uva-dare (digital academic repository) franchising ... e in dit verband de nrs. 61 a t/m d en64 . 6...

51
UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (http://dare.uva.nl) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Franchising. Definitie, werkwijze, in- en externe aansprakelijkheid van der Heiden, A.J.J. Link to publication Citation for published version (APA): van der Heiden, A. J. J. (1999). Franchising. Definitie, werkwijze, in- en externe aansprakelijkheid Deventer: Kluwer General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: http://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. Download date: 12 Jul 2018

Upload: dinhtu

Post on 26-Jun-2018

213 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (http://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Franchising. Definitie, werkwijze, in- en externe aansprakelijkheid

van der Heiden, A.J.J.

Link to publication

Citation for published version (APA):van der Heiden, A. J. J. (1999). Franchising. Definitie, werkwijze, in- en externe aansprakelijkheid Deventer:Kluwer

General rightsIt is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s),other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulationsIf you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, statingyour reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Askthe Library: http://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam,The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

Download date: 12 Jul 2018

Bijlage 1 Tabellen en grafieken

Franchisegevers

. detailhandel food

.detailhandel non-food

fastfood

overige dienstverlening

. totaal

1985 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 199/

detailhandel food 27 46 45 46 49 52 64 64 65 61 58 57

detailhandel non-food 139 146 148 169 192 191 192 188 184 181 176 174

fastfood 21 19 19 20 22 23 22 65 69 80 84 99

overige dienstverlening 29 33 36 36 39 43 53 23 23 28 27 30

totaal 216 244 248 271 302 309 331 340 341 350 345 360

Franchisenemers

16000

14000

12000

10000 |

8000

6000

4000

2000

0

. detailhandel food

_ B _ detailhandel non-food

fastfood

overige dienstverlening

_^ totaal

i n i o i ^ a j o o - ^ c N c ^ g i n ç o r - -c o o o o o o o c o o î a i t D m g j g i a i a )

1985 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997

detailhandel food 998 1261 1153 1200 1374 1501 2040 2010 2075 2060 2180 2000

detailhandel non-food 5077 5850 5870 5993 7081 7435 7520 7000 6800 6500 6250 7600

fastf00d 175 212 326 339 516 530 280 2820 2750 2800 2900 4000

overige dienstverlening 497 929 983 900 1229 1539 2800 290 350 465 580 730

totaal 6747 8252 8332 8432 10200 11005 12640 12120 11975 11825 11910 14330

Medewerkers

120000 ,

100000 j

80000

60000

40000

_ ^ _ detailhandel food

_^ detailhandel non-food

fastfood

overige dienstverlening

% totaal

i n c o ^ c o o o ^ - c N c o ^ r m c o r ^ c o o o a o c o c o a ) < T > O î a ) O î c 3 î a > a î 0 ) 0 ) f f l f f i O ) ö l Ö l Ö ) Ö ) f l ) 0 ) 0 ) 0 )

I985 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997

detailhandel food 5280 7576 7748 8150 9046 10357 14750 14250 18500 23500 30000 30000

detailh. non-food 17219 18805 20440 22090 37535 37886 32500 30150 29800 30000 30000 35000

fastfood 2321 3075 3120 3296 4225 4500 6750 16600 17100 17800 21500 27500

overige dienstverl. 1277 2184 2280 2310 2908 3734 15000 8750 12000 14000 18500 25000

totaal 26097 31640 33588 35846 53714 56477 69000 69750 77400 85300 100000 117500

Omzet in miljoenen guldens

l O h - c o c n o i - C M c o ^ - i n i o i ^ C O C O C O C O O Î C D O T O O O Î O O

+ detailhandel food

g detailhandel non-food

fastfood

overige dienstverlening

totaal

1985 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997

detailhandel food 1188 1927 2052 2278 2966 2988 3600 3630 4500 5500 6700 6400

detailh. non-food 8508 8908 8925 9003 9651 9803 9250 8500 8250 8300 7600 9000

fastfood 330 862 879 903 1021 1040 735 1650 2600 2725 3200 2700

overige dienstverl. 213 463 711 715 754 755 1200 820 930 1015 1400 2300

totaal 10239 12160 12567 12899 14392 14586 14785 14600 16280 17540 18900 20400

428

Franchisegevers en franchisenemers

16000 -14000 -12000 -10000 -8000 -6000 -4000 -2000 -

0 -

16000 -14000 -12000 -10000 -8000 -6000 -4000 -2000 -

0 -

16000 -14000 -12000 -10000 -8000 -6000 -4000 -2000 -

0 -

16000 -14000 -12000 -10000 -8000 -6000 -4000 -2000 -

0 -

16000 -14000 -12000 -10000 -8000 -6000 -4000 -2000 -

0 -

H franchisegevers

B franchisenemers

16000 -14000 -12000 -10000 -8000 -6000 -4000 -2000 -

0 -

H franchisegevers

B franchisenemers

16000 -14000 -12000 -10000 -8000 -6000 -4000 -2000 -

0 -

H franchisegevers

B franchisenemers

16000 -14000 -12000 -10000 -8000 -6000 -4000 -2000 -

0 -

16000 -14000 -12000 -10000 -8000 -6000 -4000 -2000 -

0 -

16000 -14000 -12000 -10000 -8000 -6000 -4000 -2000 -

0 -

16000 -14000 -12000 -10000 -8000 -6000 -4000 -2000 -

0 -LfJ CO

ai

co co en

CO O)

CO CO en

O) CO O )

o en en en

CM

O )

CO Cn O)

O)

i n CT> O)

(O en O)

t'­en en

1985 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997

franchisegevers 216 244 248 271 302 309 331 340 341 350 345 360

franchisenemers 6747 8252 8332 8432 10200 11005 12640 12120 11975 11825 11910 14330

Franchisegevers en omzet

25000

20000

15000

10000

5000

co CO en en en en en

en en en en

I franchisegevers

i omzet

CD CV

cn

1985 1987 15 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997

franchisegevers 216 244 248 271 302 309 331 340 341 350 345 360

omzet 10239 12160 12567 12899 14392 14586 14785 14600 16280 17540 18900 20400

429

Franchisenemers en omzet

I franchisenemers

i omzet

1985 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997

franchisenemers 6747 8252 8332 8432 10200 11005 12640 12120 11975 11825 11910 14330

omzet 10239 12160 12567 12899 14392 14586 14785 14600 16280 17540 18900 20400

430

Bijlage 2

Inventarisatie van onderwerpen waarvan regeling in een franchiseovereen-komst overweging verdient.

I ALGEMEEN

A Partijaanduiding B Considerans C Definities en inleidende bepalingen D Informatieverstrekking E Bedenktijd of beraadperiode

II. DE VOOROVEREENKOMST

F Duur van de voorovereenkomst G Recht van toetreding tot de keten H Vergoedingen I Verplichtingen van de franchisegever J Verplichtingen van de adspirant franchisenemer K Overige bepalingen

III DE FRANCHISEOVEREENKOMST

L Duur M Werkingssfeer

- Rayonexclusiviteit - Productexclusiviteit - Systeemlicentie

N Taken en bevoegdheden van de franchisegever - Algemeen - Systeembeheer - Dienstverlening

O Taken en bevoegdheden van de franchisenemer - Algemeen - Systeemexploitatie

P Taken en bevoegdheden van beide partijen - Algemeen - Systeemexploitatie - Contractvestiging - Advertentiefonds en reclame - Producten en/of diensten

- Vergoedingen - Administratie en controle - Verzekeringen - Aansprakelijkheid en vrijwaring

Q De franchiseraad

IV EINDE VAN DE FRANCHISEOVEREENKOMST

R Persoonlijke omstandigheden S Overdracht door de franchisegever T Overdracht door de franchisenemer U Opzegging en toerekenbare tekortkoming V Ontbinding en overmacht

V SLOT- ENPOSTCONTRACTUELE BEPALINGEN

W Teruggaaf van goederen X Geheimhouding Y Concurrentiebeding Z Sanctiebepalingen AA Geschilbeslechting

432

Bijlage 3

Lijst van begrippen die mogelijkerwijs in franchisedefinities voorkomen

Oprichtings- en testfase 1. De franchisegever is initiatiefnemer, 2. A. eigenaar van of,

B. enig rechthebbende op, 3. intellectuele en industriële eigendomsrechten', zoals

A. handelsnaam, waren- en dienstmerken; B. onderscheidingstekens en andere commerciële symbolen; C. commerciële en technische know-how (technische methoden); D. product, service of distributietechnieken; E. van een bekende organisatie (goodwill),

4. die op grond van een origineel idee, praktische gedachte of ervaring, 5. een franchiseconcept heeft ontwikkeld, 6. haalbaarheidsonderzoeken heeft verricht, en het 7. A. franchisepakket heeft samengesteld2,

B. dat alle elementen bevat om een franchisenemer te vestigen, waaronder C. vaktechnische, strategische en bedrijfseconomische know how, noodza­kelijk voor de organisatie van de franchisevestigingen.

8. Alvorens franchisenemers te werven, heeft de franchisegever het franchi-sesysteem op eigen kosten en risico

9. in een pilot-unit 10. getest, om 11. na gebleken deugdelijkheid, 12. een franchiseketen3 te vormen.

Werving en selectie van franchisenemers; de pre-contractuele fase 13. A. De franchisegever werft en

B. selecteert 14. franchisenemers, die eigenaars van de individuele franchisevestigingen

zijn, 15. blijven, 16. of zullen worden, 17. doch door de voorgeschreven exploitatiemethode economisch afhankelijk

zijn van de franchisegever, die zij

1 Zie ook: toetsingspunt 64, inzake de inhoud van licenties. 2 Zie: 62B, inzake de uniforme toepassing van het franchisepakket. 3 Zie: nr. 21, inzake het aantal betrokken partijen bij de franchiseovereenkomst en nr. 96 inzake

het belang van franchisegever bij de voortdurende ontwikkeling van individuele franchisevesti­gingen.

18. A. niet B. wel mogen vertegenwoordigen

19. Voordat de franchisegever uitgebreide informatie over de franchiseketen aan kandidaat-franchisenemers verstrekt,

20. en/of 'betrouwbare' financiële prognoses opstelt, sluit de franchisegever met

21. de franchisenemer en/of 22. franchisenemers,4

23. een intentieverklaring, en daarna 24. een voorovereenkomst, 25. om na de uitvoering daarvan een schriftelijke (contract) 26. of mondelinge, 27. gedetailleerde (allesomvattende) 28. A. (franchise)overeenkomst,5

B. standaardovereenkomst aan te gaan, C. waarin tenminste de rechten en de plichten van partijen zorgvuldig zijn vastgelegd,

29. A. voor bepaalde of B. onbepaalde tijd ( = duurovereenkomst, zie 113)6

Franchiseovereenkomst (algemeen) 30. Franchising is een exclusieve 31. totaal, 32. zakenconcept (ook wel -formule, -systeem7), 33. waarbij vanuit een centrale organisatie 34. met een strak georganiseerd karakter 35. op een moderne en doelmatige wijze de individuele franchisevestigingen

worden geleid (grote feitelijke invloed), 36. die schakels vormen van verschillend niveau, uit één of meer bedrijfsko­

lommen (diagonale relatie8), en/of 37. binnen een verticale relatie tussen producent/grossier/grootwinkelbedrijf

en detaillisten, of 38. binnen een horizontale relatie tussen

A. grossiers en/of B. detaillisten, onderling

39. die samen een structureel geheel vormen 40. van afzonderlijke

4 Zie in verband de meervoudsvorm ook de nrs. 12 en 95. 5 Er zijn veel verschillende namen voor franchiseovereenkomsten. Zie in dit verband de nrs. 30,

61 A t/m D en 64. 6 Dit toetsingspunt hangt nauw samen met nr. 86 inzake de verplichting van franchisegevers tot

het geven van geregelde adviezen en bijstand en nr. 113 inzake het 'voortdurende' karakter van franchi sebe trekkingen.

7 Zie: noot nr. 5. 8 Zie: 116 A t/m E, inzake de verschillende namen die voor franchisebetrekkingen worden ge­

bruikt.

434

41. juridisch zelfstandig (dus: voor eigen rekening en risico), 42. en financieel/economisch zelfstandige (d.w.z.: uit eigen middelen inves­

terende) 43. onafhankelijke ondernemingen, die 44. gebruiken maken van een:

A. eenvormige huisstijl (gemeenschappelijk imago9), en B. de daaruit voortvloeiende goodwill

45. Ter bevordering van de uniformiteit verzorgt de franchisegever opleidin­gen voor: A. de franchisenemers, B. en diens leidinggevend personeel,

46. zowel vóór, 47. als tijdens de looptijd van de franchiseovereenkomst, 48. A. aan de hand van een gedetailleerd

B. handboek, C. die alle aspecten voor de exploitatie van een franchiseonderneming voorziet, en

49. zal de franchisegever aan franchisenemers know-how ter beschikking stel­len,

50. de franchisenemer know-how aan de franchisegever verstrekken. 51. Als tegenprestatie betaalt de franchisenemer direct 52. of indirect, (ander economisch voordeel voor de franchisegever) 53. A. uit eigen

B. (geldelijke) middelen, C. in de meest uiteenlopende vormen,

54. vergoedingen aan de franchisegever, wegens A. toetreding tot de keten (eenmalig); B. het genot van het exploitatiesysteem (continu); C. door de franchisegever verleende diensten (ad hoc en/of continu), en D. aankoop contractproducten (periodiek), E. of een combinatie van A t/m D.

Inhoud franchiseovereenkomst (exploitatiesysteem) 55. De franchisenemers mogen (hebben het recht/krijgen ter beschikking ge­

steld), en/of 56. moeten (hebben de plicht; is voorgeschreven10), 57. uitsluitend in hun hoedanigheid van franchisenemer, 58. binnen een exclusief 59. toegekende gebied, 60. A. een franchisevestiging te exploiteren,

9 Zie: nrs. 62 (uniforme opzet contractvestigingen), 63A t/m 72 (uniforme toepassing van het franchisepakket) en 121 (het profiteren van een 'compleet' geheel).

10 Deze verplichting hangt nauw samen met nr. 63A (uniforme toepassing door alle franchisene­mers van het franchisepakket) en 65 t/m 72. inzake de uniforme toepassing van de in franchi­sing gegeven intellectuele en industriële rechten.

