acengels.weebly.com€¦ · web view7 i will try to get a holiday job. otherwise i will get bored...

Altena College 2018-2019

Practice Makes Perfect

Writing/Reading Proficiency

VWO 6

Part I Worksheets pages 3 – 11Part II Formal Letter pages 12 - 28

Part III English Composition pages 29 – 47

Part IV Extra Material pages 48 – 60

Part V Exam Training pages 61 – 77

Part VI Syllabus pages 78 – 911

1 Syllabus Vwo 2018-2019 dr

1


2


Worksheets

VWO

PART I

3


Worksheet 1Rewrite the following sentences. 1 I have decided that I will never go to Northern Ireland.

I have decided never _______________ to Northern Ireland.

2 I gave him the order to leave at once.

I made _________________at once.

3 You ought to have written sooner.

You __________ have written sooner.

4 It is said Carla has lost all her money.

Carla ________________________ lost all her money.

5 You can take penicillin in various forms.

Penicillin _________________________________________.

Use the two sentences and combine them into one, using one of the following linkers:

although, while, because, if, but. You may not change the order of the sentences.

6 Winston insisted on bringing his skis. He knew there was no snow.

7 I will try to get a holiday job. Otherwise I will get bored during the holidays.

Say the same, but use a different sentence to do so.

8 If you do not work harder, you won't be promoted.

Unless _____________________ you won't be promoted.

9 I warn you that smoking is not good for your health.

You ___________________________ smoke. It is bad for your health.

10 We went on holiday with one of our friends.

We went on holiday with a friend of __________________________

11 He lent me all his U2 CDs and I appreciated that very much.

He lent me all his U2 CDs, _________ I appreciated very much.

4


Make the sentence correct by changing the part between brackets. You can add and omit words or you can change its formulation. THE MEANING SHOULD REMAIN THE SAME.

12 The death of their dog [it made that they felt] ________________very unhappy.

13 Here is a picture of a man [and he is] __________________ climbing a mountain.

14 I made him [he left] _____________________ at once.

Worksheet 2.Use formal English all the time.

1 Je hebt op vakantie een walkman gekocht. De fabrikant weigert je walkman gratis te repareren.

Schrijf dat je erg teleurgesteld bent door zijn reactie.

I. _____________________________________ by your reaction.

2 Je wilt een vakantiebaantje in Engeland.

Schrijf dat je het leuk vindt om met oudere kinderen te werken.

I enjoy _________________________________

3 Je zou twee maanden vakantiewerk in Engeland doen. Door een misverstand heb je juli en

augustus daarvoor gereserveerd en niet augustus en september, zoals het bedrijf wil. In een

brief benad r uk j e dat de oorzaak van het misverstand niet bij jou ligt.

I must _______________________________ I am not to blame for the misunderstanding

4 Schrijf een Amerikaanse universiteit dat je wel hun brief ontving, maar dat de toegezegde

brochure niet was ingesloten

I did receive your letter but I'm afraid you _________________ the brochure as _________

5


5 Je hebt een advertentie gelezen waarin een baan als receptionist wordt aangeboden. Je

solliciteert.

I _________________________________ receptionist you offer.

6 Je wilt je hond meenemen op vakantie naar Engeland Je vraagt de douane of dier en nog

s tee ds in qu ara nt a i ne wo rd e n geh ou de n voo r d at ze wo r den t oe g e l aten.

________________________________________________________________________

7 Je schrijft een verslag over een aantal misstanden. op school.

Je schrijft dat je op e en punt l ieve r n iet ing aat , omdat je bang bent voor sommige van je

medescholieren.

I _________________ that particular matter, because some of my fellow students might not

like it at all.

8 Je hebt een pakje naar een verkeerd adres gestuurd.

Bied je verontschuldigingen aan. _______________________________________

9 Je schrijft een verslag

Je begint met te schrijven dat je eerst uiteen zult zetten wat de belangrijkste punten van het

verslag zijn.

________________________________I will state what are the main elements of the report.

10 Je schrijft een verslag over de opening van een nieuwe tunnel. Je schrijft dat te r

g e l e g enhe id d aar v an een muziekstuk werd opgevoerd

___________________________________________

11 Je gaat als vakantiehulp in een Engels restaurant werken.

Breng je werkgever ervan op de hoogte wanneer je denkt te arriveren.

I would like ________________________ I intend to arrive on the 10.30 train from Paddington.

6


Worksheet 3

1 Je solliciteert naar een baan als vakantiehulp in een hotel in Bournemouth. Je schrijft dat je een

CV bijsluit

I _____________________________________ CV.

2 Een paar van je vrienden en jij zijn grote bewonderaars van een bepaalde Engelse groep Je

zou willen dat ze in Nederland optraden.

Vraag de platenmaatschappij naar hun voorwaarden voor een optreden in Nederland.

We have always been great fans of the X and _____________ for a concert in the Netherlands.

3 Bij jou op de hoek is een coffeeshop. Je denkt dat juist het feit dat alles rond wiet illegaal is,

problemen veroorzaakt.

Schrijf je dat je ervan overtuigd bent dat de handel in wiet vrijgegeven moet worden.

It is _______________________________ that the dealing in weed would be legalised.

4 Je ontdekt dat je een verkeerde aankomstdatum hebt gefaxt naar een camping in Edinburg. Je

stuurt een nieuwe fax. Je biedt je excuses aan voor de fout.

__________________________________________ my mistake.

5 Je moet een reactie schrijven op een ingezonden brief in The Observer .

Je begint met te schrijven dat je op een bepaald punt de me n ing deelt van de schrijver van de

ingezonden brief, de heer Hunt.

I _______________________________ as regards the impact of cars on the environment.

6 Je bent ontevreden over een gastgezin waar je gelogeerd hebt tijdens een zomercursus

Stel de organisatoren op de hoogte van je slechte ervaringen.

I think it is my duty _____________________________ my bad experiences

7 Je wilt een vakantiebaantje in Engeland

Schrijf dat je liever niet met kleine kinderen werkt

I __________________________________________

7


8 Je moet een verslag schrijven over je eindexamenprogramma.

Je schrijft dat je het zonde van je tijd vindt om naast het Engels nog een vreemde taal te moeten

doen, laat staan twee.

It is _______________ time to concern myself with another foreign language besides English,

_________ two.

9 Je moet een artikeltje schrijven voor een krant met toeristische informatie over je woonplaats.

Je begint met te vertellen w at een b ezoek w a ar d is .

The following ___________________________________________

10 Je schrijft naar een jeugdherberg name n s je klasgenoten.

I am writing to you ________________________________

11 Je moet een verslag schrijven Je geeft aan hoe de indeling van het verslag is: eerst een

historisch overzicht van het onderwerp, vervolgens de huidige stand van zake en tenslotte de

ontwikkelingen in de nabije toekomst.

I will ________ give a historical overview of the subject, _____________I will say something

about the present situation and _____________ I will outline the developments to be expected in

the near future.

12 Je wilt een vakantiebaantje in Engeland. Schrijf een sollicitatie.

I___________________________________ a holiday job in England.

13 Je vraagt om informatie bij een VW-kantoor

Schrijf dat je een geadresseerde enveloppe hebt bijgesloten.

I have ________________________________________.

14 Je wilt een week gaan kamperen in Londen. Je schrijft een brief naar de WV in Londen.

Informeer naar kampeermogelijkheden.

I _____________________________ some information about campsites in or around London.

15 Via internet heb je een CD gekocht, maar hij is beschadigd. Verzoek vriendelijk om een

onbeschadigd exemplaar.

______________________________________________ copy.

8


16 Je moet een verslag schrijven van een zwemwedstrijd Geef aan dat je in de eerste alinea iets

over de zwemsport in het algemeen zult zeggen.

In the first _____________________ will say a few things about swimming as a sport

_______________.

17 Je solliciteert naar een vakantiebaan. Je begint je brief met aan te geven waar je de

advertentie hebt gelezen

I ______________________________________________ in the Observer of last Sunday.

9


Worksheet 4

1. Je hebt een advertentie gelezen waarin een baan als receptionist wordt aangeboden. Je

solliciteert.

2. Je vraagt de mensen in Engeland bij wie je een fototoestel hebt laten liggen het op te

sturen. Je zegt dat je graag eventuele kosten die eraan verbonden zijn vergoedt.

3. Je hebt in een advertentie over een interessante cursus gelezen.

Je informeert of in de genoemde prijs ook de pensionkosten begrepen zijn.

4. Je maakt een verslag van je stage. Tenslotte maak je de balans op.

Je schrijft dat je over het algemeen tevreden bent met het resultaat ervan.

The following assignments are parts of formal letters. Write each part/paragraph.

5. Je hebt een hobby waarover nogal wat boeken in het Engels verschijnen. Je hebt de

internetsite van de boekhandel Blackwells gezocht, maar niet gevonden.

Je schrijft hen om te vragen of ze je op de hoogte willen houden van nieuwe uitgaven.

6. Je hebt heel veel materiaal gekregen van een bedrijf waar je stage wilt gaan lopen.

Je schrijft dat je het erg aardig vindt dat ze je de informatie hebben gestuurd.

7. Je was getuige van een overval op straat. Je zag dat de overvaller een donkere

zonnebril op had en dat hij een bivakmuts over zijn hoofd had getrokken.

Beschrijf hoe de dader er uit zag aan de politie.

8. Je vraagt om informatie op een VVV-kantoor.

Schrijf dat je de geadresseerde enveloppe hebt bijgesloten.

9. Je hebt een vakantiebaantje aangeboden gekregen in een hotel in England.

Schrijf dat je bij voorkeur aan de receptie werkt.

10


Worksheet 5: How do you ask or say ……….

1 inlichtingen sturen

2 verontschuldigingen aanbieden

3 een opleiding is niet vereist

4 mijn huidige baas/werkgever

5 Een overnachting regelen in een hotel

6 in uw advertentie van 8 april

7 ik zou u erg dankbaar zijn als

8 een paar weken geleden las ik…

9 ons mededelen of alles in orde is

10 helaas ben ik mijn camera vergeten in hotel.

11 omdat ik geen bankrekening heb…

12 ik wil solliciteren

13 de reden waarom ik naar deze betrekking solliciteer is, ……

14 ik sluit afschrift van diploma bij

15 ik schrijf in antwoord op brief van 16 mei

16 ik neem de baan graag aan

17 spijt me maar kan baan niet aannemen

18 ik ben het eens/niet eens met uw beslissing

19 ik ben van mening dat ze ……

20 ik neem uw aanbod graag aan

21 afspraak maken thuis, op 10 januari

22 ik maak me bezorgd om de resultaten

23 van harte gefeliciteerd met uw succes/benoeming

24 Op onze school controleren de docenten geen huiswerk.

25 De meeste kranten hebben niets over het ongeluk geschreven.

26 Ik ben van mening dat …..

27 Wat denkt u?/Wat is uw mening?

11


Writing Proficiency

PART II

FORMAL LETTER

12


Conventions formal letter

1Rijksstraatweg 1534254 XD SleeuwijkThe Netherlands

2James WattChronics Ltd.34 Chelsea RoadLondon 34B Z23Great Britain

315 December 2016

4Dear Mr Watt,

5Paragraph one.

Paragraph two.

Etc

6Yours sincerely,

Janna Pluim

13


1 YOUR address (so not the school’s address)

Never begin with your own name

Don’t forget “The Netherlands”!

2 Business address

Begin with a name, if given.

Don’t forget to write down the country, even when it’s not in the assignment.

Mind the order. Every item is written on a different line.

3 Date

The month should always be written with a capital letter.

If you want, you can use a comma after the month, but it is not necessary.

4 Salutation

Always begin with ‘Dear…….’,

Don’t forget the comma.

If you know the name, choose from:

Dear Mr Watt,

Dear Miss Watt, (when you know someone is not married)

Dear Mrs Watt, (when you know someone is married)

Dear Ms Watt, (when you don’t know whether someone is married or not)

If you don’t know the name, choose from:

Dear Sir,

Dear Madam,

Dear Sir/Madam,

If the person has an academic title you use:

Dear Dr Watt (title + surname)

14


5 Text

Divide the paragraphs according to the assignment. Each point given is a paragraph.

Skip a line after each paragraph.

Make sure you make the lines in your paragraph full until the end, unless it is the

final line in your paragraph.

6 End

If you know the name of the person you are writing to, you use:

Yours sincerely,

If you don’t know the name, you use:

Yours faithfully,

Always end with your first name and last name.

In general:

In a formal letter, you use formal English. For example you use:

‘I would like’……….instead of ‘I want’.

You are not allowed to use abbreviations:

‘ I would like’ and not ‘ I’d like’.

