nota bene oktober 2012

40
NOTA BENE nummer 30 oktober 2012 jaargang 19 De SGP een hypocriete partij? God (en zijn onderdanen) een sprookje Waar geloof jij in? Karma? Carrière? Het recht? Geloof

Upload: jfas

Post on 22-Mar-2016

222 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

Nota Bene oktober 2012

TRANSCRIPT

Page 1: Nota Bene oktober 2012

NOTA

BEN

E

nummer 30oktober 2012jaargang 19

De SGPeen hypocriete partij?

God(en zijn onderdanen)

een sprookje

Waar geloof jij in?Karma? Carrière? Het recht?

Geloof

Page 2: Nota Bene oktober 2012

Opinie

Link up.

Delicious

Facebook

Slash Dot

Reddit

Newsvine

Yahoo

Microsoft

App Store

Qik

Tumblr

Behance

Friendster

RSS

Flickr

MySpace

Mixx

FriendFeed

SlideShare

Yahoo Buzz

MSN

Amazon

Vimeo

WordPerss

Design Float

Bebo

Email

Twitter

StumbleUpon

Skype

YouTube

Google

Netvibes

Apple

Last.fm

Viddler

Blogger

Deviant Art

Squidoo

Retweet

Digg

Technorati

LinkedIn

Google Talk

AOL

MobileMe

Mister Wong

Virb

Posterous

Design Bump

Share This

Update #1

Update #2

Google Buzz

Ebay

Gowalla

Xing

Podcast

Button Red

Picasa

Feedburner

ICQ

Paypal

Button Blue

Button White

Bing

WordPress (blue)

Metacafe

Heart

Button Orange

Button Light Blue Button Yellow

Meetup

Drupal

Yelp

Star

Green

IconDock Foursquare

Identi.ca

Ember App

Hyves

Vind je het een spannende uitdaging om hechte relaties op te bouwen met gerenommeerde, internationale cliënten? Wil je de grenzen van je praktijkgebied verleggen naar een breed spectrum van sectoren? Heb je het talent, inzicht én de energie om de meest complexe transacties succesvol af te ronden? Link dan met Linklaters! Wij zijn een wereldwijd, toonaangevend kantoor met advocaten, notarissen en fiscalisten. We zijn altijd op zoek naar jong toptalent. Dus als jij carrière wilt maken in een open en toegankelijke omgeving, waarin pragmatisme en vernieuwend denken centraal staan, bekijk dan onze stagemogelijkheden en vacatures op www.linklatersgraduates.nl

Winnaar Gouden Zandloper: snelste groeier 2008 – 2012

315174_holland_297x210 [+3].indd 1 19/06/2012 09:38

Page 3: Nota Bene oktober 2012

3

Geloof jij ergens in? Als ik die vraag stel, zou je denken dat het antwoord ongetwijfeld een

religie moet zijn. Maar niets is minder waar, ik krijg juist diverse uiteenlopende reacties. De

een gelooft in: een ritueel (dragen van een ring, zelfde merk onderbroek…), gebedje of juist in

Sinterklaas. Kortom, geloven is iets subjectiefs; je kunt namelijk niet bewijzen dat het ook zo is.

Maar zonder geloven gebeurt er ook niets, want je moet in jezelf en in elkaar blijven geloven. Bijvoorbeeld

wij als bestuur zijnde geloven in liefde en in elkaar. Wij geloven dat we, samen met alle (commissie)leden,

de JFAS dit jaar naar een hoger niveau tillen; higher that’s ever been. Denk aan leuke reizen, borrels,

activiteiten én natuurlijk vier mooie edities van de Nota Bene. Genoeg vooruitzichten dus om in te

geloven, waardoor wij met z’n allen onze doelen proberen na te streven.

Zoals ik net al zei: geloven is iets subjectiefs. Wij als bestuur hebben een bepaald geloof, maar er zijn

nog meer ‘geloven’. Deze editie laat zien hoe verschillend geloof kan zijn, en hoe mensen over geloven

denken. Denk maar aan de gedachtegang van massamoordenaar Anders Breivik, Karl Marx of juist de

politieke partij SGP.

Wel had ik even een negatieve gedachtegang: de economische

crisis, de stijgende werkloosheid, de devaluering van de euro

én niet te vergeten de langstudeerboete. Hoera wat een feest!

Toch heb ik nog hoop, want tja er is immers weer een nieuw

kabinet. Maar zal het deze keer wél lukken om de vier jaar

vol te maken? Ik geloof echter dat het deze keer goed zal

gaan. Ik hoop dan ook net als het kabinet een stabiel en een

geloofwaardig jaar tegemoet te gaan, zowel voor het bestuur

als voor onze leden.

Jaimy Lankman

Commissaris Media 2012-2013

HOOfdredactiOneel

Geloof, een ruim begrip

Page 4: Nota Bene oktober 2012

4

ACTUALITEIT

3 Hoofdredactioneel Geloof, een ruim begrip

6 Activiteitenkalenderencolofon

7 Eenterugblikvanhetoudebestuur Een spannend en leerzaam jaar om nooit te vergeten

8 Meetthenew...JFAS-bestuur

10 8-8-4 Wat houdt het precies in?

OPINIE

15 EtudieráParis-Sorbonne Column door Salima Guettache

20 Religieusonderwijsineenmulticulturelesamenleving?

24 Godenzijnonderdanen,eensprookje Een kritische blik op het geloof

7

8

15

24

Page 5: Nota Bene oktober 2012

5

RUBRIEKEN

12 Zwaarderstraffengerechtvaardigd? Rechtse politieke partijen pleiten voor minimumstraffen

13 Religie,eenopiumvanhetvolk Karl Marx en zijn ‘religie’

18 Singapore Een land met veel verschillende geloven

22 Spraakmakenderechtspraak

26 Waargeloofjijin?

38 Fotopagina Eerstejaarsborrel

39 Fotopagina Constitutieborrel

VERDIEPING

30 Jehova’sGetuigen Problematiek rondom bloedtransfusies aan het licht

32 SGP,eenhypocrietepartij?

35 DeSGPtegenNederland:eengrondrechtelijkconflictof eenprocesrechtelijkepuinhoop?

inHOud

18

22

30

32

Page 6: Nota Bene oktober 2012

6

Activiteiten-kalender2012

1 november

JFAS borrel

8 november

Bezoek aan Rabobank

14 november:

Masterclass met FNV over ‘overtuigend onderhandelen’

6 december

JFAS borrel

20 december

JFAS Kerstgala

Aanmelden en extra informatie vind je op www.jfas.com.

ColofonDe Nota Bene is een uitgave van de Juridische Faculteit der Amsterdamsche Studenten, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en verschijnt vier maal per jaar.

HoofdredactieJaimy Lankman

EindredactieEline Botter

RedactieLaura Aalders Richte van Ginneken Salima GuettacheVincent de Haan Tarek Hiemstra Madeline KniestVeysi Tas Francis Tjia Nammy VellingaRogier van der Wolk

OverigebijdrageNina Albers Annika van Beek Valeria BoshnakovaSascha van Gerrevink Romy Lankman Simcha de LeeuwNick Poggenklaas Jeroen Postma Gertjan PrangerNick de Rooij

AdverteerdersAKD advocaten en notarissenLinklaters LLPLoyens & Loeff

SponsorexploitatieAnnika van Beek

VormgevingWillem Don, willemdon.nl

DrukkerijGrafiplan Nederland B.V. te Grootebroek

JFASBestuurAnnika van Beek – Voorzitter – [email protected] van Oosten – Vice-voorzitter – [email protected] de Vries – Penningmeester – [email protected] Smits – Secretaris – [email protected] van Gerrevink – Commissaris intern – [email protected] van Hassel – Commissaris extern – [email protected] Lankman – Commissaris media – [email protected]

Juridische Faculteit der Amsterdamsche StudentenOudemanhuispoort 4Kamer A2.041012 CN AmsterdamTel: 020-5253441Email: [email protected]: www.jfas.com

MetdankaanAlle bestuursleden en sponsoren die deze Nota Bene hebben gemaakt. De gepubliceerde artikelen in de Nota Bene vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de mening van de voltallige redactie. Reacties op artikelen worden met belangstelling tegemoet gezien op [email protected]. Wil je schrijven voor de Nota Bene? Mail dan naar [email protected]. Heb je de Nota Bene niet ontvangen of zijn je adresgegevens gewijzigd? Mail dan naar [email protected].

JFASBijlessenIn korte tijd de tentamenstof onder de knie krijgen? In het eerste semester zullen er voor de volgende vakken bijlessen worden gegeven:

• Contractenrecht 1• Europeesrecht 1• Aansprakelijkheidsrecht• Goederenrecht• Bestuursprocesrecht 1

Page 7: Nota Bene oktober 2012

7

Het is rond het middaguur, 25 juni 2011. Met een

bonzend hoofd schrik ik wakker. De nacht ervoor

is een van de meest dolle nachten uit mijn leven

geweest, en zo voel ik me ook. Zo’n 18 uur eerder had de

Algemene Ledenvergadering van de JFAS plaatsgevonden, en

op deze vergadering ben ik, tezamen met mijn nieuwe beste

vrienden, voor een jaar bezwaard met het besturen van de JFAS.

Het aansluitende feest was uiteraard geweldig, maar nu alle

rook is opgetrokken begint het dan echt, een bestuursjaar.

Pas de dagen na de ALV begint het echt tot me door te dringen;

wij moeten de kar nu trekken. De agenda stroomt voller en

voller, en het begin van het collegejaar komt al akelig dichtbij.

Afspraken hier, borreltje daar, al snel zien we door de bomen het

bos niet meer. Gelukkig is daar het bestuursweekend, waarop

we met z’n zevenen even tot rust komen en het komende

jaar eens goed ehh... doorspreken.

Teruggekeerd van het hutje op de hei, gaat het collegejaar

dan toch echt van start. De boekenverkoop vergt

mankracht, de Berlijnreis moet vol en de eerstejaarsborrel

moet nieuwe (commissie)leden aantrekken. Daarnaast

zijn er de vele, vele constitutieborrels van andere (zuster)

verenigingen, waarbij je als bestuur toch echt geacht

wordt om even je gezicht te laten zien. Wat een straf.

Een aantal dapperen onder ons doet ondanks dit alles

een verwoede poging om ook nog wat studiepunten bij

elkaar te sprokkelen, overigens met zeer uiteenlopende

resultaten.

Eind september, de Berlijnreis zit vol. Het jaar is begonnen,

en een bus gevuld met 80 eerstejaars vertrekt richting de

Duitse hoofdstad voor een weekend ‘kennismaken’. Het

is de eerste van drie studiereizen die wij met de JFAS

zullen maken dat jaar. Ook Praag wordt bezocht, door 35

tweede- en derdejaars studenten. Daarnaast zullen we 25

masterstudenten meenemen naar Rio de Janeiro en Sao Paulo.

Het zijn de momenten dat we kunnen genieten van dit mooie

jaar.

Ook in Nederland dendert de trein die een bestuursjaar heet

door. Er moeten juridische activiteiten worden georganiseerd.

Van korte workshops tot een driedaagse cursus Legal English,

van een lezing tot een M&A project met hotelovernachting; de

agenda blijft onverminderd vol. Daarnaast krijgt ook het sociale

vlak voldoende aandacht, en met de maandelijkse borrels en

een spetterend Kerstgala zorgen we voor de nodige ontspanning

tijdens de tentamenstress.

Naast alle leuke – en minder leuke – activiteiten proberen we

ook de sfeer binnen het bestuur goed te houden. Er staan veel

leuke bestuursuitjes op het programma, waaronder een avondje

Comedy Café, een avond stappen in Utrecht (waarom ook

alweer?) en het onvermijdelijke gourmetten. Daarbij komen nog

de uitstapjes naar het Landelijk Overleg in Tilburg en Groningen

die, naast nuttige vergaderingen, garant staan voor veel hilariteit

en slechte verhalen.

Als we in mei eindelijk een nieuw bestuur hebben gevormd, en

duidelijk wordt dat aan al het moois een eind komt, kan een

aantal van ons zijn/haar tranen niet bedwingen. De Algemene

Ledenvergadering die volgt is dan ook een emotioneel moment.

Zowel opluchting als weemoed maken zich van ons meester als

het erop zit.

Inmiddels ligt het hele jaar achter ons en zijn onze opvolgers de

drukbezette studentbestuurders die wij ooit waren. Ik kan niet

anders zeggen dan dat ik een fantastisch jaar heb gehad. In het

bijzonder wil ik nog even mijn medebestuursleden bedanken

voor een jaar waarin we het niet alleen heel gezellig hebben

gehad, maar waarin we ook voor de vereniging een topjaar

hebben weten te realiseren. En daar mogen we best trots op

zijn, merci!

Jeroen Postma

Voorzitter JFAS 2011/2012

Een jaar JFAS in vogelvlucht..actualiteit

Page 8: Nota Bene oktober 2012

8

Een bestuursjaar… je hoort er veel mensen over… je móet

het gedaan hebben… een onmisbare ervaring… veel

leren en hard werken… en een onvergetelijke tijd hebben!

Een nieuw studiejaar. Voor sommigen zal dit jaar betekenen,

“nieuwe ronde, nieuwe kansen”, anderen zullen voortborduren

op hun voorheen behaalde succes, en de voorheen gekozen

weg blijven volgen. Voor ons bestuur betekent dit nieuwe jaar

een combinatie van beiden.

Graag stel ik jullie dan ook voor aan de toppers die dit jaar

ervoor zullen zorgen dat de JFAS weer dé vereniging is waar

jullie voor zowel het inhoudelijke aspect als het sociale aspect

bij terecht kunnen.

Secretaris

Dit jaar zal onze secretaris, Kimo Smits, zich volledig gaan

inzetten voor het updaten van het ledenbestand. Met een

vereniging van ruim 2500 leden kan je je voorstellen dat hier heel

wat werk in gaat zitten, maar niets is Kimo te gek en in de korte

tijd dat we bestuur zijn heeft hij al meerdere malen bewezen dat

hij situaties met beide handen aanpakt. Ook het maken van de

almanak zal onder Kimo’s taken vallen. Dit fantastische initiatief

van het vorige bestuur zal door hem worden voortgezet, dus

heb je nog leuke anekdotes, grappige verhalen of interessante

artikelen, Kimo will be your man. Naast deze creatieve kant

benut Kimo ook zijn intellectuele kant door dit jaar met zijn

Master Privaatrecht te gaan beginnen.

