zijn er trots op dat we geza-
menlijk een nieuwe invulling van
het kwaliteitssysteem hebben
gerealiseerd. Inhoudelijk is het
accent verschoven naar de kwa-
liteit in de klas en naar de output
van het technasium, aspecten
die voorheen te weinig in beeld
waren. Qua werkwijze hebben de
technasia een veel groter aan-
deel in de systematiek gekregen
in de vorm van peer reviews. De
uitdaging die er voor scholen ligt,
is om daadwerkelijk als kritische
vrienden met elkaar om te gaan.
Dit schooljaar was ook het eerste
jaar waarin de rem op de groei is
gezet om ruimte te scheppen voor
meer inhoudelijke ontwikkeling.
Er zijn twee jonge beleidsmede-
werkers in dienst getreden om
de scholing van het technasium
verder te ontwikkelen. We zien
aan het aantal inschrijvingen voor
de scholingsweken dat er een
blijvende behoefte is om nieuwe
kennis op te doen. Het expertise-
centrum heeft de opgave om voor
de gevorderde O&O-docent nieuw
en passend opleidingsaanbod te
ontwikkelen.
Tot slot noem ik twee bijzondere
ontwikkelingen die dit schooljaar
van start zijn gegaan. Allereerst is
er een begin gemaakt om samen
met het SLO het examenpro-
gramma van O&O te beschrij-
ven. En er is een pilot gestart in
samenwerking met het netwerk
West-Brabant om een nieuwe
rol in de school te ontwikkelen,
de schrijverscoach, die docenten
ondersteunt bij het schrijven van
O&O-projecten. In schooljaar
2013 – 2014 zullen beide ontwik-
kelingen tot een afronding komen.
Onze inspanningen richten zich er
nu en in de komende jaren op om
verankering van het technasium-
onderwijs te krijgen. Daarbij willen
we de kwaliteit waarborgen en
het eigenaarschap van de scholen
vergroten.
Henk Pijlman,
voorzitter Stichting Technasium
Een woord vooraf
6
1 Het hart van het
technasium wordt
gevormd door het
eindexamenvak
Onderzoek en
Ontwerpen (O&O),
dat door het ministerie van OC&W
is erkend als profielkeuzevak in
de profielen Natuur & Techniek en
Natuur & Gezondheid. Denken en
doen worden bij O&O gekoppeld;
waarbij competenties, het opdoen
van levensechte ervaringen en
het toepassen van kennis centraal
staan. Er wordt in kleine groepjes
gewerkt aan echte, praktijkge-
richte opdrachten die zijn gefor-
muleerd vanuit de beroepspraktijk
van hoger opgeleide bèta-technici.
Omvangrijke en complexe projec-
ten dagen leerlingen uit om zelf
op zoek te gaan naar oplossingen.
Daarmee maken leerlingen niet
alleen via theorie maar ook via
interessante praktijkopdrachten
kennis met technische opleidin-
gen en beroepen. Bij het schrijven
van O&O-opdrachten worden de
docenten ondersteund door de re-
dactie van het expertisecentrum
technasium
O n d e r w i j s
7
1.1 O&O-projectenLeerlingen werken in een techna-
siumjaar aan vier O&O-projectop-
drachten. De groei van het aantal
technasia en de actualiteit van
de opdrachten vragen er om dat
de O&O-bibliotheek voortdurend
wordt gemonitord, dat bestaande
O&O-opdrachten worden geactu-
aliseerd en dat nieuwe O&O-pro-
jecten worden geschreven. In het
schooljaar 2012-2013 is een begin
gemaakt met 151 nieuwe projec-
ten. Van 61 daarvan is het proces
van schrijven, testen, bijstellen en
toetsen afgerond. De nieuwe O&O-
projecten zijn opgenomen in de
O&O-bibliotheek, waardoor er in
juli 2013 meer dan 200 O&O-pro-
jecten in de bibliotheek stonden.
Het afgelopen schooljaar is in
overleg tussen het expertisecen-
trum technasium en de technasia
afgesproken om de structurele
achterstand bij de redactie weg
te werken. De wachtlijst van
O&O-projecten in ontwikkeling
is opgeschoond en vervolgens
heeft het expertisecentrum extra
energie gestoken in het redigeren
van O&O-projecten. De reactietijd
van de redactie is daarmee weer
op niveau gebracht.
1.2 [T]-portfolioBinnen het technasium staat het
ontwikkelen van competenties
van de leerlingen centraal. Om de
ontwikkeling van de leerlingen te
monitoren en leerlingen de eigen
ontwikkeling te laten volgen is
gekozen voor het leerlingportfo-
lio. Technasia ontwikkelden daarbij
hun eigen portfoliosystemen of
-modellen. In het voorjaar van
2012 is gestart met de ontwikke-
ling van een Programma van Eisen
voor een leerlingportfolio voor
het technasium, het [T]-portfolio.
Dit past binnen de ambities zoals
die door de Stichting Technasium
zijn geformuleerd in het Strate-
gisch Beleidsplan 2012 – 2016.
Netwerkcoach Evelien Ketelaar
stelde in samenwerking met een
klankbordgroep van zes vertegen-
woordigers (docenten en techna-
toren) uit de diverse netwerken
een advies op aan het experti-
secentrum technasium voor het
Programma van Eisen van het
[T]-portfolio. Het onderzoeksver-
slag is vervolgens qua inhoud ge-
toetst in trainingen tijdens de drie
landelijke scholingsweken. Het
onderzoeksverslag en de discus-
sie die dit opleverde resulteerden
in juli 2013 in de publicatie van de
brochure ‘Het technasium port-
folio, een handreiking om ermee
aan de slag te gaan’. Het biedt
een handreiking voor scholen die
overwegen om een portfolio in te
voeren of die het gebruik ervan
verder willen vormgeven. De bro-
chure biedt handvat¬ten waarmee
de theorie kan worden vertaald
naar de eigen situatie op school en
geeft middels een gestructureerd
stappenplan eenduidige richtlijnen
voor de inrichting en het gebruik
van een portfolio als onderdeel
van de leer- en ontwikkellijn van
het vak O&O.
Het portfolio is niet een
doel op zich, maar een middel om
de ontwikkeling van de leerlingen
inzichtelijk te maken en hen te hel-
pen bij het maken van keuzes. De
docent kan bij de procesbeoorde-
ling de informatie uit het portfolio
gebruiken ter ondersteuning. Het
portfolio wordt daarmee geen
beoordelingsinstrument maar
een middel dat leerlingen richting
geeft voor de eigen ontwikkeling
en ondersteunt bij reflectie. Het
portfolio laat leerlingen verban-
den en ontwik¬keling zien binnen
een leerjaar of zelfs over leerja-
ren heen. Dan ontstaat de grote
leercyclus. Het portfolio moet een
resultaat zijn waar een leerling
trots op is; dit ben ik en dit kan ik.
Ook bij de keuze voor een vervolg-
opleiding is dit waardevol. Het
helpt bij het maken van een goed
onderbouwde keuze.
Evelien Ketelaar, netwerkcoach over het [T]-portfolio
Het technasium
portfolio
Evelien Ketelaar
Een handreiking om ermee aan de slag te gaan
Het technasium portfolio
Waar ben je goed in? Hoe weet je dat? Wat kunnen we vol vertrouwen aan jou
overlaten en wat kunnen we beter aan iemand anders vragen? Welke rol speel je graag
als je in een team werkt?
De technasiumleerling die deze vragen met zelfvertrouwen beantwoordt en die
antwoorden met voorbeelden uit de praktijk kracht bijzet, heeft een grote voorsprong
op de leerling die bij deze vragen met de mond vol tanden staat.
Het verschil tussen die twee leerlingen? Een technasium portfolio dat de eerste
leerling goed bijhoudt.
Evelien Ketelaar schreef deze handreiking, met een gestructureerd stappenplan,
omdat het niet altijd eenvoudig is om met het opzetten van een portfolio te beginnen.
En om leerlingen telkens weer te motiveren om hun portfolio zorgvuldig bij te
houden. Uiteindelijk wordt het echter een gewoonte, die zo automatisch gaat als
twitteren of Facebooken. Met een veel hoger rendement.
Dit is een uitgave van Stichting Technasium
www.technasium.nl
8
1.3 Examenpro-gramma O&OEind 2011 is het technasium
gestart om onder leiding van de
Stichting Leerplanontwikkeling
Nederland (SLO) het examen-
programma van het vak O&O te
beschrijven met daarbij een hand-
reiking voor de bovenbouw en een
leerplan voor de onderbouw. Het
vak O&O is op de eerste technasia
in de schoolpraktijk ontwikkeld,
eerst in de onderbouw en pas
later in de bovenbouw. Inmid-
dels zijn er 26 scholen die een
technasium-leerlijn tot en met het
eindexamen hebben. Nu steeds
meer leerlingen de complete
leerlijn technasium doorlopen
is het noodzakelijk geworden de
ervaringen op papier vast te leg-
gen, onderwijskundig te verant-
woorden en het vak O&O te laten
beschrijven volgens landelijke
standaarden.
Met drie medewerkers van de SLO
hebben twee technatoren, twee
O&O-docenten en de onderwijs-
regisseur van het expertisecen-
trum een werkgroep gevormd
die anderhalf jaar heeft gewerkt
om tot complete concept exa-
menprogramma’s havo en vwo te
komen. Een eerste concept werd
in het najaar van 2012 voorgelegd
aan de netwerken van technasia
en andere deskundigen wat veel
waardevol commentaar ople-
verde en leidde tot belangrijke
aanpassingen in het examenpro-
gramma. Van zowel examenpro-
gramma als handreiking waren
voor de zomervakantie bijna
definitieve versies klaar, die na de
zomervakantie van 2013 worden
afgerond.
