trick and treat: can a store layout trick you into buying more...

108
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2013 2014 Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats? Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen Henry Maebe onder leiding van Dr. Prof. Maggie Geuens en Julie Verstraeten

Upload: others

Post on 06-Jul-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2013 – 2014

Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen

Henry Maebe

onder leiding van

Dr. Prof. Maggie Geuens en Julie Verstraeten

Page 2: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop
Page 3: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2013 – 2014

Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen

Henry Maebe

onder leiding van

Dr. Prof. Maggie Geuens en Julie Verstraeten

Page 4: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

I

PERMISSION

Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

Henry Maebe

Page 5: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

II

VOORWOORD

Aan het begin van deze masterproef zou ik graag even een dankwoord willen richten aan

iedereen die mij geholpen heeft en heeft bijgestaan bij de realisatie van mijn masterproef.

Allereerst zou ik dat willen richten aan mijn promotor, Prof. Dr. Maggie Geuens en mijn

begeleidster, Julie Verstraeten. Bedankt voor de hulp en tijd die jullie in mij gestoken hebben

en de onmisbare tips die jullie mij gegeven hebben tijdens de verwezenlijking van mijn

thesis.

Vervolgens wil ik mijn ouders en mijn vriendin bedanken voor de onvoorwaardelijke steun

en de bemoedigende woorden, niet alleen gedurende deze masterproef maar tijdens mijn

volledige academische loopbaan.

Ten slotte wil ik alle respondenten bedanken die deelgenomen hebben aan mijn experiment.

Zonder hun medewerking was er van dit onderzoek geen sprake geweest.

Bedankt voor alles,

Henry Maebe

Mei 2014

Page 6: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

III

INHOUDSOPGAVE

PERMISSION ................................................................................................................................ I VOORWOORD ............................................................................................................................. II INHOUDSOPGAVE ...................................................................................................................... III LIJST VAN AFKORTINGEN ........................................................................................................... IV

LIJST VAN AFBEELDINGEN ......................................................................................................... IV

LIJST VAN TABELLEN .................................................................................................................. IV

INLEIDING ................................................................................................................................... 1

I. LITERATUURSTUDIE ............................................................................................................ 4

1.1. De invloeden van een store layout .............................................................................. 4

1.1.1. Store Layout ......................................................................................................... 4

1.1.2. Store image .......................................................................................................... 8

1.2. De tijdsinconsistente keuze ....................................................................................... 10

1.2.1. Wat? ................................................................................................................... 10

1.2.2. Vices en virtues .................................................................................................. 11

1.2.3. Zelfcontrole ........................................................................................................ 12

1.2.4. Mechanismen die kunnen spelen ...................................................................... 15

1.2.5. Andere factoren die kunnen spelen ................................................................... 16

1.3. Toegepast op het onderzoek ..................................................................................... 18

1.4. Onderliggende focus en doel ..................................................................................... 19

1.4.1. Promotie- of preventiefocus .............................................................................. 19

1.4.2. Health goal of temptation goal .......................................................................... 22

II. EMPIRIE ............................................................................................................................ 24

2.1. Doelstellingen ............................................................................................................ 24

2.1.1. Steekproef .......................................................................................................... 24

2.1.2. Procedure ........................................................................................................... 25

2.1.3. Maatstaven ......................................................................................................... 27

2.2 Resultaten .................................................................................................................. 32

2.2.1. Constructen en correlaties ................................................................................. 32

2.2.2. Toetsing van de hypothesen .............................................................................. 34

2.2.3. Samenvatting van de resultaten ........................................................................ 53

III. Algemeen besluit .............................................................................................................. 54

3.1. Belangrijkste elementen en conclusies ..................................................................... 54

3.2. Beperkingen ............................................................................................................... 58

3.3. Richtlijnen voor verder onderzoek ............................................................................ 59

REFERENTIES ............................................................................................................................. 61

BIJLAGEN .................................................................................................................................. 68

