sheets week 1

47
Financieel management en sponsoring Minor sportmanagement 2012-2013

Upload: mouradchaouch7

Post on 10-Jun-2015

167 views

Category:

Documents


2 download

TRANSCRIPT

Page 1: Sheets week 1

Financieel management en sponsoring

Minor sportmanagement 2012-2013

Page 2: Sheets week 1

Introductie Peter Lansaat• 2001 – 2005 HU Sport & Entertainment

Marketing• 2005 – 2007 Coördinator Sponsoring & Events

Feyenoord Rotterdam N.V.• 2007 – 2009 Sponsor Manager Feyenoord

Rotterdam N.V.• 2010 – heden Founder P2 Sports Marketing• 2012 – heden Founder Fans First

Page 3: Sheets week 1

Introductie Peter Lansaat

• @P2Sports• @Fans1st• Facebook: Fans1st• www.p2sportsmarketing.nl• www.fans-first.nl

Nevenactiviteiten:- 2011 Partnerships @ TEDxRotterdam- Blogger; o.a. SPORTNEXT

Page 4: Sheets week 1

Kennismaking studenten

• Wie ben jij?

• Welke studierichting volg je? Welk jaar?

• Wat heb je met sponsoring?

• Financiële kennis?

• Wat zijn je verwachtingen van deze module?

Page 5: Sheets week 1

Wat gaan we doen?• Theoretisch kader Financieel Management• KNVB Licentiesysteem• Organisatie vereniging• Theoretisch kader Sponsoring• Gastsprekers:– KNVB afd.Licentiezaken– Nieuwegeinse Golfclub– ATOS Origin (Worldwide Partner IOC)– Rabobank (17 jaar sportsponsoring)

• Cases

Page 6: Sheets week 1

Toetselementen

• Groepsopdracht Licentiesysteem (20%)

• Groepsopdracht Sponsoring (20%)

• Tentamen (60%)

Page 7: Sheets week 1

Huishoudelijke zaken

• Boek: Sportmanagement John Beech & Simon Chadwick ISBN 978-90-430-1257-7

• Groepen formeren

• Presentie

Page 8: Sheets week 1

Sportmanagement

2 elementen:

• Sport• Management

Wat is management?

Page 9: Sheets week 1

Wat doet een manager:• Zet de lijnen uit• Coördineert werkzaamheden team• Geeft leiding• Bewaakt realisatie doelstellingen

Management is:• Plannen • Organiseren• Leidinggeven• controleren

Page 10: Sheets week 1

Een manager geeft richting aan processen, mensen en middelen om (bepaalde) doelstellingen te bereiken.

Hij/zij gebruikt daarvoor • Technische \• Menselijke => vaardigheden• Conceptuele /

Page 11: Sheets week 1

Streeft daarbij naar

• Efficiency = maximale output met minimale input

→ de dingen goed doen

• Effectiviteit= realiseren activiteiten waardoor doelstellingen worden gehaald

→ de goede dingen doen

Page 12: Sheets week 1

Rol/taak manager is afhankelijk van:

• Type organisatie (structuur)• Mogelijkheden (middelen)• Doelstelling (ambitie)

BVO ≠

commerciële sportschool ≠ amateursportvereniging

Page 13: Sheets week 1

Deze minor gaat niet over Management, maar over Sportmanagement

Roept de vraag op:

Is het managen van een sportorganisatie zodanig anders dan het managen van een ander soort organisatie, dat dat een apart vak Sportmanagement rechtvaardigt?

Page 14: Sheets week 1

Specifieke aspecten sportorganisaties:• Je kunt niet zonder je concurrenten (competitie)• Vrijwilligers• Emotionele betrokkenheid klanten• Consument wordt geen eigenaar• Inconsistent en onvoorspelbaar• Publiekelijke consumptie + onderlinge beïnvloeding• Wereldwijde markt• Afwijkend winstoogmerk• Zichtbaarheid: iedereen kijkt mee, iedereen

bemoeit zich ermee

Page 15: Sheets week 1

Sportmanagement

Richting geven aan processen, middelen en mensen in een sportorganisatie om de doelen van die organisatie te bereiken.

Page 16: Sheets week 1

MiddelenEén van de belangrijkste middelen,zo niet het belangrijkste middel is geld!

