lfes 10: ~ii ~i~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode...

71
Date Printed: 12/31/2008 JTS Box Number: Tab Number: Document Title: Document Date: Document Country: Document Language: lFES 10: lFES 14 39 423 - WET VAN 28 SEPTEMBER 1989, HOUDENDE NIEUWE BEPALINGEN INZAKE RET KIESRECHT EN 1989 NET OUT EL00134 - 5 E

Upload: others

Post on 29-Jul-2020

5 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Date Printed: 12/31/2008

JTS Box Number:

Tab Number:

Document Title:

Document Date:

Document Country:

Document Language:

lFES 10:

lFES 14

39

423 - WET VAN 28 SEPTEMBER 1989, HOUDENDE NIEUWE BEPALINGEN INZAKE RET KIESRECHT EN

1989

NET

OUT

EL00134

~II ~I~ - 5 E

Page 2: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

/

'- Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1989

423 Wet van 28 september 1989. houdende nieuwe bepalingen inzake het kiesrecht en de verkiezingen (Kieswet)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluutl doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe

bepalingen inzake het kie.recht en de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer der Staten-Generaal, al.mede van de leden van provinciale staten en de gemeenteraden. vast te stelleri;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaa!. hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

AFDELING I

Aigemene bepalingan

HOOFDSTUKA

De Kiesf8sd

Artikel A 1

Er is een Kiesraad, gevestigd te 's-Gravenhage.

Artikel A 2

1. De Kiesraad dient Onze Minister van Binnenlandse Zaken desgevraagd of uit eigen beweging van advies in aangelegenheden die het kiesrecht of de verkiezingen betreflen. Op verzcek van de Tweede Kamer dar Staten­Generaal advisee" de Kiesraad over bij die kamer aanhangig gemaakte initiatiefvoorstellen van wet die het kiesrecht of de verkiezingen betreflen.

2. De Kiesraad treedt als centraal stembureau op in de gevallen waarin de wet zulks voorschrijft.

Staatsblad 19B9 423

F Clifton White Resource Center International Foundation for Election Systems

Page 3: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

I I ,

~

• Artikel A 3

De Kiesraad is samengesteld uit zeven leden, die bij koninklijk bes!ult worden benoemd en ontslagen. De benoeming geschiedt voor vier jare' behoudens tussentijds ontslag. Degene die ter vervulling van een open\ vallen plaats is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in WiE plaats hij is benoemd, had moeten aftreden.

Artikel A 4

Uit de leden worden bij koninklijk besluit de voorzitter en de plaatsve vangend voorzitter aangewezen.

Artikel A 5

Asn de Kiesraad worden toegevoegd aen secretaris en een adjunct· secretaris. Zij worden bij koninklijk besluit benoemd en ontslagen. Zij zi. veo. de uitoefening van hun taak uitsluitend ve.antwoording sChuldig a de Kiesraad.

Artikel A 6

1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken kan ambtenaren van zijn ministerie aanwijzen als adviserend lid van de Kiesraad.

Z. De Kiesraad kan personen uitnodigen om aan zijn beraadslaginger deel te nemen. Zij hebben geen stemrecht.

Artikel A 7

De Kie.raad houdt de voorbereidende stukken die op de door hem uitgebrachte adviezen betrekking hebben, ter beschikking van Onze Minister van Binnenlandse Zaken.

Artikel A B

Telkens binnen aen termijn van vier jaren brengt de Kiesraad een rappon uit aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken, waarin de taakv vulling van de raad als adviesorgaan aan een onderzoek wordt onderwor; en vonrc:tellen kunnen worden gedaan voor gewenste -.:eranderingen.

Artikel A 9

Bij algemene msatregel van bestuur kunnen nadere regels gesteld worden omtrent inrichting. samenstelling en werkwijze van de Kiesras(

AFDELING II

De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten­Ganaraal. van provincials staten an van de gemeenteraden

HOOFDSTUK B

Het kiesrecht

Artikel B 1

1. De leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden gekozen door degenen die op de dag van de kandidaatstelling Nederlar zijn en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaa, hebber

Staatsblad 1989 423

'\"\;")) ·>''\'m':~'.\ ')\i\\'11 \\oi\jD "\

lm~la'(2 nom~i3 1[;/ r;' IILbnuo'lIGnoilnm'lni

Page 4: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

• bereikt. met uitzondering van degenen die OP de dag van de kandidaat­stelling hun werkelijke woonplaa~s hebben in de Nederlandse Antillen of Aruba.

2. Deze uitzondering geldt niet voor: a. de Nederlander die gedurende ten minste tien jaren ingezetene van

Nederland is geweest; b. de Nederlander die in Nederlandse openbare dienst in de Nederlandse

Antillen of Aruba werkzaam is, alsmede zijn Nederlandse echtgenoot of levensgezel en kinderen, voor zover dezen met hem een gemeenschappe· lijke huishouding voeren.

Artikel B 2

De leden van provinciale staten worden gekozen door degenen die op de deg van de kandidaatstelling ingezetenen zijn van de provincie. mits zij Nederlander zijn en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.

Artikel B 3

1. De leden van de gemeenteraden worden gekozen door degenen die op de dag van de kandidaatstelling ingezetenen zijn van de gemeente en op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.

2. Zij die geen Nederlander zijn, dienen om kiesgerechtigd te zijn op de dag van de kandidaatstelling tevens te voldoen aan de vereisten dat:

a. zij gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijf jaren ingezetene van Nederland zijn;

b. het hun is toegestaan in Nederland te verblijven op grond van "nikel 9 of 10 van de Vreemdelingenwet (Stb. 1965,40) dan wei op grond van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (Trb. 1957, 91) of het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie (Trb. 1958, 18).

3. Niet kiesgerechtigd zijn de in het tweede lid bedoelde persone,; die in dianst van aen andere staat w8arvsn zij de nationaliteit bazitten. in Nederland werkzaam zijn, alsmede hun niet-Nederlandse echtgenoten of levensgezellen en kinderen, voor zover dezen met hen een gemeenschap· pelijke huishouding voeren.

4. Voor de toepassing van het tweede lid worden met degenen wie het op grond van anikel 9 of 10 van de Vreemdelingenwet is toegestaan in Nederland te verblijven, gelijkgesteld:

a. degenen op wier verzoek om verlenging van de geldigheidsduur van een vergunning ingevolge anikel 9 van die wet nog niet onherroepelijk is beslist;

b. degenen wier vergunning ingevolge anikel 9 of 10 van die wet is ingetrokken, terwijl de beslissing tot intrekking nog niet onherroepelijk is geworden;

c. degenen die hebben opgehouden te behoren tot een categorie waarop het bepaalde ingevolge anikel 10, tweede lid, van die wet van toepassing is en ap wier verzoek om verlening van een vergunning ingevolge anikel 9 of 10, eerste lid, van die wet nog niet onherroepelijk is beslist.

Artikel B4

1. Onder ingezetenen van Nederland, van de provincie en van de gemeente verstaat deze wet hen die onderscheidenlijk in Nederland, in de provincie en in de gemeente werkelijke woonplaats hebben.

2. Zij die in het persoonsregister van een gemeente opgenomen zijn. worden voor de toepassing van deze wet, behoudens bewijs van het tegendee!. geacht werkelijke woonplaats te hebben in die gemeente.

Staatsblad 19B9 423 3

Page 5: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

. 3. Zij die in het centrale persoonsregister opgenomen zijn, ",varden ~/O de toepassing van deze wet. behoudens bewijs van het tegendee!. geac, werkelijke woonplaats te hebben in Nederland. doch niet in een provinc' of gemeente. .

Artikal B 5

1. Van het kiesrecht zijn uitgesloten: a. zij die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak van het kiesrecht zij

onttet; b. zij die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens een

geestelijke stoornis onbekwaam zijn rechtshandelingen te verrichten. De uitsluiting wordt beoordeeld naar de toestand op de dag van de

kandidaatstelling. 2. Onze Minister van Justitie draagt zorg. dat van elke onherroepelijk.

rechterlijke uitspraak als bedoeld in het eerste lid zo spoedig mogelijk mededeling wordt gedaan aan de burgemeester van de gemeente waar de betrokkene in het persoonsregister is opgenomen of. als het een persoon betreft die in het centrale persoonsregister dan wei niet in enig persoonsregister in Nederland is opgenomen. aan het hoofd van de Rijksinspectie van de 8evolkingsregisters. met vermelding van naam. voorletters of voomamen. adres en geboortedatum alsmede van de duu van de uitsluiting.

3. De burgemeester stell na ontvangst van de in het tweede lid bedoelde mededeling betrokkene in kennis van zijn uitsluiting en de duu daaNan. Indien het betreft aen persoon die in het centrale persoonsregisl dan wei niet in enig persoonsregister in Nederland is opgenomen. geschiedt de kennisgeving door de burgemaester van ·s-Gravenhage.

ArtIkel B 6

1. Kiesgerachtigde personen aan wie op de dag van de stemming rechtmatig hun vrijheid is ontnomen. oefenen hun kiesrecht uit door bij volmacht te stemmen.

2. Deze beperking geldt niet: a. voor hen die op de dag van de stemming een zodanige feitelijke

bewegingsvrijheid genieten dat zij in persoon aan de stemming kunnen deelnemen;

b. voor hen die op grond van het regime van de inrichting waarin zij verblijven aanspraak hebben op periodiek verlof.

3. 8ij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreftende het stemmen bij volmacht door de in het eerste lid bedoelde personen.

HOOFDSTUKC

De zittingsduu, van da ladan van de Twesde Kame, de, Staten-Gene,a, van provincia/a BtBten en van de gemeenteraden

ArtIkel C,

1. De leden van de Tweede Kamer worden gekozen voor vier jaren. 2. Zij treden tegelijk af met ingang van de dinsdag in de peri ode van

tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart.

ArtIkal C 2

De leden van de Tweede Kamer. gekozen na ontbinding van de kame traden tegelijk af met ingang van de eerstvolgende dinsdag in de in arti C 1. tweede lid. bedoelde periode nadat vier jaren zijn verstreken seder de zitting van het centraal stem bureau waarin de uitslag van de verkiezl is bekendgemaakt.

Staatsblad 1989 423

Page 6: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

.. : Artikel C 3

1. Indien het in artikel C 1, tweede lid, of in artikel C 2 bepaalde tijdstip valt in aen jasr waarin de verkiezingen van de leden van provin­ciale staten onderscheidenlijk de gemeenteraad worden gehouden, treden de leden van de Tweede Kamer tegelijk af met ingang van de dinsdag in de periode van 17 tot en met 23 mei.

2. De leden van de Tweede Kamer die zijn gekozen ter vervulling van de plaatsen van leden die op het in het eerste lid genoemde tijdstip zijn algetreden, treden, tenzij zich opnieuw het geval als bedoeld in het eerste lid voordoet, tegelijk al met ingang van de eerstvolgende dinsdag in de in artikel C 1, tweede lid, bedoelde periode nadat drie jaren zijn verstreken sedert de zining van het centrasl stem bureau wasrin de uitslag van de verkiezing is bekendgemaakt.

Artikel C 4

1. De leden van provinciale staten onderscheidenlijk de gemeenteraad . worden gekozen vaor vier jaren.

2. Zij treden tegelijk al met ingang van de dinsdag in de periode van 12 tot en met 18 april.

Artikel C &

Degene die ter vervulling van een opengevallen plaats tot lid is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

HOOFDSTUKD

De registrlltie van de kiesgenschtigdheid

Artikal D 'l

1. 8urgemeester en wethouders registreren de kiesgerechtigdheid van de ingezetenen van de gemeente in de gemeentelijke bevolkingsadmini­stratie.

2. Het hoofd van plaatselijke politie als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet stelt burgemeester en wethouders in kennis van het verkrijgen 01 het verliezen door niet-Nederlandse ingezetenen van het recht in Nederland te verblijven als bedoeld in artikel 8 3, tweede lid, onder b.

Artikal D 2

Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage registreren de kiesgerechtigdheid van de in hat centrale persoonsregister opgenomen . personen. Het hoofd van de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters verschaft hun daartoe de nodige gegevens.

Artikal D 3

,. Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage registrarsn voor elke verkiezing van de Tweede Kamer de kiesgerechtigdheid van personen die hun werkelijke woonplaats buiten Nederland hebben, indien dezen daartoe een schriftelijk verzoek hebben ingediend.

2. Het verzoek wordt niet eerder ingediend dan vier maanden voor de kandidaatstelling. Bij de indiening van het verzoek dient de verzoeker, zo nodig door overlegging van bewijsstukken, aannemelijk'te maken dat hij kiesgerechtigd is.

3. Het verzoek word! ingediend bij het hoofd van de consulaire post waaronder d'e woonplaats van verzoeker ressorteer!. Deze zendt het

Staatsblad 1989 423 5

Page 7: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

verzoekschrift zo spoedig mogelijk door naar burgemeester er; wethouders van ·s-Gravenhage.

4. Indien het verzoek wordt gedaan door een persoon als bedoeld in artikel'B 1. tweede lid. onder a. wordt het verzoek ingediend bij het hoot van het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen of van Aruba. Deze zendt het verzoekschrift zo spoedig mogelijk door naar burgemeester en wethouders van ·s-Gravenhage.

5. Indien het verzoek wordt gedaan door een persoon als bedoeld'in artikel B 1. tweede lid. onderb. die niet gedurende ten minste tien jaren zijn werkelijke woonplaats in Nederland heeft gehad. wordt het verzoek ingediend bij Onze Minister onder wiens ministerie de werkzaamheden van de betrokken functionaris ressorteren. Deze zendt hat verzoek­schrift zo spoedig mogelijk door naar burgemeester en wethouders van ·s-Gravenhage.

6. Indien het verzoek wordt gedaan door een persoon die zijn werkelijke woonplaats heeft in een land waarmee Nederland geen diplo· matieke betrekkingen onderhoudt. wordt het verzoek ingediend bij burg' meester en wethouders van 's-Gravenhage.

7. Het verzoek dient uiterlijk op de twintigste dag voor de kandidaat­stelling te zijn ontvangen door het orgaan waarbij het moet worden ingediend.

B. Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage beslissen op het verzoek uiterlijk op de zevende dag nadat zij dit hebben ontvangen.

9. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de forrnulieren voar de verzoeken, kosteloos. voer de kiezers verkrijgbaar zijn. Bij ministeriele regeling wordt voor de formulieren een model vastgesteld.

Artlkel D 4

Burgemeester en wethouders delen aan een ieder op zijn verzoek oilVerwijld mede of hij als kiazer is geregistreerd. Indien de verzoeker nif als kiezer is geregistreerd. worden hem uiterlijk op de zevende dag na d, ontvangst van het verzoek de redenen daarYan meegedeeld.

Artlkel D 6

1. Een ieder kan schriftelijk aan burgemeester en wethouders om herziening van de registratie verzoeken op de grond dat hij niet of niet 01 de juiste wijze als kiazer is geregistreerd.

2. Hat verzoekschrift dient gemotiveerd te zijn. Zo nodig worden bewijsstukken overgelegd.

Artlkel D 6

Burgemeester en wethouders beslissen op het verzoek om herziening uiterlijk op de zevende dag na de ontvangst en brengen zo nodig de gemeentelijke bevolkingsadministratie hiermee in overeenstemming.

Artlkel D 7

Burgemeester en wethouders doen onverwijld een afschrift van het besluit toekomen aan de verzoeker.

Artikel D 8

BurgemeBster en wethouders van 's-Gravenhage verwijderen de naan van een persoon die ingevolge artikel 0 3. eerste lid. als kiezer is gereg; streerd. uit de registratie. indien aan hen omstandigheden bekend worden op grond waarYan de desbetreffende parsoon niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd. Zij doen hem hierYan onverwijld schriftelijl mededeling. . .

Staatsblad 1 9B9 423

Page 8: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel D 9

1. Ten aanzien van een beroepschrift ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (Stb. 1975, 284) tegen een beschik­king als bedoeld in de artikelen 0 3, achtste lid, 0 6 of 0 8 blijven artikel 7, tweede lid, van die wet en de artikelen 75 tot en met 77 en 107 tot en met 119 van de Wet op de Raad van State (Stb. 1986, 670) buiten toepassing.

2. In afwijking van artikel 73, vierde lid, van de Wet op de Raad van State wordt het beroepschrift ook in behandeling genomen nadat ter secretarie van de Read van St8te het bewijs van aen door aen volgens de Wet toezicht kredietwezen (Stb. 1978,255) ingeschreven kredietinstelling geaccepteerde betalingsopdracht is ontvangen en wordt de indiener niet-ontvankelijk verklaard indien ter secretarie de storting dan wei de ontvangst van laatstbedoeld bewijs niet heeft plaatsgehad binnen een door de voorzitter van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State te stellen termijn.

3. Na ontvangst van het beroepschrift bepaalt de voorzitter zo spoedig mogelijk plaats, dag en uur, waarop de openbare behandeling van de zaak door de Afdeling zal plaatsvinden en doet hij daarvan onverwijld mededeling aan belanghebbenden. Asn burgemeester en wethouders word! terstond een atachritt van de ingezonden stukken gezonden.

4. 8urgemeester en wethouders zijn bevoegd binnen een door de voorzitter te stellen termijn een memorie en bewijsstukken bij de voorzitter in te dienen. De secretaris van de Raad van State zendt een atachrift van deze stukken aan de verzoeker.

Artlkel D 10

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betrettende de registretie van de kiesgerechtigdheid.

HOOFDSTUKE

Kieskringen, stemdistricten en stembuTflaus

§ 1 De kieskringen

ArtIkel E 1

1. Voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer wordt Nederland verdeeld in kieskringen, overeenkomstig de bij deze wet gevoegde tabel.

2. De kieskringen voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer varman tevens de kieskringen voar de verkiezing-Yan de leden van provincials staten. Provinciale 8t8ten kunnen voar de verkiezing van de leden van provinciale staten deze kieskringen in meer kieskringen verdelen.

3. Voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad vormt elke gemeente een kieskring.

§ 2 De stemdistricten

Artlkel E 2

De gemeente kan door burgemeester en wethouders in stemdistricten worden verdeeld. Heeft deze verdeling niet plaats, dan vormt de gemeente sen stemdistrict.

Staatsblad 1989 423 7

Page 9: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

§ 3 De stembureaus

Artlkel E 3

1. Er is voor elk stemdistrict een stembureau. 2. Elk stembureau bestaat uit drie leden. van wie er ssn voorzitter is.

Artikel E 4

Burgemeester en wethouders benoemen tijdig voor elke verkiezing d. leden van elk stembureau en ean voldoend aantal plaatsvervangende leden.

§ 4 De hoofdstembureaus

Artikel E 6

1. Voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer wordt voor elke kieskring een hoofdstembureau ingesteld. Het is gevestigd in de gemeente. daartoe aangewezen in de tabel. genoemd in artikel E 1. eerste lid.

2. Het hoofdstembureau bestaat uit vijl leden. van wie er ssn voorzitl en aen pls8t8Ysrvangend voorzitter is.

3. Voorzitter is de burgemeaster van de gemeente waar het hooldster bureau is gevestigd. De plaatsvervangend voorzitter en de andere leden alsmede drie plaatsvervangende leden. worden benoemd en ontslagen door Onze Minister van Binnenlandse laken.

ArtIkel E 6

1. Voor de verkiezing van de leden "an provinciale staten wordt voor elke kieskring ean hoofdstembureau ingesteld. Het is gevestigd in de gemeante. daartoe aangewezen door provinciale staten.

2. Het hoofdstembureau bestaat uit vijf leden. van wie er asn voorzit· en BBn plaatsvervangend voorzitter is.

3. Voorzitter is de burgemeester van de gemeante waar het hooldster bureau is gevestigd. De plaatsvervangend voorzitter en de andere leden alsmede drie plaatsvervangende leden. worden benoemd en.ontslagen door gedeputeerde stalen.

Artlkel E 7

1. Vaor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad wordt aen hoofdstembureau ingesteld. bestaande uit vijf leden. van wie er een voorzitter en BBn plaatsvervangend voorzitter is.

2. De burgemeaster is voorzitter van het hoofdstembureau. De plaetsvervangend voorzitter en de andere leden. alsmede drie plaatsver· vangende leden. worden door burgemeester en wethouders benoemd e ontslagen.

Artlkel E 8

De in de artikelen E 5. E 6 en E 7 bedoelde benoemingen geschieder. voor vier kalenderjaren. Degene die ter vervulling van een opengevallen plaats is benoemd. lneedt af op hellijdstip waarop degene in wiens pia, hij is benoemd. zou hebben moeten aftreden.

ArtIkel E 9

Voor het houden van de zittingen van het hoofdstembureau wijzen burgemeaster en wethouders ean geschikte ruimte aan.

Staatsblad 1989 423

Page 10: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel E 10

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels gesteld worden omtrent inrichting, samenstelling en werkwijze van het hoofd-stembureau. .

§ 5 De centrale stem bureaus

Artikel E 11

1. Er is voor de verkiezing van elk vertegenwoordigend orgaan een centroal stembureau.

2. V~~r de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer treedt de Kiesraad als centraal stembureau op.

3. Voor de verkiezing van de leden van provinciale staten treedt het hoofdstembureau van de kieskring waarin de gemeente is gelegen waar de vergadering van de staten wordt gehouden, tevens als centraal stembureau op.

4. Voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad treedt het hoofdstembureau tevens als centraal stembureau op.

HOOFDSTUKF

Het tijdstip vsn de ksndidsststelling

Artlkel F 1

1. De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, provinciale staten en de gemeenteraad vindt plaats op de dinsdag in de periode van 1 B tot en met 24 januari.

2. In hat geval, bedoeld in artikel C 3, eerste lid, vindt de kandidaat­stelling voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer plaats op de dinsdag in de periode van 22 tot en met 2B m.aart.

Artlkel F 2

In geval van ontbinding van de Tweede Kamer vindt de kandidaatstelling plaats binnen veertig dagen na de dagtekening van het koninklijk besluit tot ontbinding, op een bij dat besluit te bepalen dag.

HOOFDSTUK G

De registrstiB vsn dB ssnduiding vsn een politiekB groepering

Artlkel G 1

1. Een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechts­bevoegdheid kan aan het centraal stem bureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden. Verzoeken, ingediend na de drieenveertigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling.

2. Voor de in het eerste lid bedoelde registratie moet een waarborgsom van duizend gulden worden betaald aan het Rijk. Degene die de betaling heeft verricht, ontvangt een bewijs daaNan. Na inlevering van een geldige kandidatenlijst voor de eerstkomende verkiezing na de beslissing op het verzoek wordt hem de waarborgBom teruggegeven.

3. Bij hat verzoek worden overgelegd: a. een' atachrift van de noteriele akte waarin de stetuten van de

vereniging zijn opgenomen;

Staatsblad 19B9 423 9

Page 11: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

b. een bewijs van inschrijving in het register, bedoeld in aniKel 29 eerste lid, vBn boek 2 van het 8urgerlijk Wetboek;

c. het in het tweede lid be'doelde bewijs van betaling; d. een verklaring v~n de politieke groepering, houdende aanwijzing val

haar gemachtigde en plaatsvervangend gemachtigde bij het centraal stembureau, welke geldt zolang zij niet door een andere is vervangen.

4. Het centraal stembureau beschikt slechts afwijzend op het verzoek, indien:

a. de aanduiding strijdig is met de openbare orde; b. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds'

geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit anikel een registratieverzoek is ingediend, en daardoor verwarring te duchten is;

c. de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers; d. de aanduiding meer dan 35 letters of andere tekens bevat; e. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met die van eel

rechtspersoon die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden;

f. het verzoek op dezelfde dag bij het centraal stembureau is ingekome als een ander verzoek, strekkende tot inschrijving van een geheel of in hoofdzaak gelijkluidende aanduiding, tenzij dat andere verzoek reeds op een der onder a tot en met e genoemde gronden moet worden afgewezel

5. De beslissing van hat centraal stem bureau op het verzoek wordt aal de gemachtigde gezonden. Van de beslissing wordt mededeling gedaan in de Nederlandse Steatscourant.

6. Het centraal stembureau schrapt de aanduiding in het register en doet hiervan mededeling in de Nederlandse Staatscourant, wanneer:

a. de politieke groepering heeft opgehouden te ~stean; b. de politieke groepering een verzoek daanoe heeft gedaan; c. de politieke groepering als vereniging bij onherroepelijke rechterlijk.

uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden; d. voor de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede

Kamer geen gebruik is gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in het tweede of derde lid van anikel H 3.

