university of groningen weerbaarheidstraining binnen novo ... · gedefinieerd als de motivatie van...
TRANSCRIPT
University of Groningen
Weerbaarheidstraining binnen NOVO, een verkenning van motivatie en doelenRiemersma, N.; Tuinstra, Jolanda
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite fromit. Please check the document version below.
Document VersionPublisher's PDF, also known as Version of record
Publication date:2014
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):Riemersma, N., & Tuinstra, J. (2014). Weerbaarheidstraining binnen NOVO, een verkenning van motivatieen doelen. s.n.
CopyrightOther than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of theauthor(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediatelyand investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons thenumber of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
Download date: 25-01-2021
W
EE
WEERB
N VERK
BAARHE
KENNIN
EIDSTR
NG VA
Drs. N
Dr
RAININ
AN MOT
N. Riemersma
. J. Tuinstra
Juli 2013
NG BINN
TIVATI
a
NEN NO
E EN D
OVO,
DOELENN
‐‐‐‐ 1.
Colofon
Vraagnummer: GV 32/2012/C
Titel: Weerbaarheidstraining binnen NOVO, een verkenning van motivatie en doelen
Auteur: Mevrouw drs. N. Riemersma
Begeleiding: Mevrouw dr. J. Tuinstra, Coördinator Wetenschapswinkel Geneeskunde &
Volksgezondheid
Vraagindiener: NOVO
Uitgave: Wetenschapswinkel Geneeskunde & Volksgezondheid
Adres: Universitair Medisch Centrum Groningen
Antonius Deusinglaan 1
9713 AV Groningen
Telefoon: 050‐3639080
E‐mail: [email protected]
Datum: juli 2013
‐‐‐‐ 2.
Voorwoord Voor u ligt het rapport van het onderzoek ‘Weerbaarheidstraining binnen NOVO, een verkenning van
motivatie en doelen’. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode van februari 2013 tot juli 2013 en is een
vervolg op de masterthesis Sociologie van Leoni van Schaick1.
Graag bedanken we nogmaals de medewerkers van NOVO die een bijdrage hebben geleverd aan het
onderzoek van Leoni van Schaick. We hebben de door haar verzamelde gegevens kunnen gebruiken.
Daarnaast danken we mevrouw J. Smit voor haar bijdrage en mevrouw J. Leutscher en de cliënten voor
de mogelijkheid om aanwezig te zijn bij een weerbaarheidstraining.
Groningen, juli 2013
Nienke Riemersma
Jolanda Tuinstra
Wetenschapswinkel Geneeskunde & Volksgezondheid
Universitair Medisch Centrum Groningen
1 Schaick, L.H. van. (2012). Weerbaarheidstraining voor mensen met een verstandelijke beperking. Een onderzoek naar de invloed van verschillende factoren op de intentie van cliënten van NOVO om aan de weerbaarheidstraining van NOVO deel te nemen. Groningen: Wetenschapswinkel Geneeskunde & Volksgezondheid, UMCG.
‐‐‐‐ 3.
Inhoud Voorwoord 2.
Hoofdstuk 1 Inleiding 4.
Onderzoeksvragen 5.
Leeswijzer 6.
Hoofdstuk 2 Methode van onderzoek 7.
2.1 Operationalisering van de vraagstelling 7.
2.2 Gegevensverzameling 8.
2.3 Onderzoekspopulatie 8.
2.4 Gegevensanalyse 9.
Hoofdstuk 3 Resultaten 10.
Deelvraag 1: Welke doelen hebben de cliënten die een
weerbaarheidstraining bij NOVO hebben gevolgd? 10.
Deelvraag 2: Zijn de vooraf opgestelde doelen na het volgen van de
weerbaarheidstraining van NOVO door de cliënt van
NOVO gerealiseerd? 11.
Deelvraag 3: Wat is de mate van motivatie van de cliënten bij de
start van de weerbaarheidstraining van NOVO? 13.
Deelvraag 4: Heeft de mate van motivatie van de cliënten bij de
start van de weerbaarheidstraining van NOVO invloed
op het aantal vooraf opgestelde doelen? 13.
Deelvraag 5: Heeft de mate van motivatie van de cliënten bij de
start van de weerbaarheidstraining van NOVO invloed
op het realiseren van de vooraf opgestelde doelen na
het volgen van de weerbaarheidstraining van NOVO? 14.
Hoofdstuk 4 Conclusie en aanbevelingen 15.
4.1 Conclusie 15.
4.2 Aanbevelingen 16.
‐‐‐‐ 4.
