nota bene oktober 2012
DESCRIPTION
Nota Bene oktober 2012TRANSCRIPT
NOTA
BEN
E
nummer 30oktober 2012jaargang 19
De SGPeen hypocriete partij?
God(en zijn onderdanen)
een sprookje
Waar geloof jij in?Karma? Carrière? Het recht?
Geloof
Opinie
Link up.
Delicious
Slash Dot
Newsvine
Yahoo
Microsoft
App Store
Qik
Tumblr
Behance
Friendster
RSS
Flickr
MySpace
Mixx
FriendFeed
SlideShare
Yahoo Buzz
MSN
Amazon
Vimeo
WordPerss
Design Float
Bebo
StumbleUpon
Skype
YouTube
Netvibes
Apple
Last.fm
Viddler
Blogger
Deviant Art
Squidoo
Retweet
Digg
Technorati
Google Talk
AOL
MobileMe
Mister Wong
Virb
Posterous
Design Bump
Share This
Update #1
Update #2
Google Buzz
Ebay
Gowalla
Podcast
Button Red
Picasa
Feedburner
ICQ
Paypal
Button Blue
Button White
Bing
WordPress (blue)
Metacafe
Heart
Button Orange
Button Light Blue Button Yellow
Meetup
Drupal
Yelp
Star
Green
IconDock Foursquare
Identi.ca
Ember App
Hyves
Vind je het een spannende uitdaging om hechte relaties op te bouwen met gerenommeerde, internationale cliënten? Wil je de grenzen van je praktijkgebied verleggen naar een breed spectrum van sectoren? Heb je het talent, inzicht én de energie om de meest complexe transacties succesvol af te ronden? Link dan met Linklaters! Wij zijn een wereldwijd, toonaangevend kantoor met advocaten, notarissen en fiscalisten. We zijn altijd op zoek naar jong toptalent. Dus als jij carrière wilt maken in een open en toegankelijke omgeving, waarin pragmatisme en vernieuwend denken centraal staan, bekijk dan onze stagemogelijkheden en vacatures op www.linklatersgraduates.nl
Winnaar Gouden Zandloper: snelste groeier 2008 – 2012
315174_holland_297x210 [+3].indd 1 19/06/2012 09:38
3
Geloof jij ergens in? Als ik die vraag stel, zou je denken dat het antwoord ongetwijfeld een
religie moet zijn. Maar niets is minder waar, ik krijg juist diverse uiteenlopende reacties. De
een gelooft in: een ritueel (dragen van een ring, zelfde merk onderbroek…), gebedje of juist in
Sinterklaas. Kortom, geloven is iets subjectiefs; je kunt namelijk niet bewijzen dat het ook zo is.
Maar zonder geloven gebeurt er ook niets, want je moet in jezelf en in elkaar blijven geloven. Bijvoorbeeld
wij als bestuur zijnde geloven in liefde en in elkaar. Wij geloven dat we, samen met alle (commissie)leden,
de JFAS dit jaar naar een hoger niveau tillen; higher that’s ever been. Denk aan leuke reizen, borrels,
activiteiten én natuurlijk vier mooie edities van de Nota Bene. Genoeg vooruitzichten dus om in te
geloven, waardoor wij met z’n allen onze doelen proberen na te streven.
Zoals ik net al zei: geloven is iets subjectiefs. Wij als bestuur hebben een bepaald geloof, maar er zijn
nog meer ‘geloven’. Deze editie laat zien hoe verschillend geloof kan zijn, en hoe mensen over geloven
denken. Denk maar aan de gedachtegang van massamoordenaar Anders Breivik, Karl Marx of juist de
politieke partij SGP.
Wel had ik even een negatieve gedachtegang: de economische
crisis, de stijgende werkloosheid, de devaluering van de euro
én niet te vergeten de langstudeerboete. Hoera wat een feest!
Toch heb ik nog hoop, want tja er is immers weer een nieuw
kabinet. Maar zal het deze keer wél lukken om de vier jaar
vol te maken? Ik geloof echter dat het deze keer goed zal
gaan. Ik hoop dan ook net als het kabinet een stabiel en een
geloofwaardig jaar tegemoet te gaan, zowel voor het bestuur
als voor onze leden.
Jaimy Lankman
Commissaris Media 2012-2013
HOOfdredactiOneel
Geloof, een ruim begrip
4
ACTUALITEIT
3 Hoofdredactioneel Geloof, een ruim begrip
6 Activiteitenkalenderencolofon
7 Eenterugblikvanhetoudebestuur Een spannend en leerzaam jaar om nooit te vergeten
8 Meetthenew...JFAS-bestuur
10 8-8-4 Wat houdt het precies in?
OPINIE
15 EtudieráParis-Sorbonne Column door Salima Guettache
20 Religieusonderwijsineenmulticulturelesamenleving?
24 Godenzijnonderdanen,eensprookje Een kritische blik op het geloof
7
8
15
24
5
RUBRIEKEN
12 Zwaarderstraffengerechtvaardigd? Rechtse politieke partijen pleiten voor minimumstraffen
13 Religie,eenopiumvanhetvolk Karl Marx en zijn ‘religie’
18 Singapore Een land met veel verschillende geloven
22 Spraakmakenderechtspraak
26 Waargeloofjijin?
38 Fotopagina Eerstejaarsborrel
39 Fotopagina Constitutieborrel
VERDIEPING
30 Jehova’sGetuigen Problematiek rondom bloedtransfusies aan het licht
32 SGP,eenhypocrietepartij?
35 DeSGPtegenNederland:eengrondrechtelijkconflictof eenprocesrechtelijkepuinhoop?
inHOud
18
22
30
32
6
Activiteiten-kalender2012
1 november
JFAS borrel
8 november
Bezoek aan Rabobank
14 november:
Masterclass met FNV over ‘overtuigend onderhandelen’
6 december
JFAS borrel
20 december
JFAS Kerstgala
Aanmelden en extra informatie vind je op www.jfas.com.
ColofonDe Nota Bene is een uitgave van de Juridische Faculteit der Amsterdamsche Studenten, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en verschijnt vier maal per jaar.
HoofdredactieJaimy Lankman
EindredactieEline Botter
RedactieLaura Aalders Richte van Ginneken Salima GuettacheVincent de Haan Tarek Hiemstra Madeline KniestVeysi Tas Francis Tjia Nammy VellingaRogier van der Wolk
OverigebijdrageNina Albers Annika van Beek Valeria BoshnakovaSascha van Gerrevink Romy Lankman Simcha de LeeuwNick Poggenklaas Jeroen Postma Gertjan PrangerNick de Rooij
AdverteerdersAKD advocaten en notarissenLinklaters LLPLoyens & Loeff
SponsorexploitatieAnnika van Beek
VormgevingWillem Don, willemdon.nl
DrukkerijGrafiplan Nederland B.V. te Grootebroek
JFASBestuurAnnika van Beek – Voorzitter – [email protected] van Oosten – Vice-voorzitter – [email protected] de Vries – Penningmeester – [email protected] Smits – Secretaris – [email protected] van Gerrevink – Commissaris intern – [email protected] van Hassel – Commissaris extern – [email protected] Lankman – Commissaris media – [email protected]
Juridische Faculteit der Amsterdamsche StudentenOudemanhuispoort 4Kamer A2.041012 CN AmsterdamTel: 020-5253441Email: [email protected]: www.jfas.com
MetdankaanAlle bestuursleden en sponsoren die deze Nota Bene hebben gemaakt. De gepubliceerde artikelen in de Nota Bene vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de mening van de voltallige redactie. Reacties op artikelen worden met belangstelling tegemoet gezien op [email protected]. Wil je schrijven voor de Nota Bene? Mail dan naar [email protected]. Heb je de Nota Bene niet ontvangen of zijn je adresgegevens gewijzigd? Mail dan naar [email protected].
JFASBijlessenIn korte tijd de tentamenstof onder de knie krijgen? In het eerste semester zullen er voor de volgende vakken bijlessen worden gegeven:
• Contractenrecht 1• Europeesrecht 1• Aansprakelijkheidsrecht• Goederenrecht• Bestuursprocesrecht 1
7
Het is rond het middaguur, 25 juni 2011. Met een
bonzend hoofd schrik ik wakker. De nacht ervoor
is een van de meest dolle nachten uit mijn leven
geweest, en zo voel ik me ook. Zo’n 18 uur eerder had de
Algemene Ledenvergadering van de JFAS plaatsgevonden, en
op deze vergadering ben ik, tezamen met mijn nieuwe beste
vrienden, voor een jaar bezwaard met het besturen van de JFAS.
Het aansluitende feest was uiteraard geweldig, maar nu alle
rook is opgetrokken begint het dan echt, een bestuursjaar.
Pas de dagen na de ALV begint het echt tot me door te dringen;
wij moeten de kar nu trekken. De agenda stroomt voller en
voller, en het begin van het collegejaar komt al akelig dichtbij.
Afspraken hier, borreltje daar, al snel zien we door de bomen het
bos niet meer. Gelukkig is daar het bestuursweekend, waarop
we met z’n zevenen even tot rust komen en het komende
jaar eens goed ehh... doorspreken.
Teruggekeerd van het hutje op de hei, gaat het collegejaar
dan toch echt van start. De boekenverkoop vergt
mankracht, de Berlijnreis moet vol en de eerstejaarsborrel
moet nieuwe (commissie)leden aantrekken. Daarnaast
zijn er de vele, vele constitutieborrels van andere (zuster)
verenigingen, waarbij je als bestuur toch echt geacht
wordt om even je gezicht te laten zien. Wat een straf.
Een aantal dapperen onder ons doet ondanks dit alles
een verwoede poging om ook nog wat studiepunten bij
elkaar te sprokkelen, overigens met zeer uiteenlopende
resultaten.
Eind september, de Berlijnreis zit vol. Het jaar is begonnen,
en een bus gevuld met 80 eerstejaars vertrekt richting de
Duitse hoofdstad voor een weekend ‘kennismaken’. Het
is de eerste van drie studiereizen die wij met de JFAS
zullen maken dat jaar. Ook Praag wordt bezocht, door 35
tweede- en derdejaars studenten. Daarnaast zullen we 25
masterstudenten meenemen naar Rio de Janeiro en Sao Paulo.
Het zijn de momenten dat we kunnen genieten van dit mooie
jaar.
Ook in Nederland dendert de trein die een bestuursjaar heet
door. Er moeten juridische activiteiten worden georganiseerd.
Van korte workshops tot een driedaagse cursus Legal English,
van een lezing tot een M&A project met hotelovernachting; de
agenda blijft onverminderd vol. Daarnaast krijgt ook het sociale
vlak voldoende aandacht, en met de maandelijkse borrels en
een spetterend Kerstgala zorgen we voor de nodige ontspanning
tijdens de tentamenstress.
Naast alle leuke – en minder leuke – activiteiten proberen we
ook de sfeer binnen het bestuur goed te houden. Er staan veel
leuke bestuursuitjes op het programma, waaronder een avondje
Comedy Café, een avond stappen in Utrecht (waarom ook
alweer?) en het onvermijdelijke gourmetten. Daarbij komen nog
de uitstapjes naar het Landelijk Overleg in Tilburg en Groningen
die, naast nuttige vergaderingen, garant staan voor veel hilariteit
en slechte verhalen.
Als we in mei eindelijk een nieuw bestuur hebben gevormd, en
duidelijk wordt dat aan al het moois een eind komt, kan een
aantal van ons zijn/haar tranen niet bedwingen. De Algemene
Ledenvergadering die volgt is dan ook een emotioneel moment.
Zowel opluchting als weemoed maken zich van ons meester als
het erop zit.
Inmiddels ligt het hele jaar achter ons en zijn onze opvolgers de
drukbezette studentbestuurders die wij ooit waren. Ik kan niet
anders zeggen dan dat ik een fantastisch jaar heb gehad. In het
bijzonder wil ik nog even mijn medebestuursleden bedanken
voor een jaar waarin we het niet alleen heel gezellig hebben
gehad, maar waarin we ook voor de vereniging een topjaar
hebben weten te realiseren. En daar mogen we best trots op
zijn, merci!
Jeroen Postma
Voorzitter JFAS 2011/2012
Een jaar JFAS in vogelvlucht..actualiteit
8
Een bestuursjaar… je hoort er veel mensen over… je móet
het gedaan hebben… een onmisbare ervaring… veel
leren en hard werken… en een onvergetelijke tijd hebben!
Een nieuw studiejaar. Voor sommigen zal dit jaar betekenen,
“nieuwe ronde, nieuwe kansen”, anderen zullen voortborduren
op hun voorheen behaalde succes, en de voorheen gekozen
weg blijven volgen. Voor ons bestuur betekent dit nieuwe jaar
een combinatie van beiden.
Graag stel ik jullie dan ook voor aan de toppers die dit jaar
ervoor zullen zorgen dat de JFAS weer dé vereniging is waar
jullie voor zowel het inhoudelijke aspect als het sociale aspect
bij terecht kunnen.
Secretaris
Dit jaar zal onze secretaris, Kimo Smits, zich volledig gaan
inzetten voor het updaten van het ledenbestand. Met een
vereniging van ruim 2500 leden kan je je voorstellen dat hier heel
wat werk in gaat zitten, maar niets is Kimo te gek en in de korte
tijd dat we bestuur zijn heeft hij al meerdere malen bewezen dat
hij situaties met beide handen aanpakt. Ook het maken van de
almanak zal onder Kimo’s taken vallen. Dit fantastische initiatief
van het vorige bestuur zal door hem worden voortgezet, dus
heb je nog leuke anekdotes, grappige verhalen of interessante
artikelen, Kimo will be your man. Naast deze creatieve kant
benut Kimo ook zijn intellectuele kant door dit jaar met zijn
Master Privaatrecht te gaan beginnen.