Financieel (sport)management=Het effectief managen van kasstromen door sportorganisaties op een wijze dat de organisatiedoelstellingen worden gerealiseerd

/ kunnen worden gerealiseerd.

Page 17: Sheets week 1

Kleine niet-commerciële organisaties (amateurverenigingen)

→ beperkte kasstromen↘

beperkte risico’s

Grote commerciële organisaties (BVO’s)→ omvangrijke kasstromen

grote risico’s

Page 18: Sheets week 1

Uiteindelijk gaat het in beide situaties om

voortbestaan.

Het voortbestaan van elke sportorganisatie staat of valt uiteindelijk met de vraag of zij kan zorgen voor een positieve netto kasstroom.

Page 19: Sheets week 1

De financiële structuur van een sportorganisatie kan vlgs Beech & Chadwick worden opgesplitst in 4 elementen:

1. Geïnvesteerd vermogen2. Activa3. Bedrijfskasstromen4. Rendement op

geïnvesteerd vermogen

Page 20: Sheets week 1

1. Geïnvesteerd vermogen

Kapitaal dat nodig is voor de langetermijnfinanciering van de bedrijfsmiddelen

Twee soorten: Vreemd vermogen = geleend geld Eigen vermogen = geld eigenaren

Page 21: Sheets week 1

2. Activa

Bedrijfsmiddelen die nodig zijn voor de bedrijfsactiviteiten

Twee soorten: Vlottende activa Vaste activa

Page 22: Sheets week 1

2. Activa (II)

Vlottende activaactiva die gedurende kortere tijd (< 1jr) aan de organisatie verbonden zijn→ zoals voorraden, kasgeld, debiteuren

• Vaste activaactiva die gedurende langere tijd (> 1 jr) aan de organisatie verbonden zijn

Page 23: Sheets week 1

2. Activa (III)

3 soorten vaste activa:• Financiële vaste activa:

→ deelnemingen, effecten, vorderingen (> 1 jr)

• Materiële vaste activa:→ grond, gebouwen, machines, apparatuur

• Immateriële vaste activa: → goodwill, vergoedingssommen

Page 24: Sheets week 1

3. Bedrijfskasstromen

Inkomsten en uitgaven die samenhangen met de bedrijfsactiviteiten van de

sportorganisatie.

Page 25: Sheets week 1

4. Rendement op geïnvesteerd vermogen

Kapitaalverschaffers lopen risico

en ontvangen daarvoor een beloning

Verstrekkers vreemd vermogen: - renteVerstrekkers eigen vermogen : - dividend

- waardestijging

Page 26: Sheets week 1

Verstrekkers Eigen Vermogen (= eigenaren) bepalen in commerciële organisaties de na te streven doelen: – Winstmaximalisatie (dividend)– Waardecreatie (stijging waarde eigendom)

Hoe zit dat in sportorganisaties?– Chelsea, Manchester United– AJAX– Vitesse– Excelsior / Topsportamateurclubs

Page 27: Sheets week 1

Parker en Stone onderscheiden 2 theorieën:• Shareholdertheorie

De inrichting en de doelstellingen van de organisatie worden geheel bepaald door de belangen van de aandeelhouders

• StakeholdertheorieBelangen van de aandeelhouders worden afgewogen tegen de belangen van andere belangrijke belanghebbenden, zoals– werknemers– leden– supporters

Page 28: Sheets week 1

Financiële overzichten

Drie soorten overzichten:

1. Winst- en verliesrekening2. Balans3. Kasstroomoverzicht

Page 29: Sheets week 1

1. Winst- en verliesrekening

= berekening van de winst

(of het verlies) in een bepaalde rapportageperiode

Page 30: Sheets week 1

1. Winst- en verliesrekening (II)Omzet

min kostprijs van de omzetis Bruto winst_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

min Bedrijfskostenis Bedrijfswinst (EBITDA) _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

min Afschrijving op activa (Depreciation & Amortization)is Netto winst (EBIT) _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

min Netto betaalde renteis Winst vóór belasting _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

min Belastingis Winst na belasting _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

min Dividendis Ingehouden winst

Page 31: Sheets week 1

2. BalansOverzicht van bezittingen, schulden en Eigen vermogen op

een bepaald moment

Activa (debetkant) Passiva (creditkant)Vaste activa Eigen Vermogen(boekwaarde -/- afschrijving) (incl. achtergestelde leningen)

Vlottende activa Vreemd lang vermogen(voorraden, debiteuren) (schulden > 1 jaar)

Liquide middelen Vreemd kort vermogen(bank, kasgeld) (schulden < 1 jr, w.o. crediteuren

en belastingverpl. binnen 12 mnd.