7. Op de veeniende dag voor de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, alsmede op de veenigste dag voor de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van provinciale staten of van de gemeenteraad, brengt het centraal stembursau de door hem geregistreerde aanduidingen van politieke groeperingen, voor zover de registratie daarvan onherroepelijk is, alsmede de namen van de gemachtigden en hun plaatsvervangers ter openbare kennis in de Nederlandse Steatscourant.

Artlkel G 2

1. Een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechts· bevoegdheid en waarvan de aanduiding niet reeds bij het centraal stambureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer is geregistnaerd, kan aan hat centreal stembureau voor de verkiezing van d leden van provinciale staten schriftelijk verzoeken de aanduiding waarm zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden. Verzoeken, ingediend na de drieiinveenigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling.

2. Voor de in hat eerste lid bedoelde registratie moet een waarborgso van vijfhonderd gulden worden betaald aan de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd. D8flene die de betaling heeft verricht, ontvangt een bewijs daarvan. Na inlevering van een geldige kandidetenlii voor de eerstkomende verkiezing na de beslissing op het verzoek word! hem de waarborgsom teruggegeven.

Staatsblad 1 989 423

Page 12: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

3. 8ij het verzoek worden overgelegd: 8. aen afschrift van de notariele akte waarin de statuten van de

vereniging zijn opgenomen; . b. een bewijs van inschrijving in het register. bedoeld in anikel 29.

eerste lid. van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; . c. het in het tweede lid bedoelde bewijs van betaling; d. een verklaring van de politieke groepering. houdende aanwijzing van

haar gemachtigde en plaatsvervangend gemachtigde bij het centraal stembureau. welke geldt zolang zij niet door een andere is vervangen.

4. Het centraal stembureau beslist slechts afwijzend op het verzoek. indien:

a. de aanduiding strijdig is met de openbare orde; b. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds

op de voet van dit anikel of anikel G 1 geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit anikel een registratieverzoek is ingediend. en daardoor verwarring te duchten is;

c. de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers; d. de aanduiding meer dan 35 letters of andere tekens bevat; e. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met die van een

rechtspersoon die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden;

f. het verzoek op dezelfde dag bij het centraal stembureau is ingekomen als een ander verzoek, strekkende tot inschrijving van een geheel of in hoofdzaak gelijkluidende aanduiding. tenzij dat andere verzoek reeds op een der onder a tot en met e genoemde gronden moet worden afgewezen.

5. De baslissing van het centraal stembureau op het verzoek wordt aan de gemachtigde gezonden. Van de beslissing wordt madadeling gedaan in de Nederlandsa Staatacourant.

6. Hat centraal stembureau schrapt de aanduiding in het register en doet hiervan mededeling in de Nedarlandse Staatscourant, wanneer: . a. de politieke groepering haeft opgehouden te bastaan;

b. de politieke groepering een verzoek daanoe heaft gedaan; c. de politieke groepering als vereniging bij onherroepelijke rechterlijke

uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden; d. voor de laatstgehouden verkiezing van de leden van provinciale

staten geen gebruik is gamaakt van de bevoegdheid, bedoeld in het tweede of derde lid van anikel H 3.

7. Op de veeniende dag voor de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van provinciale staten, alsmede op de veenigste dag voor de kandidaatatelling veor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad. brengt het cantraal stembureau de door hem geregistreerde aanduidingen van politieke groeperingen. voor zover de registratie daarvan onherroepelijk is, alsmede de namen van de gemachtigden en hun plaatsvervangers ter openbare kennis in de Nederlandse Staatscourant.

Artlkel G 3

1. Een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechts­bevoegdheid en waarvan de aanduiding niet reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer. onderscheidenlijk provinciale staten, is geregistreerd, kan aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeen­teraad schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden. Verzoeken, ingediend na de drieenveenigste dag voor de kandidaat­stelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling.

2. Voor de in het eerste lid bedoelde registratie moet een waarborgsom van tweehonderdvijftig gulden worden betaald aan de gemeente. Degene

Staatsblad 1989 423 1 1

Page 13: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

die de betaling heeft verricht. ontvangt een bewijs daarvan. Na inleveri"~ van een geldige kandidatenlijst voor de eerstkomende verkiezing na de beslissing op het verzoek wordt hem de waarborgsom teruggegeven.

3. 8ij het verzoek worden overgelegd: . . a. een afschrift van de notariele akte waarin de statuten van de

vereniging zijn opgenomen; b. een bewijs van inschrijving in het register. bedoeld in artikel 29.

eerste lid. van boek 2 van het 8urgerlijk Wetboek; c. het in het tweede lid bedoelde bewijs van betaling; d. een verklaring van de politieke groepering. houdende aanwijzing

van haar gemachtigde en plaatsvervangend gemachtigde bij het centra, stembureau. welke geldt zolang zij niet door een andere is vervangen.

4. Het centraal stembureau beschikt slechts afwijzend op het verzoek. indien:

a. de aanduiding strijdig is met de openbare orde; b. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds

op de voet van dit artikel of de artikelen G 1. onderscheidenlijk G 2. geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering. of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ingediend. en daardoor verwarring te duchten is;

c. de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers; d. de aanduiding meer dan 35 letters of andere tekens bevat; e. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met die van ee

rechtspersoon die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden;

f. het verzoek op dezelfde dag bij het centraal stembureau is ingekom. als een ander verzoek. strekkende tot inschrijving van een geheel of in hoofdzaak gelijkluidende aanduiding, tenzij dat andere verzoek reeds op een der onder a tot en mat e genoemde gronden moat worden afgeweze

5. De beslissing van hat centraal stembureau op het verzoek wordt a, de gemachtigde gezonden, alsmede ter open bare kennis gebracht op d. in de gemeente gebruikelijke wijze.

6. Het centraal stembureau schrapt de aanduiding in het register en brengt dit ter openbare kennis op de in de gemeente gebruikelijke wijze. wanneer:

a. de politieke groepering heeft opgehouden te bestaan; b. de politieke groepering een verzoek daartoe heeft gedaan; c. de politieke groepering als vereniging bij onherroepelijke

rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden; d. voor de laatstgehouden verkiezing van de leden van' de gemeentera,

geen gebruik is gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in het tweede of derde lid van artikel H 3.

Artikal G 4

1. Onverrninderd hat bepaalde in het tweede lid geldt een geregistreer, 8anduiding die overeenkomstig het bepaalde in het zevende lid lian artikel G 1 of G 2 ter openbare kennis is gebracht, tevens voor de verkiezing van de leden van provinciale staten en van de gemeenteraad. onderscheidenlijk voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraac

2. Het centraal stem bureau voor de verkiezing van de leden van provinciale staten, onderscheidenlijk de gemeenteraad. bepaalt. dat de . het eerste lid bedoelde doorwerking van de registratie voor die verkiezir niet plaatsvindt, indien de geregistreerde aanduiding geheel of in hoofdze overeenstemt mat een reeds op de voet van artikel G 2, onderscheidenl· artikel G 3, geregistreerde aanduiding van een andere politieke groeperir en daardoor verwarring te duchten is.

3. Een beslissing als bedoeld in het tweede lid wordt genomen uiterli op de veertiende dag na de dagtekening van de Nederlandse Staatscour; waarin de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel G 1, zevende lid, onderscheidenlijk artikel G 2, zevende lid, is gedaan. Een afschrift van c beslissing wordt terstond aan de gemachtigde van de desbetreffende groepering gezonden.

Staatsblad 1989 423

Page 14: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel G 5

1. In afwijking van artikel 9 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen wordt een beroepschrift ingevolge die wet tegen:

a. een beschikking als bedoeld in de artikelen G 1 en G 2 ingediend uiterlijk op de zesde dag na de dagtekening van de Nederlandse Staats· courant waarin de beschikking is opgenomen, dan wei na de dag waarop de beschikking geacht wordt te zijn geweigerd,

b. een beschikking als bedoeld in artikel G 3 ingediend uiterlijk op de zesde dag na de dagtekening van de openbare kennisgeving, bedoeld in het vijfde lid van dat artikel. dan wei na de dag waarop de beschikking geacht wordt te zijn geweigerd;

c. een beschikking als bedoeld in artikel G 4 ingediend uiterlijk op de zesde dag na de dag waarop het afschrift, bedoeld in het derde lid van dat artikel, is verzonden, dan wei na de dag waarop de beschikking geacht wordt te zijn geweigerd.

2. Ten aanzien van het beroepschrift blijven de artikelen 7, tweede lid, 1 1 en 12 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen en de artikelen 75 tot en met 77 en 105, tweede lid, laatste volzin, tot en met 119 van de Wet op de Raad van State buiten toepassing.

3. Artikel 0 9, tweede tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel G 6

1. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld betreffende het beta len van w8arborgsommen ten behoeve van de regis~ tratie.

2. Bij ministeriille regeling worden modellen vastgesteld voor de registers waarin de aanduidingen voor politieke groeperingen worden vermeld. de openbare kennisgBvingen inzake de geregistreerde aandui­dingen en de namen van de gemachtigden en hun plaatsvervangers, alsmede voor de bewijzen van betaling van de waarborgsom.

HOOFDSTUK H

De inlsvsring van de kandidstenlijsten

Artikel H 1

1. Op de dag van de kandidaatstelling kunnen bij de voorzitter van het hoofdstembureau of bij het door deze aan te wijzen lid van dat bureau, op de secretarie van de gemeente waar dit bureau is gevestigd, van negen tot vijftien uur, kandidatenlijsten worden ingeleverd. Ten minste drie weken voor de kandidaatstelling brengt de burgemeester van elke gemeente dit ter openbare kennis. .

2. Bij algemene maatregel ven bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de kandidatenlijsten, kosteloos, voor de kiezers verkrijgbaar zijn. Bij ministeriille regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.

Artlkel H 2

1. Bij een verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderschei- . denlijk provinciale staten van een provincie die uit meer dan eim kies­kring bestaat, kan, indien in aile kieskringen aan de verkiezing wordt deel­genomen met kandidatenlijsten waarop meer dan dertig namen van kan­didaten zijn geplaatst en waarvan behoudens ten hoogste de laatste vijl, de namen dezelfden zijn en in dezelfde volgorde zijn geplaatst. worden volstaan met inlevering bij een hoofdstembureau. Voor zover het kandi­datenlijsten betreft waarop aile kandidaten dezelfden zijn en in dezelfde volgorde zijn geplaatst, kan voor kandidatenlijsten van politieke groepe-

Staatsblad 19B9 423 13

Page 15: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

ringen wier aanduiding was geplaatst boyan aen kandidatenli:st waa"rye bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten. aen of meer zetels zijn toegekend worden volstaan met in levering van een lijst bij een hoofdstembureau, Het bepaalde in de vorige volzinnen is mede van toepassing ten aanzie! van samenvoeging van aanduidingen van twae of meer groeperingen.

2, De in het eerste lid bedoelde inlevering geschiedt bij het hoofdster bureau van kieskring 12 ('s-Gravenhage), indien het betreft een verkiez;, van de leden van de Tweede Kamer, en bij het hoofdstembureau van de kieskring waarin de gemeente is gelegen waar de vergadering van de staten wordt gehouden, indien het betreft een verkiezing van de leden v provinciale staten, Voor de toepassing van de artikelen H I I en I 10, tweede lid, wordt deze inlevering geacht te hebben plaatsgevonden in aile kieskringen,

Artikel H 3

1, De inlevering van de lijst geschiedt persoonlijk door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing, Indien de inleveraar niet als kiezer is geregistreerd in de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd, legt hij tevens over een verklaring van burgemeester en wethouders van de gemeente waar hij als kiezer is geregistreerd, dat hi,' bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing, De voorzitter van het hoofdstembureau of het door deze aangewezen lid van dat bureau kan verlangen dat de inleveraar van zijn identiteit doet blijken, De kandi­daten kunnen bij de inlevering aanwezig zijn,

2, Aan degene die de lijst inlevert, kan door de gemachtigde, bedoeh in het derde lid van de artikelen G 1, G 2 of G 3, de bevoegdheid word. verleend boven de lijst de aanduiding van de desbetreffende groeperin~ te plaatsen, zoals deze door hat centraal stembureau is geregistreerd, Een verklaring van de gemachtigde waaruit deze bevoegdheid blijkt, wordt bij de lijst overgelegd,

3, Degene die de lijst inlevert, is bevoegd !laarboven een aa"duiding plaatsen, gevormd door samenvoeging van voor de desbetreffende verkiezing geregistreerde aanduidingen of afkortingen daarvan, indien hem daartoe de bevoegdheid is verleend door de gemachtigden van de onderscheidene groeperingen, Een verklaring van de gemachtigden waaruit daze bevoegdheid blijkt, word! bij de lijst overgelegd, Een aldu! gevormde aanduiding mag niet meer dan 35 letters of andere tekens bevatten,

4, Degene die de lijst heeft ingeleverd, ontvangt van de voorzitter var het hoofdstembureau of van het door deze aangewezen lid van dat bureau aen bewijs dearvan.

5, Bij algemene meatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de verklaringen met betrekking tot het plaatsen van aanduidingen van politieke groeperingen boven kandidate lijstsn, kosteloos. verkrijgbsar zijn. Bij ministeriele regaling wordt vaor c formulieren een model vastgesteld,

Artikel H 4

1, Bij de lijst worden overgelegd ten minste tien schriftelijke verklarinf van kiezers dat zij de lijst ondersteunen, Op deze verklaringen worden c kandidaten op dezelfde wijze en in dezelfde volgorde vermeld als op de lijst.

2. Verklaringen van ondersteuning kunnen slechts worden afgelegd door personen die binnen de kieskring waarvoor die lijst geldt, als kieze zijn geregistreerd voor de desbetreffende verkiezing,

3. De kiezer die een verklaring van ondersteuning wenst af te leggen ondertekent binnen een termijn van zeven dagen voorafgaand aan de kendidaatstelling deze verklaring ter secretarie van de gemeente waar t als kiezer is geregistreerd, in 8anwezigheid van de burgemeester of eer

Staatsblad 1989 423

Page 16: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

door deze daartoe aangewezen ambtenaar. De kiezer geeft daarbij de burgemeester of de ambtenaar blijk van zijn identiteit.

4. De burgemeester of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar gaat onverwijld na of de ondertekenaar als kiezer in zijn gemeente is geregistreerd. Indien hem blijkt dat dit het geval is. tekent hij dit op de verklaring aan.

5. Een kiezer mag niet meer dan aan verklaring van ondersteuning ondertekenen.

6. Een overgelegde verklaring van ondersteuning kan niet worden ingetrokken.

7. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wsnneer de formulieren vaor de verklaringen van ondersteuning, kosteloos. voor de kiezers verkrijgbaar zijn. Bij ministeriele regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.

8. De in het eerste lid bedoelde verplichting geldt niet voor een kandidatenlijst van een politieke groepering. indien de aanduiding daarvan was geplaatst boven een kendidatenlijst waaraan bij de laatstge­houden verkiezing van de leden van het desbetreflende vertegenwoordi-. gend orgaan een of meer zetels zijn toegekend. Het bepaalde in de vorige valzin is made van toe passing ten aenzien van samenvoeging van aanduidingen van !Wee of meer groeperingen.

Artlkal H &

Op de lijst kunnen sen gemachtigde en desgewenst diens plaatsvervan­gers worden aangewezen. bevoegd tot het verbinden van de lijst met andere lijsten tot aen lijstencombinatie. Voorts worden op de lijst een of meer personen vermeld die bij verhindering van de inleveraar bevoegd zijn tot het herstel van verzuimen. bedoeld in artikel I 2 .

. Artlkal H 6

1. De namen van de kendidaten worden op de lijsten geplaatst in de volgorde waarin aan hen de voorkeur wordt gegeven.

2. Op dezelfde lijst mogen de namen van ten hoogste dertig kandi­daten worden geplaatst. Op dezelfde lijst van een politieke groepering wier aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegen­woordigend orgaan meer dan vijftien zetels zijn toegekend. mag een aantal namen worden geplaatst dat ten hoogste tweemaal het aantal zetels bedraagt. doch nimmer meer dan tachtig. Het bepaalde in de vorige valzin is van overeenkomstige toe passing ten aenzien van samen­vaeging van 8anduidingen van twas of meer groeperingen.

Artlkal H 7

1. De naam van een kandidaat mag niet voorkomen op aen lijst. indien de kendidaat tijdens de zittingsperiode van het orgaan waarvoor de verkiezing zal plaatshebben. niet de voor het zitting nemen in dat orgaan vereiste leeftijd zal bereiken.

2. De naam van eenzelfde kandidaat mag niet voorkomen op meer dan aan van de lijsten welke bij eenzelfde hoofdstembureau zijn ingeleverd.

3. Indien voor de verkiezing van de leden van provinciale staten of de gemeenteraad op sen lijst de naam voorkomt van sen kandidaat die geen ingezetene is van de provincie. onderscheidenlijk de gemeente. dient bij de lijst te worden overgelegd een door die kandidaat ondertekende verklaring. waaruit blijkt. dat hij voomemens is zich bij benoeming te vestigen in de provincie. onderscheidenlijk gemeente.

Staatsblad 19B9 423 15

Page 17: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikal H B

De wijze waarop kandidaten op de lijsl worden vermeld, word! geregele bij algemene maalregel van besluur,

Artikal H 9

1. Bij de lijs! wordt overgelegd een schriftelijke verklaring van iedere daarop voorkomende kandidaat dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op deze lijst.

2. Een overgelegde verklaring van instemming kan niet worden ingetrokken.

3. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de verklaringen van instemming, kosteloos. voor de kiezers verkrijgbaar zijn. Bij ministeriele regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.

4. Indien de kandidaat zich buiten Nederland bevindt, is de verklaring niet aan enig formulier gebonden en kan zij oak telegrafisch of per telex geschieden.

Artikal H 10

1. De kandidaat wiens woonplaats buiten Nederland is gelegen, wijst in de verklaring van instemming tevens een in Nederland wonende gemach­tigde aan met vermelding van diens naam, voorletters, woonplaats en adres. Indien de kandidaat voorkomt op mear dan 99n lijst, moet in iedere verklaring dezelfde gemachtigde worden aangewezen. Deze gemachtigde is met uitsluiting van de kandidaat bavoegd tot de handelingen, bedoeld in de artikelen V 2, earste, vierde an vijfda lid, en V 3, eerste an derde lid.

2. Da kandidaat is bevoegd de .overeenkomstig het eerste lid gegeven volmacht in te trekkan. Hij geaft hiarvan schriftalijk, talegrafisch of par talax kannis aan da voorzittar van het cantraal stambureau, zo nodig mat aanwijzing van ean niauwa gamachtigde. .

Artikal H 11

1. Kandidatanlijstan, ingalevard in varschillende kieskringen, waarop dezelfde kandidaten in galijk aantal en in dezelfde volgorde zijn geplaatst, vormen te zamen ean stal gelijkluidende lijsten.

2. Kandidatanlijstan, ingalavard in verschillende kieskringen, waarboven dazelfde aanduiding van aen politieke groapering is geplaatsl, vormen te zamen een lijstengroep. Hat bepsslde in de vorige volzin is made van toe­passing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twae of mel groeperingen.

Artikal H 12

1. Indien hat batreft da verkiezing van de ledan van de Twaede Kamer, moet voor alke lijstangroap, elk niat van ean groap deal uitmakend stel gelijkluidende lijsten en elke op zichzelf staande lijst ean waarborgsom van vijfentwintigduizend gulden worden bataald aan het Rijk.

2. De in het eerste lid bedoelde verplichting tot betaling geldt niet voor aen kandidatenlijst van een politieke groepering, indien de aanduiding . daarvan was geplaatst boven ean kandidatenlijst waaraan bij de laatstge­houden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer ean of meer zetels zijn toegekend. Het bapaalde in de varige volzin is mede van toepas.ing tan aanzien van samenvoaging van aanduidingen van twee of meer groaparingan.

Staatsblad 19B9 423 lE

Page 18: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

3. Degene die de in het eerste lid bedoelde betaling heeft verrieht. ontvangt voor elke kieskring een bewijs daaNan. Dit bewijs moet bij de indiening van de lijst worden ingeleverd.

4. Na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het eentraal stembureau wordt de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht, tenzij het stemeijfer van de lijstengroep, het niet van een groep deel uitmakende stel gelijkluidende lijsten of de op ziehzel! staande lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler, bedoeld in artikel P 5. In dat geval veNalt de waarborgsom aan het Rijk.

Artikel H 13

1. Indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten, moet voor elke lijstengroep, elk niet van een groep deel uitmakend stel gelijkluidende lijsten en elke op zichzelf staande lijst een waarborgsom van vijfentwintighonderd gulden worden betaald aan de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd.

2. De in het eerste lid bedoelde verplichting tot betaling geldt niet. voor een kandidatenlijst van een politieke groepering, indien de aanduiding daaNan was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstge· houden verkiezing van de leden van provinciale staten een of meer zetels zijn toegekend. Het bepaalde in de vorige volzin is mede van toe passing ten Benzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of maar groeperingen.

3. Degene die de in het eerste lid bedoelde betaling heeft verrieht. ontvangt voor elke kieskring een bewijs daaNan. Dit bewijs moet bij de indiening van de lijst worden ingeleverd.

4. Na de vastatelling van de uitslag van de verkiezing door het centraal stem bureau wordt de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht, tenzij het stemcijfer van de lijstengroep, het niet van een groep deel uitmakende stel gelijkluidende lijsten of de op ziehzel! s!aande lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler, bedoeld in artikel P 5. In dat geval veNa It de waarborgsom aan de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd.

Artikel H 14

1. Indien hat betreft de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, moet voor elke lijst een waarborgsom van vijfhonderd gulden worden betaald aan de gemeente.

2. De in het eerste lid bedoelde verplichting tot betaling geldt niet voor een kandidatenlijst van een politieke groepering, indien de aanduiding daaNan was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstge· houden verkiezing van de leden van de gemeenteraad een of meer zetels zijn toegekend. Het bepaalde in de vorige volzin is mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen.

3. Degene die de in het eerste lid bedoelde betaling heeft verricht, ontvangt een bewijs daarvan. Oil bewijs moet bij de indiening van de lijst worden overgelegd.

4. Na de vastatelling van de uitslag van de verkiezing door het centraal stem bureau wordt de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht, tenzij het stemcijfer van de lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler, bedoeld in artikel P 5. In dat geval verval! de waarborgsom aan de gemeente. .

Staatsblad 1989 423 17

Page 19: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel H 15

Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld betreffende het beta len van waarborgsommen ten behoeve van de kandidatenlijsten. Bij ministeriiile regeling worden voor de bewijzen van betaling van de waarborgsom modellen vastgesteld.

HOOFOSTUK I

Het onderzoek, de verbinding, de nummering en de openbaarmaking van de kandidatenlijsren

§ 1 Het onderzoek van de kandidatenlijsten

Artikell 1

1. Op de dag van de kandidaatstelling, om zestien uur, houdt het hoofdstemburBau een zining tot het onderzoeken van de kandidatenlijsten.

2. Het hoofdstembureau draagt er zorg voor dat het centraal stembureau op de dag na de kandidaatstelling afschriften van de ingeleverde kandida­tenlijsten ontvangt.

3. Indien gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid, bedoeld in artikel H 2, draagt het hoofdstembureau er zorg voor dat de overige hoofdstembureaus op de dag na de kandidaatstelling een afschrift van de kandidatenlijst ontvangen die voor de desbetreffende kieskring is ingeleverd.

ArtikellZ

1. Indien bij het onderzoek blijkt van een of meer van de volgende verzuimen, geeft het hoofdstemburBau onverwijld bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs kennis aan degene die delijst heeft ingeleverd:

a. dat, indien bij de lijst verldaringen van ondersteuning moeten worden overgelegd, niet ten minste tien verklaringen zijn overgelegd, waarbij niet meetellen de verklaringen die niet aan het bepaalde in artikel H 4, eerste lid, tweede volzin, en tweede lid, voldoen, de verklaringen waarop niet een aantekening als bedoeld in artikel H 4, vierde lid, voorkomt en de verklaringen van een kiezer die meer dan 99n verklaring heeft ondertekend;

b. dat, indien zich het geval voordoet, bedoeld in artikel H 7, derde lid, de verkiaring dat de kandidaat voomemens is zich bij benoeming te vestigen in de provincie, onderscheidenlijk gemeente, ontbreekt;

c. dat IIBn kandidaat niet is vermeld oversenkomstig het bepaalde krachtens artikel H 8;

d. dat ten aanzien van een kandidaat ontbrBekt de verklaring dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst;

e. dat, indien het een verkiazing van de leden van de Tweede Kamer betrBfl, ten aanzien van een kandidaat die buiten Nederland woonplaats heeft in zijn verklaring van instemming de aanwijzing van een gemachtigde ontbrBekt;

f. dat, indien ten behoeva van de lijst een waarborgsom moet worden betaald, het bewijs dat daze betaling is verricht, ontbreekt;

g. dat de lijst niet persoonlijk is ingeleverd door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de verkiazing;

h. dat, indien de lijst is ingeleverd door een kiezer die niet als zodanig is gerBgistrserd in de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd, deze kiazer niet heeft overgelegd een verklaring van burgemeester en wethouders van de gemeente waar hij i. geregistreerd, dat hij bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing;

Staatsblad 1989 423 18

Page 20: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

i. dat de verklaring, bedoeld in het tweede of derde lid van artikel H 3, ontbreekt.