Penningmeester
Penningmeester – of beter gezegd penningmeesteres – Jacqueline
de Vries zal dit jaar de financiën van onze vereniging in het oog
houden. Want ondanks dat we alles, en dan ook alles willen voor
onze leden, moet het geld toch ergens vandaan komen… en
daarvoor is Jacqueline helemaal de man of – daar gaan we weer
– vrouw. Het is haar streven om de vereniging financieel ‘gezond
te houden’. En ‘gezond’ is zeker een woord waar Jacqueline wat
mee heeft, want de Master die zij dit jaar is begonnen is – hoe
kan het ook anders – Gezondheidsrecht. En alsof dat nog niet
genoeg is, doet ze er ook nog een Master Strafrecht bij. Zoals je
ziet is ook Jacqueline een bezig bijtje.
CommissarisExtern
Ivanka van Hassel is een naam die je al langer op de Zuidas
kon horen vallen, want vorig jaar is mevrouw al zeer druk in
de weer geweest als commissielid van de kantoorcommissie,
en heeft zij menig succesvol evenement georganiseerd. Als
commissaris extern zal zij dit jaar dan ook verantwoordelijk
zijn voor vrijwel alle inhoudelijke activiteiten. Ze staat niet stil
en heeft het al meteen in de eerste week van het studiejaar
voor elkaar gekregen om een verkiezingsdebat te organiseren.
Kantoorbezoeken, tentamentrainingen, lezingen of een debat?
Ivanka draait haar handen er niet voor om en organiseert het
met de door haar aangestuurde kantoorcommissie. En ook zij
is nog druk aan de studie, want het behalen van haar Master
Privaatrecht staat zeer hoog in het vaandel.
CommissarisIntern
We hebben er allemaal van gehoord; de befaamde borrels,
prachtige studiereizen, het niet-te-missen-kerstgala en natuurlijk
het knallende eindfeest. Komend jaar rust de pracht taak van
het organiseren hiervan op onze eigen commissaris intern,
Sascha van Gerrevink. Zij zal er met haar organisatorisch talent
voor zorgen dat mensen nog maanden napraten over alles wat
de JFAS op sociaal vlak te bieden heeft, de activiteiten waar
langdurige vriendschappen bij ontstaan. Zodra deze Nota Bene
weer op jullie mat ligt, is er alweer de Berlijnreis geweest en is
onze constitutieborrel een welgeteld succes. Sascha’s succes is
een feit. En niet alleen in de vereniging, maar ook qua studie,
want Sascha zal dit jaar ook nog haar Master Privaatrecht
halen.
CommissarisMedia
Hét blad met de beste rechtenartikelen, interessante interviews
en overzichten van onze activiteiten, dóór en vóór studenten.
Dát is de Nota Bene. En wie anders dan die hier zorg voor
draagt, is onze commissaris media, Jaimy Lankman. Het is
haar taak om er zorg voor te dragen dat er dit jaar weer vier
mooie edities op jullie deurmat zullen vallen, een taak waar ze
voor geboren lijkt te zijn, want Jaimy is al menig tijd succesvol
schrijfster bij de Nota Bene. Vorig jaar werd er al getwijfeld
of de titel hoofdredacteur Nota Bene zou moeten worden
omgedoopt in commissaris media, en dat is dit jaar dan ook
gebeurd. En terecht, want ook de social media en het beheer
van de website zullen onder Jaimy’s taken vallen. Uiteraard
studeert ook Jaimy nog, want zij zal dit jaar haar Bachelor
Rechtsgeleerdheid afronden.
Meet the new… JFAS-Bestuur
9
Vice-voorzitter
Onze vice-voorzitter Kerim van Oosten zal dit jaar
verantwoordelijk zijn voor de boekenverkoop. Hij is het
reilen en zeilen achter de boekenverkoop en zorgt ervoor
dat alle studenten met een aanzienlijke korting van het juiste
studiemateriaal worden voorzien. Tevens valt het alumnibeleid
onder zijn portefeuille, waarbij hij oude bestuursleden en
vooraanstaande oud-leden actief bij de vereniging blijft
betrekken. Uiteraard heet deze functie niet voor niets vice-
voorzitter, want Kerim biedt ondersteuning waar nodig bij het
besturen van de vereniging. En ook deze heer – hoe kan het
ook anders – is nog druk aan de studie en zal zijn Bachelor
Rechtsgeleerdheid dit jaar afronden.
Voorzitter
En dan als laatste, de voorzitter. Ik, ondergetekende, zal contact
onderhouden met de vele partijen waar de JFAS mee samenwerkt,
denk aan partijen zoals sponsoren, advocatenkantoren en
natuurlijk onze eigen UvA. Zo is de samenwerking met de UvA
bijvoorbeeld erg belangrijk en deze moet dan ook gekoesterd
worden. Tevens ben ik verantwoordelijk voor de contracten
en altijd op zoek naar nieuwe samenwerkingsmogelijkheden
om de beste diensten aan onze leden aan te kunnen bieden.
Samen met de vice-voorzitter vorm ik het aanspreekpunt voor
de vereniging. Is er iets aan de hand, wil iemand wat weten,
of heeft iemand een idee? Wij staan ervoor open. Ook is het
uiteenzetten van het beleid en het in de gaten houden hiervan
een groot deel van mijn functie. Natuurlijk kan ik qua studie niet
achterblijven op de rest van mijn bestuur en zal in februari mijn
Honours Bachelor Rechtsgeleerheid halen, waarna ik zal gaan
beginnen aan een – momenteel nog niet vaststaande – Master.
En dat waren ze dan, de zeven bestuursleden van het 102e JFAS
bestuur. Zoals jullie kunnen zien hebben we een ambitieus
bestuur, maar om meteen maar in te haken op het thema
‘Geloof’ van deze Nota Bene: Als je gelooft dat je iets kan,
dan kan je het ook. Ga dus met dit idee het nieuwe jaar in en
dan rest mij niks meer dan jullie allemaal een fantastisch jaar
te wensen, met hoge cijfers (onder andere gehaald door onze
tentamentrainingen), leuke borrels en mooie reizen!
Tot snel op de poort!
Annika van Beek
Voorzitter JFAS 2012 - 2013
actualiteit
V.l.n.r.: Jacqueline de Vries, Kimo Smits, Jaimy Lankman, Annika van Beek, Kerim van Oosten, Sascha van Gerrevink en Ivanka van Hassel
10
Door Valeria Boshnakova en Nick de Rooij
8-8-4, de meeste studenten associë-
ren het met “minder vakantie”.
Echter betekent het veel meer
dan alleen de afwezigheid van een onderwijsvrije maand. Zo is
er een nieuw studieprogramma, worden er meer kleinere vak-
ken gegeven en komen er meerdere momenten van tentamine-
ring die direct aansluiten op het onderwijs.
Hoeverschilt8-8-4methetvoorgaandeprogramma?
Voorheen bestond het programma tevens uit 8-8-4, maar stond
de 4 voor vier tentamenweken in plaats van vier weken onder-
wijs. De vakken bestonden uit 5, 10 of 15 ECTS* (European
Credit Transfer System) nu bestaan ze uit 3, 6, 9 en 12 studie-
punten. Er waren twee blokken per semester gevolgd door vier
tentamenweken. Indien je als student geen tentamens of her-
kansingen had in januari of juni, dan was je het overgrote deel
van de maand vrij. Dat was fijn, want zo kon je even bijkomen
en de stof laten bezinken. In feite zijn de vier tentamenweken in
het 8-8-4 model omgetoverd tot een extra blok. Hiervoor moest
het hele onderwijsprogramma veranderd worden zodat vakken
in dit model zouden kunnen passen.
Watzijndevoor-ennadelen?
Het plan voor 8-8-4 komt voort uit een afspraak die gemaakt is
tussen de VSNU (Vereniging van Universiteiten) en het ministe-
rie van OCW. Hierin zijn doelstellingen geformuleerd om stu-
dievertraging op universiteiten en hogescholen zoveel mogelijk
te voorkomen. 8-8-4 zou hiervoor moeten zorgen. Ten eerste
wordt het onderwijsprogramma geüniformiseerd met andere fa-
culteiten die al langer het 8-8-4 model hanteren. Het idee is dat
door deze gelijktrekking van het onderwijs studenten effectiever
en efficiënter onderwijs aan andere faculteiten zullen kunnen
volgen. Ten tweede neemt in het 8-8-4 model de druk op het
laatste tentamen af doordat er meerdere tentamens worden ge-
houden over een mindere hoeveelheid stof.
Het gevaar van het 8-8-4 model is dat studenten te weinig tijd
hebben om zich op de tentamens voor te bereiden. Een docent
op de Faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen zei het
al: “Het gevaar van 8-8-4 is dat het de mogelijk voor reflectie
op de geleerde stof wegneemt. Ook is het zo dat door 8-8-4 de
tentamens en herkansingen direct na een onderwijsweek plaats-
vinden. Door het verdwijnen van onderwijsvrije weken kunnen
studenten zich minder goed voor een tentamen voorbereiden.”
Daarnaast bestaat het gevaar dat als universiteiten zich groten-
deels richten op effectiviteit en efficiëntie, de universiteit een
soort leerfabriek wordt: de universiteit richt zich niet meer op
hun corebusiness ‘de student’, maar eerder op studierendement.
De angst is dat dit ten koste gaat van het onderwijs.
Watheeftofgaat8-8-4teweegbrengen?
De positieve of mogelijk negatieve effecten van 8-8-4 zijn nog
niet bekend. Uit onderzoek blijkt echter wel dat studenten naar
alle waarschijnlijkheid hun studie zo snel mogelijk zullen door-
lopen wanneer studenten meerdere toetsmomenten wordt gege-
ven over minder leerstof. ‘Soggen’ wordt hiermee afgestraft. Aan
de andere kant neemt de druk voor studenten hierdoor toe: de
vraag is dan hoe gemotiveerd studenten zullen blijven.
Door 8-8-4 is het onderwijsprogramma flink op de schop ge-
gaan. Vakken zijn samengevoegd, ingekort, ontstaan en verdwe-
nen. Rechtsfilosofische invalshoeken, de ‘perspectiefvakken’,
zijn met andere vakken geïntegreerd. Er zijn nieuwe academi-
sche vakken geïntroduceerd, zoals ‘Recht en Menselijk Gedrag’.
Daarnaast is er een zogenoemde vaardighedenlint ingevoerd
die door de vakken heen gevlochten is. Hierbij ligt het accent
op mondelinge, schriftelijke, en onderzoeksvaardigheden en
Engelse taalvaardigheid. Zo vormt het bacheloressay een apart
vak met een verplichte presentatie en deadlines en wordt het
vak Europees recht in het Engels gegeven.
‘Door 8-8-4 wordt soggen afgestraft’
8-8-4= meer studeren en minder vakantie?
11
Waar de FSR-FdR zich rondom 8-8-4 veel mee bezig heeft ge-
houden zijn de overgangsregelingen. De overgangsregelingen
gelden voor tweede- en derdejaars studenten die per 1 sep-
tember 2012 nog bezig zijn met hun bachelor. In een aantal
gevallen gelden ze ook voor master studenten (zoals bij de
doorstroommasters Fiscaal recht). Zo worden de vakken Straf-
procesrecht en Bestuursprocesrecht dit studiejaar voor het laatst
gegeven in de oude variant. Indien je deze vakken dit jaar niet
haalt val je ‘van rechtswege’ buiten de overgangsregeling. Als
je bijvoorbeeld Bestuursrecht hebt gehaald, maar je moet Be-
stuursprocesrecht nog doen en je haalt in dit jaar dat vak niet,
dan zal je de nieuwe vakken Bestuursrecht I en II moeten halen
(idem voor Strafrecht). Let dus goed op!
Het vak Nationaal en Internationaal Burgerlijkproces-
recht wordt dit jaar een extra keer aangeboden. Zie de UvA
website(hieronder) voor meer informatie over overgangsvakken,
rekenhulpen, etc.
DeFSR-FdRhelpt!
Vorig jaar is door de Facultaire Studentenraad Rechtsgeleerd-
heid (FSR-FdR) intensief onderhandeld over de invoering van het
8-8-4 model en daardoor zijn een aantal belangrijke resultaten
geboekt, waaronder de toegankelijkheid van de overgangsrege-
lingen en extra tentamenkansen voor een groot aantal vakken.
Zo heeft de Raad bewerkstelligd dat er een extra tentamenkans
is gekomen in augustus voor studenten die nog maar één vak
dienden te halen voor hun bachelordiploma.
Dit studiejaar gaat de FSR zich wederom bezig houden met het
toezicht op 8-8-4 en dan voornamelijk op de overgangsregelin-
gen en de klachten rondom 8-8-4. We gaan het bestuur van de
faculteit kritisch en opbouwend volgen. Voor klachten omtrent
8-8-4 of omtrent andere zaken die de faculteit aangaan is er een
klachtenloket ingesteld. De FSR-FdR is er voor de student! Dat
betekent dat wij serieus met klachten omspringen en er op zul-
len toezien dat deze opgelost worden.
Mocht je nog meer informatie nodig hebben omtrent de over-
gangsregelingen en 8-8-4? Kijk dan op de uva website: http://
www.student.uva.nl/8-8-4-fdr, of neem contact op met ons!
Valeria Boshnakova - voorzitter FSR-FdR
Nick de Rooij - raadslid en CSR afgevaardigde
Facultaire Studenten Raad (FSR-FdR)
Kamer: A2.02
Telefoon: 020 525 3446
Email: [email protected]
Website: http://studentenraad.nl/fdr/
‘Let goed op de overgangsregelingen’
actualiteit
12
Door Daniëlle Sinnige
Het is half vier ’s nachts. Twee surveillerende
politieagenten zien dat een getinte man hen tegemoet
komt rennen, en wel uit de richting van een zeer
bekende handelsplaats van allerhande verdovende middelen.
De opsporingsambtenaren vertrouwen het zaakje niet en houden
de man staande om hem te fouilleren. De man houdt echter zijn
hand in zijn jaszak en verzet zich hevig tegen deze fouillering.