1.4 Samenwerking met hoger onder-wijs Het technasium biedt het vak O&O
vanaf de eerste klas op havo en
vwo. In de bovenbouw is het een
profielkeuzevak voor de beide
N-profielen waarmee het een
erkend examenvak is op havo en
atheneum. In het eindexamenjaar
van het technasium wordt het vak
O&O afgesloten met een mees-
terproef. De leerlingen werken in
teamverband aan een opdracht,
maar daarnaast is er ook ruimte
voor individuele verdieping. Op
basis van de eigen interesse
zoeken eindexamenleerlingen als
team aansluiting bij een thema of
opleiding in het hoger onderwijs
en moet tevens een expertdes-
kundige uit het hoger onderwijs
worden gezocht die hen begeleidt.
Leerlingen die afstuderen met
dit vak krijgen naast hun havo- of
atheneumdiploma een speciaal
Technasium Certificaat uitgereikt.
Medebegeleiding en -beoordeling
van het hoger onderwijs is van
groot belang voor de aanslui-
ting van havo/vwo en hbo/wo,
zeker nu steeds meer scholen
met technasiumonderwijs in de
bovenbouw beginnen. Daarom
tracht de Stichting Technasium
om tot meerjarenafspraken te
komen met instellingen voor
9
hoger onderwijs. In convenanten
worden afspraken vastgelegd
rond de begeleiding van examen-
leerlingen die de meesterproef
O&O doen. Op 16 oktober 2013
heeft de Stichting Technasium een
convenant kunnen afsluiten met
Hogeschool Van Hall Larenstein in
Leeuwarden.
1.5 KubusschoolDoor de Stichting Technasium zijn
vorig jaar de eerste stappen gezet
om binnen de onderwijskolom
aansluiting te vinden bij de basis-
school. De drie noordelijke pabo’s
hebben samen met het experti-
secentrum technasium een idee
ontwikkeld voor de zogenaamde
Kubusschool. Het concept van
het technasium vormt daarbij het
uitgangspunt. Via het nog te ont-
wikkelen schoolvak Experimen-
teren moet de Kubusschool zorg
dragen voor een betere aanslui-
ting van het onderwerp techniek
tussen het primair onderwijs en
het voortgezet onderwijs (techna-
sium). Kubusschool is inmiddels
een gedeponeerd merk in bezit
van de Stichting Technasium.
Dit jaar is een haalbaarheidson-
derzoek gestart waarin negen
Noord-Nederlandse basisscholen
in samenwerking met de drie
noordelijke pabo’s van de Noor-
delijk Hogeschool Leeuwarden
(NHL), Hanzehogeschool en
Stenden Hogeschool en met
begeleiding door de Stichting
Technasium samenwerken. De
NHL neemt daarbij de projectad-
ministratie van het haalbaarheids-
onderzoek voor haar rekening.
Het onderzoek duurt twee jaar;
van het schooljaar 2012-2013 tot
en met het schooljaar 2013-2014.
Voor een zo praktisch en effici-
ent mogelijke uitvoering van het
onderzoek zijn vier geledingen
ingericht met ieder een heldere
taak en opdracht.
Planvorming en besluitvorming
vinden plaats tijdens het School-
leidersoverleg, dat vier keer per
schooljaar plaatsvindt. Dan wor-
den onder meer de producten van
de Ontwikkelgroep beoordeeld.
De Ontwikkelgroep is dit school-
jaar acht keer bijeengekomen om
de bouwstenen voor het nieuwe
vak Experimenteren te ontwik-
kelen. In de Experimenteergroep
maken per school één of twee
leerkrachten zich in zeven bijeen-
komsten de nieuwe werkwijze ei-
gen om er in het schooljaar 2013-
2014 op de eigen school mee aan
de slag te gaan. De scholing van
de leerkrachten wordt verzorgd
door de pabo’s. Een Coördinatie-
team bewaakt de voortgang van
het onderzoek. Als eigenaar van
het merk ‘Kubusschool’ beoor-
deelt het bestuur van de Stichting
Technasium tweemaal, telkens
aan het einde van een schooljaar,
of de voortgang van het onder-
zoek voorspoedig verloopt.
10
1.6 Call for propo-sal In december 2012 ontving elke
school een ‘call for proposal’
van de Stichting Technasium.
Scholen konden innovatieve en
experimentele plannen indienen
voor de inrichting en ontwikkeling
van het technasium. Van de zes
voorstellen die werden ingediend
zijn er drie geselecteerd door de
netwerkcoaches. Zij hebben het
bestuur van de Stichting Technasi-
um hierover geadviseerd, waarop
het bestuur dit advies heeft over-
genomen. Het betrof een voor-
lopige toekenning omdat er bij
alle voorstellen nog een nadere
uitwerking van een aantal zaken is
gevraagd. De drie geselecteerde
voorstellen zijn:
Projectformat 2.0: naar meer variatie voor leerling en do-centProposal van het netwerk Overijssel | ingediend door OSG Erasmus Almelo
In de derde klas wordt een
pilot gestart om leerlingen in de
aanloop naar de bovenbouw in
twee O&O-projectperiodes meer
keuzevrijheid te bieden. Dit kan
bijvoorbeeld zijn in de keuze van
de opdrachtgever, de theoretische
diepgang en de tijd waarin het pro-
ject moet worden afgerond. Dit
moet leerlingen beter voorberei-
den op de bovenbouw waarin het
uitvoeren van keuzeprojecten een
elementair onderdeel is.
Model voor (zelf)evaluatie door leerlingenProposal van het netwerk Brabant-West | ingediend door het Newmancollege Breda
Het netwerk gaat een model
ontwikkelen dat kan dienen als
hulpmiddel en handvat voor (zelf)
reflectie door leerlingen. Gecon-
stateerd wordt dat leerlingen
de doorlopende ontwikkeling op
basis van competenties onvol-
doende in beeld hebben en het
lastig vinden om op zichzelf en
medeleerlingen te reflecteren.
Het model moet niet worden
gezien als een instrument met
een bepaalde vorm, maar meer
als een gereedschapskist van
tips en tools als hulpmiddel voor
leerlingen (en daarmee ook voor
docenten).
11
Flexibilisering format O&OProposal van het netwerk Zuidwest-Nederland | inge-diend door RSG ‘t Rijks Bergen op Zoom
Onderzocht wordt in hoeverre het
huidige O&O format te combine-
ren is met onderwijsprogramma’s
zoals TTO en gymnasium. Van-
wege organisatorisch redenen
en een te hoge studielast is dit nu
niet goed mogelijk. De scholen
van het netwerk met een TTO
of gymnasiumstroom gaan een
groep leerlingen uit het eerste
leerjaar selecteren die in het cur-
susjaar 2013-2014 de combinatie
TTO/gymnasium en O&O krijgt
aangeboden. Gekeken wordt of
deze getalenteerde groepen leer-
lingen met een programma van
drie projecten op jaarbasis en een
additioneel aanbod vergelijkbaar
kunnen presteren.
1.7 OnderzoekenIn het schooljaar 2012-2013 is ge-
start met drie onderzoeken waar
het expertisecentrum technasium
in meer of mindere mate bij is
betrokken. De onderzoeksresulta-
ten zullen tijdens een symposium
ter gelegenheid van het tienjarig
bestaan van het technasium in
het voorjaar van 2014 worden
gepresenteerd. Het gaat om de
volgende onderzoeken:
• Frans de Vijlder, lector bij de
Hogeschool Arnhem-Nijmegen
(HAN, lectoraat Goed Bestuur en
Innovatiedynamiek in Maatschap-
pelijke Organisaties) doet een
onderzoek naar hoe de ontwik-
keling en verspreiding van het
technasiumconcept als innovatie
valt te begrijpen en te duiden. Dit
onderzoek wordt met eigen mid-
delen van de Stichting Technasium
bekostigd in het kader van het
tienjarig bestaan van het techna-
sium in schooljaar 2013-2014.
• Rekening houdend met de
wensen van de technasia, de
inzichten uit de wetenschap en
praktische uitvoerbaarheid gaan
onderzoekers Rob Vink en Irma
van der Neut van IVA Onderwijs
voor de Stichting Technasium een
instrumentarium ontwikkelen
waarmee de technasia de effec-
ten van het technasium in kaart
kunnen brengen. Dit onderzoek
wordt uitgevoerd met behulp
van middelen uit het Kortlopend
Onderwijsonderzoek.
• Op verzoek van het netwerk
Brabant-Oost doet Migchiel van
Diggelen van de Eindhoven School
of Education (ESoE) bij de TU/e
onderzoek naar implementatie-
verschillen tussen technasia. Het
onderzoek richt zich op de be-
leidskeuzes die een school maakt
bij de uitvoering van het techna-
siumconcept. Ook dit onderzoek
wordt uitgevoerd met behulp
van middelen uit het Kortlopend
Onderwijsonderzoek.
12
1.8 Technasium TOP Award 2013In samenwerking met Bureau
TOP organiseerde het experti-
secentrum technasium voor de
zesde keer de Technasium TOP
Award, de ontwerpwedstrijd voor
leerlingen uit de tweede klas van
het technasium. Een recordaan-
tal van 3.300 leerlingen van 64
technasiumscholen gingen dit
jaar de strijd met elkaar aan. Via
schoolcompetities en regiofinales
plaatsen de teams met de beste
ontwerpen zich voor de grote
landelijke finale die op 19 en 20
april 2013 werd gehouden bij de
Hogeschool Utrecht. De teams
bedachten dit jaar in opdracht van
Wetsus, hét onderzoeksin¬stituut
voor duurzame
waterbehandelingstechno¬logie in
Nederland, intelligente technische
toepassingen om waterverspil-
ling tegen te gaan. Door nieuws-
berichten en live verslagen van
de wedstrijdvloer via Facebook
en Twitter konden de teams en
hun technische vindingen worden
gevolgd.