2. Uiterlijk op de derde dag na de kandidaatstelling kan degene die de lijst heeft ingeleverd, het verzuim of de verzuimen, in de kennisgeving aangeduid, herstellen ter seeretarie van de gemeente waar het hoofd­stembureau is gevestigd, op de eerste en tweede dag van negen tot zeventien uur en op de derde dag van negen tot vijftien uur.

3. In het geval, bedoeld in het eerste lid onder g, kan een kiezer die tot het inleveren van de lijst bevoegd zou zijn geweest, door persoonlijke versehijning ter seeretarie zieh alsnog in de plaats van de onbevoegde inleveraar stellen; hij wordt dan geaeht de lijst persoonlijk te hebben ingeleverd. Het in de vorige volzin bepaalde vindt overeenkomstige toepassing, indien de verklaring, in het eerste lid onder h bedoeld, niet alsnog wordt overgelegd.

4. Bij verhindering of ontstentenis van degene die de lijst heelt ingeleverd, treedt in diens plaats een ingevolge artikel H 5, tweede volzin, op de lijst vermelde vervanger.

Artikel13

1. Onmiddellijk nadat de lijsten door het hoofdstembureau zijn onder­zoeht, worden deze en, indien vereist, de verklaringen van ondersteuning, door de voorziner ter seeretarie van de gemeente waar het hoofdstembu­reau is gevestigd, voor een ieder ter inzage gelegd.

2. Op de voet van artikel I 1, derde lid, toegezonden afsehriften van ingeleverde kandidatenlijsten worden ter seeretarie van de gemeente w8ar het hoofdstembureau is gevestigd ter inzage gelegd. zodra deze zijn ontvangen.

Artikel14

Op de derde dag na de kandidaatstelling beslist het hoofdstembureau in een openbare zining die om zeventien uur aanvangt, over de geldigheid van de lijsten en over het hand haven van de daarop voorkomende kandidaten, alsmede over het handhaven van de daarboven geplaatste aanduiding van een politieke groepering.

Artikell &

Ongeldig is de lijst: a. dia niet op de dag van de kandidaatstelling tussen negen en vijftien

uur bij de voorzitter van het hoofdstembureau of het door deze aangewezen lid is ingeleverd;

b. waarbij, indien ten behl)eve van de lijst een waarborgsom moet worden betaald, niet gevoegd is het bewijs dat deze betaling is verrieht;

e. waarbij, indien bij de lijst verklaringen van ondersteuning moeten worden overgelegd, niet ten minste tien geldige verklaringen zijn overge­legd;

d. die niet voldoet aan het bij ministeriele regeling vastgestelde model; e. die niet persoonlijk is ingeleverd door een kiezer, bevoegd tot

deelneming aan de verkiezing; f. waarbij, voor zover vereist, niet is overgelegd de verklaring van

burgemeester en wethouders dat de inleveraar als kiezer is geregistreerd in hun gemeente en bevoegd is aan de verkiezing deel te nemen; .

g. waarop door toepassing van artikel I 6 aile kandidaten zijn gesehrapt.

Staatsblad 1989 423 19

Page 21: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel16

,. Het hoofdstembureau schrapt. in de volgorde in dit lid aangewezen van de lijst de naam van de kandidaat:

a. die niet is vermeld overeenkomstig het bepaalde krachtens artikel H B;

b. van wie niet is overgelegd de verklaring dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst;

c. wiens woonplaats buiten Nederland is gelegen. indien de aanwijzing van een gemachtigde ontbreekt;

d. die tijdens de zittingsperiode van het orgaan waarvoor de verkiezin~ zal plaatshebben. niet de voor het zitting nemen in dat orgaan vereiste leeftijd bereikt;

e. die bij een verkiezing van de leden van provinciale staten of van de gemeenteraad geen ingezetene is van de provincie. onderscheidenlijk de gemeente. en ten aanzien van wie de verklaring dat hij voornemens is zie bij benoeminiJ te vestigen in de provincie. onderscheidenlijk gemeente. ontbreekt;

f. die heeft verklaard dat hij voornemens is zich bij benoeming te vestigen in de provincia, onderscheidenlijk gemeente. en ten aanzien van wie blijkt dat hij tevans een zodanige verklaring heeft afgelegd voor de verkiezing van de leden van de staten van een andere provincie. onder­scheidenlijk van de raad van een andere gemeente;

g. die tenzij het kandidatenlijsten betreft als bedoeld in artikel H 2. eerste lid. eerste volzin. voorkomt op meer dan aan van de bij het hoofd­stem bureau ingeleverde lijsten;

h. van wie een uittreksel uit het register van overlijden dan wei een afschrift van de akte van overlijden is overgelegd;

i. die op de lijst voorkomt na het ten hoogste toegelaten aantal. 2. Het hoofdstembureau schrapt. in de volgorde in dit lid aangewezen.

de aanduiding van een politieke groepering. indien: a. een daarop betrekking hebbende verklaring als bedoeld in het

tweede of derde lid van artikel H 3 ontbreekt; b. de aanduiding geplaatst is boven meer dan atln van de bij het

hoofdstembureau ingeleverde lijsten. 3. Indien de aanduiding van een politieke groepering niet in overeen­

stemming is met die waaronder zij is geregistreerd. brengt het hoofd­stembureau daze ambtshalve daarmee in overeenstemming.

Artlkel17

1. In afwijking van artikel 9 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen wordt aen beroepschrift ingevolge die wet tegen een beschikking als bedoeld in artikel I 4. ingediend uiterlijk op de viera. dag nadat de beschikking is gegeven of geacht word! te zijn geweigerd. Onverminderd het bepaalde in artikel 7. eerste lid. van die wet kan het beroep worden ingesteld door iedere kiezer.

2. Ten aanzien van het beroepschrift blijven de artikelen 7. tweede lid. , 1 en 12 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkinge' en de artikelen,75 tot en met 77 en 105. tweede lid.laatste volzin. tot en met 119 van de Wet op de Raad van State buiten toepassing.

3. Artikel 0 9. tweede tot en met vierde lid. is van overeenkomstige toepassing.

4. De Afdeling rechtspraak van de Raad van State doet uitspraak uiterlijk op de zesde dag nadat het beroepschrift is ontvangen.

5. Indien de uitspraak van de Afdeling strekt tot gehele of gedeeltelijk, vernietiging van een beschikking als bedoeld in artikel I 4. voorziet de Afdeling in de zaak.

6. De voorzitter van de Afdeling stelt degene die het beroep heeft ingesteld en de voorzitter van het hoofdstembureau onverwijld in kennis van de uitspraak van de Afdeling en. indien het vijfde lid van toepassing is. van de getroffen voorziening.

Staatsblad '9B9 423 2

Page 22: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel18

1. Indien beroep is ingesteld tegen een beschikking waarbij het hoofdstembureau een lijst ongaldig heelt verklaard of de naam van een kandidaat dan wei de aanduiding van een politieke groepering 'heelt geschrapt op grond van een of meer van de verzuimen, vermeld in artikel I 2, eerste lid, zonder dat het hoofdstembureau tevoren overeenkomstig het in dat artikel bepaalde kennis heelt gegeven van het bestaan daarvan aan degene die de lijst heelt ingeleverd, kan deze het verzuim of de verzuimen alsnog herstellen ter secretarie van de Raad van State. Artikel I 2, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

2. Indien een verzuim overeenkomstig het eerste lid is hersteld, houdt de Afdeling rechtspraak van de Raad van State bij haar uitspraak daarmee rekening.

Artikel19

1. Zodra de termijn, bedoeld in artikel I 7, eerste lid, is verstreken zonder dat beroep is ingesteld, of in geval van beroep, zodra aan het zesde lid van artikel I 7 toepassing is gegeven, deelt de voorzitter van het hoofdstembureau onverwijld aan het centraal stembureau mede, welke geldige lijsten zijn ingeleverd. Hij geelt daarbij aan welke wijzigingen daarin zijn aangebracht na de dag van de kandidaatstelling. Indien gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid, bedoeld in artikel H 2, eerste lid, vindt eenzelfde mededeling plaats aan de overige hoofdstem­bureaus.

2. Indien het betrelt de verkiezing van de leden van de gemeenteraad of van provinciale staten van een provincie die Ben kieskring vormt, kan de mededeling aan het centraal stembureau achterwege blijven. Voor de toepassing van artikel I 17, eerste lid, word! zij geacht onverwijld te zijn gedaan.

3. Bij ministeriele regeling wordt voor deze mededeling een model . vastgesteld.

§ 2 De verbinding van kendidatenlijsten tot een lijstencombinatie

Artikel110

,. Op de dag van de kendidaatstelling, tussen negen en zeventien uur, kunnen kandidatenlijsten van verschillende politieke groeperingen tot een lijstencombinatie worden verbonden door in levering bij het centraal stem bureau van een daartoe strekkende schriftelijke gemeenschappelijke verklaring van de op de lijsten vermelde gemachtigden.

2. Zodanige verbinding ken slechts worden aangebracht: a. tussen politieke groeperingen waarvan de aanduiding ten behoeve

van de desbetreflende verkiezing is geregistreerd en die in aile kieskringen een lijst hebben ingediend,

b. indien de combinatie betrekking heelt op aile in de onderscheidene kieskringen vanwege een groepering ingediende lijsten en

c. indien de combinatie in aile kieskringen geschiedt met dezelfde groepering of groeperingen.

3. Het bepaalde in het tweede lid, aanhef en onder a, is mede van toe passing ten asnzien van samenvoeging van aanduidingen van twae of meer groeperingen, indien de aldus gevormde aanduiding voorkomt op' aile vanwege die groeperingen ingediende lijsten.

4. 8ij ministeriele regeling word! voor de in het eerste lid bedoelde verklaring een model vastgesteld.

Staatsblad 1989 423 21

Page 23: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel I 11

Het centraal stembureau beslist over de geldigheid van de lijstencom. binaties in de zining, bedoeld in artikel I 12.

§ 3 De nummering van de kandidatenlijsten

Artikel112

Dp de tweede dag na de kandidaatstelling nummert het centraal stembureau in een openbare zining de kandidatenlijsten.

Artikel113

Bij de nummering gelden de lijstengroepen alsmede de niet van een groep deel uitmakende stellen gelijkluidende lijsten als aan lijst.

Artikell 14

1. Eerst wor.den genummerd de lijsten van politieke groeperingen wier aanduiding was geplaatst boven aen kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegen· woordigend orgaan een of maer zetels zijn toegekend. Aan deze lijsten worden de nummers 1 en volgende toegekend in de volgorde van de bij die verkiezing op de desbetreffende lijsten uitgebrachte aantallen stemmen, met dien verstande dat aan de lijst van de groepering met het hoogste aantal stemmen het nummer 1 'wordt toegekend. Bij gelijkheid van het aantal beslist het lot. Het bepaalde in de vorige volzinnen is van overeenkomstige toepassing ten Bsnzien van samenvOeging van aandui­dingen van twee of maer groeperingen.

2. VeNolgens worden, met de nummers volgende op het laatste krachtens het aerste lid toegekende nummer, genummerd de overige lijstengroepen en stellen gelijkluidende lijsten waaNan in aile kieskringen een lijst is ingeleverd, in de volgorde door het lot aangewezen.

3. Daarna worden, met de nummers volgende op het laatste krachtens het tweede lid toegekende nummer, genummerd de overige lijstengroeper en stellen gelijkluidende lijsten in de volgorde van het aantal kieskringen waar aen daartoe behorende lijst is ingeleverd, met dien verstande, dat het eerstvolgende nummer wordt toegekend aan de lijstengroep of het stel gelijkluidende lijsten waaNan een lijst is ingeleverd in' de meeste kieskringen. Bij een gelijk aantal kieskringen beslist het lot.

4. Ten slone worden ten aanzien van iedere kieskring aan de op zichzelf staande lijsten bij loting toegekend de nummers die nog niet in enige kieskring aan aen andere lijst zijn toegekend.

Artlkell 16

1. Dnmiddellijk nadat de nummering haeft plaatsgevonden, brengt de voorzitter van het centresl stembursau ter openbare kennis walk nummer aan de onderscheidene lijsten is toegekend.

2. Indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, geschiedt de kennisgeving in de Nederlandse Staatscourant.

3. Indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten of de gemeenteraad, geschiedt de kennisgeving op de in de provincie, onderscheidenlijk de gemeente, gebruikelijke wijze.

Artikell 16

Een beslissing tot ongeldigverklaring van een kandidatenlijst heeft geen gevolg ten aanzien van de nummers, toegekend aan de overige kandida· tenlijsten.

Staatsblad 1989 423 2:

Page 24: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

§ 4 De openbaarmaking van de kandidatenlijsten

Artikell "

1. Nadat van aile hoofdstembureaus de in a"ikel I 9, eerste lid, eerste volzin, bedoelde mededeling is ontvangen, maakt de voorzitter van het centraal stembureau de lijsten zo spoedig mogelijk openbaar. Daarbij vermeldt hij tevens welke lijsten tot een lijstencombinatie zijn verbonden.

2. De openbaarmaking geschiedt: indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer,

door plaatsing van de lijsten naar de kieskringen gerangschikt en met vermelding van hun nummers en. in voorkomend gavsl, de 8anduidingen van de politieke groeperingen in de Nederlandse Staatscourant;

indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten of de gemeenteraad. door de van de nummers en, in voorkomend geval, de aanduidingen van de politieke groeperingen voorziene lijsten ter secretarie van de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd, onderschei­denlijk ter secretarie van de gemeente, voor een ieder ter inzage te leggen. Van de terinzagelegging geschiedt tegelijk openbare kennisgeving door de voorzitter van het centraal stembureau.

§ 5 Siotbepaling

Artlkel118

1. Van de in de a"ikelen I 1. I 4 en I 12 bedoelde zittingen wordt proces-verbaal opgemaakt. Het proces-verbaal wordt voor een ieder ter inzage gelegd.

2. De bij de in de a"ikelen I 4 en I 12 bedoelde zittingen aanwezige kiezers kunnen bezwaren inbrengen. Van deze bezwaren wordt in het procas-verbaal melding gemeakt.

3'. 8ij algemene maatregel van bestuur worden geregeld: a. de plaats waar de processen-verbaal ter in.zage worden gelegd; b. de bekendmaking van hat tijdstip en de plaats van de zitting,

bedoeld in a"ikel I 4 onderscheidenlijk I 12. 4. Bij ministeriiile regeling worden voor de processen-verbaal modellen

vastgesteld.

HDOFDSTUKJ

De stemming

§ 1 Aigemene bepalingen

Artlkel J 1

1. De stemming vindt plaats op de drieiinvee"igste dag na de kandi­daatstelling. Indien de drieiinvee"igste dag na de kandidaatstelling 4 mei of de dag voor Hemelvaa"sdag is, vindt de stemming plaats op de tweeiinvee"igste dag. Indien de drieiinvee"igste dag na de kandidaat­stelling 5 of 6 mei en tevens de dag voor Hemelvaa"sdag is, vindt de stemming plaats op de vijftigste dag.

2. De stemming vangt Ban om acht uur en duurt tot negentien uur.

Artlkel J 2

De stemming geschiedt in elke kieskring over de kandidaten wier namen voorkomen op de voor die kieskring geldig verklaarde kandidaten­lijsten.

Artlkel J 3

Behoudens in de gevallen, genoemd in de hoofdstukken K. Len M, neemt de kiezer aan de stemming deel in de gemeente waar hij op de dag van de kandidaatstelling als kiezer is geregistreerd.

Staatsblad 1989 423 23

Page 25: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel J 4

1. 8urgemeester en wethouders wijzen voor elk stemdistrict een geschikt stemlokeal aan. 8ij algemene maatregel van bestuur kunnen " hieromtrent nadere regels worden gesteld.

2. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat zoveel mogelijk stemlokalen zodanig zijn gelegen en ingerichr. dat zij geschikt zijn voor kiezers met lichamelijke gebreken. De burgemeester brengt de adressen van deze stemlokalen ter openbare kennis onder vermelding var de mogelijkheid aldaar met toepassing van het bepaalde in hoofdstuk K de stem uit te brengen.

3. Op verzoek van burgemeester en wethouders stellen de besturen van bijzondere scholen de daarvoor in aanmerking komendelokalen en het zich daarin bevindende materiaal voor de inrichting en het gebruik als stemlokaal beschikbaar, desgewenst tegen vergoeding van de daaruit voortvloeiende onkosten.

4. De burgemeester draagt zorg voor de inrichting van het stemlokaal en wijst zo nodig personen aan die het stembureau ten dienste worden· gesteld.

Artlkel J &

De kiezer stemt in het stemlokeal van het voor hem aangewezen stemdistrict.

Artlkel J 6

De gemeenteraad ken bepalen dat tegelijk met de stemming in het stemlokaal ean andere, door de gemeanteraad uitgeschreven, stemming plaatsvindt. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven met"het oog op de combinatie van de stemmingen

§ 2 De oproeping voor de stemming

Artlkal J 7

Ten minste veertien dagen voor de stemming ontvangt elke kiezer die bevoegd is aan de stemming deel te nemen, van de burgemeester van de gemeente waar hij op de dag van de kendidaatstelling als kiezer is geregistreard, een oproepingskaart. Bij ministeriiile regeling wordt voor de oproepingskaart een model vastgesteld.

ArtlkaJ.J 8

Aan de tot deelneming aan de stemming bevoegde kiezer wiens oproepingskeart in het ongerede is geraakt of die geen kaart heeft ontvangen, wordt op zijn aanvraag door of vanwege de burgemeester eel nieuwe oproepingskeart uitgereikt, mits hij voldoende van zijn identiteit doet blijken. Ook het stembureau is tot die uitreiking bevoegd.

Artlkel J 9

De burgemeester brengt de kandidatenlijsten ter kennis van de kiezers op bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen wijze.

Artlkal J 10

ledere werkgever is verplicht te zorgen dat iedere kiezer die bij hem in dienstbetrekking is, de gelegenheid krijgt zijn stem uit te brengen voor zover dit niet ken geschieden buiten de vastgestelde arbeidstijd en mits de kiezer daardoor niet mear dan twee uur verhinderd is zijn arbeid te verrichten. .

Staatsblad 1989 423 2'

Page 26: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

r § 3 Het stem bureau

Artikel J 11

,. De voorzitter en de leden van het stem bureau, alsmede de personen die het stembureau ten dienste staan, kunnen, indien zij kiesge­rechtigd zijn voor het orgaan waarvOOr de verkiezing wordt gehouden, naar keuze bij dit stembureau of bij het stembureau van het voor hen aangewezen stemdistrict aBn de stemming deelnemen.

2. Indien zij behoren tot een ander stemdistrict, wordt van het uitbrengen van hun stem melding gemaakt in het proces-verbaal.

Artikel J 12

,. Gedurende de zitting zijn steeds de voorzitter en twee leden van het stembureau aanwezig.

2. Het stembureau bepaalt wie als tweede en derde lid van het stembureau optreden.

3. 8ij ontstentenis van de voorzitter treedt het tweede lid en bij diens onstentenis het derde lid als voorzitter op.

4. Bij ontstentenis van Ben lid treedt een door of vanwege burgemeester en wethouders aan te wijzen plaatsvervangend lid op.

5. Indien geen plaatsvervangend lid beschikbaar is, verzoekt de voorzitter Ben van de in het stemlokaal aanwezige kiezers die hij daartoe geschikt acht, als zodanig op te treden totdat dit wei het het geval is.

6. Van de wisselingen in de samenstelling van het stembureau wordt in het proces-verbaal aantekening gehouden met opgave van de tijd van de vervanging.

Artikel J 13

Indien bij het nemen van een beslissing door het stembureau de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

Artikel J 14

De leden van het stem bureau geven tijdens de uitoefening van hun functie geen blijk van hun politieke gezindheid.

§ 4 De inrichting van het stemlokaal

Artikel J 16

Het stemlokaal is zodanig ingericht dat het stemgeheim is gewasrborgd.

Artikel J 16

,. In hat stemlokaal zijn geplaatst Ben tafel voor het stemburesu, Ben stem bus en Ben of meer stemhokjes.

2. Oe toegang tot de stemhokjes moet zichtbsar zijn voor het publiek. 3. In ieder stemhokje bevindt zich een handleiding voor de kiezer. Bij

ministeriiile regeling wordt voor de handleiding een model vastgesteld. 4. De tafel voor het stembureau is zo geplaatst dat de kiezers de

verrichtingen van het stembureau kunnen gadeslaan.

Artikel J 17

,. Dp de tafel voor het stem bureau ligt een uittnskael uit de gemeentelijke bevolkingsadministratie, bevattende Ben genummerde opgave van de kiezers die in het stemdistrict bevoegd zijn aan de stemming deel te nemen. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke gegevens deze opgave bevat.

Staatsblad , 989 423 25

Page 27: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

2. leder stembureau beschikt over de wettelijke voorschrifter. die op de stemming betrekking hebben.

Artlkel J 18

1. De stembus. vervaardigd volgens bij algemene maatregel van bestuur te geven voorschriften. staat bij de tafel. binnen het bereik van het lid van het stembure~u dat belast is met de in artikel J 26. derde lid. bedoelde taak.

2. Tijdig voor de aanvang van de stemming sluit het stembureau de stembus. na zich ervan overtuigd te hebben dat zij leeg is.

Artlkel J 19

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de inrichting van het stemlokaal.

§ 5 De stembiljetten

Artlkel J 20

1. Op het bij de verkiezing te bezigen stembiljet zijn aan de ene zijde gedrukt de lijsten van kandidaten over wie de stemming moet geschieden. zoals deze ter kennis van de kiezers worden gebracht. en aan de andere zijde de handtekening yen de voorziner van het hoofdstembureau. Aan de zijde waar de handtekening van de voorziner van het hoofdstembureau is gedrukt. kunnen voorts worden gedrukt de naam van het vertegenwoordi­gend orgaan W8arvoor de verkiezing geldt. alsmede een aanduiding van de kieskring.

2. Bij ministeriiile regeling wordt voor het stembiljet een model . vastgesteld_

Artlkel J 21

1. De burgemeester van de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd. draagt zorg dat de stembiljetten alsmede de formulieren voor

.de processen-verbaal voor aile tot de kieskring behorende gemeenten tijdig in gensedheid worden gebracht.

2. Hij zendt in een of meer verzegelde pakken aan de burgemeester van elke tot de kieskring behorende gemeente tijdig de benodigde stembiljetten en formulieren voor de procesen-verbaal. Op elk pak wordt het aantal zich daarin bevindende stembiljetten of formulieren vermeld.

3_ De kosten van het vervaardigen en toezenden van de stembiljetten en de formulieren worden naar evenredigheid over de gemeenten verdeeld.

Artlkel J 22

1. De burgemeester draagt zorg dat voor de aanvang van de stemming bij elk stembureau in zijn gemeente de benodigde stembiljetten en formulieren voor de processen-verbaal aanwezig zijn.

2. De stembiljetten worden aan het stembureau ter beschikking gesteld in een of meer verzegelde pakken. op elk waarvan het aantal zich daarin bevindende stembiljetten is vermeld.

Artlkel J 23

Het stembureau opent tijdig voor de &anvang van de stemming de pakken met stembiljetten en stelt het aantal biljetten vast.

Staatsblad 1989 423 26

Page 28: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

§ 6 Het uitbrengen van de stem

Artikel J 24

,. Tot de stemming wordt slechts toegelaten degene die bevoegd is aan de verkiezing deel te nemen, veor zover hij in het bezit is van de hem toegezonden of ingevolge artikel J 8 uitgereikte oproepingskaan, dan wei een kiezerspas of een volmachtbewijs.

2. De voorzitter van het stembureau kan, alvorens iemand tot de stemming toe te laten, verlangen dat hij van zijn identiteit doet blijken.

Artikel J 25

,. De kiezer overhandigt aan de voorzitter van het stembureau de oproepingskaart.

2. De voorzitter noemt duidelijk verstaanbaar het nummer waaronder de kiezer volgens de oproepingskaart in het uittreksel uit de gemeentelijke bevolkingsadministratie voorkomt.