Hij redt het zelfs om een van de politieagenten in zijn pols te
bijten. Tijdens deze worsteling valt er een zilverpapiertje uit de
jaszak van de getinte man – inderdaad, diezelfde jaszak waar
hij net nog zijn hand in had zitten. De wikkel blijkt heroïne te
bevatten.
Om iemand als verdachte te kunnen bestempelen, moet er
sprake zijn van een ‘redelijk vermoeden van schuld aan enig
strafbaar feit’ voortkomende uit feiten en omstandigheden1.
Volgens de rechter waren er in deze casus geen omstandigheden
aan te wijzen die bijdroegen aan het ontstaan van dit redelijk
vermoeden. Het enkel uit de richting van een bekend drugscafé
rennen was niet voldoende. De verdachte mocht daarom niet
als zodanig worden aangemerkt. Het bewijs, het zilverpapiertje
met heroïne, was onrechtmatig verkregen zodat de verdachte
werd vrijgesproken2.
Dit arrest zal destijds bij veel mensen een grote verontwaardiging
veroorzaakt hebben. De verdachte was wel degelijk in het bezit
van heroïne, maar ging vrijuit door een inschattingsfout van de
opsporingsambtenaar.
Een recenter voorbeeld waarbij dit rechtsgevoel alarm slaat is
de zaak ‘Nijmeegse scooter’3. Deze zaak komt erop neer dat
twee mannen een hotel wilden overvallen, daar een politieauto
zagen, vervolgens op een scooter op de vlucht sloegen, waarna
zij een overstekende voetganger van de weg reden die daardoor
overleed. Beide mannen kwamen weg met een relatief lage
celstraf omdat niet bewezen kon worden wie van beiden de
voetganger daadwerkelijk had aangereden en ook niet vaststond
dat de mannen samen hadden beraamd de voetganger omver
te rijden.
Ik noem nu slechts twee voorbeelden uit een heel lange reeks
zaken waarin een verdachte (om wat voor reden dan ook) een
veel lagere straf door de rechter opgelegd krijgt dan een doorsnee
burger zou verwachten. Hierdoor neemt het geloof wat men in
rechtspraak heeft af.4 5 De wens om de duur van celstraffen te
verlengen wordt dan ook door veel mensen gekoesterd.
Politieke partijen spelen handig in op de onvrede die bestaat.
Zo staat er in het verkiezingsprogramma van de VVD, nog
steeds de grootste partij van Nederland, dat de partij pleit voor
minimumstraffen ‘voor ernstige gewelds- en zedenmisdrijven,
zoals straatroof en verkrachting’.6 Maar niet alleen de VVD
pleit voor een hardere aanpak van ‘criminelen’, ook andere
(voornamelijk rechtse) partijen willen hogere celstraffen
mogelijk maken.7 8 Maar is dit wel de juiste aanpak? Naar mijn
mening zou de beste optie zijn om de juiste straf door de rechter
te laten bepalen. Het instellen van minimumstraffen zorgt voor
een strikte grens waar een uitzonderingsgeval wellicht de dupe
van wordt. De rechter wordt in zo’n situatie beperkt in zijn
vrijheid om een geschikte straf op te leggen. Ik vind niet dat we
een dergelijk risico op de koop toe moeten nemen, hoe klein de
mogelijkheid ook is dat een dergelijk uitzonderingsgeval ooit
voorkomt. Ook meen ik dat de onvrede over te lage straffen
veroorzaakt wordt door de weinige kennis die de gemiddelde
burger over het rechtssysteem heeft. Verder dan de feitelijke
situatie en de uitspraak zelf kijkt de leek meestal niet. Het recht
kent niet voor niets strenge voorwaarden waaraan voldaan moet
worden, wil iemand veroordeeld worden. Door strafmaten
omhoog te gooien zorg je er niet voor dat misdadigers die
voorheen vrijuit gingen, nu wél in de gevangenis belanden.
Noten
1 Art. 27 lid 1 Sv.
2 Hof van Amsterdam 3 juni 1977, LJN 1978, 601.
3 Hof van Arnhem 29 mei 2012, LJN BW6756.
4 ‘Het imago van de rechtspraak…’, Friesch Dagblad 18 februari
2011, http://www.frieschdagblad.nl/index.asp?artID=53798.
5 Folkert Jensma, ´Verspilling is een kenmerk van de
strafrechtpraktijk´, NRC 8 september 2012, http://www.nrc.nl/
rechtenbestuur/2012/09/08/verspilling-is-een-kenmerk-van-
de-strafrechtpraktijk/.
6 ‘Verkiezingsprogramma 2012-2017: Niet doorschuiven maar
aanpakken’, VVD 6 juli 2012, http://site.vvd.nl/nieuws/1892/
niet-doorschuiven-maar-aanpakken.
7 ‘Hún Brussel, óns Nederland’, PVV, http://pvv.nl/images/
stories/verkiezingen2012/VerkiezingsProgramma-PVV-2012-
final-web.pdf, p. 30-33.
8 ‘Daad bij het woord: de SGP stáát ervoor –
Verkiezingsprogramma 2012-2017’, SGP, http://www.sgp.nl/
Media/download/82/Verkiezingsprogramma%202012-2017.
pdf, p. 28-30.
Zwaarder straffen gerechtvaardigd?
13
Door Nammy Vellinga
Kruistochten, Syrië, Ierland met ‘The Troubles’ en jihad. Dit
zijn slechts enkele voorbeelden van godsdienstoorlogen.
Godsdienstoorlogen zijn van alle tijden. Veelal wordt
er jarenlang oorlog gevoerd op basis van een grondslag die
te maken heeft met religie. Maakt religie het leven dan niet
draaglijker? Is religie dan zoals Karl Marx betoogde opium van
het volk?
Critique of Hegel’s Philosophy of RightMarx was een Duitse filosoof en revolutionaire
communist. Hij leefde van 5 mei 1818 tot 14
maart 1883. Hij was in eerste instantie begonnen
met een studie rechten, maar is overgestapt
naar filosofie. Het marxisme, de voorloper van
het moderne socialisme en communisme, is
gebaseerd op de denkbeelden van Marx. In 1843
werd Marx redacteur van de Deutsch-Französische
Jahrbücher.1 In dit jaarboek verscheen in 1844 een
artikel van Marx, waarin hij opmerkingen maakte
over het boek ‘Elements of the philosophy of right’
van Georg Hegel. Marx schreef het artikel Critique
of Hegel’s philosophy of right, hierin omschreef
Marx religie als opium van het volk.2 Volgens
Marx maakt de mens religie en maakt religie niet
de mens. Religie is de perfecte verwezenlijking
van het menselijke bestaan, omdat het menselijke
bestaan niet een echt doel kent.Marx was van
mening dat het volk een religie aanhangt of in het
leven roept om het leven dragelijker te maken.
Door het aanhangen van een religie ontstijgt men
als het ware het ondraaglijke aardse bestaan.
Gemeenschappelijkbestaan
Volgens Marx zou het leven met een religie dus
in eerste instantie draaglijker voor de mensheid
moeten zijn. Uit de inleiding bleek al dat juist door
religie conflicten ontstaan. Wat voorzag Marx dan
precies met zijn idee dat religie opium van het volk
is? Was hij van mening dat het leven inderdaad
ondraaglijk was en dat religie dus voornamelijk
een positieve uitwerking op het volk had? Of zag
hij religie juist als een negatieve factor? Uit zijn eerder genoemde
artikel Critique of Hegel’s philosophy of right volgt dat Marx
geen voorstander van religie was. Hij vond het aardse leven wel
ondraaglijk, maar wist hoe hij dat wilde veranderen. Het aardse
leven bestond c.q. bestaat uit verschillende klassen en Marx was
van mening dat de hogere klassen de lagere in stand hielden. De
lagere klasse bedacht dan op haar beurt religie om haar zorgen
Verzoenende religie?rubriek
14
te kunnen dragen. De arbeidersklasse werd op die manier in
stand gehouden en religie had dus voornamelijk een positieve
uitwerking op de hogere klasse. De oplossing zou volgens Marx
liggen in een echte gemeenschap. Of we het nou willen of niet,
de mens is onderdeel van een geheel. Allen zijn onderdeel van
een netwerk bestaande uit sociale en economische relaties.
Marx vond dat we moeten erkennen dat we een
gemeenschappelijk bestaan leiden. Dit gebeurt in de eerste fase
door religie. Dit is een niet oprechte gemeenschap, omdat religie
een idee van gemeenschap creëert waarbij iedereen gelijk is in
de ogen van god. Het punt is echter dat we niet alleen gelijk
zijn in de ogen van god, maar juist dat iedereen gelijk is voor de
gemeenschap als geheel. Na de gelijkheid in de ogen van god,
komt de tweede fase. Dit is de gemeenschap waarbij de burgers
gelijk zijn voor het recht. Deze gemeenschap wordt gecreëerd
door de staat.
De derde en tevens laatste fase beslaat de oprechte gemeenschap.
Deze ontstaat tussen burgers onderling en de burgers zijn dan
in sociaal en economisch opzicht gelijk. Op het moment dat dit
is bereikt zal religie niet meer nodig zijn. De mens zal zich niet
meer onderdrukt voelen of van lagere klasse, waardoor religie -
met als doel het leven draaglijk maken - overbodig wordt. 3 Het
leven wordt in eerste instantie dus wel draaglijker door religie,
omdat mensen ongevoelig worden voor de moeilijkheden van
het aardse bestaan. Deze religie is echter volgens Marx overbodig
indien alle mensen in de samenleving een gemeenschap vormen
waarin een ieder gelijk is.
Noten
1 K. Marx en F. Engels, ‘Deutsch-Französische Jahrbücher’,
Marx/Engels Internet Archive februari 1844, http://www.
marxists.org/archive/marx/works/1844/df-jahrbucher/index.
htm
2 K. Marx, ‘Critique of Hegel’s Philosophy of Right’, Deutsch-
Französische Jahrbücher februari 1844, http://www.marxists.
org/archive/marx/works/1843/critique-hpr/intro.htm
3 Wolff, Jonathan, ‘Karl Marx’, The Stanford Encyclopedia of
Philosophy 2011, http://plato.stanford.edu/archives/sum2011/
entries/marx/
‘Religie is de perfecte verwezenlijking van
het menselijke bestaan, omdat het menselijke bestaan niet een echt
doel kent’
15
Door Salima Guettache
Daar ga ik dan: vijf maanden studeren in Parijs! Hoe
vet is dat?! Samen met Willemijn, mijn huisgenootje,
woon ik een studiootje in het 20e arrondissement.
Paris 020, om nog een beetje het Amsterdamse gevoel te
kunnen behouden. En de Hollandse omafiets is ook mee!
Alhoewel fietsen in Parijs wel een beetje raar is: niet overal zijn
fietspaden, dus worden de busbanen gebruikt om op te fietsen.
En die bussen zijn echt levensgevaarlijk. De metro is toch wat
makkelijker. Het openbaar vervoer in Parijs is echt heel goed
geregeld en dan met name het ondergrondse metronetwerk. Je
zult nooit langer dan drie minuten wachten. Voor ongeveer alle
andere zaken dan het openbaar vervoer, is de wachttijd echter
een stuk langer…
ParisPapier
Parijs is niet alleen de stad van de Moulin Rouge, de Eiffeltoren
en de Champs Elysées, maar ook de stad van de papieren. En
niet zo’n beetje ook. En met papieren bedoel ik dat je je letterlijk
voor álles moet inschrijven. En nee dat gaat niet even met een
link via het internet, maar op z’n ouderwets; alles via de post
opsturen of uren in de rij staan bij de locatie waar het moet
gebeuren.
Om te beginnen moesten we allerlei papieren ondertekenen,
waaronder kaarten over overstromingen en technologische
rampen. Toen het contract eenmaal opgestuurd was, kregen
Willemijn en ik hem na een aantal weken weer teruggestuurd.
Waarom? We waren één zinnetje vergeten. Zo gaat dat dus met
de Fransen; alles officieel, maar als zij een foutje maken...
Het bleef echter niet bij het contract. Het appartementje moest
ook nog eens verzekerd worden. Gelukkig betrof dat maar één
formuliertje. Totdat we een heel contract opgestuurd kregen
van de verzekeringsmaatschappij dat getekend en teruggestuurd
moest worden...
Een verzekering voor het huis was
helaas niet genoeg. Als student zijnde
ben je ook verplicht om een aparte
aansprakelijkheidsverzekering af te
sluiten. Het allerbeste hoofdkantoor
van deze verzekeringsmaatschappij,
Smerep, bleek een hokje te zijn met
50 studenten die al twee uur lang aan
het wachten waren om hun verzekering
af te sluiten. Een leuk dagje uit, werd
dus een hele middag in de wachtkamer
zitten. Maar het bleef niet bij
verzekeringen. Zelfs sporten gaat niet
zonder moeite. Om je in te schrijven
bij een sportschool of een sportclub
moet je eerst een medisch certificaat
halen bij de dokter.
La vie à ParisOpinie
‘Ik vond het op de UvA al best een chaos, maar toen kende ik de
Sorbonne nog niet’
16
En dan heb ik het nog niet eens gehad over de inschrijving
op de universiteit zelf. Eerste etappe was de administratieve
inschrijving. Dat hield in dat je eerst een roze papiertje op moest
halen, waarin je gegevens vermeld stonden om vervolgens met
datzelfde papiertje je studentenkaart op te halen. Ik was er vroeg
bij en een uur en drie kwartier later had ik mijn studentenkaart
‘al’ binnen. De studenten die dachten nog even uit te kunnen
slapen hadden pech: de gemiddelde wachttijd in de middag
bedroeg drie uur. Naast de administratieve inschrijving is er ook
nog eens een pedagogische inschrijving. Dit houdt in dat één
professor in een week de vakken van minstens 100 studenten
moet goedkeuren. Ik vond het op de UvA al best een chaos,
maar toen kende ik de Sorbonne nog niet. De administratie
hier is echt een zooitje! Waarom het hier zo moeilijk gaat, dat
weet niemand. Wel kan ik je vertellen dat als je ooit het woord
bureaucratie moet definiëren, je met het woord Frankrijk zal
volstaan. Ach ja, al dat papierwerk is wel een goede oefening
voor de jurist-in-wording!