435

B. door inbreng van eigen arbeid en/of C. mede met behulp van personeel in loondienst,

61. op basis" van een door de franchisegever ter beschikking gesteld A. franchiseconcept (zakelijk concept), franchiseprocedure (-methode/-technieken), B. franchise-exploitatiesysteem, -methode (verkoopformule, distributie-, organisatiemethode, dienstverleningssysteem). C. commerciële-Qiandels, en/of verkoop)formule, marketingconcept. D. bepaalde voorwaarden,

62. waaronder wordt verstaan uniforme opzet12 van de contractvestiging (en) en

63. door alle franchisenemers A. uniforme toepassing'3

B. van het (gestandaardiseerde) franchisepakket (zie 7A) (succesformule) 64. inhoudende

A. algemene licenties, B. systeem licenties, op

65. rechten van intellectueel en industrieel14 eigendom, zoals 66 - handelsnaam en/of merken 67. - onderscheidingsmiddelen (commerciële symbolen) 68. - auteurs-69. - en modelrechtelijk beschermde goederen, 70. - zakelijke en technische methoden (handelsformule), waaronder al dan

niet geheime recepten, verkooptechnieken 71. - promotiemateriaal, 72. - en octrooien, 73. en een taakverdeling tussen partijen, 74. met als doel de koop en verkoop (distributie) van 75. A. door of

B. namens de franchisegever samengestelde produkten 76. en/of het verrichten van diensten, en/of 77. de toepassing van technologie, 78. waarbij de franchisenemers tegen door de franchisegever vastgestelde

prijzen/tarieven, 79. waarvan afwijkingen door de franchisenemer geheel 80. of gedeeltelijk is toegestaan, 81. mits na overleg met en/of goedkeuring door de franchisegever, 82. rechtstreeks 83. aan de eindgebruiker, de consument, leveren, conform een

11 Het franchise-exploitatiesysteem kent veel verschillende namen; zie ook: nrs. 28A en 30 t/m 32. 12 = huisstijl. Zie ook de opmerkingen in noot nr. 9 en verwijzing naar de nrs. 44A en 121. 13 De toetsingpunten nrs. 63A t/m 72 bevatten elementen die gezamenlijk het imago van de fran-

chiseketen zullen bepalen. Zie ook: nrs. 44A, 62 en 121. 14 Zie: toetsingspunt nr. 3 inzake het eigendom van die rechten. Nr. 65 heeft betrekking op het in

gebruik geven van de rechten.

436

84. A. verplicht voorgeschreven assortiment, (verplichte inkoop" bij de franchisegever) B. niet-verplicht voorgeschreven assortiment (geen of gedeeltelijke in­koopplicht bij de franchisegever)

85. al dan niet met een vrij en/of aanvullend deel.

Inhoud franchiseovereenkomst (taakverdeling) 86. De franchisegever geeft continu'6 (duurzaam, systematisch, geregeld) 87. advies'7 &n 88. bijstand (ondersteuning, cq. het verrichten van geregelde diensten assis­

tentie) aan de franchisenemers, 89. op commercieel'8 (merchandising) 90. en technisch gebied, 91. bij het verwerven, de inrichting en de opening van de franchiseonderne-

ming; 92. A. bij de organisatie van de franchiseonderneming (management- en

bedrijfseconomische advies); B. centrale inkoop (voorraadbewaking) C. het (doen) voeren van de administratie;

93. A. financiering; B. marketing; C. reclame- en promotie-activiteiten, D. en andere wijze van verkoop bevorderende technieken

94. en draagt zorg voor de instandhouding en het ontwikkelen van het franchi-sesysteem, (snelle aanpassing en ontwikkeling).

95. De franchisegever heeft gedurende de looptijd van de franchiseketen voortdurend belang bij de ontwikkeling19 van de individuele franchiseon-dernemingen, en draagt zorg voor,

96. maximale juridische bescherming van de franchiseformule, mede door op te treden tegen derden die inbreuk maken op het systeem.

97. De franchisegever heeft het recht en de plicht strenge 98. controle uit te oefenen, over 99. en instructies te geven aan de franchisenemers, 100. om uniforme presentatie en (ter behoud van het imago) 101. gelijkwaardige kwaliteit van de te leveren goederen en diensten 102. te waarborgen, en

15 Huisstijl (44A), uniforme opzet contractvestigingen (62), uniforme toepassing intellectuele en industriële rechten (63A) en 84A zijn belangrijke onderdelen van het imago van de franchise­keten.

16 Zie: de opmerkingen in de noot bij nr. 29B. 17 Hieronder valt know-how overdracht, nr. 49. 18 Ook in nr. 114 is het woord commercieel gebruikt, als bijvoegelijk naamwoord van de samen­

werkingsvorm. 19 Zie: nrs. 12 (ketenvorming) en 22 (franchisenemers)

437

103. in verband met de wijze waarop de franchisenemer zijn Kaak uitoefent, waaronder wordt verstaan;

104. de verkoop aan afnemers overeenkomstig het franchisesysteem, en 105. het onderhouden van contacten met hen, zodat gesproken kan worden

over: 106. systematisch verantwoord delegeren van ondernemersbevoegdheden, 107. economisch verantwoord delegeren van ondernemersbevoegdheden, en 108. juridisch verantwoord delegeren van ondernemersbevoegdheden.

Het doel dat partijen beogen 109. is het efficiënt exploiteren (optimale exploitatie) van de franchiseketen in

het algemeen en 110. de individuele franchiseonderneming in het bijzonder, 111. waarbij de franchisenemer wordt beschouwd als partiële deelnemer van

een nationale, regionale of plaatselijke franchiseketen 112. op basis van een hechte 113. voortdurende ( = duurzame20) 114. commercieel2' 115. samenwerkingsovereenkomst (-verband en/of -vorm) of ook genoemd 116. A. andere rechtsbetrekking22;

B. distributieketen; C. concessie-overeenkomst; D. partners: E. exclusiviteitsakkoord,

117. dat lijkt op deel uitmaken van een concern 118. maar niet georganiseerd binnen een holdingmaatschappij, 119. met een minimum van risico en investeringen en maximale mogelijkheden

voor succes, 120. terwijl de deelnemers van de franchiseketen profiteren 121. van het compleet geheel.23

Einde van de franchiseovereenkomst 122. bij het einde van de franchiseovereenkomst dient de franchisenemer de

bedrijfsmiddelen terug te geven aan de franchisenemer, 123. is voortzetting binnen de contractvestiging niet toegestaan, en 124. dient de franchisenemer zich te houden aan een geheimhoudingsplicht en 125. het non-concurrentiebeding.

20 Zie nr. 29B en 86. 21 Zienr. 89. 22 Zie de noten 5 en ! 23 Zie nrs. 44 en 62.

438

Bijlage 4A

In bijlage 4B zijn definities/omschrijvingen opgenomen van de volgende personen en instanties

A.l. EEG-Verordening nr.4087/88 A.2. Art. 1, lid 3, onder a van de E EG-Verordening A.3. Belgisch Wetsontwerp tot regeling van de franchiseovereenkomst (1980-

1981) B. Pronuptia-arrest (1986) C. Gewijzigde Europese erecode (1990) D. 1. IFA, gepubliceerd door Mendelsohn (1988) D.2. IFA, gepubliceerd door de NFV (1982) E.l. BFA E.2. M. Mendelsohn (1985) E.3. P. Hall en R.Dixon (1988) F.l. NFV (1982) F.2. NFV, volgens F.W.J. Schalen en RA. Hoogendoorn G. EIM H. RMK I. F. Molenaar (1970) J. D. Izraeli(1972) K. De Jong (1972)

Geciteerde definities door W. Weima L.l. W. Weima (1974) L.2. J.A.HCurrij(1966) L.3. H. Gross (1968) L.4. P. Bauduin(1970) L.5. L.M.Bernstein (1971) L.6. FEM (1971) L.7. E.J. Tobi( 1970) L.8. Financiële Dagblad (1970) L.9. Maandblad Succes (1970) L.IO. A.M. Rothenberg (1967) L.ll . P.A. Beukenkamp (1971) L.12. W.H. Kruiderink (1971) L.13. H.W. Van Hüten (1968) L.14. R.M. Dias en S.J. Gurnick (1969) L.15. J.P.L. Van der Wilde (1971) L.l6. M.E. Dowd(1971) L.17. Former president of the IFA (1971)

L. 18. Het Belgische Comité voor de Distributie (1971) L.19. Marketing in Europe (1970)

M. Y. Merchiers (1979) N. Kaub(1989) O. J.C. Bezemer( 1982) P. M.Mendelsohn (1987) Q.I. M. Lambinon(1988) Q.2. J.M. Leloup (1983) R.l. F. Van den Abeele( 1989) R.2. P. van Eeckman (1975) R.3. Het Hof van Beroep van Parijs (1978) S. Van Ekeren (1989) T. P. Stern (1989) U. H. Polman en A. van Andel (1992)' V. S. Reitsma (1992)

Geciteerde definities in Franchising in Nederland 1982 W.l. Small Business Administration, USA (1969) W.2. US Department of Commerce, USA (1971) W.3. G.B. Wielinga (1972) W.4. G.J. Aaldrink (1970) W.5. W.H. Kruiderink (1971) W.6. J. Dieters (1977) W.7. De Internationale Kamer van Koophandel en Fabrieken (1979) W.8. Prof. dr. B. Tietz en dipl. kfm G.Mathieu W.9. W. Couprie W.10. Definitie in afstudeerscriptie van onbekende auteur

Geciteerde definities door F.W.J. Schalen X.l. De vóór 1965 glden U.N. Hart Bill X.2. M.M. Brohardjr. X.3. G. Sherman X.4. P.R. Dixon: X.44. P.R. Dixon (aangepast) X.5. Niet genoemde auteur X.6. Kiplinger Magazine X.7. Niet genoemde auteur X.8. IFA

Y.l. R.A. Hoogendoorn(1991) Y.2. C L . Vaughn (1979) Y.3. J.C. Bezemer (1990)

1 Vervallen. Deze definitie is identiek aan de erecode (C).

440

Z. F.W.J. Schalen en J.F.A. de Bruijn (1992) AA. B. Wessels (1991)

Geciteerde definities door R. Clemens (1988): BBl W. Scaupy (1968) BB2 J. Knigge (1973) BB3 W. Scholtissek (1975) BB4 B. Tietz (1979) BB5 C A . Sittig (1980)

CCI C.C. Lierens (1987) DD A.J.J, van der Heiden (1992)

441

Bijlage 4B Definities

A.l. Definitie EEG-Verordening nr.4087/88: In de zin van (art. 1 lid 3 onder b) van de verordening is een franchiseovereen-komst: 'een overeenkomst(28A) krachtens welke een onderneming, de franchisegever, de wederpartij, de franchisenemer(21), tegen rechtstreekse(51) of indirect(52) geldelijke(53B) vergoeding(54) het recht(55) verleent een franchiseonderneming te exploiteren(60A) voor de afzet van bepaalde type goederenÇA) en/of de ver­richting van bepaalde diensten(76); zij omvat tenminste verplichtingen met be­trekking tot: - het gebruik van een gemeenschappelijke naam(66) of een gemeenschappelijk

embleem(67) en een uniforme opzet van de contractsvestiging(62) en/of ver­voermiddelen,

- de mededeling door de franchisegever aan de franchisenemer van know-how(49), en

- de voortdurende(86) verlening van commerciële(89) of technische(90) bij-stand($%) door de franchisegever aan de franchisenemer gedurende de loop­tijd van de overeenkomst. '

A.2. In het licht van (art. 1 lid 3 onder a) van de verordening is een franchise: 'een pakket van industriële of intellectuele eigendomsrechten(3i'65) met betrek­king tot handelsmerken, handelsnamen(66), emblemen(67), gebruiksmodel-len(69), tekeningen, auteursrechten(68), know-how(49) of octrooien(12), dat wordt geëxporteerd voor de wederverkoop van goederen(14) of de verrichting van dienstenÇd) aan eindgebruiker\y(83)'

A.3. Belgisch wetsontwerp tot regeling van de franchiseovereenkomst2

'Onder franchiseovereenkomst wordt, in de zin van deze wet, verstaan elke overeenkomst(2SA), in welke vorm(25/26) dan ook, die een samenwerking(\\5) op commercieel(ll4), ambachtelijk of industrieel vlak of inzake dienstverlening tussen verschillende(40) zelfstandige(4\) ondernemingen(22) vastlegt en die te­gen betaling van een bepaalde vergoeding(54) of tegen toekenning van enig an­der voordeel(53C) aan de franchisegever, de franchisenemer het recht(55) ver­leent om een merk een handelsnaam(66) of een kenteken(61) te gebruiken, ver­bonden aan een welbepaalde wijze van exploitèrent\B), en die eventueel ook

2 Zie: Gedr.St.Kamer 1980-1981, nr. 855.1.

442

collectieve diensten(88), een gemeenschappelijke reclame(93C), de exclusiviteit van informatie(49) en koopwaar omvat. '

B. Definitie Pronuptia-arrest3: 'Franchising is een contractueel(25) geregelde vorm van commerciële(H4) sa-menwerking{\\5) tussen zelfstandige ondernemer~s{4\), waarbij de ene partij, de franchisor of franchisegever, aan één{2\) of meer(22) andere, de franchisee of franchisenemer, het recht(55) geeft om zijn(2A) handelsnaam en/of merk(66) en eventueel andere onderscheidingsmiddelen{61) te gebruiken bij de verkoopCIA) van produkten c.q. het verrichten van diensten(16), welke verkoop respectieve­lijke levering plaatsvindt, op basis(6l) van een door de franchisegever ont­wikkeld^) exclusief[30) marketingconcept(6lC) -systeem(6lB), -formule(61B) en in ruil waarvoor de franchisegever een vergoeding(54) ontvangt; het gebruik van de rechten door de franchisenemer wordt door de franchisegever gecontro-leerd(9S) om een uniforme presentatie(lOO) ten opzichte van het publiek, als­mede een gelijkwaardige kwaliteit(lOl) van de goederen en/of dienstverlening te waarborgen(\02)'

C. Definitie gewijzigde Europese erecode4: 'Franchising is een systeem(32/6\B) voor de afzetCIA) van goederen en/of dien-sten(16) en/of de toepassing van technologieijl), gebaseerd op een hechte{\\2) en voortdurende{ 113) samenwerking(\\5) tussen juridisch(4l) enfinancieel(42) zelfstandige en onafhankelijke{43) ondernemingen, de franchisegever en zijn in­dividuele franchisenemer5(22)'

De franchisegever verleent daarbij aan zijn individuele franchisenemers het recht(55) en legt hen de verplichting(56) op om een bedrijf te exploiteren(60A) volgens het concept(6\A) van de franchisegever.

Gedurende de looptijd van een schriflelijke(25) franchise-overeenkomst,(28A) die voor dit doel tussen partijen is gesloten, heeft de individuele franchisenemer het recht (55) en de plicht(56) om tegen directe{5\) of indirecte(52) financiele-(53B) vergoeding(54) gebruik te maken van de handelsnaam en/of het handels-merk(3A/66) en/of het dienstmerk van de franchisegever, de know-how,5(3C/49) de zakelijke en technische methodeny(70) de werkwijze en andere zaken die industrieel en/of intelectueel(3/65) eigendom zijn(2A) van de

In het Pronuptia-arrest is geen definitie opgenomen; AG P. VerLoren van Themaat verwijst in zijn conclusie van 19 juni 1985, naar de definitie van Kneppers 1984, p. 251 (later overgeno­men in Kneppers 1988, p. 14.). H. Polman & A. van Andel, Franchising: eigen baas in winkelketen, Nieuwe Drogist nr. 16, 21 augustus 1992, p. 26-48, citeren in hun artikel de definitie uit de erecode. Know-how is een geheel van niet geoctrooieerde kennis, die voortvloeit uit ervaring van en on­derzoek door de franchisegever en die geheim, wezenlijk en bepaald is.