Page 7: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

IV

LIJST VAN AFKORTINGEN

F Teststatistiek

i.e. id est

M Gemiddelde

N Aantal

P P-waarde

p. Pagina

T Teststatistiek

LIJST VAN AFBEELDINGEN

Afbeelding 1: Modified Mehrabian-Russel model ………………………………………………………….….… 5

Afbeelding 2: Twee dimensies van emoties en de acht grootste emotionele statussen.………. 6

LIJST VAN TABELLEN

Tabel 1: Aantal respondenten en mannen en vrouwen per conditie ………………..……………….. 25

Tabel 2: Steekproefgegevens ………………..……………….………………..……………….………………..…….. 25

Tabel 3: Teststatistieken van de t-test voor het oorspronkelijk model van de

hoofdvariabelen ......................................................................................................... 35

Tabel 4: Teststatistieken van de t-test voor het oorspronkelijk model van de hoofdvariabelen

met uitsluiting van de uitschieters en de personen die niet correct gewinkeld

hebben……………………………………………………………………………………………………………….….. 36

Tabel 5: Significantie van de covariaten bij de hoofdvariabelen ………………………………………… 37

Tabel 6: Teststatistieken van de AN(C)OVA voor het finaal model van de

hoofdvariabelen ......................................................................................................... 37

Tabel 7: Teststatistieken van de t-test voor het oorspronkelijk model van de store

image ……………………………………………………………………………………………………………………. 39

Tabel 8: Teststatistieken van de t-test voor het construct ‘store image’……………………………. 39

Page 8: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

V

Tabel 9: Teststatistieken van de t-test voor het oorspronkelijk model van de store image met

uitsluiting van de uitschieters en de personen die niet correct gewinkeld

hebben …..……………………………………………………………………………………………………………… 40

Tabel 10a: Significantie van de covariaten bij de Store image …………………………………………… 41

Tabel 10b: Significantie van de covariaten bij de Store image …………………………………………… 41

Tabel 11: Teststatistieken van de AN(C)OVA voor het finaal model van de store image ……. 42

Tabel 12: Teststatistieken van de t-test voor het oorspronkelijk model van de verklarende

variabelen …………………..…………………………………………………………………………………………. 43

Tabel 13: Teststatistieken van de t-test voor het oorspronkelijk model van de verklarende

variabelen met uitsluiting van de uitschieters en de personen die niet correct

gewinkeld hebben …………………………….…………………………………………………………………… 44

Tabel 14: Significantie van de covariaten bij de verklarende variabelen ……………………………. 44

Tabel 15: Teststatistieken van de AN(C)OVA voor het finaal model van de verklarende

variabelen …..…………………………………………………………………………………………………………. 45

Tabel 16: Teststatistieken van de t-test voor de invloed van de conditie op de afhankelijke en

verklarende variabelen met uitsluiting van de personen die niet correct gewinkeld

hebben ………………………………………………………....………………………………………………………. 46

Tabel 17a: Teststatistieken van de t-test voor de invloed van de verklarende variabele

‘Bewust weerstaan’ op de afhankelijke variabele met uitsluiting van de personen die

niet correct gewinkeld hebben ……………………………………………………………………………… 47

Tabel 17b: Teststatistieken van de t-test voor de invloed van de verklarende variabele

‘Verleid’ op de afhankelijke variabele met uitsluiting van de personen die niet correct

gewinkeld hebben …………………………………………………………………………………………………. 47

Tabel 18: Teststatistieken van de t-test voor promotie- of preventiegerichtheid ………………. 48

Tabel 19: Teststatistieken van de Two-way Anova voor promotie- of preventiegerichtheid 48

Tabel 20: Teststatistieken van lineaire regressie voor promotie- of preventiegerichtheid … 49

Tabel 21: Verdeling van de respondenten over de goals …………………………………………………… 50

Tabel 22: Teststatistieken van de t-test voor health goal of temptation goal ……………………. 50

Tabel 23: Teststatistieken van de Two-way Anova voor health goal ……………………………..….. 51

Tabel 24: Teststatistieken van de lineaire regressie voor health goal ………………………………… 52