3. Het tweede lid van het stem bureau noemt de naam die in het uittreksel uit de gemeentelijke bevolkingsadministratie bij het door de voorzitter genoemde nummer is vermeld. De voorzitter controleert de naam aan de hand van de oproepingskaart.

4. Het tweede lid van het stem bureau houdt. door in het uittreksel uit de gemeentelijke bevolkingsadministratie naast de naam van de kiezer zijn paraaf te plaatsen, aantekening dat deze zich heeft aangemeld.

5. Vervolgens overhandigt de voorzitter aan de kiezer een stembiljet. 6. De voorzitter houdt aantekening van het aantal uitgereikte stembil­

jetten.

Artikel J 26

,. De kiezer gaat na ontvangst van het stembiljet naar een stemhokje en stemt aldaar door een wit stipje, geplaatst in het stemvak veer de naam van de kandidaat van zijn keuze, rood te maken.

2. Hij vouwt vervolgens het stembiljet dicht en gaat daarmee naar het stem bureau.

3. Het derde lid van het stembureau ziet erop toe, dat de kiezer het stembiljet in de stem bus steekt.

Artlkel J 27

,. Indien een kiezer zich bij de invulling van zijn stembiljet vergist. geeft hij dit aan de voorzitter terug. Deze verstrekt hem op zijn verzoek eenmaal een nieuw biljet.

2. De teruggegeven stembiljetten worden door de voorzitter onmiddellijk onbruikbaar gemaakt op bij algemene maatregel van bestuur te regelen wijze.

Artikel J 2B

Wanneer aan het stembureau blijkt dat een kiezer wegens zijn lichame­lijke gesteldheid hulp behoeft, staat het toe dat deze zich laat bijstaan.

Artlkel J 29

Indien Ben kiezer weigert het stembiljet in de bus te steken, houdt de voorzitter daarvan aantekening. Indien een stembiljet wordt teruggegeven, word! dit door de voorzitter onmiddellijk onbruikbaar gemaakt op bij algemene maatregel van bestuur te regelen wijze.

Staatsblad '989 423 27

Page 29: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel J 30

Zodra de voor de stemming bepaalde tijd verstreken is. wordt dit doqr de voorzitter aangekondigd en worden aileen de op dat ogenblik in het stemlokaal of bij de ingang daarvan aanwezige kiezers nog tot de stemming toegelaten.

Artikel J 31

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de gang van zaken bij de stemming.

§ 7 Het stemmen anders dan door middel van stembiljetten

Artikel J 32

Bij de daanoe door de read of krachtens diens machtiging door burgemeester en wethouders aangewezen stembureaus kan op and"ere wijze dan door middel van stembiljenen worden gestemd. De bepalingen van deze wet die betrekking hebben op het gebruik van stembiljenen. blijven dan buiten toapassing.

Artikel J 33

,. Het stemmen anders dan door mid de! van stembiljenen vindt aileen plaats. indien daarbij overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur gestelde nadere regels een door Onze Minister van Binnenlandse Zaken goedgekeurde techniek wordt gebezigd.

2. Asn een techniek als vorenbedoeld wordt aileen dan goedkeuring verleend. indien deze tenminste aan de volgende eisen voldoet:

a. het geheime karakter van de stemming moet zijn gewaarborgd. ook indien de kiezer geen keuze wenst te maken;

b. de te bezigen apparatuur dient van degelijke makelij te zijn en moet door de kiezer op eenvoudige wijze en zonder gevaar voor storingen of onvolkomen werking kunnen worden bediend;

c. de kendidatenlijsten. het aan elke lijst toegekende nummer en de aanduiding van de politieke groapering. moaten op duidelijke wijze kunnen worden vermeld;

d. de kiezer moat zijn stem slechts eenmaal kunnen uit~rengen en moet de gelegenheid hebben een gemaakte vergissing te herstellen.

3. Asn de goedkeuring kunnen voorschriften worden verbonden. 4. Van de goadkeuring wordt mededeling gedaan in de Nederlandse

Staats courant.

Artikel J 34

,. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld _ betreffende het stemmen anders dan door middel van stembiljenen. Deze regels worden zoveel mogelijk vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van deze wet betreffende het stemmen door middel van stembiljenen.

2. Eenwijziging van de algemene maatregel van bestuur. bedoeld in het eerste lid. treedt niet eerder in werking dan twee maanden na de datum VBn uitgifte van het Staatsblad waarin zij is geplaatst. Van de " plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.

§ 8 De orde in het stemlokeal

Artikel J 36

,. Gedurende de tijd dat het stem bureau zining houdt. zijn de kiezers bevoagd in het stemlokeal te venoeven. voor zover de orde daardoor niet wordt verstoord en de voongang van de zining niet wordt belemmerd.

Staatsblad '989 423 28

Page 30: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

2. De in hat stemlokaal aanwezige kiezers kunnen bezwaren inbrengen. indien de stemming niet overeenkomstig de wet geschiedt.

3. De bezwaren worden in het proces-verbaal van de zining van het stem bureau vermeld.

Artikal J 36

In het stemlokaal worden geen activiteiten ontplooid die erop gericht zijn de kiezers in hun keuze te beinvloeden.

Artikel J 37

De voorziner is belast met de hand having van de orde tijdens de zining. Hij kan daartoe de burgemeester om bijstand verzoeken.

Artikal J 36

1. ,Indien zich naar het oordeel van het stembureau omstandigheden voordoen in of bij het stemlokaal die de behoorlijke voortgang van de zining onmogelijk maken, wordt dit door de voorziner verklaard. De zining wordt daarop geschorst. De voorziner doet hiervan terstond mededeling aan de burgemeester. De burgemeester bepaalt vervolgens wanneer en waar de zining wordt hervat.

2. Bij algemene maatregel van bestuur worden hieromtrent nadere regels gesteld.

HOOFDSTUK K

Her stammen in sen stembUf'fIBU nBBr keuze vBn de kiszer

Artikal K 1

Asn de kiezer wordt overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk op zijn verzoak toagestaan binnen het gebied van het orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, aan de stemming deel te nemen in een stem bureau van zijn keuze.

Artikal K 2

Het in artikel K 1 bepaalde geldt niet voor de kiezer aan wie op zijn verzoek is toegestaan bij volmacht of per brief te stemmen.

Artikal K 3

1. De kieler die van de in artikel K 1 bedoelde gelegenheid wenst gebruik te maken, doet overeenkomstig het bepaalde in artikel K 6 schriftelijk, of overeenkomstig het bepaalde in artikel K 10 mondeling, he' verzoek daartoe aan de burgemeester van de gemeente waar hij op de dag van de kandidaatstelling als kiezer is geregistreerd.

2. De burgemeester brangt op de dag van de ksndidaatstelling ter openbare kennis dat uiterlijk op de in artikel K 6, eerste lid, bedoelde dag schriftelijk, en binnen de in artikel K 10, eerste lid, bedoelde termijn mondeling, een verzoak als in het eerste lid bedoald kan worden gedaan.

Artikal K4

1. Asn de kiezer wordt als bewijs dat aan zijn verzoak is voldaan een verklaring verstrakt, genaamd kiezerspas.

2. De kiezer aan wie een' kiezerspas is verstrekt, kan uitsluitend met deze pas aan de verkiezing deelnemen.

3. Aan de kiezer wiens kiezerspas in het ongerade is geraakt, wordt geen nieuwe verstrakt.

Staatsblad 1989 423 29

Page 31: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel K 5

Bij de naam van de kiezer aan wie een kiezerspas is verstrekt, wordt in het in artikel J 17, eerste lid, bedoelde uinreksel de aantekening «pas. geplaatst.

Artikel K 6

1. Een schriftelijk verzoek aan de burgemeester als bedoeld in artikel K 3, eerste lid, kan worden gedaan uiterlijk op de veertiende dag voor de stemming. Indien de kiezer reeds een oproepingskaart heeft ontvangen, voegt hij deze bij het verzoek.

2. Voor het verzoek wordt gebruik gemaakt van een formulier dat ter secretarie van elke gemeente kosteloos verkrijgbaar is.

3. Bij ministeriiile regeling wordt voor het formulier een model vastge­steld.

Artikel K 7

De kiezer die zijn werkelijke woonplaats buiten Nederland heeft, dient, indien hij in een stembureau van zijn keuze wenst te stemmen, gelijktijdig met het registratieverzoek, bedoeld in artikel 03, daartoe een schriftelijk verzoek in bij de burgemeester van 's-Gravenhage. Voor het verzoek­sch'rift wordt gebruik gemaakt van een formulier dat is opgenomen in he: in artikel 03, negende lid, bedoelde formulier,

Artikel K 8

1. Zo spoedig mogelijk na ontvangst van het verzoek wordt door de burgemeester of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar een beslissing genomen.

2. Het verzoek wordt slechts afgewezen, indien de verzoeker op de dag van de kandidaatstelling niet als kiezer is geregistreerd, hem overeen­komstig paragraaf 2 van hoofdstuk L is toegestaan bij volmacht te stemmen, of hem is toegestaan per brief te stemmen.

3. Indien het verzoek niet in verdere behandeling kan worden genomen of moet worden afgewezen, word! de reden hiervan op het verzoekschrift vermeld, waarna dit onverwijld aan de verzoeker wordt teruggezonden.

4. Op aen beroepschrift ingevolge de Wet administratieve r8chtspraak overheidsbeschikkingen tegen een beschikkinl .. als bedoeld in dit artikel is artikel 0 9 van overeenkomstige toepassing.

Artlkel K 9

De beslissing tot inwilliging van het verzoek word! vermeld op de oproepingskaart van de verzoeker met gebruikmaking van het op die kaar daartoe voorkomend formulier.

Artikel K 10

1. Een mondeling verzoek als bedoeld in artikel K 3, eerste lid, kan geschieden na ontvangst van de oproepingskaart, doch uiterlijk op de vijfde dag vaor de stemming, door de kiezer in parsoon tar secretarie van de gemaente waar hij op de dag van de kandidaatstelling als kiezer is geregistraard.

2. De kiezer legt bij het verzoek de hem ingevolge artikel J 7 toege­zonden of ingevolge artikel J B uitgereikte oproepingskaart over.

3. Op een verzoek als in het aerste lid bedoeld, wordt door de burge­meester of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar terstondeen beslissing genomen.

4. Het verzoek word! slechts afgewean, indien de verzoeker op de dal van de kandidaatstelling niet als kiezer is geregistreerd, hem overeen-

Staatsblad 1989 423 3C

Page 32: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

komstig paragraa! 2 van hoofdstuk L is toegestaan bij volmacht te stammen of hem is toege8t88" per brief te stammen.

5. De beslissing tot inwilliging van het verzoek wordt op de oproepings kaart vermeld met gebruikmaking van het op die kaart daartoe voorkomen, formulier.

Artikal K 11

1. 8ij de stemming overhandigt de kiezer de kiezerspas aan de voorzitter van het stembureau.

2. Het tweede lid van het stembureau houdt door op de kiezerspas zij· paraa! te plaatsen aantekening dat de kiezer zich heeft aangemeld.

HOOFDSTUK L

Hat stamman bij vo/macht

§ 1 Aigemene bepalingen

Artikal L 1

De kie.er die verwacht niet in staat te zullen zijn in persoon aan de stemming deal te nemen, kan overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk bij volmacht stemmen.

Artikal L2

1. Een volmacht kan worden verleend hetzij op een schriftelijke aanvraag oveneenkomstig het bepaalde in paragraaf 2, hetzij door overdracht van de oproepingskaart overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3 van dit hoofdstuk.

2. Een schriftelijke aanvraag om bij volmacht te stemmen kan niet worden ingediend door de kiezer aan wie is tOOg88t08" in een stemburesl van zijn keuze of per brief te stemmen.

Artikal L 3

De gemachtigde kan een volmachtstem uitsluitend tegelijk met zijn eigen stem uitbrengen.

Artikal L4

Een kiezer mag niet meer dan twee aanwijzingen al. gemachtigde aanneman.

Artikal L 6

1. De volmachtgever i. niet bevoegd een eenmaal verleende volmacht in te trekkan of na het verlenen van volmacht in peraoon aan de stemmin! deel te nemen.

2. Een stem, uitgebracht door een volmachtgever in strijd met het bepaalde in hat eerate lid, wordt niettemin geacht geldig te zijn uitgebracht

3. Een schriftelijke aanvrage om bij volmacht te stemmen kan worden ingetrokken, .olang daarop niet i. beslist.

Artikal L 6

1. Asn de gemachtigde wordt ten bewijze yen zijn bevoegdheid een verklaring verstrekt, genaamd volmachtbewij •.

2. Asn de gemachtigde wiens volmachtbewij. in het ongerede is geraakt, word! geen nieuw veratrekt.

Staatsblad 1989 423 3·

Page 33: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

§ 2 De schriftelijke aanvraag am bij volmacht te stemmen

Artikel L 7

De burgemeester brengt op de dag van de kandidaatstelling ter 'openbare kennis, dat uiterlijk op de veertiende dag voor de stemming voor de kiezers gelegenheid bestaat het in artikel L B bedoelde verzoek­schrift in te dienen.

Artikel L 8

1. De kiezer die bij volmacht wenst te stemmen, dient uiterlijk op de veertiende deg vaor de stemming daartoe aen verzoekschrift in bij de burgemeester van de gemeente waar hij op de dag van de kandidaat­stelling als kiezer is geregistreerd. Voor dit verzoekschrift word! gebruik gemaakt van een formulier, dat ter secretarie van elke gemeente, kosteloos, verkrijgbaar is. De burgemeester kan ter voorkoming van misbruik beperkingen stellen aan de verkrijgbaarstelling. Een daartoe strekkend besluit brengt hij ter open bare kennis.

2. In zijn verzoekschrlft wijst de kiezer een gemachtigde aan. Als gemachtigde kan slechts optreden .degene die op de dag van de kandi­daatstelling alo kiezer io geregistreerd binnen het gebied waarvoor de verkiezing geld!.

3. Bij het verzoekschrlft wordt ingediend een verklaring van de gemach· tigde dat deze bereid io als zodanig op te treden, alsmede, indien de gemachtigde niet in dezelfde gemeente als kiezer is geregistreerd als de volmachtgever, een door burgemeester en wethouders van de gemeente waar de gemachtigde alo kiezer io geregistreerd, afgegeven verklaring, dat de gemachtigde op de dag van de kandidaatstelling als kiezer is geregistreerd in hun gemeente en dat de bereidverklaring van de gemach·

. tigde in overeenstemminll io met het bepaalde in artikel L 4. 4. Bij ministeriiile regeling worden voor hat verzoekschrift en de

verklaring modellen vastgesteld.

Artikel L 9

De kiezer die zijn werkelijke woonplaats buiten Nederland heelt, dien!, indien hij bij volmacht wenst te stemmen, gelijktijdig met het registratie­verzoek, bedoeld in artikel 03, daartoe een ochriltelijk verzoek in bij de burgemeester van 'o-Gravenhage. Voor het verzoekschrilt'wordt gebruik gemaakt van een formulier dat is opgenomen in het in artikel 0 3, negende lid, bedoelde formulier.

Artikel L 10

'Het verzoek wordt afgewezen, indien: a. blijkt dat de kiezer niet zelf de gemachtigde heelt aangewezen; b. aan de kiezer die het verzoek heelt ingediend reeds is toegestaan in

&en stembursau van zijn keuze of per brief ta stammen; c. degene die als gemachtigde is aangewezen, de aanwijzing in strijd

met het bepaalde in artikel L 4 heelt aangenomen; d. degene die als gemachtigde is aangewezen, niet als kiesgerech­

tigde is geregiotreerd binnen het gebied waarvoor de verkiezing geldt.

Artikel L 11

1. Zo spoedig mogelijk na ontvangst van het verzoek doch niet eerder dan op de dag van de kandidaats1elling wordt door de burgemeester of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar een beoliosing genomen.

2. Bij inwilliging wordt een volmachtbewijs opgemaakt. Bij ministeriiile regeling wordt veor dit bewijs een model vastgesteld. Aan de vol macht-gever wordt van de inwilliging mededeling gedaan. .

Staatsblad 1989 423 32

Page 34: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

3. Indien het verzoek niet in verdere behandeling kan worden genomen of moet worden afgewezen. wordt de beslissing met opgave van redenen op het verzoekschrift vermeld. Het verzoekschrift wordt dan aan de verzoeker teruggezonden. terwijl degene die zich bereid heeft verklaard als gemachtigde op te treden van de beslissing in kennis wordt gesteld.

4. Op een beroepschrift ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen tegen een beschikking als bedoeld in dit artikel is artikel D 9 van overeenkomstige toe passing.

Artikel L 12

De burgemeester houdt aantekening van de namen van de kiezers die een aanwijzing als gemachtigde hebben aangenomen.

Artikel L 13

1. De burgemeester doet het volmachtbewijs aan de gemachtigde toekomen.

2. Bij de naam van de kiezer. ten behoeve van wie aan een gemachtigde een volmachtbewijs is toegezonden. wordl in het in artikel J 17. eerste lid. bedoelde uittreksel de aantekening evolmachtl geplaatst.

§ 3 Het verlenen van volmacht door overdracht van de oproepingskaart aan een andere kiezer

Artlkel L 14

1. De kiezer kan een andere kiezer die op de dag van de kandidaatstelling in hetzelfde stemdistrict als hij staat ingeschreven. machtigen in het stembureau van dat stemdistrict voor hem te stemmen.

2. Hij tekent daartoe het formulier dat voorkomt op de oproepingskaart en laat de kaart door de gemachtigde mede-ondertekenen.

3. Hij draagt de aldus in een volmachtbewijs omgezette oproepingskaart aan de gemachtigde over.

Artikal L 16

Indien bij aanmelding van de gemachtigde blijkt dat de v01machtgever reeds zijn stem heeft uitgebracht. wordt de gemachtigde als zodanig niet tot de stemming toegelaten an wordt het volmachtbewijs Qoor de voorzitter van het stembureau ingehouden.

Artikal L 16

Indien na het uitbrengen van een stem door een gemachtigde de volmachtgever of een andere gemachtigde zich alsnog tot het uitbrengen van een stem aanmeldt. wordt deze niet tot de stemming toegelaten en wordt de daarbij overgelegde oproepingskaart of het daarbij overgelegde volmachtbewijs door de voorzittar van het stembureau ingehouden.

§ 4 Het stammen door de gemachtigde

Artlkal L l'

1. De gemachtigde overhandigt aan de voorzitter van het stem bureau het volmachtbewijs.

2. Hat tweade lid van het stembureau houdt. door op het volmachtbewijs zijn paraaf te plaataen. aantekening dat de gemachtigde zich heeft aangemeld.

3. Indien een in een volmachtbewijs omgezette oproepingskaart als bedoeld in artikel L 14 wordt overgelegd. plaats! het tweede lid tevens in he! in artikel J 17. eerate lid. bedoelde uittreksel de aantekening evolmachtt bij de naam van de volmachtgever.

Staatsblad 19B9 423 33

Page 35: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

HOOFDSTUK M

He! stemmen per brief

Artikal M 1

Bij de verkiezing van de leden van de Twaede Kamer wordt aan de kiezer die op de dag van de kandidaatstelling zijn werkelijke woonplaats buiten Nederland heeft, dan wei op de dag der stemming wegens zijn beroep of werkzaamheden of wegens het beroep of de werkzaamheden van zijn echtgenoot, levensgezel of ouder, buiten Nederland zal verblijven, overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk op zijn verzoek toegestaan per brief te stemmen.

Artikal M 2

1. De aan de kiezer ten bawijze van de voldoening aan zijn verzoek te verstrekken verklaring draagt de naam van briefstembewijs.

2. Een aan de kiezer verzonden briefstembewijs kan niet door een nieuw worden vaNengen.

3. Aan de kiezer aan wie een briefstembewijs is verstrekt, wordt geen oproepingskaart toegezonden. Hij mag slechts op de in artikel M 7 aangewazan wijze aan de stemming deelnemen.

ArtIkal M 3

1. De kiezer die zijn werkelijke woonplaats buiten Nederland heeft, dient, indien hij per brief wanst te stemmen, gelijktijdig met het registra­tieverzoek, bedoeld in artikel 03, daartoe een schriftelijk verzoek in bij de burgemeester van '·s-Gravenhage. De overige kiezers dienen een zodanig verzoekschrift uiterlijk op de achtentwintigste dag voor de stemming in bij

. de burgemeester van de gemeente waar zij als kiezer zijn geregistreerd. In hat verzoekschrift geeft de kiezer een adres op buiten Nederland waar hij de stukken, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, wenst te ontvangen.

2. Voor het verzoekschrift, bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, wordt gebruik gemaakt van een formulier dat is opgenomen in het in artikel 0 3, negende lid, badoelde formulier.

3. Voor het verzoekschrift, bedoeld in het eerste lid, tweede volzin, wordt gebruik gemaakt van een formulier dat ter secretarie van elke gemeente, kosteloos, verkrijgbaar is. Bij ministeriiile regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.

Artikal M 4

1. Zo spoedig mogelijk na ontvangst van het verzoek wordt door de burgemeester of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar een beslissing genomen.

2. Hat verzoek wordt slechts afgewezen, indien gebleken is dat de verzoeker niet tot de in artikel M 1 badoelde kiezers behoort.

3. Indien het verzoek niet in verdere behandeling kan worden genomen of moat worden afgewezen, wordt de reden daarvan vermeld op het verzoekschrift, dat daama onverwijld wordt teruggezonden.

4. Bij inwilliging van het verzoek tekent de burgemeester of de door. hem daartoe aangewezen ambtenaar dit op het verzoekschrift aan. Indien het een verzoekschrift als bedoeld in artikal M 3, eerste lid, tweede volzin, betreft en het verzoekschrift afkomstig is van een persoon die als kiezer in sen andere gemaente in Nederland is geregistreerd dan de gemeente 's-Gravenhage, zendt de burgemeester of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar het ingawilligde verzoekschrift zo spoedig mogelijk door naar de burgemeester van 's-Gravenhage.

5. Op een beroepschrift ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschild<ingen tegen een baschikking als badoeld in dit artikel is artikel 0 9 van overeenkomstige toerassing.

Staatsblad 1989 423 34

Page 36: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikal M 5

Bij de naam van de kiezer Ban ,wie is toegestaan per brief te stemmen. word! in het in a"ikel J 17, eerst,e lid, bedoelde uittreksel de aantekening «brief» geplaatst,

Artikel M 6

1. Door de burgemeester van 's-Gravenhage worden vervolgens op bij algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze zo spoedig mogelijk aan de kiezer gezonden:

a. een stembiljet; b. een aan de burgemeester geadresseerde retourenveloppe; c. het briefstembewijs. bevattende aen door de kiezer te ondertekenen

verklaring dat hij het stembiljet persoonlijk heelt ingevuld; d. een handleiding voor de kiezer. 2. 8ij ministeriale regeling worden voor de stukken, bedoeld in het

eerste lid, onder b, c en d, modellen vastgesteld.

Artikel M 7

1. De kiezer stemt door op het hem toegezonden stembiljet een wit stipje, geplaatst in het stemvak v66r de naam van de kandidaat van zijn keuze, rood te maken.

2. Daama vouwt hij het stembiljet dicht op zodanige wijze dat de namen van de kandidaten niet zichtbaar zijn.

3. Hij onde"ekent een op het briefstembewijs gestelde verklaring, dat hij het stembiljet persoonlijk heelt ingevuld.

4. Vervolgens doet hij het stembiljet en het briefstembewijs in de bijbehorende retourenveloppe en zendt hij deze gesloten naar de burge­measter van 's-Gravenhage dan wei naar het hoofd van de consulaire 'post waaronder de woon- of verblijfplaats van verzoeker resso"ee" of naar het hoofd van het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen of van Aruba, die voor spoedige doorzending naar de burge­meester van 's-Gravenhage zorg draagt.

5. De kiezer draagt er zorg voor dat de retourenveloppe voldoende is gefrankeerd.

Artikel M 8

1. De stukken, bedoeld in a"ikel M 7, vierde lid, dienen uiterlijk op de dag der stemming om vijftien uur in het bezit te zijn van de burgemeester van 's-Gravenhage.

2. De burgemeester draagt er zorg voor dat de tijdig binnengekomen retourenveloppen die voldoende zijn gefrankeerd, op de dag der stemming voor negentien uur ongeopend overhandigd worden aan de voorzitters van de stembureaus, bedoeld in a"ikel M 9.