Penningmeester

Penningmeester – of beter gezegd penningmeesteres – Jacqueline

de Vries zal dit jaar de financiën van onze vereniging in het oog

houden. Want ondanks dat we alles, en dan ook alles willen voor

onze leden, moet het geld toch ergens vandaan komen… en

daarvoor is Jacqueline helemaal de man of – daar gaan we weer

– vrouw. Het is haar streven om de vereniging financieel ‘gezond

te houden’. En ‘gezond’ is zeker een woord waar Jacqueline wat

mee heeft, want de Master die zij dit jaar is begonnen is – hoe

kan het ook anders – Gezondheidsrecht. En alsof dat nog niet

genoeg is, doet ze er ook nog een Master Strafrecht bij. Zoals je

ziet is ook Jacqueline een bezig bijtje.

CommissarisExtern

Ivanka van Hassel is een naam die je al langer op de Zuidas

kon horen vallen, want vorig jaar is mevrouw al zeer druk in

de weer geweest als commissielid van de kantoorcommissie,

en heeft zij menig succesvol evenement georganiseerd. Als

commissaris extern zal zij dit jaar dan ook verantwoordelijk

zijn voor vrijwel alle inhoudelijke activiteiten. Ze staat niet stil

en heeft het al meteen in de eerste week van het studiejaar

voor elkaar gekregen om een verkiezingsdebat te organiseren.

Kantoorbezoeken, tentamentrainingen, lezingen of een debat?

Ivanka draait haar handen er niet voor om en organiseert het

met de door haar aangestuurde kantoorcommissie. En ook zij

is nog druk aan de studie, want het behalen van haar Master

Privaatrecht staat zeer hoog in het vaandel.

CommissarisIntern

We hebben er allemaal van gehoord; de befaamde borrels,

prachtige studiereizen, het niet-te-missen-kerstgala en natuurlijk

het knallende eindfeest. Komend jaar rust de pracht taak van

het organiseren hiervan op onze eigen commissaris intern,

Sascha van Gerrevink. Zij zal er met haar organisatorisch talent

voor zorgen dat mensen nog maanden napraten over alles wat

de JFAS op sociaal vlak te bieden heeft, de activiteiten waar

langdurige vriendschappen bij ontstaan. Zodra deze Nota Bene

weer op jullie mat ligt, is er alweer de Berlijnreis geweest en is

onze constitutieborrel een welgeteld succes. Sascha’s succes is

een feit. En niet alleen in de vereniging, maar ook qua studie,

want Sascha zal dit jaar ook nog haar Master Privaatrecht

halen.

CommissarisMedia

Hét blad met de beste rechtenartikelen, interessante interviews

en overzichten van onze activiteiten, dóór en vóór studenten.

Dát is de Nota Bene. En wie anders dan die hier zorg voor

draagt, is onze commissaris media, Jaimy Lankman. Het is

haar taak om er zorg voor te dragen dat er dit jaar weer vier

mooie edities op jullie deurmat zullen vallen, een taak waar ze

voor geboren lijkt te zijn, want Jaimy is al menig tijd succesvol

schrijfster bij de Nota Bene. Vorig jaar werd er al getwijfeld

of de titel hoofdredacteur Nota Bene zou moeten worden

omgedoopt in commissaris media, en dat is dit jaar dan ook

gebeurd. En terecht, want ook de social media en het beheer

van de website zullen onder Jaimy’s taken vallen. Uiteraard

studeert ook Jaimy nog, want zij zal dit jaar haar Bachelor

Rechtsgeleerdheid afronden.

Meet the new… JFAS-Bestuur

Page 9: Nota Bene oktober 2012

9

Vice-voorzitter

Onze vice-voorzitter Kerim van Oosten zal dit jaar

verantwoordelijk zijn voor de boekenverkoop. Hij is het

reilen en zeilen achter de boekenverkoop en zorgt ervoor

dat alle studenten met een aanzienlijke korting van het juiste

studiemateriaal worden voorzien. Tevens valt het alumnibeleid

onder zijn portefeuille, waarbij hij oude bestuursleden en

vooraanstaande oud-leden actief bij de vereniging blijft

betrekken. Uiteraard heet deze functie niet voor niets vice-

voorzitter, want Kerim biedt ondersteuning waar nodig bij het

besturen van de vereniging. En ook deze heer – hoe kan het

ook anders – is nog druk aan de studie en zal zijn Bachelor

Rechtsgeleerdheid dit jaar afronden.

Voorzitter

En dan als laatste, de voorzitter. Ik, ondergetekende, zal contact

onderhouden met de vele partijen waar de JFAS mee samenwerkt,

denk aan partijen zoals sponsoren, advocatenkantoren en

natuurlijk onze eigen UvA. Zo is de samenwerking met de UvA

bijvoorbeeld erg belangrijk en deze moet dan ook gekoesterd

worden. Tevens ben ik verantwoordelijk voor de contracten

en altijd op zoek naar nieuwe samenwerkingsmogelijkheden

om de beste diensten aan onze leden aan te kunnen bieden.

Samen met de vice-voorzitter vorm ik het aanspreekpunt voor

de vereniging. Is er iets aan de hand, wil iemand wat weten,

of heeft iemand een idee? Wij staan ervoor open. Ook is het

uiteenzetten van het beleid en het in de gaten houden hiervan

een groot deel van mijn functie. Natuurlijk kan ik qua studie niet

achterblijven op de rest van mijn bestuur en zal in februari mijn

Honours Bachelor Rechtsgeleerheid halen, waarna ik zal gaan

beginnen aan een – momenteel nog niet vaststaande – Master.

En dat waren ze dan, de zeven bestuursleden van het 102e JFAS

bestuur. Zoals jullie kunnen zien hebben we een ambitieus

bestuur, maar om meteen maar in te haken op het thema

‘Geloof’ van deze Nota Bene: Als je gelooft dat je iets kan,

dan kan je het ook. Ga dus met dit idee het nieuwe jaar in en

dan rest mij niks meer dan jullie allemaal een fantastisch jaar

te wensen, met hoge cijfers (onder andere gehaald door onze

tentamentrainingen), leuke borrels en mooie reizen!

Tot snel op de poort!

Annika van Beek

Voorzitter JFAS 2012 - 2013

actualiteit

V.l.n.r.: Jacqueline de Vries, Kimo Smits, Jaimy Lankman, Annika van Beek, Kerim van Oosten, Sascha van Gerrevink en Ivanka van Hassel

Page 10: Nota Bene oktober 2012

10

Door Valeria Boshnakova en Nick de Rooij

8-8-4, de meeste studenten associë-

ren het met “minder vakantie”.

Echter betekent het veel meer

dan alleen de afwezigheid van een onderwijsvrije maand. Zo is

er een nieuw studieprogramma, worden er meer kleinere vak-

ken gegeven en komen er meerdere momenten van tentamine-

ring die direct aansluiten op het onderwijs.

Hoeverschilt8-8-4methetvoorgaandeprogramma?

Voorheen bestond het programma tevens uit 8-8-4, maar stond

de 4 voor vier tentamenweken in plaats van vier weken onder-

wijs. De vakken bestonden uit 5, 10 of 15 ECTS* (European

Credit Transfer System) nu bestaan ze uit 3, 6, 9 en 12 studie-

punten. Er waren twee blokken per semester gevolgd door vier

tentamenweken. Indien je als student geen tentamens of her-

kansingen had in januari of juni, dan was je het overgrote deel

van de maand vrij. Dat was fijn, want zo kon je even bijkomen

en de stof laten bezinken. In feite zijn de vier tentamenweken in

het 8-8-4 model omgetoverd tot een extra blok. Hiervoor moest

het hele onderwijsprogramma veranderd worden zodat vakken

in dit model zouden kunnen passen.

Watzijndevoor-ennadelen?

Het plan voor 8-8-4 komt voort uit een afspraak die gemaakt is

tussen de VSNU (Vereniging van Universiteiten) en het ministe-

rie van OCW. Hierin zijn doelstellingen geformuleerd om stu-

dievertraging op universiteiten en hogescholen zoveel mogelijk

te voorkomen. 8-8-4 zou hiervoor moeten zorgen. Ten eerste

wordt het onderwijsprogramma geüniformiseerd met andere fa-

culteiten die al langer het 8-8-4 model hanteren. Het idee is dat

door deze gelijktrekking van het onderwijs studenten effectiever

en efficiënter onderwijs aan andere faculteiten zullen kunnen

volgen. Ten tweede neemt in het 8-8-4 model de druk op het

laatste tentamen af doordat er meerdere tentamens worden ge-

houden over een mindere hoeveelheid stof.

Het gevaar van het 8-8-4 model is dat studenten te weinig tijd

hebben om zich op de tentamens voor te bereiden. Een docent

op de Faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen zei het

al: “Het gevaar van 8-8-4 is dat het de mogelijk voor reflectie

op de geleerde stof wegneemt. Ook is het zo dat door 8-8-4 de

tentamens en herkansingen direct na een onderwijsweek plaats-

vinden. Door het verdwijnen van onderwijsvrije weken kunnen

studenten zich minder goed voor een tentamen voorbereiden.”

Daarnaast bestaat het gevaar dat als universiteiten zich groten-

deels richten op effectiviteit en efficiëntie, de universiteit een

soort leerfabriek wordt: de universiteit richt zich niet meer op

hun corebusiness ‘de student’, maar eerder op studierendement.

De angst is dat dit ten koste gaat van het onderwijs.

Watheeftofgaat8-8-4teweegbrengen?

De positieve of mogelijk negatieve effecten van 8-8-4 zijn nog

niet bekend. Uit onderzoek blijkt echter wel dat studenten naar

alle waarschijnlijkheid hun studie zo snel mogelijk zullen door-

lopen wanneer studenten meerdere toetsmomenten wordt gege-

ven over minder leerstof. ‘Soggen’ wordt hiermee afgestraft. Aan

de andere kant neemt de druk voor studenten hierdoor toe: de

vraag is dan hoe gemotiveerd studenten zullen blijven.

Door 8-8-4 is het onderwijsprogramma flink op de schop ge-

gaan. Vakken zijn samengevoegd, ingekort, ontstaan en verdwe-

nen. Rechtsfilosofische invalshoeken, de ‘perspectiefvakken’,

zijn met andere vakken geïntegreerd. Er zijn nieuwe academi-

sche vakken geïntroduceerd, zoals ‘Recht en Menselijk Gedrag’.

Daarnaast is er een zogenoemde vaardighedenlint ingevoerd

die door de vakken heen gevlochten is. Hierbij ligt het accent

op mondelinge, schriftelijke, en onderzoeksvaardigheden en

Engelse taalvaardigheid. Zo vormt het bacheloressay een apart

vak met een verplichte presentatie en deadlines en wordt het

vak Europees recht in het Engels gegeven.

‘Door 8-8-4 wordt soggen afgestraft’

8-8-4= meer studeren en minder vakantie?

Page 11: Nota Bene oktober 2012

11

Waar de FSR-FdR zich rondom 8-8-4 veel mee bezig heeft ge-

houden zijn de overgangsregelingen. De overgangsregelingen

gelden voor tweede- en derdejaars studenten die per 1 sep-

tember 2012 nog bezig zijn met hun bachelor. In een aantal

gevallen gelden ze ook voor master studenten (zoals bij de

doorstroommasters Fiscaal recht). Zo worden de vakken Straf-

procesrecht en Bestuursprocesrecht dit studiejaar voor het laatst

gegeven in de oude variant. Indien je deze vakken dit jaar niet

haalt val je ‘van rechtswege’ buiten de overgangsregeling. Als

je bijvoorbeeld Bestuursrecht hebt gehaald, maar je moet Be-

stuursprocesrecht nog doen en je haalt in dit jaar dat vak niet,

dan zal je de nieuwe vakken Bestuursrecht I en II moeten halen

(idem voor Strafrecht). Let dus goed op!

Het vak Nationaal en Internationaal Burgerlijkproces-

recht wordt dit jaar een extra keer aangeboden. Zie de UvA

website(hieronder) voor meer informatie over overgangsvakken,

rekenhulpen, etc.

DeFSR-FdRhelpt!

Vorig jaar is door de Facultaire Studentenraad Rechtsgeleerd-

heid (FSR-FdR) intensief onderhandeld over de invoering van het

8-8-4 model en daardoor zijn een aantal belangrijke resultaten

geboekt, waaronder de toegankelijkheid van de overgangsrege-

lingen en extra tentamenkansen voor een groot aantal vakken.

Zo heeft de Raad bewerkstelligd dat er een extra tentamenkans

is gekomen in augustus voor studenten die nog maar één vak

dienden te halen voor hun bachelordiploma.

Dit studiejaar gaat de FSR zich wederom bezig houden met het

toezicht op 8-8-4 en dan voornamelijk op de overgangsregelin-

gen en de klachten rondom 8-8-4. We gaan het bestuur van de

faculteit kritisch en opbouwend volgen. Voor klachten omtrent

8-8-4 of omtrent andere zaken die de faculteit aangaan is er een

klachtenloket ingesteld. De FSR-FdR is er voor de student! Dat

betekent dat wij serieus met klachten omspringen en er op zul-

len toezien dat deze opgelost worden.

[email protected].

Mocht je nog meer informatie nodig hebben omtrent de over-

gangsregelingen en 8-8-4? Kijk dan op de uva website: http://

www.student.uva.nl/8-8-4-fdr, of neem contact op met ons!

Valeria Boshnakova - voorzitter FSR-FdR

Nick de Rooij - raadslid en CSR afgevaardigde

Facultaire Studenten Raad (FSR-FdR)

Kamer: A2.02

Telefoon: 020 525 3446

Email: [email protected]

Website: http://studentenraad.nl/fdr/

‘Let goed op de overgangsregelingen’

actualiteit

Page 12: Nota Bene oktober 2012

12

Door Daniëlle Sinnige

Het is half vier ’s nachts. Twee surveillerende

politieagenten zien dat een getinte man hen tegemoet

komt rennen, en wel uit de richting van een zeer

bekende handelsplaats van allerhande verdovende middelen.