Tijdens de regionale voorrondes
werkten de scholenteams hun
ideeën uit op papier. Tijdens de
tweedaagse finale kregen de
teams twaalf uur de tijd een de-
monstratiemodel te bouwen om
deze vervolgens te presenteren
aan een deskundige jury. Na twee
dagen construeren en experimen-
teren kwam het Zernike College
uit Haren als winnaar uit de bus.
13
De jury vroeg zich verwonderd
af waarom het ontwerp voor
de sensortegel voor openbare
douches nog niet bestaat. Het
team ontwierp een douchetegel
waarbij de douche pas aangaat
als er iemand op de tegel staat.
“Groot potentieel door focus op
openbare locaties in plaats van
thuis. Mooi uitgewerkt, en wer-
vend gepresenteerd”, stond onder
meer in het juryrapport te lezen.
De tweede plaats ging naar het
Keizer Karel College uit Amstel-
veen met de Wake-up Sense
Shower, een opvallende vinding
die diverse zintuigen prikkelt van
de nog slaperige ochtendmens.
Het brons ging naar de destillatie-
toren van Pontes Pieter Zeeman
uit Zierikzee. Voor het eerst werd
er ook een publieksprijs uitgereikt.
Ruim 1.500 mensen brachten via
de website van de Technasium
Top Award online hun stem uit
op één van de veertien teams. Na
het tellen van de stemmen bleek
dat RSG ’t Rijks uit Bergen op
Zoom de publiekprijs in de wacht
had gesleept met een slimme
vochtigheidsmeter waarmee
akkerbouwers bij het beregenen
van hun akkers veel water kunnen
besparen. Na afloop werd tevens
de opdrachtgever voor de Techna-
sium Top Award 2013 bekend
gemaakt: de brandweer.
Om inspiratie op te doen
voor de TTA-opdracht hebben we
verschillende bedrijven benaderd
om uit te vinden hoe daar met
waterverspilling werd omgegaan.
Bij zwembad Kardinge in Gro-
ningen bleek 600.000 kubieke
meter water per week te worden
verbruikt, waarbij met name veel
water werd verspild in de dou-
ches. De knoppen van de douches
werken niet altijd, wat soms best
irritant is, en als mensen dan klaar
zijn met douchen blijft de douche
doorstromen. We dachten meteen
aan een sensortegel. We had-
den nog wel wat andere ideetjes,
maar voor ons was dit meteen
het goede: dankzij een druksensor
in de vloertegel gaat de douche
lopen zodra je er op gaat staan
en stopt deze weer wanneer je er
weer afstapt.”
“Tijdens de landelijke finale heb-
ben we gefocust op een goed
eindproduct. Ik vond de tweede
dag zo spannend dat ik tijdens
de presentatie mijn tekst vergat.
Gelukkig nam mijn teamgenote
Anne het goed over. Het was heel
gaaf om te winnen. Ik weet nu nog
niet zo goed wat ik later wil, maar
ik denk wel dat het de technische
kant op gaat. Techniek zit wel bij
ons in de familie. Mijn vader werkt
in de scheepsbouw en we wonen
op een boerderij waar vaak wat
moet gebeuren. Het is leuk om dan
mee te helpen.
Shirin Nijstad won met het team van het Zernike College uit Haren de Technasium Top Award 2013
14
2Docenten vervullen
een cruciale rol
voor de kwaliteit
in de klas. De
didactiek van On-
derzoeken & Ont-
werpen (O&O) is wezenlijk anders
dan in het reguliere onderwijs. Het
expertisecentrum biedt scholing
aan die vakdocenten en technische
onderwijsassistenten (toa) onder-
steunen bij het ontwikkelen van
deze nieuwe rol voor O&O. Docen-
ten kunnen het certificaat voor
O&O-docent halen en toa’s het
certificaat voor O&O-assistent.
Daarnaast staan er diverse ver-
bredende en verdiepende trainin-
gen op het scholingsprogramma.
Netwerken organiseren bovendien
op eigen initiatief netwerk(mid)
dagen waarin uitwisseling tussen
scholen en deskundigheidsbevor-
dering plaatsvindt.
2.1 Scholings-wekenIn het schooljaar 2012-2013 zijn
drie landelijke scholingsweken
georganiseerd. Het aanbod van
de scholingsweek bestond uit de
certificaattrainingen voor docen-
ten en toa’s en verbredende en
verdiepende trainingen, bijvoor-
beeld ‘creatieve denktechnieken’
en ‘ontwerpen’. Het aanbod van
de trainingen werd bijgesteld en
mede bepaald op basis van wen-
sen uit de regionale netwerken en
reacties van deelnemers tijdens
de scholingsweken. Nieuw in de
scholingsweken was een speciale
training voor schoolleiders. Daar-
naast is het expertisecentrum ook
de serie ‘Beroep in Beeld’ gestart.
Met deze serie worden minder
bekende technische beroepen ge-
presenteerd en doen deelnemers
inhoudelijke en technische kennis
op die bij dit beroep van toepas-
sing is.
In het schooljaar 2012-2013 heb-
ben de volgende scholingsweken
plaatsgevonden:
• Zuid: 24-28 september 2012
Huize Bergen in Vught
Netwerken: Zuidwest Nederland,
West-Brabant, Brabant-Oost,
Zuidoost Nederland, Rijnmond
Aantal deelnemers 169
• Midden: 26-30 november 2012
Kontakt der Kontinenten in Soes-
terberg
Netwerken: Midden-Nederland,
Randstad-Noord, Flevoland, Zuid-
Holland, Rivierenland
Aantal deelnemers 176
• Noord: 11 -15 maart 2013,
Buitengoed Fredeshiem in Steen-
wijk
Netwerken: Groningen, Friesland,
Drenthe, Overijssel
Aantal deelnemers 165
Het aantal deelnemers aan de
scholingsweken steeg ten op-
D e s k u n d i g h e i d
15
zichte van het voorgaande jaar,
van 486 naar 510. Het expertise-
centrum zal het komende school-
jaar inzetten op een gevarieerd
aanbod, ook voor docenten die al
een aantal jaren meedraaien op
het technasium.
2.2 EvaluatieNet als in de voorgaande jaren zijn
de trainingen in de scholingswe-
ken door de deelnemers geëvalu-
eerd. Het totaalbeeld is onveran-
derd goed.
Het eindoordeel voor de trainin-
gen was gemiddeld 7,2 (Zuid), 7,9
(Midden) en 7,8 (Noord).
De inhoud van de trainingen
scoorde respectievelijk 7,2 (Zuid),
8,0 (Midden) en 7,8 (Noord). De
trainers scoorden gemiddeld 7,8
(Zuid), 8,3 (Midden) en 8,3 (Noord).
De bruikbaarheid van de trainin-
gen scoorde gemiddeld 7,2 (Zuid),
8,0 (Midden) en 7,8 (Noord).
De evaluaties zijn met de trainers
besproken en waar nodig is een
training aangepast. De deelne-
mers toonden zich net als het
voorgaande jaar tevreden over de
organisatie van de scholingsweek:
gemiddeld een 7,8 (Zuid), 8,1 (Mid-
den) en 8,0 (Noord).
2.3 CertificeringHet behalen van het certificaat
voor de O&O-docent is verplicht
voor de docenten die O&O geven.
Het scholingsprogramma dat
hiervoor is ontwikkeld wordt in
zes onderdelen (trainingen) aan-
geboden in de scholingsweken.
Docenten die zich in een nieuw
netwerk voorbereiden op het
technasium krijgen deze trainin-
gen aangeboden in de voorberei-
dingsperiode. Deze staat los van
de scholingsweken. In juni 2013
waren er 316 O&O-docenten en
50 O&O-assistenten gecertifi-
ceerd. Dit is een toename van 60
O&O-docenten en 16 O&O-assis-
tenten ten opzichte van juni 2012.
Daarnaast hebben, evenals de
twee voorgaande jaren, een
aantal studenten van de leraren-
master aan drie technische uni-
versiteiten – Universiteit Twente,
Technische Universiteit Eindhoven
en Technische Universiteit Delft –
de mogelijkheid gekregen tijdens
hun opleiding het O&O-certificaat
van de Stichting Technasium te
behalen. Acht studenten hebben
het O&O-certificaat behaald.
2.4 ToekomstHet technasium bestaat komend
schooljaar tien jaar. In deze perio-
de hebben diverse O&O-docenten
veel ervaring en kennis opgedaan
met het geven van de lessen O&O.
De Stichting Technasium wil deze
kennis en ervaring inzetten ten
behoeve van de gehele commu-
nity. Het komende jaar willen we
een zestal ervaren O&O-docenten
opleiden tot Technasium Trainer,
waarbij zij geaccrediteerd worden
om een training uit het certifice-
ringstraject te verzorgen. Het is
één van de manieren waarop de
Stichting Technasium het komen-
de jaar wil investeren in mensen,
opleiding, samenwerking en ken-
nisdeling.
16
3Het schooljaar
2012-2013 was
een belangrijk jaar
voor de Stichting
Technasium. Met
83 technasia in
zeventien netwerken verspreid
over heel Nederland – waarmee
een landelijke dekking is gereali-
seerd - is besloten voorlopig een
stop te zetten op de toetreding
van nieuwe technasia en te focus-
sen op kwaliteitszorg. Dit heeft
geresulteerd in de herziening van
de kwaliteitssystematiek. De in-
voering van de nieuwe kwaliteits-
systematiek moet leiden tot een
evenwichtiger beoordeling, meer
eigenaarschap bij de scholen met
betrekking tot de kwaliteit in de
netwerken alsmede een helder
beoordelingskader en waarde-
vol ontwikkelinstrument voor
scholen.