3. Op de retourenveloppen die te laat zijn binnengekomen, worden door de burgemeester de dag en, indien dit de dag van de stemming is, tevens het uur van binnenkomst aangetekend. Deze retourenveloppen en de retourenveloppen die niet voldoende zijn gefrankeerd, worden door de burgemeester ongeopend in een of meer te verzegelen pakken gedaan. Ook de binnengekomen stembiljetten en briefstembewijzen die niet in de daarvoor bestemde ratourenveloppen zijn teruggezonden, worden door de burgemeester in een of meer te verzegelen pakken gedaan. Op deze pakken wordt vermeld het 8untal retourenveloppen, onderscheidenlijk stembiljetten en briefstembawijzen, dat het pak bevat.

Staatsblad 1989 423 35

Page 37: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

4. De burgemeester zorgt dat de verzegelde pakken. bedoel~ in het' derde lid, worden vernietigd, nadat het centraal stem bureau de uitslag van de verkiezing heelt vastgesteld en over de toelating van de gekozenen onherroepelijk is beslist. Van de vernietiging wordt proces· . verbaal opgemaakt.

Artikal M 9

1. Burgemeester en wethouders van 's·Gravenhage wijzen stem bu· reaus aan welke uitsluitend bestemd zijn voor per brief uit te brengen stammen. Ten aanzien van deze stembureaus zijn artikel J 11 en artikel J 16, voor zover dat artikel betrekking heelt op stemhokjes, niet van toapassing.

2. Voor de zitting van deze stem bureaus kunnen burgemeester en wethouders een later aanvangstijdstip bepalen dan het in artikel J 1, tweede lid, genoemde.

3. In plaats van het in artikel J 17, eerste lid, bedoelde uittreksel liggen op de tafel van deze stem bureaus de verzoekschriften, bedoeld in artikel M 4, vierde lid. .

Artikal M 10

1. De voorzitter van het stembureau opent de retourenveloppe en neemt het briefstembewijs en het stembiljet eruit. Hij controleert of de verklaring dat de kiezer het stembiljet persoonlijk heeft ingevuld, is ondertekend en of de daaronder geplaatste handtekening overeenstemt met de handtekening onder het verzoekschrift, bedoald in artikel M 4, vierde lid. Vervolgens overhandigt hij het briefstembewijs aan het tweede lid van het stemburaau.

2. Het tweede lid van het stemburaau houdt, door op het verzoakschrift zijn paraaf te stellen, aantekening dat de kiezer van zijn kiesracht gebruik

. heeft gemaakt. 3. De voorzitter overhandigt vervolgens het stembiljet, zonder het in te

zien, dichtgevouwen aan het derde lid van het stembureau. 4. Het derde lid van het stemburaau overtuigt zich dat het stembiljet

de handtekening van de voorzitter van het hoofdstemburaau draagt en steekt het, zonder het in te zien, dichtgevouwen in de stembus.

Artikal M "

1. Indien de ratouranveloppe niet zowel een geldig briefstembewijs als een stembiljet bevat, dan wei de op het briefstembewijs gestelde verklaring van de kiazer dat hij het stembiljet persoonlijk heeft ingevuld, niet door daze is ondertekend, voegt de voorzitter de aangetroffen bescheiden, zonder het stembiljet in te zien, wederom in de retourenve· loppe en legt hij deze, na haar te hebben verzegeld, terzijde.

2. Indien in een ratouranveloppe twee of meer stembiljetten zijn gevoagd, doet de voorzitter aile stembiljatten en briefstembewijzen, zonder de stembiljetten in te zien, wederom in de retourenveloppe en legl hij daze, na haar te hebben verzegeld, terzijde.

Artlkal M 12

Bij algemene maatragel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tol het stemmen per brief.

Staatsblad 1989 423 36

Page 38: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

HOOFDSTUK N

De stemopneming door het stemburBsu

Artikel N 1

1. Onmiddellijk nadat de stemming is geeindigd, stelt het stembureau vast:

a. het aantal kiezers dst zich heeft aangemeld; b. het asntal uitgereikte stembiljetten; c. het aantal kiezers dat geweigerd heeft het stembiljet in de stem bus

te steken; d. het aantal teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten; e. het santal niet gebruikte stembiljetten. 2. Indien het betreft een stembureau als bedoeld in artikel M 9, eerste

lid, stelt het stem bureau onverwijld vast: a. hat aantal door het stemburesu ontvangen retourenveloppen; b. het aantal in de stembus gestoken stembiljetten; c. het aantal ingevolge artikel M 11 terzijde gelegde retour­

enveloppen. 3. De aantallen, bedoeld in het eerste of tweede lid, worden door de

voorzitter aan de aanwezige kiezers bekend gemaakt.

Artikel N 2

1. Door het stembureau wordt vervolgens op het uittreksel, bedoeld in artikel J 17, eerste lid, of op een daarbij gevoegde verklaring het aantal daarop geplaatste parafen vermeld en g9Waarmerkt. Deze stukken worden in een pak gedaan, dat vervolgens wordt verzegeld.

2. Daama worden de ingeleverde kiezerspassen en volmachtbewijzen, te zamen met een g9Waarmerkte verklaring van het stembureau betreffende het aantel geplaatste parafen, in een pak gedaan, dat eveneens wordt verzegeld.

3. Tenslotte worden op overeenkomstige wijze ingepakt: a. de niet gebruikte stembiljetten; b. de teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten; c. de ingeleverde oproepingskaarten. 4. Indien het betreft een stembureau als bedoeld in artikel M 9, eerste

lid, worden, nadat aan artikel N 1, derde lid, toepassing is gegeven, de verzoekschriften, bedoeld in artikel M 4, vierde lid, te zamen met een gewaarmerkte verklaring van het stem bureau betreffende het aantal gestelde parafen, in een pak gedaan, dat wordt verzegeld. Vervolgens worden op overeenkomstige wijze ingepakt de retourenveloppen, bedoeld in artikel M 11, alsmede de ingeleverde briefstembewijzen.

Artikel N 3

Onmiddellijk na de in artikel N 2 voorgeschreven verzegelingen wordt de stem bus geopend.

Artikel N 4

De stembiljetten worden geteld en hun aantel wordt vergeleken met· het aantel kiezers dat aan de stemming heeft deelgenomen.

Artikal N 5

De laden van het stem bureau openen de stembiljetten en voegen deze lijstgewijze bijeen. Zij kunnen zich bij deze werkzaamheden doen bijstaan door plaatsvervangende leden en door ambtenaren van de gemeente, daartoe door burgemeester en wethouders aan te wijzen.

Staatsblad 1989 423 37

Page 39: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artiksl N 6

Het stembureau stelt ten aanzien van iedere lijst vast: a. het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen; b. de som van de aantallen stemmen, bedoeld onder a.

Artiksl N 7

1. Ongeldig zijn andere stembiljetten dan die welke volgens het bepaalde bij of krachtens deze wet mogen worden gebruikt.

2. Voorts zijn ongeldig de stembiljetten waarop de kiezer niet, door het geheel of gedeeltelijk rood maken van het witte stipje in een stemvak, op ondubbelzinnige wijze heeft kenbaar gemaakt op welke kandidaat hij zijn stem uitbrengt of waarop bijvoegingen zijn geplaats! waardoor de kiezer kan worden geidentificeerd.

Artiksl N 8

1. Het stem bureau beslist met inachtneming van artikel N 7 over de geldigheid van het stembiljet.

2. De voorzitter maak! de reden van ongeldigverklaring en van twijfel over de geldigheid, alsmede de beslissing daaromtrent onmiddellijk bekend.

3. Indien een van de aanwezige kiezers dit verlangt, moet het biljet worden getoond. De kiezers kunnen bezwaren tegen de genomen beslissing inbrengen.

Artiksl N 9

1. Terstond nadat de stemmen zijn opgenomen, maak! de voorzitter ten aanzien van iedere lijst bekend, zowel het aantal op iedere kandidaat . uitgebrachte stemmen als het gezamenlijke aantal uitgebrachte stemmen. Door de aanwezige kiezers kunnen bezwaren worden ingebracht.

2. Vervolgens worden de ongeldig verklaarde stembiljetten in een pak gedaan, dat wordt verzegeld. Op dit pak worden vermeld:

a. de naam van de gemeente en het nummer van het stemdistrict; b. het aantal stembiljetten dat het pak bevat. 3. Daarop worden de geldige stembiljetten, lijstgewijs gerangschikt, in

een of maer pakken gedaan, die worden verzegeld. 4. Op ieder pak, in het derde lid bedoeld, worden vermeld: a. de naam van de gemeente en het nummer van het stemdistrict; b. het aantal stembiljetten dat het pak bevat, alsmede, indien de

biljetten in maar dan aen pak worden gedaan, de nummers van de lijsten waarop de ingesloten biljetten betrekking hebben.

Artlksl N 10

1. Nadat aile werkzaamheden, in artikel N 9 vermeld, zijn beeindigd, word! onmiddellijk proces-verbaal opgemaak! van de stemming en van de stemopneming. Aile ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld.

2. Het proces-verbaal wordt door aile aanwezige leden van het stem bureau getekend.

3. 8ij ministariiile regeling wordt voor het proces-verbaal een model vastgssteld.

Artlksl N "

1. Hat proces-verbaal wordt met de varzegelde pakken, bedoeld in artikel N 2, alsmede met die, bedoeld in artikel N 9, door de voorzitter of een door hem aan te wijzen ander lid Vdn het stem bureau naar de burgemesster of een door deze aan te wijzen ambtenaar overgebracht.

Staatsblad 1989 423 38

Page 40: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

2. Nadat de burgemeester van aile in zijn gemeente gevestigde stembureaus het proces·verbssl heeft ontvangen, stelt hij ten aanzien van iedere kandidaat en iedere lijst vast het aantal stemmen dat in zijn gemeente op die kandidaat, onderscheidenlijk die lijst, is uitgebracht.

Artikel N 12

1. De burgemeester draagt er zorg voor dat de processen-verbaal, met daarbij gevoegd een opgave van de door hem vastgestelde aantallen stemmen, onverwijld naar de voorzitter van het hoofdstembureau worden overgebracht.

2. De burgemeester draagt er zorg voor dat de verzegelde pakken op uitnodiging van de voorzitter van het hoofdstembureau onmiddellijk naar deze worden overgebracht en dat de niet naar de voorzitter overgebrachte verzegelde pakken worden vernietigd, nadat het centraal stem bureau de uitslag van de verkiezing heeft vastgesteld en over de toelating van de gekozenen onherroepelijk is beslist. Van de vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt. .

Artikel N 13

1. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld betre!­fende de stemopneming in stemburoaus waarin op andere wijze dan door middel van stembiljetten wordt gestemd. Deze regels worden zoveel mogelijk vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.

2. Een wijziging van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, treedt niet eerder in werking dan twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij is geplaatst. Van de plaatsing word! onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der

. Staten-Generaal.

HOOFDSTUK 0

De taak van het hoofdstemburBau betreffende de vaststelling van de verlciezingsuitslag

Artikel 0 1

1. Het hoofdstembureau houdt op de tweede dag na de stemming om tien uur aen openbare zitting.

2. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde tijdens de zitting.

Artikel 02

1. Het hoofdstembureau stelt ten aanzien van iedere lijst vast het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen en de som van deze aantallen. Deze som wordt stemcijfer genoemd.

2. De voorzitter maakt de aldus verkregen uitkomsten bekend. 3. Door de aanwezige kiezers kunnen bezwaren worden ingebracht.

Artikel 0 3

1. Nadat aile werkzaamheden zijn beiiindigd, wordt daarvan onmiddellijk proces-verbaal opgemaakt. Aile ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal verrneld.

2. Het proces-verbaal wordt'door aile aanwezige leden van het hoofdstembureau getekend.

Staatsblad 1989 423 39

Page 41: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

3. Bij ministeriiile regeling wordt voor het proces-verbaal een r'lodel vastgesteld.

4. Indien het de verkiezing betreft van de gemeenteraad of van provin­ciala staten van aen provincia die aen kieskring vormt. maskt het prOC6S­

verbaal deel uit van het proces-verbaal, bedoeld in artikel P 22.

Artikel 04

1. Tenzij het de verkiezing betreft van de gemeenteraad of van provin­ciala staten van aen provincia die aen kieskring vormt, doet de voorzitter terstond een afschrift van het proces-verbaal. bedoeld in artikel 0 3. naar het centraal stem bureau overbrengen en doet hij tegelijkertijd het proces-verbaal ter secretarie van de gemeente waar het hoofdstem­bureau is gevestigd, voor een ieder ter inzage leggen. De terinzage­legging wordt beiiindigd, zodra over de toelating van de benoemden onherroepelijk is beslist.

2. De voorzitter doet de processen-verbaal van de stem bureaus. de opgave, bedoeld in artikel N 12, eerste lid, en, tenzij het de verkiezing betreft van de gemeenteraad of van provincia Ie staten van een provincia die lien kieskring vormt, een afschrift van het proces-verbaal van de zitting van het hoofdstembureau toekomen aan het orgaan waarvoor de verkiezing plaats heet!.

Artlkel 0 5

1. De burgemeester van de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd, draagt zorg voor de bewaring van de verzegelde pakken. Hij vemiatigt daze pakken, nadat hat centraal stembureau de uitslag heeft vastgesteld en over de toelating van de benoemden onherroepelijk is beslist.

2. De voorzitter van het orgaan waarvoor de verkiezing heeft plaats . gehad, kan de processen-verbaal van de stem bureaus en de opgave, bedoeld in artikel N 12, eerste lid, vernietigen, nadat het centraal stem bureau de uitslag van de verkiezing heeft vastgesteld en over de toelating van de gekozenen onherroepelijk is beslist.

3. Van een vemietiging als bedoeld in dit artikel wordt proces-verbaal opgemaakt.

Artikel 0 6

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de taak van het hoofdstembureau inzake de vaststelling van de verkiezingsuitslag.

HOOFDSTUK P

De vestsrelling ven de vericiezingsuirs/eg door her csnrresl sremburesu

§ 1 Aigemene bepaling

Artlkel P 1

Onmiddellijk nadat de afschriften van de procassen-verbaal van aile hoofdstembureaus zijn ontvangen, gaat het centraal stembureau over tot het verrichten van de werkzaamheden ter vaststelling van de uitslag van de verkiezing. Indien het de verkiezing betreft van de gemeenteraad of van provinciale staten van een provincie die een kieskring vormt, gaat het

Staatsblad 19B9 423 40

Page 42: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

eentraal bureau daanoe onmiddellijk over nadat de werkzaamheden, bedoeld in de anikelen Olen 02, zijn beeindigd.

§ 2 De zetelverdeling

Artikal P 2

1. Een stel gelijkluidende lijsten als bedoeld in anikel H 11, eerste lid, geldt voor de vaststelling van de uitslag van de verkiezing als een lijst.

2. Het eentraal stembureau telt van deze gelijkluidende lijsten te zamen de stemeijters en de aantallen op iedere kandidaat uitgebraehte stammen.

Artikal P 3

Een lijstengroep als bedoeld in anikel H 11, tweede lid, geldt voor het bepalen van het aantal daaraan toe te wijzen zetels als eon lijst met een stemeijter gelijk aan de som van de stemeijters van de lijsten waaruit de groep bestaat.

Artikal P 4

1. Een lijsteneombinatie als bedoeld in anikel I 10 geldt voor het bepalen van het aantal daaraan toe te wijzen zetels als een lijst, met Ben stemeijter gelijk aan de som van de stemeijlers van de lijsten waaruit die eombinatie bestaat.

2. Een Jijsteneombinatie wordt sleehts in aanmerking genomen, indien asn ten minste twee van de verbonden lijsten aen zetel ZOU zij" toegewezen. indien geen lijsteneombinaties zouden zijn gevormd. Verb9nden lijsten die zeltstsndig geen zetel zouden hebben verworven, worden geaeht geer· deel uit te maken van de lijstencombinatie.

Artikal P &

,. Het eentraal stembureau deelt de som van de stemeijters van aile lijsten door het aantal te verdelen zetels.

2. Het aid us verkregen quotient wordt kiesdeler genoemd.

Artikal P 6

Zoveel maal als de kiesdeler is begrepen in. het stemeijter van Ben lijst wordt aan die lijst een zetel toegewezen.

Artikal P 7

1. De overblijvende zetels, die restzetels worden genoemd, worden, indien het aantal te verdelen zetels negentien ot meer bedraagt, aehter­eenvolgens toegewezen aan de lijsten die na toewijzing van de zetel het grootste gemiddelde aantal stemmen per toegewezen zetel hebben. Indien gemiddelden gelijk zijn, beslist zo nodig het lot.

2. Indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, komen bij deze toewijzing niet in aanmerking lijsten waarvan het stemeijter lager is dan de kiesdeler.

Artikal P 8

1. De restzetels worden, indien het aantal te verdelen zetels minder dan negentien bedraagt, aehtereenvolgens toegewezen aan de lijsten

Staatsblad 1989 423 41

Page 43: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

waarvan de stemcijfers bij deling door de kiesdeler de grootste overschat· ten hebben. Hierbij worden lijsten die geen overschot hebben, geacht lijsten te zijn met het kleinste overschot. Indien overschotten gelijk zijn, beslist zo nodig het lot. .

2. 8ij deze toewijzing komen niet in aanmerking lijsten met een stemcijfer dat lager is dan 75% van de kiesdeler.

3. Wanneer aile lijsten die daarvoor in aanmerking komen een restzetel hebben ontvangen en er nog zetels te verdelen blijven, worden deze zetels toegewezen volgens het stelsel van de grootste gemiddelden als bedoeld in artikel P 7, eerste lid, met dien verstande, dat bij deze toewijzing aan geen van de lijsten meer dan eim zetel wordt toegewezen.

Artikel P 9

Indien aan een lijst die de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen heeft verkregen, een aantal zetels is toegewezen, kleiner dan de volstrekte meerderheid van het aantal toe te wijzen zetels, wordt aan die lijst alsnog een zetel toegewezen en vervalt daartegenover Ben zetel, toegewezen aan de lijst die voor het kleinste gemiddelde of het kleinste overschot een zetel heeft verworven. Indien twee of meer lijsten voor hetzelfde kleinste gemiddelde of hetzelfde kleinste overschot een zetel hebben verworven, beslist het lot.

Artikel P 10

Indien bij de toepassing van de vorige bepalingen aan een lijst meer zetels zouden moeten worden toegewezen dan er kandidaten zijn, gaan de overblijvende zetel of zetels door voortgezette toepassing van die bepalingen over op een of meer van de overige lijsten, waarop kandidaten voorkomen aan ":ie geen zetel is toegewezen.

Artikel P"

1. De verdeling van de aan een lijstencombinatie toegewezen zetels over de lijsten welke zijn gecombineerd, geschiedt als voigt.

2. Het centraal stem bureau deelt het stemcijfer van de lijstencombinatie door het aantal aan de lijstencombinatie toegewezen zetels.

3. Het aldus verkregen quotient wordt combinatiekiesdeler genoemd. 4. Zoveel maal als de combinatiekiesdeler is begrepen in het stemcijfer

van elk van de lijsten waaruit de combinatie bestaat, wordt aan die lijst een van de aan de combinatie toegewezen zetels toegewezen.

5. De restzetels worden achtereenvolgens toegewezen aan de lijsten van de combinatie waarvan de stemcijfers bij deling door de combinatie­kiesdeler de grootste overschotten hebben. Hierbij worden lijsten die geen overschot hebben, geacht lijsten te zijn met het kleinste overschot. Indien overschotten gelijk zijn, beslist zo nodig het lot.

Artlkel P 12

1. De verdeling van de aan een lijstengroep toegewezen zetels over de lijsten waaruit de groep bestaat, geschiedt als voigt.

2. Het centraal stem bureau deelt het stemcijfer van de lijstengroep door het aantal aan de groep toegewezen zetels.

3. Het aldus verkregen quotient wordt groepskiesdeler genoemd. 4. Zoveel maal als de groepskiesdeler is begrepen in het stemcijfer van

elk van de lijsten waaruit de groep bestaat, wordt aan die lijst een van de aan de groep toegewezen zetels toegewezen.

5. De restzetels worden achtereenvolgens toegewezen aan'de lijsten van de groep waarvan de stemeijfers bij deling door de groepskiesdeler de grootste overschotten hebben. Hierbij worden lijsten die geen overseho hebben, geaeht lijsten te zijn met het kleinste oversehot. Indien overschot ten gelijk zijn, beslist zo nodig het lot. .

Staatsblad 1989 423 42

Page 44: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel P 13

1. Indien bij de toepassing van artikel P 11 of artikel P 12 aan een lijst meer zetels zouden moeten worden toegewezen dan er kandidaten zijn, gaan de overblijvende zetel of zetels door voortgezene toepassing van dat artikel over op Ben van de andere lijsten van de combinatie, onder­scheidenlijk van de groep, waarop kandidaten voorkomen aan wie geen zetel is toegewezen.

2. Zijn er na toe passing van het eerste lid nog zetels toe te wijzen, dan worden deze toegewezen volgens het stelsel van de grootste gemiddelden als bedoeld in artikel P 7, eerste lid.

Artikel P 14

De in de voorgaande artikelen bedoelde lotingen vinden plaats in de in artikel P 20 bedoelde zining van het centraal stembureau.

§ 3 De toewijzing van de zetels aan de kandidaten

Artikel P 16

In de volgorde van de aantallen op hen uitgebrachte stemmen zijn gekozen die kandidaten die op de gezamenlijke lijsten waarop zij voorko­men, een aantal stemmen hebben verkregen, groter dan de helft van de kiesdeler, voor zover aan de lij.stengroep, het niet van een lijstengroep deel uitmakend stel gelijkluidende lijsten of de op zichzelf staande lijst voldoende zetels zijn toegewezen, Indien aantallen gelijk zijn. beslist zo nodig het lot.

Artlkel P 16

1. 8etreft het een lijstengroep dan wordt. indien een aldus gekozen kandidaat op mear dan een lijst of stel gelijkluidende lijsten van de lij9tengroep is vermeld, die kandidaat een zetel toegewezen, die is toegewezen aan de lijst of het stel gelijkluidende lijsten waarop hij het grootste aantal stemmen heeft verkregen, voor zover aan die lijst of dat stel voldoende zetels zijn toegewezen.

2. Indien aan geen van de lijsten of stellen gelijkluidende lijsten waarop de gekozen kandidaat is vermeld, voldoende zetels zijn toegewezen, wordt aan hem nienemin een zetel toegewezen op de lijst of het stel gelijkluidende lijsten waarop hij het grootste aantal stemmen heeft verkregen, en vervalt daartegenover de zetel die met toepassing van artikel P 12 of P 13 het laatst was toegewezen aan een van de lijsten of stellen gelijkluidende lijsten van de groep.

Artlkol P 17

De aan de lijsten toegewezen zetels die na toepassing van de artikelen P 15 en P 16 nog niet aan een kandidaat zijn toegewezen, worden aan de nog niet gekozen kandidaten van de betreffende lijsten toegewezen in de volgorde van de lijst.

Artikel P 16

1. Indien Ben kandidaat met toepassing van artikel P 17 op meer dan een lijst gekozen is verklaard. geldt hij als gekozen op de lijst waarop het grootate aantal stemmen op hem is uitgebracht. Voor zover aantallen gelijk zijn, geldt hij als gekozen op de lijst, ingeleverd in de kieskring met het laagste nummer.

2. Op de andere lijst of lijsten verklaart het centraal stembureau be­noemd de kandidaten die volgens hoofdstuk W plaatsvervangers van de mear dan eenmaal gekozen kandidaten zijn.

Staatsblad 1989 423 43

Page 45: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel P 19

1. Het centraal stembureau rangschikt ten aanzien van iedere lijst de daarop voorkomende kandidaten zodanig. dat bovenaan komen te st.an de kandidaten aan wie een zetel van de lijst is toegewezen. in de volgorde waarin die zetels zijn toegewezen. 8ehoudens ten aanzien van de verkiezin~ van de leden van de gemeanteraden met zeven of elf leden. blijft deze rangschikking achterwege. voor zover het lijsten betreft waarop geen kandidaten gekozen zijn verklaard en die niet deel uitmaken van een lijstencombinatie of lijstengroep waaraan een of meer zetels zijn toegekend

2. Vervolgens worden. in de volgorde van de aantallen op hen uitge­brachte stemmen. gerangschikt de op de lijst voorkomende kandidaten die op de gezamenlijke lijsten waarop zij voorkomen een aantal stemmen hebben verkregen. groter dan de helft van de kiesdeler. doch die niet met toe passing van artikel P 15 zijn gekozen verklaard. Indien aantallen gelijk zijn. beslist de volgorde van de lijst.