443

franchisegever, ondersteund door voortdurende(86) commerciële(89) en tech-nische(90) hulp(88) door de franchisegever.'

D.I. Definitie IFA6: 'A franchise operation is a contractual(25) relationship^ 16A) between the franchisor and franchisee(2\) in which the franchisor offers or is obliged to maintain a continuing interest(95) in the business of the franchisee in such areas as know-how(49) and training(45); wherein the franchisee operates under a common trade name(66); format and/or procedureÇO) owned(2A) or con­trolled^) by the franchisor, and in which the franchisee has or will make a substantial capital investment(42) in his business(H) from his own resour­ces^!)'

D.2. Definitie IFA7: 'Franchising is a continuing(29B/113) relationship^. 16A) in which the franchi­sor provides a licensed(64A) privilege(55) to do business,(60A) plus assistan­ce^) in organizing(92A), training,(45) merchandising^) and manage­ment^ A) in return for a consideration(54A/B) from the franchisee{2\)'.

E.l. Definitie BFA8: 'A contractual(25) licence(64A) granted by one person (the franchisor) to another (the franchisee){2\) which:

a) permits(55) or requires(56) the franchisee to carrij on during the period of the franchise a particular business(60A) under or using a specified name(66) belonging to or associated(2A/2B) with the franchisor; and

b) entitles the franchisor to exercise continuing control(98) during the period of the franchisee over the manner(l03) in which the franchisee carries on the business which is the subject of the franchise; and

c) obliged the franchisor to provide the franchisee with assistance(SS) in carry­ing on the business(92A) which is the subject of the franchise (in relation to the organisation of the franchisee's business(92A), the training of staff(45B), merchandising^), management(92A) of otherwise); and

d) requires the franchisee periodically during the period of the franchise to pay(5\) to the franchisor sums of money(53B) in consideration for the fran-

6 Zoals gepubliceerd en besproken in Mendelsohn 1988, p. 5 e.v. 7 In de brochure 'Franchising in Nederland, visie op een snelgroeiende vorm van samenwerking'

uitgave van de NFV, is op p. 5 eveneens een IFA-definitie gepubliceerd, die thans als verou­derd geldt. (Geciteerd is E.P. McGuire in Franchised Distribution, 1971; zie ook: Kruidermk Europa nu en morgen, p. 20.) De vertaalde tekts (D.2) wijkt sterk af van de in X.8 opgenomen Engelstalige versie.

8 Gepubliceerd en behandeld in Mendelsohn 1985, p .9 e.v.

444

chise or for goods(54D) or services(54C) provided bij the franchisor to the franchisee; and

e) which is not a transaction between a holding company ( 119) and its subsidiary (as defined in Section 154 of the Companies Act 1948) or between subsidi­aries of the same holding company or between an individual and a company controlled by him.'

E.2. Kenmerken van Mendelsohn9: 1. 'There must be a contract{25) containing all the terms{21) agreed upon; 2. The franchisor must initiate and train the franchisee (45 A) in all aspects of

the business prior(46) to the opening of the business and assist in the opening (88/91);

3. After the business is opened the franchisor must maintain a continuing(95) interest in providing the franchisee with support(SS) in all aspects of the operation(92A?) of the business;

4. The franchisee is permitted(55) under the control(98) of the franchisor to operate under a trade name(66), format and/or procedureÇJO), and with the benefit of goodwill(44B) owned(2A/3E) by the franchisor;

5. The franchisee must make an substantial capital investment(42) from his own resources(53A/B);

6. The franchisee must own(\4) his business; 7. The franchisee will pay the franchisor in one way(5l) or other(52) for the

rights(54B) which he acquires and for the continuing services(54C) with which he will be provided;

8. The franchisee will be given some territory(59) within which to operate.'

E.3. De acht basiselementen van Hall/Dixon10: 1. 'The franchisor owns(2A) a unique product, piece of equipment, or method

of operation(3D) along with business name and image(44A) and the associa­ted goodwill(44B).

2. The franchisor tests(lO) the proposed franchise operation in the market-place bij operation pilot outlets(9) in order to ensure that the operation will be suitable(ll) for franchising.

3. The franchisor grants(55) to the franchisee a licence(64A) permitting him to trade under the franchisor's name(66) and to use those products, equipment, or processesilO).

4. The terms of the agreement(2SA) must be comprehensively(28C) described in a franchise contract(25) which should include all methods of operati­onal A) to which the franchisee must adhere, the obligations of the franchi-sor(28C?), the geographical area(59) within which the franchisee has the right to operate, etc.

9 Mendelsohn 1985, p. 10-11 distileert uit de BFA definitie de volgende kenmerken. 10 Hall/Dixon 1988, p. 3 sommen acht kenmerken op, die gebaseerd zijn op de BFA-defirutie.

445

5. Before(46) the franchisee opens his outlet he will be fully trained(45A) bij the franchisor in all aspects of the operation. Once the outlet is in operation the franchisor will have a continuing obligation(86) to the franchisee to provide assistance, support(88) and advise.(87).

6. The franchisor exerts continuing control(9S) over the franchisee in order to ensure(I02) that the stipulated methods of operation are adhered(lQ3) to throughout the duration of the franchise agreement.

7. In consideration for the initial and ongoing assistance and the use of the fran­chisor's name, goodwill, etc. the franchisee will usually pay(5l) both initial(54A) and continuing(54B) fees (which constitute the franchisor's inco­me).

8. The franchisee is an independent(43) businessman and must own(l4) his out­let. He must be prepared to make a substantial investment(42) in his business from his own personal resources(53 A/B).'

F.l. Definitie NFV11: 'Franchising is systematisch-(W6), economisch-(\01), en juridisch-(\08) ver­antwoord delegeren van ondernemersbevoegdheden en -taken. '

F.2. Definitie NFV, volgens Schalen en Hoogendoorn: 'Een franchise is zowel het systeem (formule(6lB)) als het afgebakende{59) (werk)gebied waarin het een franchisenemer rechtens is toegestaan(55) het sys­teem toe tepassen(60A.) Het systeem en het afgebakende gebied vormen samen de franchise' (aldus: Hoogedoorn 1991 p.6).

Schalen 1988, p.19 voegt hieraan toe: 'Het systeem of de formule zijn door­gaans gebaseerd op een idee(4)y in de zin van een orginele gedachte, die langs de meest uiteenlopende wegen bij één persoon of een collectief'van personen(l) is opgeroepen en ontstaan. Dat idee, die gedachte, kan het resultaat zijn van een uitvinding, zowel op het gebied van de techniek als de distributie-methodiek. Het kan ook het resultaat zijn van een praktische ervaring in het zakendoen, maar evenzeer van wetenschappelijk onderzoek van marktverhoudingen en marktomstandigheden, van consumentengedrag, enzovoort.'

G. Definitie EIM: 'Er is sprake van franchising, wanneer door een initiatiefnemer(l) (de franchi­segever) een samenwerkingsovereenkomst{\\5) wordt aangegaan met één(2\) of meer(22) zelfstandige{4\) ondernemers (de franchisenemers), waarbij de initia­tiefnemer het recht(55) verleent een bepaald door hem ontwikkeld{5) of gebruikt exclusief\30) exploitatiesysteem toe te pas sen(6\B) aan de andere partij, die

11 Gepubliceerd in de brochure: Franchising in Nederland, Visie op snelgroeiende vorm van sa­menwerking, p. 6 e.v.

446

zich daartoe tevens verbindt. (56) De samenwerking is er op gericht te resulte­ren in de vorming of uitbreiding van een keten(ll) van verkooppunten met een voor de consument herkenbare uniforme formule.' (44 A)

H. Definitie RMK12: 'Franchising is een commerciële^ 114) samenwerkingsvorm{\\5) tussen onder­nemers, waarbij de ene partij, de franchisegever, aan de andere partij, de fran­chisenemer^ 1), tegen een vergoeding(54) het recht(55) verleent om van het door de franchisegever ontwikkelde(l) exclusieve(30) exploitatiesysteem(61B) (bijvoorbeeld een verkoopformule(6\C)) gebruik te maken.'

I. Definitie Molenaar (1970)13: 'De systeemlicentie(64B) is een overeenkomst,(28A) die voor een deel veel overeenstemming vertoont met de know-how-overeenkomst(49) met als karakte­ristieke eigenschap, dat de verstrekking van kennis en ervaring betrekking heeft op een bepaald exploitatiesysteem(6\B) en deze verstrekking gepaard gaat met instructies(99), de naleving waarvan op gestrenge(91) wijze wordt gecontro-leerd,(9S) en die voor een andere deel bestaat in het ter beschikking stellen(55) van een complete 'aankleding '(62), die het imago(44A) van het systeem moet vestigen en gevestigd houden.'

J. Definitie van Izraeli (1972)14: The term 'franchise' shall mean a contract(25) or agreement,(28A) either ex­pressed or implied, whether oral(26) or written(25), between two(2l) or more(22) persons:

1. Wherein a commercial^ 14) relationship(116A) of definite duration(29A) or continuing indefinite duration(29B) is involved;

2. Wherein one person, hereinafter called the 'franchisee', is granted the right(55) to offer, sell, and distribute(74) goods or services{16) manufac­tured, processed, distributed(15A) or (in the case of services) organized and directed by the other person, hereinafter called the 'franchisor';

3. Wherein the franchisee as an independently) business constitutes a compo­nent of a franchisor's distribution system{\ 11);

12 Modelcontract nr. VI, p.l. 13 Inaugurele rede p.23. 14 Izraeli 1972, citeert de definitie uit de 'Franchise Competitive Act' (volgens hem de meest ge­

detailleerde en nauwkeurige definitie die ooit is verschenen) onder verwijzing (in noot 2) naar: Section 2 (b). Senator Philip A. Hart of Michigan proposed the 'Franchise Competitive Practi­

ces Act' in 1967, but by 1970 the Hart Bill had not been voted on in the United States Senate.'

447

4. Wherein the operation(6lB of franchisee's business franchise is substantially associated with advertising^ I) or other commercial symbol(61) designating the franchisor; and

5. Wherein the operation of the franchisee's business franchise is substantially reliant on franchisors for the continued supplyßS) of goods or servi-ces(92B).'

K. Definitie De Jong (1972): 'Franchising brengt met zich mee een contractuele(25) binding russen twee(21) partners m.b.t. een systeem(6lB) gebruikt bij de distributie van goederenÇlA) en/of dienstenÇS), waarbij de systeemverschaffer (franchisor) tegen een bepaal­de vergoeding(54) aan de systeemnemer (franchisee) toestaat(55) een door hem beproefd(lO) systeem, bestaande uit meerdere componenten, te gebruiken ter exploitatie(60A) van een onderneming.'

L.l. Definitie Weima (1974): 'Franchising is een contractueel{25) geregelde partiëleiS(\ 11) samenwerkings-vorm{\\5) tussen de inschakelaar (als representant van het grootwinkelbe­drijf^!)) en één(21) of meer{22) ingeschakelden (als representanten van het kleinbedrijf^!)), waarbij schakels(36) van verschillende niveau uit één of meer bedrijfskolommen zijn vertegenwoordigd. De samenwerking is gericht op ver­korting en betere beheersing(l09) van de distributieketen d.m.v. nauwgezette planningOA) en controle(98) op initiatief van de inschakelaar; de aflevering{!4) van goederen of diensten(76) door de ingeschakelde aan de afnemers(83) vindt plaats onder het exclusieve(30/55) gebruiksrecht van naam(66), beeldmerk(67), imago(44A) e.d. van het systeem, gesteund door de 'know-how'(49) van de in­schakelaar, voor welk pakket de inschakelaar direct{5\) en/of indirect(52) een vergoeding(54) ontvangt. '

Weima citeert de volgende (toonaangevende) definities:

L.2. Definitie van Curry16: 'A franchise is a right(55) to do or use something^.) which is granted to a fran­chisee bij a franchisor(6l) What is done or used is frequently intangible{l), such as using a brand name(66), trade mark(66), or a particular business(6\B) technique perfected by the franchisor. '

15 Weima gebruikt de term partieel om daarmee aan te geven dat de partijen op een beperkt aantal deelgebieden samenwerken. Zie Weima H.7.

16 Weima 1974, p. 6; zie de verwijzing in noot nr. 4 naar: J.A.H. Currij c c , 'Partners for Pro­fit', A study of franchising, A.M.A., New York, 1966, p. 10.'

448

L.3. De definitie van Gross17: 'Het franchise-systeem is gebaseerd op een concept van distributiekanalen(74), dienstverleningen(16) en soms voor bepaalde produkten{14), dat als één pakket(63B[i) wordt aangeboden aan een zelfstandige(41) ondernemer{2\) De franchise-gever begeleidt de ondernemer met training(45A), controle(9S), advies(87) en promotie-activiteiten(93C) en fungeert dus eigenlijk als een grossier in ideeën(l/4).,i9

In bijlage 3 noemt Weima de volgende definities:

L.4. De definitie van Paul Bauduin2": 'Men koopt een naam(66), een reputatie(44A), een methodiek(6\A.), een pre-sentatie(62), een stijl, een assortiment(S4A/B), een samenstel van serviceverle­ning^) en men koopt dat voor een prijs(5l), in geld(53B) en in de handteke­ning onder een waterdichte(21) verbintenis(2%A) die geen afwijking, geen ach­terstand, geen laksheid toelaat(34).'

L.5. De definitie van Louis M. Bernstein: 'Stated most simply, a franchise combines know-how(49) supplied by the fran­chisor with capital(42cl) and willingness to work(6QB)21 hard supplied by the franchisee(2l) into a business system(6\B) that is intended to produce good results for both(l09/120).'

L.6. De definitie van FEM: 'Franchising is een marketingmethode(32) met het doel vestigingsplaatsen te creëren(\2) ter vergroting van de omzet(\Q9)., 'Zelfstandigheid(4\) op con­tract^) voor de kleine(2\) ondernemer; logisch sluitstuk van het vrijwillig fili-aalbedrijf, dat aan zijn vrijwilligheid langzaam ten onder gaat.'

L.7. De definitie van Tobi22: '(...) het verlenen van een recht(55) - meestal het voeren van een naam(66) of embleem(61) - door de een, de franchisor, aan de ander, de franchisee(2\), die daarvan profiteert en er dan ook een tegenprestatie(51) voor moet leveren in de vorm van verplichte inkoop(84A) bij de franchisor en/of geldelijke(53B) vergoe-ding(en)(54).''