Tabel 25: Teststatistieken van de Two-way Anova voor temptation goal ………………..………… 52

Page 9: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

VI

Tabel 26: Teststatistieken van de lineaire regressie voor temptation goal ………………………… 53

Tabel 27: Samenvatting van de hypothesen ……………………………………………………………………… 53

Page 10: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

1

INLEIDING

In dit tijdperk waarin het algemene marktmechanisme van snelle innovatie en hoge

concurrentie geldt, is het belangrijk dat ondernemingen zich onderscheiden door een

competitief voordeel te creëren ten opzichte van hun concurrenten. Dit competitief

voordeel kan op verschillende manieren verwezenlijkt worden: kwaliteit, service, prijs, …

Maar wanneer de verkochte producten en de geleverde diensten door de consument als

gelijk worden ingeschat is de inrichting en omgeving van de winkel een mogelijk competitief

voordeel dat niet onderschat mag worden. Steeds meer supermarkten en retailers opteren

er dan ook voor hun verse en gezonde producten (vb. groenten en fruit) bij het

binnenkomen te presenteren. Pas aan het einde van het winkelbezoek, dus meer naar de

uitgang toe, worden de consumenten geconfronteerd met de meer ongezonde producten

(vb. chocolade en frisdrank). Eigen verkenning van de omgeving maakte duidelijk dat onder

meer Delhaize, Intermarché en Smatch deze winkel layout hanteren. Colruyt hanteert

daarentegen een tegenovergestelde inrichting. Zij bieden eerst de ongezondere producten

aan om dan vervolgens de gezonde producten aan te bieden.

De vraag die rijst uit deze vaststelling is dan ook het onderwerp waarover deze masterproef

handelt, namelijk: het feit of de volgorde waarin gezonde en ongezonde producten worden

aangeboden in een supermarkt een invloed uitoefent op de productkeuzes van de

consument. De keuze op dit onderwerp, geselecteerd uit de lange lijst van onderwerpen die

ons werden aangeboden, viel omwille van haar dagelijkse relevantie. Vices en virtues zijn

alomtegenwoordig en marketeers zijn voortdurend op zoek naar manieren om deze aan de

consument te brengen. Mij leek het enorm interessant te onderzoeken of dit ook kon zonder

dat dit ook maar iets met de intrinsieke waarde van het product te maken heeft.

Uit het onderzoek van Dixon, Scully en Parkinson (2006) blijkt dat wanneer het over

voedingswaren gaat mensen geneigd zullen zijn meer vices te kopen in een virtue-vice layout

dan in een omgekeerde layout. Het doel van deze masterproef is deze uitkomst te staven

met significante resultaten aan de hand van een experimentele opzet. Bijkomstig zal er ook

rekening gehouden worden met de promotie- of preventiegerichtheid en de health goal of

Page 11: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

2

temptation goal van de consument. Deze gerichtheid of goal zouden immers kunnen

optreden als modererende persoonlijkheidsvariabelen.

Het eerste deel van deze masterproef, de literatuurstudie, bestaat uit vier grote

hoofdstukken: de invloeden van een store layout, de tijdsinconsistente keuze, de toepassing

op het onderzoek en de onderliggende focus of goal.

Het eerste hoofdstuk heeft opnieuw twee onderdelen: de store layout en de store image. In

de store layout wordt dieper ingegaan op de verschillende elementen van een

winkelomgeving om vervolgens uit te lichten hoe deze elementen een invloed kunnen

uitoefenen op de consument aan de hand van het Mehrabian-Russel model (Mehrabian en

Russel, 1974 en Donovan en Rossiter, 1982). Daarna worden er enkele voorbeelden uit de

literatuur toegelicht over de invloed die deze verschillende elementen kunnen uitoefenen

om dan te eindigen met degene waarop dit onderzoek zich zal focussen: de store layout en

het design. In de store image wordt dit begrip verder toegelicht aangezien de wijziging van

een store layout hier mogelijks een invloed kan op uitoefenen. Eerst wordt aangegeven dat

er veel verschillende definities circuleren omtrent dit begrip. Dit heeft ook tot gevolg dat dit

gemeten wordt door verschillende dimensies. Tot slot wordt geëindigd met de mogelijke

gevolgen van een verhoogde store image.