Hoofdstuk 1 Inleiding
Uit de praktijk en de literatuur komt naar voren dat mensen met een verstandelijke beperking minder
sociaal vaardig en minder weerbaar zijn dan leeftijdsgenoten zonder een verstandelijke beperking2. Het
is voor mensen met een verstandelijke beperking dan ook belangrijk dat zij goede training en
begeleiding krijgen om de weerbaarheid te vergroten. Sociale‐ en weerbaarheidsvaardigheden van
mensen met een verstandelijke beperking kunnen worden verbeterd door middel van training3. Om
hierin te voorzien organiseert NOVO4 voor de cliënten weerbaarheidstrainingen. Deze
weerbaarheidstrainingen bestaan uit onderdelen van het Rots & Water programma5 en van de
weerbaarheidstraining aan vrouwen met een verstandelijke beperking6.
Van Schaik onderzocht voor haar masterthesis7 welke factoren invloed hebben op de intentie van
cliënten van NOVO om deel te nemen aan de georganiseerde weerbaarheidstrainingen. Intentie8 wordt
gedefinieerd als de motivatie van cliënten om deel te nemen aan de weerbaarheidstraining. In dat
onderzoek is gebruik gemaakt van de Theorie van Gepland Gedrag (TGG)9.
Hierbij is onderzocht of de factoren uit de TGG, attitude10, subjectieve norm11 en zelfeffectiviteit12 van
invloed zijn op de motivatie. Uit de resultaten blijkt dat de attitude van de cliënt naar voren komt als
belangrijkste factor, die de motivatie beïnvloed om de training te volgen. Voorafgaand aan de training
heeft de cliënt een idee over de training en in hoeverre die goed voor hem/haar zal zijn. Dat blijkt een
belangrijke factor voor de motivatie. De andere onderzochte factoren, subjectieve norm en
zelfeffectiviteit blijken in het onderzoek van Van Schaick geen invloed te hebben op de motivatie.
2 Bielecki, J., & Swender, S. L. (2004). The assessment of social functioning in individuals with mental retardation: A review. Behavior Modification, 28, 694–708. 3 Hayashi, M., Arakida, M., & Ohashi, K. (2011). The effectiveness of a sex education program facilitating social skills for people with intellectual disability in Japan. Journal Of Intellectual And Developmental Disability, 36(1), 11‐19. 4 NOVO is een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking met locaties in de provincies Groningen en Drenthe. 5 Ykema, F. (2008). Het Rots en Water perspectief. Een psychofysieke training voor jongens. Basisboek. Amsterdam: SWP. 6 Van Veen, M. (2008). Weerbaarheidstraining voor vrouwen met een verstandelijke beperking. Modulebeschrijving. Trainersgroep Weerbaarheid Noord‐Nederland. 7 Schaick, L.H. van. (2012). Weerbaarheidstraining voor mensen met een verstandelijke beperking. Een onderzoek naar de invloed van verschillende factoren op de intentie van cliënten van NOVO om aan de weerbaarheidstraining van NOVO deel te nemen. Groningen: Wetenschapswinkel Geneeskunde & Volksgezondheid, UMCG. 8 Intentie vormt in het gedane onderzoek de uitkomstmaat. 9 Ajzen, I. (1991). The theory of planned behavior. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 50, 170‐
211. 10In het onderzoek van Van Schaick wordt met attitude de houding ten aanzien van het volgen van de
weerbaarheidstraining van NOVO bedoeld. 11 In het onderzoek van Van Schaick wordt met subjectieve norm de sociale druk bedoeld die cliënten ervaren om
wel of niet de weerbaarheidstraining van NOVO te volgen. 12 Zelfeffectiviteit betekent in het onderzoek van Van Schaick de mate waarin de cliënt van NOVO gelooft dat hij of
zij in staat is deel te nemen aan de weerbaarheidstraining van NOVO.
Door de a
geschonk
gegevens
zich hier o
realiseren
weerbaar
weerbaar
invloed is
vooraf op
weergege
Figuur 1.1:
Onderzoe
Om boven
Zijn de vo
door de cl
invloed op
De vraags
1. Welke
2. Zijn d
cliënt
3. Wat is
4. Heeft
invloe
5. Heeft
invloe
weerb
Intentie
Mate van
Volgen weerbaaNOVO
afbakening va
en aan de fac
over verzam
op. Gedrag be
n doelen. Er is
rheidstraining
rheidstraining
op de gereal
pgestelde doe
even waar het
: Schematische
eksvragen
nstaande vrag
oraf opgestel
liënt van NOV
p?
stelling is opg
e doelen heb
e vooraf opge
van NOVO g
s de mate van
t de mate van
ed op het aan
t de mate van
ed op het rea
baarheidstrai
n motivatie
arheidstraining
an de mastert
ctor ‘gedrag’ v
eld. Omdat d
estaat uit ged
s gekeken naa
g zijn opgeste
g al dan niet z
iseerde doele
elen en op het
t huidige ond
e weergave ond
gen te kunne
lde doelen ge
VO en heeft d
edeeld in de
ben de cliënt
estelde doele
erealiseerd?
n motivatie v
n motivatie va
ntal vooraf op
n motivatie va
liseren van de
ning van NOV
g
thesis heeft V
van het mode
e factor ‘ged
dragsovertuig
ar welke en h
ld en of de op
zijn gerealisee
en. Anders ge
t wel of niet r
erzoek op inz
derzoeksmode
n beantwoor
erealiseerd na
de mate van m
volgende dee
en die een w
en na het volg
an de cliënte
an de cliënten
pgestelde doe
an de cliënten
e vooraf opge
VO?