17 Weima 1974, p. 7. 18 In de toetsing opgenomen als 'één exploitatiesysteem'. 19 Grossier in ideeën: de nrs. 1 en 4 sluiten dicht aan bij de door Gross gebruikte begrippen. 20 Gepubliceerd in: P. Bauduin, Waarom kan De Gruyter niet meer mee? Het financiële dagblad

van 21 oktober 1970. 21 Weinig gebruikt en niet-juridische element. 22 Gepubliceerd in: E.J. Tobi, Franchising en vrijwillig filaalbedrijf, ESB., 5 augustus 1970, p.74.

449

L.8. De definitie in het Financiële Dagblad23: '(...) franchising hetgeen inhoudt dat zelfstandige{4\) ondememers(22) een overeenkomst(28A) aangaan met de producent of groothandelaar(37) tot het volgen van bepaalde regels(6lD) met betrekking tot b.v. prijspolitiek{18), personeelsbeleid(92A), reclamebeleidÇ1/93C), vormge ving(6 ID), assorti-ment{84B), en het gebruik van merken(66) en beeldmerken.'

L.9. De definitie in het Maandblad Succes24: 'Franchising is een keten(l2) van kleine zaken(22), samengebonden door de image(44A) en opvattingen(6lD) van de moedermaatschappij. De franchisene­mer koopt{5\ll 541) een succespakket(54A) van de moedermaatschappij, die hun vertelt hoe hij het moet(56) doen.'

L.10. De definitie van Rothenberg25: 'A franchise is a continuing{\ 13) relationship^ 16A) between the franchisor and the franchisee(2\) in which the sum total of the franchisor's knowledge(49), image,(44A) succesnes(ll) and manufacturingÇJSA) and marketing techni-ques{9?>B) are supplied to the franchisee for a consideration^).'

L. l l . De definitie van Beukenkamp26: 'een meer of minder specifieke contractuele(25) binding(2SA) tussen twee(2\) of meer(22) partnersd 16D) waarbij de een tegen betaling{5\) van een bepaald bedrag(53B) (zijnde een vast bedrag in geld en/of een percentage(54B?) van de omzet) de ander licentie(64A) geeft onder duidelijk omschreven voorwaar-den(6lD) een merk(66) en/of commerciële formule(6\C) te gebruiken. '

L.12. De definitie van Kruiderink27: 'een gecontractueerde(25) binding(28A) met geselecteerde(UB) uitvoer-ders(22), met als kenmerk: ketenvorming{\2), (inter)nationale image(44A) en zeer goedeplanning(6\B) in bedrijfsopzet en -voering(6lA).'

L.13. De definitie Van Hilten28: 'Een vorm van samenwerking{\\5) tussen twee{2\) of meer(22) onderneming­en, waarbij de een een bepaald deel van haar (commerciële(89) èn techni­sche^) know-how(49 + ) alsmede haar(2A) imago,(44A) onder bepaalde voorwaarden(61D) ter beschikking(55) stelt aan de ander.'

23 SHV: franchising bij De Gruyter, d.d. 30 september 1970. 24 Franchising (handel in goede naam), d.d. dec. 1970. p. 33. 25 Gepubliceerd in: A.M. Rothenberg. 'A fresh look at franchising', Journal of Marketing, vol.

31, july 1967, p. 52-54. 26 Gepubliceerd in: P.A. Beukenkamp, Franchising in de detailhandel, ESB, 10 maart 1971, p 225 27 Kruiderink, hoofdredacteur European Franchising Magazine, zoals geciteerd door Moolen-

burgh. 28 Van Hilten, geciteerd door Moolenburgh.

450

L.14. De definitie van Dias en Gurnick: 'a franchise exists where a manufacturer or operating company gives a per­sonell) the right(55) to sell, distribute, or market the company's product(74) or service(16) using the company's name(66), reputation(44A), and selling techni­ques^ IB).'

L.15. De definitie van Van der Wilde: 'die vormen van samenwerking,(115) waarbij een contractile) het recht(55) geeft tegen vergoeding(54) en met het recht van controle(9S) een duidelijk omschreven programma(6lA) voor de afzet van bepaalde goederenilA) en/of diensten(16) te gebruiken, onder de verplichting(56) tot het nemen van bepaalde maatregelen die de afzet bevorderen(\09).'

L.16. De definitie van M.E. Dowd29: ' Franchising is one form of licensing(64A) by which the ownerQA) (franchiser) of a productÇIA), service(16) or method(3D) obtains distribution at the retail level(3SB), through affiliated dealers (franchisees)(ll).'

L.17. De definitie van de Former president of the IFA: 'A convenient economic meansQl) for the filling of a drive or desire (for inde­pendence^! /43) with a minimum of risk in investment and maximum oppor­tunities for succes{\ 18) through utilization of a proven(lO/\\) product(74) or service(76) or marketing method(61C).'

L.18. De definitie van het Belgische Comité voor de Distributie30: franchising is 'een systeem(31) van samenwerking{\\5) tussen afzonderlijke(40) ondernemingen die een contract(15) gesloten hebben, waarbij de ene de an-dere(l\) tegen betaling van een vast{5<\A) bedrag(53B) plus een periodi-sche(54B) variabele vergoeding(54), het recht(55) verleent om op welomschre­ven voorwaarden(6\D) een merk(66) of commerciële formule(6lC) te exploite-ren,(60A) geconcretiseerd in een firmanaam(66) of uithangbord{61) en waarbij alle hulp(8S) en geregelde(S6) diensten(SS) worden verstrekt om deze exploi­tatie te vergemakkelijken(\09).'

L.19. De definitie van Marketing in Europe31: 'It must be regarded as a marketing concept(31) in its own right - a distribution system(H6B) in which a personal business(41), part{\\\) of a large organisati-

29 Gepubliceerd in: M.E. Dowd. How to earn a fortune and become independent in your own business, Parker Publishing Cy.. West Nyack, N.Y. 1971. p .148. Deze definitie is vrijwel woordelijk gelijk aan de definitie van U S Department of Commerce, USA (W.2).

30 Gepubliceerd in Weekberichten, 24 september 1971, 26e jaargang, nr. 36, p. 377/8. De defini­ties M, Q. 1 en W.7 lijken zeer sterk op deze definitie.

31 Gepubliceerd in: Marketing in Europe, Franchising Annual Supplement 1970, The Economist Intelligence Unit, (Europe) SA, p. 27.

451

on, possesing a nationally - known name(66) and proven(lO) equipment, pro-ductsCIA) and operating systems(6lB).'

M. Definitie Merchiers (1979)32 : 'een overeenkomst(2SA) waarbij een dienstverschaffer - de franchisor - tegen betaling(51/52) van een vergoeding(54) en binnen bepaalde voorwaarden(6lD), aan, een onaßankelijke{43) handelaar - de franchisee(2\) - het recht{55) ver­leent op de exploitatie van een merk(66) of van een handelsformule(6lC) die geconcretiseerd is in een embleem(67) slaande op het produkt(14) of op een dienst{16), en waarbij tevens bijstand(SS) en geregelde(86) diensten(SS) worden verstrekt om bedoelde exploitatie te vergemakkelijken(\09).'

N. Definitie Kaub (1989)33: 'Franchising ist ein vertical-kooperativ{31) organisiertes Absatzsystem(32) rechtlich selbständiger Unternehmer(41) auf der Basis eines vertraglichen(25) Dauerschuldverhältnisses(28A/29B). Dieses System tritt am Markt einheit-lich(44A) auf und wird geprägt durch das arbeitsteilige Leistungsprogramm-(61B) der Systempartner sowie ein Weisungs(99)- und Kontrollsystem(9$) zur Sicherung eines systemkonformen Verhaltens(lOO).'

Das Leistungsprogramm des Franchisegebers ist das Franchisepaket(63B); es besteht aus einem Beschaffungs(92B), Absatz(61C)- und Organisationskon-zept(6\B), der Nutzung von Schutzrechten(3i'65), der Ausbildung^!) des Fran­chisenehmers (gebers ??, AJJ) und der Verpflichtung des Franchisegebers, den Franchisenehmer(21) aktiv und laufende) zu unterstützen^) und das Konzept ständig weiterzuentwickeln^).'

Der Franchisenehmer ist in eigenem Namen und für eigene Rechnung(A\) tätig; er hat das Recht(55) und die Pflicht(56), das Franchise-paket gegen Entgelt(5l/53B/54) zu nutzen. Als Leistungsbeitrag stellt er Arbeit(60B), Kapi-tal(42/54) und Information(49) zu Verfügung.'

0 . Definitie Bezemer (1982): 1. 'het gebruik van een handelsnaam of handelsmerk(66);

32 Onder verwijzing naar: P. Saint- Alary, Le contrat de Franchising, in Nouvelles Techniques Contractuelles. Know-how-Franchising-Engineering-Leasing. Travaux de la Faculté de droit de Montpellier, 1970; Belgisch comitee voor de distributie. Franchising, een commerciële revolu­tie, nr. 3/1979; zie ook L. 18.

33 Aangehaald in Martinek 1988, p. 4 en Clemens 1988, p. 5., onder verwijzing naar "Deutscher Franchise-Verband (Hrsg.), Franchising, o.J., S.2; vgl. auch Scaupy, Franchising - Handbuch für die Betriebs - und Rechtspraxis, 1987, S.5; die Definitin wurde entwickelt von Kaub, Fran­chise-Systeme in der Gastronomie, Diss. Saarbrücken 1980, S.29."

452

2. twee partijen, de ene - de franchisgever - is degene die de rechten(2A?/2B?) op de naam of het merk(3A) heeft en de complete know-how bezit(3C + ) en bereid is deze ter beschikking(6l) te stellen van de andere partij - defranchi-senemer{2\) - een zelfstandig(4\) ondernemer, die onder bepaalde voorwaar-den(6\Yi) gebruik gaat maken van het zakelijk concept(61A) van de franchi­segever;

3. een min of meer duurzame(ll3) relatie(H6A) tussen de partijen; de lengte van deze duurzaamheid loopt nogal uiteen;

4. een aantal duidelijke omschreven spelregels(6lD) voor beide partijen die meestal in een schriflelijke(25) overeenkomst(28A) worden vastgelegd;

5. de zelfstandigheid van beide partijen, zowel juridisch(4l) als econo-misch(42). een zelfstandigheid die echter niet verward mag worden met onaßankelijkheid{\7); beide partijen hebben zich aan elkaar verbonden;

6. betaling(51) van een vergoeding(54) door de franchisenemer aan de franchi­segever voor de verkregen rechten(54A/B) en de genoten ondersteu-ning(54C).'

P. Definitie Mendelsohn (1987)34: 'The business format franchise is the grant of a licence(64A) by one person (the franchisor) to another(2\) (the franchisee), which entitles(55) the franchisee to trade under the trade mark/trade name(66) of(2/3) the franchisor and to make use of an entire package(63B). comprising all the elements necessary to establish a previously untrained person in the business and to run it(lB) with continuait) assistance^) on a predetermined basis.'

Q.I. Definitie Lambinon (1988)35: 'Franchising is een systeem{32) van samenwerking{\\5) tussen van elkander losstaande(40/43?) bedrijven op basis van een contractuele(25) binding, waarin de ene, de franchisegever aan de andere, dit is de franchisenemer(2l) tegen be­taling (51) van vergoeding(54) en binnen welbepaalde voorwaarden(6lD) het recht(55) verleent op exploitatie van een merk(66) of van een handelsformu-le(6\C) die geconcretiseerd zijn in een embleem,(67) en waarbij door eerstge­noemde tevens bijstand(8&) en geregeldere) diensten^) worden verstrekt om bedoelde exploitatie te vergemakkelijken(109).'

34 In M. Mendelsohn. How to evaluate a franchise, Franchise World. 35 Evenals de definitie van Merchiers (M) lijkt de definitie van Lambinon sterk op die van het Bel­

gisch Comité voor de Distributie (L.18).

453

Q.2. De definitie van Leloup3*: 'Franchising is een methode(32) voor samenwerking(l 15) tussen een in franchi­sing gevende onderneming enerzijds en één(2l) of meer(22) in franchising ne­mende ondernemingen anderzijds. Voor de in franchising gevende onderneming houdt zulks in:

1. de eigendom(2A) van een firmanaam, van een handels naam(3A), van letter-woorden en symbolen(3B), van een fabrieksmerkQA), van een handelszaak of van een dienstverlenend bedrijf alsook van know-how(3C) ter beschikking gesteld(61B) van de in franchising nemende ondernemingen.

2. Een collectieÇI A) vznprodukten(74) en/of diensten(16) - op een orginele en specifieke manier aangeboden; - met verplichting(56) een algehele exploitatie(6lA) volgens vooraf uitge-

teste(lO) en uniforme(63A) handelstechnieken(6\C) die overigens voortdurend gecontroleerd(98) en bijgewerkt(94) worden.

Deze samenwerking(\15) heeft tot doel een versnelde ontwikkeling(\09) van de contractsluitende ondernemingen, door de gemeenschappelijke actie(\\5) welke voortvloeit uit de samenvoeging van mensen en kapitalen, wel te verstaan met behoud van hun respectieve zelfstandigheid(41 /42) in het raam van het weder­zijdse exclusiviteitsakkoord(H6E).

Voor de franchisegever, die eigenaar(2A) is van het merk(3A) en van de technische know-how(3C), sluit dat een betaling{5\/53B) of een economisch voordeel{52) in.'

R.l. Definitie Van den Abeele 1989: 'Franchising is een methode(32) van contractuele(25) samenwerking{\\5) tussen juridisch{4\) onafhankelijk(43) blijvende partijen, waarbij de ene partij, de franchisegever, tegen vergoeding(54). haar technische(90) en/of commer-ciele(S9) bedrevenheid^) i.v.m. het aanbieden van welbepaalde goederen(14) of diensten,(76) samen met haar(2A) firmanaam(66), handelsnaam(66), em-bleem(61) of andere symbolen{61), eventueel waren- of dienstmerk(66), al dan niet op exclusieve(30) wijze, ter beschikking stelt(55) van de andere partij, de franchisenemer{2\), die voor eigen rekening(4\) en mits permanentend) bij-stand(87) van de franchisegever, een franchisevestiging opricht en exploi-teert(60A) volgens de door de franchisegever uitgewerkte(5) originele en speci­fieke commerciële technieken{AI5), die voorafgaandelijk werden uitgetest(lO) en die ononderbroken worden bijgewerkt(94) en gecontroleerd op hun geldigheid

36 Lambinon vervolgt op p. 20 met verwijzing naar en vertaling van de Franse definitie van Le­loup, onder verwijzing, in noot 1, naar: 'Droit et pratique de la france, door Jean-Marie Leloup. Delmas, 1983, p. 32.'