3. Tenslotte worden. in de volgorde van de lijst. gerangschikt de overige op de lijst voorkomende kandidaten.

4. 8ij de rangschikking blijft artikel P 18 buiten toepassing.

§ 4 De bekendmaking van de verkiezingsuitslag

Artikel P 20

,. De voorziner van het centraal stembureau maakt de uitslag van de verkiezing zo spoedig mogelijk bekend. De bekendmaking geschiedt in een openbare zining van het centraal stembureau.

2. Oag en uur van de zining worden door de voorziner tijdig bekend gemaakt. De wijze van bekendmaking wordt geregeld bij algemene maatregel van bestuur.

3. De aanwezige kiezers kunnen bezwaren inbrengen. 4. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde tijdens de

zitting.

Artikel P 21

1. Het centraal stembureau kan op de in artikel P 20 bedoelde zitting. voordat de uitslag van de verkiezing bekend wordt gemaakt. hetzij ambtshalve. hetzij naar aanleiding van een met opgave van redenen gedaan verzoek van een of meer kiezers. tot een nieuwe opneming van stembiljetten. zowel uit aile als uit een of meer stemdistricten. besluiten. indien sen emstig vermoeden best8at dat door een of maar stembureaus bij de stemopneming zodanige fouten zijn gemaakt dat zij van invloed op de zetelverdeling kunnen zijn. De burgemeester die de desbetreffende stembiljetten onder zich heaft. doet deze op verzoek van het centraal stembureau onverwijld naar het centraal stembureau overbrengen.

2. Na ontvangst van de stembiljetten gaat het centraal stem bureau onmiddellijk tot de opneming over. Het is bevoegd daartoe de verzegelde pakken te openen en de inhoud te vergelijken met de processen-verbaal van de stembureaus.

3. 8ij deze opneming zijn de artikelen N 5. N 8 en N 9 van overeen­komstige toepassing.

Artikel P22

1. Nadat aile werkzaamheden zijn beeindigd. word! daarvan aanstonds proces-verbaal opgemaakt. In dit proces-verbaal worden de uitslag van de verkiezing. alamede aile ingebrachte bezwaren vermeld.

2. Het proces-verbaal wordt door aile aanwezige leden van het centraa stem bureau getekend.

3. 8ij ministeriille regeling word! voor het proces-verbaal een model vastgesteld.

Staatsblad 1989 423 44

Page 46: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel P 23

1. De voorzitter van het centrasl stembureau maskt de uitslag van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk openbaar door plaatsing van een afschrift van het proces-verbaal in de Nederlandse Staatscourant.

2. De voorzitter van het centraal stembureau maakt de uitslag van de verkiezing van de leden van provinciale staten en van de gemeente-raad zo spoedig mogelijk openbaar door een afschrift van het proces­verbaal voor aen iader ter inzage te leggen ter provinciale griffie. onder­scheidenlijk ter gemeentesecretarie. Van de terinzagelegging wordt tegelijk open bare kennisgeving gedaan door de commissaris van de Koning, onderscheidenlijk de burgemeester. De terinzagelegging wordt beeindigd, zodra over de toelating van de gekozen leden onherroepelijk is beslist.

Artikel P 24

De voorzitter van het centraal stembureau doet een afschrift van het proces-verbaal toekomen aan het orgaan waarvoor de verkiezing plaats heeft gevonden.

AFDELING III

De verkiezing van de leden van de Eerste Kamar der Statan-Ge­nereal

HOOFDSTUKQ

Aigemene bBpslingen

Artlkel Q 1

1. De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten.

2. De leden van provinciale staten komen per provincia in vergadering bijeen tot het uitbrengen van hun stem.

Artikel Q 2

1. De leden van de Eerste Kamer worden gekozen voor vier jaren. 2. Zij treden tegelijk af met ingang van de dinsdag in de periode van

7 tot en met 13 juni in het jaar waarin de leden van provincia Ie staten worden gekozen.

3. Indien 'de eerste samenkomst van de na een ontbinding gekozen Eerste Kamer valt voor het tijdstip waarop de zittingsduur van de ontbonden kamer zou zijn geeindigd, treden de leden van de nieuw gekozen kamer tegelijk op dat tijdstip af.

Artlkel Q3

Degene die ter vervulling van een opengevallen plaats tot lid van de Eerste Kamer is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

Artikel Q4

De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer vindt plaats op de dinsdag in de periode van 19 tot en met 25 april.

Staatsblad 1989 423 45

Page 47: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artlksl Q 5

In geval van ontbinding van de Eerste Kamer vindt de kandidaatstelling plaats binnen veertig dagen na de dagtekening van het koninklijk beslult tot ontbinding, op een bij dat besluit te bepalen dag.

HOOFOSTUK R

De inlevering vsn de ksndidstenlijsten

Arti"sl R 1

1. Op de dag van de kandidaatstelling kunnen bij de commissaris van de Koning of een door gedeputeerde staten 8angewezen lid van dat college, van negen tot zeventien uur, kandidatenlijsten worden ingeleverd

2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de kandidatenlijsten, kosteloos, voor de leden van provinciale staten verkrijgbaar zijn. Bij ministeriale regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.

Artlksl R2

ledere kandidatenlijst wordt ondertekend door ten minste een lid van provinciale staten. Hetzelfde lid mag niet meer dan een lijst ondertekenen

Artlksl R 3

Op de lijst kunnen een gemachtigde en desgewenst diens plaatsvervan· gers worden sangewezen, bevoegd tot het verbinden van de lijst met andere lijsten tot ean lijstencombinatie. Voorts warden op de lijst een of mear personen vermeld die bij varhindering van de inleveraar bevoegd ziin tot het herstel van verzuimen, bedoeld in artikel S 1, derde lid.

Artlksl R 4

1. De namen van de kandidaten worden op de lijsten geplaatst in de volgorde waarin aan hen de voorkeur wordt gegeven.

2. Op dezelfde lijst mogen de namen van ten hoogste dertig kandi­daten worden geplaatst. Op dezelfde lijst van een politieke groepering wier aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Eerste Kamer meer dan vijftien zetels zijn toegekend. mag aen santal namen worden geplaatst dat ten hoogste tweemaal het aantal zetels bedraagt, doch nimmer meer dan tachtig. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing ten 8snzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of mear groeperingen.

Artlksl R &

De naam van een kandidaat mag niet voorkomen op meer dan een van de lijsten die in eenzelfde provincie zijn ingeleverd.

Artlksl R 6

De wijze waarop kandidaten op de lijst worden vermeld, wordt geregeld bij algemene maatregel van bestuur.

Artlksl R 7

1. De gemachtigde van ean politieke groepering, aangewezen ingevolge artikel G 1, derde lid, onder d, kan aan degene die ean kandidatenlijst

Staatsblad 1989 423 4€

Page 48: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

inlevert, de bevoegdheid verlenen boven die lijsl de aanduiding van deze polilieke groepering Ie plaatsen, zoals die door hel cenlraal stembureau voor de verkiezing van de leden .van de Tweede Kamer ingevolge artikel G 1 is geregistreerd, Een verklaring van de gemachligde waaruil deze bevoegdheid blijkt, word1- bij de lijst overgelegd.

2. Degene die de lijsl inlevert, is bevoegd daarboven een aanduiding Ie plaatsen, gevormd door samenvoeging van door het centrasl stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer geregislreerde aanduidingen of afkortingen daarvan, indien hem daartoe de bevoegdheid is verleend door de gemachtigden van de onderscheidene groeperingen. Een verklaring waaruil deze bevoegdheid blijkl, wordl bij de lijst overgelegd. Een aldus gevormde aanduiding mag niel meer dan 35 letters of andere lekens bevatten.

3. Bij algemene maalregel van bestuur wordl geregeld waar en wanneer de formulieren voor de verklaringen mel.betrekking 101 hel pia alsen van aanduidingen van polilieke groeperingen boven kandidalen­lijsten, kosteloos, verkrijgbaar zijn. Bij minisleriiile regeling wordl voor de formulieren een model vastgesteld.

Artikel R a

1. Bij de lijst wordt overgelegd een schriftelijke verklaring van iedere daarop voorkomende kandidaat dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op'daze lijst.

2. Een overgelegde verklaring van instemming kan niel worden ingetrokken.

3. aij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de verklaringen van instemming, kosleloos, verkrijgbaar zijn. Bij ministeriiile regeling word! voor het formulier een model vastgesteld.

4. Indien de kandidaat zich buiten Nederland bevindt, is de verklaring niet aan enig formulier gebonden en kan zi; ook telegrafisch of per telex geschieden.

Artikel R 9

1. De kandidaat wiens woonplaats buiten Nederland is gelegen, wijst in de verklaring van instemming tevens een in Nederland wonende gemach­tigde aan met vermelding van diens naam, voorletters, woonplaats en adres. Indien de kandidaat voorkomt op meer dan een lijst, moet in iedere verklaring dezelfde gemachtigde worden aangewezen. Deze gemachtigde is met uitsluiting van de kandidaat bevoegd tot de handelingen, bedoeld in de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, en V 3, eerste en derde lid.

2. De kandidaat is bevoegd de overeenkomstig het eerste lid gegeven volmacht in te trekken. Hij geeft hiervan schriftelijk, telegrafisch of per telex kennis aan de voorzitter van het centraal stem bureau, zo nodig met aanwijzing van een nieuwe gemachtigde.

Artlkel R 10

1. Kandidatenlijsten, ingeleverd in verschillende provincies, waarop dezelfde kandidaten in gelijk aantal en in dezelfde volgorde zijn geplaatst, vormen te zamen een stel gelijkluidende lijsten.

2. Kandidatenlijsten waarboven dezelfde aanduiding van een politi eke groepering is geplaatst, vormen te zamen een lijstengroep. Het bepaalde in de yorige valzin is made van toepassing ten asnzien van samenvoeging van 8anduidingen van twee of maar groeperingen.

Artlkel R"

1. De commissaris van de Koning of het door gedeputeerde staten daartoe aangewezen lid van dat college stelt een bewij. van ontvangst ter

Staatsblad 1989 423 47

Page 49: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

hand aan degene die de lijst inlevert en doet de bij hem ingeleverde lijsten onverwijld tar provincia Ie griffie veor aen iader ter inzage leggen.

2. Op de tweede dag na de kandidaatstelling doet de commissaris van de Koning de lijsten in een pak, verzegelt dit en plaatst op de buitenlijde daarvan een verklaring dat hat de ingeleverde kandidatenlijsten bevat. In de verklaring, die door hem wordt ondertekend, wordt het aantal lijsten vermeld.

3. Het pak wordt na de verzegeling onverwijld overgebracht naar de YQorzitter van het centrasl stem bureau.

HOOFDSTUK S

Het onderzoek, de verbinding, de nummering en de openbaermaking van de kandidatenlijsten

§ 1 Het onderzoek van de kandidatenlijsten

Artikel S,

1. Er is voor de verkieling van de leden van de Eerste Kamer een centraal stem bureau. De Kiesraad treedt als lodanig op.

2. Het centraal stem bureau houdt een zitting tot het onderzoeken van de kandidatenlijsten.

3. Indien bij het onderzoek blijkt van een of meer van de volgende verzuimen, geelt het centraal stembureau onverwijld bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs kennis aan degene die de lijst heelt ingeleverd:

a. dat de lijst niet is ondertekend door ten minste &en lid van provincial. staten, bij de beoordeling waarven de ondertekenaar die meer dan Ben lijst heelt ondertekend, buiten beschouwing blijlt;

b. dat een kendidaat niet is vermeld overeenkomstig het bepaalde krachtens artikel R 6;

c. dat ten aanzien van een kendidaat ontbreekt de verklaring dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst;

d. dat ten aanzien van een kandidaat die buiten Nederland woonplaats heelt, in zijn verklaring van instemming de aanwijzing van een gemachtigd. ontbreekt;

e. dat de verklaring, bedoeld in artikel R 7, ontbreekt. 4. Uiterlijk op de derde dag na de litting, bedoeld in het tweede lid,

ken degene die de lijst heelt ingeleverd, het verzuim of de·verzuimen, in de kennisgeving aangeduid, herstellen op het Ministerie van Binnenlands. Zaken van negen tot zeventien uur.

5. Bij verhindering of ontstentenis van degene die de lijst heelt ingeleverd, treedt in diens plaats een ingevolge artikel R 3, tweede volzin, op de lijst vermelde vervanger.

Artlkel S 2

1. Uiterlijk op de tiende dag na de kandidaatstelling beslist het centraa stembureau in een openbare zitting over de geldigheid van de lijsten en over hat hand haven van de daarop voorkomende kandidaten, alsmede over het hand haven van de daarboven geplaatste aanduiding van een politieke groepering.

2. De voorzitter van het centraal stem bureau kondigt vooraf dag en uur van de zitting in de Nederlandse Staatscourant aan.

Artlkel S 3

Ongeldig is de lijst: a. die niet op de dag van de kendidaatstelling tussen negen en leventie,

uur bij de commissaris van de Koning of het daartoe aangewezen lid van gedeputeerde staten is ingeleverd;

Staatsblad 1989 423 4!

Page 50: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

b. die niet overeenkomstig het bepaalde in artikel R 2 is ondertekend; c. die njet voldoet aan het bij ministeriele regeling vastgestelde model; d. waarop door toepassing van artikel 5 4 aile kandidaten zijn geschrapt.

Artikal S 4

1. Het centraal stembureau schrapt. in de volgorde in dit lid aangewezen. van de lijst de naam van de kandidaat:

a. die niet is vermeld overeenkomstig het bepaalde krachtens artikel R S;

b. van wie niet is overgelegd de verklaring dat hij instemt met zij" kandidaatstelling op de lijst;

c. wiens woonplaats buiten Nederland is gelegen, indien de aanwijzing van een gemachtigde ontbreekt;

d. die voorkomt op meer dan ititn van de in eenzelfde provincie ingeleverde lijsten;

e. van wie een uittreksel uit het register van overlijden dan wei eon afschrift van de akte van overlijden is overgelegd;

f. die op de lijst voorkomt na het ten hoogste toegelaten aantal. 2. Het cantraal stembureau schrapt, in de volgorde in dit lid aangewe­

zen, de aanduiding van een politieke groepering, indien: a. een daarop betrekking hebbende verklaring als bedoeld in artikel R 7

ontbreekt; b. de aanduiding geplaatst is boven meer dan ititn van de door ver­

schillende politieke groeperingen bij het centraal stembureau ingeleverde lijsten.

3. Indien de aanduiding van een politieke groepering niet in overeen­stemming is met die waaronder zij is geregistreerd, brengt het centraal stem bureau deze ambtshelve daarmee in overeenstemming.

Artikal S 6

1. In afwijking van artikel 9 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen wordt een beroepschrift ingevolge die wet tegen een beschikking als bedoeld in artikel 5 2, ingediend uiterlijk op de vierde dag nadat de beschikking is gegeven of geacht wordt te zijn geweigard. Onverminderd het bepaalde in artikel 7, eerste lid, van die wet kan het beroep worden ingesteld door iedere kiezer.

2. Ten aanzien van het beroepschrift blijven de artikelen 11 en 12 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen en de artikelen 75 tot en met 77 en 105, tweede lid, laatste volzin, tot en met 119 van de Wet op de Raad van 5tate buiten toepassing.

3. Artikel D 9, tweede tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

4. De Afdeling rechtspraak van de Raad van 5tate doet uitspraak uitarlijk op de zesde dag nadat het beroepschrift is ontvangan.

5. 'Indien de uitspraak van de Afdeling strekt tot gahele of gedaaltalijke vernietiging van aan beschikking als bedoeld in artikel 5 2, voorziet de Afdeling in de zaak.

S. De voorzitter van de Afdeling stelt dagene die het beroep heeft ingesteld en de voorzitter van het cantraal stem bureau onverwijld in kennis van de uitspraak van de Afdeling en, indien het vijfda lid van toepassing is, van de getroffen voorziening.

Artikal S 6

1. Indien beroep is ingestald tegen een beschikking waarbij het centraal stembureau een lijst ongeldig heaft verklaard of de naam van een kandidaat dan wei da aanduiding van een politieke groeparing heeft geschrapt op grond van een of mear der verzuimen, vermeld in artikel 5 1, derde lid, zonder dat het centraal stem bureau tevoren overeankomstig het in dat artikel bepaalde kennis heeft gegeven van het bestaan daarvan aan

5taatsblad 1989 423 49

Page 51: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

degene die de lijst heeft ingeleverd, kan deze het verzuim of de verzuims' alsnog herstellen ter secretarie van de Raad van State. Artikel 5 1, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

2. Indien een verzuim overeenkomstig het eerste lid is hersteld, houdt de Afdeling rechtspraak van de Raad van State bij haar uitspraak daarme, rekening.

Artlkal S 7

1. Van de in de artikelen 5 1 en 5 2 bedoelde ziningen wordt proces­verbaal opgemaakt.

2. De bij de in artikel 5 2 bedoelde zining aanwezige person en kunnen bezwaren inbrengen. Van deze bezwaren wordt in het proces-verbaal melding gemaakl.

3. 8ij ministeriale regeling worden voor deze processen-verbaal modellen vastgesteld.

§ 2 De verbinding van kandidatenlijsten tot een lijstencombinatie

Artlkal S 8

1. Op de derde dag na de kandidaatstelling, tussen negen en zeventier uur, kunnen kandidatenlijsten van verschillende politieke groaperingen to

. ean lijstencombinatie worden verbonden door inlevering bij het centraal stem bureau van ean daartoa strekkende schriftelijke gemeenschappelijke verklaring van de op de lijsten vermelde gemachtigden.

2. Zodanige verbinding kan slechts worden aangebracht: a. tussen politieke groeperingen waarvan de aanduiding voor de

verkiazing van de leden van da Tweede Kamer ingevolge artikel G 1 is geregi8treard;

b. indien de combinatie batnskking heaft op aile in de onderscheidene provincies vanwega aen groepering ingedienda lijsten an

c. indien de combinatie in aile provincies geschiedt met dezelfde groepering of groeperingen.

3. Het bepaalde in het tweede lid, aanhef en onder a, is mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of

. mear gnoeperingen, indian de aldus gevormde aanduiding voorkomt op aile vanwage die groeperingen ingediende lijsten.

4. Bij ministeriale regeling wordt voor de in het eerste lid bedoelde verklaring een model vastgesteld.

Artikal S 9

Het centraal 8tambureau beslist over de geldigheid van de lijstencom­binaties in de zining, badoald in artikal 5 2.

§ 3 Da nummaring van da kandidatanlijstan

Artlkal S 10

In da zining, bedoeld in artikel 5 2, nummart het centraal stembureau da kandidatanlij8tan.

Artlkal S 11

Bij de nummaring geldan de lijstengroepen alsmade de niet van een groap deal uitmakande stellan galijkluidande lijstan als een lijst.

Artlkal S 12

1. Earst wordan ganummerd da lijstan van politieke groaperingen wier aanduiding was gaplaatst boyan een kandidatenlijst waaraan bij de

5taatsblad 1989 423 5(

Page 52: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

laatstgehouden verkiezing van de leden van de Eerste Kamer aen of meer zetels zijn toegekend. Aan deze lijsten worden de nummers 1 en volgende toegekend in de volgorde van de stemcijfers van de desbetreffende lijslen bij die verkiezing, met dien verstande dal aan de lijst van de groepering met het hoogste stemcijfer het nummer 1 wordt toegekend. Bij gelijkheid van hel aantal beslist het lot. Het bepaalde in de vorige volzinnen is van overeenkomstige toe passing ten 8snzien van samenvoeging van aandui· dingen van twee of meer groeperingen.

2. Vervolgens worden, met de nummers volgende op het laatste krachtens het eerste lid toegekende nummer, genummerd de overige lijstengroepen en steUen gelijkluidende lijsten waarvan in aUe provincies een lijst is ingeleverd, in de volgorde door het lot aangewezen.

3. Indien twee of meer kandidatenlijsten van eenzelfde groepering zijn ingeleverd in sen provincia, wordt Ban deze lijsten naast een nummer tevens een letter toegekend.

4. Dianen er na toe passing van het tweede lid nag lijsten te worden genummerd. dan vindt deze nummering plssts met overeenkomstige toe passing van artikel I 14, derde en vierde lid.

Artlkel S 13

Nadat onherroepelijk is baslist over de geldigheid van de ingeleverde lijsten, maakt de voorzitter van het centraal stembureau de lijsten uiterlijk op de zevende dag voor de stemming openbaar door plaatsing van de lijsten naar de provincies gerangschikt en met vermelding van hun nummers en eventuale letters en, in voorkomend geval. de aanduidingen van de politieke groeperingen in de Nederlandse Staatscourant. Daarbij vermeldt hij tevens welko lijsten tot een lijstencombinatie zijn verbonden.

Artlkel S 14

Een be.lissing in beroep tot ongeldigverklaring van een kandidatenlijst heef! geen gevolg ten aanzien van de nummers, toegekend aan de overige kandidatenlijsten.

HOOFDSTUKT

De stemming en de stemopneming

ArtlkelT 1

De stemming vindt plaats op de vierendertigste dag na de kandidaat­stelling.

Artlkel T 2

1. Op het bij de verkiezing te bezigen stembiljet zijn aan de ene zijde gedrukt de lijsten van kandidaten over wie de stemming moet geschieden, en aan de andere zijde de naam van de provincie en de handtekening van de voorzitter van de staten.

2. 8ij ministeriiile regeling wordt voor het stembiljet een model vastgesteld.

3. De voorzitter dreagt zorg dat het benodigde aantal stembiljetten v66r de aanvang van de stemming in de vergadering aanwezig is.

Artlkel T3

De voorzitter banoemt uit de statenvergadering drie leden, die met hem als voorzitter het stembureau vormen.

Staatsblad 1989 423 51

Page 53: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel T4

1. Een statenlid brengt zijn stem uit door een wit stipje. geplaatst in het stemvak veer de naam van de kandidaat van zijn keuze. rood te . maken.

2. Aan een staten lid wordt op zijn verzoek toegestaan bij volmacht te stemmen. Het lid dat van deze bevoegdheid gebruik wenst te maken. doet daarvan voor de aanvang van de zitting van de staten waarin de stemming zal worden gehouden. schriftelijk aan de voorzitter mededelin( onder aanwijzing van een lid van de staten dat bereid is als gemachtigde op te treden. Een statenlid mag niet meer dan een aanwijzing als ge­machtigde aannemen. 8ij ministeriele regeling wordt voor deze mededelin een model vastgesteld.

Artlkel T 6

Na het uitbrengen van zijn stem levert het statenlid het stembiljet dichtgevouwen bij de voorzitter in.

ArtikelT6

1. De voorzitter deelt mee hoeveel stembiljetten zijn ingeleverd. 2. De stemming is nietig. indien dit aantal groter is dan het aantal in d·

vergadering aanwezige leden, vermeerderd met het aantal aanwezige leden die als gemachtigde aan de stemming mogen deelnemen.

3. In dit geval vemietigt de voorzitter de ingeleverde stembiljetten en heeft een nieuwe stemming plaats.

Artlkel T7

1. De voorzitter opent de stembiljetten. 2. Vervolgens deelt hij ten aanzien van elk stembiljet mee voor welke

lijst en welke kandidaat het geldt. 3. Nadat een van de leden van het stembureau het stembiljet heeft

nagezien. houden de beide andere leden aantekening van iedere uitge­brachte stem.

Artikel T 8

1. Ongeldig zijn andere stembiljetten dan die welke volgens het bepaalde bij of krachtens deze wet mogen worden gebruikt.

2. Voorts zijn ongeldig de stembiljetten waarop het staten lid niet door het stemvak v66r de naam van de kandidaat van zijn keuze. rood te make het geheel of gedeeltelijk rood maken van het witte stipje in een stemval op ondubbelzinnige wijze heeft kenbaar gemaak! op welke kandidaat het lid zijn stem uitbrengt of waarop bijvoegingen zijn geplaatstwaardoor he staten lid kan worden geidentificeerd.

ArtlkelT9

In gaval van twijfel over de geldigheid van een stembiljet beslist de vergadering. 8ij staken van stemmen beslist de voorzitter.

Artlkel T 10

1. Terstond nadat de stemmen zijn opgenomen. maak! de voorzitter ten aanzien van iedere lijst bekend. zowel het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen als het gezamenlijke aantal uitgebrachte stemme dat Btemcijfer wordt genoemd.

2. Vervolgens worden de ongeldig verklaarde stembiljetten in een pa~ gedaan. dat wordt verzegeld. Op dit pak worden vermeld:

a. de naam van de provincie; b. het aantal stembiljetten dat het pak bevat;

Staatsblad 1989 423 5

Page 54: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

3. Daarop worden de geldige slembiljetten. Iijslgewijs gerangSChikt. in een pak gedaan. dal wordl verzegeld. Op dil pak worden vermeld:

a. de naam van de provincia; b. hel aanlal stembiljetten dal hel pak beval.