You are not….. and not you aren’t/you’re not

You can never ever begin a sentence with one of these words:

# but

# also

# because (with some exceptions)

# so

# and

15


How your letter will be graded

Your letter will be graded in the following way:

Convention: 2 points

Contents: 2 points

Writing: 8 points

Bonus: 1 point

Convention is what your letter looks like. Do you have the address? Is everything in the

right order? Do you have the proper salutation and ending?

If you miss one thing, you miss one point. More missing is no points left.

Contents is of course the contents of your letter. Do you have all the points which are

mentioned in the assignment? The more you miss, the less your points will be.

Writing is everything from punctuation to grammar and use of words.

Punctuation is ¼ mistake, grammar is ½ and wrong use of words is 1. Add all of these

mistakes and you have a number. There is a schedule how many mistakes is how many

points…

The bonus can be awarded in cases of extremely well written letters.

16


Practice makes perfect 1:

1 Put one suitable word in each space.

Unlikely as it may seem, there has now been expert confirmation that wild pumas and

lynxes are (1) ..at. large in parts of Britain, rather than being the figments (2)

some wild imaginations. Previous sightings (3) such large

cats had been put down (4) exaggeration. (5)………all, the argument

went, some people are prone (6)………seeing flying saucers and Loch Ness monsters,

particularly when (7)………the influence of one drink too many. Some newspapers were

suspected (8) having made(9) stories such as that of

the Beast of Exmoor, an animal which is responsible (10) the deaths of

hundreds of sheep over the past ten years. But experts have now come (11)

with proof that such stories were (12) earnest after all. The animals

are (13) all likelihood pets which have escaped (14)………small zoos, or

been abandoned (15) their owners. Because the keeping (16)

such animals is severely restricted(17) the terms of the

Dangerous Wild Animals Act of 1976, owners of unlicensed animals might not report an

escape (18)…………fear of prosecution. Britain's only surviving native species, the wild cat,

is confined (19) Scotland. After examining hair samples, experts now say

that the Beast of Exmoor in the South of England is (20)……… doubt a puma or lynx, both

of which are normally native to the Middle East and Asia.

2 Complete the second sentence so that it has a similar meaning to the first sentence, using the word given. Do not change the word given.

a) You think I am someone else.

confusing

You are .confusing me with........................ someone else.

b) Gary is proud of the fact that he is never late.

on

Gary prides being early.

c) On this ship, passengers cannot get onto the bridge.

17


access

Passengers have the bridge of this ship.

d) What is the difference between nuclear fission and nuclear fusion?

differ

How exactly nuclear fusion?

e) An electrical failure was said to be the cause of the fire.

blamed

They an electrical failure.

f) It's all a matter of money, in the end.

comes

It all in the end.

g) His smooth manner didn't deceive us.

taken

We were his smooth manner.

h) The total came to just under £4,000.

worked

The total just under £4,000.

i) I haven't realised yet what winning this race means.

sunk

It hasn't won this race.

j) In the end we had to walk to the railway station.

up

We to the railway station.

18


3 Using the notes as a guide, complete the letter. Use one or two words in each space. The words you need do not occur in the notes.

We've had a letter from a Mr Scott, complaining about a rather violent scene which upset

his children, on one of our programmes, 'Murphy's Run'. Could you write to him? Point

out that:

The programme is a joint production with Talent Productions.

It observed Channel 2 regulations.

All programmes, no matter where they come from, are checked 3 months before

they're shown.

The TV Standards Authority often checks children's programmes and were happy

with the scene Mr Scott didn't like.

Unlike similar programmes on other channels, it's very suitable viewing.

We always try to show clearly the difference between good and bad on it.

Dear Mr Scott,

With (1) ..reference/regard.............................. to your letter of 3 May, we deeply regret the

distress caused to your children by the violent scene on episode 53 of 'Murphy's Run', a

Channel 2 programme produced in ………..…(2) Talent Productions Ltd.

However, the ……… (3) with Channel 2 regulations. Each programme is carefully checked

for unsuitable material three months in …………….(4) its scheduled broadcast time. This

……………(5) to all Channel 2 programmes ……………..(6)

of their origin and type. There is also a watchdog body, the TV Standards Authority, which

monitors children's programmes on a ……………..(7) They too were happy with the scene

you (8) ……………………….. The programme in question is, in (9)

……………………….similar programmes on private channels, entirely suitable for children,

and takes great care to (10) between good and bad, and

between moral and immoral.

In conclusion, we are happy that the scene was acceptable, and we hope that you will

continue to allow your children to watch the programme.

Yours sincerely,

Ann Orbison

19

Altena College 2018- 2019

Formal letter 1 VWO-6 ENGELS

SituatieDe University of Glasgow - www.gla.ac.uk - heeft een project opgezet om het

gebruik van de computer in het onderwijs te bevorderen. Onderdeel van dit project is

een inventarisatie van de mate en manier van computergebruik in het onderwijs in de

landen van Europa op dit moment. Men is met name geïnteresseerd in de ervaring op

dit gebied van de leerlingen zelf en heeft hen via een prijsvraag uitgenodigd verslag

te doen van hun gebruik van de computer op school en thuis. Men is ook zeer

benieuwd naar suggesties en ideeën. De aardigste besprekingen worden beloond

met een prijs – een weekje Glasgow. Je dingt mee met een tekst onder de titel: The

computer: a useful educational tool? Je stuurt een brief met een bijlage aan de

secretaris Professor Muffy Calder PhD, Head of Computing Science Department,

University of Glasgow, Glasgow G12 8QQ, met je bespreking daaraan toegevoegd.

Opdracht Open je brief met een verwijzing naar de uitnodiging een verslag in te zenden.

Geef een persoonlijke introductie – leeftijd, geslacht, godsdienstige overtuiging,

nationaliteit, opleidingsniveau, bezigheden en plannen voor vervolgstudie.

Beschrijf hoe er op jouw school met de computer wordt omgegaan en noem

daarbij ten minste twee zaken – bijv. apart vak?, alle leerjaren?, aparte

computerlokalen? Geef hierbij ook je oordeel.

Vertel wat je thuis op de computer doet en wat je daarbij het nut van de computer

vindt.

Geef tot slot kort en krachtig antwoord op de vraag die in de titel werd

opgeworpen.

Sluit je brief af.

Aanwijzingen

Sla na elke opdracht een regel over.

Gebruik ten minste 130 woorden. Voor het bepalen van het aantal woorden tellen

adres, datering aanhef en naam niet mee. Noteer het aantal woorden linksboven.

20


21


Formal letter 2 VWO-6 EngelsSituatie

In de internet-uitgave van een Engels dagblad wordt je aandacht getrokken door een

artikel met de kop "Hotel Mommy". Daarin wordt beweerd dat in Nederland

tegenwoordig veel jongeren langer bij hun ouders blijven wonen dan voorheen. De

auteur betoogt dat er bedenkelijke kanten aan zitten: jongeren worden op deze

manier wel heel laat volwassen, en het worden verwende mensen zonder eigen

verantwoordelijkheidsgevoel. Zelfs suggereert hij een verband met toenemende

criminaliteit en toenemend drugsgebruik. Lezers worden uitgenodigd om via internet

te reageren. Dat besluit je te doen. Je schrijft je brief aan de hoofdredacteur van The

Daily Telegraph, 377 Fleet Street, London SW3 7XD.

Opdracht Verwijs naar de publicatie waarop je reageert en geef aan waarom je reageert.

Geef een verklaring voor het feit dat "veel jongeren langer bij hun ouders blijven wonen".

Werk minstens twee mogelijke redenen uit (bijvoorbeeld kamernood, hoge studiekosten).

Geef daarbij ook aan welke rol jij voor de overheid ziet in het geheel.

Protesteer tegen twee beweringen van de auteur. Onderbouw je mening met

argumenten.

Geef je reactie een passend slot.

AanwijzingenMaak eventueel eerst enkele aantekeningen in het klad.

Sla na elke alinea een regel over.

Gebruik ten minste 125 woorden. Voor het bepalen van het aantal woorden tellen

eventuele datering, aanhef en naam niet mee. Noteer het aantal woorden linksboven

in de kantlijn.

BeoordelingBij de beoordeling wordt er niet alleen op gelet of je taalfouten gemaakt hebt, maar

ook of je tekst een goed lopend geheel is. Verder wordt beoordeeld of je aan de

opdracht hebt gehouden.

22


Formal letter 3

Op Internet heb je de volgende oproep gelezen:

Movie Theatre

Free movies, free popcorn, and socializing are just a few of the benefits you get

when working at a movie theatre. If you are a movie buff, this is the perfect

environment for you to spend your summer working hours. Concessions, tickets

sales, ticket stubs, and usher are a few of the positions you can choose from. You

can choose to beat the heat during hot summer days, and maybe catch a free flick at

night.

ODEON Leicester Square,

24-26 Leicester Square,

London, WC2H 7JY

Opdracht Dit lijkt je wel iets voor de komende zomer en je besluit een brief te sturen waarin

je het volgende verwerkt:

Vertel waar je de advertentie hebt gelezen. Zeg waarom je schrijft.

Vertel iets over jezelf: leeftijd, geslacht, nationaliteit. Zeg dat je nog op school zit.

Noem het schooltype. Zeg welke talen je spreekt.

Zeg waarom je deze baan graag zou willen hebben: je houdt van films bekijken,

je kunt goed met mensen overweg, je kunt goed samenwerken, je ontmoet graag

mensen uit andere landen,

Het lijkt een ideale combinatie van werk en vakantie, je wilt je Engels verbeteren,

etc.

Noem minimaal 1 andere eigenschap die jou geschikt maakt voor

deze baan.

Vraag de volgende inlichtingen: verdien je iets? Is het een probleem

dat je niet Engels bent? Van wanneer tot wanneer kun je precies

terecht?

Vraag naar accommodatie. ( bv. Zelf regelen of niet)

Zorg voor een passend slot.

23


Pay close attention to the following grammar!

a / an = een

an you use ‘an’ when the word starts with a vowel in the pronunciation (a,e,i,o,u).

a you use ‘a’ when the word starts with a consonant in the pronunciation.

Fill in: a / an.1. opinion 6. expensive car

2. European country 7. hour

3. helicopter 8. unit

4. one-way- street 9. FBI-agent

5. useful tool 10 hospital

to / tootoo = te / ook

to = om te/ naartoe/ het hoort bij het werkwoord

Vul in: to / too1. I have ….. do it before it is ….. late.

2. He wants us ….. come home, …..

3. Where are you going …..?

4. That picture was ….. heavy ….. hang.

5. I am ….. busy now.

Adverbs of frequency.These are words like: always, usually, seldom enz.

Where should they be in a sentence?

Sentences containing one verb which is not a form of ‘be’.

The adverb comes BEFORE the verb. (They never sleep outside.)

Sentences containing two or more verbs.

The adverb comes AFTER the first verb. (She has already bought the car.)

Sentences containing one verb which IS a form of ‘be’.

The adverb comes AFTER the verb. (He is always late.)

24


Put the adverbs where they should go.

1. He shaves at 8 o’clock. (usually)

2. He will have time to watch TV. (nearly)

3. Barking dogs bite. (seldom)

4. We are late for school. (never)

5. Why do you get up so late? (always)

Make correct sentences from the words given.

1. usually – to his shop – my father – at eight – goes.

2. often – hot – in summer – the weather – be – in Italy – can.

3. are – often – adverts – there – too many – in our paper – in my opinion.

4. mostly – at Harrods – buys – my uncle – his clothes.

5. also – allowed – to come – be – he - ? – will

PluralGeneral rule: word+s book - books

When the word ends in a ‘sis’-sound: word+es watch - watches

Words which end on –y: word (–y)+ies, at least when the letter before –y is a

consonant. If the letter before –y is a vowel, just +s

one baby – two babiesone boy – two boys

Words ending on –f/-fe: word (-f/fe)+ves thief – thieves

Irregular words: one foot - two feet

one man - two men

one woman - two women

one mouse - two mice

one fish - two fish

one sheep- two sheep

25


Make the plural:1. country 6. street

2. knife 7. woman

3. sandwich 8. goose

4. a pair of trousers 9. basket

5. chair 10 people (volk)

Place and time.If there are words in the sentence which say something about place, they must be

placed in the end of the sentence.

If there are words in the sentence which say something about time, they must be

placed in the end of the sentence.

If there are words in the sentence which say something about place AND time, they

must be placed in the end of the sentence. Always put in the place first and time

last!!

Make correct sentences (start with the underlined word).

1. are going to – We – tonight – each other – in front of – meet – the sports

centre

2. shall – you – next Saturday – I – the money – pay

3. do – today – will – your homework – in the kitchen – You – have to

4. was – his lessons – studying – He – last night – in the drawing room

5. have – will – my homework – I – finished – before ten

6. been – stay – have – for some days – We – obliged to – at home

7. at the night school – Sharon – a yoga class – next month – is going to – join

8. him – have to – I – at the station – shall – the ticket – give – tomorrow

26


Common mistakes in formal letters

THIS IS HOW IT’S DONE!!!