454

en doelmatigheid{94) i.v.m. de in het franchisesysteem aangeboden goede-ren{14) en/of diensten^ (y)"

R.2. De definitie van Eeckman37: '(...) een overeenkomst(2SA) waarbij de ene partij (franchisor) een door haar in het economisch verkeer bekend gemaakt commercieel imago(44A), samen met een bepaald door haar ontwikkeld en op de markt uitgetest(lO) commercialisa-tiesysteem(32), tegen vergoeding(54) ter beschikking stelt(55) aan de andere partij (franchisee(2l)) die er zich toe verplicht(56) naar beste vermogen en volgens de haar voorgeschreven normen(6lD) in eigen naam en voor eigen rekening(4\) een zaak onder genoemd commercieel imago op te zetten(61C) en overeenkomstig het genoemde commercialisatiesysteem uit te baten{\09).'

R.3. De definitie van het Hof van Beroep van Parijs38: 'Considérant que Ie 'franchising' se définit comme une méthode de collaborati-on(115) entre deux(2\) ou plusieurs(22) entreprises commercialese), l'une franchisante, l'autre franchisée, par laquelle le première, propriétaire^A) d'un nom ou d'une raison sociale connus(3A), de sigles(3B), symboles(3B), marques de fabrique, de commerce ou de services(3A), ainsi que d'un savoir-faire particulier(3C + ), met à la disposition de l'autre le droit(55) d'utiliser, moyen­nant une redevance{5\ll53BH54) ou un avantage acquis(52), la collection de produits ou de services,(84A/B?) originaux ou spécifiques, pour l'exploiter-(60A) obligatoirement(56) et totalement(6\B) selon des techniques commer-ciales(6\C) expérimentées(lQ), mises aux point et périodiquement recy-clées(94), d'une manière exclusive, afin de réaliser un meilleur impact sur le marché considéré et d'obtenir un développement accéléré(94+) de l'activité commerciale des entreprises concernées; que ce contrat(25) peut être assorti d'une aide(88) industrielle(90), commerciale^) ou financière(93A) permettant l'intégration dans l'activité commerciale^) du concédant franchiseur et d'un certain contrôle(9%) du franchiseur à l'égard du franchise initié à une technique orginale(\03) et à un savoir-faire hors du commun, permettant le maintien de I'image(\00/102) de marque du service ou du produit vendu et le développe­ment de la clientèle(\09) à moindre coût et avec une plus grande rentabilité pour les deux parties(118), qui conservent juridiquement(4\) une indépendance totale(42).'

37 Geciteerd door Van den Abeele: P. Eeckman, Franchising geïntegreerde marketing en contrac­tuele integratie van ondernemingen, in Actori incumbit probatio, Antwerpen, Maklu, 1975, p.55.

38 Volgens Van den Abeele (noot 3) op 28 april 1978, geciteerd en besproken door J.M. Leloup, in: 'J.M. leloup, LA définition du contrat de franchise, Cath. dr. Entr., 1980, nr. 5, p. 5'.

455

S. Definitie Van Ekeren (1989)39: 'Kenmerken van franchising zijn formule(32), gestandariseerde service{63A) en publiciteit(93C). Uniformiteit(62/63A) is het kenmerk van franchise. Een detail-handelsorganisatie(38B) - een franchisegever - biedt een detaillist(38B) - een franchisenemer(2l) - een formule aan. Deze organisatie heeft een marktgericht karakter. Naast de formule stelt de organisatie ook een uitgebreid, in het alge­meen een kompleet, dienstenpakket(88) ter beschikking. Diensten die onderdeel kunnen vormen van een dergelijk pakket zijn inkoop(92B), marketing(93B), winkelinrichting(9\), bedrijfsekonomische advisering{92k) en bemiddeling bij fmanciering(93A). De diensten worden centraal opgezet, begeleid en geleid{33) vanuit de detailhandelsorganisatie. Een en ander is kontractueel(25) vastgelegd. Kenmerkend voor franchise is dat het assortiment(84A/85) grotendeels vastligt. Dit deel van het assortiment varieert tussen 60 en 100%. In vergelijking met andere samenwerkingsverbanden(\ 15) heeft franchise een strak georganiseerd karakter(34).'

T. Definitie Stern (1989)40: 'Business format franchising is 'the granting(55) of a licence(64A) by the fran­chisor to the franchisee(2l), which entitles the latter to sell the products^4) or service(76), with the aid of a. franchise packaged A) containing all the elements necessary to establish the businessÇlB) an run it profitably{\Q9) to an establis­hes routine(60A?).'

U. Definitie Polman en Van Andel (1992)41: 'Franchising is een systeem(32/6\B) voor de afzetÇlA) van goederen en/of dien-sten(76) en/of de toepassing van technologieijl), gebaseerd op een hechte{\\2) en voortdurende{\\3) samenwerking{\\5) tussen juridisch(A\) enfinancieel(42) zelfstandige en onaßankelijke(43) ondernemingen, de franchisegever en zijn in­dividuele frmchisenemers(22).

De franchisegever verleent daarbij aan zijn individuele franchisenemers het recht(55) en legt hen de verplichting(56) op om een bedrijf te exploiteren(60A) volgens het concept(6lA) van de franchisegever.

Gedurende de looptijd van een schriflelijke(25) franchise-overeenkomst(28A), die voor dit doel tussen partijen is gesloten, heeft de individuele franchisenemer

39 Zie p. 15. 40 P. Stern, The two partners of franchising, Directory of franchising 1989, p. 15 e.v. Deze defi­

nitie lijkt sterk op die van het Belgisch Comité voor de Distributie (1.18) uit 1971 en dientenge­volge op de daarvan afgeleide definities van Merchiers (M) 1979 en Mendelsohn (P) 1987.

41 Zie H.Polman & A. van Andel. Franchising: eigen baas in winkelketen. Nieuwe drogist nr. 16, 21 augustus 1992, p. 26-48, in welk artikel zij de definitie uit de gew.erecode (C) hebben geci­teerd.

456

het recht (55) en de plicht(56) om tegen directe(5l) of indirecte{52) finan-ciele(S3B) vergoeding(54) gebruik te maken van de handelsnaam en/of het han-delsmerk(3A/66) en/of het dienstmerk van de franchisegever, de know-how(3C/49),42 de zakelijke en technische methodenÇIO), de werkwijze en andere zaken die industrieel en/of intelectueel(3l 65) eigendom zijn(2A) van de franchi­segever, ondersteund door voortdurende^) commerciële(89) en technische(90) hulp(S8) door de franchisegever. '

V. Definitie Reitsma (1992)43: 1. 'Het gebruik van een handelsnaam of handelsmerk(66). 2. Twee partijen, waarvan de ene - de franchise-gever (eigendoms)recht(2A)

heeft op de naam of het merk(3A) en bovendien de complete know-how(3C + ) bezit voor de optimale exploitatie(l09) daarvan. De andere partij - de franchise-nemer(21 ) - is een zelfstandige(4ï) ondernemer, die onder van tevoren afgesproken voorwaarden(6lD) gebruik mag(55) maken van de succesformule(63B) van de franchise-gever.

3. Een duurzame{\\3) relatie,(116A) waarvan de lengte in een contract(25) wordt vastgelegd.

4. Een aantal duidelijk omschreven spelregels(6\D) voor beide partijen. 5. De zelfstandigheid van beide partijen, zowel juridisch{4\) als econo­

misch^). Maar dat moet niet worden verward met onafhankelijkheid, want beide partijen hebben zich aan elkaar verbonden(ll).

6. Betaling(51) van een vergoeding(54) door de franchise-nemer aan de franchi­se-gever: voor het gebruik(54B) van de succesformule en voor bedrijfsmatige ondersteuning(54C), zoals marktonderzoek(93Bl), promotie(93C), admi-nistratie(92C), voorraadbewaking(92B), en opleiding(45B) van personeel.'

W. Geciteerde definities in Franchising in Nederland44:

W.l. De definitie uit Small Business Administration, USA45 : 'Franchising is the system of distributional) which enables(55) a supplier (franchisor) to arrange for a dealer(2\) (franchisee) to handle hisproduct{14) or service(76) under certain mutually agreed(2SA) upon conditons(6lD).'

42 Know-how is een geheel van niet geoctrooieerde kennis, die voortvloeit uit ervaring van en on­derzoek door de franchisegever en die geheim, wezenlijk en bepaald is.

43 S. Reitsma. Franchising Kans of keten. Vrouw en Bedrijf, juni 1992, p. 31; deze definitie is duidelijk geënd op de tien jaar eerder gepubliceerde definitie van Bezemer (O).

44 Gepubiceerd in: Franchising in Nederland 1969, p. 35 e.v. 45 Gepubliceerd in Franchising, 1969

457

W.2. De definitie van US Department of Commerce, USA46: 'Franchising is the form of licensing(64-A) bij which the owner(2A) (the franchisor) of a product, (7'4) service(76) or method(3D) obtains distribution at the retail level(3SB) through affiliated dealers(22) (franchisees).'

W.3. De definitie van G.B. Wielinga47: 'Franchising is een systeem{32) waarbij gecentraliseerde know-how(49) aan daarvoor in aanmerking komende partners(22 + ) (franchisees) ter beschikking wordt gesteld. Elke franchisee blijft zelfstandige(4l/42) ondernemer.'

W.4. De definitie van G.J. Aaldrink48: 'Franchising is een methode{32) om de verkoop(74) van goederen en dien-sten(16) te organiseren(33) door middel van speciale concessie-overeenkom-sten{\\6C) met andere ondernemingen(22l43?). Hierbij wordt hun wijze van zaken doen(61C) in belangrijke mate bepaald door de markt-, produkt-, en be­drijfseconomische know-how(3C/D) van de onderneming, die hem de 'fran­chises' (concessies) verleent.'

W.5. De definitie van W.H. Kruiderink49: 'Franchising betekent dat door franchisegevers (franchisors) bij contract(25) aan geselecteerde( 13B) franchis enemers(22) (franchisees) het recht(55) wordt gegeven een gespecialiseerde verkoop- of dienstverleningssysteem(6lB) toe te passen ten eigen bate. Het systeem omvat een eigen naam(66), een embleem-(67), een systematische^) assistentie en ondersteuning op het terrein van de verkoopbevordering en reclame(93C), alsmede de nodige bijstand in het voeren van een modern en doelmatige bedrijfsbeheer{35192 A).

Het systeem moet vooraf proefondervindelijk(lO) zijn deugdelijkheid(lï) hebben bewezen. De franchisegever draagt de kosten en de risico's(8) van de proefperiode. De franchisenemer werkt(60B) daarna in hetfiliaal(l4 + ) , dat zijn eigendom(\4l15) is en blijft, volgens het systeem(6lB) dat in het contract(25) zo nauwkeurig{21) mogelijk wordt omschreven en dat altijd(2A + ) eigendom blijft van de franchisegever. In het contract worden rechten en plichten, zowel van de franchisenemer als van de franchisegever, zorgvuldig(2SC) vastgelegd.

Voor het recht(55) het systeem te mogen toepassen, betaalt{5\) de franchise­nemer aan de franchisegever in de meest uiteenlopende vormen(53C).'

W.6. De definitie van J. Dieters50: 'Er is sprake van franchising indien de franchisegever en de franchisenemer(2l) een schriflelijke(25) overeenkomst(2SA) hebben afgesloten, waarbij de franchi-

46 Geciteerd door E.P. McGuire in Franchised Distribution, 1971. 47 Gepubliceerd in G.B. Wielinga, Franchising, Het Kompas juni/juli, 1972. 48 Gepubliceerd in GJ . Aaldrink, Wat is franchising? De Kern nr. 1, 1970. 49 Gepubliceerd in W.H. Kruiderink, Doorbraak in de distributie. Intermediair 10 september

1971. 50 Gepubliceerd in J. Dieters Visie op franchising II, Detailhandelsbulletin nr. 31, 1977.

458

senemer zich voor een bepaalde{29A) of onbepaalde(29B) tijd verbindt(56) te handelen volgens de door de franchisegever ter beschikking gestelde marketing-conceptie(61C).'

W.7. De definitie van de Internationale Kamer van Koophandel en Fabrie­ken51: 'Franchising is een vorm van samenwerking{\ 15) tussen twee{2\) juridisch{4\) onderscheiden ondernemingen op grond van een contract{25) waarbij de ene -de franchisegever - aan de andere- de franchisenemer - het recht{55) toekent, mits betaling van een bijdrage(54), om een merk(66) of handelsformule{6\C) te exploiteren{60A) en meteen bijstand(S8) en geregelde(S6) diensten toezegt om die exploitatie te verge?nakkelijken(\09).'

W.8. Definitie van Prof. dr. B. Tietz en dipl. kfm G.Mathieu52: 'Franchising ist somit ein vorwiegend absatzorientiertes(6\C) Kooperationssy-stem{\\5), in dessen Rahmen die Vertragspartner^ 1) versuchen, durch mittel-und langfristige(29B) Kontrakte(25) ihre Unternehmungsziele, insbesondere die Ziele der Marktanteilserhaltung und -ausweitung besser zu realisieren(l09).'

W.9. Definitie van Drs. W.Couprie53: 'Uitgaande van de praktijk in de detailhandel beschouwen wij als franchising al die gevallen waarin een promotor een dermate grote, feitelijke invloed(35) heeft op het commercieel beleid van aangesloten zelfstandige{4\) detaillisten{22; 36?), dat daardoor een keten(\2) van winkels ontstaat (is ontstaan) met een herkenbare, uniforme winkelformule(44A + ) . '

W.10. Definitie in afstudeerscriptie van onbekende auteur54: 'Een franchiseco«fracY(25) is een 'legale overeenkomst(28A) tot het drij-ven(60A) van een bepaalde zaak volgens voorgeschreven bedrijf s metho-den(56/6\D), financieringssystemen(6\A), gebiedsafbakening(59), en met honorering op commissiebasisÇ!). Het stelt de individuele eigendom van de zaak in het vooruitzicht(l6), mits het in de praktijk beproefde(lO) bedrijfsbeleid wordt gevolgd(56). De franchise-houder(21) profiteert van de ervaring van de franchisor en van diens steun(88) bij de keuze(9\) van de vestigingsplaats, bij de financiering(93A), bij de marketing,(93B) administratie(92C) en bij de toe­passing van verkoopbevorderende technieken(93C). De zaak begint met een reeds ingevoerd produkt(74+) of met een gevestigde service(16 + ) -reputa-

51 Opgenomen in het Technisch Bijblad nr.943, Belgisch Comité voor de Distributie, april 1979; de definitie lijkt sterk op die van het Belgisch Comité voor de Distributie (L.18).

52 Geen bronvermelding. 53 Ook zonder bronvermelding. 54 Naar aanleiding van mijn annonce in Ars Aequi, ontving ik een anoniem en niet gepubliceerde

afstudeerscriptie (economie), waarschijnlijk uit 1971, waarin veel aandacht werd geschonken aan de hierboven genoemde definitie van Kruiderink, met als bronvermelding: W.H. Kruide-rink, Amerika nu, Europa morgen, Nijmegen 1969, p. 18.