Gedrag
Welke doele
Aantal doel
Doelen wel/gerealiseerd
Van Schaick in
el TGG. In de
rag’ relevant
ingen en zijn
et aantal doe
pgestelde doe
erd. Daarnaas
ezegd, heeft d
realiseren van
zoomt:
l
rden is de volg
a het volgen v
motivatie bij d
elvragen:
eerbaarheids
gen van de we
n bij de start
n bij de start v
elen?
n bij de start v
estelde doele
en
en
/niet d
n haar onderz
dataverzame
wordt geach
in dit huidige
elen bij de sta
elen na het v
st is gekeken
de mate van m
n de doelen. H
gende vraags
van de weerba
de start van d
straining bij N
eerbaarheids
van de weer
van de weerb
van de weerb
en na het volg
oek geen aan
eling zijn hier
t, richt het hu
e onderzoek g
art van de
volgen van de
of de factor ‘
motivatie inv
Hieronder sta
stelling geform
aarheidstrain
de weerbaarh
NOVO hebben
straining van
baarheidstrai
baarheidstrain
baarheidstrain
gen van de
ndacht
echter wel
uidige onderz
gedefinieerd
‘motivatie’ va
loed op het a
aat schematis
muleerd:
ning van NOV
eidstraining h
n gevolgd?
NOVO door d
ining van NOV
ning van NOV
ning van NOV
‐‐‐‐ 5.
zoek
als te
an
aantal
sche
VO
hier
de
VO?
VO
VO
‐‐‐‐ 6.
Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek wil NOVO, indien nodig, de weerbaarheidstraining
aanpassen om deze zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de cliënten.
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt de opzet van het onderzoek verder toegelicht. In hoofdstuk 3 volgen de resultaten.
Afsluitend worden in hoofdstuk 4 de conclusie en aanbevelingen beschreven.
‐‐‐‐ 7.
Hoofdstuk 2 Methode van onderzoek
In dit hoofdstuk wordt de operationalisering van de vraagstelling (2.1) beschreven. Daarna worden
achtereenvolgens de gegevensverzameling (2.2) en de onderzoekspopulatie (2.3) en de gegevensanalyse
(2.4) toegelicht.
2.1 Operationalisering
Vooraf opgestelde doelen: voor de start van de weerbaarheidstraining van NOVO zijn doelen opgesteld.
Deze doelen zijn door de cliënt zelf aangedragen, door het cliëntsysteem, door de
gedragswetenschapper en/of door de medewerker Scholing & Training op basis van de intake. Om de
doelen voor dit onderzoek te kunnen ‘scoren’ zijn aan de hand van de literatuur vooraf twaalf doelen
geformuleerd. Tijdens het dossieronderzoek viel echter op dat het doel ‘grenzen kunnen onderscheiden’
en het doel ‘grenzen kunnen aangeven’ vaak los van elkaar werden genoemd en niet als één doel. Er is
daarom besloten dit doel op te splitsen in twee verschillende doelen zodat er uiteindelijk de eerste
dertien mogelijke doelen aan de hand van de literatuur zijn opgesteld (zie tabel 2.1). Daarnaast kwamen
in de dossiers andere doelen naar voren, die als mogelijke doelen zijn toegevoegd (zie doelen 14 tot en
met 20, tabel 2.1). Doelen die nog niet in de lijst stonden en slechts één keer genoemd zijn, zijn onder
het doel ‘overige doelen’ geplaatst. De lijst bestond uiteindelijk uit 21 doelen gebaseerd op zowel de
literatuur als op de inhoud van onderzochte cliëntdossiers.
Tabel 2.1: Doelen vanuit de literatuur en dossieronderzoek
Doelen zoals bekend in de literatuur.
Na het volgen van de weerbaarheidstraining…..
Doelen zoals geformuleerd in de cliëntdossiers.
Na het volgen van de weerbaarheidstraining…..
1. kan ik beter grenzen onderscheiden 14. kan/durf ik beter mijn mening te geven
2. kan/durf ik beter grenzen aan te geven 15. kan ik beter omgaan met sociale situaties
3. kan/durf ik beter dingen te weigeren 16. kan ik beter emoties onder woorden brengen
4. kan/durf ik beter hulp in te roepen 17. heb ik een stevigere houding en ademhaling
5. kan/durf ik beter problemen op te lossen 18. kan ik beter grenzen van anderen aanvoelen
6. kan/durf ik beter mijzelf te verdedigen (fysiek) 19. kan/durf ik beter voor mijzelf op te komen
7. kan ik beter mijzelf beheersen 20. heb ik mijn eigen identiteit versterkt
8. kan ik mij beter ontspannen 21. overige
9. heb ik meer zelfvertrouwen
10. kan ik de geleerde vaardigheden in praktijk brengen
11. kan ik mij weren in intimiderende situaties
12. ben ik bang voor stigmatisering*
13. ben ik bang voor groepsdruk*
* Deze doelen zijn verder in het onderzoek niet meegenomen, omdat tijdens het dossieronderzoek blijkt dat deze
in geen enkel dossier zijn benoemd.