Het tweede hoofdstuk bestaat uit vijf onderdelen. Het eerste onderdeel legt uit wat de

tijdsinconsistente keuze precies is. Het tweede onderdeel introduceert de begrippen vices en

virtues in deze context en legt uit wat deze precies zijn en met welke begrippen deze kunnen

worden vergeleken. Het derde onderdeel legt uit wat zelfcontrole is en hoe consumenten

dit, al dan niet vrijwillig, kunnen toepassen. Immers, door middel van zelfcontrole kan een

consument weerstaan aan een tijdsinconsistente keuze. In het vierde onderdeel worden

twee mechanismen besproken die kunnen spelen: depletion en het licensing effect. In het

vijfde deel worden tot slot allerhande factoren besproken die kunnen leiden tot een

versterking of een verzwakking van die zelfcontrole. Dit zijn humeur, honger, impulsiviteit,

health concern en restrained eating.

In het derde hoofdstuk worden dan uit de bevindingen in het eerste en het tweede

hoofdstuk de hypothesen geformuleerd.

Page 12: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

3

In het vierde hoofdstuk worden tenslotte de mogelijke moderatoren van het onderzoek

besproken, namelijk de promotie- of preventiegerichtheid van een consument en de health

goal of temptation goal. Beiden worden zij grondig uitgelegd, gevolgd door een vorming van

bijkomende hypothesen.

In het tweede deel, de empirie, wordt de experimentele opzet uiteengezet. Dit deel bestaat

uit twee grote hoofdstukken: de doelstellingen en de resultaten.

In het eerste hoofdstuk wordt de gebruikte steekproef uiteengezet. Hier wordt de

samenstelling van de respondentengroep geanalyseerd. Vervolgens wordt de procedure van

het onderzoek besproken om dan te eindigen met de maatstaven die gehanteerd werden.

Het tweede hoofdstuk omvat alle resultaten die gevonden werden alsook de mogelijke

verklaringen ervoor. Dit hoofdstuk eindigt met een samenvatting van de hypothesen.

Het derde en laatste deel omvat het algemeen besluit van deze masterproef. Eerst worden

de gevonden resultaten nog eens bondig samengevat. Vervolgens worden de beperkingen,

die zich stellen in het uitgevoerde onderzoek, toegelicht. Deze beperkingen kunnen de mate

waarin de conclusies kunnen veralgemeend worden,+69 aantasten. Tenslotte worden de

richtlijnen voor verder onderzoek uitgewerkt.

Opmerking: In deze masterproef worden veel Engelstalige begrippen gebruikt. Indien geen

passende Nederlandse vertaling werd gevonden, of in het geval deze term nu eenmaal

duidelijker was, werd deze overgenomen. Dergelijke termen worden telkens cursief

aangegeven.

Page 13: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

4

I. LITERATUURSTUDIE

1.1. De invloeden van een store layout

1.1.1. Store Layout

Een winkel is meer dan alleen de producten of diensten die het aanbiedt. Het is een geheel

van verschillende aspecten die leiden tot een omgeving, de winkelomgeving. Deze

winkelomgeving bestaat volgens Turley en Milliman (2002) uit een samenspel van vijf

elementen, namelijk: de buitenkant van de winkel (vb. de grootte en vorm van het gebouw

en de beschikbare parking), het algemene interieur (vb. muziek, licht en kleuren), de layout

en het design (vb. plaatsing van rekken en groepering van producten), de point-of-purchase

en de decoratie (vb. uithangborden van producten) en tenslotte de menselijke signalen (vb.

klantvriendelijkheid en drukte in de winkel). Wanneer er over de winkelomgeving moet

beslist worden is het belangrijk dat deze vijf elementen samen en op een consistente manier

ontwikkeld worden.