459

tie(44A + ) . De zaak wordt georganiseerd en gedreven op de gunstige basis van de merknaam{66) en gestandaardiseerde kwaliteit(63B?).'

X. Geciteerde definities door Schalen55:

X.l. De vóór 1965 geldende definitie, vastgelegd in de 'United Nations Hart Bill: 'Het begrip franchising betekent een overeenkomst(2SA) tussen twee{2\) partij­en, die een continue(29B), zakelijke betrekking(H6A) hebben. De franchise verleent aan de ene partij, zijnde de franchisenemer, het recht(55) om de ver-koop(74), respectievelijk de handel van goederen en waren en de verlening van diensten(76) te verzorgen, terwijl de andere partij, de franchisegever, het recht-(2B) bezit om de bovenvermelde waren en goederen(3D) te fabriceren, respec­tievelijk de diensten te ontwikkelen, hetzij als importeur en in gevallen van dienstverlening als de organisator voor de dienstverlening.'

X.2. M.M. Brohard jr.56: 'Franchising is een continu(29B) samenspel(l 15-) waarbij de franchisegever zorgt voor een gedeponeerd handelsmerk(66) en handelsnaam(66), en assisten-tie(SS) verleent op het gebied van de organisatie(92A), opleiding(45), de-tailhandel(92B-) en beleidsvoering(35-) tegen een vergoeding(54) van de fran­chisenemer^). '

X.3. Gordon Sherman: 'Van nature is franchising een organisatievorm(bVB), die een aantal(22) mensen bij elkaar brengt die niets met elkaar te maken hebben(401), en er een gestruc­tureerd geheel(39) van maakt; of het nu om produktenÇI4), dienstverlening(76), imago(44A) of distributief'4) gaat. Daarom is franchising juist nu zo machtig. De franchisenemers worden niet gedomineerd door een superieur(431), daaren­tegen behoeven ze ook niet beschouwd te worden als klanten. Het is een uitge­kiende balans in de menselijke verhoudingen^.), die allerlei verantwoordelijk­heden^) met zich brengt voor de franchisegever, ongeacht de geaardheid van de franchisenemer- en gever. '

X.4. Paul Rand Dixon: 'Historisch gezien is franchising altijd beschouwd als een contractueel(251) sa­menwerken^ 15) van producenten en distributeur•s{31), waarbij de marketing van de produkten naar voren kwam. Charles M. Hewitt zei hierover dat franchising een systeem is waarbij een producent het recht(55) verleent aan be­paalde dealers(22) om in afgebakende gebieden(59) zijn produktenp'4) te

55 Schalen 1988, p. 17-19 noemt, zonder bronvermelding, tien definities. 56 Deze definitie lijkt te zijn gebaseerd op X.8 en dientengevolge op X.2.

460

verkopen of diensten(76) te verlenen in ruil voor de toezegging om de Pro­dukten of diensten te verlenen op een specifieke wijze(61D).

X.44. en later aangepast als volgt: ieder contract{25) waaronder detaillist(21) en groothandel(37) georganiseerd zijn om te zamen of met leveranciers gezamenlijk(22) te handelen om produk-ten(74) of diensten(76) te verspreiden. '

X.5. Niet genoemde auteur57: 'Een franchisecontract(25) is een rechtsgeldige overeenkomst(2SA) om een za-kenconcept(32) te begeleiden in overeenstemming met de voorgeschreven me-thode(6lT>) in bedrijfsvoering(60A-), financiering(93A), exclusleve(58) ge-bieden(59) en commissiebijdragenC??). Het betekent wel het opgeven{\7) van het volkomen zelfstandig ondernemerschap door een bewezen(ll) bedrijfs­voering te volgen(56-). De franchisenemer(21) profiteert van de ervaringen van de franchisegever en accepteert zijn assistentie^) bij de keuze van een vesti-gingspunt(9l), de financiering(93A), het marktonderzoek(93B), de admlnlstra-tie(92C) enpromotietechnieken(93C). Het zakenconcept(32) is gebaseerd op een bekend produkt(74 + ) of service(76)-image(44A). Het wordt georganiseerd en gevoerd op basis van de image van de naam(66) en standaardisatie(63B-).'

X.6. Kiplinger Magazine: 'De eenvoudigste terminologie voor franchising is: een contract(25) betreffende de distributie of verkoop(74) van goederen of diensten(76) binnen een afgeba­kend gebied(59). Een franchisezaak is elgendom(\4) van een zelfstandlg{4\) on­dernemer en wordt door hem geleid als een onderdeel van een nationale, regio­nale of plaatselijk keten{\\\). De franchise-overeenkomst geeft de franchisene­m e r ^ ) het recht(55) om namens de moedermaatschappij de produkten te ver­kopen en haar te vertegenwoordigen( 18B). In ruil voor dit exclusieve recht om een gevestigd produkt te verkopen of een dienst te verlenen, verplicht de fran­chisenemer zich om hetzij een bedrag ineens(54A) (franchisevergoeding) of een percentage(54B) van de omzet te betalen, hetzij materialen en voorraden te ko-/?<?n(54D/84A/84B?) bij de moedermaatschappij, of een combinatie(54E) hier­

van.

X.7. Niet genoemde auteur: 'Een franchisezaak ontwikkelt zich doorgaans tot een organisatie die bestaat uit ondersteunende eenheden(22l\\ 1), die ontwikkeld en georganiseerd(ï) zijn door de franchisegever. Dit gebeurt voor de uitbreiding van de distributie der pro-dukten(74) of dlensten(76) in een uniforme kwaliteit, kwantiteit en tech-niek(63A/B). Het opmerkelijke van franchising is dat het waarschijnlijk de enige vorm van zaken doen is die van nature bijdraagt tot de ontwikkeling van nieuwe zakelijke betrekkingen(??).'

57 Deze definitie is vrijwel identiek aan W.10 (de anonieme afstudeerscriptie).

461

X.8. De IFA58: 'Een continue(29B/ll3) samenwerking(\ 15) waarbij de franchisegever aan de

franchisenemer(2\) een privilege(55 + ) verstrekt om op een bepaalde wijze za­ken te doen(6\A), hem daarbij assis teert(88) wat betreft organisatie(92A), trai-ning{45-), verkoopwijze(93D) en bedrijfsvoering(92A), waar een financi-ele(53B) vergoeding(54) van de zijde van de franchisenemer tegenover staat.'

Y.l. De kernbegrippen van Hoogendoorn (1991)59: 'een hechte{\\2) vorm van samenwerking{\\5) welke is gebaseerd op een con-tract(25), tussen de twee(2l) partijen, de franchise-gever en de franchise­nemer, waarin is geregeld de overdracht(64A-) van de handelsnaam(66), merk(66), kennis en kunde(A91i'50?) en tevens een taakverdeling{13) is vastge­legd zodat een aantal taken die uit kostenoverwegingen beter centraal(33) kunnen worden afgewikkeld, door de franchisegever worden verzorgd waarbij de franchisenemer volledig eigenaar{\M15) van het bedrijf blijft.'

Y.2. De definitie van Vaughn60: 'Franchising is a form of marketing(32 + ) or distribution{32 + ) in which a parent company customarily grants(55) an individual or a relatively small company(2l) the right, or privilige, to do business(60A) in a prescribed manner(6\D) over a certain period of time(29A) in a specified place(59). The privilige may be quite varied. It may be the right to sell(14) the parent compa­ny's productsÇl5A/B?) to, use its name(66), to adopt its methodsilO), and to copy its symbols(61), trademarks(66), or architecture^!), or the franchise may include all the rights.'

Y.3. De defintie van Bezemer61: 'Franchising is een systeem{32 + ) van distributie van goederenÇA) en dien-sten(76) waarbij een zelfstandige{4\) ondernemer (de franchise-nemer{2\)) ge­bruik maakt van de naam(66), marketingÇl'1) en uiteenlopende diensten(SS) van een bekende organisatie(3E-) (de franchise-gever). De franchise-nemer betaalt een vergoeding(54) voor het deel(lll) uitmaken van deze organisatie.'

58 De vertaling in X.8 wijkt af van de Engelse versie (D.2). Bijvoorbeeld samenwerking (relation­ship), op een bepaalde wijze zaken te doen (to do business) en verkoopwijze (merchandising).

59 Hoogendoorn 1991, p.ii; op p. 6-7 citeert hij zeven definities en geeft daarna een aantal kernbe­grippen die de 'essentie vormen van franchising', gebaseerd op Mendelsohn (1979), Schalen (1988) en Bezemer (1990).

60 Hoogendoorn 1991. p. 7 verwijst naar C L . Vaughn. Franchising: its nature, scope, advantages, and development. Massachusetts 1979, Lexington-Books, p. 1.

61 Uit J.C. Bezemer. Exportkansen voor franchise-ketens. Tijdschrift voor marketing (september 1990), p. 84-92.

462

Z. Definitie Schalen/de Bruijn (1992): 'Onder 'Business Format Franchising'62 wordt verstaan de samenwerking(l 15) tussen ondernemingen, waarbij een min of meer volledig exploitatiesys-teem(6\B) van een bedrijf (the entire business of het business format) door de ene partij, de franchisegever, (grossier/producent/grootwinkelbedrijf e.d.)(37), aan de andere partij, de franchisenemer{2\), {detaillist ldienstverlener)ijll\3) in licentie (recht(55) van gebruik) wordt gegeven. '63

AA. Hoofdelementen van Wessels64: 1. commerciële(HA) samenwerkinsgvorm(\ 15) 2. juridische zelfstandigheid(4\) van partijen 3. economische gebondenheid{\7) van partijen 4. terbeschikkingstelling(55) van een bedrijfsvoeringssysteem(60A) 5. controle{9%) en begeleiding(S7/SS?) door de franchisegever 6. betaling van vergoedingen{5<\) (fee's e.d.) door de franchisenemer

BB. Geciteerde definities door Clemens (1988):

BB.l. Definitie Scaupy (1968)65: 'Der Franchise-Vertrag(28A) ist ein Inbegriff von gegenseitige Verpflichtungen im Rahmen eines Dauerschuldverhältnisses{29BI U3), durch den der Franchise­geber dem Franchisenehmer^!), einem selbständigen(4\) Händler oder Unter­nehmer, gegen Entgelt(5l/53B) dat Recht(55) gewährt, bestimmte Waren(74) und/oder Dienstleistungen^'6) unter Verwendung von Namen, Warenzeich­en^), Ausstattung(67) und sonstigen Schutzrechten(65?) sowie der technischen und gewerblichen Erfahrung^-) des Franchisegebers und under Beachtung des von letzterem entwickelten(l) Organisations- und Werbungssystems(6lCl) zu vertreiben, wobei der Franchisegeber dem Franchisenehmer Beistand^), Rad(S7) und Schulung(45) gewährt und eine Kontrolle^) ausübt.'

BB.2. Definitie Knigge (1973)66: 'Franchising ist die Anwendung eines Systems vertikal-kooperativer Beziehung-en(37/\l6A) auf der Grundlage eines Dauerhafi(29B/U3) bindenden Vertrages (Franchise-Vertrag(2&A) zwischen rechtlich seiständig bleibenden(4l) Part-

62 Deze definitie lijkt sterk op die van Lierens CC (1987). Op p. 2 ook wel genoemd: Entire Busi­ness System Licensing of Moderne Franchising.

63 Zie: C C I Lierens 1987, die op p. 6 een vrijwel gelijke omschrijving hanteert. 64 Wessels 1991, p. 12. 65 Evenals Martinek noemt Clemens als belangrijkste definitie die van Scaupy, in: 'W. Scaupy

Das Franchise-System. Neue Vertriebswege für Waren und Dienste. Düsseldorf-Wien 1968, S.13'. welke definitie ook is aangehaald door B. van der Goen, Franchising en wetgeving. NJB 1973, p. 699.

66 In: J. Knigge.'Franchise-Systeme im Dienstleistungssektor (Betriebswirtschaftliche Studien. Heft 63), Berlin 1973, S.36'.

463

nern(\\6D), bei dem der Franchise-Geber den Franchise-Nehmern(2l) das Recht(55) gegen Entgelt(5\/53B) einräumt und die Pßicht(56) auferlegt, genau bestimmte Leistungen(6lD) unter Verwendung von Namen, Warenzeichen(66), Ausstattung^!) und sonstigen Schutzrechten(65) sowie der Kentnisse(49) des Franchise-Gebers und des von diesem entwickelten(\) betriebswirtschaftlich­organisatorischen Programms(6lC) an Dritte(S3?) abzusetzen.'

BB.3. Definitie Scholtissek (1975)67: 'In einem 'Franchising-Paket'(7'A) stelt der Franchise-Geber aufgrund von For­schung, Marktanalysen(6?) und Erprobung(lO) (operation pilote(9)) Vor- und Dauerleisrungen zur Verfügung, die aus fachlichem, strategischem und be­triebswirtschaftlichem know-how{49l7C) für marktmäßig erbrachte Leistungen sowie für die Betriebsführung bestehen. Neben bedingten Nutzungsrechten(65) wird die 'Lizenz '(64B) für die Betreibung eines Geschäfls(60A) mit einem bestimmten Warensortiment(84A/84B?) in einem vereinbarten Gebiet(59) zur Verfügung gestellt. Ferner werden eine Reihe einmaliger und laufendere) Hilfen(88) zur Verfügung gestellt, wie Schulung(45), Einarbeitung und Hilfe beim Betriebsaufbau(9\), Verkaufsförderung(92>T>), Management(92A), Fortbil-dung(94), Forschung und Entwicklung(94), Erfolgskontrollen, Rechnungswe-sen(92C). Der Franchise-Neh-mer(21) muß Kapital in der Regel in Form von Investitionen(42) (Immobilien, Machinen, Ausstatung und Einrichtung) einbrin­gen. Er Stellt seine Arbeitskrafl(60B) (als Unternehmer) zur Verfügung und ent­richtet Gebühren(54).'

BB.4. Definitie van Tietz (1979)68: Franchising ist 'eine durch Vertrag(28A) geregelte Zusammenarbeit(\\5) zwischen rechtlich selbständigen(4\) Unternehmen' ansieht, bei der 'die Fran­chisenehmer^) das Recht(55) erhalten, gegen Vergütung(54) und Gewährung von Kontrollrechten^) ein klar abgegrenztes Programm(61C) beim absatz von Waren(74) und/oder Dienstleistungen^b) zu verwenden (und) der Franchise­geber (...) sich zur Durchfürung von Maßnahmen, die die Aktivität des Fran­chisenehmers erleichtern oder Fördern' verpflichtet(56). Mit Hilfe dieses 'vor­wiegend absatzorientierten Kooperationssystems' versuchen die Partner(l 16D), ihre Unternehmensziele, insbesondere die Marktanteilserhaltung und -auswei-tung, auf der Basis mittel- und langfristiger(29B/113) Kontrakte(25) zu realise­ren.'