Volgen van weerbaarheidstraining van NOVO: volgen van weerbaarheidstraining welke door NOVO in
groepsvorm wordt gegeven.
‐‐‐‐ 8.
Cliënt van NOVO: Cliënt die zorg/begeleiding ontvangt van de organisatie NOVO die in de periode 2007 –
2012 een weerbaarheidstraining van NOVO heeft gevolgd. Of op het moment van de
gegevensverzameling de weerbaarheidstraining volgen.
Realiseren van doelen: als na het volgen van de weerbaarheidstraining het oordeel van de cliënt, de
gedragswetenschapper en/of de medewerker Scholing & Training over het verbeteren van het doel
positief is gelabeld.
2.2 Gegevensverzameling
In dit onderzoek is gebruik gemaakt van het databestand van Van Schaick13. Er is sprake van een
secundaire gegevensanalyse. De bestaande gegevens zijn op twee manieren verzameld, namelijk door
(1) dossieronderzoek en (2) het afnemen van een vragenlijst. Deze twee methodes worden hieronder
kort beschreven:
1. Dossieronderzoek
Het betreft dossiers van cliënten van NOVO die de weerbaarheidstraining volgen of hebben
gevolgd. Aan de hand van de lijst met mogelijke doelen (tabel 2.1) is gescoord of dit doel wel of
niet werd beschreven in het dossier. Hierbij is de aanname gemaakt dat als een bepaald doel
niet in het dossier voorkomt, de cliënt, de gedragswetenschapper en/of de medewerker
Scholing & Training deze niet heeft opgesteld als te behalen doel.
Ook is in het dossier bekeken of het opgestelde doel daadwerkelijk door het volgen van de
weerbaarheidstraining is gerealiseerd.
2. Vragenlijst
Het betreft een vragenlijst voor gedragswetenschappers die de cliënten van NOVO hebben
doorverwezen naar de weerbaarheidstraining. Hierin is gevraagd wat volgens de
gedragswetenschapper de motivatie van de cliënt is bij de start van de weerbaarheidstraining.
2.3 Onderzoekspopulatie
Er zijn van 48 cliënten gegevens beschikbaar. De onderzoeksgroep bestaat uit 12 mannen en 36
vrouwen. De gemiddelde leeftijd is 30.7 jaar met een range van 19 tot en met 59 jaar. Meer dan de helft
van de cliënten heeft een licht verstandelijke beperking. Dit zijn cliënten die op het moment van de
gegevensverzameling een weerbaarheidstraining volgen of hebben gevolgd in de periode 2007‐2012. In
het onderzoek wordt naar de gehele groep gekeken. Voor bepaalde deelvragen is binnen de gehele
groep een selectie gemaakt van cliënten, die de weerbaarheidstraining daadwerkelijk hebben afgerond.
Deze selectie bestaat uit 27 cliënten. Acht mannen en 19 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 32.3
jaar (range 19 – 58 jaar). Ook in deze groep hebben meer dan helft van de cliënten een licht
verstandelijke beperking.
13 Schaick, L.H. van. (2012). Weerbaarheidstraining voor mensen met een verstandelijke beperking. Een onderzoek naar de invloed van verschillende factoren op de intentie van cliënten van NOVO om aan de weerbaarheidstraining van NOVO deel te nemen. Groningen: Wetenschapswinkel Geneeskunde & Volksgezondheid, UMCG.
‐‐‐‐ 9.
2.4 Gegevensanalyse
Met behulp van (1) beschrijvende en (2) toetsende statistiek zijn de gegevens geanalyseerd.
1. Beschrijvende statistiek
Voor het inzichtelijk maken van de doelen en of deze al dan niet zijn gerealiseerd (deelvragen 1,
2 en 3) is gebruik gemaakt van de beschrijvende statistiek (frequenties en waar mogelijk
gemiddelden).
2. Toetsende statistiek
De toetsende statistiek is gebruikt bij de relaties tussen de variabelen. Ten eerste tussen de
motivatie en het aantal vooraf opgestelde doelen (deelvraag 4). Hier zijn aan de hand van de
ANOVA de resultaten getoetst. De variabele motivatie is hergecodeerd in drie klassen
(1. ongemotiveerd, 2. niet ongemotiveerd/niet gemotiveerd en 3. gemotiveerd) in plaats van de
zeven klassen uit de vragenlijst. Ten tweede is voor de relatie van de motivatie en het realiseren
van de vooraf opgestelde doelen (deelvraag 5) de Chi‐kwadraattoets gebruikt. Ook hier is
uitgegaan van de motivatie in drie klassen. De variabele gerealiseerde doelen is opnieuw
ingedeeld in twee klassen (1. niet verbeterd en 2. verbeterd). Voor deze analyse is een selectie
van cliënten die de training daadwerkelijk hebben afgerond (n=27) uit de gehele groep cliënten
(n=48) gemaakt (zie 2.3).