LavieParisienne
Gelukkig heeft Parijs ook mooie kanten en al gauw ontdekte
ik dat al dat papierwerk en al die lange rijen het allemaal
waard waren. Ten eerste wonen Willemijn en ik op een leuke
locatie. Elke tien meter is er wel een boulanger met de lekkerste
baguettes en croissants en andere Franse lekkernijen te vinden.
En natuurlijk zijn er ook veel cafeetjes, want naast wijn drinken
de Fransen ook veel koffie. En dan is er la place de la Bastille¸
een van de gezelligste plekjes in Parijs, niet ver van ons vandaan.
Een echte uitgaansplek, vol met cafeetjes, bars en clubs. Daar
is altijd wel wat leuks te beleven! Niet ver van de Bastille ligt
het wijkje Le Marais. Een super mooi gedeelte in Parijs, met
leuke winkeltjes, cafeetjes en eettentjes, met een supergezellige
zomerse sfeer.
Parijs is ook dé stad van de parkjes. Vooral met deze mooie
zomer (31 graden in september) is het echt parkjestijd! Het
beste Park tot nu toe is la place des Vosges, waar je lekker kunt
zonnen. Daarnaast zijn er ook vaak muzikanten te vinden, die
iedereen weten te vermaken, met hun gezang en gitaarmuziek.
UniversitéParis1
En dan l’Université Paris 1 Panthéon-Sorbonne. Als je de
Oudemanhuispoort al een mooi gebouw vindt, wacht dan maar
tot je de Sorbonne ziet. Wat een gebouw! Naast studeren, zijn
er ook veel andere activiteiten te doen. Zo is er veel te doen op
cultureel gebied (bijvoorbeeld theaterproducties), maar ook op
sportgebied is het goed geregeld. De sportvereniging UEFAPS
biedt allerlei sporten aan, en het is allemaal gratis! De locatie van
de Sorbonne is ook helemaal geweldig. Zo is de rechtenfaculteit
‘Parijs is niet alleen de stad van de Moulin
Rouge, de Eiffeltoren en de Champs Elysées,
maar ook de stad van de papieren’
17
op loopafstand van de jardin du Luxembourg, een heel mooi
park. Maar het leukste is misschien nog wel boulevard Saint
Michel. Een lange straat, vol met bekende winkels, maar ook
heel veel boetiekjes. Dat kan natuurlijk ook niet anders in zo’n
mode stad.
De introductieweek (la semaine de l’intégration) vindt echter
plaats in een afgrijselijk gebouw. Het Centre Pierre Mendès is
net een gevangenis. En de introductieweek van de Sorbonne lijkt
zeker niet op de intreeweek van de UvA. In plaats van de stad
verkennen en flink te feesten, genieten wij hier in Parijs van een
weekje vol met stoomcursussen juridische methodologie in het
Frans. Ach ja, dat moet ook gebeuren! Het is wel echt super leuk
om nieuwe mensen te ontmoeten. Honderden studenten uit
verschillende delen van Europa en ook een aantal studenten uit
andere delen van de wereld zijn allemaal naar Parijs gekomen
om hier een uitwisseling te doen. En terwijl ik dit stuk schrijf, is
het pas het begin van de introductieweek (die Fransen houden
wel van een langere zomervakantie) en ben ik erg benieuwd hoe
het studeren en het studentenleven er in Parijs aan toe zullen
gaan. Ik houd jullie op de hoogte. Voor nu zeg ik: au revoir, la
Hollande!
‘Als je de Oudemanhuispoort al
een mooi gebouw vindt, wacht dan maar tot je de
Sorbonne ziet’
Opinie
Place des Vosges
18
Door Sascha van Gerrevink
Op twaalf uur vliegen hiervandaan ligt een klein landje
zo groot als de Nederlandse Noordoostpolder, waar
ongeveer vier miljoen mensen wonen en dat maar
liefst vier officiële landstalen kent. Het is het kleinste land van
Azië en het loopt over van de verschillende geloven; Singapore.
Op weg naar Indonesië hadden wij een overstap in Singapore
en besloten we er een paar dagen te blijven om deze metropool
te bekijken. Ik verwachtte een stad met weinig persoonlijkheid,
volgebouwd met wolkenkrabbers, Aziaten strak in pak en
kauwgomloze straten. Tot mijn grote verbazing klopte alleen het
laatste (kauwgom kauwen is ten strengste verboden).
Van de vier miljoen bewoners is het overgrote deel van Chinese
afkomst, daarnaast wonen er grote groepen Maleisiërs en Indiërs.
Het is een van de meest welvarende landen ter wereld en dit
heeft duizenden expats van over de hele wereld aangetrokken.
Al deze mensen hebben de gewoontes en tradities van hun
vaderland meegenomen en dit is duidelijk te zien wanneer je
door Singapore loopt. Het is een kleine wandeling van Little
India naar Arab Quarter en van Chinatown naar het ultra
moderne Marina Bay.
Ik had het geluk dat een vriend van mij een maand eerder in
Singapore was geweest en in zijn hostel een Singaporees had
leren kennen, Jonathan Lin, die niets liever doet dan de hele dag
toeristen op sleeptouw nemen om ze de mooiste plekjes van
Singapore te laten zien.
Jonathan is van Chinese afkomst en traditiegetrouw nam zijn
oma hem elke week mee naar de taoïstische tempel in het hartje
van Chinatown. Want, zoals het elke stad van enige betekenis
betaamt, heeft ook Singapore een Chinees stadsdeel. Het is een
wijk vol smalle straatjes, toko’s, traditionele huizen en natuurlijk
wegbewijzering in het Chinees.
Het taoïsme is een Chinese religie die nauw verwant is aan het
boeddhisme. Het is voor de Singaporezen dan ook helemaal niet
vreemd dat direct naast de taoïstische tempel een boeddhistische
tempel staat. Het is zelfs gebruikelijk om ze allebei te bezoeken
als je in de buurt bent.
In de taoïstische tempel heb ik antwoord kunnen krijgen op
een van mijn brandende vragen door middel van het ‘Kau Cim’
ritueel. Als eerste formuleer je je vraag zo dat het antwoord
‘ja’ of ‘nee’ is. Vervolgens ga je met een bamboebuis vol met
stokjes in het midden van de tempel op je knieën zitten. Daarna
schud je de buis, en blijf je net zo lang schudden totdat er één
stokje uit valt. Vallen er meerdere stokjes tegelijk uit, dan begin
je opnieuw. Met dat ene stokje ga je naar de tempelbeheerder
om een ‘Kau Cimblaadje’ op te halen. Het verhaaltje op het
papiertje is het antwoord op je vraag. De tekst op het papiertje
had echter een hoog fortune cookie gehalte en, met niet veel
meer wijsheid dan toen ik binnenkwam, vervolgden we onze
tour naar de buren.
De meerderheid van de Singaporezen is
boeddhist en het Chinese gezegde ‘Elke
twee stegen hebben één boeddhistisch
nonnenklooster en elke straat heeft drie
boeddhistische tempels.’, is zeker van
toepassing op Singapore. Zoals voor
veel boeddhistische tempels stond ook
voor deze tempel een gouden Boeddha,
ietwat aan de mollige kant, die ons gul
toelachte. Door hem eens goed over zijn
bolle buik te wrijven kwam er hopelijk
wat extra geluk mijn kant op.
Little India, de volgende stop op onze
Singapore; een klein land van verschillende geloven
Taoïstische tempel
19
tour, is letterlijk India in het klein. De straten staan vol met
kleine winkeltjes die specerijen en bloemenkransen verkopen,
Bollywood muziek schalt uit de speakers en vrouwen in prachtig
gekleurde sari’s kleuren het straatbeeld. In dit kleine wijkje staan
zeker drie hindoeïstische tempels (en ook drie moskeeën, twee
kerken en een sikhistische tempel) en voor bijna elk huis staat
wel een offerbakje om de goden goedgezind te blijven. En het
maakt niet uit vanuit welke windstreek ter wereld je vandaan
komt, hier haal je je curry.
Arab Quarter ligt op een paar kilometer afstand van Little India
en tijdens die kleine wandeling loop je een compleet andere
wereld binnen. Tempels maken plaats voor moskeeën, sari’s
voor djellaba’s en Bollywood muziek voor de oproep tot het
gebed van de muezzin. De straten zijn vernoemd naar Arabische
steden en op elke hoek van de straat kan je terecht voor falafel
of een waterpijp. Hier staat ook de belangrijkste moskee van
Singapore, de Masjid Sultan.
De dag begon al ten einde te lopen en tijdens onze stadstour
had Jonathan ons rondgeleid door de drie wijken die de
drie belangrijkste nationaliteiten en geloven van Singapore
vertegenwoordigen. De Chinese taoïsten en boeddhisten in
Chinatown, de hindoestaanse Indiërs in Little India en de
Islamitische Maleisiërs in Arab Quarter. Maar de tour was nog
niet ten einde zonder dat we de cultuur hadden gesnoven
van een laatste grote groep Singaporezen; de expats. Over het
algemeen hardwerkende, welvarende mensen die voor hun
werk in Singapore wonen en hun kostbare vrije tijd graag in
luxe en weelde spenderen. We namen de metro naar Marina
Bay en twee groepen security guards verder en 55 verdiepingen
hoger bevonden we ons in het Sands SkyPark. Waar wij vanuit
de Infinity Pool genoten van: “Ik geloof in de mooiste skyline
ter wereld.”
‘Het is voor de Singaporezen normaal dat er direct naast de
taoïstische tempel een boeddhistische tempel
staat. Het is zelfs gebruikelijk om ze allebei
te bezoeken als je in de buurt bent’
Hindoeïstische tempel
“Ik geloof in de mooiste skyline ter wereld.”
rubriek
20
Door Tarek Hiemstra
HetbijzonderonderwijsinNederland
In Nederland is er vrijheid van onderwijs, wat ook
vermeld staat als grondrecht in de grondwet1. Daarom
kan iedereen in Nederland een school oprichten,
gebaseerd op een bepaalde religie of levensovertuiging.
In Nederland heeft men twee typen onderwijs, namelijk
het openbare onderwijs en het bijzondere onderwijs. Het
bijzondere onderwijs is weer onder te verdelen in confessioneel
onderwijs (op godsdienstige of levensbeschouwelijke basis)
en algemeen bijzonder onderwijs waarvan de bekendste het
Montessori en Vrijeschool onderwijs zijn. In 2011 was 30%
van alle scholen een openbare school. De overige 70% was
dus bijzonder onderwijs, waarvan het overgrote merendeel
confessioneel onderwijs betrof2. Dit artikel gaat over het
confessionele onderwijs. Bij dit religieuze onderwijs is er
steeds één religie of overtuiging die wordt aangehangen en
die alle andere religies of levensovertuigingen uitsluit. In dit
artikel ga ik in op de vraag of religieus onderwijs wel past in
een moderne multiculturele samenleving waarin het wenselijk
is dat mensen van verschillende religies vreedzaam naast
elkaar kunnen (en willen) leven. Tevens heb ik één heel groot
bezwaar op het religieuze onderwijs: kinderen kiezen niet
zelf en nemen alles wat hen wordt verteld voor waar aan.
Mijneigenervaring
Laat ik allereerst stellen dat ik zelf niet gelovig ben, maar dat
ik wel gelovig ben opgevoed en op een protestant-christelijke
school heb gezeten. Zelf heb ik bewust een keuze gemaakt
om niet te geloven, om het enkele feit dat ik niets zou kunnen
geloven wat andere mensen (vroeger) hebben beweerd, wat
dat ook mag zijn. Maar ik ben niet antireligieus en ik laat
iedereen in zijn waarde. Artikel 6 van de Grondwet, de vrijheid
van godsdienst en levensovertuiging acht ik zelf ook heel
belangrijk. In elk geval ben ik dus wel een ervaringsdeskundige.
In Nederland kennen wij ook het vrijheid voor onderwijs. Veel
mensen vinden het zeer belangrijk om hun kind naar een school
te sturen die aansluit bij hun religie. Sommige politieke partijen
(zoals de christelijke partijen) zouden er alles voor over hebben
om dit Nederlandse grondrecht te beschermen. Natuurlijk leven
wij in een vrije samenleving en dienen wij die vrijheid ook zo
veel mogelijk te koesteren. Echter, bij religieus onderwijs heb ik
twee zwaarwegende bezwaren.
Belangrijkstebezwaar
Mijn belangrijkste bezwaar is dat het hier om kleine kinderen
gaat die alles voor waar aannemen. Hoe je jeugd verloopt,
bepaalt voor een belangrijk deel je karakter, hoe je in het leven
staat en hoe je tegen de maatschappij aankijkt. Als je bedenkt
dat er maar maximaal één religie waar kan zijn, zijn er dus in
ieder geval een hoop scholen waar onzin verkondigd wordt.
Ook kunnen religieuze scholen onbewust verkeerde signalen
afgeven, omdat er kinderen bij zijn betrokken. Een school
die bijvoorbeeld een homoseksuele leraar weigert, geeft het
signaal af dat homoseksuelen gediscrimineerd mogen worden.3
En bijzondere scholen mogen kinderen weigeren die niet een
bepaalde religie aanhangen, wat een signaal kan afgeven dat
andersgelovigen minderwaardig zouden zijn.
Demulticulturelesamenleving
Wij leven in Nederland in een multiculturele samenleving. Daar
kun je blij mee zijn of niet, maar je kunt het niet ontkennen. De
multiculturele samenleving is er nu eenmaal en zal ook niet meer
verdwijnen. Daarom zullen wij ongeacht religie, denkbeelden
of cultuur vreedzaam naast elkaar moeten leven. Daarbij past of
helpt het bijzonder onderwijs mijns inziens niet. Het onderwijs
is bedoeld om kinderen klaar te stomen voor de maatschappij,
dus zijn zij gebaat bij onderwijs vanuit een objectief standpunt
en onderwijs dat in ieder geval enigszins lijkt op hoe het er in de
maatschappij aan toegaat (dus omgang met mensen die anders
zijn en anders denken).