When you do not know the name When you DO know the nameof the receiver of the receiverDorpsweg 49 Dorpsweg 49

4221 LG Sleeuwijk 4221 LG Sleeuwijk

The Netherlands The Netherlands

Camp America Jane Eyre

37 Queen’s Gate 37 Queen’s Gate

London SW7 5HR London SW7 5HR

Great Britain Great Britain

23 January(,) 2016 23 January(,) 2016

Dear Sir/Madam, Dear Ms Eyre,

Yours faithfully, Yours sincerely,

(handtekening) (handtekening)

James Blond James Blond

IN GENERAL1 No contractions are used in a formal letter. (I am, instead of I’m)

2 Fill your sentences within the paragraph.

3 Mention all topics!

4 Mind the lay out of your paragraphs.

5 Don’t forget to write down the country in the address, even when it is not

mentioned in the assignment.

6 Don’t use ‘want to’, but ‘would like to’ in most cases.

27


7 DO NOT START A SENTENCE WITH ONE OF THE FOLLOWING WORDS:

and, also, but, so, (because)

8 No home address before the date.

9 Mind the date, it should make sense!

10 Skip a line after each paragraph.

11 Please mind your punctuation, don’t use question and/or exclamation marks.

12 MIND YOUR WORD ORDER!!!!

13 Don’t ask direct questions, use “I would like to know….” instead.

14 Never use a colon (:)

USEFUL PHRASES/SENTENCES1. Referring to your advertisement …, I would like to apply for the job of …

2. I was born on 24th March 1991

3. I am a 17-year-old Dutch girl/an eighteen-year-old Dutch boy

4. I have the Dutch nationality/I am Dutch

5. I attend pre-university education/a grammar school/I go to … /I study at …

6. I am in the final year of …

7. I hope to graduate from … this year/I hope to pass my exams this year

8. My hobbies are reading, playing the guitar, listening to music …. (in een

opsomming alles dezelfde vorm)

9. I like playing volleyball, helping children … (na like, hate de –ing vorm/gerund)

10.After my graduation I would like to …

11.Vacation = Amerikaans/holidays = Brits (summer holidays = mv)

12. I have to go into rooms/into lodgings (op kamers gaan)

13.The job fits in with my future plans/fits into my future plans/suits my future

plans

14. I am good at speaking English

15.My English is very good/I speak English very well

16. I speak English fluently

17.Do I have to take out any insurance? (assurance = vooral levensverzekering)

18. I was also wondering …, Perhaps you could also tell me …, Another thing I

would like to know is …(voor de variatie)

19.Furthermore … (niet Further)/Finally …

20. In if-zin geen will of could (niet beleeft genoeg)

28


21. In zinnen die beginnen met if krijg je any, niet some (If you have any

questions …)

22. If gebruik als iets niet zeker is. When gebruik als het zeker is.

23.Team, police, family altijd meervoud (dus The police are …)

24.Enthusiast = is zelfstandig nw. enthusiastic is bijvoeglijk nw. Dus: I was very

enthusiastic about this idea.

25. I look forward to hearing from you/I hope to hear from you soon.

26.Meervoud nooit ‘s (dus: hobbies, taxis)

27.–’s bij personen en tijden (yesterday’s paper/John’s paper), of bij dingen

(The roof of the house)

28. too much, too late, too big (too vertaal je met te/ook)

29. to vertaal je met naar. He went to hospital

30.By yourself = alleen, yourself = zelf

31. In ontkennende zin kan je either als not gebruiken. I do not know the answer

either

32.Naar de universiteit/ziekenhuis gaan = You go to university/hospital

33.Bij datum the en of niet schrijven, alleen uitspreken (I left on 24th May)

34. It happened on July 6th at about 10 o’clock.

35. I am enclosing an International Reply Coupon. Geen andere werkwoorden

gebruiken voor ‘iets bijsluiten’

36.Welke = what (I cannot remember what car he was talking about)

37.Which gebruik je als je moet kiezen uit een beperkte groep (I do not know

which of these four cars he was talking about)

38.There gebruik je als onderwep alleen bij het werkwoord to be (There will be

some changes) Bij andere werkwoorden moet je het niet gebruiken. (Dus:

There will apply some new rules klinkt goed, maar is fout).39. I am also/I also want (bijwoorden(also) altijd na to be en voor

hoofdwerkwoorden)

40.1st, 2nd, 3rd, 4th, 31st, 65th

41.which = welk (zie ook 36 en 37) witch = heks

42.who = wie/how=hoe

43. I hope you will visit me. (Gebruik de future voor zaken die nog moeten

gebeuren)

29


Written Proficiency

PART III

ENGLISH COMPOSITION

30


Composition vwo 6

General information: The minimum amount of words is 350.

You are not allowed to use any extra information, so nothing coming from the

Internet or other sources. We want to see your own English and the subjects will be

clear, so you can write about them without extra information.

Your paper will be judged taking into account the following points: contents,

language and structure. There is a bonus for those who do extra well. There will be

a total of 15 points.

You can always choose from 1 out of 3 subjects.

You can always choose from 2 forms of discussion compositions.

Discussion composition

There are 2 forms of discussion compositions:

1. A statement that you are either for or against. This looks like the Dutch betoog.

Bv. Smoking should be banned in all public places, including bars and restaurants.

Discuss.

2. Give the advantages and disadvantages of the subject. This looks like the Dutch

beschouwing.

Bv. What are the advantages and disadvantages of living in the countryside?

You can use the following guidelines to write your composition:

Introduction:

Introduce your subject to the reader. A good introduction briefly tells the

reader what to expect.

A short anecdote or a quote are often good ways to start your introduction.

Perhaps it is better to write your introduction last. Otherwise make sure that

you mention all the sub-topics. Don’t introduce new subtopics later.

31


Main part: Explain your main subject using sub-topics and examples.

If you need to convince your readers, state your opinion as soon as possible

in the main part. Spend the rest of the main part giving arguments for your

opinion.

Make sure you put your sub-topics in a logical order. Each is discussed in a

separate paragraph.

Put the most important information about each sub-topic in the first sentence

of each paragraph.

Repeat the main idea of your paragraph in the last sentence of that

paragraph.

Use linking words to connect the various paragraphs. Linking words give

order and logic to a text.

Conclusion:

Summarise your main points in your conclusion.

If you tried to convince your reader of something in the main part of your text,

draw your conclusion proving your main point.

Use linking words to show that you have come to your conclusion

You MUST use at least three linkers. Here is a table with possibilities:

Starters To begin with, firstly, my first point is, the most significant

…, most importantly

Add things or sum up Above all, furthermore, in addition, equally, likewise, next,

not only … but also, firstly, secondly, thirdly, moreover,

lastly, finally

Show contrast nevertheless, although, despite, in spite of, on the

contrary, by contrast

Logical connections Because, because of, consequently, as a result,

therefore, so

Conclusion In conclusion, to conclude, all things considered, taking

all these points into consideration, on the whole, all in all

32


Correctiemodel verslag VWO 6

Criterium Beoordelingstaak score

Inhoud Alle elementen aanwezig en

begrijpelijk

2

Grammaticale correctheid Zinsbouw en toepassing

grammaticale regels

4

Spelling/interpunctie Spelling, interpunctie en gebruik

hoofdletters en kleine letters

1

Lay-out/conventies Inleiding, conclusie en middenstuk,

bestaande uit minimaal 3 alinea’s (dus

min. 5 alinea’s totaal.

3

Woordgebruik Is de woordkeus passend en

gevarieerd genoeg voor het niveau en

zitten er niet teveel contextvreemde

woorden in.

3

Coherentie en cohesie Structuur duidelijk door o.a. het

gebruik van verbindingswoorden

1

Bonus Als het qua schrijfstijl en woordgebruik

echt beter is dan de anderen.

1

Totaal 15

33


Uitwerking:

1. InhoudEr moeten minimaal 3 argumenten inzitten.

Als die allemaal duidelijk en begrijpelijk uitgevoerd zijn, 2 punten

Ontbreekt er 1 of slaat 1 argument nergens op, 1 punt

Ontbreekt er meer dan 1 of zijn er meer niet duidelijk uitgewerkt, 0 punten

2. Grammaticale correctheidNet als bij de brief gram. Fouten tellen. We moeten samen afspreken hoeveel fouten erin

mogen zitten, net als bij de brief. Bv.

0 –3 4 punten

4 – 6 3 punten

7 – 9 2 punten

10 – 12 1 punt

> 12 0 punten

3. Spelling en interpunctieOok hier gewoon fouten tellen

0 – 4 1 punt

> 4 0 punten

4. Lay out en conventies Goede, eigen titel 1 punt

Min. 5 alinea’s inleiding, middenstuk en conclusie 1 punt

In het middenstuk begint ieder argument met de kernzin 1 punt

5. Woordgebruik Passend en gevarieerd woordgebruik 3 punten

1 punt aftrek voor veel herhalingen 2 punten

1 punt aftrek voor 1 – 2 contextvreemde woorden 2 punten

2 punt aftrek voor 3 - 4 contextvreemde woorden 1 punt

3 punt aftrek voor >4 contextvreemde woorden 0 punten

34


6. Coherentie en cohesieAls leerling zijn alinea’s begint met passende verbindingswoorden 1 punt

Er moeten er minstens 3 in zitten

7. BonusAls het verslag er qua woordgebruik en schrijfstijl bovenuit steekt 1 punt

35


How to organize your text

There are many features of texts which help the reader understand how the

information in the text is organised.

This term covers a wide range of words and phrases which make text easier to

understand. A selection is given here.

Adding a point

As well as the obvious dangers, there was the weather to be considered.

In addition to the obvious dangers, there was the weather to be considered.

Not only were there the obvious dangers, but there was also the weather to

be considered.

Developing a point

Besides/furthermore/in addition/moreover/what's more/on top of that/to make matters worse, smoking has been directly linked to lung cancer.

Contrast

The identity of the attacker is known to the police. However/nevertheless/an the same no name has been released.

The identity of the attacker is known to the police. No name has, however/all the same, been released.

(Al)though/while/even though/despite the fact that the identity of the attacker

is known to the police, no name has been released.

The identity of the attacker is known to the police. A name has

nevertheless/none the less/still not been released.

No, I didn't say the President got it wrong. On the contrary, I think he's handled

the affair superbly.

I prefer city life as opposed to country life.

I prefer city life, whereas John prefers country life.

Donahue established his reputation as a novelist. In contrast, his new book is a

non-fiction work.

36


Explaining reasons

The government does not intend to cause any further provocation.

As a result/'accordingly'/thus/hence/'consequently'/for that reason, all troops

have been withdrawn.

The employers have promised to investigate these complaints, and we in turn have agreed to end the strike.

Making generalisations

Broadly speaking, generally speaking, on the whole, by and large, to a large/some/a certain extent, this has been an encouraging year for the

company.

Starting

That's absolute rubbish! For a start/first of all/in the first place/for one thing, it was Rod who said that, not me. And secondly ...

Giving new information

She then turned to Henry, who incidentally/by the way is now about two metres

tall, and said ...

By the way/incidentally, do you remember an old friend of ours called Ransom?

Concession/qualification

OK, so you two have had a few problems. Even so/all the same, I don't see why

you need to split up.

Lancaster is a man of great personal integrity. Having said that/even so/all the same, I don't think he'd make a good chairman.

Reality

What did you think of 'Death in Action'?

To be (perfectly) honest/to tell the truth, I can't stand films like that.

Practice1 Underline the correct word or phrase in each sentence.

a) A: Did you ring the hospital for me?

B: I forgot as a result/to be honest/to make matters worse. I'll do it now.

b) A lot of adults are very wary of learning in a school situation. For that reason/On

the other hand/To tell the truth they don't sign up for our courses.

37


c) By and large/Despite the fact that/Owing to I'm very pleased with their work on

our home. At any rate/'Accordingly'/Having said that, I think they could have made

a better job of the painting.

d) I missed two weeks' training because of flu last month. To put it another way/As a

result/To tell the truth, I'm not expecting to run very well in today's race.

e) They've had a very difficult time. On top of that/At any rate/To start with, their

home was burgled.

f) What a terrible experience! Anyway/In contrast/By the way, you're safe now that's

the main thing!

g) She's a sociable girl with lots of friends. Even so/Furthermore/To some extent,

she can get lonely, like anyone else.

h) He comes across as being very full of himself, in contrast/broadly

speaking/whereas he's actually a very nice guy.

i) Nonetheless/On the whole/Hence I agree with what you're saying, but I'm not

sure about your last point.

j) I seem to be giving the impression that I didn't enjoy my time in Norway.

After all/Having said that/On the contrary, I had a wonderful time.