Vanaf de start van het techna-
sium pasten reviews en audits
binnen de ontwikkeling die de
Stichting Technasium met de
scholen wilde doorlopen. De laat-
ste jaren groeide echter bij zowel
de Stichting Technasium als bij
de scholen ontevredenheid over
de gehanteerde beoordelings-
systematiek. Bij het opstellen van
het Strategisch Plan 2012-2016
werd het door de scholen als één
van de belangrijkste thema’s voor
nieuw beleid aangemerkt. Om alle
aandacht te kunnen geven aan
de herziening van de kwaliteits-
systematiek en het schooljaar
2013-2014 met een schone lei te
kunnen beginnen, zijn vanaf 1 ja-
nuari 2013 alle geplande reviews
en adviesgesprekken opgeschort.
In de eerste twee bijeenkomsten
van de dit schooljaar ingestelde
Adviesraad stond de kwaliteits-
zorg centraal.
3.1 Beoordelings-criteriaHet belangrijkste pijnpunt vormde
de audit. Deze werd als te veel
beoordelingsgericht en te weinig
als ontwikkelingsgericht gezien.
Tevens werden de twintig beoor-
delingscriteria niet meer allemaal
als even belangrijk ervaren. Som-
mige criteria werden inmiddels
als triviaal beschouwd, terwijl
aspecten die van belang zijn voor
de kwaliteit van het onderwijs –
zoals de kwaliteit in de klas en
in- en uitstroom – buiten beschou-
wing bleven. Andere aandachts-
gebieden vormden onduidelijkheid
over het verbetertraject en de
gedeelde verantwoordelijkheid
voor de kwaliteitszorg binnen de
netwerken. Dit werd te veel als
een proces tussen bestuur en
scholen gezien.
In de aanpak is veel veranderd.
Het aantal beoordelingscriteria is
teruggebracht naar twaalf. Input,
primair proces, ondersteunend
K w a l i t e i t
17
proces en output worden elk op
drie criteria beoordeeld. Scholen
worden één keer per vier jaar
geaudit door een auditteam be-
staande uit één externe auditor en
twee vertegenwoordigers uit een
collegiaal technasiumnetwerk. Bij
een onvoldoende beoordeling op
een aantal criteria krijgen scholen
twee jaar de tijd om deze pun-
ten te herstellen. Indien het om
kleine verbeteringen gaat worden
scholen daarbij ondersteund door
collega’s uit het eigen netwerk, bij
grotere aanpassingen gaat dit in
samenwerking met het expertise-
centrum technasium.
3.2 Reflectie op ontwikkelingNaast deze beoordelingsgerichte
criteria kijkt het auditteam ook
ontwikkelingsgericht naar het
technasium op de school. Dit
gebeurt op drie punten. Aller-
eerst het algemene beeld van
het ontwikkelingsniveau, dat is
gebaseerd op ontwikkelingsfasen
in het INK-model. Het laat zien
wat de sterke punten zijn en helpt
organisaties te focussen op de
gebieden waar verbeteringen ge-
wenst en mogelijk zijn. Ten tweede
zullen bijzondere prestaties van
de school benoemd worden en
tot slot zal het auditteam kijken
of - naast de criteria - nog andere
aanbevelingen voor verbetering
kunnen worden gegeven.
Voor de uitvoering van de audits
zijn na een eerste selectieronde
twee bureaus kandidaat. Gekeken
zal worden welk bureau het best
bij het technasium past, welke
beoordelingsschaal het meest
geschikt is en of het auditteam
kan werken met de ontwikke-
lingsniveaus die zijn afgeleid van
het INK-model. In het schooljaar
2013-2014 zal de eerste proefau-
dit worden uitgevoerd.
3.3 ‘Critical Friends’In de jaren tussen de audits vindt
één adviesgesprek plaats met on-
derwijsregisseur Boris Wanders
en de netwerkcoach. De overige
jaren gaan de netwerken zichzelf
monitoren volgens het principe
van ‘critical friends’, waarbij col-
lega’s uit het netwerk kritisch en
opbouwend feedback geven. De
netwerken krijgen de vrijheid om
hier zelf invulling aan te geven.
Door de combinatie van
criteria en reflectie op ontwikke-
ling wordt predikaatverlenging
meer dan een lijstje afvinken. Deze
aanpak biedt het bestuur een
rijk verslag om een afgewogen
beslissing te kunnen nemen over
predikaatverlenging en scholen
hebben hiermee een instrument
om hun ontwikkeling verder vorm
te geven.
Monitoring volgens het
principe van ‘critical friends’ houdt
in dat er eigen verantwoordelijk-
heid bij de netwerken komt te lig-
gen. Het betekent ook dat scholen
tijdens de audit niet voor een
verassing mogen komen te staan.
Bij onvoldoende prestaties moet
hier al over gesproken zijn met
collega-scholen uit het netwerk.
We kiezen voor een
intersubjectieve beoordeling bij
het technasium, het oordeel is
geobjectiveerd doordat meerdere
personen hun subjectieve kijk
geven op de prestaties van de
school. Dit sluit aan bij het techna-
siumonderwijs. Ook het vak O&O
wordt op deze wijze beoordeeld.
Dit is wat we docenten leren om in
de klas toe te passen. En we willen
consistent zijn. Wat we in de klas
willen, trekken we door naar de
hele organisatie.
Judith Lechner, directeur Stichting Technasium over de nieuwe kwali-teitssystematiek
18
4I
n juni 2013 hadden 83 scho-
len het predikaat technasium.
Daarmee is voorlopig het maxi-
mum aantal scholen bereikt.
Er is tijdelijk een stop ingesteld
voor nieuwe scholen om
technasium te kunnen worden.
Van scholen die aangeven techna-
sium te willen worden, wordt
de belangstelling geregistreerd.
De rem op het aantal technasia
maakt tijd vrij voor inhoudelijke
ontwikkeling. De groei van het
aantal technasia in de afgelopen
jaren heeft namelijk een herover-
weging op verschillende terreinen
noodzakelijk gemaakt, bijvoor-
beeld ten aanzien van scholing,
kwaliteitszorg en ondersteuning
door het expertisecentrum
technasium. Er zijn inmiddels ver-
schillende stappen genomen om
de organisatie aan te passen aan
de groei en om de kwaliteit hoog
te houden.
O r g a n i s a t i e
19
4.1 BestuurHet bestuur van de Stichting
Technasium bestaat uit vijf leden.
Er deden zich in het schooljaar
2012 – 2013 geen wijzigingen voor
in de bestuurssamenstelling. Het
bestuur bestond uit:
• Henk Pijlman, voorzitter
voorzitter van het College van
Bestuur van de Hanzehoge-
school Groningen
• Jan van Driel, secretaris
hoogleraar bètadidactiek en
directeur ICLON bij de
Universiteit Leiden
• Hergen Datema, penning-
meester
organisatieadviseur bij
Artefaction
• Sietske Waslander, bestuurslid
hoogleraar sociologie bij
TiasNimbas
• Erna Scholtes, vice-voorzitter
bestuursadviseur bij Twynstra
Gudde
4.2 Expertisecen-trum technasiumDe Stichting Technasium is een
netwerkorganisatie waarbinnen
het expertisecentrum technasium
zorgt voor de landelijk coördina-
tie. Het ondersteunt scholen bij de
invoering van het technasium en
ontwikkelt (samen met de scho-
len) en bewaakt de formule van
het technasium. Marieke Rinket is
gestopt als adviseur om fulltime
als netwerkcoach aan de slag te
gaan. Om het belang van goed op-
geleide docenten te onderstrepen
zijn op parttime basis twee mede-
werkers Opleiding en Ontwikkeling
aangesteld: Janine van der Kooi en
Ammerens Menage. De bezetting
van het expertisecentrum in het
schooljaar 2012 -2013 was:
• Judith Lechner,
directeur
• Boris Wanders,
onderwijsregisseur
• Mirjam Steenbergen,
scholingscoördinator
• Janine van der Kooi,
medewerker Opleiding en
Ontwikkeling
• Ammerens Menage,
medewerker Opleiding en
Ontwikkeling
• Marjolein Sinclair,
bureaumedewerker
Daarnaast werken er twee free-
lance redacteuren op parttime
basis voor het expertisecentrum.
4.3 Participanten-raadHet bestuur van de Stichting
Technasium en de schoolleiders
van de technasia (de Participan-
tenraad) ontmoeten elkaar één
keer per jaar om met elkaar
van gedachten te wisselen over
cruciale strategische onderwer-
pen. De Christelijke Agrarische
Hogeschool Vilentum in Dronten
was op 23 maart 2013 de gast-
heer voor de jaarlijkse Partici-
pantenraad. Het belangrijkste
gespreksonderwerp vormde de
nieuwe opzet van de kwaliteits-
systematiek.
Judith Lechner, directeur van de
20
Stichting Technasium en stich-
tingsvoorzitter Henk Pijlman
gaven de 52 aanwezigen een
uitgebreide presentatie over de
systematiek en benoemden de
overgebleven discussiepunten.
Ook zijn de drie geselecteerde
‘proposals’ gepresenteerd en de
eerste ervaringen met de Advies-
raad besproken.
4.4 AdviesraadAfgelopen schooljaar is de nieuw
ingestelde Adviesraad twee keer
voor overleg met het bestuur van
de Stichting Technasium bijeen-
gekomen. De Adviesraad is op
verzoek van de scholen ingesteld
om de scholen dichter bij het be-
stuur te brengen en bestaat uit de
voorzitters van de netwerken, het
bestuur van de Stichting Techna-
sium, twee netwerkcoaches en
de directie van het expertisecen-
trum. In de Adviesraad wordt
nieuw beleid besproken en input
gegeven voor nieuw beleid. De
eerste bijeenkomst was op 8
oktober 2012. De tweede bijeen-
komst was op 6 februari 2013.