‘Zelf heb ik bewust een keuze gemaakt om niet
te geloven’
Religieus onderwijs in onze multiculturele samenleving
21
Voordelenvanreligieusonderwijs?
Ja, die zijn er zeker. Uit eigen ervaring kan ik vertellen dat ik door
de combinatie van religieuze opvoeding en religieus onderwijs
pas laat er achter kwam dat geloof niet ‘zeker weten dat het
waar is’, maar ‘denken dat het waar is’. Daardoor heb ik lange
tijd heel bewust over religie nagedacht en gefilosofeerd, voor
mij voelde het namelijk dat ik als kind een heel eenzijdig en
vertekend beeld van de maatschappij als geheel heb gekregen.
En dan voel je je toch een beetje ‘belazerd’, ook al neem ik
mijn ouders niets kwalijk. Door het vele nadenken, ben ik tot
de conclusie gekomen dat ik niet gelovig wil zijn, maar dat ik
dit ook niet zou kunnen zijn, omdat ik het gewoon simpelweg
niet geloof.
Openbaaronderwijsverplichtvooriedereen?
Kinderen die zowel religieus worden opgevoed als religieus
onderwijs volgen, krijgen een eenzijdig en verkeerd beeld
van de maatschappij. Er zijn namelijk ook andersdenkenden.
Doordat je hele jeugd in het teken van religie staat, kun je
natuurlijk veel moeilijker zelf een eigen mening vormen of
zelf een keuze maken wat betreft je levensovertuiging. De
ouders kunnen hierin sturen en dat gebeurt ook al meer dan
voldoende en ik acht het onwenselijk, in het belang van het
kind, dat dit dubbelop gebeurt. Daarom zou ik graag zien dat
religieus onderwijs in Nederland wordt afgeschaft en dat er nog
slechts openbaar onderwijs is toegestaan waar religie niet de
boventoon voert, maar waar er wel aandacht wordt besteed aan
alle vormen van religie en levensbeschouwing. Het onderwijs
zal op deze manier een beter beeld geven van de maatschappij
als geheel. Daarnaast hoeft verplicht openbaar onderwijs niet
per se tot problemen te leiden. Een kind dat dan kennis maakt
met de evolutietheorie hoeft geen probleem te zijn, omdat deze
theorie slechts vertelt hoe de wetenschap denkt over het ontstaan
van het leven en niet een absolute waarheid pretendeert. En
een opvoeding waarin je wordt verteld dat je geen homo mag
zijn omdat god dat verbiedt? Dat kan best samen gaan met
lesprogramma’s waarin men leert respect te hebben voor elkaar.
Noten
1 Art. 23 Grondwet
2 ‘Jaarboek onderwijs in cijfers 2011’, Centraal Bureau
voor de Statistiek, 20-12-2011, http://www.cbs.nl/nr/
rdonlyres/FC6D3388-0F9E-4129-8F2B-53022BA3F774/
o/2011f162pub.pdf
3 Pim van den Dool, NRC Handelsblad, 02-11-2011,
http://www.nrc.nl/nieuws/2011/11/02/rechter-verbiedt-
gereformeerde -school-homoleraar-te-ontslaan
Opinie
‘Ik zou graag zien dat religieus onderwijs in Nederland wordt afgeschaft, en dat het openbaar onderwijs aandacht besteedt aan alle vormen van religie en levensbeschouwing zonder dat een van
deze de boventoon voert’
22
Door Eline Botter
Geloof zal voor een ieder iets anders inhouden. Uit
zijn eigen geloof zal ook iedereen een andere lering
trekken of consequenties aan verbinden. Geloof zou
iets moois moeten zijn, iets onschuldigs, waar men achter staat
of troost uit put, waarin men elkaar steunt en elkaar helpt waar
nodig.
Maar we kennen ook allemaal een andere kant van geloof.
Een niet langer ‘onschuldige’ kant, waarin door de aanhangers
wordt veroordeeld en welke zelfs tot zware misdaden leidt.
Terroristische aanslagen welke op een geloof zijn terug te leiden
kennen we allemaal.
Dat dit niet per definitie een ‘regulier’ geloof als de islam of
het christendom hoeft te zijn, wordt pijnlijk bewezen op 22 juli
2011 in Noorwegen. Anders Behring Breivik, een, naar later
blijkt, rechts-radicale Noor, richt een gruwelijk bloedbad aan.
Na eerst in het regeringscentrum van Oslo een bom te laten
ontploffen, met acht doden tot gevolg, rijdt hij daarna door naar
een jeugdkamp van de Noorse Arbeiderspartij op het eiland
Utøya, waar hij 69 mensen doodschiet.
Achteraf blijken de motieven van zijn daad uit een door hem
geschreven manifest1, welke hij vlak voor zijn daad publiceert
op internet. In deze ‘terreurhandleiding2’ zet hij, onder het
pseudoniem Andrew Berwick, in ruim 1500 pagina’s zijn
ideologie uiteen over onder andere de huidige
multiculturele samenleving. Belangrijk punt; de
islam en sociaaldemocratie zijn een bedreiging
voor het humanisme, jodendom en christendom.
De strijd tegen de islam zou beginnen met
deze aanslagen, welke het begin zou moeten
zijn van een burgeroorlog om de moslims uit
Europa te verjagen. (Nog een ‘belangrijk’ punt
voor toekomstige ‘martelaars’ volgens Breivik:
‘Zij moeten door middel van bodybuilding en
zonnebanken goed voor hun uiterlijk zorgen,
omdat zij met hun misdaden zichzelf zullen
vereeuwigen.‘)
Wat volgt is een jaar vol Anders Behring Breivik
in de media. In onderzoeken door Noorse
onderzoekscommissies rijst de eerste belangrijke
grote vraag; is Breivik toerekeningsvatbaar of niet?
Er komen uitlatingen van hem boven water,
waarin hij vertelt geen spijt te hebben en zijn
daad verschrikkelijk, maar noodzakelijk acht. Bij de eerste
openbare zitting in de rechtszaal op 14 november 2011 betoogt
hij de legitimiteit van de rechtbank niet te erkennen, gezien het
feit dat deze ‘haar mandaat heeft ontvangen van organisaties
die multiculturalisme steunen’. Tevens weigerde hij schuld te
bekennen, wegens de door hem geschetste noodzakelijkheid
van zijn daden.
Hetproces
Op 16 april 2012 is het dan zover; de start van het
geruchtmakende proces, welke ruim vier maanden zal gaan
duren. De aanklacht luidt terrorisme en moord. Aan de
Noorse rechters de belangrijke beslissing of Breivik al dan niet
toerekeningsvatbaar zal worden verklaard. Mocht dit niet zo
zijn volgt een geestelijke behandeling in de gevangenis. Mocht
hij echter wel toerekeningsvatbaar worden geacht, waar Breivik
zelf ook voor pleit, ligt de maximale Noorse gevangenisstraf
naar alle waarschijnlijkheid voor hem in het verschiet. Dit is
op het moment 21 jaar, maar kan in de vorm van vijfjarige
evaluaties verlengd worden wanneer iemand na het uitdienen
van zijn straf nog steeds een gevaar blijkt voor de samenleving.
Op 22 juni 2012 wordt daarbij door de Noorse koning een
noodwet (met de bijnaam ‘Lex Breivik’) goedgekeurd, die
vaststelt dat een patiënt voor zijn eigen veiligheid opgesloten
Anders Breivik
Herdenking in Oslo
23
kan blijven zitten, zolang de politie meent dat er gevaar is voor
iemand die hem aan wil vallen wegens zijn daad. In het geval
van Anders Breivik zijn beide gevallen vermoedelijk niet geheel
onwaarschijnlijk.
Tijdens het begin van het proces krijgt Breivik zelf de ruimte
zijn verklaringen af te leggen, daarna komen vooral getuigen
en nabestaanden aan het woord. Zijn getuigenissen zijn
schokkend, maar brengen nauwlettend in kaart hoe grondig
hij deze aanslagen heeft voorbereid. Hij ziet de aanslagen als
een zelfmoordmissie en pleit een gezond, toerekeningsvatbaar
persoon te zijn. Daarbij beroept hij zich op noodweer. Zijn
verklaring in de rechtszaal gebruikt hij als platform voor zijn
ideologie. Tevens biedt hij zijn excuses aan enkele slachtoffers
aan, twee welgeteld, degenen die omkwamen bij de aanslag in
Oslo, maar volgens hem niks met politiek van doen hadden.
De rest van het proces komen getuigen, nabestaanden,
deskundigen, maar ook mede rechts-extremisten aan het
woord. Door de advocaten van Breivik opgeroepen om zijn
denkbeelden van de islam als bedreiging voor Noorwegen te
bevestigen.
Aan een groep psychiaters de taak om het onderzoek van de
eerste onderzoekscommissie (ontoerekeningsvatbaar) tegenover
die van de tweede onderzoekscommissie (toerekeningsvatbaar)
te leggen. Zij bekritiseren onvolkomenheden in het tweede
rapport, maar het uiteindelijke oordeel ligt bij de rechter.
Hetvonnis
Na de laatste zitting in juni, volgde op 24 augustus 2012
dan ‘eindelijk’ de langverwachte uitspraak door de Noorse
rechtbank, bestaande uit vijf rechters.
Unaniem beslissen zij dat de aanslagen door Anders Behring
Breivik moeten worden bestempeld als terreurdaden en achten
hem tevens schuldig aan moord. Zijn beroep op noodweer wordt
door de rechtbank verworpen. Zij acht in haar uitspraak zijn
motivatie, het behoeden van Noorwegen voor een islamitische
invasie, ‘niet de moord op politiek gemotiveerde jongeren en
regeringsfunctionarissen te rechtvaardigen’3.
Dan de beslissing waar menigeen in spanning op heeft gewacht;
de rechtbank acht Breivik toerekeningsvatbaar. Zowel de
nabestaanden als Breivik zelf hoopten op deze uitslag, waar het
echter de nabestaanden om de strafmaat zal gaan gaf Breivik
aan hiermee zijn ideologieën te willen bekrachtigen.
Waar de gemiddelde Noorse, misschien Europese burger,
rechtvaardigheid of misschien zelfs opluchting zal voelen nu
Breivik een lange gevangenisstraf staat te wachten, klinken er
ook andere verhalen. Ondanks de beslissing van zowel Anders
Breivik als het Openbaar Ministerie om niet in hoger beroep te
gaan, is het de vraag of dit het einde van ‘het verhaal’ Breivik
is. Breivik zelf heeft aangegeven, ondanks zijn geïsoleerde
gevangenneming in een gevangenis buiten Oslo, vanuit deze
plek een netwerk van gelijkgestemden op te willen zetten. Met
de grote vraag of dit niet allang is gebeurd, nu het manifest nog
altijd op internet te vinden is.
Noten
1 Anders Behring Breivik, Onafhankelijheidsverklaring van
Europa’, NOS,
http://content1c.omroep.nl/17d970d4e3152475a9fa216c53
b193a0/505621d5/nos/docs/edit_manifest.pdf
2 Karel Knip, ‘Terreurhandleiding Breivik gevaarlijker dan
die van al Qaeda’, NRC, 24 juli 2011, http://www.nrc.nl/
nieuws/2011/07/24/terreurhandleiding-breivik-gevaarlijker-
dan-die-van-al-qaeda/
3 Citaat uitspraak rechtbank vonnis Anders Breivik, NOS,
24 augustus 2012, http://nos.nl/artikel/410328-breivik-
veroordeeld-voor-terrorisme.html
‘Lex Breivik’
spraakmakende recHtszaak
24
Door Rogier van der Wolk
Ergens afgelegen op een berg, in het noorden van Thailand,
staat een klooster. Elke dag datzelfde muffe lapje oranje stof
om en knielen maar. Tijdens het fanatieke gebed oppassen
voor alle kaarsen om je heen en even van het altaar wegdraaien
als je last krijgt van je wierookhoestje. Alle getatoeëerde Britten
en Oceaniërs – die in grote getalen de abdij bestormen om
hun liefde voor drank te minderen – vertellen elkaar ‘s avonds
laat onder de sterrenhemel in vaak onverstaanbaar Engels met
welke vulgaire walrussen zij allemaal ongetrouwd het bed
hebben gedeeld. Aan de intonatie en golven van articulatie
kan zelfs een Siamese dorpsgek horen dat zij trots zijn op deze
‘overwinningen’ aan het thuisfront. Hoe wreed ironisch is het
dan dat hun gastheren van het klooster slechts één vrouw in hun
vertrekken mogen toelaten; de foto van hun allang overleden
moeder. Maar ja, men moet wat over hebben om god te dienen
en zichzelf te verzekeren van het walhalla in het hiernamaals.
Toch is het dan frappant dat deze oranje Oempa Loempa’s op
een dag, tijdens de schoonmaak van de tempel, het huis van
de vent waar je U tegen zegt, worden aangevallen door een
zwerm bijen. Resulterend in 40 slachtoffers waarvan zes in
coma belanden1. Kan men dan wel spreken van een goddelijke
aanwezigheid?