2 Underline the most suitable word or phrase to complete each sentence.a) They've got a terrible record over tax and education. Nevertheless/On the other

hand, I still think the Democrats will win the election.

b) Balding's 'People in the Sky' is a very disappointing painting. At any rate/In

contrast, Rae's 'Beach Scene' really brings this exhibition to life.

c) I would like to complain about the way I was treated in your shop. For one

thing/Besides, the assistant was rude ...

d) Our dining room is a place which we keep strictly for eating, as opposed

to/whereas the sitting room, which is for sitting, talking and watching TV.

e) We saw the Eiffel Tower, the Seine and the Louvre, what's more/as well as Euro

Disney.

f) The country's economy depends to a large extent/at least on the tourist industry.

g) I'm here on business in addition/as opposed to pleasure.

h) The weather is likely to be dry and warm. In the far north-west of Scotland,

however/whereas, it will be wet and windy.

38


Punctuation

Commas

Commas are used to separate items in lists, before question tags, to separate

clauses, after and around certain linking words.

- I've been to Dallas, New Orleans, Kansas and Tampa Bay.

- Sue is a lovely girl, isn't she?

- If you see Kevin, tell him his photocopies are ready.

- Broadly speaking, I agree with what you are saying.

- I do not, however, agree with your last point.

Note that commas are not used between a subject and its verb, or in defining relative

clauses.

- The lady standing over there at the bus stop is my next-door neighbour.

- Will the pupil who threw that paper dart please stand up now.

Apostrophes

Apostrophes are used to indicate letters omitted, possession and plurals of letters

and figures.

- Letters omitted: It's warm today.

- Possession: Jack's car, the player's entrance, the people's decision

Possessive its does not have an apostrophe.

Plurals: There are two I's in 'specially'. Are these 7's or 3's?

Colons and semi-colons

Colons introduce examples, lists, and statements which give in detail what has been

stated in general.

- There were two possible courses of action: borrowing from the bank, or

asking for more time to find the money elsewhere.

- Semi-colons divide parts of long sentences or long phrases in a list; it is

usually possible to divide one sentence into shorter ones, so that semi-colons

are unnecessary.

39


1 Add the necessary commas, (semi) colons and apostrophes to these

texts.

I've been to the following Italian cities Rome Florence Genoa and Pisa. I thought

Rome was incredible the food was great the views were fantastic and I will never

forget the vivacious people. The Italians' legendary hospitality was nowhere more

evident than in the capital city. But my all-time favourite is probably Genoa with its

fabulous hill-top houses and its dusty mountains reverberating to the sound of

grasshoppers. I spent many a happy hour looking down on the seething city below

and the sea beyond. Best of all the city's location at the heart of the Italian Riviera

meant that fabulous resorts like Portofino and Camogli were only a train ride away.

Water is becoming a more and more precious commodity so save as much as you

can. Flushing the toilet accounts for a third of all household water use so don't flush

wastefully. If you are only getting rid of a tissue for example resist the habit of

reaching for the handle or chain. Take a shower rather than a bath it uses about a

third of the water. And don't keep the water running all the time when you wash or

clean your teeth. If you have a garden try to find ways of saving water outside such

as using a water butt to collect rain water rather than using a hosepipe to water your

flowers. A simple pipe connecting external gutters to a water butt can save an awful

lot of water.

40


2 In most lines of this text, there is either a spelling or punctuation error. For

each line, write the correctly spelled word, or show the correct punctuation.

The common cold, as it is technicaly known, still resists the efforts of science to

control and cure it, and has given rise to a rich popular mythology. As the name

suggests the assumption is that you catch a cold because you go out in the cold or

get we As we now that a cold is a virus, and that we actually catch it from being in

contact with others', this is not strictly true. Shakeing hands with people, kissing

them or just being in the same room, can pass on the virus. It is now generally

beleived that cold viruses; and there is more than one type, are always present in

the throat, but only become active when the bodys resistence to infection is lowered.

The activated cold virus then attacks the membranes in the nose and throat, who's

tissues become weakened and thus suseptible to infection by types of bacteria

which are generally also present in the body. Sudden chilling, or getting soked to the

skin, promote conditions in nose and throat membranes that permitt the cold virus to

invade the body, although some individuals seem to be resistant to this. Just being

out in the cold is not enough, and studys conducted in wartime among troops living

in the open found that the incidence of colds' was no greater. As far as prevention

and cure are concerned, nearly everyone has there own favourite remedy. Doctors

have been unable to produse an affective vaccine against colds, although strong

claims have beer put forward for vitamin C.

41


How to write a correct title

Alle belangrijke woorden met een hoofdletter schrijven

Alle belangrijke woorden met een hoofdletter

Literature Review

History of Coffee Drinking

Emerging Coffee Markets in North America

High School and College Students

Commuting Workers

Competitors in the Hot Beverage Sector

Belangrijke woorden zijn doorgaans zelfstandig naamwoorden, voornaamwoorden,

bijvoeglijk naamwoorden, en bijwoorden.

De woorden die niet belangrijk zijn, en die dus zonder hoofdletter geschreven

moeten worden, tenzij ze aan het begin van het kopje staan, zijn:

• lidwoorden (a, an, the);

• voorzetsels (by, for, in, over, against, etc.);

• verbindingswoorden (and, or, because, etc.).

Je titel mag nooit een complete zin of vraag zijn en hij eindigt nooit met leestekens!

42


Example: discussion composition 1: find the mistakes

43

Smoking should be banned in all public places, including bars and restaurants.

Discuss

Going out Smoke-free

Nowadays three is a lot of discussion going on concerning smoking. Should it be

banned in all public places or must it continue to be allowed? This separates people

into two opposing groups: supporters and opponents of smoking.

The most important reason for saying that smoking should be banned is the health

factor. Not only the smoker, but also the people around him may damage their lungs

and in the worst case suffer from lung cancer. In addition, pregnant women should

not be exposed to cigarette smoke because – as doctors say – smoking can easily

damage the unborn baby, and cause it serious problems after it is born.

Furthermore, another reason that shows that smoking should be restricted and

banned in public places is that of the discomfort it creates. Imagine a smoker entering

a ‘no smoking’ bar, and all of the people around him smelling the smoke on his shirt

and slowly moving away from him. In addition to the above, a smoker’s breath is very

bad and a person who does not smoke will feel uneasy talking with him.

On the other hand, a majority of people state that smoking is a right that every person

has, and shouldn’t be banned because that would be a violation of his human rights.

Of course, tobacco industries are also against a smoking ban in public places due to

well-known reasons. They will lose millions of dollars if the ban exists because people

will only smoke at home and will not buy cigarettes all the time.

Concluding, and taking all the above into consideration, smoking plays a part in many

people’s lives but, as far as the ‘public’ factor is concerned we should not smoke in

public places because that would mean a violation of a non-smoker’s rights, whereas

the smoker can choose not to if he or she wants.

350 words


Example discussion composition 2: find the mistakes

44

Smoking should be banned in all public places, including bars and restaurants.

Discuss

Going out Smoke-free

Nowadays three is a lot of discussion going on concerning smoking. Should it be

banned in all public places or must it continue to be allowed? This separates people

into two opposing groups: supporters and opponents of smoking.

The most important reason for saying that smoking should be banned is the health

factor. Not only the smoker, but also the people around him may damage their lungs

and in the worst case suffer from lung cancer. In addition, pregnant women should

not be exposed to cigarette smoke because – as doctors say – smoking can easily

damage the unborn baby, and cause it serious problems after it is born.

Furthermore, another reason that shows that smoking should be restricted and

banned in public places is that of the discomfort it creates. Imagine a smoker entering

a ‘no smoking’ bar, and all of the people around him smelling the smoke on his shirt

and slowly moving away from him. In addition to the above, a smoker’s breath is very

bad and a person who does not smoke will feel uneasy talking with him.

On the other hand, a majority of people state that smoking is a right that every person

has, and shouldn’t be banned because that would be a violation of his human rights.

Of course, tobacco industries are also against a smoking ban in public places due to

well-known reasons. They will lose millions of dollars if the ban exists because people

will only smoke at home and will not buy cigarettes all the time.

Concluding, and taking all the above into consideration, smoking plays a part in many

people’s lives but, as far as the ‘public’ factor is concerned we should not smoke in

public places because that would mean a violation of a non-smoker’s rights, whereas

the smoker can choose not to if he or she wants.

350 words

What are the advantages and disadvantages of living in the countryside?

Solitude or Company

Since man’s first appearance on earth, people have lived in the countryside. Later,

people started creating bigger neighbourhoods which are called cities today. But what

makes people, even today, live in the countryside?

For centuries nature has been creating a feeling of relaxation and mental peace.

Nowadays people work very hard. This means that they have to sleep many hours a

day and not be stressed. Living in the countryside can give people the relaxation they

need. Villages outside cities consist of small communities where people know each

other very well. The noise and the fumes of the cities do not exist there. The

countryside offers you a sense of freedom which you cannot really find in the city. It is

the perfect place for elderly people to live.

On the other hand, the countryside has its disadvantages as well. Young people prefer

living in the city because of clubs and night life. Villages often do not have the good

facilities for sports or other buildings such as high schools, colleges, universities,

libraries, cinemas and courthouses. All these buildings are found in cities and only the

people who live there have access to them. Many people have to travel from the

countryside in order to go to their work or do any other kind of business. Entertainment

is not often found in the countryside. People there have to do other things than

clubbing, going to the cinema or going out. The countryside needs a lot of developing

and more facilities in order to give the perfect environment for its people.

However, for those who are neither elderly nor youth, the choice is more difficult. They

can prefer the countryside for their children, to play quietly in their large garden, or

they can choose to live in the city so they can go out and kindergarten is near.

People should therefore choose where to live depending on their needs and lifestyle.

Both have a lot to give but it is a hard decision, where to live, in the countryside or in a

city.


1 - English composition VWO

Schrijf een beschouwing aan de hand over het volgende onderwerp. De

genoemde argumenten zijn suggesties die je uit kunt werken als je er zelf

geen kunt bedenken. Je bent derhalve niet verplicht ze te gebruiken.

1. What are the advantages and disadvantages of the Olympic Games?

Denk aan:

Meedoen is belangrijker dan winnen

Economie

Milieu

Dak- en thuislozen

Minimaal 350 woorden.

Elektronisch woordenboek toegestaan. Internet niet toegestaan.

Je wordt beoordeeld op grammatica (4) taalgebruik (3), inhoud (2),

lay-out (2), spelling/interpunctie (1) en coherentie/cohesie (1). Daar

bovenop bestaat in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid een

bonuspunt te verdienen.

45

What are the advantages and disadvantages of living in the countryside?

Solitude or Company

Since man’s first appearance on earth, people have lived in the countryside. Later,

people started creating bigger neighbourhoods which are called cities today. But what

makes people, even today, live in the countryside?

For centuries nature has been creating a feeling of relaxation and mental peace.

Nowadays people work very hard. This means that they have to sleep many hours a

day and not be stressed. Living in the countryside can give people the relaxation they

need. Villages outside cities consist of small communities where people know each

other very well. The noise and the fumes of the cities do not exist there. The

countryside offers you a sense of freedom which you cannot really find in the city. It is

the perfect place for elderly people to live.

On the other hand, the countryside has its disadvantages as well. Young people prefer

living in the city because of clubs and night life. Villages often do not have the good

facilities for sports or other buildings such as high schools, colleges, universities,

libraries, cinemas and courthouses. All these buildings are found in cities and only the

people who live there have access to them. Many people have to travel from the

countryside in order to go to their work or do any other kind of business. Entertainment

is not often found in the countryside. People there have to do other things than

clubbing, going to the cinema or going out. The countryside needs a lot of developing

and more facilities in order to give the perfect environment for its people.

However, for those who are neither elderly nor youth, the choice is more difficult. They

can prefer the countryside for their children, to play quietly in their large garden, or

they can choose to live in the city so they can go out and kindergarten is near.

People should therefore choose where to live depending on their needs and lifestyle.

Both have a lot to give but it is a hard decision, where to live, in the countryside or in a

city.



Schrijf een essay aan de hand van één van de volgende onderwerpen. De



1. Smokers should pay more for their health insurance.

Discuss.

Eigen risico

Ziektekosten rijzen de pan uit

2. What are the advantages and disadvantages of a

society without prisons?Hogere straffen schrikken af

Lagere kosten

Moedigt misdaad juist aan



Je wordt beoordeeld op grammar (4), woordgebruik (3), inhoud (2),

lay-out (3), spelling/interpunctie (1) en coherentie/cohesie (1). Daar

bovenop bestaat in slechts zeer uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid een

bonuspunt te verdienen.