Een winkelomgeving kan op verschillende manieren een invloed kan uitoefenen op haar

consumenten. Dit zowel op het vlak van attitude als van intentie, maar waarschijnlijk nog

belangrijker ook op het vlak van gedrag. (Turley en Chebat, 2002). Ook is het afhankelijk van

het feit of de omgeving als positief of negatief wordt ervaren. Een als positief ervaren

winkelomgeving kan immers leiden tot een verhoogde store image of beeld over de winkel

(i.e. attitude). Hier vormt de winkelomgeving, in tegenstelling tot de prijzen en het

productaanbod e.d., een deel dat niet makkelijk aanpasbaar is. Het is wel een mogelijke

sterkte waarmee de winkel zich kan onderscheiden in de hoofden van de consumenten ten

opzichte van andere winkels. Deze verhoogde store image kan op haar beurt leiden tot een

verhoogd approach gedrag (i.e. toenadering) naar de omgeving van de winkel toe. Dit in

tegenstelling tot avoidance gedrag (i.e. ontwijking). Deze wijziging in de intentie van de

consument betekent dat hij of zij een positieve respons geeft aan de omgeving, meer moeite

wil doen om ze te onderzoeken en er gedurende een langere tijd zal willen verblijven. Deze

intentiewijziging kan dan resulteren in een wijziging in het koopgedrag van de consumenten.

Het is natuurlijk ook mogelijk dat een winkelomgeving rechtstreeks inwerkt op het

koopgedrag zonder een wijziging in de attitude of de intentie. Wel wordt duidelijk dat een

Page 14: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

5

aanpassing in één van de vijf eerder genoemde categorieën van de winkelomgeving, hoe

klein dan ook, een grote (onrechtstreekse) invloed kan uitoefenen (Turley en Chebat, 2002).

Hoe dit gebeurt kan best verklaard worden aan de hand van het Modified Mehrabian-Russel

model (Donovan et al., 1994)

Afbeelding 1: Modified Mehrabian-Russel model

Het waren Donovan en Rossiter (1982) die het Mehrabian-Russel model (Mehrabian en

Russel, 1974) testten op de winkelomgeving. Deze winkelomgeving werd gezien als alle

variabelen van de winkel die het approach en avoidance gedrag kunnen beïnvloeden. Het

Mehrabian-Russel model zelf is gebaseerd op het Stimulus-Organism-Response paradigma

van Woodworth uit het domein van de omgevingspsychologie. Dit paradigma stelt dat een

invloed uit de omgeving (stimulus) een toenaderings- of ontwijkingsreactie (response)

uitlokt, met de emotionele status van de persoon in kwestie (organism) als moderator.

Mehrabian en Russel (1974) zeggen dat iedere reactie kan gezien worden als een

toenaderings- of ontwijkingsreactie (approach of avoidance). Een positieve, en dus

toenaderingsreactie, ten opzichte van een bepaalde stimulus betekent dat de consument

langer fysiek aanwezig zal blijven in de winkel omdat hij deze wil verkennen en wil

communiceren met anderen uit deze omgeving. Wanneer deze stimulus bevorderlijk is voor

het winkelgebeuren zal deze leiden tot herhaalaankopen, een langere verblijfsperiode in die

omgeving en een verhoogde uitgave (Mehrabian en Russel, 1974).

Een stimulus uit de omgeving zal volgens Mehrabian en Russel (1974) leiden tot een status

van het organisme dat verklaard kan worden door de drie PAD dimensies: Pleasure (plezier,

vreugde), Arousal (opwinding) en Dominance (de mate waarin iemand zich in controle van

de situatie acht). Het gebruikte model is echter aangepast omdat Donovan et al. (1994), na

eerdere aanwijzingen in die richting van Donovan en Rossiter (1982), dominantie lieten

vallen en enkel plezier en opwinding als moderators gebruikten. Dit omdat voor dominantie

ook een cognitieve interpretatie nodig is en dus niet volledig toepasbaar is in situaties waar