67 In: W. Scholtissek. 'Franchising in Frankreich, in: Die Wirtschaftsprüfung, Heft 8/1975, S.210 f.'

68 In: B. Tietz & M. Günther 'Das franchising Is Kooperationsmodell für den mittel standi sehen Groß- und Einzelhandel, Köln-Berlin-München 1979, S.5.'

464

BB.5. Definitie van Sittig (1980)69: 'Symbiose(l 16A??) ... zwischen unternehmerischer Eigeninitiative in regional begrenzten Märkten (Einzelhandel) und der überregional geleiteten zentralen Firmenstrategie (Größunternehmung(37)) im Bereiche der Verbraucherbedürf-nisse(&3)' abstellt.'

CC. Definitie Lierens (1987): 'Onder het totale zakenconcept(32) franchising wordt verstaan de samenwer-kingi 115) tussen ondernemingen waarbij een min of meer volledig exploitatie­systeem van een bedrijßfilB) door de ene partij de andere partij(21) in licen-fie(64A/B?) (recht(55) van gebruik) wordt gegeven.'70 Franchising is een '(...) -bijzondere vorm van verticale integratie(31), zijnde een samenwerkings­vorm^ 15) tussen schakels op verschillend niveau(36) in één of meer bedrijfsko­lommen.'71

'Een modern franchise-systeem is meer dan een licentie. De franchise-gever ga­randeert het alleenverkooprecht(58) in een bepaald afzeigebied(59) en de fran-chise-nemer(21) opereert in dat gebied als een onmisbaar bestanddeel(lll+/-7) van het gehele systeem. Beide partners(\ \6D) gaan te werk vanuit het bewust­zijn, dat zij beide afhankelijk zijn van een optimale inzet om sukses{\ 18) te be­halen.'72

DD. Definitie Van der Heiden (1992): A. Franchising is een op duurzaamheid(29B/113) gerichte samenwerkings­

vorm^ 15) waarbij verschillende juridisch zelfstandige(4l) (rechtsperso­nen (de franchisenemers{22)) op basis van schriftelijk{25) vastgelegde af-spraken(6lD) met een derde (de franchisegever), tegen betaling{51/53B) gebruik mogen(55) en moeten(56) maken van een door deze derde aang­eboden samenstel van diensten, produkten{6\B) en in het algemeen van een gelijk imago(44A-);

B. Het doel van de samenwerking voor partijen is dat deze dankzij het geza­menlijk gebruik(63A) van het verkregen pakket(63B) van diensten(16) en/of produktenÇlA) de individuele ondernemingen op een doeltreffende en efficiënte wijze(\Q9l\\0) kunnen exploiteren, daarbij tevens profite-rend(l20) van de herkenbaarheid bij het publiek die het gevolg is van het gebruikmaken van het verkregen gelijke imago(\2l +).

69 In: C.A.Sittig, 'Franchising-Cooperative, in: Management-Zeitschrift, 49 (1980), Nr. 7/8, S.373.'

70 Zie Lierens 1987, p. 6. 71 Zie Lierens 1987, p. 12 72 Op p. 35 noemt Lierens Franchising de licentiëring van imago"s en de franchisegever de gros­

sier in ideeën. Het imago(49A+/127+) omvat dan als belangrijke elementen: naam, house-style en optreden.

465

466

Bijlage 5 Franchisewet(svoorstel)

Inhoud

Algemeen Artikel 1. (definitie)

Totstandkoming overeenkomst Artikel 2. (informatievoorziening) Artikel 3. (vorm en inhoud overeenkomst) Artikel 4. (wijziging overeenkomst/adhesiecontract)

Inhoud en uitvoering overeenkomst Artikel 5. (goed franchisegever/-nemer) Artikel 6. (duur) Artikel 7. (gebiedsafbakening) Artikel 8. (afnameverplichtingen) Artikel 9. (prijsbinding) Artikel 10. (aanwijzingen en controle) Artikel 11. (rekening en verantwoording) Artikel 12. (overdracht franchiseketen) Artikel 13. (overdracht franchisevestiging)

Verhouding tot derden Artikel 14. (naamsvermelding) Artikel 15. (vertegenwoordiging) Artikel 16. (franchiseraad)

Einde en postcontractuele bepalingen Artikel 17. (opzegging) Artikel 18. (beëindiging om dringende reden) Artikel 19. (ontbinding door rechter) Artikel 20. (kennelijk onredelijke beëindiging) Artikel 21. (schadeloosstelling) Artikel 22. (goodwillvergoeding) Artikel 23. (concurrentiebeding)

Algemeen

Artikel 1. (definitie) 1. Een franchiseovereenkomst is een overeenkomst of samenstel van overeen­komsten waarbij de ene partij, de franchisegever, de andere partij, de franchisene­mer, tegen directe of indirecte vergoeding, het recht verleent voor eigen rekening en risico een franchise(vestiging) te exploiteren, voor de afzet van bepaalde goederen en/of het verrichten van bepaalde diensten, waarbij gebruik moet worden gemaakt van door de franchisegever ter beschikking gestelde intellectuele en industriële rechten, zoals gemeenschappelijke handelsnaam, merken, onder­scheidingsmiddelen en/of zakelijke en technische methoden. 2. Indien een overeenkomst zowel aan de omschrijving van het eerste lid voldoet, als aan die van een andere door de wet geregelde bijzondere soort van overeen­komst, zijn de bepalingen van deze titel en de voor de andere soort van overeen­komst gegeven bepalingen, naast elkaar van toepassing.

Totstandkoming overeenkomst

Artikel 2. (informatievoorziening) 1. De franchisegever is verplicht ten minste 20 dagen vóór het sluiten van een franchiseovereenkomst, dan wel 20 dagen vóór de kandidaat-franchisenemer enig bedrag aan geld aan de franchisegever dient te betalen, bijvoorbeeld voor toetre­ding tot de franchiseketen, reservering van de franchiserechten of een exclusief gebied, aan de kandidaat-franchisenemer schriftelijke informatie te verstrekken over de onderneming van de franchisegever, de franchiseketen, het franchisecon-tract, de aard en de hoogte van de te maken kosten en de te verrichten investering­en, alsmede de omzetprognoses. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorwaarden worden ge­steld, waaraan de in het vorige lid genoemde informatie moet voldoen. 3. Voldoet de franchisegever niet aan het in lid 1 gestelde, dan is de franchi­seovereenkomst vernietigbaar.

Artikel 3. (vorm en inhoud overeenkomst) 1. De franchiseovereenkomst dient op schrift te zijn gesteld en bevat ten minste bepalingen over de: a. duur van de overeenkomst, verlenging en opzegging; b. werkingssfeer, zoals gebruik van gemeenschappelijke handelsnaam, merken, onderscheidingsmiddelen en uniforme opzet van franchisevestiging(en) en/of vervoermiddelen; c. voortdurende verlening van commerciële of technische bijstand door de fran­chisegever en mededeling van know-how; d. te betalen vergoeding(en); e. voorwaarden waaronder de franchisenemer gerechtigd is de franchise(ves-tiging) te vervreemden.

468

2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorwaarden worden ge­steld, waaraan franchiseovereenkomsten moeten voldoen.

Artikel 4. (wijziging overeenkomst/adhesiecontract) 3. Wijzigingen en/of aanvullingen van de franchiseovereenkomst en/of daarmee samenhangende overeenkomsten zijn voor de franchisenemer slechts bindend, in­dien hij ten minste 20 dagen voor de vaststelling schriftelijk daarvan heeft kennis genomen, alsmede schriftelijk heeft verklaard zich met de wijziging/aanvulling te verenigen. 4. Weigert de franchisenemer de in het eerste lid genoemde verklaring af te ge­ven, dan kan deze weigering worden aangemerkt als een opzegging van de fran-chiseovereenkomst aan de zijde van de franchisenemer, tegen de dag waarop een regelmatige opzegging van de franchiseovereenkomst had dienen te geschieden. 5. Een beding in een franchiseovereenkomst waarbij de franchisenemer verklaart, dat hij zich verbindt met elke in de toekomst vast te stellen wijziging en/of aanvulling van de franchiseovereenkomst of daarmee samenhangende overeen­komsten te verenigen, is nietig.

Inhoud en uitvoering overeenkomst

Artikel 5. (Zorgplicht franchisegever en -nemer) 1. De franchisegever en franchisenemer zijn verplicht zich als een goed fran­chisegever respectievelijk een goed franchisenemer te gedragen.

Artikel 6. (duur) 1. De franchiseovereenkomst geldt voor vijfjaren of, als een langere duur is overeengekomen, voor die langere duur. 2. Na verloop van de in het vorige lid genoemde termijn heeft de franchisenemer het recht de franchiseovereenkomst met een termijn van vijfjaar te verlengen, tenzij in redelijkheid van de franchisegever niet gevergd kan worden de overeen­komst voort te zetten, in welke geval de franchisegever het recht heeft de over­eenkomst, zes maanden voor het einde van de in het eerste lid genoemde termijn, schriftelijk op te zeggen. 3. Een voor onbepaalde tijd gesloten franchiseovereenkomst wordt geacht een looptijd te hebben van ten minste 10 jaar. 4. Partijen kunnen de kantonrechter verzoeken een franchiseovereenkomst met een looptijd van minder dan vijfjaar goed te keuren.

Artikel 7. (gebiedsafbakening) 1. Een beding dat de franchisenemer verplicht om de franchise alleen vanuit de franchisevestiging te exploiteren, dan wel zich buiten een bepaald gebied te ont­houden van klantenwerving voor producten of diensten waarop de franchise be­trekking heeft, is slechts geldig voor zover het op schrift is gesteld.

469

Artikel 8. (afnameverplichtingen) 1. Een beding dat de franchisenemer verplicht, om het door de franchisegever voorgeschreven assortiment goederen, grondstoffen, verpakkingen en bedrijfs­middelen volledig te voeren en geen daarmee concurrerende goederen te produce­ren, te verkopen of bij de verrichting van diensten te gebruiken, is slechts geldig voor zover het op schrift is gesteld. 2. Een beding dat de franchisenemer verplicht, de voor de exploitatie van zijn franchise(vestiging) benodigde goederen, grondstoffen, verpakkingen en overige bedrijfsmiddelen uitsluitend te betrekken van de franchisegever, of door hem aangewezen derden, is slechts geldig voor zover het op schrift is gesteld en niet geldt voor vervangingsonderdelen of accessoires. 3. Het in het vorig lid genoemde beding is nietig, indien de franchisenemer te­vens verplicht is zich buiten een bepaald gebied te onthouden van klantenwerving voor producten of diensten waarop de franchise betrekking heeft, tenzij het gezien de aard van de goederen onuitvoerbaar zou zijn objectieve kwaliteitseisen toe te passen. 4. Onverminderd het in de vorige leden bepaalde, staat het de franchisenemer te allen tijde vrij de in dit artikel genoemde goederen aan te schaffen bij andere franchisenemers en/of dealers die deel uitmaken van een door de franchisegever erkend distributienet.

Artikel 9. (prijsbinding) 1. Het is franchisegevers niet toegestaan franchisenemers direct of indirect te be­perken bij het vaststellen van verkoopprijzen voor producten of diensten die onder de franchise vallen. 2. Het in het vorig lid genoemde verbod geldt niet voor korte reclame-acties en door de franchisegever gegeven adviesprijzen.

Artikel 10. (aanwijzingen en controle) 1. De franchisenemer is gehouden gevolg te geven aan door of namens de fran­chisegever tijdig verstrekte en verantwoorde aanwijzing(en) over de uitvoering van de franchiseovereenkomst. 2. Het gebruik van de franchiserechten door de franchisenemer wordt door de franchisegever gecontroleerd om een uniforme presentatie ten opzichte van het publiek, alsmede een gelijkwaardige kwaliteit van goederen en/of dienstverlening, te waarborgen. 3. De franchisenemer die op redelijke grond niet bereid is aanwijzingen op te volgen en/of controle toe te laten, kan, zo de franchisegever hem niettemin aan de aanwijzingen/controleverplichting houdt, de franchiseovereenkomst opzeggen wegens gewichtige redenen.

Artikel 11. (verantwoording) Franchisegever en franchisenemer moeten elkaar op de hoogte houden van hun werkzaamheden in het kader van de franchiseovereenkomst.

470

Artikel 12. (overdracht franchiseketen) 1. Door de overgang van de gehele franchiseketen of een onderdeel daarvan gaan de rechten en de verplichtingen die op dat tijdstip voor de franchisegever in die franchiseketen voortvloeien uit een franchiseovereenkomst tussen hem en de daarin verbonden franchisenemer van rechtswege over op de verkrijger. Evenwel is de franchisegever nog gedurende een jaar na de overgang naast de verkrijger hoofdelijk verbonden voor de nakoming van de verplichtingen uit de franchise­overeenkomst, die zijn ontstaan vóór dat tijdstip. 2. Indien de overgang van een franchiseketen, zoals in het vorig lid bedoeld, een wijziging van omstandigheden ten nadele van de franchisenemer ten gevolge heeft en de franchiseovereenkomst deswege wordt ontbonden, geldt met het oog op de toepassing van artikel 18 en 21 de franchiseovereenkomst als ontbonden, wegens een dringende reden, welke voor rekening van de franchisegever komt.

Artikel 13. (overdracht franchisevestiging) 1. Een franchisenemer kan, voor zover de franchiseovereenkomst deze bevoegd­heid niet beperkt of uitsluit, zijn uit de franchiseovereenkomst voortvloeiende rechten en plichten geheel of gedeeltelijk overdragen aan een derde, dan wel door derden laten uitoefenen.

2. Beperking van de overdraagbaarheid van de franchiserechten kan niet zodanig geschieden, dat die overdraagbaarheid onmogelijk of uiterst bezwaarlijk wordt gemaakt.

3. Overdracht van uit de franchiseovereenkomst voortvloeiende rechten is slechts mogelijk, indien de franchisegever schriftelijk goedkeuring heeft verleend. De franchisegever zal binnen zes weken na een verzoek tot goedkeuring van de overdracht, zijn goedkeuring verlenen, dan wel weigeren. De goedkeuring wordt geacht te zijn verleend, indien de franchisegever niet binnen zes weken na in­diening van het verzoek, schriftelijk zijn goedkeuring heeft geweigerd. 4. De in het vorige lid genoemde goedkeuring wordt geacht te zijn verleend, in­dien de franchisegever niet gelijktijdig met de weigering van de goedkeuring aan de franchisenemer opgaaf doet van een of meer gegadigden die bereid zijn de franchiserechten over te nemen. De franchisenemer blijft bevoegd zijn aanbod in te trekken, mits dit geschiedt binnen een maand nadat hem bekend is aan welke gegadigden hij de franchiserechten kan verkopen en tegen welke prijs. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over de prijs, wordt deze vastgesteld door een of meer onafhankelijke deskundigen.