De opsporingsambtenaren vertrouwen het zaakje niet en houden

de man staande om hem te fouilleren. De man houdt echter zijn

hand in zijn jaszak en verzet zich hevig tegen deze fouillering.

Hij redt het zelfs om een van de politieagenten in zijn pols te

bijten. Tijdens deze worsteling valt er een zilverpapiertje uit de

jaszak van de getinte man – inderdaad, diezelfde jaszak waar

hij net nog zijn hand in had zitten. De wikkel blijkt heroïne te

bevatten.

Om iemand als verdachte te kunnen bestempelen, moet er

sprake zijn van een ‘redelijk vermoeden van schuld aan enig

strafbaar feit’ voortkomende uit feiten en omstandigheden1.

Volgens de rechter waren er in deze casus geen omstandigheden

aan te wijzen die bijdroegen aan het ontstaan van dit redelijk

vermoeden. Het enkel uit de richting van een bekend drugscafé

rennen was niet voldoende. De verdachte mocht daarom niet

als zodanig worden aangemerkt. Het bewijs, het zilverpapiertje

met heroïne, was onrechtmatig verkregen zodat de verdachte

werd vrijgesproken2.

Dit arrest zal destijds bij veel mensen een grote verontwaardiging

veroorzaakt hebben. De verdachte was wel degelijk in het bezit

van heroïne, maar ging vrijuit door een inschattingsfout van de

opsporingsambtenaar.

Een recenter voorbeeld waarbij dit rechtsgevoel alarm slaat is

de zaak ‘Nijmeegse scooter’3. Deze zaak komt erop neer dat

twee mannen een hotel wilden overvallen, daar een politieauto

zagen, vervolgens op een scooter op de vlucht sloegen, waarna

zij een overstekende voetganger van de weg reden die daardoor

overleed. Beide mannen kwamen weg met een relatief lage

celstraf omdat niet bewezen kon worden wie van beiden de

voetganger daadwerkelijk had aangereden en ook niet vaststond

dat de mannen samen hadden beraamd de voetganger omver

te rijden.

Ik noem nu slechts twee voorbeelden uit een heel lange reeks

zaken waarin een verdachte (om wat voor reden dan ook) een

veel lagere straf door de rechter opgelegd krijgt dan een doorsnee

burger zou verwachten. Hierdoor neemt het geloof wat men in

rechtspraak heeft af.4 5 De wens om de duur van celstraffen te

verlengen wordt dan ook door veel mensen gekoesterd.

Politieke partijen spelen handig in op de onvrede die bestaat.

Zo staat er in het verkiezingsprogramma van de VVD, nog

steeds de grootste partij van Nederland, dat de partij pleit voor

minimumstraffen ‘voor ernstige gewelds- en zedenmisdrijven,

zoals straatroof en verkrachting’.6 Maar niet alleen de VVD

pleit voor een hardere aanpak van ‘criminelen’, ook andere

(voornamelijk rechtse) partijen willen hogere celstraffen

mogelijk maken.7 8 Maar is dit wel de juiste aanpak? Naar mijn

mening zou de beste optie zijn om de juiste straf door de rechter

te laten bepalen. Het instellen van minimumstraffen zorgt voor

een strikte grens waar een uitzonderingsgeval wellicht de dupe

van wordt. De rechter wordt in zo’n situatie beperkt in zijn

vrijheid om een geschikte straf op te leggen. Ik vind niet dat we

een dergelijk risico op de koop toe moeten nemen, hoe klein de

mogelijkheid ook is dat een dergelijk uitzonderingsgeval ooit

voorkomt. Ook meen ik dat de onvrede over te lage straffen

veroorzaakt wordt door de weinige kennis die de gemiddelde

burger over het rechtssysteem heeft. Verder dan de feitelijke

situatie en de uitspraak zelf kijkt de leek meestal niet. Het recht

kent niet voor niets strenge voorwaarden waaraan voldaan moet

worden, wil iemand veroordeeld worden. Door strafmaten

omhoog te gooien zorg je er niet voor dat misdadigers die

voorheen vrijuit gingen, nu wél in de gevangenis belanden.

Noten

1 Art. 27 lid 1 Sv.

2 Hof van Amsterdam 3 juni 1977, LJN 1978, 601.

3 Hof van Arnhem 29 mei 2012, LJN BW6756.

4 ‘Het imago van de rechtspraak…’, Friesch Dagblad 18 februari

2011, http://www.frieschdagblad.nl/index.asp?artID=53798.

5 Folkert Jensma, ´Verspilling is een kenmerk van de

strafrechtpraktijk´, NRC 8 september 2012, http://www.nrc.nl/

rechtenbestuur/2012/09/08/verspilling-is-een-kenmerk-van-

de-strafrechtpraktijk/.

6 ‘Verkiezingsprogramma 2012-2017: Niet doorschuiven maar

aanpakken’, VVD 6 juli 2012, http://site.vvd.nl/nieuws/1892/

niet-doorschuiven-maar-aanpakken.

7 ‘Hún Brussel, óns Nederland’, PVV, http://pvv.nl/images/

stories/verkiezingen2012/VerkiezingsProgramma-PVV-2012-

final-web.pdf, p. 30-33.

8 ‘Daad bij het woord: de SGP stáát ervoor –

Verkiezingsprogramma 2012-2017’, SGP, http://www.sgp.nl/

Media/download/82/Verkiezingsprogramma%202012-2017.

pdf, p. 28-30.

Zwaarder straffen gerechtvaardigd?

Page 13: Nota Bene oktober 2012

13

Door Nammy Vellinga

Kruistochten, Syrië, Ierland met ‘The Troubles’ en jihad. Dit

zijn slechts enkele voorbeelden van godsdienstoorlogen.

Godsdienstoorlogen zijn van alle tijden. Veelal wordt

er jarenlang oorlog gevoerd op basis van een grondslag die

te maken heeft met religie. Maakt religie het leven dan niet

draaglijker? Is religie dan zoals Karl Marx betoogde opium van

het volk?

Critique of Hegel’s Philosophy of RightMarx was een Duitse filosoof en revolutionaire

communist. Hij leefde van 5 mei 1818 tot 14

maart 1883. Hij was in eerste instantie begonnen

met een studie rechten, maar is overgestapt

naar filosofie. Het marxisme, de voorloper van

het moderne socialisme en communisme, is

gebaseerd op de denkbeelden van Marx. In 1843

werd Marx redacteur van de Deutsch-Französische

Jahrbücher.1 In dit jaarboek verscheen in 1844 een

artikel van Marx, waarin hij opmerkingen maakte

over het boek ‘Elements of the philosophy of right’

van Georg Hegel. Marx schreef het artikel Critique

of Hegel’s philosophy of right, hierin omschreef

Marx religie als opium van het volk.2 Volgens

Marx maakt de mens religie en maakt religie niet

de mens. Religie is de perfecte verwezenlijking

van het menselijke bestaan, omdat het menselijke

bestaan niet een echt doel kent.Marx was van

mening dat het volk een religie aanhangt of in het

leven roept om het leven dragelijker te maken.

Door het aanhangen van een religie ontstijgt men

als het ware het ondraaglijke aardse bestaan.

Gemeenschappelijkbestaan

Volgens Marx zou het leven met een religie dus

in eerste instantie draaglijker voor de mensheid

moeten zijn. Uit de inleiding bleek al dat juist door

religie conflicten ontstaan. Wat voorzag Marx dan

precies met zijn idee dat religie opium van het volk

is? Was hij van mening dat het leven inderdaad

ondraaglijk was en dat religie dus voornamelijk

een positieve uitwerking op het volk had? Of zag

hij religie juist als een negatieve factor? Uit zijn eerder genoemde

artikel Critique of Hegel’s philosophy of right volgt dat Marx

geen voorstander van religie was. Hij vond het aardse leven wel

ondraaglijk, maar wist hoe hij dat wilde veranderen. Het aardse

leven bestond c.q. bestaat uit verschillende klassen en Marx was

van mening dat de hogere klassen de lagere in stand hielden. De

lagere klasse bedacht dan op haar beurt religie om haar zorgen

Verzoenende religie?rubriek

Page 14: Nota Bene oktober 2012

14

te kunnen dragen. De arbeidersklasse werd op die manier in

stand gehouden en religie had dus voornamelijk een positieve

uitwerking op de hogere klasse. De oplossing zou volgens Marx

liggen in een echte gemeenschap. Of we het nou willen of niet,

de mens is onderdeel van een geheel. Allen zijn onderdeel van

een netwerk bestaande uit sociale en economische relaties.

Marx vond dat we moeten erkennen dat we een

gemeenschappelijk bestaan leiden. Dit gebeurt in de eerste fase

door religie. Dit is een niet oprechte gemeenschap, omdat religie

een idee van gemeenschap creëert waarbij iedereen gelijk is in

de ogen van god. Het punt is echter dat we niet alleen gelijk

zijn in de ogen van god, maar juist dat iedereen gelijk is voor de

gemeenschap als geheel. Na de gelijkheid in de ogen van god,

komt de tweede fase. Dit is de gemeenschap waarbij de burgers

gelijk zijn voor het recht. Deze gemeenschap wordt gecreëerd

door de staat.

De derde en tevens laatste fase beslaat de oprechte gemeenschap.

Deze ontstaat tussen burgers onderling en de burgers zijn dan

in sociaal en economisch opzicht gelijk. Op het moment dat dit

is bereikt zal religie niet meer nodig zijn. De mens zal zich niet

meer onderdrukt voelen of van lagere klasse, waardoor religie -

met als doel het leven draaglijk maken - overbodig wordt. 3 Het

leven wordt in eerste instantie dus wel draaglijker door religie,

omdat mensen ongevoelig worden voor de moeilijkheden van

het aardse bestaan. Deze religie is echter volgens Marx overbodig

indien alle mensen in de samenleving een gemeenschap vormen

waarin een ieder gelijk is.

Noten

1 K. Marx en F. Engels, ‘Deutsch-Französische Jahrbücher’,

Marx/Engels Internet Archive februari 1844, http://www.

marxists.org/archive/marx/works/1844/df-jahrbucher/index.

htm

2 K. Marx, ‘Critique of Hegel’s Philosophy of Right’, Deutsch-

Französische Jahrbücher februari 1844, http://www.marxists.

org/archive/marx/works/1843/critique-hpr/intro.htm

3 Wolff, Jonathan, ‘Karl Marx’, The Stanford Encyclopedia of

Philosophy 2011, http://plato.stanford.edu/archives/sum2011/

entries/marx/

‘Religie is de perfecte verwezenlijking van

het menselijke bestaan, omdat het menselijke bestaan niet een echt

doel kent’

Page 15: Nota Bene oktober 2012

15

Door Salima Guettache

Daar ga ik dan: vijf maanden studeren in Parijs! Hoe

vet is dat?! Samen met Willemijn, mijn huisgenootje,

woon ik een studiootje in het 20e arrondissement.

Paris 020, om nog een beetje het Amsterdamse gevoel te

kunnen behouden. En de Hollandse omafiets is ook mee!

Alhoewel fietsen in Parijs wel een beetje raar is: niet overal zijn

fietspaden, dus worden de busbanen gebruikt om op te fietsen.

En die bussen zijn echt levensgevaarlijk. De metro is toch wat

makkelijker. Het openbaar vervoer in Parijs is echt heel goed

geregeld en dan met name het ondergrondse metronetwerk. Je

zult nooit langer dan drie minuten wachten. Voor ongeveer alle

andere zaken dan het openbaar vervoer, is de wachttijd echter

een stuk langer…

ParisPapier

Parijs is niet alleen de stad van de Moulin Rouge, de Eiffeltoren

en de Champs Elysées, maar ook de stad van de papieren. En

niet zo’n beetje ook. En met papieren bedoel ik dat je je letterlijk

voor álles moet inschrijven. En nee dat gaat niet even met een

link via het internet, maar op z’n ouderwets; alles via de post

opsturen of uren in de rij staan bij de locatie waar het moet

gebeuren.

Om te beginnen moesten we allerlei papieren ondertekenen,

waaronder kaarten over overstromingen en technologische

rampen. Toen het contract eenmaal opgestuurd was, kregen

Willemijn en ik hem na een aantal weken weer teruggestuurd.

Waarom? We waren één zinnetje vergeten. Zo gaat dat dus met

de Fransen; alles officieel, maar als zij een foutje maken...

Het bleef echter niet bij het contract. Het appartementje moest

ook nog eens verzekerd worden. Gelukkig betrof dat maar één

formuliertje. Totdat we een heel contract opgestuurd kregen

van de verzekeringsmaatschappij dat getekend en teruggestuurd

moest worden...

Een verzekering voor het huis was

helaas niet genoeg. Als student zijnde

ben je ook verplicht om een aparte

aansprakelijkheidsverzekering af te

sluiten. Het allerbeste hoofdkantoor

van deze verzekeringsmaatschappij,

Smerep, bleek een hokje te zijn met

50 studenten die al twee uur lang aan

het wachten waren om hun verzekering

af te sluiten. Een leuk dagje uit, werd

dus een hele middag in de wachtkamer

zitten. Maar het bleef niet bij

verzekeringen. Zelfs sporten gaat niet

zonder moeite. Om je in te schrijven

bij een sportschool of een sportclub

moet je eerst een medisch certificaat

halen bij de dokter.

La vie à ParisOpinie

‘Ik vond het op de UvA al best een chaos, maar toen kende ik de

Sorbonne nog niet’

Page 16: Nota Bene oktober 2012

16

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de inschrijving

op de universiteit zelf. Eerste etappe was de administratieve

inschrijving. Dat hield in dat je eerst een roze papiertje op moest

halen, waarin je gegevens vermeld stonden om vervolgens met

datzelfde papiertje je studentenkaart op te halen. Ik was er vroeg

bij en een uur en drie kwartier later had ik mijn studentenkaart

‘al’ binnen. De studenten die dachten nog even uit te kunnen

slapen hadden pech: de gemiddelde wachttijd in de middag

bedroeg drie uur. Naast de administratieve inschrijving is er ook

nog eens een pedagogische inschrijving. Dit houdt in dat één

professor in een week de vakken van minstens 100 studenten

moet goedkeuren. Ik vond het op de UvA al best een chaos,

maar toen kende ik de Sorbonne nog niet. De administratie

hier is echt een zooitje! Waarom het hier zo moeilijk gaat, dat

weet niemand. Wel kan ik je vertellen dat als je ooit het woord

bureaucratie moet definiëren, je met het woord Frankrijk zal

volstaan. Ach ja, al dat papierwerk is wel een goede oefening

voor de jurist-in-wording!