46


good luck

47



Schrijf een essay aan de hand van één van de volgende onderwerpen. De



1.Binge-drinking is a serious problem. Discuss.

ernst

omvang probleem

oplossing/oorzaak

2. What are the advantages and disadvantages of a

society without schools? vrijheid

verantwoordelijkheid



Je wordt beoordeeld op grammar (4), woordgebruik (3), inhoud (2), lay-out (3),

spelling/interpunctie (1) en coherentie/cohesie (1). Daar bovenop bestaat in slechts

zeer uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid een bonuspunt te verdienen.

good luck

48


49



1 Smoking should be banned in all public places, including bars and restaurants. Discuss.

Denk aan:

meeroken

ongezellig als je naar buiten gaat

recht om zelf te beslissen over je eigen gezondheid

vieze lucht

irritant voor ogen, enz.

2 What are the advantages and disadvantages of getting older?Denk aan:

gezondheidsproblemen

rustiger, zelfverzekerder

ander kijk op de wereld, ‘wijzer’

Je houdt minder tijd over, het ‘einde’ komt steeds dichterbij

3 An interesting job is better than a large salary! Discuss.

Denk aan:

plezier in je werk

minder dingen kunnen kopen dan een ander

Je kan jezelf en eventueel je gezin beter onderhouden

je brengt een groot deel van je tijd/leven op je werk door



Je wordt beoordeeld op grammatica (4) taalgebruik (3), inhoud (2),

lay-out (2), spelling/interpunctie (1) en coherentie/cohesie (1). Daar bovenop

bestaat in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid een bonuspunt te verdienen.

50


PART IV

EXTRA MATERIAL

Mixed tenses

Dictionary

Passive

51


Tenses mix(1)Choose from the tenses below

Present Simple Present Continuous

Past Simple Past Continuous

Present Perfect Present PerfectContinuous

Past Perfect Passive

1. The bottles (fill) _______________ before the labels are put on.

2. I (drive) _______________ to work every day.

3. She (come) _______________ last Friday.

4. Who (talk) _______________ to? Oh, that’s her brother.

5. English (speak) _______________ all over the world.

6. My friend (paint) _______________ the door when someone (come)

_______________ in.

7. I (not see) ___________ John for ages. I don’t know what (happen)

_____________ to him.

8. My grandma (knit) ______________________ the whole day. She loves it!

9. Two of my crystal glasses (already break) _______________ !

10. Shall we go for a walk? No, it (still rain) _______________ .

11. The tickets (post) _______________ to you more than a week ago.

12. I didn’t lose it. It (steal) _______________ !

13. I (play) _______________ tennis from 3 till 4 yesterday afternoon.

14. In Britain they (drive) _______________ on the left.

15. Where’s Tom? He (smoke) ______________ cigarette outside.

16. I first (meet) _______________ him ten years ago.

17. Vegetarians (not eat) _______________ meat.

18. All the rooms (not clean) _______________ yet.

19. He had a heart attack. He (take) _______________ to the hospital yesterday.

20. Where (you go?) _______________? Come back!

21. That painting of Rembrandt (still admire) ___________ by lots of people.

22. Jack (do) ____________ his homework when Susie (ring) ___________ and

asked him out.

23. After the fox (eat) _______________ the rabbit’s carcass, it went away.

52


24. His ankle (break) _______________ in a skiing accident.

25. He never (arrive) _______________ on time.

26. I (study) _______________ at school, but I (forget) _______________ most of it

now, because I (never have) _______________ the chance to practice it.

27. (Anyone sit?) _______________ here? No, no, sit down.

28. The Seine (flow) _______________ through Paris.

29. We (see) ______________ a lot of rubbish when we (walk)

_______________ through the park.

30. It (always rain?) _______________ so much here?

31. They (know) _______________ each other since they (be) _______________ at

school together. They (always be) _______________ very good friends.

32. The building at ST. Antoine (formerly use) _______________ as a prison.

Tenses mix(2)

34. I (have) _______________ this dress for ages. I (wear) _______________ it

many times. I (buy) _______________ it when I (go) _______________ to New

York a few years ago.

35. I (not see) _________ Tom in the office yesterday. Do you know where he

(be?)_______?

36. He (stay) _______________ at this hotel last year.

37. I sometimes (take) _______________ the nine o’clock train to Amsterdam.

38. This safe (not open) _______________ for the last ten years.

39. The project (complete) _______________ on time.

40. He (look) _______________ a lot better than he did a few days ago.

41. Yesterday at this time I (sit) _______________ at my desk at work.

42. Paul (live) _______________ in London when he was a student.

43. He (pull) ___________ up weeds in the garden for hours. Tell him to come for a

sandwich.

44. They (eat) _________ dinner, (discuss) _______ their plans and (have)____ a

good time.

53


45. I (not pay) _______ attention while I (write) _______ the letter, so I made several

mistakes.

46. I love his books. I (read) _______________ them all several times. A friend (give)

____________ me his first book years ago and since then I (buy) ____________

them all.

47. The police (instruct) _______________ to take firm action against hooligans.

48. She usually (stay) ___________ with her husband until he (go) _____________ to

work.

49. This room is still a mess! It (not clean) _______________ yet. 50. She (clean) __________ her room right now, because her friend (come)

_________ from Boston to visit her.

51. Water (freeze) _______________ at 0 Celsius.

52. The car (steal) _______________ from the park yesterday.

53. After five hours rescue workers (not still find) ______________________ any

survivors.

54. I (study) _______________ while my friend (make) _______________ dinner.

55. They (play) _______________ hockey, when suddenly it (begin) __________ to

rain.

56. After the accident the injured (take) _______________ to a nearby hospital.

57. He (be) __________________ in hospital ten times so far.

58. (They serve?) _______________ lunch here at twelve o’clock?

59. While I (drive) ____________ home, Pete (try) _____________ desperately to

contact me.

60. When I put on the television, the six o’clock news (already begin)

__________________.

61. Jennifer Capriati (win) _______________ the Australian Open in 2002.

62. Every day lunch (serve) _______________ at 11 o’clock.

54


Tenses mix(3)

65. Where is Jack? He (help) _______________ his father to fix the roof.

66. He is at the police station. He (arrest) _______________ this morning.

67. Sshh! I (try) _______________ to work!

68. Saturday evening I often (go) _______________ out.

69. I (never see) _______________ so many people on this street.

70. When Judy wanted to go to school, her brand new sneakers

(disappear)________________

71. (You listen?) _______________ while he (talk) _______________?

72. Lisa (dance) ____________ with Jake, but when she (see) ___________ me, she

stopped.

73. The new school (build) _______________ last year.

74. Our car (not yet take) _______________ into the garage.

75. Cars (produce) _______________ a lot of pollution.

76. (you ever be?)_______________ more shocked?

77. I wish I (not go) _____________________ there.

78. The couple (just enter) ___________________ when they (begin) ____________

to argue.

79. The picture (paint) _______________ by a 20th century French artist.

80. She (cry) __________________________ in her room for half an hour.

81. Till now the museum (visit) _______________ by many people.

82. (Tom’s sister go?) _______________ to school on Sundays?

83. She (sleep) _______________________ for the last two hours. Go and wake her

up.

84. I (meet) _______________ her before she (become) _______________ Miss

Universe.

85. Yesterday I (watch) _______________ TV for hours.

86. Thousands of cars (produce) _______________ by Ford every month.

87. I (think) ______________________ about you lately.

88. I apologised because I (leave) ___________________ money at home.

89. We are very tired, because we (play) _____________ tennis all morning.

90. Who (eat) ____________________ my chocolate bar? Soon I’ll have none left.

55


91. John was nervous, because he (never take) _______________ such a difficult

test before.

92. The throne (make) _______________ by the master carpenter 93. I (not have) _______________ breakfast before leaving home this this morning.

94. I (tell) _______________ him that I (forget) _______________ my keys.

95. By the time I got to the market, most of the stalls (close)_________________

96. It (snow) _______________________ since we arrived here. I wish it would stop

snowing.

97. The statistics (already analyse) _______________ by experts.

98. Cyril (email) _______________ while my mother (prepare)_______________

lunch.

99. Today the new theatre (open) _______________ by the mayor.

100. Yesterday a policeman (shoot) _______________ a burglar.

101. (You always have breakfast?) _______________ at 8?

102. Butter (melt) _______________ if you don’t put it in the fridge.

103. Look! The sun (rise) _______________.

104. They (look) _________ happy, because they (decide) _______________ to get

married.

105. He (save) _______________ from bankruptcy by the kindness of a friend.

106. She always (lose) _______________ her umbrella.

107. I don’t have my car. It (not repair) _______________________ yet.

108. They (take) _______________________ Kung Fu lessons for the last six

months.

56


Tenses mix(4) 109. They (spend) _______________ a week in Paris before they posted the cards.

110. She opened all the windows after the last guest (leave) _______________ .

111. He never (buy) _______________ his clothes alone.

112. Last week they (leave) _______________ on a world trip.

113. The man who (bite) _______________ by a snake was given a serum.

114. After I (buy) _______________ my new computer, I (sell) _____________ the

old one.

115. The newspaper (not be) _______________ very successful lately.

116. We (loose) _______________ the game.

117. Last week I (meet) _______________ her at the disco.

118. What (she wear?) _______________? Just jeans and a T-shirt.

119. When it (start)_______________ to rain, our dog (want) _______________

to go inside.

120. Why are your hands so dirty? “Well, I (work) ____________________

in the garden for the last two hours.”

121. Fiestas (make) _______________ in Cologne, Germany for many years now.

122. He said he (work) __________ for the same employer since he was eighteen.

123. By the time I (switch) ____________ the burglar (flee) _____________

124. When I stopped (speak) _______________ to Mary, she (water)

___________________ some flowers in her garden.

125. This room (use) _______________ for a meeting today.

126. Shakespeare (write) _______________ his best plays between 1601 and 1605.

He (stop) _______________ writing in 1611, when he (go) _______________

back to Stratford where he (die) _______________ in 1616. Many of his plays

(translate) _______________ into other languages.

127. He’ll give you a call as soon as he (arrive) _______________

128. She (try) ______________________ to get hold of you for hours.

129. I (make) _______________ a presentation in front of 500 people when the

microphone (stop) _______________ working.

130. After the accident he (help) _______________ by a policeman.

131. Oh dear! Fred (just throw) _______________ a stone through a window!

132. A lot of books (borrow) _______________ from the library last week.

57


133. I (do) _______________ my homework when he (enter)_______________.

134. Father (give) _______________ this watch to me as a birthday

present. I (look after) _______________ it carefully until today.

135. She (be) _____________ a widow since her husband (die) _____________ last

Easter.

136. Where (spend) _______________ your holidays last year?

137. Some milk (just spoil) _______________ on the carpet.

138. A job (offer) _______________ me last week.

139. Before we (go) ______________ out to dinner, we (reserve)_____________ two

tables.

140. The horses can come in the field ; we (leave) _______________ the gate open.

58


How to use the dictionary

Assignment 1: Translate the following sentences. Mind the words in italics and

choose your translation well.

1. Ik ben de laatste tijd veel aangekomen

2. Het slechte nieuws zal hard aankomen

3. Je mag daar niet aankomen

4. Ik zie aankomen dat er geen hut meer is

5. Zal de veerboot op tijd aankomen?

6. Het komt erop aan dat we geen vertraging hebben

7. Het kan fout gaan, maar we laten het erop aankomen

8. Hoe laat moet de trein aankomen?

Assignment 2: Translate the following sentences. The words in italics cannot be

translated with the “logical” Dutch equivalent. For example: zin 1: 'kom' cannot be translated into 'come'

1. Hoe kom ik bij het station?

2. Ik heb met hem te doen

3. Ze halen goede resultaten

4. Jouw oom was een rare vent, maar ik mocht hem wel

5. Ik moet meer aandacht schenken aan de cursus die ik volg

6. Je hebt het verkeerde nummer gedraaid

7. De auto reed op dat moment veel te hard

59


Assignment 3:

Translate the following sentences which are often used in formal letters. You cannot translate them literally!!

1. er keihard tegenaan gaan

2. ideeën kwijt kunnen

3. als het hen aanstaat

4. aan de slag gaan

5. dingen ondernemen

6. staan te trappelen

Assignment 4: Sometimes the English and Dutch words seem to be similar, but they don’t mean the same. Pay attention to the following lines and translate them.

uiteindelijk = eventual een eventuele oplossing

meedelen = inform waar kan ik informeren?

beestachtig = brutal het was een brutaal jongetje

magazijn = warehouse V & D is een warenhuis

beheersen = control we moeten de cijfers controleren

kartonnen doos = carton het is van karton gemaakt

bepaald = particular dit is particulier bezit

benauwd = stuffy in een stoffige kamer wonen

uitlekken = transpire transpireren vanwege de hitte

leeg = blank zwarte en blanke mensen

60


Exercises with the Passive (used in formal letters and essays)

Hadrian's Wall

Fill the gaps with the correct tenses (active or passive voice).

1. In the year 122 AD, the Roman Emperor Hadrian (visit) his provinces

in Britain.