De Adviesraad heeft onder meer
een rol gespeeld bij het tot stand
komen van de nieuwe kwaliteits-
systematiek.
4.5 Netwerkcoa-chesDe stichting werkt met een klein
expertisecentrum en met zeven-
tien netwerken die zichzelf orga-
niseren en hun eigen samenwer-
kingsverbanden ontwikkelen met
bedrijfsleven, hoger onderwijs,
overheden en instellingen. Daarin
speelt de netwerkcoach de rol van
spin in het web. De netwerkcoach
ondersteunt de technasia in het
netwerk en is intermediair tussen
het netwerk en het expertisecen-
trum technasium. Elke zes weken
hebben de netwerkcoaches geza-
menlijk overleg met het experti-
secentrum. Dan vindt uitwisseling
en afstemming plaats en worden
inhoudelijke thema’s verkend.
Tjarda Mulder is met ingang van 1
januari 2013 gestopt als netwerk-
coach. Paul Toonen kwam daar-
voor in de plaats. In het schooljaar
2012-2013 waren de volgende
netwerkcoaches actief:
• Martha Hoebens – netwer-
ken Brabant-Oost, Zuid-Oost
Nederland en Limburg (in
voorbereiding)
• Geke Hooge – netwerken Dren-
the, Friesland en Groningen
• Evelien Ketelaar – netwerken
West-Brabant en Zuid-West
Nederland
• Tjarda Mulder/Paul Toonen
– netwerken Zuid-Holland,
Rijnmond en Rijnland (in voor-
bereiding)
• Marieke Rinket - netwerk Over-
ijssel, Rivierenland en Gelder-
land (in voorbereiding)
• Gerrit Visscher – netwerken
Flevoland, Midden-Nederland
en Randstad-Noord
De Adviesraad is inge-
steld om scholen meer eigenaar-
schap te geven voor de ontwikke-
ling van het technasium en tijdig
thema’s die bij scholen, binnen
netwerken of op landelijk niveau
leven bespreekbaar te maken.
Dat heeft in het eerste jaar meteen
meerwaarde gehad. Zo heeft het
er toe geleid dat bij de herziening
van de kwaliteitssystematiek ook
nadrukkelijk is gekeken naar de
binnenkant, het primaire proces,
omdat we als scholen vinden dat
we vooral daarmee kunnen laten
zien hoe wij ons ontwikkelen. De
eerste bijeenkomsten hebben de
scholen het gevoel gegeven seri-
eus te worden genomen en
dat er kansen zijn om mee te
denken over de verdere ontwikke-
ling van het technasium. Tevens
hebben ze laten zien dat door
samen te werken en de kracht
van de scholen te gebruiken zowel
de Stichting Technasium als de
scholen daar hun voordeel mee
kunnen doen.
Jeroen Kwaaitaal, schoolleider Cals College Nieuwegein over de Advies-raad
21
22
5T
echnasia zijn
georganiseerd in
netwerken waarin
de scholen samen
aan de invoering
en ontwikkeling
van een kwalitatief hoogwaardig
technasium werken en contac-
ten worden onderhouden met
bedrijven en hoger onderwijs in de
eigen regio. De netwerken worden
begeleid en ondersteund door een
netwerkcoach en het expertise-
centrum technasium.
5.1 Nieuwe net-werkenIn het schooljaar 2012-13 hebben
drie nieuwe netwerken het voor-
bereidende jaar doorlopen. Dit zijn
de netwerken Gelderland, Rijnland
en Limburg.
5.2 ConvenantenDe drie netwerken hebben in de
loop van het schooljaar een con-
venant gesloten met de Stichting
Technasium. Op 21 november
2012 kwamen in museum Na-
turalis in Leiden de scholen van
het netwerk Rijnland bijeen om
het convenant te ondertekenen.
De scholen uit dit netwerk zijn:
Antoniuscollege in Gouda, Da Vinci
College Kagerstraat in Leiden,
Groene Hart Lyceum in Alphen
aan den Rijn en Maris College in
Den Haag.
De scholen uit het netwerk Gel-
derland verzamelden zich op 11 ja-
nuari 2013 bij DRU-Cultuurfabriek
in Ulft voor de ondertekening
van het convenant. Het netwerk
bestaat uit: Almende College, lo-
catie Isala in Silvolde, CC Schaers-
voorde in Aalten, Ulenhofcollege
in Doetinchem en Veluws College
Walterbosch in Apeldoorn.
Het Continium in Kerkrade was
op 23 januari 2013 de gastheer
voor de ondertekening van het
convenant met de scholen uit het
netwerk Limburg. Dit netwerk
bestaat uit: Bernardinuscollege
in Heerlen, Graaf Huyn College in
Geleen en Sophianum in Gulpen.
5.3 Predikaat technasiumIn juni 2013 hebben de elf scho-
len uit de netwerken Gelderland,
Rijnland en Limburg het predi-
kaat technasium verkregen. Drie
N e t w e r k e n
23
scholen hebben besloten om met
de invoering van het technasium
te stoppen: ISG Arcus uit Lelystad,
Jan Tinbergen College uit Roosen-
daal en CSG Willem de Zwijger uit
Schoonhoven. Na een uitstappro-
cedure hebben zij het predikaat
teruggegeven. Daardoor waren er
in juni 2013 in totaal 83 technasia
verdeeld over zeventien netwer-
ken. Hier blijft het voorlopig bij. Na
jaren van groei willen de Stichting
Technasium en de technasia zich
de komende tijd richten op inhou-
delijke ontwikkeling en een ver-
dere verbetering van de kwaliteit.
5.4 Uit de netwer-kenDe netwerken stellen elk jaar
schooljaar een jaarplan op waarin
de activiteiten en ontwikkelingen
binnen het netwerk zijn opgeno-
men. Geheel in overeenstemming
met wat in het Strategisch Plan
2012-2016 is vastgelegd is daarbij
een redelijke mate van vrijheid
om dit binnen de formule van het
technasium naar eigen inzicht
in te vullen en eigen initiatieven
te ontplooien. De bloemlezing
van activiteiten en initiatieven uit
de netwerken die hierna volgt
vormt een weerspiegeling van de
ontwikkeling die het technasium
op regionaal en landelijk niveau
doormaakt.
Netwerk Brabant-OostVierde en vijfde klas leerlingen
van de zes technasiumscholen
van het netwerk Brabant-Oost
hebben op 21 februari 2013 suc-
cesvol kunnen netwerken tijdens
de derde netwerkbijeenkomst
van het netwerk. De bijeenkomst
werd gehouden in het Evoluon
in Eindhoven, waar de leerlingen
op zoek konden gaan naar een
geschikte opdrachtgever voor hun
keuzeprojecten. De leerlingen van
havo en vwo 4, die startten aan
hun eerste keuzeproject werden
daarbij gecoacht door de vwo 5
leerlingen die voor hun derde keu-
zeproject stonden. Iedere school
uit het netwerk had diverse
bedrijven uitgenodigd waarmee
de leerlingen in contact konden
treden.
Door een samenwerking met
Brainport Industries waren er op
de dag meer dan 35 bedrijven en
drie instellingen van het hoger
onderwijs in de regio aanwezig
om de 170 leerlingen te woord
te staan. Verschillende bedrij-
ven hadden een stand in de hal
van het Evoluon en waren op die
manier makkelijk te vinden door
de leerlingen. De middag werd
geopend door verschillende spre-
kers waaronder studenten van
het University Racing Team van
de TU/e – met een echte racewa-
gen -, directeur Judith Lechner,
John Blankendaal van Brainport
Industries en Patric Vrankx van
Kuijpers installatietechniek. Het
netwerken van de leerlingen
wierp daarna zijn vruchten af; er
werden mogelijke opdrachtgevers
gevonden en in enkele gevallen
werden diezelfde middag al con-
crete afspraken gemaakt.
Netwerk DrentheDe discussie over de herziening
van de kwaliteitssystematiek bin-
nen het technasium in het school-
jaar 2012-2013 heeft binnen het
netwerk Drenthe stimulerend
gewerkt om een kwaliteitsslag
te gaan maken. Er werden tal
van activiteiten ontplooid om
de kwaliteit van het onderwijs
te verbeteren. Eén daarvan is
het gebruik van POP-ster door
de Drentse technasiumscholen.
Deze online applicatie om op
een betrouwbare en eenvoudige
wijze leerprocessen te beoor-
delen en te sturen werd mede
ontwikkeld door Richard Gerding,
locatiemanager en technator van
het Dr. Nassau College in Norg.
POP-ster voorziet in de behoefte
om moeilijk meetbare aspecten
van het leerproces zoals compe-
tenties, attitudes en leervaardig-
heden vast te kunnen leggen en
beoordelen, bijvoorbeeld in een te
ontwikkelen portfolio.
De POP-ster is bij uitstek geschikt
voor onderwijsvormen die per-
soonlijke ontwikkeling hoog in het
vaandel hebben staan, zoals het
technasium. Het is een intuïtief in-
strument waardoor alle aandacht
uit kan gaan naar het persoonlijke
24
ontwikkelingsproces van de leer-
ling die daardoor heel eenvoudig
kan worden beoordeeld. Door
de verschillende sterpunten, die
een competentie, leervaardig-
heid of attitude verbeelden, te
laten staan op een lengte met de
gedragsomschrijving die het best
past bij een leerling, wordt inzicht
verkregen in zijn of haar ontwikke-
lingsproces. De POP-ster visua-
liseert de persoonlijkheid van de
beoordeelde en geeft docenten
richting bij de evaluatie en sturing
van ontwikkelingsprocessen.