LavieParisienne

Gelukkig heeft Parijs ook mooie kanten en al gauw ontdekte

ik dat al dat papierwerk en al die lange rijen het allemaal

waard waren. Ten eerste wonen Willemijn en ik op een leuke

locatie. Elke tien meter is er wel een boulanger met de lekkerste

baguettes en croissants en andere Franse lekkernijen te vinden.

En natuurlijk zijn er ook veel cafeetjes, want naast wijn drinken

de Fransen ook veel koffie. En dan is er la place de la Bastille¸

een van de gezelligste plekjes in Parijs, niet ver van ons vandaan.

Een echte uitgaansplek, vol met cafeetjes, bars en clubs. Daar

is altijd wel wat leuks te beleven! Niet ver van de Bastille ligt

het wijkje Le Marais. Een super mooi gedeelte in Parijs, met

leuke winkeltjes, cafeetjes en eettentjes, met een supergezellige

zomerse sfeer.

Parijs is ook dé stad van de parkjes. Vooral met deze mooie

zomer (31 graden in september) is het echt parkjestijd! Het

beste Park tot nu toe is la place des Vosges, waar je lekker kunt

zonnen. Daarnaast zijn er ook vaak muzikanten te vinden, die

iedereen weten te vermaken, met hun gezang en gitaarmuziek.

UniversitéParis1

En dan l’Université Paris 1 Panthéon-Sorbonne. Als je de

Oudemanhuispoort al een mooi gebouw vindt, wacht dan maar

tot je de Sorbonne ziet. Wat een gebouw! Naast studeren, zijn

er ook veel andere activiteiten te doen. Zo is er veel te doen op

cultureel gebied (bijvoorbeeld theaterproducties), maar ook op

sportgebied is het goed geregeld. De sportvereniging UEFAPS

biedt allerlei sporten aan, en het is allemaal gratis! De locatie van

de Sorbonne is ook helemaal geweldig. Zo is de rechtenfaculteit

‘Parijs is niet alleen de stad van de Moulin

Rouge, de Eiffeltoren en de Champs Elysées,

maar ook de stad van de papieren’

Page 17: Nota Bene oktober 2012

17

op loopafstand van de jardin du Luxembourg, een heel mooi

park. Maar het leukste is misschien nog wel boulevard Saint

Michel. Een lange straat, vol met bekende winkels, maar ook

heel veel boetiekjes. Dat kan natuurlijk ook niet anders in zo’n

mode stad.

De introductieweek (la semaine de l’intégration) vindt echter

plaats in een afgrijselijk gebouw. Het Centre Pierre Mendès is

net een gevangenis. En de introductieweek van de Sorbonne lijkt

zeker niet op de intreeweek van de UvA. In plaats van de stad

verkennen en flink te feesten, genieten wij hier in Parijs van een

weekje vol met stoomcursussen juridische methodologie in het

Frans. Ach ja, dat moet ook gebeuren! Het is wel echt super leuk

om nieuwe mensen te ontmoeten. Honderden studenten uit

verschillende delen van Europa en ook een aantal studenten uit

andere delen van de wereld zijn allemaal naar Parijs gekomen

om hier een uitwisseling te doen. En terwijl ik dit stuk schrijf, is

het pas het begin van de introductieweek (die Fransen houden

wel van een langere zomervakantie) en ben ik erg benieuwd hoe

het studeren en het studentenleven er in Parijs aan toe zullen

gaan. Ik houd jullie op de hoogte. Voor nu zeg ik: au revoir, la

Hollande!

‘Als je de Oudemanhuispoort al

een mooi gebouw vindt, wacht dan maar tot je de

Sorbonne ziet’

Opinie

Place des Vosges

Page 18: Nota Bene oktober 2012

18

Door Sascha van Gerrevink

Op twaalf uur vliegen hiervandaan ligt een klein landje

zo groot als de Nederlandse Noordoostpolder, waar

ongeveer vier miljoen mensen wonen en dat maar

liefst vier officiële landstalen kent. Het is het kleinste land van

Azië en het loopt over van de verschillende geloven; Singapore.

Op weg naar Indonesië hadden wij een overstap in Singapore

en besloten we er een paar dagen te blijven om deze metropool

te bekijken. Ik verwachtte een stad met weinig persoonlijkheid,

volgebouwd met wolkenkrabbers, Aziaten strak in pak en

kauwgomloze straten. Tot mijn grote verbazing klopte alleen het

laatste (kauwgom kauwen is ten strengste verboden).

Van de vier miljoen bewoners is het overgrote deel van Chinese

afkomst, daarnaast wonen er grote groepen Maleisiërs en Indiërs.

Het is een van de meest welvarende landen ter wereld en dit

heeft duizenden expats van over de hele wereld aangetrokken.

Al deze mensen hebben de gewoontes en tradities van hun

vaderland meegenomen en dit is duidelijk te zien wanneer je

door Singapore loopt. Het is een kleine wandeling van Little

India naar Arab Quarter en van Chinatown naar het ultra

moderne Marina Bay.

Ik had het geluk dat een vriend van mij een maand eerder in

Singapore was geweest en in zijn hostel een Singaporees had

leren kennen, Jonathan Lin, die niets liever doet dan de hele dag

toeristen op sleeptouw nemen om ze de mooiste plekjes van

Singapore te laten zien.

Jonathan is van Chinese afkomst en traditiegetrouw nam zijn

oma hem elke week mee naar de taoïstische tempel in het hartje

van Chinatown. Want, zoals het elke stad van enige betekenis

betaamt, heeft ook Singapore een Chinees stadsdeel. Het is een

wijk vol smalle straatjes, toko’s, traditionele huizen en natuurlijk

wegbewijzering in het Chinees.

Het taoïsme is een Chinese religie die nauw verwant is aan het

boeddhisme. Het is voor de Singaporezen dan ook helemaal niet

vreemd dat direct naast de taoïstische tempel een boeddhistische

tempel staat. Het is zelfs gebruikelijk om ze allebei te bezoeken

als je in de buurt bent.

In de taoïstische tempel heb ik antwoord kunnen krijgen op

een van mijn brandende vragen door middel van het ‘Kau Cim’

ritueel. Als eerste formuleer je je vraag zo dat het antwoord

‘ja’ of ‘nee’ is. Vervolgens ga je met een bamboebuis vol met

stokjes in het midden van de tempel op je knieën zitten. Daarna

schud je de buis, en blijf je net zo lang schudden totdat er één

stokje uit valt. Vallen er meerdere stokjes tegelijk uit, dan begin

je opnieuw. Met dat ene stokje ga je naar de tempelbeheerder

om een ‘Kau Cimblaadje’ op te halen. Het verhaaltje op het

papiertje is het antwoord op je vraag. De tekst op het papiertje

had echter een hoog fortune cookie gehalte en, met niet veel

meer wijsheid dan toen ik binnenkwam, vervolgden we onze

tour naar de buren.

De meerderheid van de Singaporezen is

boeddhist en het Chinese gezegde ‘Elke

twee stegen hebben één boeddhistisch

nonnenklooster en elke straat heeft drie

boeddhistische tempels.’, is zeker van

toepassing op Singapore. Zoals voor

veel boeddhistische tempels stond ook

voor deze tempel een gouden Boeddha,

ietwat aan de mollige kant, die ons gul

toelachte. Door hem eens goed over zijn

bolle buik te wrijven kwam er hopelijk

wat extra geluk mijn kant op.

Little India, de volgende stop op onze

Singapore; een klein land van verschillende geloven

Taoïstische tempel

Page 19: Nota Bene oktober 2012

19

tour, is letterlijk India in het klein. De straten staan vol met

kleine winkeltjes die specerijen en bloemenkransen verkopen,

Bollywood muziek schalt uit de speakers en vrouwen in prachtig

gekleurde sari’s kleuren het straatbeeld. In dit kleine wijkje staan

zeker drie hindoeïstische tempels (en ook drie moskeeën, twee

kerken en een sikhistische tempel) en voor bijna elk huis staat

wel een offerbakje om de goden goedgezind te blijven. En het

maakt niet uit vanuit welke windstreek ter wereld je vandaan

komt, hier haal je je curry.

Arab Quarter ligt op een paar kilometer afstand van Little India

en tijdens die kleine wandeling loop je een compleet andere

wereld binnen. Tempels maken plaats voor moskeeën, sari’s

voor djellaba’s en Bollywood muziek voor de oproep tot het

gebed van de muezzin. De straten zijn vernoemd naar Arabische

steden en op elke hoek van de straat kan je terecht voor falafel

of een waterpijp. Hier staat ook de belangrijkste moskee van

Singapore, de Masjid Sultan.

De dag begon al ten einde te lopen en tijdens onze stadstour

had Jonathan ons rondgeleid door de drie wijken die de

drie belangrijkste nationaliteiten en geloven van Singapore

vertegenwoordigen. De Chinese taoïsten en boeddhisten in

Chinatown, de hindoestaanse Indiërs in Little India en de

Islamitische Maleisiërs in Arab Quarter. Maar de tour was nog

niet ten einde zonder dat we de cultuur hadden gesnoven

van een laatste grote groep Singaporezen; de expats. Over het

algemeen hardwerkende, welvarende mensen die voor hun

werk in Singapore wonen en hun kostbare vrije tijd graag in

luxe en weelde spenderen. We namen de metro naar Marina

Bay en twee groepen security guards verder en 55 verdiepingen

hoger bevonden we ons in het Sands SkyPark. Waar wij vanuit

de Infinity Pool genoten van: “Ik geloof in de mooiste skyline

ter wereld.”

‘Het is voor de Singaporezen normaal dat er direct naast de

taoïstische tempel een boeddhistische tempel

staat. Het is zelfs gebruikelijk om ze allebei

te bezoeken als je in de buurt bent’

Hindoeïstische tempel

“Ik geloof in de mooiste skyline ter wereld.”

rubriek

Page 20: Nota Bene oktober 2012

20

Door Tarek Hiemstra

HetbijzonderonderwijsinNederland

In Nederland is er vrijheid van onderwijs, wat ook

vermeld staat als grondrecht in de grondwet1. Daarom

kan iedereen in Nederland een school oprichten,

gebaseerd op een bepaalde religie of levensovertuiging.

In Nederland heeft men twee typen onderwijs, namelijk

het openbare onderwijs en het bijzondere onderwijs. Het

bijzondere onderwijs is weer onder te verdelen in confessioneel

onderwijs (op godsdienstige of levensbeschouwelijke basis)

en algemeen bijzonder onderwijs waarvan de bekendste het

Montessori en Vrijeschool onderwijs zijn. In 2011 was 30%

van alle scholen een openbare school. De overige 70% was

dus bijzonder onderwijs, waarvan het overgrote merendeel

confessioneel onderwijs betrof2. Dit artikel gaat over het

confessionele onderwijs. Bij dit religieuze onderwijs is er

steeds één religie of overtuiging die wordt aangehangen en

die alle andere religies of levensovertuigingen uitsluit. In dit

artikel ga ik in op de vraag of religieus onderwijs wel past in

een moderne multiculturele samenleving waarin het wenselijk

is dat mensen van verschillende religies vreedzaam naast

elkaar kunnen (en willen) leven. Tevens heb ik één heel groot

bezwaar op het religieuze onderwijs: kinderen kiezen niet

zelf en nemen alles wat hen wordt verteld voor waar aan.

Mijneigenervaring

Laat ik allereerst stellen dat ik zelf niet gelovig ben, maar dat

ik wel gelovig ben opgevoed en op een protestant-christelijke

school heb gezeten. Zelf heb ik bewust een keuze gemaakt

om niet te geloven, om het enkele feit dat ik niets zou kunnen

geloven wat andere mensen (vroeger) hebben beweerd, wat

dat ook mag zijn. Maar ik ben niet antireligieus en ik laat

iedereen in zijn waarde. Artikel 6 van de Grondwet, de vrijheid

van godsdienst en levensovertuiging acht ik zelf ook heel

belangrijk. In elk geval ben ik dus wel een ervaringsdeskundige.

In Nederland kennen wij ook het vrijheid voor onderwijs. Veel

mensen vinden het zeer belangrijk om hun kind naar een school

te sturen die aansluit bij hun religie. Sommige politieke partijen

(zoals de christelijke partijen) zouden er alles voor over hebben

om dit Nederlandse grondrecht te beschermen. Natuurlijk leven

wij in een vrije samenleving en dienen wij die vrijheid ook zo

veel mogelijk te koesteren. Echter, bij religieus onderwijs heb ik

twee zwaarwegende bezwaren.

Belangrijkstebezwaar

Mijn belangrijkste bezwaar is dat het hier om kleine kinderen

gaat die alles voor waar aannemen. Hoe je jeugd verloopt,

bepaalt voor een belangrijk deel je karakter, hoe je in het leven

staat en hoe je tegen de maatschappij aankijkt. Als je bedenkt

dat er maar maximaal één religie waar kan zijn, zijn er dus in

ieder geval een hoop scholen waar onzin verkondigd wordt.

Ook kunnen religieuze scholen onbewust verkeerde signalen

afgeven, omdat er kinderen bij zijn betrokken. Een school

die bijvoorbeeld een homoseksuele leraar weigert, geeft het

signaal af dat homoseksuelen gediscrimineerd mogen worden.3

En bijzondere scholen mogen kinderen weigeren die niet een

bepaalde religie aanhangen, wat een signaal kan afgeven dat

andersgelovigen minderwaardig zouden zijn.