2. On his visit, the Roman soldiers (tell) him that Pictish tribes from

Britain's north (attack) them.

3. So Hadrian (give) the order to build a protective wall across one of the

narrowest parts of the country.

4. After 6 years of hard work, the Wall (finish) in 128.

5. It (be) 117 kilometres long and about 4 metres high.

6. The Wall (guard) by 15,000 Roman soldiers.

7. Every 8 kilometres there (be) a large fort in which up to 1,000 soldiers

(find) shelter.

8. The soldiers (watch) over the frontier to the north and (check)

the people who (want) to enter or leave Roman Britain.

9. In order to pass through the Wall, people (must go) to one of the small

forts that (serve) as gateways.

10.Those forts (call) milecastles because the distance from one fort to

another (be) one Roman mile (about 1,500 metres).

61


11.Between the milecastles there (be) two turrets from which the soldiers

(guard) the Wall.

12. If the Wall (attack) by enemies, the soldiers at the turrets (run)

to the nearest milecastle for help or (light) a fire that (can

/ see) by the soldiers in the milecastle.

13. In 383 Hadrian's Wall (abandon) .

14.Today Hadrian's Wall (be) the most popular tourist attraction in

northern England.

15. In 1987, it (become) a UNESCO World Heritage Site.

Fill in: the right form of the passive voice.

1. When we got home, we realized that our house . (burgle)

2. America by Christopher Columbus. (discover)

3. Newspapers in some countries in kiosks as well as shops. (sell)

4. At this very moment the suspect by the police. (interview)

5. All the money already. (spend)

6. When I entered the room, the walls . (still/paint)

7. England by France in yesterday's rugby international. (beat)

8. What language in Estonia? - Estonian. (speak)

9. Several trees by lightning in the last night's storm. (strike)

10. The news by the time we get there. (already/announce)

11. The news by the time we got there. (already/announce)

12. Milk should in the refrigerator or it will go off. (keep)

62


63


Sentences are given in the active voice. Change them into the passive voice.

1. He teaches English.

2. The child is eating bananas.

3. She is writing a letter.

4. The master punished the servant.

5. He was writing a book.

6. Who wrote this letter?

7. Somebody cooks meal every day.

8. He wore a blue shirt.

9. May God bless you with happiness!

10. They are building a house.

11. I have finished the job.

12. I sent the report yesterday.

13. She bought a diamond necklace.

14. Somebody had stolen my purse.

64


Practice Makes Perfect

Part V

Exam Training

65


Examencursus Moderne Vreemde Talen: ENGELS

Stappenplan voor het maken van een moderne vreemde talen examen.

1 let speciaal op alles boven en onder de hoofdtekst (titel, inleiding, naam van

de schrijver, bronvermelding e.d.) en bedenk waar de tekst over gaat;

2 vraag je af wat je al over het onderwerp weet – denk hier even over na

voordat je verder gaat met de tekst;

lees eerst de hele tekst en onderstreep de woorden of woordgroepen die jou

belangrijk lijken;

3 als je een woord niet kent – lees dan eerst even door, misschien wordt het

uitgelegd of wordt er een synoniem gebruikt; raad de betekenis (lijkt het

woord op iets wat je kent uit een andere taal?);

4 lees nu nauwkeurig vraag voor vraag en zoek het tekstgedeelte erbij waar het

antwoord te vinden is;

5 let extra op de eerste en de laatste zin van een alinea; hierin staat de

belangrijkste informatie;

6 let op aanwijzingen voor het antwoord ook op de zinnen die in de vorige of in

de volgende alinea staan;

7 let op de zogenaamde signaal; zij geven aanwijzingen over hoe de tekst in

elkaar zit (tegenstelling, voordelen, nadelen, oorzaak, gevolg, argument);

8 probeer eerst zelf het antwoord op een meerkeuzevraag te geven voordat je

kijkt naar de alternatieven; kies het antwoord dat er het meest op lijkt;

9 herhaal de kern van de vraag in je antwoord en maak de zin af;

10 voer alle instructies in de vragen precies uit.

66


67

Een redenering die begint met

‘ik denk dat ...’

is fout.

Er wordt niet gedacht, er wordt examen gemaakt.

Niemand zit op jouw mening te wachten.

Een goed antwoord begint met:

’In de tekst staat ...’

ALLES STAAT IN DE TEKST !!!


STAPPENPLAN IN HET KORT

Het antwoord zelf formuleren

Wegstrepen KiezenLater op terugkomen!

1. Snelle oplossing

a) Lees de vraag zonder naar de antwoord-mogelijkheden te kijken. Dek deze af met je hand of een blaadje

b) Formuleer zelf het antwoord en schrijf dit kort op

c) Lees de antwoord-mogelijkheden door en kijk of jouw antwoord er (min of meer) tussenstaat. Als dat zo is schrijf dat antwoord op: je bent klaar. Vaak is de eerste indruk goed. Houd daaraan vast.

2. Bij twijfel:Streep de mogelijkheden die het zeker niet zijn op je antwoordenblaadje door. - Vaak zijn er één

of twee onzinantwoorden.

- Soms zijn er ook antwoorden die deels goed zijn, maar duidelijk niet volledig. Deze kunnen je wel in de goede richting sturen.

3. Kiezen uit de overgebleven mogelijkheden:

a) Lees de vraag en de overgebleven antwoorden nogmaals zorgvuldig,

b) Let op begrippen die in de vraag voorkomen en kijk of deze in het antwoord terugkomen,

Kijk welk antwoord het meest volledig is en het beste weergeeft wat er in de tekst staat. Je moet het antwoord altijd kunnen terugvinden in de tekst, alleen in andere bewoordingen.

4. Als je het echt niet weet….

a) Markeer de vraag zodat je er later op terug kan komen. Wie weet kom je er dankzij de volgende vragen alsnog op,

b) Aan het eind van je examen ga je alle gemarkeerde vragen nogmaals na,

c) Lees de gemarkeerde vragen zorgvuldig, bekijk de alternatieven die je nog niet hebt doorgestreept, denk er niet te lang over na: ga op je eerste indruk af.

68


Oefenen in de laatste fase

Instructies voor het lezen en begrijpen van examenteksten (multiple choice oftewel ABCD teksten) en het beantwoorden van de vragen.

Stap-voor-stap instructies:

Lees de titel (+ ondertitel), eventuele introductieregels. Kijk naar het plaatje +

onderschrift.

Lees vervolgens niet eerst de hele tekst, dit kost teveel tijd. Ga meteen naar de

eerste vraag. Lees goed wat er staat!

Onderstreep de woorden waar de vraag over gaat in de tekst. Als het om meer

dan 1 regel gaat, zet dan een streepje voor de regels. Dit helpt je focussen op het

stuk tekst waar het om gaat.

Lees dan de tekst vanaf de vorige vraag tot en met het stuk van de nieuwe vraag.

Lees dus ook tussenliggende alinea’s, zelfs als daar geen vraag over gesteld

wordt. Als er geen vraag over een alinea gesteld wordt, wees dan op je hoede!

Dit is een typisch Cito-trucje. Die alinea is wel belangrijk!

Ga terug naar de vraag, en bekijk per antwoord of je die woorden of het idee /

gevoel dat in dat antwoord verwoord wordt uit de tekst kunt halen. Zo niet, streep

dan het antwoord door en ga naar het volgende antwoord.

Als je zo alle antwoorden af bent gegaan, hou je vaak 2 antwoorden over: het

goede en het bijna goede. Lees de vraag en eventueel de tekst nog eens goed

door. Hoe meer woorden kloppen, hoe beter. Als de vraag is ‘wat is de kern van

de alinea’ en er is 1 zin over geld, en 3 over ruzie in het gezin, dan is

‘gezinsproblemen’ beter dan ‘financiële zorgen’.

Ga zo één voor één de vragen af. Probeer steeds de grote lijn van het artikel en

de mening van de schrijver in je hoofd te houden, zodat je geen tegenstrijdige

antwoorden geeft.

Zodra je merkt dat een (type) tekst erg moeilijk is, kun je die beter eerst

overslaan. Je kunt beter de makkelijkere teksten rustig en goed gedaan hebben,

en die punten binnenhalen. Als je dan nog tijd over hebt, doe je de moeilijke

tekst.

69


Vergeet niet om aan het eind bij meerkeuze vragen die je hebt overgeslagen in

ieder geval iets in te vullen.

Verder is het belangrijk op de volgende punten te letten:

De verbanden tussen alinea’s en zinnen. Zorg daarom dat je de voegwoorden

en signaalwoorden goed kent. Die woorden zijn de ‘richtingaanwijzers’ in de

tekst. Ze geven aan wat je kunt verwachten in een volgende zin of alinea, en dat

vergroot je begrip van de tekst.

Interpunctie. Leestekens als ? ! “ ‘ ; : zijn net als voegwoorden belangrijke

richtingaanwijzers in een tekst.

Ironie. Ironie is spot in het algemeen. Je herkent ironie aan:

o heel positieve woorden in een negatief stuk tekst

o een onderwerp dat er met de haren bijgesleept wordt

o soms, een vraag aan het eind van de tekst.

Positief / negatief. Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je vaak wel

reden of het een positief dan wel een negatief geladen woord is. Hiermee kom je

vaak al een heel eind. Let ook op voorvoegsels, als a-, im-, miss-, non-, un-, dis,-

il-,e.d. .

Let op kernwoorden in de antwoorden die niets met de tekst te maken hebben

of veel te sterk zijn, bv. nur, nie, immer of: only, never, always, of: seulement,

ne….que, toujours. Dit duidt er in de meeste gevallen op dat het antwoord fout is.

Let, als je woordenschat dat toelaat, op synoniemen. In het goede antwoord

staan vaak synoniemen van de woorden uit de tekst.

Probeer je woordenboek zo weinig mogelijk te gebruiken. Dit kost teveel tijd.

Denk in termen als positief en negatief, of probeer de betekenis met behulp van

Nederlands of een andere taal af te leiden. Beperk je woordenboekgebruik zo

veel mogelijk tot

o woorden in de antwoorden die je echt moet weten

o woorden uit de tekst die je moet weten om een open vraag in het

Nederlands te kunnen vertalen.

70


Vergeet nooit tussenliggende alinea’s te lezen, ook als er geen vraag over

gesteld wordt. Soms zijn ze gewoon nuttig om de grote lijn vast te houden, soms

staat daar juist het antwoord. Zo zie je het verschil:

o Kijk naar 2 opeenvolgende vragen.

o Als de ene vraag is: ‘Kijk in alinea 3’ en de volgende ‘Wat is de kern van

alinea 5?’, dan is alinea 4 belangrijk voor de grote lijn.

o Maar als de ene vraag is ‘Kijk in alinea 3’ en de volgende is een geciteerd

zinnetje met daarachter (al. 5)dan staat het antwoord waarschijnlijk in

alinea 4. Ze zeggen niet dat je in alinea 5 moet kijken voor het antwoord.

Ze zeggen alleen dat daar dat zinnetje staat.

Durf het overgebleven antwoord te kiezen. Als je de rest hebt weggestreept,

moet het overgebleven antwoord goed zijn, ook al weet je de precieze betekenis

niet. (Zijn de woorden die je niet weet soms synoniemen van de woorden in de

tekst?)

En: de eerste keus is vaak de beste! Let daar eens op bij het oefenen. Mocht dat bij

jou ook zo zijn, vertrouw dan op jezelf en ga aan het eind van je examen niet meer

veranderen.

71


SCHEMA 1: Stappenplan voor het achtergrondartikel

1. Hoe ga ik om met de 1 e vraag bij de tekst? Mogelijkheid 1. Wordt er gevraagd: Wat is de kern van alinea 1?Wat te doen? : alinea 1 doorlezen en link leggen met titel en plaatje

Mogelijkheid 2. De vraag is een open vraag.Wat te doen? : Dan weet je dat de titel moeilijk is!! Haal dan informatie uit de vraag

en leg een link met de titel en plaatjes.

Mogelijkheid 3. De eerste vraag is: Wat is de aanleiding voor……….?Wat te doen? : Het antwoord staat NIET in alinea 1. Probeer te antwoorden door een

link met titel + plaatje te leggen.

2. Zijn er argumenten te vinden?Argumenten ---- VOOR -------------------- maar,

Argumenten ---- TEGEN toch -- ( = tegenargument)

3. De expert ( = de persoon die op de hoogte is) : wat is zijn rol? Je moet dan twee dingen opzoeken : - Wat zegt hij? - Aan welke kant staat hij?

LET OP : DE REST IS ONZIN

Een typische expertvraag is: Wie uit de tekst zijn het met elkaar eens?

4.Het verschil tussen voorbeeld en omgekeerde voorbeeldvraag

Een voorbeeld : de vraag kan luiden: Met welk woord begint de zin?