‐‐‐‐ 10.
Hoofdstuk 3 Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek weergegeven. Hierbij zijn de deelvragen als
leidraad gebruikt.
Deelvraag 1: Welke doelen hebben de cliënten die een weerbaarheidstraining bij NOVO hebben
gevolgd?
Binnen de gehele groep cliënten (n=48) is gekeken welke specifieke gestelde doelen vooraf aan de
weerbaarheidstraining zijn opgesteld. Deze zijn in tabel 3.1 beschreven. De doelen zijn op volgorde van
frequentie weergegeven.
Tabel 3.1: Opgestelde doelen (op volgorde van frequentie en top 5 cursief gedrukt)(n=48, 1 missing)
Doelen Aantal cliënten die
het doel hebben
opgesteld
Aantal cliënten die
het doel niet
hebben opgesteld Na het volgen van de weerbaarheidstraining…..
..kan/durf ik beter grenzen aan te geven 39 (81.3%) 8 (16.7%)
..heb ik meer zelfvertrouwen 31 (64.6%) 16 (33.3%)
..kan ik beter omgaan met sociale situaties 30 (62.5%) 17 (35.4%)
..kan/durf ik beter voor mijzelf op te komen 30 (62.5%) 17 (42.9%)
..kan/durf ik beter dingen te weigeren 27 (56.3%) 20 (56.3%)
..kan ik beter emoties onder woorden brengen 22 (45.8%) 25 (52.1%)
..kan ik beter mijzelf beheersen 17 (35.4%) 30 (62.5%)
..heb ik mijn eigen identiteit versterkt 17 (35.4%) 30 (62.5%)
..kan ik beter grenzen onderscheiden 13 (27.1%) 34 (70.8%)
..kan/durf ik beter hulp in te roepen 11 (22.9%) 36 (75.0%)
..kan/durf ik beter mijzelf te verdedigen (fysiek) 11 (22.9%) 36 (75.0%)
..kan ik mij beter ontspannen 11 (22.9%) 36 (75.0%)
..kan/durf ik beter mijn mening te geven 11 (22.9%) 36 (75.0%)
..kan ik beter grenzen van anderen aanvoelen 7 (14.6%) 40 (83.3%)
..overige doelen 6 (12.5%) 41 (85.4%)
..kan/durf ik beter problemen op te lossen 5 (10.4%) 42 (87.5%)
..kan ik mij weren in intimiderende situaties 5 (10.4%) 42 (87.5%)
..kan ik de geleerde vaardigheden in praktijk brengen 3 (6.3%) 44 (97.7%)
..heb ik een stevigere houding en ademhaling 3 (6.3%) 44 (91.7%)
Het doel dat het vaakst naar voren komt is ‘grenzen aangeven’. Dat komt in 4 van de 5 dossiers naar
voren. Daarna volgen ‘meer zelfvertrouwen’, ‘beter omgaan met sociale situatie’ en ‘beter voor mezelf
opkomen’. Deze drie doelen komen in ongeveer in twee derde van de dossiers voor. Tot slot in de top 5
van de meest genoemde doelen is ‘beter dingen weigeren’, die in meer dan de helft van de dossiers
wordt genoemd. Drie van de doelen in de top 5 zijn afkomstig uit de literatuur en de andere twee uit de
cliëntdossiers.
Overall wordt voor 41.7 % (n=20) van de gehele groep cliënten (n=48) aangegeven dat het volgen van de
weerbaarheidstraining in het algemeen een verbetering kan brengen.
‐‐‐‐ 11.
Deelvraag 2: Zijn de vooraf opgestelde doelen na het volgen van de weerbaarheidstraining van
NOVO door de cliënt van NOVO gerealiseerd?
Van de 48 cliënten hebben 27 cliënten op het moment van de gegevensverzameling de training
afgerond. Alleen van deze 27 cliënten zijn gegevens verzameld over of de doelen al dan niet zijn
gerealiseerd. De overige cliënten hebben de weerbaarheidstraining nog niet afgerond (n= 15) of zijn er
gegevens over de behaalde resultaten niet bekend door overige reden (n=6) zoals te veel afwezigheid of
de weerbaarheidstraining is door omstandigheden eerder afgebroken.