Demulticulturelesamenleving

Wij leven in Nederland in een multiculturele samenleving. Daar

kun je blij mee zijn of niet, maar je kunt het niet ontkennen. De

multiculturele samenleving is er nu eenmaal en zal ook niet meer

verdwijnen. Daarom zullen wij ongeacht religie, denkbeelden

of cultuur vreedzaam naast elkaar moeten leven. Daarbij past of

helpt het bijzonder onderwijs mijns inziens niet. Het onderwijs

is bedoeld om kinderen klaar te stomen voor de maatschappij,

dus zijn zij gebaat bij onderwijs vanuit een objectief standpunt

en onderwijs dat in ieder geval enigszins lijkt op hoe het er in de

maatschappij aan toegaat (dus omgang met mensen die anders

zijn en anders denken).

‘Zelf heb ik bewust een keuze gemaakt om niet

te geloven’

Religieus onderwijs in onze multiculturele samenleving

Page 21: Nota Bene oktober 2012

21

Voordelenvanreligieusonderwijs?

Ja, die zijn er zeker. Uit eigen ervaring kan ik vertellen dat ik door

de combinatie van religieuze opvoeding en religieus onderwijs

pas laat er achter kwam dat geloof niet ‘zeker weten dat het

waar is’, maar ‘denken dat het waar is’. Daardoor heb ik lange

tijd heel bewust over religie nagedacht en gefilosofeerd, voor

mij voelde het namelijk dat ik als kind een heel eenzijdig en

vertekend beeld van de maatschappij als geheel heb gekregen.

En dan voel je je toch een beetje ‘belazerd’, ook al neem ik

mijn ouders niets kwalijk. Door het vele nadenken, ben ik tot

de conclusie gekomen dat ik niet gelovig wil zijn, maar dat ik

dit ook niet zou kunnen zijn, omdat ik het gewoon simpelweg

niet geloof.

Openbaaronderwijsverplichtvooriedereen?

Kinderen die zowel religieus worden opgevoed als religieus

onderwijs volgen, krijgen een eenzijdig en verkeerd beeld

van de maatschappij. Er zijn namelijk ook andersdenkenden.

Doordat je hele jeugd in het teken van religie staat, kun je

natuurlijk veel moeilijker zelf een eigen mening vormen of

zelf een keuze maken wat betreft je levensovertuiging. De

ouders kunnen hierin sturen en dat gebeurt ook al meer dan

voldoende en ik acht het onwenselijk, in het belang van het

kind, dat dit dubbelop gebeurt. Daarom zou ik graag zien dat

religieus onderwijs in Nederland wordt afgeschaft en dat er nog

slechts openbaar onderwijs is toegestaan waar religie niet de

boventoon voert, maar waar er wel aandacht wordt besteed aan

alle vormen van religie en levensbeschouwing. Het onderwijs

zal op deze manier een beter beeld geven van de maatschappij

als geheel. Daarnaast hoeft verplicht openbaar onderwijs niet

per se tot problemen te leiden. Een kind dat dan kennis maakt

met de evolutietheorie hoeft geen probleem te zijn, omdat deze

theorie slechts vertelt hoe de wetenschap denkt over het ontstaan

van het leven en niet een absolute waarheid pretendeert. En

een opvoeding waarin je wordt verteld dat je geen homo mag

zijn omdat god dat verbiedt? Dat kan best samen gaan met

lesprogramma’s waarin men leert respect te hebben voor elkaar.

Noten

1 Art. 23 Grondwet

2 ‘Jaarboek onderwijs in cijfers 2011’, Centraal Bureau

voor de Statistiek, 20-12-2011, http://www.cbs.nl/nr/

rdonlyres/FC6D3388-0F9E-4129-8F2B-53022BA3F774/

o/2011f162pub.pdf

3 Pim van den Dool, NRC Handelsblad, 02-11-2011,

http://www.nrc.nl/nieuws/2011/11/02/rechter-verbiedt-

gereformeerde -school-homoleraar-te-ontslaan

Opinie

‘Ik zou graag zien dat religieus onderwijs in Nederland wordt afgeschaft, en dat het openbaar onderwijs aandacht besteedt aan alle vormen van religie en levensbeschouwing zonder dat een van

deze de boventoon voert’

Page 22: Nota Bene oktober 2012

22

Door Eline Botter

Geloof zal voor een ieder iets anders inhouden. Uit

zijn eigen geloof zal ook iedereen een andere lering

trekken of consequenties aan verbinden. Geloof zou

iets moois moeten zijn, iets onschuldigs, waar men achter staat

of troost uit put, waarin men elkaar steunt en elkaar helpt waar

nodig.

Maar we kennen ook allemaal een andere kant van geloof.

Een niet langer ‘onschuldige’ kant, waarin door de aanhangers

wordt veroordeeld en welke zelfs tot zware misdaden leidt.

Terroristische aanslagen welke op een geloof zijn terug te leiden

kennen we allemaal.

Dat dit niet per definitie een ‘regulier’ geloof als de islam of

het christendom hoeft te zijn, wordt pijnlijk bewezen op 22 juli

2011 in Noorwegen. Anders Behring Breivik, een, naar later

blijkt, rechts-radicale Noor, richt een gruwelijk bloedbad aan.

Na eerst in het regeringscentrum van Oslo een bom te laten

ontploffen, met acht doden tot gevolg, rijdt hij daarna door naar

een jeugdkamp van de Noorse Arbeiderspartij op het eiland

Utøya, waar hij 69 mensen doodschiet.

Achteraf blijken de motieven van zijn daad uit een door hem

geschreven manifest1, welke hij vlak voor zijn daad publiceert

op internet. In deze ‘terreurhandleiding2’ zet hij, onder het

pseudoniem Andrew Berwick, in ruim 1500 pagina’s zijn

ideologie uiteen over onder andere de huidige

multiculturele samenleving. Belangrijk punt; de

islam en sociaaldemocratie zijn een bedreiging

voor het humanisme, jodendom en christendom.

De strijd tegen de islam zou beginnen met

deze aanslagen, welke het begin zou moeten

zijn van een burgeroorlog om de moslims uit

Europa te verjagen. (Nog een ‘belangrijk’ punt

voor toekomstige ‘martelaars’ volgens Breivik:

‘Zij moeten door middel van bodybuilding en

zonnebanken goed voor hun uiterlijk zorgen,

omdat zij met hun misdaden zichzelf zullen

vereeuwigen.‘)

Wat volgt is een jaar vol Anders Behring Breivik

in de media. In onderzoeken door Noorse

onderzoekscommissies rijst de eerste belangrijke

grote vraag; is Breivik toerekeningsvatbaar of niet?

Er komen uitlatingen van hem boven water,

waarin hij vertelt geen spijt te hebben en zijn

daad verschrikkelijk, maar noodzakelijk acht. Bij de eerste

openbare zitting in de rechtszaal op 14 november 2011 betoogt

hij de legitimiteit van de rechtbank niet te erkennen, gezien het

feit dat deze ‘haar mandaat heeft ontvangen van organisaties

die multiculturalisme steunen’. Tevens weigerde hij schuld te

bekennen, wegens de door hem geschetste noodzakelijkheid

van zijn daden.

Hetproces

Op 16 april 2012 is het dan zover; de start van het

geruchtmakende proces, welke ruim vier maanden zal gaan

duren. De aanklacht luidt terrorisme en moord. Aan de

Noorse rechters de belangrijke beslissing of Breivik al dan niet

toerekeningsvatbaar zal worden verklaard. Mocht dit niet zo

zijn volgt een geestelijke behandeling in de gevangenis. Mocht

hij echter wel toerekeningsvatbaar worden geacht, waar Breivik

zelf ook voor pleit, ligt de maximale Noorse gevangenisstraf

naar alle waarschijnlijkheid voor hem in het verschiet. Dit is

op het moment 21 jaar, maar kan in de vorm van vijfjarige

evaluaties verlengd worden wanneer iemand na het uitdienen

van zijn straf nog steeds een gevaar blijkt voor de samenleving.

Op 22 juni 2012 wordt daarbij door de Noorse koning een

noodwet (met de bijnaam ‘Lex Breivik’) goedgekeurd, die

vaststelt dat een patiënt voor zijn eigen veiligheid opgesloten

Anders Breivik

Herdenking in Oslo

Page 23: Nota Bene oktober 2012

23

kan blijven zitten, zolang de politie meent dat er gevaar is voor

iemand die hem aan wil vallen wegens zijn daad. In het geval

van Anders Breivik zijn beide gevallen vermoedelijk niet geheel

onwaarschijnlijk.

Tijdens het begin van het proces krijgt Breivik zelf de ruimte

zijn verklaringen af te leggen, daarna komen vooral getuigen

en nabestaanden aan het woord. Zijn getuigenissen zijn

schokkend, maar brengen nauwlettend in kaart hoe grondig

hij deze aanslagen heeft voorbereid. Hij ziet de aanslagen als

een zelfmoordmissie en pleit een gezond, toerekeningsvatbaar

persoon te zijn. Daarbij beroept hij zich op noodweer. Zijn

verklaring in de rechtszaal gebruikt hij als platform voor zijn

ideologie. Tevens biedt hij zijn excuses aan enkele slachtoffers

aan, twee welgeteld, degenen die omkwamen bij de aanslag in

Oslo, maar volgens hem niks met politiek van doen hadden.

De rest van het proces komen getuigen, nabestaanden,

deskundigen, maar ook mede rechts-extremisten aan het

woord. Door de advocaten van Breivik opgeroepen om zijn

denkbeelden van de islam als bedreiging voor Noorwegen te

bevestigen.

Aan een groep psychiaters de taak om het onderzoek van de

eerste onderzoekscommissie (ontoerekeningsvatbaar) tegenover

die van de tweede onderzoekscommissie (toerekeningsvatbaar)

te leggen. Zij bekritiseren onvolkomenheden in het tweede

rapport, maar het uiteindelijke oordeel ligt bij de rechter.

Hetvonnis

Na de laatste zitting in juni, volgde op 24 augustus 2012

dan ‘eindelijk’ de langverwachte uitspraak door de Noorse

rechtbank, bestaande uit vijf rechters.

Unaniem beslissen zij dat de aanslagen door Anders Behring

Breivik moeten worden bestempeld als terreurdaden en achten

hem tevens schuldig aan moord. Zijn beroep op noodweer wordt

door de rechtbank verworpen. Zij acht in haar uitspraak zijn

motivatie, het behoeden van Noorwegen voor een islamitische

invasie, ‘niet de moord op politiek gemotiveerde jongeren en

regeringsfunctionarissen te rechtvaardigen’3.

Dan de beslissing waar menigeen in spanning op heeft gewacht;

de rechtbank acht Breivik toerekeningsvatbaar. Zowel de

nabestaanden als Breivik zelf hoopten op deze uitslag, waar het

echter de nabestaanden om de strafmaat zal gaan gaf Breivik

aan hiermee zijn ideologieën te willen bekrachtigen.

Waar de gemiddelde Noorse, misschien Europese burger,

rechtvaardigheid of misschien zelfs opluchting zal voelen nu

Breivik een lange gevangenisstraf staat te wachten, klinken er

ook andere verhalen. Ondanks de beslissing van zowel Anders

Breivik als het Openbaar Ministerie om niet in hoger beroep te

gaan, is het de vraag of dit het einde van ‘het verhaal’ Breivik

is. Breivik zelf heeft aangegeven, ondanks zijn geïsoleerde

gevangenneming in een gevangenis buiten Oslo, vanuit deze

plek een netwerk van gelijkgestemden op te willen zetten. Met

de grote vraag of dit niet allang is gebeurd, nu het manifest nog

altijd op internet te vinden is.

Noten

1 Anders Behring Breivik, Onafhankelijheidsverklaring van

Europa’, NOS,

http://content1c.omroep.nl/17d970d4e3152475a9fa216c53

b193a0/505621d5/nos/docs/edit_manifest.pdf

2 Karel Knip, ‘Terreurhandleiding Breivik gevaarlijker dan

die van al Qaeda’, NRC, 24 juli 2011, http://www.nrc.nl/

nieuws/2011/07/24/terreurhandleiding-breivik-gevaarlijker-

dan-die-van-al-qaeda/

3 Citaat uitspraak rechtbank vonnis Anders Breivik, NOS,

24 augustus 2012, http://nos.nl/artikel/410328-breivik-

veroordeeld-voor-terrorisme.html

‘Lex Breivik’

spraakmakende recHtszaak

Page 24: Nota Bene oktober 2012

24

Door Rogier van der Wolk

Ergens afgelegen op een berg, in het noorden van Thailand,

staat een klooster. Elke dag datzelfde muffe lapje oranje stof

om en knielen maar. Tijdens het fanatieke gebed oppassen

voor alle kaarsen om je heen en even van het altaar wegdraaien

als je last krijgt van je wierookhoestje. Alle getatoeëerde Britten

en Oceaniërs – die in grote getalen de abdij bestormen om

hun liefde voor drank te minderen – vertellen elkaar ‘s avonds

laat onder de sterrenhemel in vaak onverstaanbaar Engels met

welke vulgaire walrussen zij allemaal ongetrouwd het bed

hebben gedeeld. Aan de intonatie en golven van articulatie

kan zelfs een Siamese dorpsgek horen dat zij trots zijn op deze

‘overwinningen’ aan het thuisfront. Hoe wreed ironisch is het

dan dat hun gastheren van het klooster slechts één vrouw in hun

vertrekken mogen toelaten; de foto van hun allang overleden

moeder. Maar ja, men moet wat over hebben om god te dienen

en zichzelf te verzekeren van het walhalla in het hiernamaals.

Toch is het dan frappant dat deze oranje Oempa Loempa’s op

een dag, tijdens de schoonmaak van de tempel, het huis van

de vent waar je U tegen zegt, worden aangevallen door een

zwerm bijen. Resulterend in 40 slachtoffers waarvan zes in

coma belanden1. Kan men dan wel spreken van een goddelijke

aanwezigheid?