In het antwoord kan dan staan : Engels: thus

Bv : de vraag kan luiden : Wat doet de schrijver in dit fragment?

Het antwoord is heel vaak : illustreren = een voorbeeld geven

Bv : In de vraag kan gevraagd worden: Wat zijn de verschillende mogelijkheden?

Het antwoord is heel vaak: 'it illustrates '

72


Let heel goed op signaalwoorden die een voorbeeld aangeven: for instance, to

illustrate, to show

Omgekeerde voorbeeldvraag: wat wil de schrijver met dit voorbeeld laten zien?

Als er gevraagd wordt: Geef de kern , de hoofdgedachte weer……./ Wat is de

kern van…….? Enz.

Dan, voor je gaat antwoorden: ALLE VOORBEELDEN SCHRAPPEN

Voorbeelden zijn ook altijd:Namen Plaatsen Getallen Percentages % Data

73


SCHEMA 2 : STAPPENPLAN VOOR ABCD (= multiple choice) TEKSTEN

Stap 1:

Kijk naar de titel en het plaatje en lees het intro van de tekst.

Nu ben je bezig met lezen om DE GROTE LIJN te zien.

Stap 2:

Lees eerst de vraag !

Aanstrepen in de tekst : zin of alinea(’s) die in de vraag wordt (worden)

genoemd.

Heb je een hele alinea/alinea’s onderstreept?

>> Dan is het antwoord te vinden ergens in het geheel van die alinea

(voorbeeld 1).

Heb je een zin onderstreept?

>> Dan is het antwoord te vinden in de rest van de alinea waarin je de zin

onderstreept hebt, dus de tekst die volgt op de onderstreepte zin.

Wat willen ze weten? Vertaal hiervoor de vraag in je hoofd. Streep signaalwoorden

aan en kijk goed naar een : !

Lees dan de tekst door!

Stap 3 :

“Onzin” antwoorden er uit gooien.

74


Stap 4:

Vraag je af………

Hoe vaak komt het antwoord voor in het aangestreepte deel?

Let op: vaak is 1 x niet genoeg. Het antwoord komt vaker voor.

Kloppen alle elementen? Bij lange zinnen, de zin in stukjes hakken!

Als de elementen niet kloppen, dan gewoon schrappen.

Sterke bijv. nw. maken antwoorden vaak fout, bv false, more, only, solely,

most, conclusively.

Past het antwoord in de grote lijn? Dus, hoort het bij de toon van de tekst,

bij het plaatje, bij de titel?

75


SCHEMA 3: STAPPENPLAN VOOR GATEN-TEKSTEN.

Stap 1:

Kijk naar de titel, het plaatje, de intro van de tekst en probeer → DE GROTE LIJN

te herkennen.

Stap 2:

Lees de tekst tot het gat en lees 1 zin extra erachter

Stap 3:

Let vervolgens op de signaalwoorden in de alinea : enkele voorbeelden:

Dus , omdat ……. Deze woorden geven de reden aan voor het gat ( so /

because )

Maar ……. Dit woord geeft het tegenovergestelde van het gat aan (but)

Dus ……. Dit woord ( = zo, op die manier) geeft voorbeeld voor het gat

(so /…)

…….….: De dubbele punt : Na de dubbele punt staat de inhoud van het

gat

Stap 4:

Probeer de antwoorden in te delen in positieve en negatieve antwoorden. Dit is ook

goed om de grote lijn te blijven zien. Vraag je bijvoorbeeld af:

Aan welke kant staat de expert, degene die het weet? Aan de negatieve kant of aan

de positieve kant?

76


Stap 5 :

Probeer je te richten op tegenstellingen in de antwoorden

A: Groot ←

B: Leuk

C: Klein ←

D: Koud

Stap 6:

Als het moeilijk blijft , probeer je te gokken op de grote lijn. Je vraagt je af: Wat

past in de grote lijn van de tekst? Je hebt altijd 70% kans.

77


SCHEMA 4: beweringsvragen

Herkennen van de vraag: de antwoorden zijn genummerd (1,2,3,4 …5, 6)

1. Voorbeeld: Geef van elk van de volgende beweringen over ..... aan of deze

wel of niet overeenkomt met de inhoud van alinea's 5, 6 en 7.

2. Lees eerst de antwoorden en streep je zoekterm aan:

a. Namen (eigennamen, bedrijven, merken), plaatsen (landen, steden)

b. Hoeveelheden (de meerderheid, een kleine groep) en

tijdsaanduidingen (vandaag de dag, in het begin)

c. ‘internationale’ woorden (discriminatie, autoriteit, informatica)

Heb je geen van de bovenstaande 3 punten?: dan zoek je naar wat jij herkent.

3. Let op: bij signaalwoorden staan antwoorden!

4. Kom je er echt niet uit? Slim gokken:

a. Staan er woorden in de bewering die antwoorden fout maken?

b. Past het in de GROTE LIJN?

78


SCHEMA 5: SCANTEKSTEN

Recensies

o Als de vraag is: wie is er positief of wie is er negatief? :

Lees dan: van iedere recensie de laatste zin

o Als de vraag is: wie is er uitsluitend positief of negatief:

Lees dan: van iedere recensie de laatste zin om de positivo’s en de negativo’s

te scheiden.

Lees dan: de overgebleven teksten. Let op tegenstellingswoorden. Er mag

geen ‘maar’ in zitten.

Vette kopjesAls je een hele pagina tekst krijgt met maar 1 vraag:

Lees dan eerst: alle tekst die vet, schuin of in HOOFDLETTERS is.

En

Vraag je af: staat hier het antwoord?

Rollenspel

Als je een vraag krijgt met bv. ..... je bent 17 jaar en je wilt in Engeland

vrijwilligerswerk met dieren gaan doen ....

Werk de gegevens dan in die volgorde af! Zo vergeet je geen enkel element.

ALINEA’S OVERSLAAN Als

De eerste vraag is: Wat is de kern van alinea 3?

De tweede vraag is: Wat is waar volgens alinea 5?

Dan is alinea 4 alleen belangrijk voor de grote lijn Als

De eerste vraag is: Wat is de kern van alinea 3?

De tweede vraag is: een ‘geciteerd zinnetje’ (alinea 5)

Dan is alinea 4 heel belangrijk. Daar staat dan het antwoord.

79


CITEREN

Als in de vraag staat: citeer...

... de 1e twee woorden van het zinsdeel:

Dan is het een lange zin.

Begin dan bij : , - ; - : - signaalwoord of ‘dat’

... de 1e twee woorden van de zin of het zinsdeel:

Dan neem je altijd de hele zin

... de 1e twee woorden van het tekstgedeelte

Dan is het meer dan 1 zin.

Als in de vraag staat dat je het hele citaat moet geven,

Dan neem je maximaal 10 woorden

Kort je citaat in tot die lengte, knip in de zin bij: , - ; - : - signaalwoord of ‘dat’

Overige Stappenplannen

Brieven

Ingezonden brieven hebben doorgaans een vaste vorm, die erg helpt.

Aanhef,

Aanleiding voor de brief (in uw krant van 12/8 stond een artikel over…)

Schrijver heeft er verstand van want (hij/zij heeft die betreffende baan ook)

Arugmenten kunnen al heel zinvol zijn

Conclusie is het belangrijkst!

Dus, focus op de tweede helft van de brief!

80


Stellingen matchen met tekststukjes

Dit kan de vorm hebben van:

- Alinea’s waar de tussenkopjes bij moeten

- Interview waar de vragen bij moeten

- Brieven waar de mening(en) die ze vertegenwoordigen bij moeten

- Experts die met hun uitspraak gecombineerd moeten worden

- Tieners die over een bepaald onderwerp gevraagd worden: wie zegt wat?

In alle gevallen: dit een GROTE LIJN vraag.

Lees 1 stukje tekst, let op signaalwoorden, kijk waar ze het ongeveer over hebben.

Lees dan de stellingen: welke gaat over ongeveer hetzelfde? Als het er maar 1 is:

dat is het antwoord. Zijn het er twee: lees dan het stukje nogmaals, ook tussen

signaalwoorden. Kijk dan wat het best erbij past.

81


Reading Proficiency

Part VI

Syllabus

(examen idioom)

82


List of expressions/words in examquestions

Uitbreiding / opsommingalso ookand en, vooral belangrijk als het aan het begin van de

zin staat.as well as evenalsbesides,* bovendien (met komma!)

He was late. Besides, he did not do his work.both …. and … Zowel …. Als …Even Zelfs (a, b, zelfs c)first, second, third eerste, tweede, derdefurthermore bovendienin addition bovendienindeed sterker nog (2e argument = meer van ’t zelfde)

I like this film. Hugh Grant is good looking.Indeed, he has the most beautiful eyes.

in fact* sterker nogHe was angry, In fact, he was furious.

moreover bovendienI like this film. The script is nice. Moreover, Hugh Grant is very good looking.

neither …. nor noch … nochnor evenmin (twee dingen niet dus.)

He did not speak. Nor did he look at me.not only … but also niet alleen, …. maar ook one …. another Eén ….. een andere / tweede (bijv. One reason is …. another

reason is ….or of

vooral belangrijk als het aan het begin van de zin staat.

too ookwhat is more bovendien

reden/oorzaakafter all* tenslotte

He got a promotion. After all, he works hardas sinds, daar, omdat

As you were not there, I left a message.as a result of als gevolg vanbecause omdatfor want

We listened carefully, for he brought news of the accident.

83


tegenstellingadmittedly toegegeven, (tegenargumentalthough, though ofschoon, hoewel

We lost the game, although we did our best.besides behalve (zonder komma)

Besides you, nobody writes me.but maarby contrast daarentegen, als contrastcertainly weliswaar (met komma, tegenargument)

conversely daarentegendespite ondankseither …. or … ofwel …. of ….even so toch, desondankshowever echterin fact* Feitelijk, eigenlijk (tegenargument)

Je zou denken, …. feitelijk zit het zo ….

Let op: in fact kan ook versterking/uitbreiding zijn.He was angry, In fact, he was furious.

in spite of ondanksinstead in plaats daarvannevertheless desalnietteminnow* nuof course, natuurlijk (met komma, tegenargument)on the one hand … on the other enerzijds, anderzijdsparadoxically in tegenstrijd daarmeerather eerder dan, in plaats van

Would you like to go to the movies?I would rather go to a restaurant.

still tochsure,Sure, today the weather is good, but

weliswaar, (met komma, tegenargument)Vandaag is het weer weliswaar goed, maar

then again aan de andere kantto be fair om eerlijk te zijn (tegenargument, verzachtend)

He made a mess of that assignment. To be fair, it was too much for one person to handle.

true,True, he has some good points, too.

weliswaar (met komma, tegenargument)Hij heeft weliswaar ook goede punten.

whereas terwijlHe earns a lot, whereas his wife’s income is poor.

(mean)while* ondertussen (als in: ondertussen gebeurt het tegenovergestelde)

yet tochvoorwaarde

if als, indienprovided mits, op voorwaarde datunless tenzij

84


tijd / volgordebefore voorearlier vroegereventually uiteindelijkinitially aanvankelijkin the past in het verledenlater laternow* nuonce zodra, toen eenmaal

Once he came home, he changed clothes.once upon a time op een keer … er was eens …present, present-day nu, tegenwoordig, vandaag de dagtoday tegenwoordig, vandaag de daguntil totdat(mean)while* ondertussen (als in: ondertussen gebeurt het

tegenovergestelde)gevolg/conclusie

after all tenslotteas a result door, als gevolg vanconsequently met als gevolghence daarom, zodoendein short kortomso dus, daaromthat’s why daarom.