In tabel 3.2 is per genoemd doel aangeven of deze na het volgen van de weerbaarheidstraining al dan
niet is gerealiseerd. Ook hier is gekozen om de doelen in volgorde van frequentie aan te geven
Tabel 3.2: Opgestelde doelen (op volgorde van frequentie en top 5 cursief gedrukt) en of het doel al dan niet is
gerealiseerd na het volgen van de weerbaarheidstraining (n=27)
Doelen
Aantal
cliënten
die het
doel
hebben
opgesteld
Niet
gerealiseerd
Wel
gerealiseerd
Geen resultaat bekend
Na het volgen van de weerbaarheidstraining…..
..kan/durf ik beter grenzen aan te geven 21 (77.8%) 2 (9.5%) 10(47.6%) 9 (42.9%)
..kan/durf ik beter dingen te weigeren 19 (70.4%) 7 (36.9%) 12 (63.2%)
..kan/durf ik beter voor mijzelf op te komen 19 (70.4%) 2 (10.6%) 17 (83.5%)
..kan ik beter omgaan met sociale situaties 17 (63.0%) 1 (5.9%) 3 (17.7%) 13 (76.5%)
..heb ik meer zelfvertrouwen 17 (63.0%) 2 (11.8%) 8 (47.1%) 7 (41.2%)
..kan ik beter emoties onder woorden brengen 13 (48.1%) 1 (7.7%) 5 (38.5%) 7 (53.8%)
..kan ik beter mijzelf beheersen 10 (37.0%) 5 (50.0%) 5 (50.0%)
..kan ik mij beter ontspannen 9 (33.3%) 6 (66.6%) 3 (33.3%)
..kan/durf ik beter mijzelf te verdedigen (fysiek) 8 (29.6%) 1 (12.5%) 7 (87.5%)
..kan/durf ik beter mijn mening te geven 8 (29.6%) 8 (100.0%)
..heb ik mijn eigen identiteit versterkt 7 (25.9%) 1 (14.3%) 6 (85.7%)
..kan ik beter grenzen onderscheiden 6 (22.2%) 2 (33.4%) 4 (66.7%)
..kan/durf ik beter hulp in te roepen 6 (22.2%) 1 (16.7%) 5 (83.3%)
..kan ik beter grenzen van anderen aanvoelen 6 (22.4%) 1 (16.7%) 5 (83.3%)
..kan ik mij weren in intimiderende situaties 3 (11.1%) 1 (33.3%) 1 (33.3%) 1 (33.3%)
..kan/durf ik beter problemen op te lossen 2 (7.4%) 2 (100.0%)
..kan ik de geleerde vaardigheden in praktijk
brengen
2 (7.4%) 1 (50.0%) 1 (50.0%)
..heb ik een stevigere houding en ademhaling 2 (7.4%) 2 (100.0%)
..overige doelen 1 (3.7%) 1 (100.0%)
De top 5 meest genoemde doelen van de groep cliënten die de training al heeft afgerond is gelijk aan de
top 5 van de totale groep, alleen de volgorde is anders. Ook hier zijn drie van de doelen uit de top 5 drie
‐‐‐‐ 12.
afkomstig uit de literatuur en twee doelen afkomstig uit de cliëntdossiers. Bij de doelen wordt
voornamelijk een realisatie aangegeven. Opvallend is dat bij veel cliënten in het dossier niet staat
beschreven of het opgestelde doel al dan niet is gerealiseerd (zie kolom ‘geen resultaat bekend’).
Overall wordt, binnen de groep van 27 cliënten die de weerbaarheidstraining hebben afgerond, voor
51.9% (n=14) aangegeven dat het volgen van de weerbaarheidstraining in het algemeen een verbetering
voor de cliënt heeft gebracht.
Daarnaast is gekeken welke doelen in het algemeen worden gerealiseerd door het volgen van de
weerbaarheidstraining (tabel 3.3). Het gaat hierbij om alle doelen waarvan de cliënt na het volgen van
de weerbaarheidstraining aangeeft dat dit is gerealiseerd en staat dus los van of het doel vooraf is
opgesteld.
Tabel 3.3: Doelen (op volgorde van frequentie en top 5 cursief gedrukt) waarvan wordt aangegeven dat deze is
gerealiseerd na het volgen van de weerbaarheidstraining(n=27)
Doelen
Na het volgen van de weerbaarheidstraining…..