Over de wereld heen stikt het van de geloofsrichtingen, alleen

al op religieus gebied. Om gek van te worden. Bij de een

wordt verwacht dat je als platonische peuter door het leven

gaat totdat je het ja-woord hebt gegeven, bij de ander helpt

iedereen elkaar aan een goedverdienende baan op Wall Street

of in de diamantindustrie en wordt ongeacht de huisinrichting

overal een menora op gezet. Zo hebben alle religies wel hun

kenmerkende gekkigheden in verschillende gradaties. Maar wat

zij allemaal gemeen hebben is die altijd aanwezige kritische blik

op alles buiten hun – in mijn woorden – sekte. Een beetje die

akelige naar hypocrisie neigende gedachtegang van Wilders:

“Wij zijn juist en jij kan de pot op.” Dan krijg je herhaaldelijk

brandende westerse ambassades in islamitische gebieden na

creatieve uitlatingen omtrent personages uit de Koran2, dan

gaan conservatieve christenen, zoals republikein Todd Akin,

beweren dat vrouwen die zwanger worden na een verkrachting

het voornamelijk aan zichzelf te danken hebben3 óf taferelen

van boze rijke joden omdat de gevolgen van hun investering

niet allemaal volledig en uitsluitend pro-Israël zijn4. Het is altijd

eigen god eerst en dan de rest. Iedereen wil in figuurlijke zin de

dominee (o wee als je het tegen een niet-protestant in letterlijke

zin zegt!) zijn zonder in de spiegel te kijken naar de eigen

zonden. Iets wat met de verschillende onthullingen binnen de

Rooms-Katholieke Kerk misschien wel van pas was gekomen..

Gelovigen baseren zich veelal op boeken waarin een verzameling

van verschillende verhalen is gebundeld. Hoewel deze

fantasierijke verhalen af en toe doen denken aan kinderverhalen,

worden zij bloedserieus genomen. Wetenschappelijk is niks

onderbouwd, maar dat is niet nodig. Het wordt verondersteld dat

iemand vanaf een wolk op ons neerkijkt. Als het goed gaat word

je beloond, in slechte tijden word je gestraft. En bij vervelende

uitschieters zoals de Tweede Wereldoorlog, het conflict tussen

Israël en Palestina, de verschillende burgeroorlogen in Afrika

en noem maar op luidt het credo “God heeft het zo gewild.”

Een bestuursrechter zou uit woede om al die vaagheid aan zijn

hamertje knabbelen. En juist hier zit overigens de verschrikkelijk

vervelende hypocriete ellende die gepaard gaat met religies.

Want, gebruikmakend van het meest duidelijke en voor de

hand liggende voorbeeld; had de god van het Joodse volk de

verschrikkelijke Nazipraktijken dan niet zo gewild waardoor

alle wanhoop en woede van de overlevenden en nabestaanden

onterecht is? Zelfs voor een nuchtere atheïst is zo’n uitspraak

over de afschuwelijke wreedheden uit die tijd moeilijk te doen,

maar het typeert wel de ondoordachte onderbouwing van het

geloof. Er wordt geredeneerd à la (spreek je uit als Allah) die

hoogblonde schreeuwlelijk uit Venlo: alles volgens jouw regels

tenzij het even niet goed uitkomt5.

Moet gezegd, het is mooi om te zien dat sommige mensen in

moeilijke tijden steun vinden in hun geloof, maar dan moet het

ook alleen voor die persoonlijke sfeer gebruikt worden. Er zijn

gewoonweg te veel verschillende mensen met verschillende

ideeën waardoor er altijd spanningen zullen zijn. Het geloof

is soms een rots in de branding, maar te vaak een beperkende

factor. Overbodige oogkleppen, niet verder kijken dan je neus

lang is, egoïsme, onwetendheid. Het weerhoudt je er van om

zelf te denken en te handelen mee te gaan met de tijd. Juist

dit is zo schandelijk, want wat nog meer dan de ratio doet ons

God en zijn onderdanen, het sprookje

‘Het is altijd eigen god eerst en dan de rest’

Page 25: Nota Bene oktober 2012

25

actualiteit

verschillen van subjecten uit het dierenrijk? Aan het eind van

de dag moet toch jij jouw zaken op orde hebben en dient het

geloof niet om achter te schuilen.

Ik zal het nooit vergeten. Mijn vader, een diplomaat van top tot

teen, kwam terug van een ambassadeursborrel in Buenos Aires.

Hij vertelde dat hij in gesprek was geraakt met zijn Israëlische

collega. Toen eenmaal bleek dat mijn vader het – zoals een

objectieve jurist betaamt – niet geheel eens was met de joodse

nederzettingen en muur op Palestijns grondgebied draaide

zijn Joodse tegenspeler om en liep weg zonder iets te zeggen.

Dat zelfs intellectuelen verblind door het geloof de rede links

laten liggen versterkt mij in mijn standpunt. Religieuze zaken

moeten ver gescheiden blijven van politiek en andere zaken.

Een strengere scheiding tussen kerk en staat. In deze wereld

vol botsende denkbeelden is het geloof het best op zijn plek

binnenskamers . En om terug te gaan naar de lessen Latijn wil ik

nog kwijt: overigens ben ik van mening dat er wel volop geloofd

mag worden in Sinterklaas en de Kerstman. Genieten zult gij,

en dat is maar verstandig ook want het kan zomaar voorbij zijn

door een paar lullige bijen. Bedankt voor de bloemen.

Noten

1 ‘Monniken in coma na bijenaanval’, NOS, 24 juni

2012, http://nos.nl/artikel/387674-monniken-in-coma-na-

bijenaanval.html

2 ‘Moslimwoede om Mohammed-film breidt zich uit’, RTL

Nieuws, 14 september 2012, http://www.rtl.nl/components/

actueel/rtlnieuws/2012/09_september/14/buitenland/

moslimwoede-om-mohammed_film-breidt-zich-uit.xml

3 ‘Todd Akin, Nederland en surplace-campagnes’, NRC

Handelsblad , 22 augustus 2012, http:/ /www.nrc.nl/

verkiezingenvs/2012/08/22/todd-akin-nederland-en-

surplace-campagnes/

4 M. van Berkel, ‘Joden woest op Wilders’, Spitsnieuws,

21 ok tobe r, h t tp : / /www.sp i t sn ieuws .n l / a rch ive s /

binnenland/2012/08/joden-woest-op-wilders

5 ‘PVV boos op ambassadeur’, Spitsnieuws, 23 september 2010,

http://www.spitsnieuws.nl/archives/binnenland/2010/09/pvv_

boos_op_ambassadeur.html

Opinie

‘Bij vervelende uitschieters zoals de

Tweede Wereldoorlogof het conflict tussen

Israël en Palestina luidt het credo: God heeft

het zo gewild’

Page 26: Nota Bene oktober 2012

26

Waar geloof jij in?RomyLankman:

Mezelf. Tenminste dat is wat ik elke keer probeer na te streven. Als je namelijk in jezelf gelooft

kan je al je dromen verwezenlijken, daar ben ik van overtuigd! Al gaat dat presidentschap er

waarschijnlijk niet van komen... Je moet natuurlijk wel realistisch blijven!

DoorNinaAlbers

Ik geloof in het investeren van tijd en

moeite om een doel te bereiken. Maar

zonder vertrouwen in het slagen van

een doel, is het de inzet niet waard.

DoorGertjanPranger

Ik geloof in het Nederlandse rechtssysteem. Hoewel het Nederlandse

rechtsstelsel niet perfect is en ook haar fouten heeft is dat het enige wat wij

hebben, en kan men er altijd op teruggrijpen. Het Nederlandse recht heeft mij

nog nooit in de steek gelaten.

Page 27: Nota Bene oktober 2012

27

DoorFrancisTjia

Geloof, het thema van deze editie. Een zeer breed onderwerp, en altijd

actueel. Wat erover te zeggen? Een poging. Geloof is behalve een thema

ook een woord met een zekere betekenis voor een ieder. Het woord alleen

al zal je verder op weg kunnen helpen. In het bijzonder, en wellicht bij de

meeste van jullie van toepassing, zal ‘geloof’ je een zekere houvast kunnen

bieden. Geloven dat je jouw gestelde doelen zult bereiken dit collegejaar.

Meer is nu niet nodig toch? Zo simpel kan het zijn, althans voor mij wel.

DoorTarekHiemstra

Ik geloof niet, maar toch

geloof ik in karma. Waarom

wel in karma? Omdat ik

geloof dat mensen die slechte

daden verrichten uiteindelijk

niet gelukkig kunnen zijn. En

zeg nou zelf: wat is er erger

dan de rest van je leven niet

gelukkig zijn?

rubriek

DoorNickPoggenklaas

Ik geloof in hard werken en niet opgeven. Doorzettingsvermogen is de

grootste kracht die een mens kan hebben. Niets staat vast en met hard

werken is alles te bereiken. Zoiets als het lot, geluk of pech bestaat niet.

Page 28: Nota Bene oktober 2012

28

Wat neem jij mee?

Wat je elke dag bij je hebt, zegt veel over wie je bent. Over wat

je bezighoudt, de dingen die je meemaakt en wat je motiveert.

Bij AKD zijn we benieuwd naar wat mensen ‘meenemen’. Naar hun

interesses en ambitie. Wat deed jou besluiten rechten te gaan

studeren? En wat wil je bereiken? AKD bestaat uit een hecht team

van bevlogen advocaten en notarissen. Professionals met een eigen

stijl. Vastbesloten alles eruit te halen wat erin zit. We investeren

dan ook veel in de ontwikkeling van jong talent. Spreekt onze

werkwijze jou aan? Laat het ons weten. We zijn benieuwd naar

wat jij meeneemt. Kijk op watneemjijmee.nl.

-00003_adv_C_210x297mm_OF.indd 1 10-12-2009 20:05:09

Page 29: Nota Bene oktober 2012

29

‘Vrouwelijke Jehova’s Getuigen sterven zes

keer vaker bij een bevalling dan andere

moeders’(pag. 30)

VErd

iEpi

Ng

‘Je zou verwachten dat een anti-

abortuspartij alsde SGP ook

tegen de doodstraf is’

(pag. 32)

Page 30: Nota Bene oktober 2012

30

Door Madeline Kniest en Simcha de Leeuw

Je kent ze wel, Jehova(h)’s Getuigen. Je hebt ze vast wel eens

op een zomerse zaterdagochtend aan je voordeur gehad. Ze

staan immers bekend om hun deur-aan-deurpredikingen, ook

wel velddiensten genoemd, waarbij de leden van de beweging

hun boodschap aan de hand van de Bijbel en publicaties van

het Wachttorengenootschap trachten te verspreiden. In 2007

telde de beweging wereldwijd 7.124.443 leden die samen

1.488.658.249 uur besteden aan velddiensten, het aantal

Jehova’s Getuigen groeit langzaam wereldwijd. In Nederland

wonen er rond de 30.000 leden.

Opmerkelijk is dat veel Jehova´s Getuigen onder alle

omstandigheden bloedtransfusies weigeren, omdat ze zich

letterlijk aan de Bijbel willen houden waarin staat dat men

zich dient te onthouden van bloed bij medische ingrepen.

Het Wachttorengenootschap schrijft voor dat transfusies van

vol bloed en bepaalde bestanddelen van bloed (plasma,

erytrocyten, leukocyten, trombocyten) niet acceptabel zijn.

Op het accepteren van andere bestanddelen (zoals albumine)

is geen onthouding voorgeschreven. Voor het opvolgen van

dit gebod staat de belofte op het eeuwige leven na de dood.

Wordt dit gebod niet nageleefd, dan kan uitsluiting binnen de

gemeenschap het gevolg zijn. Dit ligt anders als de toediening

van bloed is geschied zonder dat de Jehova’s Getuige zich

hiervan bewust is geweest, uitsluiting is dan niet per definitie

het gevolg.1

De weigering van bloedtransfusies zorgt voor complexe

situaties. Zo blijkt uit onderzoek dat vrouwelijke Jehova´s

Getuigen zes keer vaker sterven bij een bevalling dan andere

moeders. Een vrouwenarts vertelt in het AMC-Magazine dat ze

een sterfgeval heeft meegemaakt van een moeder die Jehova´s

Getuige was. Toen bij de bevalling steeds meer fout ging, bleef

ze bloed weigeren, terwijl ze wist dat ze zou sterven door

bloedverlies. Volgens de gynaecologe had de vrouw de bevalling

waarschijnlijk overleefd als ze een zak bloed had geaccepteerd.

Gesteld kan worden dat deze groep vrouwen gekozen heeft

voor het achterwegen laten van een bloedtransfusie, ze hebben

immers het recht van lichamelijke integriteit en autonomie dus

waarom zou het een probleem zijn om een bloedtransfusie

achterwege te laten? Tegenover dit recht en het belang om de

Bijbel letterlijk op te volgen kan het belang van de behandelend

arts worden gesteld; de arts is geen arts geworden om

vervolgens een vrouw bij een bevalling dood te laten bloeden

maar om zijn werk zo goed mogelijk uit te voeren. Conclusie;

conflicterende belangen en geen oplossing. Een specialist van

het AMC stelt ´de oplossing´ te hebben gevonden; in Nederland

moet een netwerk van medische teams komen dat zich speciaal

recht op bevallingen van Jehova´s Getuigen. De meest ervaren

artsen zouden daarbij moeten worden ingezet. Ze zouden zich

extra goed moeten voorbereiden op de bevalling en extra alert

moeten zijn op het voorkomen van bijvoorbeeld nabloedingen.

Naar onze mening niet realiseerbaar.2

We gaan nog een stapje verder. Het vraagstuk rondom

minderjarige Jehova’s Getuigen (hiermee worden minderjarigen

bedoeld tussen de 12 tot 16) in een levensbedreigende situatie

Geloof; een illusie?