Artlkel T 11

1. Nadal aile werkzaamheden. in a"ikel T 10 vermeld. zijn beiiindigd. wordl onmiddellijk proces-verbaal opgemaakt van de stemming en van de stemopneming.

2. Hel proces-verbaal wordl door de voorzitter en aile leden van hel stembureau getekend.

3. Het proces-verbaal wordl met de verzegelde pakken. bedoeld in a"ikel T 10. onverwijld na afioop van de stemming overgebracht naar de voorziner van het centres I stembureau.

4. 8ij ministeriiile regeling wordt voor het proces-verbaal een model vastgesteld.

HOOFDSTUK U

De vsststelling vsn de vericiezingsuits/sg door het centrss/ stemburesu

§ 1 Aigemene bepalingen

Artikel U 1

Onmlddellijk nadat de processen-verbaal zljn ontvangen. gaat het centraal stembureau over tot het verrichten van de werkzaamheden ter vaststelling van de uitslag van de verkiezing.

Artlkel U 2

1. Elke stem geldl. naar gelang van de provincie waar zij is uitgebracht. voor een aantal stemmen. gelijk aan het getal dat verkregen wordt door het inwone"al van de provincie te delen door het honderdvoud van het aantal leden waaruit provincia Ie staten bestaan. Het quotient wordt daarna afgerond tot een geheel getal. naar boven. indien een breuk 1/2 of meer. en naar beneden. indien een breuk minder dan 1/2 bedraagt. Dit getal wordt de stemwaarde genoemd.

2. Ais het inwone"al van een provincie geldt het inwone"al volgens de door het Centraal 8ureau voor de Statistiek bekend gemaakte gegevens betreffende de bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar waarin de verkiezing plaatsvindt.

3. Indien in geval van ontbinding van de Eerste Kamer de gegevens betreffende de bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar waarin de verkiezing plaalSvindt. nog niet zijn bekend gemaakl. wordt de stemwaarde bepaald aan de hand van de gegevens betreffende de bevolkingscijfers per 1 januari van het daaraan voorafgaande jaar.

§ 2 De zetelverdeling

Artlkel U 3

Ten aenzien van iedere provincie vermenigvuldigt het centrssl stembu­reau de aantallen op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen en de stemcijfers van de lijsten met de voor die provincie geldende stemwaarde. Voor de vaststelling van de uitslag van de verkiezing gelden de aldus verkregen produklen als de aantallen op ieder kandidaat uitgebrachte stemmen. onderscheidenlijk de stemcijfers van de lij"ten.

Staatsblad 1989 423 53

Page 55: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikal U 4

1. Een stel gelijkluidende lijsten als bedoeld in artikel R 10. eerste lid. geldt voor de vaststelling van de uitslag van de verkiezing als een lijst. -

2. Het centraal stembureau telt van deze gelijkluidende lijsten te zamen de stemcijfers en de aantallen op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen.

Artikal U 6

Een lijstengroep als bedoeld in artikel R 10. tweede lid. geldt voor het bepalen van het aantal daaraan toe te wijzen zetels als een lijst. met een stemcijfer gelijk aan de som van de stemcijfers van de lijsten waaruit de groep bestaat.

Artikal U 6

1. Een lijstencombinatie als bedoeld in artikel S 8. geldt voor het bepalen van het aantal daaraan toe te wijzen zetels als een lijst. met een stemcijfer gelijk aan de som van de stemcijfers van de lijsten waaruit die combinatie bestaat.

2. Een lijstencombinatie wordt slechts in aanmerking genomen. indien aan ten minste twee van de verbonden lijsten een zetel zou zijn toegewezen. indien geen lijstencombinaties zouden zijn gevormd. Verbonden lijsten die zelfstandig geen zetel zouden hebben verworven. worden geacht. geen deel uit te maken van de lijstencombinatie.

Artikal U 7

1. Het centrael stembureau deelt de som van de stemcijfers van aile lijsten door het aantal te verdelen zetels.

2. Het aid us verkregen quotient wordt kiesdeler genoemd.

Artikal U 8

Zoveel maal als de kiesdeler is begrepen in het stemcijfer van een lijst wordt aan die lijst een zetel toegewezen.

Artlkal U 9

De overblijvende zetels. die restzetels worden genoemd. worden .achtereanvolgens toegewezen aan de lijsten die na toewijzing van de zetels het grootste gemiddelde aantal stemmen per toegewezen zetel hebben. Indien gemiddelden gelijk zijn. beslist zo nodig het lot.

Artikal U 10

Indien bij de toepassing van de vorige bepalingen aan een lijst meer zetels zouden moeten worden toegewezen dan er kandidaten zijn. gaan de overblijvende zetel of zetels door voortgezette toepassing van die bepalingen over op een of meer van de overige lijsten waarop kandidaten voorkomen aan wie geen zetel is toegewezen.

Artikal U"

1. De verdeling van de aan een lijstencombinatie toegewezen zetels over de lijsten walke zijn gecombineerd. geschiedt als voigt.

2. Het centraal stembureau deelt het stemcijfer van de lijstencombinatie door het aantal aan de lijstencombinatito toegewezen zetels.

3. Het aid us verkregen quotient wordt combinatiekiesdeler genoemd. 4. Zoveel maal als de combinatiekiesdeler is begrepen in het stemcijfer

van elk van de lijsten waaruit de combinatie bestast. wordt asn die lijst ean van de aan de combinatie toegewezen zetels toegewezen.

Staatsblad 1989 423 54

Page 56: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

5. De restzetels worden aChtereenvolgens toegewezen aan de lijsten van de combinatie waarvan de stemcijfers bij deling door de combinatie· kiesdeler de grootste overschotten hebben. Hierbij worden lijsten die geen overschot hebben, geacht lijsten te zijn met het kleinste overschot. Indien overschotten gelijk zijn, beslist zo nodig het lot.

Artikel U 12

,. De verdeling van de aan een lijstengroep toegewezen zetels over de lijsten waaruit de groep bestaat. geschiedt als voigt.

2. Het centraal stembureau deelt het stemcijfer van de lijstengroep door het aantal aan de groep toegewezen zetels.

3. Het aldus verkregen quotient wordt groepskiesdeler genoemd. 4. Zoveel maal als de groepskiesdeler is begrepen in het stemcijfer van

elk van de lijsten waaruit de groep bestaat. wordt aan die lijst een van de aan de groep toegewezen zetels toegewezen.

5. De restzetels worden achtereenvolgens toegewezen aan de lijsten van de groep waarvan de stemcijfers bij deling door de groepskiesdeler de grootste overschotten hebben. Hierbij worden lijsten die geen overschot hebben, geacht lijsten te zijn met het kleinste overschot. Indien overschot· ten gelijk zijn, beslist zo nodig het lot.

Artlkel U 13

,. Indien bij de toepassing van artikel U 11 of artikel U 12 aan een lijst meer zetels zouden moeten worden toegewezen dan er kandidaten zijn, gaan de overblijvende zetel of zetels door voorgezette toepassing van dat . artikel over op een van de andere lijsten van de combinatie, onderschei­denlijk van de groep, waarop kandidaten voorkomen aan wie geen zetel is toegewezen .

. 2. Zijn er na toepassing van het eerste lid nog zetels toe te wijzen, dan . worden deze toegewezen volgens het stelsel van de grootste gemiddelden als bedoeld in artikel U 9.

Artikel U 14

De in de voorgaande artikelen bedoelde lotingen vinden plaats in de in artikel U 16 bedoelde zilting van het centraal stembureau.

§ 3 De toewijzing van de zetels aan de kandidaten

Artlkel U 1&

,. Gekozen zijn de kandidaten van de lijst, daartoe aangewezen door overeenkomstige toepassing van de artikelen P 15 tot en met P '8.

2. De rangschikking van de kandidaten geschiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel P 19. .

§ 4 De bekendmaking van de verkiezingsuitslag

Artikel U 16

1. De voorzitter van het centraal stembureau maakt de uitslag van de verkiezing zo spoedig mogelijk bekend. De bekendmaking geschiedt in een openbare zitting van het centraal stembureau. De artikelen P 20, tweede tot en met vierde lid, en P 22 zijn van toepassing.

2. De voorzitter van het centr8s1 stem bureau maakt de uitslag van de verkiezing zo spoedig mogelijk openbaar door plaatsing van een afschrift van het proces-verbaal van de zitting in de Nederlandse Staatscourant.

3. De voorzitter van het centraal stembureau doet een afschrift van het proces-verbaal toekomen aan de Eerste Kamer.

Staatsblad 1989 423 55

Page 57: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel U 17

Het centraal stembureau kan, hetzij ambtshalve, hetzij naar aanleiding van aen met opgave van radenan gedaan verzoek van aen of meer leden van de staten van aen provincie, tot aen nieuwe opneming van stembiljen€ uit aen of meer provincias overgaan.

Artikel U 18

1. Zodra de uitslag van de verkiezing is vastgesteld, worden de geopende verzegelde pakken, nadat aile stembiljetten weer daarin zijn gedaan, opnieuw verzegeld.

2. Het proces-verbaal, bedoeld in artikel U 16, en de verzegelde pakken blijven berusten onder het centraal stem bureau. Zodra over de toelating van de gekozenen is beslist, worden de verzegelde pakken vernietigd. Van deze vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.

AFDELING IV

Het begin van en de veranderingen in het lidmaetechap van de vertegenwoordigende organen

HOOFDSTUKV

Het begin van het lidmaatschap

§ 1 Aigemene bepalingen

Artlkel V,

1. De voorzitter van het centraal stembureau geeft de benoemde schriftelijk kennis van zijn benoeming. De brief, houdende deze kennisge ving, wordt uiterlijk op de derde dag na de vaststelling van de uitslag var de verkiezing of na de benoemdverklaring aangetekend toegezonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt.

2. Indien de benoemde een gemachtigde heelt aangewezen, geschiec de toezending of uitreiking aan die gemachtigde.

3. De voorzitter geeft tegelijkertijd schriftelijk kennis van de benoemin, aan het vertegenwoordigend orgaan. Deze kennisgeving ·strekt de benoemde tot geloofsbrief.

Artikel V 2

1. De benoemde draagt er zorg voor dat uiterlijk op de tiende of, bij een benoeming in een tussentijds opengevallen plaats, de achtentwintigsl dag na de dagtekening van de kennisgeving van benoeming het vertegen woordigend ongaan van hem, onderscheidenlijk van de gemachtigde, bij brief of telegrafisch mededeling ontvangt dat hij de benoeming aanneem

2. Is binnen die tijd de mededeling niet ontvangen, dan wordt hij geacht de benoeming niet aan te nemen.

3. De voorzitter van het vertegenwoordigend orgaan deelt aan de voorziner van het centrssl stembureau onverwijld made, dat de benoemd de benoeming heaft aangenomen, dan wei dat hij geacht wordt de benoeming niet 88n te nemen.

4. Indien de benoemde de benoeming niet aanneemt, doet hij of zijn gemachtigde daarvan binnen de in het eerste lid bedoelde termijn bij brief of telegrafisch mededeling aan de voorzitter van het centraal stem bureau. Deze geeft hiervan kennis aan het vertegenwoordigend orgaan.

5. Zolang nog niet, of nog niet onherroepelijk, tot toelating var de benoemde is besloten, kan deze, onderscheidenlijk zijn gemachtigde, bij brief of telegrafisch aan het vertegenwoordigend orgaan mededelen dat

Staatsblad 1989 423 5

Page 58: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

hij op de aanneming van de benoeming terugkomt. Hij wordt dan geacht de benoeming niet ta hebben aangenomen. De voorzitter van het verte­genwoordigend orgaan geeft van de ontvangst van deze mededeling onverwijld kennis aan de voorzitter van het centraal stembureau.

Artlkel V 3

1. Tegelijk met de mededeling dat hij zijn benoeming aanneemt, legt de benoemde, onderscheidenlijk zijn gemachtigde, aan het vertegenwoor­digend orgaan een door hem ondertekende verklaring over, vermeldende aile open bare betrekkingen die de benoemde bekleedt.

2. Tenzij de benoemde op het tijdstip van benoeming reeds lid van het vertegenwoordigend orgaan was. legt hij tevens een uittreksel uit het persoonsregister van een gemeente over, w8aruit zijn woonplaats. datum en plaats van de geboorte, alsmede, indien het betreft een benoeming tot lid van de Tweede of Eerste Kamer of provincia Ie staten, zijn Nederlsn­derschap blijken.

3. De gemachtigde van de benoemde die buiten Nederland woonplaats heeft, legt in plaats van het uittreksel, bedoeld in het tweede lid, een uittreksel uit de geboorteregisters over, waaruit datum en plaats van de geboorte van de benoemde blijken, alsmede een bewijs van Nederlanderschap betreffende de benoemde.

4. Indien een tot lid van de gemeenteraad benoemde niet-Nederlander is, legt de burgemeesler aan de gemeenleraad slukken over waaruit blijkl of belrokkene voldoet aan de vereislen, bedoeld in artikel 21, tweede lid, van de gemeentewel (Stb. 1931.89).

Artlkel V4

1. Het vert~genwoordigend orgasn waarvoor de verkiezing is geschied, onderzoekt de geloofsbrief en beslist of de benoemde als lid van dal orgaan wordl toegelaten. Daarbij gaal hel na. of de benoemde aan de vereislen voor hellidmaatschap voldoet en geen mel het lidmaalschap onverenigbare betrekking vervult, en beslisl hel de geschillen welke met belrekking tol de geloofsbrief of de verkiezing zelf rijzen. Indien de benoemde voor de eerste samenkomsl van het nieuw gekozen orgaan de voor het lidmaalschap vereisle leeftijd zal hebben bereikt, wordt daarmee bij het nemen van de beslissing rekening gehouden. De wijze waarop hel onderzoek van de geloofsbrieven van de leden van de Tweed.e, onder­scheidenlijk van de Eerste Kamer geschiedl. wordl geregeld in het reglemenl van orde van de desbetreffende kamer.

2. Het onderzoek van de geloofsbrief strekl zich niel uit tol de geldigheid van de kandidatenlijslen en van de lijstverbindingen.

3. 8etreft het de loelaling van degene die is benoemd in eon tussentijds opengevallen plssts, dan strekt het onderzoek zich niet uit tot punten die het varloop van de varkiezing of da vaststelling van de uitslag betreffen.

4. Tan behoeva van het onderzoak, badoald in het eorste lid, kan hel vartagenwoordigend orgaan tot een nieuwe opneming van stembiljetten, zowel uit aile als uit een of meer stemdistricten of provincies. besluiten. De burgameestar die de desbetreffende stambiljattan ondar zich heeft, onderscheidanlijk de voorzittar van het centraal stambureau voor de varkiezing van de leden van de Eersta Kamar, doet deza op verzoek van hat vertegenwoordigand orgaan onvarwijld naar dat orgaan overbrengen. Na ontvangst van de stambiljatten gaat het vertegenwoordigend orgaan onmiddallijk tol de opneming ovar. Het is bevoegd daartoe de varzegelde pakken te openen en de inhoud te vergelijken mel de processen-verbaal van de stembureaus. Bij deze opneming zijn de artikelen N 5, N B en N 9 van overeenkomstige toepassing.

Artlkel V &

De ongeldigheid van de stemming in ,;,;n of meer stemdistricten of provincies· of een onjuistheid in de vaststelling van de uitslag van df!!

Staatsblad 1989 423 57

Page 59: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

verkiezing staat niet in de weg aan de toelating van de leden. op wier verkiezing de ongeldigheid of onjuistheid geen invloed kan hebben gehad. en. in geval van ongllidigheid van de stemming. de nieuwe stemming geen invloed kan hebben.

Artikel V 8

1. Indien het orgaan waaNoor de benoeming is geschied. beslui! to! niet-toelating van een of meer leden wegens de ongeldigheid van de stemming in een of meer stemdistricten of provincies geeft de voorzitter daaNan onverwijld kennis aan Onze Minister van 8innenlandse Zaken. indien het betreft een verkiezing van de leden van de Tweede of Eerste Kamer. aan gedeputeerde staten. indien het betreft een verkiezing van d· leden van de staten van een provincie en aan burgemeester en wethouder indien het betreft een verkiezing van de leden van de gemeenteraad.

2. Uitertijk op de dertigste dag nadat deze kennisgeving is ontvangen. vindt in de in het eerste lid bedoelde stemdistricten. onderscheidenlijk provincies. een nieuwe stemming plaats en wordt de uitslag van de verkiezing opnieuw vastgesteld. De dag van de stemming wordt. indien het betreft een verkiezing van de leden van de Tweede of Eerste Kamer. vastgesteld door Onze Minister van 8innenlandse laken. indien het betreft een verkiezing van de leden van de staten van een provincie. doc gedeputeerde staten. en indien het betreft een verkiezing van de leden van de gemeenteraad. door burgemeester en wethouders.

3. Bij daze vaststelling blijft degene die reeds als lid is toegelaten. gekozen verklaard. ook indien mocht blijken dat dit ten onrechte is geschied. Tegenover hem valt dan af de kandidaat die. indien de toegel. tene niet gekozen was verklaard. gekozen zou zijn.

Artikel V.,

1. ABn de in aitikel V 6 bedoelde stemming zijn de kiezers bevoegd d. te nemen wier namen voorkomen in de uittreksels. bedoeld in anikel J ; eerste lid. met uitzondering van degenen bij wier naam de aantekening epas •• evolmacht. of .brief» is geplaatst. Tevens zijn daartoe bevoegd c kiezers wier namen voorkomen op de ingeleverde kiezerspassen. volmact bewijzen en briefstembewijzen. voor zover de genoemde bescheiden gebezigd zijn bij de ongeldig verklaarde stemming. Betreft het een stem bureau als bedoeld in anikel M 9. dan zijn daartoe bevoegd de kiezers wier namen voorkomen op de in anikel M 4. vielde lid. bedoeld, verzoekschriften.

2. Personen ten aanzien van wie na de ongeldig verklaarde stemming blijkt. dat hun naam ten onrechte ontbreekt dan wei ten onrechte voorkor in de uittreksels. bedoeld in artikel J 17. eerste lid. zijn bevoegd. onder· scheidenlijk niet bevoegd. aan de in artikel V 6 bedoelde stemming deel te nemen. De uittreksels worden daartoe aangepast.

3. Een voor de ongeldig verklaarde stemming verleende toestemmin~ om bij volmacht te stemmen geldt niet voor de in het eerste lid bedoeld. nieuwe stemming.

Artlkel V B

Indien het orgaan waaNoor de benoeming is geschied. heelt besloten om een of meer van de benoemde leden wegens de onjuistheid van de vaststelling van de uitslag van de verkiezing niet toe te laten. wordt daaNan door de voorzitter onverwijld kennis gegeven aan het centraal stem bureau.

Artlkel V 9

1. Uiterlijk op de veertiende dag nadat de kennisgeving. bedoeld in artikel V 8. is ontvangen. houdt het centraal stem bureau een open bare

Staatsblad 1989 423

Page 60: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

zining en stelt het met inachtneming van de in artikel V B bedoelde beslissing de uitslag van de verkiezing voor zover nodig opnieuw vast.

2. De artikelen P 20 en P 22 tot en met P 24 vinden overeenkomstige toepassing.

3. Het onderzoek van de geloofsbrief van de aldus nieuw gekozen verklaarde strekt zich niet uit tot punten, die het verloop van de verkiezing raken.

Artikel V 10

Indien het orgaan waarvoor de benoeming is geschied, heef! besloten de ben oem de niet als lid toe te laten op de grond dot hij niet voldoet aan de vereisten voor het lidmaatschap of dot hij een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, geeft de voorziner van dot orgaan dearvan onverwijld kennis Ban de voorzitter van hat centrasl stem bureau.

Artikel V 11

Het lidmaatschap van een tot lid van een vertegenwoordigend orgaan benoemde vangt aan zodra zijn toelating onherroepelijk is geworden.

§ 2 Bijzondere bepalingen betreffende het begin van het lidmaatschap van provinciale st8ten en de gemeenterasd

Artikel V 12

De beslissing betreffende de toelating van de bij een verkiezing gekozen leden van provinciale staten, onderscheidenlijk de gemeenteraad, wordt genomen uiterlijk op de zevenentwintigste deg no' de stemming of, indien dit niet mogelijk is, zo spoedig mogelijk daama. Betreft het de toelating van benoemden ter vervulling van buiten die tijd opengevallen plaatsen dan word! de beslissing onverwijld genomen.

Artikel V 13

1. Van elke beslissing betreffende de toelating van de tot lid van provincia Ie staten, onderscheidenlijk de gemeenteraad, benoemden, geven gedeputeerde staten, onderscheidenlijk burgemeester en wethou­ders, terstond schriftelijk kennis aan de benoemde.

2. De niet-toegelatene wordt met de redenen van de beslissing bekend gemaakt.

3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien door provinciale staten, onderscheidenlijk de gemeenteraad, wegen. herhaalde staking van stemmen of wegens staking van stemmen in een voltallige vergadering over een voorstel omtrent toelating geen beslissing is genomen.

Artikel V 14

1. In afwijking van artikel 9 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen wordt een beroepschrift ingevolge die wet tegen een beschikking als bedoeld in artikel V ,13, eerste lid, ingediend uiterlijk op de zesde dog nadat zij is gegeven of geacht wordt te zijn geweigerd. Artikel D 9 is van overeenkomstige toepassing.

2. Betreft het de toelating van bij een verkiezing gekozen leden van provinciale staten, dan doet de Afdeling rechtspraak van de Road van State uitspraak uiterlijk op de twaalfde dog nadat het beroepschrift is ontvangen en blijven mede de artikelen 105, tweede lid, laotste volzin, en 106 van de Wet op de Road van State buiten toepassing.

Staatsblad 1989 423 59

Page 61: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikal V 15

1. Indien op het tijdstip van periodieke aftreding van de leden van provinciale staten, onderscheidenlijk van de gemeenteraad, niet de goedkeuring van de geloofsbrieven van meer dan de helft van het wettelijk voorgeschreven aantalleden onherroepelijk is geworden, houden de leden van provinciale staten, onderscheidenlijk van de gemeer teraad, zitting, totdat zulks is geschied. Gedurende deze tijd oefenen de bij de verkiezing gekozen leden hun functie niet uit.

2. Een plaats die openvalt na het tijdstip van periodieke aftreding, wordt vervuld op dezelfde wijze, als zou zijn geschied, indien zij voor dat tijdstip zou zijn opengevallen.

Artikal V 16

Het in de artikelen V 6, V 8 en V 10 bepaalde vindt eerst toepassing wanneer het besluit van provinciale staten, onderscheidenlijk de gemeen teraad, onherroepelijk is geworden.

HOOFDSTUKW

De p/sstsvervsnging

Artlkal W 1

1. Wanneer, anders dan bij de vaststelling van de uitslag van een verkiezing, in een opangevallen plaats moet worden voorzien, verklaart d voorzitter van het centraal stembureau bij een met redenen omkleed besluit, uiterlijk op de veertiende dag nadat dit te zijner kennis is gekomer benoemd de daarvoor in aanmerking komende kandidaat die in de volgorde, bedoeld in artikel P 19, het hoogst is geplaatst op de lijst waarop degene die moat worden vervangen, is gekozen. Indien het lid in wiens plaats moat worden voorzien, ontslag heeft genomen met ingang van een bepaald tijdstip, vangt de termijn, bedoeld in de eerste volzin, aan op dat tijdstip.

2. Indien een plaats openvalt die door toepassing van artikel P 16, tweede lid, was vervuld, verklaart de voorzitter van het centraal stemburea in afwijking van het eerste lid, benoemd de daarvoor in aanmerking komende kandidaat op de lijst waaraan ingevolge artikel P 16, tweede lid, een zetel was onthouden.

3. Indien de lijst, bedoeld in het eerste lid, dee I uitmaakt van een lijstengroep en op een of meer andere lijsten of stellen gelijkluidende lijsten van die groep kandidaten voorkomen die op de gezamenlijke .iijste waarop zij voorkomen, een aantal stemmen hebben verkregen groter dar de helf! van de kiesdeler, doch die niet met toepassing van artikel P 15 zijn gekozen. verklsart de voorzitter van hat centrasl stembureau, in afwijking van het eerste lid, benoemd diegene van deze kandidaten op wie het grootste aantal stemmen is uitgebracht.

4. Indien een plaats openvalt die door toepassing van het derde lid was vervuld en dat lid niet opnieuw moet worden toegepast, verklaart d, voorzitter van het centraal stem bureau benoemd de daarvoor in aanmerkir komende kandidaat op de lijst waaraan ingevolge het derde lid een zetel was onthouden.