Over de wereld heen stikt het van de geloofsrichtingen, alleen
al op religieus gebied. Om gek van te worden. Bij de een
wordt verwacht dat je als platonische peuter door het leven
gaat totdat je het ja-woord hebt gegeven, bij de ander helpt
iedereen elkaar aan een goedverdienende baan op Wall Street
of in de diamantindustrie en wordt ongeacht de huisinrichting
overal een menora op gezet. Zo hebben alle religies wel hun
kenmerkende gekkigheden in verschillende gradaties. Maar wat
zij allemaal gemeen hebben is die altijd aanwezige kritische blik
op alles buiten hun – in mijn woorden – sekte. Een beetje die
akelige naar hypocrisie neigende gedachtegang van Wilders:
“Wij zijn juist en jij kan de pot op.” Dan krijg je herhaaldelijk
brandende westerse ambassades in islamitische gebieden na
creatieve uitlatingen omtrent personages uit de Koran2, dan
gaan conservatieve christenen, zoals republikein Todd Akin,
beweren dat vrouwen die zwanger worden na een verkrachting
het voornamelijk aan zichzelf te danken hebben3 óf taferelen
van boze rijke joden omdat de gevolgen van hun investering
niet allemaal volledig en uitsluitend pro-Israël zijn4. Het is altijd
eigen god eerst en dan de rest. Iedereen wil in figuurlijke zin de
dominee (o wee als je het tegen een niet-protestant in letterlijke
zin zegt!) zijn zonder in de spiegel te kijken naar de eigen
zonden. Iets wat met de verschillende onthullingen binnen de
Rooms-Katholieke Kerk misschien wel van pas was gekomen..
Gelovigen baseren zich veelal op boeken waarin een verzameling
van verschillende verhalen is gebundeld. Hoewel deze
fantasierijke verhalen af en toe doen denken aan kinderverhalen,
worden zij bloedserieus genomen. Wetenschappelijk is niks
onderbouwd, maar dat is niet nodig. Het wordt verondersteld dat
iemand vanaf een wolk op ons neerkijkt. Als het goed gaat word
je beloond, in slechte tijden word je gestraft. En bij vervelende
uitschieters zoals de Tweede Wereldoorlog, het conflict tussen
Israël en Palestina, de verschillende burgeroorlogen in Afrika
en noem maar op luidt het credo “God heeft het zo gewild.”
Een bestuursrechter zou uit woede om al die vaagheid aan zijn
hamertje knabbelen. En juist hier zit overigens de verschrikkelijk
vervelende hypocriete ellende die gepaard gaat met religies.
Want, gebruikmakend van het meest duidelijke en voor de
hand liggende voorbeeld; had de god van het Joodse volk de
verschrikkelijke Nazipraktijken dan niet zo gewild waardoor
alle wanhoop en woede van de overlevenden en nabestaanden
onterecht is? Zelfs voor een nuchtere atheïst is zo’n uitspraak
over de afschuwelijke wreedheden uit die tijd moeilijk te doen,
maar het typeert wel de ondoordachte onderbouwing van het
geloof. Er wordt geredeneerd à la (spreek je uit als Allah) die
hoogblonde schreeuwlelijk uit Venlo: alles volgens jouw regels
tenzij het even niet goed uitkomt5.
Moet gezegd, het is mooi om te zien dat sommige mensen in
moeilijke tijden steun vinden in hun geloof, maar dan moet het
ook alleen voor die persoonlijke sfeer gebruikt worden. Er zijn
gewoonweg te veel verschillende mensen met verschillende
ideeën waardoor er altijd spanningen zullen zijn. Het geloof
is soms een rots in de branding, maar te vaak een beperkende
factor. Overbodige oogkleppen, niet verder kijken dan je neus
lang is, egoïsme, onwetendheid. Het weerhoudt je er van om
zelf te denken en te handelen mee te gaan met de tijd. Juist
dit is zo schandelijk, want wat nog meer dan de ratio doet ons
God en zijn onderdanen, het sprookje
‘Het is altijd eigen god eerst en dan de rest’
25
actualiteit
verschillen van subjecten uit het dierenrijk? Aan het eind van
de dag moet toch jij jouw zaken op orde hebben en dient het
geloof niet om achter te schuilen.
Ik zal het nooit vergeten. Mijn vader, een diplomaat van top tot
teen, kwam terug van een ambassadeursborrel in Buenos Aires.
Hij vertelde dat hij in gesprek was geraakt met zijn Israëlische
collega. Toen eenmaal bleek dat mijn vader het – zoals een
objectieve jurist betaamt – niet geheel eens was met de joodse
nederzettingen en muur op Palestijns grondgebied draaide
zijn Joodse tegenspeler om en liep weg zonder iets te zeggen.
Dat zelfs intellectuelen verblind door het geloof de rede links
laten liggen versterkt mij in mijn standpunt. Religieuze zaken
moeten ver gescheiden blijven van politiek en andere zaken.
Een strengere scheiding tussen kerk en staat. In deze wereld
vol botsende denkbeelden is het geloof het best op zijn plek
binnenskamers . En om terug te gaan naar de lessen Latijn wil ik
nog kwijt: overigens ben ik van mening dat er wel volop geloofd
mag worden in Sinterklaas en de Kerstman. Genieten zult gij,
en dat is maar verstandig ook want het kan zomaar voorbij zijn
door een paar lullige bijen. Bedankt voor de bloemen.
Noten
1 ‘Monniken in coma na bijenaanval’, NOS, 24 juni
2012, http://nos.nl/artikel/387674-monniken-in-coma-na-
bijenaanval.html
2 ‘Moslimwoede om Mohammed-film breidt zich uit’, RTL
Nieuws, 14 september 2012, http://www.rtl.nl/components/
actueel/rtlnieuws/2012/09_september/14/buitenland/
moslimwoede-om-mohammed_film-breidt-zich-uit.xml
3 ‘Todd Akin, Nederland en surplace-campagnes’, NRC
Handelsblad , 22 augustus 2012, http:/ /www.nrc.nl/
verkiezingenvs/2012/08/22/todd-akin-nederland-en-
surplace-campagnes/
4 M. van Berkel, ‘Joden woest op Wilders’, Spitsnieuws,
21 ok tobe r, h t tp : / /www.sp i t sn ieuws .n l / a rch ive s /
binnenland/2012/08/joden-woest-op-wilders
5 ‘PVV boos op ambassadeur’, Spitsnieuws, 23 september 2010,
http://www.spitsnieuws.nl/archives/binnenland/2010/09/pvv_
boos_op_ambassadeur.html
Opinie
‘Bij vervelende uitschieters zoals de
Tweede Wereldoorlogof het conflict tussen
Israël en Palestina luidt het credo: God heeft
het zo gewild’
26
Waar geloof jij in?RomyLankman:
Mezelf. Tenminste dat is wat ik elke keer probeer na te streven. Als je namelijk in jezelf gelooft
kan je al je dromen verwezenlijken, daar ben ik van overtuigd! Al gaat dat presidentschap er
waarschijnlijk niet van komen... Je moet natuurlijk wel realistisch blijven!
DoorNinaAlbers
Ik geloof in het investeren van tijd en
moeite om een doel te bereiken. Maar
zonder vertrouwen in het slagen van
een doel, is het de inzet niet waard.
DoorGertjanPranger
Ik geloof in het Nederlandse rechtssysteem. Hoewel het Nederlandse
rechtsstelsel niet perfect is en ook haar fouten heeft is dat het enige wat wij
hebben, en kan men er altijd op teruggrijpen. Het Nederlandse recht heeft mij
nog nooit in de steek gelaten.
27
DoorFrancisTjia
Geloof, het thema van deze editie. Een zeer breed onderwerp, en altijd
actueel. Wat erover te zeggen? Een poging. Geloof is behalve een thema
ook een woord met een zekere betekenis voor een ieder. Het woord alleen
al zal je verder op weg kunnen helpen. In het bijzonder, en wellicht bij de
meeste van jullie van toepassing, zal ‘geloof’ je een zekere houvast kunnen
bieden. Geloven dat je jouw gestelde doelen zult bereiken dit collegejaar.
Meer is nu niet nodig toch? Zo simpel kan het zijn, althans voor mij wel.
DoorTarekHiemstra
Ik geloof niet, maar toch
geloof ik in karma. Waarom
wel in karma? Omdat ik
geloof dat mensen die slechte
daden verrichten uiteindelijk
niet gelukkig kunnen zijn. En
zeg nou zelf: wat is er erger
dan de rest van je leven niet
gelukkig zijn?
rubriek
DoorNickPoggenklaas
Ik geloof in hard werken en niet opgeven. Doorzettingsvermogen is de
grootste kracht die een mens kan hebben. Niets staat vast en met hard
werken is alles te bereiken. Zoiets als het lot, geluk of pech bestaat niet.
28
Wat neem jij mee?
Wat je elke dag bij je hebt, zegt veel over wie je bent. Over wat
je bezighoudt, de dingen die je meemaakt en wat je motiveert.
Bij AKD zijn we benieuwd naar wat mensen ‘meenemen’. Naar hun
interesses en ambitie. Wat deed jou besluiten rechten te gaan
studeren? En wat wil je bereiken? AKD bestaat uit een hecht team
van bevlogen advocaten en notarissen. Professionals met een eigen
stijl. Vastbesloten alles eruit te halen wat erin zit. We investeren
dan ook veel in de ontwikkeling van jong talent. Spreekt onze
werkwijze jou aan? Laat het ons weten. We zijn benieuwd naar
wat jij meeneemt. Kijk op watneemjijmee.nl.
-00003_adv_C_210x297mm_OF.indd 1 10-12-2009 20:05:09
29
‘Vrouwelijke Jehova’s Getuigen sterven zes
keer vaker bij een bevalling dan andere
moeders’(pag. 30)
VErd
iEpi
Ng
‘Je zou verwachten dat een anti-
abortuspartij alsde SGP ook
tegen de doodstraf is’
(pag. 32)
30
Door Madeline Kniest en Simcha de Leeuw
Je kent ze wel, Jehova(h)’s Getuigen. Je hebt ze vast wel eens
op een zomerse zaterdagochtend aan je voordeur gehad. Ze
staan immers bekend om hun deur-aan-deurpredikingen, ook
wel velddiensten genoemd, waarbij de leden van de beweging
hun boodschap aan de hand van de Bijbel en publicaties van
het Wachttorengenootschap trachten te verspreiden. In 2007
telde de beweging wereldwijd 7.124.443 leden die samen
1.488.658.249 uur besteden aan velddiensten, het aantal
Jehova’s Getuigen groeit langzaam wereldwijd. In Nederland
wonen er rond de 30.000 leden.
Opmerkelijk is dat veel Jehova´s Getuigen onder alle
omstandigheden bloedtransfusies weigeren, omdat ze zich
letterlijk aan de Bijbel willen houden waarin staat dat men
zich dient te onthouden van bloed bij medische ingrepen.
Het Wachttorengenootschap schrijft voor dat transfusies van
vol bloed en bepaalde bestanddelen van bloed (plasma,
erytrocyten, leukocyten, trombocyten) niet acceptabel zijn.
Op het accepteren van andere bestanddelen (zoals albumine)
is geen onthouding voorgeschreven. Voor het opvolgen van
dit gebod staat de belofte op het eeuwige leven na de dood.
Wordt dit gebod niet nageleefd, dan kan uitsluiting binnen de
gemeenschap het gevolg zijn. Dit ligt anders als de toediening
van bloed is geschied zonder dat de Jehova’s Getuige zich
hiervan bewust is geweest, uitsluiting is dan niet per definitie
het gevolg.1
De weigering van bloedtransfusies zorgt voor complexe
situaties. Zo blijkt uit onderzoek dat vrouwelijke Jehova´s
Getuigen zes keer vaker sterven bij een bevalling dan andere
moeders. Een vrouwenarts vertelt in het AMC-Magazine dat ze
een sterfgeval heeft meegemaakt van een moeder die Jehova´s
Getuige was. Toen bij de bevalling steeds meer fout ging, bleef
ze bloed weigeren, terwijl ze wist dat ze zou sterven door
bloedverlies. Volgens de gynaecologe had de vrouw de bevalling
waarschijnlijk overleefd als ze een zak bloed had geaccepteerd.
Gesteld kan worden dat deze groep vrouwen gekozen heeft
voor het achterwegen laten van een bloedtransfusie, ze hebben
immers het recht van lichamelijke integriteit en autonomie dus
waarom zou het een probleem zijn om een bloedtransfusie
achterwege te laten? Tegenover dit recht en het belang om de
Bijbel letterlijk op te volgen kan het belang van de behandelend
arts worden gesteld; de arts is geen arts geworden om
vervolgens een vrouw bij een bevalling dood te laten bloeden
maar om zijn werk zo goed mogelijk uit te voeren. Conclusie;
conflicterende belangen en geen oplossing. Een specialist van
het AMC stelt ´de oplossing´ te hebben gevonden; in Nederland
moet een netwerk van medische teams komen dat zich speciaal
recht op bevallingen van Jehova´s Getuigen. De meest ervaren
artsen zouden daarbij moeten worden ingezet. Ze zouden zich
extra goed moeten voorbereiden op de bevalling en extra alert
moeten zijn op het voorkomen van bijvoorbeeld nabloedingen.
Naar onze mening niet realiseerbaar.2
We gaan nog een stapje verder. Het vraagstuk rondom
minderjarige Jehova’s Getuigen (hiermee worden minderjarigen
bedoeld tussen de 12 tot 16) in een levensbedreigende situatie
Geloof; een illusie?