Page 31: Nota Bene oktober 2012

31

waarin een bloedtransfusie noodzakelijk kan zijn, levert

eveneens een lastige situatie op. Twee scenario’s kunnen zich

voordoen; in de eerste plaats wanneer de ouders of wettelijke

vertegenwoordigers een bloedtransfusie weigeren voor het

minderjarige kind en in de tweede plaats indien de minderjarige

zelf een bloedtransfusie weigert. De Wet Geneeskundige

Behandelingsovereenkomst (hierna: Wgbo) en het ‘Protocol

voor medische behandeling van minderjarige Jehova’s Getuigen’

schetsen een juridisch kader waarin de rechten en plichten van

de wettelijke vertegenwoordiger(s) van het kind en van het kind

zelf worden gegeven. Op grond van art. 446 Wgbo moet een

behandelingsovereenkomst worden opgesteld. Voor de arts is het

essentieel om te weten of de patiënt wilsbekwaam is. Afhankelijk

van deze vraag kan worden bepaald tegenover wie de arts de

behandelingsovereenkomst dient na te komen; de minderjarige

of diens ouder(s) of voogd. Artikel 450 lid 2 Wgbo stelt dat zelfs

voorbij kan worden gegaan aan de toestemming van de wettelijke

vertegenwoordiger(s) indien het kind wilsbekwaam is en anders

wenst of indien een bloedtransfusie ‘kennelijk nodig is om ernstig

nadeel te voorkomen’. De arts is degene die uiteindelijk moet

bepalen of de minderjarige wilsbekwaam is. In het ‘Protocol

voor medische behandeling van minderjarige Jehova’s Getuigen’

staat tevens dat uit de parlementaire behandeling van de Wgbo

kan worden opgemaakt dat ‘de wetgever een minderjarige in

het algemeen tot een redelijke waardering van zijn belangen

in staat acht, tenzij het tegendeel blijkt’3. Dit argument kan

worden onderbouwd met het volgende uit de Parlementaire

behandeling van de Wgbo: “Zoals in het algemene deel van de

toelichting reeds is aangegeven, zijn wij van mening dat aan

oudere minderjarigen de bekwaamheid moet worden verleend

een behandelingsovereenkomst te sluiten”.4 In beginsel wordt

dus aangenomen dat een minderjarige Jehova’s Getuige

wilsbekwaam is en kan beschikken over zijn lichamelijke

autonomie. Een kind van 12 jaar oud kan dus, indien hij geacht

wordt wilsbekwaam te zijn, een bloedtransfusie weigeren!

De vraag die bij ons op komt is of het wel moreel is om een

dergelijke keuze bij een minderjarige neer te leggen. In principe

staat de keuze tot het accepteren dan wel weigeren van een

bloedtransfusie met alle gevolgen van dien gelijk aan de keuze

tussen wel of geen uitsluiting van de Jehova´s gemeenschap en

daarmee staat de band met zijn of haar ouders op het spel. Een

minderjarige kan wilsbekwaam worden geacht indien deze in

staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake.5

Maar kan een gemiddelde minderjarige dat wel? Naar onze

mening kan en vooral mag een dergelijke keuze niet verlangd

worden.

Met dit stuk hebben wij de problematiek rondom bloedtransfusies

bij Jehova´s Getuigen aan het licht willen brengen aan de hand

van twee in de praktijk voorkomende voorbeelden. Zoals blijkt

is de weigering van bloedtransfusie een discutabel en zeer

moeilijk onderwerp. Welke belangen prevaleren en hoe met

verschillende belangen omgegaan moet worden is en blijft een

probleem. Een pasklare oplossing laat op zich wachten, of deze

er ooit zal komen, valt te betwijfelen.

Noten

1 Genesis 9:3-9:4, Leviticus 17:14 en in 15:28 -30 Acts

2 ‘Ziekenhuisbevalling voor Jehovah’s noodzakelijk’,

Netwerk, 15 december 2009, http://www.netwerk.tv/

uitzending/2009-12-15/ziekenhuisbevalling-voor-jehovahs-

noodzakelijk

3 ‘Raad voor de Kinderbescherming, ‘Protocol voor medische

behandeling van minderjarige Jehova’s Getuigen’, juni 2004,

p. 8.

4 Kamerstukken II 1989/90, 21 561, nr. 3, p. 29.

5 Raad voor de Kinderbescherming, ‘Protocol voor medische

behandeling van minderjarige Jehova’s Getuigen’, juni 2004,

p. 4.

‘De weigering van bloedtransfusies zorgt

voor complexe situaties. Zo blijkt uit onderzoek

dat vrouwelijke Jehova s Getuigen zes keer vaker sterven bij een bevalling

dan andere moeders’

verdieping

Page 32: Nota Bene oktober 2012

32

Door Richte van Ginneken

Op dinsdag 28 augustus 2012 deed Kees van

der Staaij, fractievoorzitter van de SGP, een

opmerkelijke uitspraak in het RTLZ-Programma

‘WatkiestNederland’.Hijzeidaardatbijvrouwendekansop

zwangerschapnaeenverkrachtingergkleinis,eenstandpunt

wat de Amerikaanse Republikeinse politicus Todd Akin

een paar weken daarvoor ook verkondigde in een televisie

interview. Deze opmerking vestigt nieuwe aandacht op het

abortusstandpuntvandeSGP.Omdathettochverkiezingstijd

is leekhetmijdaaromeengoed ideeomdezeuitspraak,en

meerinhetalgemeenhetabortusstandpuntvandeSGP,eens

grondigteanalyserenentekijkenhoedeSGPscoortwanneer

hetaankomtopconsistentie.

Beschermenswaardig

Het onderwerp abortus mag dan misschien in Nederland voor

de meeste mensen geen taboe meer zijn, maar in andere landen

is dit niet zo vanzelfsprekend. Zie bijvoorbeeld de Verenigde

Staten. In de VS is abortus legaal sinds de mijlpaal beslissing

van het Amerikaanse Hooggerechtshof in de zaak Roe v. Wade

in 1973. Sindsdien is abortus een controversieel onderwerp

geworden in de VS dat geleid heeft tot veel protesten, geweld

en zelfs doden. In Nederland lijkt het recht op abortus een

verworvenheid die bijna vanzelfsprekend is. Hier kennen we

geen grootse protestmarsen op het Binnenhof of mensen die

voor de rechter moeten verschijnen omdat ze een abortuskliniek

hebben opgeblazen. Dat betekent echter niet dat er geen

oppositie is tegen abortus. Die is er wel en ze komt voornamelijk

uit religieuze kringen. Een van die geluiden komt van de

Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP). De weerstand van de

SGP tegen abortus heeft vooral een confessionele basis. In het

verkiezingsprogramma van de partij kunnen we lezen dat, wat

de SGP betreft, het menselijk leven een kostbaar geschenk van

God is. Om die reden is elk mensenleven beschermenswaardig,

en dus ook het leven van het ongeboren kind (“een geschenk

kapot maken voor de ogen van de Gever, is een slag in Zijn

gezicht”1). De SGP vindt, op basis hiervan, dat de bescherming

van het leven van de ongeborene in de Grondwet moet worden

opgenomen, en dat de Abortuswet moet komen te vervallen.

Het is dus duidelijk dat de SGP de beschermenswaardigheid

van het leven hoog in het vaandel heeft staan. Of toch niet?

Na het doorspitten van de SGP verkiezingsprogramma vielen

mij toch een aantal dingen op die misschien toch minder goed

te rijmen zijn met het standpunt van de partij dat al het leven

beschermenswaardig is.

Voorbehoedsmiddelen

Hoe zit het bijvoorbeeld met het standpunt van de SGP ten

aanzien van voorbehoedsmiddelen? In het christendom zijn

het vooral de katholieken die het meest fulmineren tegen

voorbehoedsmiddelen. De SGP is echter ook geen voorstander

voorbehoedsmiddelen. Zo heeft de SGP er mede voor gezorgd

dat postbus 51 spotjes over condooms pas na 20:00 uur

uitgezonden mochten worden en is de SGP tegen voorzieningen

voor de pil in het ziekenfonds. Daarbij niet rekening houdend

met het feit dat de pil niet alleen voorkomt dat vrouwen

zwanger raken, maar ook hun risico op eierstokkanker en

baarmoederhalskanker verkleint en aandoeningen als PCOS,

PMMD en endometriose kan behandelen. De SGP laat vrouwen

echter liever zonder de pil zitten waardoor het risico op al deze

aandoeningen vergroot wordt.

Ook heeft de SGP blijkbaar het naïeve beeld dat zwangerschap

en bevalling risicoloos zijn. Daarbij voorbijgaand aan het feit

dat, tot niet heel lang geleden, zwangerschap de nummer één

doodsoorzaak was onder vrouwen. Realiseert de SGP zich

wel welke, soms levensbedreigende, gezondheidsrisico’s

zwangerschap met zich mee kan brengen? Voor een partij

die zoveel belang hecht aan de beschermenswaardigheid

van het leven, gaat ze vrij onachtzaam om met middelen die

levens kunnen redden. De oplossing moet, wat de SGP betreft,

gevonden worden in onthouding vóór het huwelijk, en trouw

tijdens het huwelijk. Is dit een verstandige beleidskeuze? In de VS

wordt er in sommige staten, onder druk van fundamentalistische

Abortus en de hypocrisie van de SGP

’De SGP vindt dat de bescherming van het

leven van de ongeborene in de Grondwet moet

worden opgenomen, en dat de Abortuswet moet

komen te vervallen’

Page 33: Nota Bene oktober 2012

33

christenen, zogeheten ‘abstinence only education’ (seksuele

onthouding vóór het huwelijk) gegeven. Onderzoek door de

Sexuality Information and Education Council of the United

States, en tal van andere organisaties, heeft echter aangetoond

dat ‘abstinence only education’ volkomen ineffectief is en alleen

maar zorgt voor een toename van ongewenste zwangerschappen

(en daarmee het aantal abortussen!) en soa’s (waaronder HIV).

De reden hiervoor ligt in het feit dat het in onze aard zit om

seks te hebben en wanneer je kinderen geen goede seksuele

voorlichting geeft, zullen ze onveilig seks hebben. Laten we hier

wel eerlijk zijn. Het feit dat het beleid dat de SGP voorstaat

tot een toename van het aantal abortussen zal leiden, kunnen

we de partij niet kwalijk nemen omdat, als het aan haar lag,

niemand meer een abortus krijgt.

Het niet gebruiken van voorbehoedsmiddelen leidt op andere

plaatsen in de wereld echter tot problemen, veel groter dan in

Amerikaanse scholen. Met name in Afrika heerst er, mede door

het niet gebruiken van condooms, een ernstige AIDS epidemie.

Zo zegt Artsen Zonder Grenzen dat er in 2010 naar schatting

1,8 miljoen mensen overleden zijn aan HIV/AIDS. Onderzoek

heeft ook aangetoond dat consistent condoomgebruik het

langetermijn-risico op HIV-overdraagbaarheid verlaagt met

80%. Condoomgebruik draagt dus enorm bij in het voorkomen

van HIV. Wat is de visie van de SGP op dit gebied? Hoe vindt de

SGP dat ontwikkelingssamenwerking aangewend moet worden

om met AIDS om te gaan? Ons antwoord kunnen we vinden

bij de woordvoerder ontwikkelingssamenwerking van de SGP,

Diederik van Dijk. In een interview zegt hij dat de SGP ‘niet

blij’ was met programma’s die meer condooms verspreiden2.

Volgens de SGP moeten bij de aanpak “faith based organisaties

en kerken een rol spelen, omdat ze een sleutelpositie innemen

in preventie en de zorg voor aidspatiënten”3. De partij lijkt hier

voorbij te gaan aan het feit dat het helaas de kerken en ‘faith

based’ organisaties zijn die hoofdzakelijk verantwoordelijk zijn

voor het niet gebruiken voorbehoedsmiddelen.

Rechtopleven

Je zou van een partij als de SGP, die zo fel tegen abortus en

euthanasie is, verwachten dat ze zouden walgen van iets als de

doodstraf. Was immers niet al het leven beschermenswaardig?

Dat zou je denken, maar wat schetst de verbazing, de SGP

heeft in haar verkiezingsprogramma staan dat zij vindt dat het

verdieping

Page 34: Nota Bene oktober 2012

34

opleggen van de doodstraf een legitieme straf moet zijn. Ze

beargumenteert dat de doodstraf een gerechtvaardigde straf

is, juist vanwege de hoge waarde die zij aan het menselijke

leven toekent en dat wanneer dat leven geschonden wordt,

door bijvoorbeeld iemand te vermoorden, de doodstraf op

zijn plaats is. De SGP lijkt hier echter voorbij te gaan aan het

feit dat, als het waar is wat ze zegt en dat al het leven een

kostbaar geschenk van God is en al het leven waardevol is, dat

het leven van de moordenaar dus ook waardevol is want die

moordenaar is immers ook door God geschapen. De SGP zegt

in haar verkiezingsprogramma dat het recht op leven ook voor

de ongeborene in de Grondwet moet worden vastgelegd en dat

het laten plegen van een abortus een inbreuk is op het recht

van leven van de ongeborene. Is echter het opleggen van de

doodstraf niet ook een inbreuk op het recht van leven van de

misdadiger? Is die moordenaar niet ook een kostbaar geschenk

van God, zoals alle leven? Als het recht op leven zo belangrijk

is dat het voor de ongeborene moet worden vastgelegd (en het

overigens voor de lijdende een plicht tot leven wordt), dan kan

je niet aan de andere kant zeggen dat dat recht op leven voor de

moordenaar niet absoluut is. Dat is niet consistent.

Overigens een interessante terugkoppeling op het

abortusstandpunt. De arts die de abortus verricht maakt ook

een inbreuk op het recht van leven van de ongeborene. Zou

dan de arts die de abortus verricht ter dood veroordeeld moeten

worden? En moet de moeder die de abortus laat plegen ook ter

dood veroordeeld worden wegens medeplichtigheid? De SGP is

oorverdovend stil op dit punt.

Hypocriet

Al met al blijkt dat, waar de SGP het recht op, en de bescherming

van, leven hoog in het vaandel heeft staan wanneer het aankomt

op abortus of euthanasie, ze dit niet heeft wanneer het gaat over

andere standpunten. Zo zijn er tal van standpunten waarin de

SGP een duidelijke afweging maakt waarin ze andere rechten

dan het recht op leven als het hoogste goed laat gelden. In dat

kader vind ik het uiterst hypocriet om aan de ene kant vrouwen

rechten te ontzeggen op gronden die je wanneer, het aankomt

op andere standpunten, het onderspit laat delven.

Tot slot wil ik nog even terugkeren naar de uitspraak van Van

der Staaij bij RTL. Het is het goed recht van de SGP om haar

standpunten te hebben en zich niet te schuwen door haar

confessionele grondslag. Ik vind het echter wel het summum

van hypocrisie wanneer je uit je religieuze overtuiging, een

seculier argument probeert te destilleren om daarmee mensen

te overtuigen die niet gevoelig zijn voor je religieuze argument.