Netwerk FlevolandIn het schooljaar 2012-2013 zijn
de eerste stappen gezet om het
convenant dat een schooljaar
eerder was afgesloten met de
Christelijke Agrarische Hoge-
school (CAH) Vilentum in Dronten
in de praktijk vorm te geven. De
samenwerking vloeit voort uit een
onderzoek naar de haalbaarheid
van groene thema’s binnen het
technasiumonderwijs. In de pro-
vincie Flevoland is de agrarische
sector heel groot en zijn er tal
van grote, innovatieve bedrijven
die voortdurend op zoek zijn naar
nieuwe technologieën om de pro-
ductie te optimaliseren. Doel is te
komen tot een soepele overgang
van het voortgezet onderwijs
naar het hoger onderwijs, waarbij
een doorgaande competentieleer-
lijn van de technasia naar de CAH
wordt bewerkstelligd.
In dat kader hebben alle derde
klas leerlingen van de vijf net-
werkscholen in Flevoland deelge-
nomen aan het project biovergis-
ter in opdracht van de CAH. Veel
aardappelen, groente, fruit en
andere gewassen komt uit Flevo-
land. Er blijven echter ook grote
hoeveelheden organisch afval
over, zoals stro, onverkoopbare
uien of tulpenbladeren. De vraag
voor de leerlingen was in hoever-
re deze afvalstoffen geschikt zijn
om energie te leveren. De leer-
lingen moesten een eenvoudige
biovergister bouwen en daarmee
testen uitvoeren met verschil-
lende organische restmaterialen.
Uiteindelijk werden de resultaten
van deze experimenten op de CAH
gepresenteerd.
Netwerk FrieslandHet technasiumnetwerk Friesland
is trots op de goede samenwer-
king met de hogescholen in de
provincie. Zo vormde de Noordelij-
ke Hogeschool Leeuwarden (NHL)
voor het tweede opeenvolgende
jaar het bijzondere decor voor de
regiofinale van Technasium Top
Award. Onder het toeziend oog
van een groot aantal studenten en
docenten van de NHL en direc-
teur Techniek van de NHL Hans
Drijfholt, die plaats had genomen
in de jury, streden zes regiofina-
listen om een plekje in de landelijk
finale. Vooral de markt waar de
leerlingen zich presenteerden was
een groot succes.
Naast de samenwerkingsovereen-
komst met de NHL heeft het net-
werk Friesland dit schooljaar ook
afspraken kunnen maken met de
hogeschool Van Hall Larenstein
(VHL) over het begeleiden van
eindexamenleerlingen uit havo 5
en vwo 6 bij het uitvoeren van hun
meesterproef voor het technasi-
umvak Onderzoek en Ontwerpen
(O&O). Met de beide hogescholen
is een procedure afgesproken
voor de meesterproef. In het
schooljaar 2013-2014 worden de
details nader ingevuld en zal op
CSG Bogerman in Sneek een pilot
worden gedraaid om de concept-
procedure te checken.
25
Netwerk GroningenBinnen één van de oudste techna-
siumnetwerken, het netwerk
Groningen, heeft O&O een van-
zelfsprekende plaats gekregen.
De focus ligt daarom vooral op
consolidering en aanscherping
van de kwaliteit, in het bijzonder
met betrekking tot de meester-
proef. Technator Willy Reinalda
van het Praedinius Gymnasium in
Groningen is betrokken geweest
bij het beschrijven van de eindter-
men samen met SLO. Het netwerk
Groningen is daarbij regelmatig
gebruikt als klankbordgroep.
Hierdoor ontstond ook binnen
de scholen een discussie over de
kwaliteit van de meesterproeven.
Na elke bijeenkomst van de
eindtermencommissie is gedis-
cussieerd over de nieuwe ont-
wikkelingen. De uitkomsten van
de discussie werden vervolgens
meegenomen naar de volgende
bijeenkomst. Het concept werd in
het najaar van 2012 voorgelegd
aan de netwerken van technasia
en andere deskundigen. Ook dit
is – na de nodige discussie – weer
vanuit het netwerk Groningen van
commentaar voorzien. Op basis
hiervan en alle andere opmerkin-
gen van de andere netwerken en
belanghebbenden, zijn de eindter-
men aangescherpt/aangepast.
Verder is de input geleverd voor
de meersterproef en de keuzeo-
pdrachten in het voorlaatste jaar
verwerkt in de handreiking voor
O&O.
Netwerk Midden-NederlandIn het schooljaar 2012-2013 heeft
het netwerk Midden-Nederland
een folder samengesteld met
de doorstroomgegevens van
leerlingen die na de meesterproef
de school hebben verlaten. Doel
is inzicht te krijgen in hoeveel
technasiumleerlingen kiezen voor
een bètastudie. De folder werd
gebruikt tijdens de open dagen
van de vijf netwerkscholen en
verstuurd naar bedrijven en hoger
onderwijs. Uit de inventarisatie,
waarvoor gebruik is gemaakt van
gegevens uit 2011 en 2012, blijkt
dat een overgroot deel van 165
leerlingen die Onderzoek & Ont-
werpen (O&O) als examenvak had
gevolgd kiest voor een vervolgop-
leiding in bèta en techniek.
Uitgaande van de zeven werel-
den van bèta en techniek die het
Platform Bèta Techniek onder-
scheidt blijkt dat liefst 85% van
de vwo-leerlingen een bètastudie
is gaan volgen. Voor de universi-
taire studierichtingen is dit zelfs
90%. Van de havoleerlingen kiest
76% voor een bètavervolgstudie.
Industrieel ontwerpen, genees-
kunde, bouwkunde en civiele
techniek waren de meest gekozen
studierichtingen. De vwo-leerlin-
gen verspreidden zich voor hun
vervolgstudie over het hele land,
terwijl havoleerlingen vooral hbo-
instellingen in de regio uitkozen.
Tot slot werd duidelijk dat het
technasium steeds meer meisjes
stimuleert voor techniek te kie-
zen. Het netwerk wil de komende
jaren doorgaan met de folder en
jaarlijks de nieuwe uitstroomge-
gevens toevoegen.
26
Netwerk OverijsselVijf leerlingen vwo 4 van het
Bonhoeffer College in Enschede
hebben in het voorjaar van 2013
succesvol deelgenomen aan INE-
SPO (International Environment &
Sustainability Project Olympiad),
de duurzaamheidsolympiade
die jaarlijks in Nederland wordt
gehouden. INESPO wil leerlingen
uitdagen praktisch na te denken
en onderzoeksvaardigheden te
ontwikkelen. Circa dertig Neder-
landse scholen en 47 landen wa-
ren dit jaar vertegenwoordigd. Na
de landelijke ronde in Amsterdam
in april stroomden acht scholen
door naar de internationale ronde
in juni in Middelburg.
Door hier derde te worden moch-
ten de leerlingen van het Bon-
hoeffer College in oktober 2013
afreizen naar Novo Hamburgo in
Brazilië om tijdens MOSTRATEC
hun project nog eens te pre-
senteren op een vergelijkbare
olympiade. Met het project de The
Friendly Battery hadden Enneke
Hassink, Sophie Kooij, Frédérique
van Gameren, Brenda Bohlmeijer
en Liza Blekkink een milieuvrien-
delijke manier bedacht voor het
opslaan van zonne-energie uit
zonnepanelen in gebieden waar de
levering van elektriciteit het nog
wel eens laat afweten.
Netwerk Randstad-NoordOp 27 november 2012 hebben de
vijf netwerkscholen in Randstad-
Noord de handen ineen geslagen
en een groots symposium geor-
ganiseerd in het hoofdkantoor van
de Koninklijke Nederlandse Akade-
mie voor Wetenschappen (KNAW),
Het Trippenhuis in Amsterdam.
Doel was om bedrijven en hoger
onderwijs kennis te laten maken
met het technasiumonderwijs.
Het symposium bood tevens de
gelegenheid contacten te leggen
met universiteiten en hogescho-
len voor expertbegeleiding van de
meesterproef. Met driehonderd
bezoekers was dit evenement een
groot succes en zijn belangrijke
contacten gelegd met partners
voor het technasiumonderwijs.
De bijeenkomst begon met een
lezing over ‘Leren 2.0’ van Bas
Haring, bijzonder hoogleraar
‘publiek begrip van wetenschap’
aan de Universiteit Leiden en initi-
ator van het masterprogramma
Media Technology. Voorts werd
een film getoond waarbij alle
netwerkscholen aan bod kwa-
men en verschillende jaarlagen
van het technasium werden
getoond. Twee leerlingen die al
een technasiumcertificaat hebben
presenteerden hun meesterproef.
Professor Peter Sterk, onderzoe-
ker van het Academisch Medisch
Centrum (AMC) in Amsterdam,
begeleider van deze meester-
proef over de e-nose, sloot de
middag af met een lezing over de
complexiteit van het menselijk
lichaam.
Netwerk RijnmondDe vijf scholen binnen het netwerk
Rijmond mochten dit jaar voor
het eerst officieel het predikaat
technasium voeren. De schooldi-
recties hebben in goede harmonie
samengewerkt om vanuit een
gezamenlijke ambitie het techna-
sium in de regio een gezicht te
geven. Elke school heeft op eigen
wijze de publiciteit gezocht om
als technasiumschool bekend
te worden en door technatoren
en O&O-docenten is met veel
enthousiasme en inzet gewerkt
om het vak goed op de kaart te
zetten. De technatoren zijn druk
bezig geweest met het opbouwen
of inrichten van de technasium-
werkplaats en andere facilitaire
voorzieningen en er is veel energie
gestoken in het binnenhalen,
beschrijven en laten valideren
van O&O-opdrachten. De scholen
hadden daarbij weinig moeite een
divers palet aan opdrachten uit
het bedrijfsleven en de (semi-)
publieke sector binnen te halen. In
2013 is gezamenlijk een bedrijven-
folder gemaakt die bij contacten
met potentiële opdrachtgevers
gebruikt kan worden.