Oordeel van de cliënt over het doel:
Wel gerealiseerd
..heb ik meer zelfvertrouwen 14 (51.8%)
..kan ik de geleerde vaardigheden in praktijk brengen 14 (51.8%)
..kan ik me beter ontspannen 13 (46.1%)
..kan/durf ik beter grenzen aan te geven 12 (44.4%)
..kan ik beter mezelf beheersen 12 (44.4%)
..kan ik beter grenzen onderscheiden 11 (40.7%)
..kan/durf ik beter dingen te weigeren 11 (40.7%)
..heb ik een stevigere houding en ademhaling 11 (40.7%)
..kan/durf ik beter voor mezelf op te komen 11 (40.7%)
..kan ik beter emoties onder woorden brengen 10 (37.0%)
..kan/durf ik beter hulp in te roepen 5 (18.5%)
..kan/durf ik beter mijn mening te geven 4 (14.8%)
..kan ik beter omgaan met sociale situaties 4 (14.8%)
..overige doelen 4 (14.8%)
..heb ik mijn eigen identiteit versterkt 3 (11.1%)
..kan ik beter grenzen van anderen aanvoelen 2 (7.4%)
..kan/durf ik beter problemen op te lossen 1 (3.7%)
..kan/durf ik beter me zelf te verdedigen (fysiek) 1 (3.7%)
..kan ik me weren in intimiderende situaties 1 (3.7%)
Uit bovenstaande tabel blijkt dat cliënten ook andere doelen realiseren dan de doelen die zij van te
voren met het volgen van de weerbaarheidstraining wilden behalen. Naast de eerder benoemde ‘heb ik
meer zelfvertrouwen’ en ‘kan/durf ik beter grenzen aan te geven worden hierbij genoemd ’kan ik de
geleerde vaardigheden in praktijk brengen, ‘kan ik me beter ontspannen’ en ‘kan ik beter mezelf
beheersen’.
‐‐‐‐ 13.
Deelvraag 3: Wat is de mate van motivatie van de cliënten bij de start van de
weerbaarheidstraining van NOVO?
In tabel 3.4 is voor de gehele groep cliënten (n=48) weergegeven wat hun motivatie was bij de start van
de weerbaarheidstraining en voor de selectie van 27 cliënten die de weerbaarheidstraining
daadwerkelijk hebben afgerond.
Tabel 3.4: Motivatie bij de start van de weerbaarheidstraining van de gehele groep cliënten (n=48) en van de
cliënten die de weerbaarheidstraining hebben afgerond (n=27)
Cliënt was
ongemotiveerd
Cliënt was niet
ongemotiveerd/
niet gemotiveerd
Cliënt was
gemotiveerd
gehele groep cliënten (n=48, 1 missing) 1 (2.1%) 3 (6.3%) 43 (89.6%)
cliënten die de weerbaarheidstraining hebben
afgerond (n=27, 1 missing)
0 (0.0%) 1 (3.7%) 25 (92.63%)
Over het algemeen zijn de cliënten gemotiveerd om de weerbaarheidstraining te volgen.
Deelvraag 4: Heeft de mate van motivatie van de cliënten bij de start van de weerbaarheidstraining
van NOVO invloed op het aantal vooraf opgestelde doelen?
Per cliënt is gekeken hoeveel doelen hij/zij heeft opgesteld voor de start van de weerbaarheidstraining.
Gemiddeld zijn dit 6.4 doelen(range 2‐11 doelen). Tabel 3.5 is per aantal doelen aangeven hoeveel
cliënten uit de gehele groep (n=48) dit aantal doelen bij de start hebben geformuleerd.
Tabel 3.5: Aantal benoemde doelen voor de gehele groep cliënten (n=48, 1 missing)
Aantal genoemde doelen: Aantal cliënten
2 doelen 1 (2.1%)
3 doelen 3 (6.3%)
4 doelen 3 (6.3%)
5 doelen 11 (22.9%)
6 doelen 10 20.8%)
7 doelen 7 (14.6%)
8 doelen 4 (8.3%)
9 doelen 3 6.3%)
10 doelen 2 (4.2%)
11 doelen 3 (6.3%)
Geen aantal bekend 1 (2.1%)
Er is aan de hand van een ANOVA getoetst of de motivatie (tabel 3.4) samenhangt met het aantal doelen
welke de cliënt voor de start van de weerbaarheidstraining heeft opgesteld (tabel 3.5). De toets geeft
een p‐waarde van 0.142. Hieruit blijkt dat er geen samenhang bestaat tussen de motivatie en het aantal
opgestelde doelen.
‐‐‐‐ 14.
Deelvraag 5: Heeft de mate van motivatie van de cliënten bij de start van de weerbaarheidstraining
van NOVO invloed op het realiseren van de vooraf opgestelde doelen na het volgen
van de weerbaarheidstraining van NOVO?
Voor de groep cliënten die de weerbaarheidstraining hebben afgerond (n=27) is per doel met de Chi‐
kwadraattoets getoetst of er een samenhang is tussen de mate van motivatie en het realiseren van de
vooraf opgestelde doelen. Tijdens de analyse bleek dat voor alle doelen de Chi‐kwadraattoets niet kon
worden uitgevoerd, omdat er niet voldaan kon worden aan de voorwaarden van de regel van Cohran
(verdeling van aantal cliënten in cellen). Hierdoor kan deze deelvraag op basis van de huidige data niet
worden beantwoord.
‐‐‐‐ 15.
Hoofdstuk 4 Conclusie en aanbevelingen In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek beschreven (4.1) en de daaruit voortvloeiende
aanbevelingen (4.2).