Page 32: Sheets week 1

3. Kasstroomoverzicht

Zes soorten kasstromen:

1. Bedrijfsactiviteiten= inkomsten en uitgaven uit bedrijfsactiviteiten

2. Investeringen in bijzondere activa= investeringen in zaken die los staan van de op bedrijfsactiviteiten gericht op financieel rendement(aandelen, commerciële obligaties, etc.)

Page 33: Sheets week 1

3. Kasstroomoverzicht (II)

3. Financieringen= kasstromen die samenhangen met aantrekken en aflossen van Eigen en Vreemd vermogen

4. Investeringen= kasstroom die wordt gegenereerd door koop en verkoop van activa t.b.v. de bedrijfsactiviteiten)

Page 34: Sheets week 1

3. Kasstroomoverzicht (III)

5. Belasting= belasting te betalen over eventuele netto winst

BTW

6. Rente en aflossing= kasstroom die samenhangt met het onderhouden van EV (zoals dividenduitkering) en VV (zoals betaling van rente op schulden).

Page 35: Sheets week 1

Effectief management van kasstromen heeft twee functies:

–Planning

–Verslaglegging

Page 36: Sheets week 1

Financiële ratio’s

M.b.v. de informatie uit de financiële overzichten kunnen financiële ratio’s worden berekend, die gebruikt worden om:• een snel oordeel te kunnen vormen

over de huidige (financiële) stand van zaken en

• doelen te stellen voor toekomstige prestaties.

Page 37: Sheets week 1

Financiële ratio’s (II)

Er zijn 5 soorten financiële ratio’s:• Winstgevendheid• Activa-efficiëntie• Liquiditeit• Financiering• Marktwaarde

Page 38: Sheets week 1

Financiële ratio’s (III)

Enkele voor sportorganisaties belangrijke ratio’s zijn:

• Current ratio = vlottende activa / kort Vreemd Vermogen(indien >1 voldoende liquiditeit voor korte termijn)

• Solvabiliteit =Eigen vermogen / Totaal vermogen (gezond >25%){VV/ TV = debt ratio}

Page 39: Sheets week 1

Financiële ratio’s (IV)

• Bruto winstmarge = Bruto winst / omzet

• Netto winstmarge = EBIT / omzet

• Rendement op Activa (ROA) = EBIT / Totale activa

• Rendement op geïnvesteerd vermogen (ROI) = EBIT /

geïnvesteerd vermogen

Page 40: Sheets week 1

Opdracht

Jaarcijfers AFC AJAX NV 2007Analyseer de financiële ontwikkeling t.o.v. 2006o.b.v. • Current ratio• Solvabiliteit• Bruto winstmarge• Netto winstmarge• ROI

Page 41: Sheets week 1
Page 42: Sheets week 1
Page 43: Sheets week 1
Page 44: Sheets week 1
Page 45: Sheets week 1

Uitwerking opdracht:

• Current ratio = vlottende activa / kort Vreemd Vermogen2006: 41920/31958=1.312007: 40598/31353=1.29

• Solvabiliteit =Eigen vermogen / Totaal vermogen2006: 68284/106209=64.3%2007: 57852/92481= 62.6%

Page 46: Sheets week 1

• Bruto winstmarge = Bruto winst / omzet

2006: (74430-2976)/74430=0.962007: (64891-3439)/64891=0.947

• Netto winstmarge = EBIT / omzet

2006: -3146/74430=-0.0422007: -14003/64891=-0.216

• ROI = EBIT / geïnvesteerd vermogen

2006: -3146/68284=-0.0462007: -14003/57852=-0.242

Page 47: Sheets week 1

Case Thuiszorg

•http://youtu.be/3J9HMTWfOtI •http://youtu.be/i4dW5HMAKeg