He never works. That’s why he failed his exam.therefore daaromthus zo, op die manier, samenvattend

He shouted. He screamed. He cried. He cursed. Thus did he express his feelings.

vergelijkingas if alsofequally evenzeer, evenzolikewise op dezelfde maniersimilarly op dezelfde manier

voorbeeldenfor example bij voorbeeldfor instance bijvoorbeeldsuch as zoals

Overigat least 1. tenminste

(bijv. The repair will cost at least $100.)2. Een meer precieze verduidelijking, vaak gebruikt

om een uitspraak aft e zwakken/minder stellig te maken.(bv. I can handle it – at least, I think I can)

3. In elk geval(bijv. At least, you should call to tell me that you’ve arrived there safely. You might at least answer the letter)

85


Functiewoorden

Duidelijk maken (feiten, arguementen) Omschrijving functieto make clear duidelijk maken Er wordt een situatie

beschreven in de alinea waarbij naar één conclusie wordt toegewerkt. Dit is het punt dat de schrijver duidelijk wil maken.

to show aantonento prove bewijzento point out wijzen opto demonstrate aantonento clarify duidelijk makenIllustreren (voorbeelden)to show aantonen In de voorafgaande alinea (of

groter tekstgedeelte) wordt een algemeen punt gemaakt, dat in de gevraagde alinea wordt beschreven voor een concrete/specifieke situatie. In de gevraagde alinea staat dus een voorbeeld van de ervoor beschreven situatie.

to illustrate illustrerento give examples voorbeelden geven

Benadrukken (argumenten, redenen)to stress benadrukken In de gevraagde alinea wordt

nadruk gelegd op het onderwerp waarnaar gevraagd wordt. Dit kan de schrijver doen door herhaling of door overdreven woorden te gebruiken (bijv.: ik was boos, wat zeg ik: woedend. Of nee, furieus!)

to emphasise benadrukkento highlight uitlichten

Tegenspreken (tegenstelling, afzwakking)to question in twijfel trekken Er is een tegenstellend verband

te ontdekken ten opzichte van eerdere tekstgedeelten. Je zou dus voor de zin ‘maar’ kunnen zetten.

to contradict tegensprekento criticise bekritiserento undermine ondermijnento refute weerleggento challenge uitdrukkelijk twijfelen

aanto present a different perspective/to put into perspective

van een andere kant bekijken

to reject verwerpenAnalyseren (feiten, uitwerking)to analyse analyseren Er wordt een objectieve

omschrijving of uitleg gegeven over een bepaald onderwerp of idee. Vaak wordt dit over een onderweerp gezegd dat men wil onderzoeken of waar men meer van wil weten.

to describe beschrijvento outline beschrijvento discuss bespreken

86


Uitwerken (uitbreiding, opsomming) to add toevoegen Er wordt een opsomming

gegeven van verschillende stukken specifieke informatie (bijv. voorbeeld, redenen of verklaringen

to elaborate uitbreidento list (reasons/explanations)

(redenen/verklaringen) opsommen

Ondersteunen (positief)to corroborate instemmen met Er wordt min of meer hetzelfde

gezegd als in vorige tekstgedeelten, maar dan door een andere partij of met een sterker argument. Vaak in vergelijking met de Grote Lijn van de tekst.

to praise prijzento support (onder)steunento advocate pleiten (voor iets)to confirm bevestigen

Andere functiesto explain uitleggen (redenen,

opsomming)to explain why legt uit waarom: let goed op

dat die reden er dan ook letterlijk moet staan!

to modify aanpassen (tegenargumenten, afzwakking)

to introduce inleiden (voorbeeld, feiten)

to present (solutions) (oplossingen) aandragen

to summarise samenvatten (conclusie)

87


Basiswoorden

Hieronder vind je de zogenaamde ‘basiswoorden’ Engels. Deze lijst is gemaakt op basis van de examens van afgelopen jaren. De woorden die hier staan komen daarin relatief vaak voor. Wanneer je aan je woordenschat wilt werken in voorbereiding op je examen, kun je deze woordenlijst leren. Om het leren gemakkelijker te maken, zijn de woorden in categorieën ingedeeld.

Belangrijk voor het begrijpen van de vraag en antwoordenin accordance withto judge fromin line with

what is […] in line with/to judge form/in accordance with/to paragraph 3?

in overeenstemming met, volgenste oordelen naar, volgensin lijn met, volgens

wat is [….] volgens alinea 3?

To aim Richten opit amounts to het komt neer opTo approachYou must approach the subject from both sides

BenaderenJe moet het onderwerp van beide kanten benaderen

to cause, a cause veroorzaken, oorzaakto characterise typerenTo claim Stellen dat, bewerenit concerns het gaat overTo contain bevatten(to) debate debat, bediscussiëren Due to Dankzij, ten gevolge vanhow does … relate to…? hoe verhoudt zich … tot …?To imply Impliceren (je zegt het niet letterlijk, maar je

bedoelt het wel)To prove BewijzenTo provide Voorzien vanToon van de schrijverhow can the tone of paragraph x be characterised

op welke toon is paragraaf x geschreven

schrijver is positief: positief:admiring bewonderendapproving instemmend

schrijver is neutral neutraal:matter-of-fact geeft de feitenobjective objectief, laat beide kanten van de zaak zien

schrijver is negatief: negatief:angry boosconcerned bezorgddisappointed teleurgestelddisbelieving gelooft het niet

88


furious woedendindifferent onverschilligindignant verontwaardigdpessimistic pessimistisch, somber gestemd

schrijver spot er mee: spot ermee:amused geamuseerd (een klein beetje spottend)cynical cynisch, een vorm van spotironic ironisch, een vorm van spotjoking grapjes makendmocking spottendsarcastic sarcastisch, hatelijkTijdAncient Zeer oud, antiekcentury eeuwdecade decennium, 10 jaarmodern modern, van deze tijdoften vaakPositieve strekkingto achieve, achievement (iets) bereiken, prestatieadvantage voordeelAppropriate GeschiktTo benefit Voordeel hebben vanCharitable liefdadigcharity goed doelTo convince OvertuigenCredibility geloofwaardigheidto develop, development Ontwikkelen, ontwikkelingeffective effectief, doeltreffendto encourage aanmoedigenEnhancement Vermeerdering, versterkingGifted Begaafd, intelligentGrowth groeiimportance belangrijkheidto improve, improvement verbeteren, verbeteringto increase, an increase vergroten, toenamepopular populair, geliefdTo profit Voordeel hebben vanprogress vooruitgangProsperity Welvaartto raise, rising Doen toenemen, stijgendsafe veiligto solve, solution oplossen, oplossing(to) support steun, ondersteunen, steunenNegatieve strekkingto abuse misbruiken, mishandelento blame de schuld gevento complain, complaint Klagen, klacht

89


To counter, alles beginnend met ‘counter’

Tegengaan, alles met counter is tegen iets

Danger, dangerous Gevaar, gevaarlijkA decline, declining Daling, dalendTo deny ontkennenTo disappoint, disappointment Teleurstellen, teleurstellingFalse, wrong Fout, verkeerdTo fail, failure Falen, mislukkingHard Moeilijk, hardto ignore, ignorance negeren, onwetendheidto lack ontbrekenTo mock bespottenTo reduce VerminderenTo regret Spijt hebben van, betreurenrisk risicostruggle Inspanning, worstelingSuffering lijdenthreat dreigingViolence geweldviolent geweldadigOnderzoek doen, onderwijs, opvoedingAcademic Gellerde, academicus (doet onderzoek aan de

universiteit), universitairDegree Universitaire graad, mate waarineducation opvoeding, onderwijsevidence bewijsfacts feitenFindings bevindingenGrades Cijfers, klashistorical Geschiedkundig, historischknowledge kennisPupils leerlingenresearch (wetenschappelijk) onderzoekscience wetenschap, veelal exacte vakkenscientific wetenschappelijkscientists wetenschappersSociety Maatschappijspecies soortenState Staat, toestandstudies onderzoeken, studiessurvey onderzoekMens en maatschappijAccident OngelukAttitude HoudingAudience PubliekAuthority Overheid, machthebbendeBackgrounds AchtergrondenBehaviour Gedrag

90


To believe, belief Geloven, geloofCitizenship (staats)burgerschapcommunity gemeenschapConspiracy SamenzweringEngineering techniekenvironment milieu, omgevingEthical Moreel, etisch (gaat over normen en waarden)Foreign Buitenlands, vreemdGlobal Wereld-government regeringIndependent OnafhankelijkIndividual Individueel, individuIssues Onderwerpen, zakenLanguage taallegal wettelijklocal plaatselijk, lokaalMoral Moraal, moreel (gaat over normen en

waarden)Native Inwoner, autochtoon, inheemsopinion mening(To) order bevel, bevelenpolitical politiekpower macht, krachtpolicy beleidprivate privéPublic(let op: public school)

Openbaar, algemeen(particuliere (en heel dure) kostschool

scene scene, wereldjesocial maatschappelijkStatements beweringensystem systeem, stelselTrial rechtzaakTruth waarheidEconomieAdvertisement reclameAgency bureau, bedrijf, organisatieAgriculture landbouwbrand merkbusiness bedrijf, handel, zakenCommercial handels-, bedrijfs-, commercieelClient KlantCorporate Bedrijfs-Corporations Bedrijven, ondernemingenDebtor Iemand met een schuldExecutive ManagerFinancial Financieel, geld-Investors Beleggersindustry industrie, bedrijfstak

91


Insurance Verzekeringto offer, offer Aanbieden, aanbod(To) order Bestelling, bestellenPractice Praktijk, bedrijf, beroepResources MiddelenWealth Rijkdom, welzijnBoekenFiction Fictie, verzonnenNovel RomanPublished UitgegevenQuotations CitatenReviewer RecensentStories verhalenMenselijk lichaamCells CellenClinical Klinisch (betreft het ziekenhuis/ziekte)Depression Depressie, somberheidDiet Voeding, dieetdisease ZiekteGenes GenenGenetic Genetischhealth gezondheidHeart Harthuman menselijk, mensInnate AangeborenMental Geestelijk, mentaalOffspring Nakomeling(en)Pharmaceutical Farmaceutisch (geneesmiddelen producerend)physical Lichamelijk, fysiekPsychological Geestelijk, psychischSense GevoelTo sense WaarnemenTreatment Behandeling (van ziekte), hoe je met

mensen/dieren omgaatAlgemeenability bekwaamheidTo be able to In staat zijn omto accept accepterenaccess toegangactually eigenlijk, in feiteAdditional BijkomendAdvice AdviesAmount Hoeveelheidapparently BlijkbaarTo appear (ver)schijnento argue beweren/stellen, ruzie makenAttention AandachtAverage Gemiddeld

92


To avoid vermijdenBased on Gebaseerd opBeyond Verder/meer dan, buiten …. OmBias Vooroordeel, neiging, tendensBy accident Per toevalCertain Zeker, bepaaldto change veranderenCircumstances omstandighedencommon gewoon, veel voorkomendCompetition WedstrijdComplex ingewikkeldconcern bezorgdheidConditions Omstandighedenconsequences gevolgenConsistent ConsequentContents InhoudTo contribute BijdragenControversial Omstreden, controversieelCurrent Tegenwoordig, huidigTo decide BesluitenDelivery BezorgingEasily moeitelooseffects effecten, gevolgenenough GenoegEntirely GeheelEmphasis NadrukEquality GelijkheidEspecially VooralExposed BlootgesteldFew WeinigeFocus NadrukForced GedwongenTo gain Winnen, meer van iets krijgengenerally, in general in/over het algemeento happen gebeurenHuge ReusachtigTo identify Vaststellen, identificerenTo identify with Vereenzelvigen metImage BeeldTo imagine VoorstellenImpact InvloedIn particular VoornamelijkIn practice In de praktijkIncluding inclusief(to) influence Invloed, beïnvloeden Interest BelangInvolved BetrokkenIt amounts to Het is gelijk aan, het komt neer op

93


To judge Oordelenlikely waarschijnlijkMajor Ernstig, grootTo make sense Ergens op slaanTo make sense of Proberen te begrijpenMatter kwestieTo matter Van belang zijnnecessarily noodzakelijkOrdinary Gewoon (hoeft niet negatief te zijn)particularly in het bijzonderperhaps misschienphenomenon fenomeenPotential VermogenPrecisely PreciesPresence AanwezigheidTo prevent voorkomenpressure drukprobably waarschijnlijkProportion GedeeldePurpose DoelQuite Nogal, geheelRadiation stralingrange Bereik, reeksReality Werkelijkheid, realiteitRegard Aandacht, achtingRemarkable OpmerkelijkResponse Antwoord, reactieSimilar GelijkSources BronnenTo spread Zicht uitstrekken, zich verspreidenTo state VaststellenTo tackle Iets (op een bepaalde manier) aanpakkenTerms TermijnenUsually GewoonlijkValue WaardeWhether OfWorth waarde

94


Let op, Engelse woorden kunnen vaak op meer dan een manier gebruikt worden. Bijvoorbeeld als werkwoord en als zelfstandig naamwoord.

Bijvoorbeeld:A regret = iets waar je spijt van hebtTo regret = spijt hebben van

Ook kun je van een zelfstandig naamwoord met vaste voor –of achtervoegsels weer andere woorden maken, die wel allemaal ongeveer hetzelfde betekenen. Kijk dus, voor je een woord gaat opzoeken, of dat kan.

Regret – regretable, regretfully = het heeft allemaal met spijt te maken. Als je dus een stuk van een woord herkent, kun je daar heel veel aan hebben.

Een paar veel gebruikte achtervoegsels:

less = loos, zonder

ruthless = meedogenloosFlawless = foutloosUseless = nutteloosEffortless = zonder inspanning (wij hebben niet altijd een woord met -loos

erachter!)

Able = -baar, je kunt er dit of dat mee doen

Available = beschikbaarRegrettable = betreurenswaardigReadable = leesbaarProfitable = winstgevend

95

acengels.weebly.com€¦ · web view7 i will try to get a holiday job. otherwise i will get bored...

Documents