Het netwerk is onder de naam ho/
vo-project tevens een samen-
werkingsverband aangegaan
met de Hogeschool Rotterdam
(HRO). Doel van het project is
leerlingen te stimuleren om na
hun eindexamen een bètastudie
beginnen op hbo-niveau en dus
bij de HRO. Het project werd
ondersteund met subsidie van het
27
bètaplatform en de hogeschool
zelf. Vanuit de HRO werd een
projectleider aangesteld. Om
de werking en de resultaten
van het project te volgen
werd tevens een stuurgroep
van vertegenwoordigers van
de HRO en de aangesloten
netwerkscholen in het leven
geroepen.
Netwerk RivierenlandDe scholen uit het netwerk
Rivierenland doen jaarlijks een
gezamenlijk project met net-
werkpartner Rijkswaterstaat
als opdrachtgever. Dit jaar was
dat het project Duurzame Sluis.
De Prinses Beatrixsluis in het
Lekkanaal bij Nieuwegein krijgt in
de toekomst een capaciteitspro-
bleem. Daardoor zal het complex
aangepast moeten worden. De
opdracht was een derde sluiskolk
voor de Beatrixsluis in Nieuwe-
gein te ontwerpen zodat deze de
komende vijftig jaar niet meer
uitgebreid hoeft te worden. 250
leerlingen uit klas twee van vijf
technasia uit het netwerk gingen
hiermee aan de slag.
De aftrap voor het project was in
het Auditorium van het gebouw
Westraven aan het Amsterdam-
Rijnkanaal. Een bezoek aan de
huidige Prinses Beatrixsluis maakt
de leerlingen duidelijk wat de
situatie nu is en waar eventueel
mogelijkheden, kansen en aan-
dachtspunten liggen. Het project
werd afgesloten met een presen-
tatie van de ontwerpen van de zes
beste teams die op basis van de
voorronde op hun eigen school
werden afgevaardigd. Zij hebben
hun maquette, de onderbouwing
en het bijbehorende technische
advies in de kantine van Westra-
ven gepresenteerd aan een drie-
koppige professionele jury. Het
winnende team van het Cals Col-
lege uit Nieuwegein kreeg als prijs
een bezoek aan een RWS-project
naar keuze, inclusief vervoer.
Netwerk West-BrabantVertegenwoordigers van de
scholen uit het netwerk West-
Brabant hebben zich dit schooljaar
gebogen over de kwaliteit van
O&O-projecten. Er is bijvoorbeeld
van gedachten gewisseld over
vragen als: wanneer is er sprake
van kwaliteit en wat betekent dat
voor projecten in een specifiek
leerjaar? Ook is nagedacht over
de vraag op welke manier scholen
van het netwerk elkaar zouden
kunnen ondersteunen in het
ontwikkelen van kwalitatief goede
projecten en hoe de kwaliteit
onderling kan worden bewaakt.
Deze exercitie heeft ertoe geleid
dat vijf scholen uit het netwerk
West-Brabant participeren in de
landelijke pilot ‘Expertschrijvers’,
die in de loop van het cursusjaar is
gestart.
De pilot is bedoeld om gezamen-
lijk een nieuwe rol te ontwikkelen
die recht doet aan de opgebouwde
expertise op de technasia, die de
kwaliteit van het schrijfproces
hoog houdt en die de uitwisse-
ling tussen expertisecentrum en
technasia rond het onderwijsma-
teriaal verbetert. De pilot in het
netwerk West-Brabant geldt als
voorbereiding voor de introduc-
tie van de expertschrijver in alle
technasiumnetwerken. De op-
brengst moet leiden tot: een rap-
portage aan de directie over de
wenselijkheid en meerwaarde van
de expertschrijver, een uitgewerkt
profiel van de expertschrijver, een
28
taakomschrijving van de expert-
schrijver, een scholingsprogram-
ma dat leidt tot een certificaat en
een voorstel voor de inrichting
van een forum in mijnTechnasium.
Na een experimentele periode
moeten deze opbrengsten in de
loop van het cursusjaar 2013-
2014 hun beslag krijgen.
Netwerk Zuid-Oost Neder-landIn het netwerk Zuid-Oost Neder-
land is gestart met collegiale
intervisie. De technator en verant-
woordelijk schoolleider van een
school komen bij andere school
op bezoek om mee te kijken
naar en mee te denken over het
technasium. Een enkele keer wer-
den zij vergezeld door leerlingen.
Dit gaf een bijzondere dynamiek
en veel input om over na te den-
ken. De intervisie was gepland ter
voorbereiding op de reviews die
dat jaar zouden plaatsvinden. De
reviews vonden uiteindelijk geen
doorgang vanwege de herziening
van de kwaliteitssystematiek.
De intervisie ging wel door en
was vooral gericht op de vraag in
hoeverre de schoolvisie binnen de
visie van het technasium past.
Alle scholen hebben een bezoek
gebracht aan en werden bezocht
door een andere school uit het
netwerk. Met behulp van de
placematmethode is voor iedere
school in kaart gebracht wat de
sterke en wat de leerpunten zijn
en waar scholen elkaar kunnen
helpen. Op basis daarvan is een
bezoekschema opgesteld: scholen
die met een vraagstuk worstelen
worden bezocht door scholen
die op dat punt juist sterker zijn.
Het werd als heel nuttig ervaren
om met ‘peers’ over het eigen
onderwijs van gedachten te wis-
selen. Belangrijk aandachtspunt
is de prioriteit die gegeven moet
worden aan het maken van een
afspraak voor intervisie. Tevens
zouden de scholen de intervisie
graag uitgebreid zien tot (meer)
leerlingen en andere docenten.
Netwerk Zuid-West Neder-landNa vijf jaar investeren in de ont-
wikkeling van het technasium is
het voor het netwerk Zuid-West
Nederland zaak om de ontwikke-
ling en de groei van het techna-
sium in goede banen te leiden. De
kwaliteit en organiseerbaarheid
van het onderwijs staan onder
druk en vormen een vraagstuk
vanuit zowel organisatie en perso-
neel als vanuit financieel perspec-
tief. De review van het voor-
gaande cursusjaar heeft scholen
bewust gemaakt dat waar moge-
lijk nog kritischer moet worden
gestuurd op personeelsplanning
en in het bijzonder op de kwanti-
tatieve en kwalitatieve bezetting
van het O&O-team op zowel de
korte als de lange termijn.
De ontwikkeling van het aantal
leerlingen in de regio en van de
belangstelling voor O&O alsmede
het verloop van docenten beteke-
nen dat de stabiliteit in de O&O-
teams een punt van aandacht is.
Scholen hebben ieder voor zich in
2012-2103 een plan gemaakt om
toe te groeien naar meer kwanti-
tatieve en kwalitatieve stabiliteit.
Vooral is werk van gemaakt van
voldoende gecertificeerde O&O-
docenten. Om ook de kwaliteit van
de O&O-docent te stimuleren is
een aantal scholings- en werk-
bijeenkomsten georganiseerd.
Een belangrijk onderdeel was het
uitwisselen van ‘good practices’
met het doel te leren van col-
lega’s. Onderwerpen die aan de
orde zijn geweest: beoordelen,
evalueren, reflecteren. Maar ook
de vraag van coaching versus
sturing. Enkele van deze werkses-
sies zijn uitgevoerd samen met de
collega’s van het netwerk West-
Brabant.
29
6De jaarrekening
2012-2013 van
de Stichting
Technasium loopt
van 1 septem-
ber 2012 t/m 31
augustus 2013 en is beoordeeld
door Accountantsbureau J. Klip.
De financiële administratie van
de Stichting Technasium wordt
gevoerd door A-Z Stafdiensten.
Het positieve saldo is te danken
aan de opbrengsten vanuit de
scholingsweken en door het
wegvallen van de kosten voor
het uitvoeren van de Technasium
Reviews. Conform het Strategisch
Plan 2012-2016 wordt € 60.000
van het positieve saldo ingezet
voor nieuw beleid in het komend
jaar. Een deel van het saldo wordt
toegevoegd aan het opbouwen
van een reserve ten bate van
een sociale voorziening. Een
ander deel wordt ingezet voor de
versnelde ontwikkeling van een
nieuwe versie van mijnTechna-
sium, een onvoorziene verhuizing
van het expertisecentrum begin
2014 en het symposium voor het
tienjarig bestaan van de Stichting
Technasium.