31
waarin een bloedtransfusie noodzakelijk kan zijn, levert
eveneens een lastige situatie op. Twee scenario’s kunnen zich
voordoen; in de eerste plaats wanneer de ouders of wettelijke
vertegenwoordigers een bloedtransfusie weigeren voor het
minderjarige kind en in de tweede plaats indien de minderjarige
zelf een bloedtransfusie weigert. De Wet Geneeskundige
Behandelingsovereenkomst (hierna: Wgbo) en het ‘Protocol
voor medische behandeling van minderjarige Jehova’s Getuigen’
schetsen een juridisch kader waarin de rechten en plichten van
de wettelijke vertegenwoordiger(s) van het kind en van het kind
zelf worden gegeven. Op grond van art. 446 Wgbo moet een
behandelingsovereenkomst worden opgesteld. Voor de arts is het
essentieel om te weten of de patiënt wilsbekwaam is. Afhankelijk
van deze vraag kan worden bepaald tegenover wie de arts de
behandelingsovereenkomst dient na te komen; de minderjarige
of diens ouder(s) of voogd. Artikel 450 lid 2 Wgbo stelt dat zelfs
voorbij kan worden gegaan aan de toestemming van de wettelijke
vertegenwoordiger(s) indien het kind wilsbekwaam is en anders
wenst of indien een bloedtransfusie ‘kennelijk nodig is om ernstig
nadeel te voorkomen’. De arts is degene die uiteindelijk moet
bepalen of de minderjarige wilsbekwaam is. In het ‘Protocol
voor medische behandeling van minderjarige Jehova’s Getuigen’
staat tevens dat uit de parlementaire behandeling van de Wgbo
kan worden opgemaakt dat ‘de wetgever een minderjarige in
het algemeen tot een redelijke waardering van zijn belangen
in staat acht, tenzij het tegendeel blijkt’3. Dit argument kan
worden onderbouwd met het volgende uit de Parlementaire
behandeling van de Wgbo: “Zoals in het algemene deel van de
toelichting reeds is aangegeven, zijn wij van mening dat aan
oudere minderjarigen de bekwaamheid moet worden verleend
een behandelingsovereenkomst te sluiten”.4 In beginsel wordt
dus aangenomen dat een minderjarige Jehova’s Getuige
wilsbekwaam is en kan beschikken over zijn lichamelijke
autonomie. Een kind van 12 jaar oud kan dus, indien hij geacht
wordt wilsbekwaam te zijn, een bloedtransfusie weigeren!
De vraag die bij ons op komt is of het wel moreel is om een
dergelijke keuze bij een minderjarige neer te leggen. In principe
staat de keuze tot het accepteren dan wel weigeren van een
bloedtransfusie met alle gevolgen van dien gelijk aan de keuze
tussen wel of geen uitsluiting van de Jehova´s gemeenschap en
daarmee staat de band met zijn of haar ouders op het spel. Een
minderjarige kan wilsbekwaam worden geacht indien deze in
staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake.5
Maar kan een gemiddelde minderjarige dat wel? Naar onze
mening kan en vooral mag een dergelijke keuze niet verlangd
worden.
Met dit stuk hebben wij de problematiek rondom bloedtransfusies
bij Jehova´s Getuigen aan het licht willen brengen aan de hand
van twee in de praktijk voorkomende voorbeelden. Zoals blijkt
is de weigering van bloedtransfusie een discutabel en zeer
moeilijk onderwerp. Welke belangen prevaleren en hoe met
verschillende belangen omgegaan moet worden is en blijft een
probleem. Een pasklare oplossing laat op zich wachten, of deze
er ooit zal komen, valt te betwijfelen.
Noten
1 Genesis 9:3-9:4, Leviticus 17:14 en in 15:28 -30 Acts
2 ‘Ziekenhuisbevalling voor Jehovah’s noodzakelijk’,
Netwerk, 15 december 2009, http://www.netwerk.tv/
uitzending/2009-12-15/ziekenhuisbevalling-voor-jehovahs-
noodzakelijk
3 ‘Raad voor de Kinderbescherming, ‘Protocol voor medische
behandeling van minderjarige Jehova’s Getuigen’, juni 2004,
p. 8.
4 Kamerstukken II 1989/90, 21 561, nr. 3, p. 29.
5 Raad voor de Kinderbescherming, ‘Protocol voor medische
behandeling van minderjarige Jehova’s Getuigen’, juni 2004,
p. 4.
‘De weigering van bloedtransfusies zorgt
voor complexe situaties. Zo blijkt uit onderzoek
dat vrouwelijke Jehova s Getuigen zes keer vaker sterven bij een bevalling
dan andere moeders’
verdieping
32
Door Richte van Ginneken
Op dinsdag 28 augustus 2012 deed Kees van
der Staaij, fractievoorzitter van de SGP, een
opmerkelijke uitspraak in het RTLZ-Programma
‘WatkiestNederland’.Hijzeidaardatbijvrouwendekansop
zwangerschapnaeenverkrachtingergkleinis,eenstandpunt
wat de Amerikaanse Republikeinse politicus Todd Akin
een paar weken daarvoor ook verkondigde in een televisie
interview. Deze opmerking vestigt nieuwe aandacht op het
abortusstandpuntvandeSGP.Omdathettochverkiezingstijd
is leekhetmijdaaromeengoed ideeomdezeuitspraak,en
meerinhetalgemeenhetabortusstandpuntvandeSGP,eens
grondigteanalyserenentekijkenhoedeSGPscoortwanneer
hetaankomtopconsistentie.
Beschermenswaardig
Het onderwerp abortus mag dan misschien in Nederland voor
de meeste mensen geen taboe meer zijn, maar in andere landen
is dit niet zo vanzelfsprekend. Zie bijvoorbeeld de Verenigde
Staten. In de VS is abortus legaal sinds de mijlpaal beslissing
van het Amerikaanse Hooggerechtshof in de zaak Roe v. Wade
in 1973. Sindsdien is abortus een controversieel onderwerp
geworden in de VS dat geleid heeft tot veel protesten, geweld
en zelfs doden. In Nederland lijkt het recht op abortus een
verworvenheid die bijna vanzelfsprekend is. Hier kennen we
geen grootse protestmarsen op het Binnenhof of mensen die
voor de rechter moeten verschijnen omdat ze een abortuskliniek
hebben opgeblazen. Dat betekent echter niet dat er geen
oppositie is tegen abortus. Die is er wel en ze komt voornamelijk
uit religieuze kringen. Een van die geluiden komt van de
Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP). De weerstand van de
SGP tegen abortus heeft vooral een confessionele basis. In het
verkiezingsprogramma van de partij kunnen we lezen dat, wat
de SGP betreft, het menselijk leven een kostbaar geschenk van
God is. Om die reden is elk mensenleven beschermenswaardig,
en dus ook het leven van het ongeboren kind (“een geschenk
kapot maken voor de ogen van de Gever, is een slag in Zijn
gezicht”1). De SGP vindt, op basis hiervan, dat de bescherming
van het leven van de ongeborene in de Grondwet moet worden
opgenomen, en dat de Abortuswet moet komen te vervallen.
Het is dus duidelijk dat de SGP de beschermenswaardigheid
van het leven hoog in het vaandel heeft staan. Of toch niet?
Na het doorspitten van de SGP verkiezingsprogramma vielen
mij toch een aantal dingen op die misschien toch minder goed
te rijmen zijn met het standpunt van de partij dat al het leven
beschermenswaardig is.
Voorbehoedsmiddelen
Hoe zit het bijvoorbeeld met het standpunt van de SGP ten
aanzien van voorbehoedsmiddelen? In het christendom zijn
het vooral de katholieken die het meest fulmineren tegen
voorbehoedsmiddelen. De SGP is echter ook geen voorstander
voorbehoedsmiddelen. Zo heeft de SGP er mede voor gezorgd
dat postbus 51 spotjes over condooms pas na 20:00 uur
uitgezonden mochten worden en is de SGP tegen voorzieningen
voor de pil in het ziekenfonds. Daarbij niet rekening houdend
met het feit dat de pil niet alleen voorkomt dat vrouwen
zwanger raken, maar ook hun risico op eierstokkanker en
baarmoederhalskanker verkleint en aandoeningen als PCOS,
PMMD en endometriose kan behandelen. De SGP laat vrouwen
echter liever zonder de pil zitten waardoor het risico op al deze
aandoeningen vergroot wordt.
Ook heeft de SGP blijkbaar het naïeve beeld dat zwangerschap
en bevalling risicoloos zijn. Daarbij voorbijgaand aan het feit
dat, tot niet heel lang geleden, zwangerschap de nummer één
doodsoorzaak was onder vrouwen. Realiseert de SGP zich
wel welke, soms levensbedreigende, gezondheidsrisico’s
zwangerschap met zich mee kan brengen? Voor een partij
die zoveel belang hecht aan de beschermenswaardigheid
van het leven, gaat ze vrij onachtzaam om met middelen die
levens kunnen redden. De oplossing moet, wat de SGP betreft,
gevonden worden in onthouding vóór het huwelijk, en trouw
tijdens het huwelijk. Is dit een verstandige beleidskeuze? In de VS
wordt er in sommige staten, onder druk van fundamentalistische
Abortus en de hypocrisie van de SGP
’De SGP vindt dat de bescherming van het
leven van de ongeborene in de Grondwet moet
worden opgenomen, en dat de Abortuswet moet
komen te vervallen’
33
christenen, zogeheten ‘abstinence only education’ (seksuele
onthouding vóór het huwelijk) gegeven. Onderzoek door de
Sexuality Information and Education Council of the United
States, en tal van andere organisaties, heeft echter aangetoond
dat ‘abstinence only education’ volkomen ineffectief is en alleen
maar zorgt voor een toename van ongewenste zwangerschappen
(en daarmee het aantal abortussen!) en soa’s (waaronder HIV).
De reden hiervoor ligt in het feit dat het in onze aard zit om
seks te hebben en wanneer je kinderen geen goede seksuele
voorlichting geeft, zullen ze onveilig seks hebben. Laten we hier
wel eerlijk zijn. Het feit dat het beleid dat de SGP voorstaat
tot een toename van het aantal abortussen zal leiden, kunnen
we de partij niet kwalijk nemen omdat, als het aan haar lag,
niemand meer een abortus krijgt.
Het niet gebruiken van voorbehoedsmiddelen leidt op andere
plaatsen in de wereld echter tot problemen, veel groter dan in
Amerikaanse scholen. Met name in Afrika heerst er, mede door
het niet gebruiken van condooms, een ernstige AIDS epidemie.
Zo zegt Artsen Zonder Grenzen dat er in 2010 naar schatting
1,8 miljoen mensen overleden zijn aan HIV/AIDS. Onderzoek
heeft ook aangetoond dat consistent condoomgebruik het
langetermijn-risico op HIV-overdraagbaarheid verlaagt met
80%. Condoomgebruik draagt dus enorm bij in het voorkomen
van HIV. Wat is de visie van de SGP op dit gebied? Hoe vindt de
SGP dat ontwikkelingssamenwerking aangewend moet worden
om met AIDS om te gaan? Ons antwoord kunnen we vinden
bij de woordvoerder ontwikkelingssamenwerking van de SGP,
Diederik van Dijk. In een interview zegt hij dat de SGP ‘niet
blij’ was met programma’s die meer condooms verspreiden2.
Volgens de SGP moeten bij de aanpak “faith based organisaties
en kerken een rol spelen, omdat ze een sleutelpositie innemen
in preventie en de zorg voor aidspatiënten”3. De partij lijkt hier
voorbij te gaan aan het feit dat het helaas de kerken en ‘faith
based’ organisaties zijn die hoofdzakelijk verantwoordelijk zijn
voor het niet gebruiken voorbehoedsmiddelen.
Rechtopleven
Je zou van een partij als de SGP, die zo fel tegen abortus en
euthanasie is, verwachten dat ze zouden walgen van iets als de
doodstraf. Was immers niet al het leven beschermenswaardig?
Dat zou je denken, maar wat schetst de verbazing, de SGP
heeft in haar verkiezingsprogramma staan dat zij vindt dat het
verdieping
34
opleggen van de doodstraf een legitieme straf moet zijn. Ze
beargumenteert dat de doodstraf een gerechtvaardigde straf
is, juist vanwege de hoge waarde die zij aan het menselijke
leven toekent en dat wanneer dat leven geschonden wordt,
door bijvoorbeeld iemand te vermoorden, de doodstraf op
zijn plaats is. De SGP lijkt hier echter voorbij te gaan aan het
feit dat, als het waar is wat ze zegt en dat al het leven een
kostbaar geschenk van God is en al het leven waardevol is, dat
het leven van de moordenaar dus ook waardevol is want die
moordenaar is immers ook door God geschapen. De SGP zegt
in haar verkiezingsprogramma dat het recht op leven ook voor
de ongeborene in de Grondwet moet worden vastgelegd en dat
het laten plegen van een abortus een inbreuk is op het recht
van leven van de ongeborene. Is echter het opleggen van de
doodstraf niet ook een inbreuk op het recht van leven van de
misdadiger? Is die moordenaar niet ook een kostbaar geschenk
van God, zoals alle leven? Als het recht op leven zo belangrijk
is dat het voor de ongeborene moet worden vastgelegd (en het
overigens voor de lijdende een plicht tot leven wordt), dan kan
je niet aan de andere kant zeggen dat dat recht op leven voor de
moordenaar niet absoluut is. Dat is niet consistent.
Overigens een interessante terugkoppeling op het
abortusstandpunt. De arts die de abortus verricht maakt ook
een inbreuk op het recht van leven van de ongeborene. Zou
dan de arts die de abortus verricht ter dood veroordeeld moeten
worden? En moet de moeder die de abortus laat plegen ook ter
dood veroordeeld worden wegens medeplichtigheid? De SGP is
oorverdovend stil op dit punt.
Hypocriet
Al met al blijkt dat, waar de SGP het recht op, en de bescherming
van, leven hoog in het vaandel heeft staan wanneer het aankomt
op abortus of euthanasie, ze dit niet heeft wanneer het gaat over
andere standpunten. Zo zijn er tal van standpunten waarin de
SGP een duidelijke afweging maakt waarin ze andere rechten
dan het recht op leven als het hoogste goed laat gelden. In dat
kader vind ik het uiterst hypocriet om aan de ene kant vrouwen
rechten te ontzeggen op gronden die je wanneer, het aankomt
op andere standpunten, het onderspit laat delven.
Tot slot wil ik nog even terugkeren naar de uitspraak van Van
der Staaij bij RTL. Het is het goed recht van de SGP om haar
standpunten te hebben en zich niet te schuwen door haar
confessionele grondslag. Ik vind het echter wel het summum
van hypocrisie wanneer je uit je religieuze overtuiging, een
seculier argument probeert te destilleren om daarmee mensen
te overtuigen die niet gevoelig zijn voor je religieuze argument.