Page 15: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

6

affectieve reacties worden gemeten (Donovan en Rossiter, 1982). Hun onderzoek toont aan

dat het Mehrabian-Russel model niet enkel uitspraken kan doen over de intentie of attitude

van consumenten, maar ook over het gedrag. Dit betekent dus dat het feit dat de eerder

aangehaalde factoren uit Turley en Chebat (2002), namelijk de store image, het approach en

avoidance gedrag en het koopgedrag beïnvloed worden door de winkelinrichting, bevestigd

wordt. Plezier zorgt er voor dat de consument meer tijd dan gepland doorbrengt in de

winkel en meer koopt dan hij vooraf van plan was. Bij opwinding is dit afhankelijk van de

interactie met plezier. In een plezierige omgeving zal opwinding zorgen voor dezelfde

effecten, terwijl dit in een onplezierige omgeving zorgt voor tegengestelde effecten

(Donovan et al., 1994). Als de twee resterende moderators orthogonaal tegenover elkaar

worden geplaatst worden acht emotionele statussen voorgesteld (Russel en Pratt, 1980). De

stimuli zelf kunnen veel verschillende vormen aannemen (kleur, geluid, plaatsing van de

rekken e.d.).

Afbeelding 2: Twee dimensies van emoties en de acht grootste emotionele statussen

Hoewel de consument voor de geplande aankopen en de keuze van de winkel vooral afgaat

op cognitieve invloeden (prijs, kwaliteit, locatie e.d.), kunnen bepaalde stimuli uit de

omgeving en de daarmee samengaande emotionele reacties er voor zorgen dat de

consument onbewust meer tijd spendeert in de winkel dan gepland en daarbovenop meer

uitgeeft en aankoopt dan vooraf gepland (Donovan en Russel, 1982).

Hoe beter een winkelomgeving dus ervaren wordt, hoe groter de kans dat het verblijfs- en

aankoopgedrag van de consumenten zal verhogen. Van de vijf eerder vermeldde elementen

van de winkelomgeving bestaat er hierover dan ook al veel literatuur waarin duidelijk wordt

dat als men dit op een goede manier aanpakt zij een invloed kunnen vormen op het

Page 16: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

7

koopgedrag van de consumenten, hun beeld over de winkel en dergelijke meer. Zo vonden

Areni en Kim (1994), tijdens hun onderzoek over de invloed van fel of zwak licht bij

wijnhandelaars, dat de consumenten significant meer producten onderzochten en

vastnamen in de conditie van fel licht dan in de conditie van zwakker licht. Ook Summers en

Hebert (2001) vonden gelijkaardige resultaten in hun onderzoek bij twee retailers over extra

verlichting bij het uitstallen van producten. Smith en Curnow (1966) ontdekten veel vroeger

daarentegen al dat als de muziek bijvoorbeeld te luid stond consumenten opvallend minder

tijd doorbrachten in de winkel. Milliman (1982) ging verder op dit onderzoek en vond

daarenboven dat mensen bij muziek met een traag tempo significant trager door de winkel

wandelden en daardoor significant meer kochten dan in een winkel waar de muziek een

hoog tempo had. Daarnaast is ook gebleken dat mensen sneller terugkeren naar of trouw

blijven aan bepaalde winkels, hotels, financiële instellingen en dergelijke meer omdat de

klantvriendelijkheid er groot is en ze vertrouwd zijn met het personeel. Ook de manier

waarop het personeel omgaat met klachten speelt hier een rol in (Blodgett, Wakefield en

Barnes, 1995). Turley en Chebat (2002) vonden in de meer algemene aard dat mensen die

een winkelbezoek als entertainend en tof ervaren sneller geneigd waren terug te komen

naar die winkel.