Verhouding tot derden

Artikel 14. (naamsvermelding) 1. De franchisenemer zal op duidelijke en zichtbare wijze, binnen en buiten de franchisevestiging, zijn hoedanigheid van juridisch zelfstandig ondernemer ver­melden, welke vermelding geen afbreuk mag doen aan de gemeenschappelijke identiteit van de franchiseketen.

471

2. De in het vorige lid genoemde vermelding staat tevens op alle door de fran­chisenemer gebruikte documenten en formulieren, zoals brieven, foldermateriaal, prijslijsten, offertes, contracten en facturen. 3. Indien de franchisenemer is gehouden tot opgaaf in het handelsregister zal aan de (handels)naam van zijn onderneming worden toegevoegd de gemeenschappe­lijke handelsnaam van de franchiseketen.

Artikel 15. (vertegenwoordiging) 1. Indien franchisenemers niet voldoen aan de in artikel 14 genoemde meldplicht, worden zij, ondanks enig anders luidend beding, geacht op naam en/of voor reke­ning van de franchisegever te hebben gehandeld. 2. Indien franchisenemers hun hoedanigheid van juridisch zelfstandige onderne­mer hebben vermeld, dan is de franchisegever niet aansprakelijk voor tekortko­mingen van franchisenemers, tenzij die tekortkomingen het gevolg zijn van niet, niet tijdig dan wel niet behoorlijk nakomen van de verplichtingen van de franchi­segever en/of de aansprakelijkheid rechtstreeks voortvloeit uit de wet.

Artikel 16. (franchiseraad) 1. De franchisegever die een franchiseketen in stand houdt waarbij 15 of meer franchisenemers zijn betrokken, is verplicht om ten behoeve van het overleg met franchisenemers een franchiseraad in te stellen. 2. De franchiseraad regelt in een reglement haar werkwijze. Het reglement bevat in ieder geval voorschriften omtrent: a. kandidaatstelling leden van de franchiseraad; b. inrichting van verkiezingen; c. invulling tussentijdse vacatures; d. de gevallen waarin de franchiseraad ten behoeve van de uitoefening van zijn taak bijeenkomt. 3. De franchisegever en de franchiseraad komen ten minste vier maal per ka­lenderjaar bijeen, alsmede zo vaak als de franchiseraad, dat, onder opgaaf van redenen, verzoekt. 4. De franchiseraad is bevoegd, buiten de in het vorig lid genoemde vergadering­en, voorstellen te doen of standpunten kenbaar te maken aan de franchisegever, mits deze schriftelijk en voorzien van een toelichting aan de franchisegever wordt voorgelegd. 5. In de in het derde lid genoemde vergaderingen worden de aangelegenheden, de franchiseketen betreffende, aan de orde gesteld ten aanzien waarvan hetzij de franchisegever, hetzij de franchiseraad overleg wenselijk acht. De franchiseraad is bevoegd omtrent bedoelde aangelegenheden voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. 6. De franchiseraad wordt door de franchisegever in de gelegenheid gesteld ad­vies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit tot: a. overdracht van de franchiseketen of een deel daarvan; b. beëindiging van de werkzaamheden van de franchiseketen of een belangrijk deel daarvan;

472

c. belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging van de werkzaamheden van de franchiseketen; d. belangrijke wijzigingen in de organisatie van de franchiseketen; e. het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking met een andere on­derneming; f. het aangaan van een belangrijke financiële deelneming vanwege often behoeve van een andere onderneming, en g. alle besluiten die belangrijke invloed kunnen uitoefenen op het behoorlijk fun­ctioneren van de franchiseketen. 7 Het advies van de franchiseraad moet op zodanig tijdstip worden gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het nemen van een besluit. 8 De franchisegever die een besluit zal nemen, al dan niet in overeenstemming met door de franchiseraad gegeven advies, zal dat besluit schriftelijk kenbaar ma­ken aan de franchiseraad. Indien het advies niet, althans niet geheel is gevolgd, zal worden medegedeeld waarom van het advies is afgeweken. 9. In geval geheel often dele wordt afgeweken van een door de franchiseraad ge­geven advies, is de franchisegever verplicht zijn besluit, nadat hij de franchise­raad van zijn besluit in kennis heeft gesteld, één maand op te schorten. 10. De franchiseraad kan bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam beroep instellen tegen een besluit van de franchisegever, hetzij wan­neer dat besluit niet in overeenstemming is met het advies van de franchiseraad, hetzij wanneer feiten of omstandigheden bekend zijn geworden die, waren zij aan de franchiseraad bekend geweest ten tijde van het uitbrengen van zijn advies, aanleiding zouden zijn geweest om het advies niet uit te brengen, zoals het is uitgebracht. 11. Het beroep wordt ingediend bij verzoekschrift, binnen een maand nadat de franchiseraad van het besluit in kennis is gesteld. De franchisegever wordt van het ingestelde beroep in kennis gesteld. 12. Het beroep kan uitsluitend worden ingesteld ter zake dat de franchisegever bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. 13. Nadat het verzoekschrift is ingediend, kan de Ondernemingskamer, zo no­dig, onverwijld voorlopige voorzieningen treffen.

Einde en postcontractuele bepalingen

Artikel 17. (opzegging) 1. Franchiseovereenkomsten die voor bepaalde of onbepaalde tijd zijn gesloten, kunnen tegen het eind van de duur respectievelijk tegen het eind van de in artikel 6 lid 3 genoemde termijn van tien jaar, door ieder der partijen worden opgezegd. De termijn van opzegging bedraagt ten minste één jaar. 2. Indien de franchiseovereenkomst na het verstrijken van de in het vorig lid ge­noemde opzegtermijn door partijen zonder tegenspraak wordt voortgezet, wordt zij geacht voor dezelfde tijd op de vroegere voorwaarden wederom te zijn aange­gaan.

473

3. Het voorgaande lid is van toepassing, wanneer, in gevallen waarin opzegging nodig is, tijdige opzegging achterwege blijft. 4. Een opzegging door de franchisegever is nietig, indien: a. de opzegging niet de gronden vermeldt die tot de opzegging hebben geleid; b. bij de opzegging niet aan de franchisenemer wordt gevraagd om binnen zes weken schriftelijk aan de franchisegever mee te delen of hij al dan niet toestemt in beëindiging van de overeenkomst. 5. Een door de franchisegever opgezegde overeenkomst blijft, tenzij de franchi­senemer de in het vorig lid genoemde toestemming heeft gegeven, na het tijdstip waartegen rechtsgeldig is opgezegd van rechtswege van kracht, totdat de kanton­rechter het tijdstip heeft vastgesteld waarop de overeenkomst zal eindigen. 6. De rechter kan de vordering tot vaststelling van het tijdstip waarop de over­eenkomst zal eindigen, toewijzen, indien: a. de franchisegever aannemelijk maakt dat hij de franchise(vestiging) dringend nodig heeft voor eigen gebruik; b. de bedrijfsvoering van de franchisenemer niet is geweest, zoals een goed fran­chisenemer betaamt. 7. De rechter kan bij zijn beslissing tot toewijzing van de vordering vermeld in het vorig lid onder a een bedrag vaststellen dat de franchisegever aan de fran­chisenemer dient te betalen ter tegemoetkoming van door de franchisenemer te lijden schade in verband met de bedrijfsbeëindiging. 8. De franchisegever is jegens de franchisenemer tot schadevergoeding gehou­den, wanneer hij de overeenkomst heeft opgezegd op grond van dringend nodig hebben voor eigen gebruik en de wil om de franchise zelf te exploiteren niet aanwezig is geweest; de wil wordt geacht te hebben ontbroken, indien de franchi­segever niet binnen één jaar na het einde van de franchiseovereenkomst de franchisevestiging persoonlijk in duurzaam gebruik heeft genomen.

Artikel 18. (beëindiging om dringende reden) 1. De partij die de overeenkomst beëindigt zonder eerbiediging van haar duur of zonder inachtneming van de wettelijke of overeengekomen opzegtermijn en zonder dat de wederpartij daarin toestemt, is schadeplichtig, tenzij de overeen­komst zal worden beëindigd, om een dringende aan de wederpartij onverwijld medegedeelde reden. 2. Dringende redenen zijn omstandigheden van zodanige aard, dat van de partij die de overeenkomst doet eindigen, redelijkerwijs niet gevergd kan worden de overeenkomst, zelfs tijdelijk, in stand te laten. Dringende reden zullen onder andere aanwezig geacht worden, voor de franchisenemer: a. wanneer de franchisegever de franchisenemer geen of onvoldoende materiaal verschaft, dat voor de uitoefening van de franchise(vestiging) essentieel is; b. wanneer de franchisegever, nadat de franchisenemer daarom heeft verzocht, geen of onvoldoende advies en bijstand verschaft. Voor de franchisegever: a. wanneer de franchisenemer opzettelijk of ondanks waarschuwing roekeloos eigendommen van de franchisegever beschadigt of aan ernstig gevaar blootstelt;

474

b. wanneer de franchisenemer bijzonderheden (know-how) aangaande het ex­ploitatiesysteem of de franchiseketen, die hij behoorde geheim te houden, be­kendmaakt; c. wanneer de franchisenemer hardnekkig weigert te voldoen aan redelijke aan­wijzingen die hem door of namens de franchisegever worden gegeven. 3. Indien de beëindiging van de overeenkomst wegens een dringende reden ge­grond is op omstandigheden waarvoor de wederpartij een verwijt treft, is laatstge­noemde schadeplichtig.

Artikel 19. (ontbinding door rechter) 1. Ieder der partijen is bevoegd zich tot de kantonrechter te wenden met het ver­zoek de franchiseovereenkomst wegens gewichtige redenen te ontbinden. 2. Als gewichtige redenen worden beschouwd: a. omstandigheden die een dringende reden als bedoeld in artikel 18 opleveren; b. toerekenbare tekortkomingen in de uit de franchiseovereenkomst voortvloeien­de verplichtingen. c. veranderingen van omstandigheden welke van dien aard zijn, dat de overeen­komst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen; 3. Spreekt de rechter de ontbinding uit op grond van een omstandigheid als be­doeld in het tweede lid onder a en/of b, dan is de tekortkomende partij schade­plichtig. 4. Spreekt de rechter de ontbinding uit op grond van hetgeen is bepaald in het tweede lid onder c, dan kan hij aan één der partijen een vergoeding toekennen. 5. Elke beding waarbij van dit artikel wordt afgeweken is nietig.

Artikel 20. (kennelijk onredelijke beëindiging) 1. Indien een der partijen de franchiseovereenkomst, al of niet met inachtneming van de voor beëindiging geldende bepalingen, kennelijk onredelijk doet eindigen, kan de rechter aan de wederpartij schadevergoeding toekennen. 2. Beëindiging van de franchiseovereenkomst door een der partijen zal onder andere kennelijk onredelijk geacht worden: a. wanneer deze geschiedt zonder opgave van redenen of onder opgave van een voorgewende of valse reden; b. indien een der partijen door opzet of schuld aan de wederpartij een dringende reden heeft gegeven om de franchiseovereenkomst zonder opzegging of zonder inachtneming van de voor opzegging geldende bepalingen te doen eindigen.

Artikel 21. (schadeloosstelling) 1. De partij die krachtens artikel 17 lid 4 en lid 8; artikel 18 lid 3; artikel 19 lid 3 en artikel 20 schadeplichtig is, is aan de wederpartij een som geld verschuldigd gelijk aan de beloning over de tijd dat de franchiseovereenkomst bij regelmatige beëindiging had behoren voort te duren. Voor de vaststelling van de som wordt rekening gehouden met het in de voorafgaande tijd verdiende en met andere ter zake in acht te nemen factoren. 2. De rechter is bevoegd deze som te verminderen, indien zij hem met het oog op de omstandigheden te hoog voorkomt.

475

3. De benadeelde partij kan, in plaats van schadevergoeding, zoals in de vooraf­gaande leden bedoeld, volledige vergoeding van haar schade vorderen, onder ge­houdenheid de omvang daarvan te bewijzen.

Artikel 22. (goodwillvergoeding) 1. Ongeacht het recht om schadevergoeding te vorderen heeft de franchisenemer bij het einde van de franchiseovereenkomst het recht op goodwillvergoeding, voor zover: a. hij de franchisegever nieuwe klanten heeft aangebracht of de overeenkomsten met bestaande klanten aanzienlijk heeft uitgebreid en de overeenkomsten met die (nieuwe) klanten de franchisegever nog aanzienlijke voordelen opleveren; b. de franchisegever binnen een jaar na het einde van de franchiseovereenkomst de franchise(vestiging) voortzet, dan wel binnen het rayon een andere franchise-vestiging en/of een filiaal vestigt. 2. Het bedrag van de vergoeding is niet hoger dan de netto winst over één jaar, berekend naar het gemiddelde van de laatste vijfjaren; indien de overeenkomst korter heeft geduurd naar het gemiddelde van de gehele duur daarvan. 3. Het recht op het vorderen van goodwillvergoeding vervalt één jaar nadat de franchiseovereenkomst is geëindigd. 4 Het recht op vergoeding vervalt, indien de beëindiging van de franchiseover­eenkomst in overwegende mate aan de franchisenemer is te wijten en/of de fran­chisenemer de franchise(vestiging) aan een derde overdraagt.

Artikel 23. (concurrentiebeding) 1. Een beding dat de franchisenemer beperkt in zijn vrijheid, om na het einde van de franchiseovereenkomst werkzaam te zijn, is slechts geldig voor zover: a. het op schrift gesteld is, en b. betrekking heeft op het soort goederen of diensten waarvan hij de franchise had, en op het gebied, of de klantenkring en het gebied, aan hem toevertrouwd. 2. Zodanig beding is slechts geldig gedurende ten hoogste één jaar na het einde van de overeenkomst. 3. Aan het in het eerste lid genoemde beding kan de franchisegever geen rechten ontlenen, indien de overeenkomst is geëindigd: a. doordat hij haar zonder toestemming van de franchisenemer heeft beëindigd, zonder inachtneming van de wettelijke of overeengekomen termijn en/of zonder een dringende aan de wederpartij onverwijld medegedeelde reden; b. doordat de franchisenemer de overeenkomst heeft beëindigd vanwege een dringende, onverwijld aan de franchisegever medegedeelde reden waarvoor laatstgenoemde een verwijt treft; c. door een rechterlijke uitspraak, gegrond op omstandigheden ter zake waarvan de franchisegever een verwijt treft. 4. De rechter kan, indien de franchisenemer dat vraagt, zulk een beding geheel of gedeeltelijk teniet doen op grond dat, in verhouding tot het te beschermen belang van de franchisegever, de franchisenemer onbillijk wordt benadeeld.

476