Baten
Subsidies en bijdragenBijdrage scholen:- Algemeen 471.710- Netwerkcoach 250.200- mijnTechnasium 18.620Bijdrage Hoger Onderwijs 30.000Retour scholen - 30.000Bijdrage scholingsactiviteiten 341.199Overige opbrengsten 10.981
Totaal baten 1.092.710
Lasten
OntwikkelingUitvoering nieuw beleid 51.037Beheer mijnTechnasium 24.748Scholingsweken 190.355Kwaliteitsborging -Bijeenkomsten 8.136
PersoneelPersoneelslasten 415.423Ingeleend personeel 106.899Deskundigheidsbevordering 13.820Reis- en verblijfskosten 36.385Overige kosten 13.110Doorbelasting projecten - 6.900
MateriaalPR 19.288Huisvesting 26.792Afschrijving inventaris 8.063Materiaal/bureaukosten 27.501Totaal lasten 934.658
Totaal baten 1.092.710Totaal lasten 934.658Saldo 158.052
F i n a n c i ë n
30
Technasiumnetwerken
Scholen met predikaat technasium
Netwerk GroningenH.N. Werkmancollege, Groningenrsg de Borgen - Lindenborg, LeekPraedinius gymnasium, GroningenUbbo Emmius, StadskanaalZernike College, Haren
Netwerk OverijsselBonhoeffer College, EnschedeOSG Erasmus, AlmeloCSG Reggesteyn, NijverdalThorbecke Scholengemeenschap, ZwolleDe Waerdenborch, Holten
Netwerk Midden-NederlandCandea College, DuivenGerrit Rietveld College, UtrechtMeridiaan College ’t Hooghe Landt, AmersfoortMerletcollege, CuijkCSG Het Streek, Ede
Netwerk Brabant-OostDr.-Knippenbergcollege, HelmondJacob-Roelandslyceum, BoxtelEckartcollege, EindhovenVarendonck-College, Astend’Oultremontcollege, DrunenJeroen Bosch College, ‘s-Hertogenbosch
Netwerk Zuid-West NederlandGoese Lyceum, GoesPieter Zeeman, ZierikzeeRSG ‘t Rijks, Bergen op ZoomSSG De Rede, TerneuzenSSG Nehalennia, Middelburg
Netwerk West-BrabantDongemond college, RaamsdonksveerMarkland College OudenboschMarkland College ZevenbergenNewmancollege, Breda2College Cobbenhagen, TilburgWalburg College, Zwijndrecht
Netwerk DrentheHondsrug College, EmmenDe Nieuwe Veste, CoevordenRoelof van Echten College, HoogeveenDr. Nassau College, AssenCSG Dingstede, Meppel
Netwerk Zuid-Oost NederlandMondial College - Lindenholt, NijmegenCollege Den Hulster, VenloBisschoppelijk College, Weert-CranendonckRaayland College, VenrayLyceum Schöndeln, Roermond
Netwerk Randstad NoordKeizer Karel College, AmstelveenKaj Munk College, Hoofddorp Calandlyceum, Amsterdam Ichthus Lyceum, Driehuis Goois Lyceum, Bussum
Netwerk FlevolandEmelwerda College, Emmeloord RSG Slingerbos, Harderwijk Helen Parkhurst, Almere Scholengemeenschap Lelystad Netwerk FrieslandLinde College, Wolvega CSG Bogerman, Sneek Simon Vestdijk, Harlingen Piter Jelles Aldlân, Leeuwarden CS Liudger, Drachten Stellingwerf College, Oosterwolde
Netwerk RivierenlandCals College, NieuwegeinJohannes Fontanus College, BarneveldRSG Lingecollege, TielCambium College, ZaltbommelMerewade College, GorinchemNiftarlake College, Maarssen
Netwerk Zuid-HollandNorthgo College, NoordwijkISW Hoogeland, NaaldwijkChristelijk Lyceum DelftMelanchthon, Bergschenhoek
Netwerk RijnmondCosmicus College, RotterdamLibanon Lyceum, RotterdamSg Spieringshoek, SchiedamHelinium, HellevoetsluisDalton Lyceum Barendrecht
Netwerk RijnlandDa Vinci College Kagerstraat, LeidenCSG Groene Hart, Alphen aan den RijnAntoniuscollege, GoudaMaris College, ‘s-Gravenhage
Netwerk GelderlandVeluws College Walterbosch, ApeldoornCC Schaersvoorde, AaltenUlenhofcollege, DoetinchemAlmende College, Silvolde
Netwerk LimburgBernardinuscollege, HeerlenGraaf Huyn College, GeleenSophianum, Gulpen
B i j l a g e
Cijfers
B i j l a g e
31
B i j l a g e
Cijfers
B i j l a g e
Cijfers
Toelichting bij gegevens van de technasia
Via een inventarisatie hebben 76
van de 83 technasia gegevens
verstrekt over hun technasium-
leerlingen. Van de overige scholen
is een inschatting gemaakt op
basis van cijfers uit voorgaande
jaren. Deze gegevens zijn ver-
werkt in de grafieken en tabellen.
Toelichting bij grafieken ver-volgopleidingen
Platform Bèta Techniek hanteert
als definitie voor “bèta-technische
studie”: studies die binnen cluster
1 ‘Opleidingen die behoren tot
Natuur en Techniek’ en cluster 2
‘Opleidingen met meer dan 50%
bètatechniek’ vallen. Stichting
Technasium hanteert deze defi-
nities ook. Daarnaast maakt het
Platform Bèta Techniek onder-
scheid tussen lerarenopleidingen
binnen de bètatechniek (cluster
3) en opleidingen met minder dan
50% bètatechniek (cluster 4).
Omdat Stichting Technasium de
uitstroom naar technische oplei-
dingen wil bevorderen, zijn naast
de ‘harde’ bèta-technische studies
ook de uitstroom naar studies die
onder cluster 3 en 4 vallen opge-
nomen in het overzicht.
Bij het overzicht wordt de kant-
tekening gemaakt dat van een
deel leerlingen niet bekend is
welke vervolgopleiding zij heb-
ben gekozen. Dit komt doordat
deze informatie niet bij de school
bekend is, of dat de school de
informatie hierover niet aan de
stichting heeft verstrekt.
32
leerjaar 1 oriënta-e
leerjaar 1 technasium
keuze leerjaar 2 leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar 5 leerjaar 6
2006-‐2007 790 239 479 92 223 86 13
2007-‐2008 1900 100 530 275 345 145 20
2008-‐2009 2000 553 1147 648 448 281 30
2009-‐2010 2481 1338 1407 1058 591 415 199
2010-‐2011 3403 1721 2128 1333 709 430 225
2011-‐2012 5687 1926 3123 1882 937 611 217
2012-‐2013 5461 2702 3982 2658 1167 790 326
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
Aan
tal T-‐le
erlin
gen
Groei aantal technasiumleerlingen
Totaal per schooljaar
2006-‐2007 1922
2007-‐2008 3315
2008-‐2009 5107
2009-‐2010 7489
2010-‐2011 9949
2011-‐2012 14383
2012-‐2013 17086
0 2000 4000 6000 8000
10000 12000 14000 16000 18000
Aan
tal T-‐le
erlin
gen
Groei totaal aantal T-‐leerlingen
Groei aantal technasiumleerlingen
Groei totaal aantal technasiumleerlingen
33
Verhouding meisjes jongens in 2012 - 2013
47%
33%
36%
33%
35% 40%
35% 0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
1 oriënta2ejaar
1 keuze technasium
2 3 4 5 6
Verhouding meisjes/jongens in 2012-‐2013 [T] meisjes
[T] jongens
47%
33%
36%
33%
35% 40%
35% 0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
1 oriënta2ejaar
1 keuze technasium
2 3 4 5 6
Verhouding meisjes/jongens in 2012-‐2013 [T] meisjes
[T] jongens
NEDERLAND [T] jongens [T] meisjes Totaal aantal [T] lln
1 oriëntatiejaar 2888 2573 5461
1 keuze technasium 1808 894 2702
2 2571 1411 3982
3 1784 874 2658
4 756 411 1167
5 466 324 790
6 212 114 326
TOTAAL 10485 6601 17086
340%
20%
40%
60%
80%
100%
leerjaar 1 leerjaar 2 leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar 5 leerjaar 6 TOTAAL
Schoolpopula)e en % technasiumleerlingen 2012-‐2013
% niet technasium
% technasium
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
leerjaar 1 leerjaar 2 leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar 5 leerjaar 6 TOTAAL
Schoolpopulatie en % technasiumleerlingen 2012 - 2013
Totaal aantal
havo/vwo leerlingen
Totaal aantal
leerlingen technasium
%
leerlingen technasium
leerjaar 1 12660 8163 64%
leerjaar 2 12217 3982 33%
leerjaar 3 10812 2658 25%
leerjaar 4 8070 1167 14%
leerjaar 5 5677 790 14%
leerjaar 6 1709 366 21%
TOTAAL 51145 17086 33%
Het aantal leerlingen van leerjaar 1 is samengesteld uit de leerlingen
die hebben gekozen en leerlingen die de oriëntatie doen.
35
HBO aantal %
Bèta-technische studie 132 54
Lerarenopleiding bèta-techniek 4 2
Studie <50% bèta 26 11
Overige opleidingen 48 20
Onbekend 34 14
TOTAAL 244 100
WO aantal %
Bèta-technische studie 149 52
Studies <50% bèta 28 10
Overige opleidingen 35 12
Onbekend 74 26
TOTAAL 286 100
Gezakt 10
doorstroom HAVO-VWO 6
TOTAAL VERVOLGSTUDIES 546
HBO & WO aantal %
Bèta-technische studie 281 64
Lerarenopleiding bèta-techniek 4 1
Studies <50% bèta 54 12
Overige opleidingen 83 19
Gezakt 10 2
Doorstroom HAVO naar VWO 6 1
Onbekend 108 25
TOTAAL 438 100
54%
1%
11%
20%
14%
Uitstroom naar HBO
Bèta-‐technische studie Lerarenopleiding bèta-‐techniek Studie <50% bèta Overige opleidingen DOnbekend
Uitstroom naar HBO
52%
10%
12%
26%
Uitstroom naar WO
Bèta-‐technische studie
Studies <50% bèta
Overige opleidingen
Onbekend
Uitstroom naar WO
51%
1%
10%
15%
2% 1% 20%
Totale uitstroom
Bèta-‐technische studie Lerarenopleiding bèta-‐techniek Studies <50% bèta Overige opleidingen Gezakt Doorstroom HAVO naar VWO
Onbekend
Totale uitstroom
Aantallen uitstroom
51%
1%
10%
15%
2%
1% 20%
Totale uitstroom
Bèta-‐technische studie
Lerarenopleiding bèta-‐techniek
Studies <50% bèta
Overige opleidingen
Gezakt
Doorstroom HAVO naar VWO
Onbekend
51%
1%
10%
15%
2% 1% 20%
Totale uitstroom
Bèta-‐technische studie Lerarenopleiding bèta-‐techniek Studies <50% bèta Overige opleidingen Gezakt Doorstroom HAVO naar VWO
Onbekend
36
Stichting Technasium
Zernikelaan 69747 AA GroningenT 050 3050580E [email protected] www.technasium.nl