In het kader van dit onderzoek zal er gekeken worden of een ander element uit de

winkelomgeving, namelijk de store layout (i.e. de winkelinrichting of de plaatsing van de

producten), hier ook een invloed kan uitoefenen op de bovenstaande mogelijke reacties van

de consument. Fearne en Hughes (1999) vonden hieromtrent al dat steeds meer en meer

winkelketens hun klanten eerst blootstellen aan verse producten zoals fruit om hen pas

daarna bloot te stellen aan de ongezondere producten zoals snacks en dergelijke. Een

ongepubliceerd onderzoek van enkele Londense supermarktketens uit 2003 toonde aan dat

van de onderzochte supermarktketens er slechts één was die geen snoepgoed, koeken,

softdrinks, chocolade of andere snacks aanbood aan de kassa. Waarom werden deze in de

andere ketens dan wel aan of dicht bij de kassa geposteerd? De reden hierachter was dat

deze inrichting de verkoop van deze ongezonde producten deed stijgen en dat de pester

power (i.e. de invloed die kinderen uitoefenen op hun ouders om bepaalde producten aan te

kopen of iets te laten doen door het hen constant te vragen) werd geactiveerd (Dixon et al.,

2006). Een ander onderzoek in Melbourne, geleid door Dixon et al. (2006) zelf, leverde

Page 17: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

8

gelijkaardige resultaten op. Bech-Larsen en Esjberg (2006) vonden dat de algemene store

image stijgt in winkels waar de gezonde producten eerst worden aangeboden.

Het zou dus best kunnen dat de volgorde waarin producten worden aangeboden een invloed

uitoefent op de store image (met inbegrip van de intentie) en het koopgedrag van de

consumenten wijzigt. Hiervoor dient er echter eerst duidelijk gemaakt te worden wat het

begrip store image precies inhoudt.

1.1.2. Store image

In bovenstaand deel werd al duidelijk dat de response uit het Stimulus-Organism-Response

paradigma ook een verhoogde store image kan omvatten. Dit store image is een niet

makkelijk te veranderen kenmerk en kan leiden tot een differentiatie ten opzichte van de

andere winkels (Turley en Chebat, 2002). Wat op haar beurt weer kan leiden tot een

langdurig competitief voordeel. Dit is een voordeel dat zeker bij retailers niet uit het oog

mag verloren worden. Zij bieden immers veelal dezelfde producten aan en dienen zich op

een andere manier te onderscheiden.

Wanneer er in de literatuur over store image, het imago van een winkel of meer bepaald het

beeld dat de mensen erover hebben, wordt gesproken wordt al snel duidelijk dat dit begrip

geen eenduidige definitie kent. De meest aangehaalde definitie is deze van Martineau (1958)

die stelt dat het winkelimago de volledige manier is waarop de winkel wordt beoordeeld in

de gedachten van de consument. Dat winkelimago, dat gecreëerd wordt tijdens een

winkelbezoek, hangt niet enkel af van de objectieve kenmerken, zoals de kwaliteit van de

producten, maar ook van de subjectieve, psychologische kenmerken, zoals de sfeer die de

winkel uitstraalt en de vriendelijkheid van het personeel dat je helpt of je bedient. Het imago

over deze winkel wordt dus gevormd door een interactie tussen deze beide kenmerken.

(Martineau, 1958). Mazursky en Jacoby (1986) stelden in dit verband vast dat de consument

eerst bepaalde objectieve kenmerken uit de directe omgeving opneemt om deze vervolgens

op een subjectieve manier te gaan interpreteren. Een positieve winkelervaring, i.e. een

winkelervaring waarbij het winkelbezoek voldoet aan de verwachtingen van de consument,

kan leiden tot een positief imago dat op haar beurt weer kan leiden tot winkeltrouw

(Glerum-Van Der Laan, 1981). Nog volgens Glerum-Van Der Laan (1981) kan één winkel, die

in principe tegenover iedereen dezelfde kenmerken vertoont, leiden tot een verschillend

Page 18: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

9

imago bij de verschillende consumenten. Kenmerken, zowel objectief als subjectief, worden

dus door iedereen op een verschillende manier geïnterpreteerd. Dit heeft tot gevolg dat er

niet één correct winkelimago bestaat. Het is vaak wikken en wegen tussen de verlangens en

eisen van de verschillende consumenten die men wil bereiken.