Ook al zou onderzoek hebben aangetoond dat iedere vrouw

na verkrachting zwanger zou worden, dan nog zou de SGP

tegen abortus zijn. Dat maakt de uitspraak hypocriet, want dat

houdt in dat de mate van zwangerschap na verkrachting niets te

maken heeft met waarom de partij tegen abortus is. Het zou de

heren van de SGP sieren om gevolg te geven aan de woorden

van hun eigen verlosser, Jezus Christus, die zegt dat de hypocriet

hij is die kijkt naar de fouten van een ander maar niet naar die

van hemzelf.

Noten

1 Abortus Provocatus, SGP, http://sgp.nl/Direct_naar/

Standpunten?letter=a&standid=6

2 Nite Schellens en Mieke Olde Engberink, ‘Geen condooms

maar wees-trouw campagnes’, Vice Versa, 16-11-2011,

http://www.viceversaonline.nl/2011/11/diederik-van-

dijk-sgp-%E2%80%98geen-condooms-maar-wees-trouw-

campagnes%E2%80%99/

3 HIV, SGP, http://sgp.nl/Direct_naar/Standpunten?letter=H&

standid=100

’De SGP heeft in haar verkiezingsprogramma staan dat zij vindt dat het opleggen van de

doodstraf een legitieme straf moet zijn’

Page 35: Nota Bene oktober 2012

35

Door Vincent de Haan

Sinds jaar en dag wordt de Staatkundig Gereformeerde

Partij (SGP) in de Tweede Kamer uitsluitend door

mannen vertegenwoordigd. Dat staat overigens nergens

in de statuten, maar het vloeit wel voort uit het beleid van

het partijbestuur. In het rumoerige politieke landschap van de

afgelopen jaren is de SGP een opvallend stabiele factor: vanaf

1925 heeft de partij telkens twee of drie zetels in de Tweede

Kamer. Met name in de bible belt is er een kleine maar loyale

achterban, waar ook vrouwen toe behoren. Die stemmen wel,

maar vinden het blijkbaar prima dat ze zich niet verkiesbaar

kunnen stellen, althans, niet voor de SGP.

Toch wringt het een beetje, vinden sommigen. Er worden enorme

inspanningen verricht om de gelijkheid van man en vrouw tot

alle maatschappelijke instellingen te laten doordringen, zowel

feitelijk als juridisch. Die juridische component blijkt onder

meer uit de gelijkebehandelingswetgeving en in het bijzonder

uit het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van

discriminatie van vrouwen (Vrouwenverdrag). Toch lijkt de SGP

zich daar niets van aan te trekken. Daarbij zij opgemerkt dat er

ook geen vrouwen waren die zich hier druk over maakten. De

vrouwen die op de SGP stemmen, vinden blijkbaar dat politiek

inderdaad een mannenaangelegenheid is, en de vrouwen

die hun christelijke inslag wel met actieve beoefening van de

politiek wensen te verenigen, zoeken hun toevlucht tot de

ChristenUnie. Feitelijk was er dus geen probleem.

Deprocesgang1

Dat weerhield de Stichting proefprocessenfonds Clara

Wichmann (de Stichting) er echter niet van een probleem te

creëren: zij spande een zaak aan tegen de Staat bij de burgerlijke

rechter. Dat kan op grond van art. 3:305a BW, dat een stichting

de bevoegdheid geeft om een rechtsvordering in te stellen die

strekt tot bescherming van de door haar behartigde belangen.

De klacht: de Staat houdt vrouwendiscriminatie in stand door

een discriminerende organisatie met subsidie (Wet subsidiëring

politieke partijen) financieel te ondersteunen. Daar had de

stichting wel een punt, meende de rechtbank, dus werd aan de

Staat verboden nog langer deze subsidie te verstrekken.

Aan een dergelijk gerechtelijk bevel geeft de minister uiteraard

gehoor, dus wordt de jaarlijkse subsidieaanvraag van de SGP de

eerstvolgende keer afgewezen. De motivatie van de minister:

“Ik was met handen en voeten gebonden aan de uitspraak van

de rechtbank.” De subsidieaanvraag is een bestuursrechtelijke

aangelegenheid, dus komt de zaak bij de bestuursrechter en

uiteindelijk bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van

State (de Afdeling) uit.

Tegelijkertijd heeft de Staat hoger beroep ingesteld tegen de

uitspraak van de rechtbank. Daar wordt door de landsadvocaat

betoogd dat de subsidie wel degelijk in overeenstemming is met

het Vrouwenverdrag (en andere regelgeving). Zo ontstaat dus de

wonderlijke situatie dat de landsadvocaat bij de civiele rechter

vóór de subsidie pleit, maar bij de bestuursrechter ertégen. Voor

procesrechtelijke fijnproevers is dit natuurlijk een genoegen,

maar voor niet-juridisch Nederland volledig onbegrijpelijk.

Het wordt nog leuker als de hoogste civiele rechter, de Hoge

Raad, en de hoogste bestuursrechter, de Afdeling, het uiteindelijk

oneens worden. De Afdeling stelt zich op het standpunt dat aan

de SGP wel een subsidie toekomt. Het zou best kunnen dat er

binnen de SGP wat gediscrimineerd wordt, maar nergens staat

dat dat tot gevolg moet hebben dat de subsidie wordt geweigerd.

De Hoge Raad kan daar verder weinig aan doen, maar stelt wel

dat de Staat maatregelen moet treffen om de betreffende situatie

te doen ophouden. De Hoge Raad stelt echter ook dat het niet

aan een rechter is om specifieke maatregelen voor te stellen. Dat

is de taak van de wetgever.

De SGP tegen Nederland:een grondrechtelijk conflict of een procesrechtelijke puinhoop?

‘Zo ontstaat dus de wonderlijke situatie dat

de landsadvocaat bij de civiele rechter vóór de subsidie pleit, maar bij de bestuursrechter

ertégen’

verdieping

Page 36: Nota Bene oktober 2012

36

Het had hier kunnen eindigen. De SGP krijgt subsidie, en

de wetgever moet aan het werk, maar gezien het onstuimige

politieke klimaat in Nederland, waarbij de SGP nog wel eens

een electoraal gaatje moet dichten, en de moeilijkheid van deze

materie, is het niet te verwachten dat de door de Hoge Raad

bevolen wet binnen een jaar of tien het levenslicht zal zien. Wie

dan leeft, wie dan ziet. Zo niet de SGP. Een klacht in Straatsburg

wordt ingediend.

Het EHRM acht de klacht niet-ontvankelijk. De belangrijkste

vraag is namelijk: waar klaagt de SGP eigenlijk over? Welk

onrecht is de partij aangedaan? Ja, er is een Nederlandse rechter

die gezegd heeft dat er een wet moet komen, maar hoe die wet

eruit zou komen te zien, weet nog niemand. Als het zo ver is,

en de SGP komt daadwerkelijk in de problemen – bijvoorbeeld

doordat de subsidie dan wél wordt geweigerd – kan men altijd

opnieuw klagen. Wie dan leeft, wie dan ziet, dus.

Botsendegrondrechten

Toch laat het EHRM zich ook wel over de inhoud uit – en dat

doet het in een ontvankelijkheidsbeslissing alleen als het echt

heel graag zijn ei kwijt wil. Daarop valt mijns inziens echter wel

wat af te dingen. Er is hier vanzelfsprekend sprake van botsende

grondrechten: enerzijds het recht op gelijke behandeling,

anderzijds de rechten op vrijheid van vereniging en vrijheid van

godsdienst. Ook speelt op de achtergrond het actief kiesrecht

wel een rol.

Het recht op gelijke behandeling is vanzelfsprekend belangrijk,

maar het is toch wat moeilijk voor te stellen in deze casus. De

SGP heeft het recht zich op het standpunt te stellen dat vrouwen

ongeschikt zijn voor politiek – over dat recht is geen twijfel. Mag

dit standpunt dan ook, zolang het recht is zoals het nu is, worden

uitgedragen? Dat is in principe niet hoe democratie werkt: je mag

proberen de wet te wijzigen, maar zolang dat nog niet gelukt

is, moet je je eraan houden. Aan de andere kant: dan moet de

SGP dus vrouwen op de kieslijst zetten die het partijstandpunt

verdedigen dat vrouwen – zijzelf dus! – ongeschikt zijn voor

politiek. Maar wat doen die vrouwen daar dan? Dat is alsof

Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) met een bontjas aan

komt vertellen dat bont toch echt verboden moet worden. Dat

kan natuurlijk wel, maar het zou haar geloofwaardigheid toch

wel danig ondermijnen. Zo is ook moeilijk voor te stellen dat

de SGP vrouwen op de kieslijst zet, zonder het standpunt over

vrouwen inhoudelijk te wijzigen. En het recht op dat standpunt

was juist niet in het geding.

Belangrijker dan de afweging van specifieke grondrechten is

volgens het Hof echter de geest van het EVRM. Dit verdrag

is namelijk uitsluitend verenigbaar met een democratisch

staatsbestel. Dat is eigenlijk de achterliggende waarde, waarvan

de in het verdrag opgenomen grondrechten alleen maar

uitvloeiselen zijn. Een partij die de democratie wenst af te

schaffen, kan dan ook niet rekenen op bescherming onder het

verdrag.

Dat doet dan al snel denken aan de Turkse zaak Refah Partisi:

een Turkse politieke partij die tot doel had de democratie af te

schaffen. Deze partij werd verboden en diende daarop een klacht

in in Straatsburg. Het EHRM oordeelde dat het partijverbod

terecht was, omdat een partij die ten doel heeft de democratie

af te schaffen niet lijn is met de geest van het EVRM, en dus geen

bescherming geniet. Hierbij speelde echter wel een belangrijke

rol dat deze partij een serieuze kans maakte een meerderheid te

behalen. De democratie was dus werkelijk in gevaar.

De vergelijking met deze Turkse zaak en die van de SGP gaat

op twee punten echter mank: ten eerste wenst de SGP de

democratie niet af te schaffen, maar wenst zij slechts de interne

organisatie op een iets andere manier op de democratie af te

stemmen. Vrouwen zijn vrij om zich bij een andere partij aan te

melden, als het hen niet bevalt. Ten tweede heeft de SGP nooit

een serieuze kans gehad een meerderheid te behalen.

Een terechte vraag is: waarom maakt dat uit? Wie het arrest

in de zaak Refah Partisi goed leest2 ziet namelijk dat niet de

‘Het is misschien niet erg respectvol, maar het

lidmaatschap van de SGP kan gezien worden als

een soort therapeutisch instrument voor die

weinigen die niet zijn meegegaan naar de

moderne tijd’

Page 37: Nota Bene oktober 2012

37

enkele omstandigheid dat de partij ondemocratische ideeën

heeft, doorslaggevend is. Het gaat erom of er concreet gevaar

dreigt voor de democratie. Als een partij het goed doet in de

peilingen, dan dreigt dat gevaar – hoewel het zich nog niet in

ondemocratische wetgeving heeft gemanifesteerd – en dan is

dát het moment om in te grijpen. Als een partij, zoals de SGP,

zich echter in de marge van het politieke landschap bevindt, is

een partijverbod niet een proportionele beperking van het recht

op vrijheid van vereniging. Dan prevaleert juist het belang van

de kleine minderheid die hun reeds lang verloren strijd tegen

de democratie niet wenst op te geven, om zich beter weten in

toch te blijven verzetten. Het is misschien niet erg respectvol,

maar het lidmaatschap van de SGP kan gezien worden als

een soort therapeutisch instrument voor die weinigen die niet

zijn meegegaan naar de moderne tijd. En voor hen is dat heel

belangrijk.

Collectieveacties

Het mag dan misschien zo zijn dat wat de SGP doet, niet

helemaal in de haak is – hoewel daarover het laatste misschien

nog niet gezegd is. Maar wie heeft daar last van? De vrouwelijke

leden van de SGP hoort niemand klagen, en gezien de marginale

positie van de SGP is ook de democratie niet in het geding.

Alleen een groepje feministes met te veel vrije tijd voelt zich

ernstig op de tenen getrapt.

Door hen de mogelijkheid te geven, zoals nu gebeurd is, om bij

de burgerlijke rechter een dergelijke vordering in te stellen, is

er een enorm gecompliceerde situatie ontstaan: de wetgever zit

met een bijna onmogelijk wetgevingsproject opgescheept, de

SGP is ontevreden en zelf zullen de dames ook niet erg gelukkig

zijn: op een aantal dikke dossiermappen na is er namelijk niets

veranderd.

Al deze ellende had voorkomen kunnen worden door de

mogelijkheid tot het starten van een collectieve actie op

grond van art. 3:305a te beperken. Dan had de Stichting eerst

moeten zoeken naar minstens één vrouw die zich door de SGP

benadeeld had gevoeld. Voor die vrouw had de burgerlijke

rechter dan rechtsbescherming kunnen bieden, zoals dat zijn

taak is, in plaats van het objectieve recht te handhaven, zonder

dat iemand daar ook maar iets aan heeft.

Dat is na jaren procederen wat mij betreft de enige conclusie:

dat het recht om in het algemeen belang te procederen moet

worden beperkt tot die gevallen waarin er daadwerkelijk

individuele slachtoffers zijn. Voor alle andere gevallen ligt de

oplossing niet bij de rechter, maar bij de politiek.

Noten

1 EHRM 10 juli 2012, SGP t. Nederland.

2 EHRM (Grote Kamer) 13 februari 2003, Refah Partisi t.

Nederland, par. 102-103.

verdieping

‘Al deze ellende had voorkomen kunnen

worden door de mogelijkheid tot het

starten van een collectieve actie te beperken’

Page 38: Nota Bene oktober 2012

38

Eerstejaarsborrel

Page 39: Nota Bene oktober 2012

39

Constitutieborrel

Page 40: Nota Bene oktober 2012

40

Ben jij een ambitieuze derde- of vierdejaarsstudent Nederlands recht met belangstelling voor Ondernemingsrecht of Bank- en Effectenrecht? En ben jij die vaardige onderhandelaar die we zoeken? Meld je dan aan voor de Business Course Parijs van 22 t/m 25 november en ga in een select gezelschap de confrontatie aan met alle juridische aspecten van een management buy-out transactie.Solliciteer voor 1 november 2012 via www.loyensloeffacademy.com

Voor de crème de la crème de la crème.De Loyens & Loeff Business Course Parijs.

ACADEMY