Ook al zou onderzoek hebben aangetoond dat iedere vrouw
na verkrachting zwanger zou worden, dan nog zou de SGP
tegen abortus zijn. Dat maakt de uitspraak hypocriet, want dat
houdt in dat de mate van zwangerschap na verkrachting niets te
maken heeft met waarom de partij tegen abortus is. Het zou de
heren van de SGP sieren om gevolg te geven aan de woorden
van hun eigen verlosser, Jezus Christus, die zegt dat de hypocriet
hij is die kijkt naar de fouten van een ander maar niet naar die
van hemzelf.
Noten
1 Abortus Provocatus, SGP, http://sgp.nl/Direct_naar/
Standpunten?letter=a&standid=6
2 Nite Schellens en Mieke Olde Engberink, ‘Geen condooms
maar wees-trouw campagnes’, Vice Versa, 16-11-2011,
http://www.viceversaonline.nl/2011/11/diederik-van-
dijk-sgp-%E2%80%98geen-condooms-maar-wees-trouw-
campagnes%E2%80%99/
3 HIV, SGP, http://sgp.nl/Direct_naar/Standpunten?letter=H&
standid=100
’De SGP heeft in haar verkiezingsprogramma staan dat zij vindt dat het opleggen van de
doodstraf een legitieme straf moet zijn’
35
Door Vincent de Haan
Sinds jaar en dag wordt de Staatkundig Gereformeerde
Partij (SGP) in de Tweede Kamer uitsluitend door
mannen vertegenwoordigd. Dat staat overigens nergens
in de statuten, maar het vloeit wel voort uit het beleid van
het partijbestuur. In het rumoerige politieke landschap van de
afgelopen jaren is de SGP een opvallend stabiele factor: vanaf
1925 heeft de partij telkens twee of drie zetels in de Tweede
Kamer. Met name in de bible belt is er een kleine maar loyale
achterban, waar ook vrouwen toe behoren. Die stemmen wel,
maar vinden het blijkbaar prima dat ze zich niet verkiesbaar
kunnen stellen, althans, niet voor de SGP.
Toch wringt het een beetje, vinden sommigen. Er worden enorme
inspanningen verricht om de gelijkheid van man en vrouw tot
alle maatschappelijke instellingen te laten doordringen, zowel
feitelijk als juridisch. Die juridische component blijkt onder
meer uit de gelijkebehandelingswetgeving en in het bijzonder
uit het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van
discriminatie van vrouwen (Vrouwenverdrag). Toch lijkt de SGP
zich daar niets van aan te trekken. Daarbij zij opgemerkt dat er
ook geen vrouwen waren die zich hier druk over maakten. De
vrouwen die op de SGP stemmen, vinden blijkbaar dat politiek
inderdaad een mannenaangelegenheid is, en de vrouwen
die hun christelijke inslag wel met actieve beoefening van de
politiek wensen te verenigen, zoeken hun toevlucht tot de
ChristenUnie. Feitelijk was er dus geen probleem.
Deprocesgang1
Dat weerhield de Stichting proefprocessenfonds Clara
Wichmann (de Stichting) er echter niet van een probleem te
creëren: zij spande een zaak aan tegen de Staat bij de burgerlijke
rechter. Dat kan op grond van art. 3:305a BW, dat een stichting
de bevoegdheid geeft om een rechtsvordering in te stellen die
strekt tot bescherming van de door haar behartigde belangen.
De klacht: de Staat houdt vrouwendiscriminatie in stand door
een discriminerende organisatie met subsidie (Wet subsidiëring
politieke partijen) financieel te ondersteunen. Daar had de
stichting wel een punt, meende de rechtbank, dus werd aan de
Staat verboden nog langer deze subsidie te verstrekken.
Aan een dergelijk gerechtelijk bevel geeft de minister uiteraard
gehoor, dus wordt de jaarlijkse subsidieaanvraag van de SGP de
eerstvolgende keer afgewezen. De motivatie van de minister:
“Ik was met handen en voeten gebonden aan de uitspraak van
de rechtbank.” De subsidieaanvraag is een bestuursrechtelijke
aangelegenheid, dus komt de zaak bij de bestuursrechter en
uiteindelijk bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State (de Afdeling) uit.
Tegelijkertijd heeft de Staat hoger beroep ingesteld tegen de
uitspraak van de rechtbank. Daar wordt door de landsadvocaat
betoogd dat de subsidie wel degelijk in overeenstemming is met
het Vrouwenverdrag (en andere regelgeving). Zo ontstaat dus de
wonderlijke situatie dat de landsadvocaat bij de civiele rechter
vóór de subsidie pleit, maar bij de bestuursrechter ertégen. Voor
procesrechtelijke fijnproevers is dit natuurlijk een genoegen,
maar voor niet-juridisch Nederland volledig onbegrijpelijk.
Het wordt nog leuker als de hoogste civiele rechter, de Hoge
Raad, en de hoogste bestuursrechter, de Afdeling, het uiteindelijk
oneens worden. De Afdeling stelt zich op het standpunt dat aan
de SGP wel een subsidie toekomt. Het zou best kunnen dat er
binnen de SGP wat gediscrimineerd wordt, maar nergens staat
dat dat tot gevolg moet hebben dat de subsidie wordt geweigerd.
De Hoge Raad kan daar verder weinig aan doen, maar stelt wel
dat de Staat maatregelen moet treffen om de betreffende situatie
te doen ophouden. De Hoge Raad stelt echter ook dat het niet
aan een rechter is om specifieke maatregelen voor te stellen. Dat
is de taak van de wetgever.
De SGP tegen Nederland:een grondrechtelijk conflict of een procesrechtelijke puinhoop?
‘Zo ontstaat dus de wonderlijke situatie dat
de landsadvocaat bij de civiele rechter vóór de subsidie pleit, maar bij de bestuursrechter
ertégen’
verdieping
36
Het had hier kunnen eindigen. De SGP krijgt subsidie, en
de wetgever moet aan het werk, maar gezien het onstuimige
politieke klimaat in Nederland, waarbij de SGP nog wel eens
een electoraal gaatje moet dichten, en de moeilijkheid van deze
materie, is het niet te verwachten dat de door de Hoge Raad
bevolen wet binnen een jaar of tien het levenslicht zal zien. Wie
dan leeft, wie dan ziet. Zo niet de SGP. Een klacht in Straatsburg
wordt ingediend.
Het EHRM acht de klacht niet-ontvankelijk. De belangrijkste
vraag is namelijk: waar klaagt de SGP eigenlijk over? Welk
onrecht is de partij aangedaan? Ja, er is een Nederlandse rechter
die gezegd heeft dat er een wet moet komen, maar hoe die wet
eruit zou komen te zien, weet nog niemand. Als het zo ver is,
en de SGP komt daadwerkelijk in de problemen – bijvoorbeeld
doordat de subsidie dan wél wordt geweigerd – kan men altijd
opnieuw klagen. Wie dan leeft, wie dan ziet, dus.
Botsendegrondrechten
Toch laat het EHRM zich ook wel over de inhoud uit – en dat
doet het in een ontvankelijkheidsbeslissing alleen als het echt
heel graag zijn ei kwijt wil. Daarop valt mijns inziens echter wel
wat af te dingen. Er is hier vanzelfsprekend sprake van botsende
grondrechten: enerzijds het recht op gelijke behandeling,
anderzijds de rechten op vrijheid van vereniging en vrijheid van
godsdienst. Ook speelt op de achtergrond het actief kiesrecht
wel een rol.
Het recht op gelijke behandeling is vanzelfsprekend belangrijk,
maar het is toch wat moeilijk voor te stellen in deze casus. De
SGP heeft het recht zich op het standpunt te stellen dat vrouwen
ongeschikt zijn voor politiek – over dat recht is geen twijfel. Mag
dit standpunt dan ook, zolang het recht is zoals het nu is, worden
uitgedragen? Dat is in principe niet hoe democratie werkt: je mag
proberen de wet te wijzigen, maar zolang dat nog niet gelukt
is, moet je je eraan houden. Aan de andere kant: dan moet de
SGP dus vrouwen op de kieslijst zetten die het partijstandpunt
verdedigen dat vrouwen – zijzelf dus! – ongeschikt zijn voor
politiek. Maar wat doen die vrouwen daar dan? Dat is alsof
Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) met een bontjas aan
komt vertellen dat bont toch echt verboden moet worden. Dat
kan natuurlijk wel, maar het zou haar geloofwaardigheid toch
wel danig ondermijnen. Zo is ook moeilijk voor te stellen dat
de SGP vrouwen op de kieslijst zet, zonder het standpunt over
vrouwen inhoudelijk te wijzigen. En het recht op dat standpunt
was juist niet in het geding.
Belangrijker dan de afweging van specifieke grondrechten is
volgens het Hof echter de geest van het EVRM. Dit verdrag
is namelijk uitsluitend verenigbaar met een democratisch
staatsbestel. Dat is eigenlijk de achterliggende waarde, waarvan
de in het verdrag opgenomen grondrechten alleen maar
uitvloeiselen zijn. Een partij die de democratie wenst af te
schaffen, kan dan ook niet rekenen op bescherming onder het
verdrag.
Dat doet dan al snel denken aan de Turkse zaak Refah Partisi:
een Turkse politieke partij die tot doel had de democratie af te
schaffen. Deze partij werd verboden en diende daarop een klacht
in in Straatsburg. Het EHRM oordeelde dat het partijverbod
terecht was, omdat een partij die ten doel heeft de democratie
af te schaffen niet lijn is met de geest van het EVRM, en dus geen
bescherming geniet. Hierbij speelde echter wel een belangrijke
rol dat deze partij een serieuze kans maakte een meerderheid te
behalen. De democratie was dus werkelijk in gevaar.
De vergelijking met deze Turkse zaak en die van de SGP gaat
op twee punten echter mank: ten eerste wenst de SGP de
democratie niet af te schaffen, maar wenst zij slechts de interne
organisatie op een iets andere manier op de democratie af te
stemmen. Vrouwen zijn vrij om zich bij een andere partij aan te
melden, als het hen niet bevalt. Ten tweede heeft de SGP nooit
een serieuze kans gehad een meerderheid te behalen.
Een terechte vraag is: waarom maakt dat uit? Wie het arrest
in de zaak Refah Partisi goed leest2 ziet namelijk dat niet de
‘Het is misschien niet erg respectvol, maar het
lidmaatschap van de SGP kan gezien worden als
een soort therapeutisch instrument voor die
weinigen die niet zijn meegegaan naar de
moderne tijd’
37
enkele omstandigheid dat de partij ondemocratische ideeën
heeft, doorslaggevend is. Het gaat erom of er concreet gevaar
dreigt voor de democratie. Als een partij het goed doet in de
peilingen, dan dreigt dat gevaar – hoewel het zich nog niet in
ondemocratische wetgeving heeft gemanifesteerd – en dan is
dát het moment om in te grijpen. Als een partij, zoals de SGP,
zich echter in de marge van het politieke landschap bevindt, is
een partijverbod niet een proportionele beperking van het recht
op vrijheid van vereniging. Dan prevaleert juist het belang van
de kleine minderheid die hun reeds lang verloren strijd tegen
de democratie niet wenst op te geven, om zich beter weten in
toch te blijven verzetten. Het is misschien niet erg respectvol,
maar het lidmaatschap van de SGP kan gezien worden als
een soort therapeutisch instrument voor die weinigen die niet
zijn meegegaan naar de moderne tijd. En voor hen is dat heel
belangrijk.
Collectieveacties
Het mag dan misschien zo zijn dat wat de SGP doet, niet
helemaal in de haak is – hoewel daarover het laatste misschien
nog niet gezegd is. Maar wie heeft daar last van? De vrouwelijke
leden van de SGP hoort niemand klagen, en gezien de marginale
positie van de SGP is ook de democratie niet in het geding.
Alleen een groepje feministes met te veel vrije tijd voelt zich
ernstig op de tenen getrapt.
Door hen de mogelijkheid te geven, zoals nu gebeurd is, om bij
de burgerlijke rechter een dergelijke vordering in te stellen, is
er een enorm gecompliceerde situatie ontstaan: de wetgever zit
met een bijna onmogelijk wetgevingsproject opgescheept, de
SGP is ontevreden en zelf zullen de dames ook niet erg gelukkig
zijn: op een aantal dikke dossiermappen na is er namelijk niets
veranderd.
Al deze ellende had voorkomen kunnen worden door de
mogelijkheid tot het starten van een collectieve actie op
grond van art. 3:305a te beperken. Dan had de Stichting eerst
moeten zoeken naar minstens één vrouw die zich door de SGP
benadeeld had gevoeld. Voor die vrouw had de burgerlijke
rechter dan rechtsbescherming kunnen bieden, zoals dat zijn
taak is, in plaats van het objectieve recht te handhaven, zonder
dat iemand daar ook maar iets aan heeft.
Dat is na jaren procederen wat mij betreft de enige conclusie:
dat het recht om in het algemeen belang te procederen moet
worden beperkt tot die gevallen waarin er daadwerkelijk
individuele slachtoffers zijn. Voor alle andere gevallen ligt de
oplossing niet bij de rechter, maar bij de politiek.
Noten
1 EHRM 10 juli 2012, SGP t. Nederland.
2 EHRM (Grote Kamer) 13 februari 2003, Refah Partisi t.
Nederland, par. 102-103.
verdieping
‘Al deze ellende had voorkomen kunnen
worden door de mogelijkheid tot het
starten van een collectieve actie te beperken’
38
Eerstejaarsborrel
39
Constitutieborrel
40
Ben jij een ambitieuze derde- of vierdejaarsstudent Nederlands recht met belangstelling voor Ondernemingsrecht of Bank- en Effectenrecht? En ben jij die vaardige onderhandelaar die we zoeken? Meld je dan aan voor de Business Course Parijs van 22 t/m 25 november en ga in een select gezelschap de confrontatie aan met alle juridische aspecten van een management buy-out transactie.Solliciteer voor 1 november 2012 via www.loyensloeffacademy.com
Voor de crème de la crème de la crème.De Loyens & Loeff Business Course Parijs.
ACADEMY