4.1 Conclusie
Voor de start van de weerbaarheidstraining worden doelen door en/of voor de cliënt opgesteld, welke
in het cliëntdossier staan beschreven. De belangrijkste doelen die voorafgaand aan de
weerbaarheidstraining worden gesteld zijn:
Na het volgen van de weerbaarheidstraining kan/durf ik beter grenzen aan te geven;
Na het volgen van de weerbaarheidstraining heb ik meer zelfvertrouwen;
Na het volgen van de weerbaarheidstraining kan ik beter omgaan met sociale situaties;
Na het volgen van de weerbaarheidstraining kan/durf ik beter voor mijzelf op te komen;
Na het volgen van de weerbaarheidstraining kan/durf ik beter dingen te weigeren.
Gemiddelde worden 6.4 doelen per cliënt genoemd.
Hier dient de kanttekening te worden geplaatst dat het onduidelijk is wie deze doelen heeft
geformuleerd, dit kan de cliënt zelf, de gedragswetenschapper en/of de medewerker Scholing &
Training zijn. Het doel kan vanuit verschillende perspectieven worden aangegeven.
Voor de cliënten die de weerbaarheidstraining hebben afgerond is nagegaan of door het volgen van de
weerbaarheidstraining het doel daadwerkelijk is gerealiseerd. Hierbij moet opgemerkt worden dat in het
merendeel van de dossiers informatie ontbrak over het al dan niet realiseren van het vooropgestelde
doel. In de dossiers waarin het resultaat van de doelen wel stond beschreven, wordt over het algemeen
aangegeven dat het doel door het volgen van de weerbaarheidstraining is gerealiseerd. Ook hier is
onduidelijk vanuit welk perspectief dit is bekeken: vindt de cliënt zelf dat er een realisatie is opgetreden
of vindt gedragswetenschapper of de medewerker Scholing & Training dat.
Er wordt binnen de weerbaarheidstraining niet alleen gewerkt aan de doelen die vooraf opgesteld zijn.
Zo kan het zijn dat na de gevolgde weerbaarheidstraining naast de opgestelde doelen ook andere
doelen zijn gerealiseerd, welke niet voor het volgen van de weerbaarheidstraining waren geformuleerd.
Doelen die hierbij genoemd zijn, luiden:
Na het volgen van de weerbaarheidstraining kan ik de geleerde vaardigheden in praktijk
brengen;
Na het volgen van de weerbaarheidstraining kan ik me beter ontspannen;
Na het volgen van de weerbaarheidstraining kan ik beter mezelf beheersen.
De cliënten die deelnemen aan de weerbaarheidstraining binnen NOVO zijn over het algemeen
gemotiveerd. Motivatie is belangrijk om daadwerkelijk aan de weerbaarheidstraining deel te nemen en
deze ook af te ronden. Als gekeken wordt naar de factor motivatie is het niet zo dat hoe gemotiveerder
de cliënt is hoe meer doelen hij/zij met het volgen van de weerbaarheidstraining wil verbeteren. Voor
‐‐‐‐ 16.
de relatie tussen de motivatie en het realiseren van de doelen waren onvoldoende gegevens
beschikbaar om te toetsen of de mate van motivatie een samenhang heeft met het al dan niet
verbeteren van het opgestelde doel.
4.2 Aanbevelingen
Met het huidige onderzoek wordt inzicht gegeven in de weerbaarheidstraining die NOVO aanbiedt aan
een aantal cliënten. Om betekenisvolle informatie te geven is het nodig om voldoende en betrouwbare
gegevens te hebben. Het verdient dan ook aanbeveling om aandacht te besteden om in het cliëntdossier
duidelijk de vooraf gestelde doelen op te nemen. Daarbij is het van belang om aan te geven of de cliënt
zelf, de gedragswetenschapper en/of de medewerker Scholing & Training het doel heeft aangeven. Door
het goed registreren van de opgestelde doelen weet de trainer aan welke doelen de cliënt wil werken en
is een evaluatie van de weerbaarheidstraining zinvoller. Per opgesteld doel kan worden aangegeven of
deze al dan niet is gerealiseerd. De opgestelde doelen zijn een leidraad en aanvullend kan er in de
training aandacht zijn voor andere doelen. Rapportage in het cliëntdossier na afloop van de training is
ook weer van belang: zijn de doelen gerealiseerd en vanuit wie wordt dat opgemerkt, door de cliënt,
door de gedragswetenschapper en/of door de medewerker Scholing & Training.
In dit onderzoek is gekeken naar de weerbaarheidstraining in groepsvorm. Ook worden er binnen NOVO
individuele weerbaarheidstrainingen gegeven. Dit aantal neemt toe. De resultaten van dit onderzoek
kunnen niet, zonder verder dossieronderzoek, één op één worden overgenomen voor de individuele
weerbaarheidstraining. Aanbevolen wordt de onderzoeksvraag ook te beantwoorden voor de cliënten
die de individuele weerbaarheidstraining volgen/hebben gevolgd.