5. 8ij ministeriale regeling wordt een model vastgesteld voor het besluit van de voorzitter van hat centr8s1 stembureau ter benoeming van een lid van een vertegenwoordigend orgaan, noodzakelijk geworden door

a. het niet-aannemen van de benoaming door een kandidaat; b. het niet-toalaten als lid van een kandidaat op de grond dat hij niet

voldoet aan de vereisten die voor het lidmaatschap zijn gesteld, of c. het openvallen van een plaats in dat orgaan.

Staatsblad 1989 423 6

Page 62: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

• ArtikalW2

1. Bij de toepassing van artikel W 1 wordt buiten rekening gelaten de kandidaat:

8. die is overleden; b. wiens VBcature vervuld wordt; c. die in de vacature benoemd is verklaard. maar schriftelijk verklaard

heeft of geacht wordt de benoeming niet aan te nemen. de in artikel V 3 genoemde stukken niet tijdig heeft ingezonden of bij onherroepelijk besluit niet tot het vertegenwoordigend orgaan is toegelaten;

d. die lid is van het vertegenwoordigend orgaan of als zodanig benoemd is verklaard. terwijl over zijn toelating als lid nog niet onherroepelijk is beslist;

e. van wie door de yoarziner van het centrsal stembureau aen schrifte­lijke verklaring is ontvangen dat hij niet voor benoeming in aanmerking wenst te komen;

f. die. indien het de verkiezing van de gemeenteraad betreft. niet benoembaar is ingevolge het bepaalde in artikel 25a van de gemeentewet ..

2. Een verklaring als badoeld in het eerste lid. onder e. kan worden ingetrokken.

3. Bij ministeriiile regeling wordt een model vastgesteld voor de verklaring. badoeld in het eerste lid. onder e.

Artlkel W3

1. Indien bij de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk geen kandidaat meer voor banoeming in aanmerking komt op de lijst waarop degene is gekozen die moet worden vervangen. en deze lijst te zamen met atin of meer andere lijsten aan lijstengroep. onderscheidenlijk een lijstencombinatie. vorrnt. gaat de zetel door toepassing van artikel P 13. onderscheidenlijk artikel U 13. over op titin van die andere lijsten. De kandidaat van deze lijst die naar de volgorde. vastgesteld overaankomstig artikel P 19. voor benoeming in aanmerking komt. wordt benoemd verklaard. Komt ook op deze lijst geen kandidaat meer voor benoeming in aanmerking. dan word! de plaats aan een andere van de groep. onder· scheidenlijk de combinatie. deel uitmakende lijst toegekend door verdere toe passing van het in dit lid bapaalde. en zo vervolgens.

2. Bij de loepassing van het eerste lid komen hel eersl in aanmerking de lijsten die te zamen met de desbetreffende lijst een lijslengroep vormen en vervolgens de lijslen die mel die lijsllol een lijstencombinalie zijn verbonden.

Artlkel W4

1. Indien bij plaalsvervanging van leden van een gemeenleraad met zeven of elf leden geen kandidaat meer voor benoeming in aanmerking komt op de lijst. waarop degena is gekozen die moat wordan varvangen. of op de lijslen die mat deze lijst een lijstangroep of lijstencombinatie vormen. wordt door loepassing van artikel P 10 beslist aan welka van de andere lijsten de plaats zal worden toegakend. De kandidaat dia op de lijst waaraan de plaats wordt toegekend. naar de volgorde. vastgesteld overeenkomstig artikel P 19. voor banoeming in aanmerking komI. wordt benoemd verklaard.

2. Indien bij de loepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk op geen van de lijsten een kandidaat meer voor benoeming in aanmerking komI. baslist het cenlraal stem bureau dat geen opvolger kan worden banoemd. Bij ministeriiile regeling wordt voor het besluit een modal vastgesteld.

Staatsblad 19B9 423 61

Page 63: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

• Artikel W 6

1. Indien de toepassing van artikel W 3 of artikel W 4 tot een beslissir door het lot aanleiding geeft, zal de loting plaats hebben in een zining Vi

het centrast stembureau. 2. Op de in het eerste lid bedoelde zitting vinden de artikelen P 20 er

P 22 overeenkomstige toepassing.

Artlkel we

Indien de voorzitter van een centraal stembureau op dezelfde dag kennis krijgt van het openvallen van meer dan een pleats in een verteger woordigend orgaan en als gevolg hiervan een kandidaat op -meer dan ee lijst benoemd zou moeten worden verklaard, wordt deze benoemd met overeenkomstige toepassing van artikel P 18.

Artlkel W7

1. ledere benoeming die met toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk geschiedt, wordt terstond bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant of, indien het betreft de benoeming van een lid van provincia Ie staten of de gemeenteraad, op de in de provincie, onderschE denlijk de gemeente, gebruikelijke wijze.

2. De voorzitter van het centraal stembureau doet een afschrift van h' benoemingsbesluit toekomen aan het vertegenwoordigend orgaan.

Artlkel W8

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de voorziening in opengevallen plaatsen in vertegen woordigende organen.

HOOFDSTUKX

Het einde van het lidmaatschap

§ 1 Aigemene bepalingen

Artikel X,

1. Zodra onherroepelijk is komen vast te staan dat een lid van een vertegenwoordigend orgaan een van de vereisten voor het lidmaatscha~ niet bezit of dat hij een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, houdt hij op lid te zijn.

2. De voorzitter van het vertegenwoordigend orgaan geeft hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het centrast stembureau.

3. Een overeenkomstige kennisgeving vindt plaats, indien door het overlijden van een lid een plaats in het vertegenwoordigend orgaan is opengevallen.

Artlkel X2

1. Een lid van een vertegenwoordigend orgasn, tot wiens toelating onherroepelijk is besloten, kan te allen tijde zijn ontslag nemen. Ontslag· neming met terugwerkende kracht is niet mogelijk.

2. Hij bericht dit schriftelijk aan de voorzittervan het vertegenwoordiger orgaan. Deze geeft hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het centraal stembureau.

3. Op een ingediend ontslag kan nillt worden teruggekomen.

Staatsblad 1989 423

Page 64: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

§ 2 Bijzondere bepalingen

Artikel X 3

1. Wanneer een lid van de Tweede of van de Eerste Kamer komt te verkeren in aen van de gevallen. genoemd in hat eerste lid van anikel Xl. geeft hij hiervan kennis aan de kamer, met vermelding van de reden.

2. Indien de kennisgeving niet is gedaan en de voorziner van de kamer van oordeel is, dat een lid van de kamer verkeert in een van de gevallen, genoemd in het eerste lid van artikel XI, waarschuwt hij de belangheb­bende schriftelijk.

3. Het staat deze vrij de zaak uiterlijk op de achtste dag na de dagtekening van de in het tweede lid bedoelde waarschuwing aan het oordeel van de kamer te onderwerpen.

Artlkel X4

1. Wannesr aen lid van provinciale staten komt te verkeren in een van de gevallen, genoemd in het eerste lid van artikel XI, geeft hij hiervan kennis aan de staten, met vermelding van de reden.

2. Indien de kennisgeving niet is gedaan en gedeputeerde staten van oordeal zijn. det &en lid van provinciale staten verkeert in aen van de gevallen, genoemd in het eerste lid van artikel XI, waarschuwen zij de belanghebbende schriftelijk.

3. Het staat deze vrij de zaak uiterlijk op de achtste dag na de dagtekening van de in het tweede lid bedoelde waarschuwing aan het oordeel van provincials staten te onderwerpen.

Artlkel X &

1. Wanneer een lid van de gemeenteraad komt te verkeren in een van de gevallen, genoemd in het eerste lid van artikel XI, geeft hij hiervan kennis aan de raad, met vermelding van de reden.

2. Indien de kennisgeving niet is gedaan en burgemeester en wethouders van oordeel zijn, dat een lid van de gemeenteraad verkeert in een van de gevallen, genoemd in het eerste lid van artikel XI, waarschuwen zij de belanghebbende schriftelijk.

3. Het steat deze vrij de zaak uiterlijk op de achtste dag na de dagtekening van de in het tweede lid bedoelde waarschuwing aan het oordeel van de raad te onderwerpen.

Artlkel X 6

Leden van provinciale staten en van de gemeenteraad die hun ontslag hebben ingezonden, behouden, ook indien zij ontslag hebben genomen met ingang van een bepaald tijdstip, hun lidmaatschap, totdat de goed­keuring van de geloofsbrieven van hun opvolgers onherroepelijk is geworden of totdat het centraal stem bureau heeft beslist dat geen opvolger kan worden benoemd.

Artlkel X 7

1. -Het lid van provinciale staten dat in strijd met artikel 12 van de Provinciewet (Stb. 1962, 17) handelt, kan in zijn betrekking worden geschorst door gedeputeerde staten. Oit college onderwerpt de zaak aan het oordeel van provinciale staten in hun eerstvolgende vergadering.

2. Provinciale staten kunnen, na de geschorste in de gelegenheid te hebben gesteld zich mondeling te verdedigen, hem van zijn lidmaatschap vervallen verklaren. Indien zij daartoe geer, aanleiding vinden, helfen zij de schorsing op.

Staatsblad 1989 423 63

Page 65: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

3. Provinciale staten kunnen ook ambtshalve het lid dat in s,rijd me: artikel 12 van de Provinciewet handelt, na hem in de gelegenheid te hebben gesteld zich mondeling te verdedigen, van zijn lidmaatschap vervallen verklaren. •

4. Van de beslissing van provinciale staten, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt terstond aan de belanghebbende mededeling gedaan.

5. Indien provinciale staten tot vervallenverklaring hebben besloten, blijft deze buiten werking zolang tegen dat besluit een voorziening ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen openstaat of ingevolge een zodanige voorziening een procedure aanhang is. Ingeval de'vervallenverklaring ambtshalve heeft plaatsgevonden, is h. lid van provinciale staten gedurende deze periode in zijn betrekking geschorst.

6. Indien een lid van provinciale staten op grond van dit artikel onher­roepelijk van zijn lidmaatschap vervallen is verklaard, doet de commissar van de Koning daarvan mededeling aan de voorzitter van het centraal stembureau.

Artikel X 8

1. Het lid van de gemeenteraad dat in strijd met artikel 26 van de gemeentewet handelt, kan in zijn betrekking worden geschorst door burgemeester en wethouders. Dit college onderwerpt de zaak aan het oordeel van de raad in zijn eerstvolgende vergadering.

2. De raad kan, na de geschorste in de gelegenheid te hebben gestel, zich mondeling te verdedigen, hem van zijn lidmaatschap vervallen verklaren. Indien hij daartoe geen aanleiding vindt, heft hij de s"horsing op.

3. De raad ken ook ambtshalve het lid dat in strijd met artikel 26 van de gemeentewet handelt, na hem in de gelegenheid te hebben gesteld zich mondeling te verdedigen, van zijn lidmaatschap vervallen verklaren.

4. Van de beslissing van de raad, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt terstond aan de belanghebbende med"deling gedaan.

5. Indien de rliad tot vervallenverklaring heeft besloten, blijft deze buiten werking zolang tegen dat besluit een voorziening ingevolge de W administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen openstaat of ingevolge een zodanige voorziening een procedure aanhangig is. Ingeva de vervallenverklaring ambtshalve heeft plaatsgevonden, is het lid van dl raad gedurende deze periode in zijn betrekking geschorst.

6. Indien een lid van de raad op grond van dit artikel onherroepelijk Vf

zijn lidmaatschap vervallen is verklaard, doet de burgemeester daarvan mededeling aan de voorzitter van het centraal stembureau.

Artikal X 9

Ten aanzien van een beroepschrift ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen tegen een beschikking als bedoeld de artikelen X 4, X 5, X 7 en X 8 is artikel D 9 van overeenkomstige toepassing.

Staatsblad 1989 423 E

Page 66: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

AFDELING V

Straf •• slot· en overgangsbepalingen

HOOFDSTUKY

Srrafbepa/ingen

Artikel Y 1

Degene die stembiljetten, kiezerspassen, volmachtbewijzen of briefstem· bewijzen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst Ie gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordl gestraftmet gevangenisstraf van ten hoogste zas jaren of geldboete van de vierde categorie.

Artikel Y 2

Degene die opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doel gebruiken stembiljetten, kiezerspassen, volmachtbewijzen of briefstembewijzen, die hij zelf heeft nagemaa~"t of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij ze ontving, bekend was, of deze, mel het oogmerk om ze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.

Artikel Y 3

Degene die stembiljetten. kiezerspassen. volmachtbewijzen of briefstem· bewijzen voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevan· genisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

Artikel Y4

1. Degene die bij een verkiezing door gift of belofte een kiezer omkoopt om volmacht te geven tot het uitbrengen van zijn stem, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

2. Met dezelfde straf wordt gestraft de kiezer die zich door gift of belofte tot het bij volmacht stemmen laat omkopen.

Artikel Y &

1. Bij veroordeling wegens een van de in de a"ikelen Y 1 tot en mel Y 4 omschreven misdrijven kan ontzetting van de in a"ikel 2B. eerste lid. onder 1', 2' en 4', van het Wetboek van Strafrecht vermelde rechlen worden uitgesproken.

2. Bij veroordeling tot een vrijheidsstraf van ten minste een jaar wagens een van de in de a"ikelen Y 1 tot en met Y 3 omschreven misdrijven, kan ontzetting van het in a"ikel 2B, aerste lid, onder 3', van het Wetboek van Strafrecht vermelde recht worden uitgesproken.

Artikel Y 6

Degene die bij een verkiezing als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze overleden is, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.

Staatsblad 19B9 423 65

Page 67: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikel Y 7

Degene die bij een verkiezing een ander heeft gemachtigd voor hem t stemmen en niettemin in persoon aan de stemming deelneemt. wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.

Artikel Y 8

Degene die stelselmatig personen aanspreekt ten einde hen te beweg het formulier op hun oproepingskaart, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart af te geven, wordt gestraft me hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.

Artikel Y 9

De werkgever die de hem bij artikel J 10 opgelegde verplichting niet nakomt. wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen ( geldboete van de tweede categorie.

Artlkel Y 10

De voorzitter, de leden en de opgeroepen plaatsvervangende leden v het stem bureau die gedurende de zitting buiten noodzaak afwezig zijn zonder dat in vervanging is voorzien, worden gestraft met geldboete va' de eerste categorie.

Artikel Y 11

De in de artikelen Y 1 tot en met Y 4 bedoelde stralbare feiten worde als misdrijven beschouwd en de in de artikelen Y 6 tot en met Y 10 bedoelde strafbare feiten als overtredingen.

HOOFDSTUKZ

5/ot- en overgangsbepa/ingen

Artlkel Z 1

1. Wanneer bij of krachtens deze wet voorgeschreven verrichtingen een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag zouden vallen. treedt de eerstvolgende dag, geen zaterdag, zondag of algemeen erker feestdag zijnde, daarvoor in de plaats. Deze bepaling is mede van toe passing op het tegelijk aftreden van de leden van vertegenwoordiger organen.

2. Voor zover de bepaling van de tijd voor die verrichtingen aan het openbaar gezag is opgedragen, worden daarvoor geen zaterdagen. zondagen of algemeen erkende feestdagen aangewezen.

3. Onder algemeen erkende feestdagen worden verstaan de in artike van de Aigemene terrnijnenwet (Stb. 1964,314) als zodanig genoemd. en de bij of krachtens dat artikel daarmee gelijkgestelde dagen.

ArtIkel Z 2

De bij deze wet gevoegde tabel maakt deel uit van deze wet.

Staatsblad 1989 423

Page 68: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

Artikal Z 3

De benoemdverklaring van plaatsvervangers in plaatsen welke openval. len in de Tweede en Eerste Kamer, in provinciale staten en in de gemeen· teraden geschiedt, zolang deze organan nog niet volgens de bepalingen van deze wet zijn gekozen, op de wijze als v66r de inwerkingtreding van deze wet was bepaald.

Artikal Z4

De Kieswet (Stb. 1951, 290) wordt ingetrokken.

Artikal Z 5

1. De bij de inwerkingtreding van deze wet bestaande indeling van Nederland in kieskringen voar de verkiezing van de laden van de Tweede Kamer blijft tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip van kracht, doch uiterlijk tot de dag waarop de Tweede Kamer na de eerste verkiezing ns de inwerkingtreding van deze wet yoar het eerst bijeenkomt.

2. De bij de inwerkingtreding van deze wet bestaande indeling van een provincia in kieskringen voar de verkiezing van de leden van provinciale staten blijft van kracht, totdat provinciale staten met betrekking tot de indeling in kieskringen voor die verkiezingen een besluit hebben genomen, doch uiterlijk tot de dag waarop provinciale staten na de aerste verkiezing ns de inwerkingtreding van deze wet voar het eerst bijeenkomen.

Artikal Z 6

. De periodieke verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer en van de gemeenteraden in 1990 worden gehouden op de tijdstippen, voorzien in de Kieswet (Stb. 1951,290).

Artlkal Z 7

De registers, door de Kiesraad en door de centrale stembureaus voor de verkiezing van de leden van provinciale staten bijgehouden ingevolge artikel G 1, eerste lid, onderscheidenlijk artikel G 2, eerate lid, van de Kieswet (Stb. 1951, 290), zoals deze luiden op het tijdstip van inwerking. treding van deze wet, vervallen met ingang van dat tijdstip. In het ingevolge artikel G 1, eerste lid, van deze wet door het centraal stem bureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer bij te houden register schrijft het centraal stembureau ambtshalve als aanduiding in, naar keuze van de desbetreffende groeperingen, de naam of de aanduiding dan wei, mits niet meer dan 35 letters of andere tekens omvattende, de naam en de aanduiding van de politieke groeperingen, wier naam of aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Tweede Kamer een of meer zetels zijn toegekend. Deze namen of aanduidingen worden in het register ingeschreven, zoals en in de volgorde waarin deze tot dat tijdstip in het register waren opgenomen.

Artlkal Z 8

Bij de eerste verkiezing van de leden van de Eerste Kamer na de inwer· kingtreding van deze wet wordt:

a. bij de toe passing van artikel R 4, tweede lid, tweede volzin, in plaats van .dezelfde lijst van een politieke groepering wier aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan» gelezen: dezelfde lijst va" een pOlitieke groepering aan wier kandidatenlijsten.

Staatsblad 1989 423 67

Page 69: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

lie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Kamerstukken II 1987/88. 1988/89. 20 264 Hand. II 1988/89. biz. 5037-5042; 5074; 5407;5657-5703;5775-5626; 5846-5665;5933;5936-5942; 5953-5954;6184 Kamerstukken I 1988/89. 20264 (230. 230a. 230b. 23Oc. 230d) Hand. I 1989/90. biz. 6-24

b. bij de toepassing van artikel S 12. eerste lid. eerste volz:.1, in p; ~a' van «de lijsten van politieke groeperingen wier aanduiding was geplaat~ boven een kandidatenlijst waaraan. gelezen: de lijsten van politieke groeperingen aan wier kandidatenlijsten. (

Artikel Z 9

1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

2. Voor de bekendmaking van deze wet stelt Onze Minister van Binnenlandse Zaken de nummering van de artikelen. paragrafen en hoofdstukken van deze wet opnieuw vast en brengt hij de in deze wet voorkomende aanhalingen van de artikelen. paragrafen en ·hoofdstukke' met de nieuwe nummering in overeenstemming.

Artikel Z 10

Deze wet kan worden aangehaald als Kieswet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat aile ministeries. autoriteiten. colleges en ambtenaren·wie zulks aangaat. aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ·s-Gravenhage. 2B september 19B9

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken. D. U. W. de Graaff-Nauta

Beat

Uitgegeven de negentie(lde oktober 1 £

Staatsblad 19B9 423

De Minister van Justi F. Korthals AI

Page 70: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

• Tabe •• bedoeld in artikal E 1. oerst. lid. van da Kiaawet

Nummer van de kieskring

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.

11.

12.

13.

14.

15.

16.

17.

Gabied W8atOver de kieskring lich uitstrekt Gemeenle wasr het hoofdstembureau is gevestigd

De provincia Groningen Groningen

De provincia Friesland Leeuwarden

De provincia Drenthe Aasen

De provincia OV8rijssei Zwolle

De provincia Flevoland lely.tad

De gemeenten Ammerzoden, 8euningen. Brakel. Nijmegen Buren. Cu'emborg. Druten. Echtald. Galdermalaan. Groesb8sk. Hadel. Heerewaardan. Heuman. Kerkwijk. Kesteren, Wenden. Maudriel. Maurik. Millingen 88n de Rijn. Nesrijnen. Nijmegen. Rossum. Tiel. Ubbergen. VureR. West Maas en Weal. Wijchen. Zaltbommel.

o. gemeenten van da provincia Geldarland die niet Arnham tot kielkring 6 behoren.

De provincie Utrecht Utrecht

De gemeente Amsterdam Amstardam

O. gemeanten Allameer. Amstelveen, Haarlem B.nnabroek. Baverwiik. Blaricum, Bloom.ndaal. Buaaum, Diemen, 'a-Graveland, Haa .... m. Haa .... mm.rtiad. en Spaamewoud •• Haartemmermear, Heamsk.rk. Heamatade. Hilveraum, Huizen, Laran, Muiden, Nearden, Nedemom den Berg. Ouder-Arnstel, Uithoom. Velun, Weeap. Zandvoort, •

De vemeantan van de provincia Noord-Holland die Dan Helder niet tot de kie.kringen 9 of 10 behoron.

De gemeente 's-Gravenhage 'a-Gravenhage

De gemeenta Ronerdam Ronerdam

De gamaanten Alblasserdam. Albrandswaard, Dordrecht Barandracht. Bamisse, Binnenmaas. Bri.lle. Cromstrijen. Deth. Dirkaland. Dordrecht Giessenlanden, Goedereede. Gorinchem. Graamroom. 's-Gravendeel, 's-Gravenzande, Hardinxvald-Gieaaandam. Heerjanadam. Hellavoetaluis. Hendrik-Ido-Ambacht. Korendijk. Leerdam. De liar. li.aveld. Maaaiand. MaasaJuis, Middelhamis. Monster. Naaldwiik. Niauw-Lakkartand. Ooltflakk.e. Oud-B.ijefland. Papendrecht. Ridderkerk. Rozenburg, Rijawiik. Schiedam, Schipluidan. Sliedrecht, Spijk.ni .... Strijen. Vian.n. Vlaardingen. Watering an. WeatVoome. Zed.rik. Zwijndracht.

De gameantan van de provincia Zuid-Holland dia Laidan niat tot da kiaskringan 12. 13 of 14 bahoran.

De provincia Zeeland Midd.lburg

De gemaenten Aalburg. Alphen an Rial. Tilburg Baarta-Nassau. Bergan op Zoom. Barkal-Enachot. Breda. Chaam. Di_ssen. Dintaloord an Prinsanland. Dongan. Orunan, Du ... n. Enan-Laur. Fijnaan en Heijningen, Geenruidenberg, Gilze er. Rijen, Goirte. 's-Gravenmoer. Helstaren. Heuadan. Hilverenbeak, Hooven, Hooge an Lage Mierde. Hooge en Lage Zwaluwe. Huijbergen. K1undan. Loon op land.

Staatsblad 1989 423 69.

Page 71: lFES 10: ~II ~I~tot en met 21 maart of. in een schrikkeljaar. met ingang van de dinsdag de periode van 14 tot en met 20 maart. ArtIkal C 2 De leden van de Tweede Kamer. gekozen na

---------------- -_._-------------...;. ---1-Nummer van de kl8skring

Gebled wearover de 'llesknn9 llCh uastrekl Gemeenle W:!af ,,~I hootdslembureal.: IS gell'eslIgd

----------------~------~~----~--~---(-Made en Orimmelen. Moergestel. Nieuw-Ginniken, Nieuw-Vosaem88f. Oisterwijk. Oosterhout, Oost-. West- en Middelbe8r1. 'Ossendrecht. Oudenbosch. Dud en Nieuw Gastel. Prinsenbeek, Pune, R88msdonk. Rijsbergen. Roosendaal en NilpDn, Rucphen. Sprang-Capelle. Standdaarbuiten, St8onbergen. Terheijden, Tot8r;ng8n. Tilburg, Udenhout. Waalwijk, Wa,pik. Werkendam, Willemstad. Woenldrecht, Woudrichem. Wouw. Zevenbergen,Zunden.

18.

19.

De gems8nten van de provincia Noord-8rabant die 's-Henogenbosch niet tot kieskring 17 ben oren.

De provincia Limburg. Maastricht

Staatsblad 1989 423