Het begrip store image wordt door de meeste auteurs als een holistisch begrip ervaren. Een

store image wordt gemeten door te gaan kijken hoe winkels scoren op allerlei dimensies,

zoals productassortiment, productkwaliteit e.d. In de literatuur is echter gebleken dat de

store image echter meer is dan alleen een optelsom van de uitkomsten van deze dimensies

alleen. Omdat het concept winkelimago niet duidelijk omschreven is dit ook het geval voor

de dimensies waaruit het bestaat. Zo stellen James, Durand en Dreves (1976) ook dat

winkelimago niet altijd enkel verbonden is met de winkelervaring alleen maar ook kan

opgebouwd worden door promoties in het straatbeeld en mond-tot-mond reclame. Reardon

en Miller (1995) focussen zich daarentegen enkel op de aspecten die rechtstreeks kunnen

aangepast of gecontroleerd worden door de manager van de winkel: producten, atmosfeer,

waarde, servicelevels, cliënteel en gemak voor de klant. Het meest volledige en meest

gebruikte kader van het winkelimago is echter opgesteld door Lindquist (1974). Volgens hem

bestaat een winkelimago uit negen verschillende dimensies. De producten en diensten die

een winkel aanbiedt zijn er hier slechts één van en vallen onder de noemer ‘merchandise’.

De overige acht zijn de service, het cliënteel, de fysieke faciliteiten, het gemak, de promotie,

de winkelsfeer, institutionele factoren en tevredenheid na aankoop. De meest dominante

dimensie is de categorie van de producten dat onder meer de deeldimensies assortiment,

prijs en kwaliteit bevat.

Naast het feit dat een positievere store image kan leiden tot een verlengd verblijf in een

winkel, wat kan leiden tot een verhoogde uitgave, treedt er ook een wisselwerking op met

haar onderliggende dimensies. Als een store image bijvoorbeeld door één van die dimensies

verbeterd kan dit ervoor zorgen dat de andere dimensies ook als beter worden ervaren. Zo

vonden Wheatley en Chiu (1977) al dat een positievere store image ertoe kan leiden dat de

producten die de winkel verkoopt of de diensten die het aanbiedt als van een hogere

kwaliteit worden ervaren. Dit kan op zijn beurt ook weer leiden tot een verhoogde verkoop.

Page 19: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

10

Zoals eerder al duidelijk werd is een reactie van meer afhankelijk dan de stimulus alleen

(supra, p. 5). Tussen de stimulus en de reactie zit ook nog het organisme en ondanks de

onbewuste invloed die de stimulus kan uitoefenen is zijn of haar keuzepatroon ook

afhankelijk van andere bewuste of onbewuste karaktertrekken of dergelijke. In het volgende

hoofdstuk zal dan ook gekeken worden op welke manier een consument zijn keuzes maakt.

1.2. De tijdsinconsistente keuze

1.2.1. Wat?

Mensen maken denken dikwijls na over hun toekomst en maken dan plannen op lange

termijn. Desondanks handelen deze mensen toch niet altijd consistent met hun

vooropgestelde lange termijndoelen. Zo kan iemand besluiten dat hij of zij op dieet gaat

maar bij het zien en ruiken van een hamburgerkraam op een evenement toch besluiten toe

te geven aan die calorierijke hamburger. Het falen tot vasthouden aan de lange

termijndoelen en het toegeven aan verleidingen die zich op korte termijn voordoen is een

impulsieve beslissing.

Deze soort van beslissingen worden in de literatuur tijdsinconsistente keuzes of beslissingen

genoemd. Hoch en Loewenstein (1991) definiëren deze tijdsinconsistente beslissingen als

beslissingen die niet zouden genomen zijn wanneer ze uit hun impulsieve, emotionele en

passionele context zouden gehaald worden en wat rationeler zouden benaderd worden. Een

tijdsinconsistente beslissing wat betreft voeding kan dus gezien worden als het prefereren

van een hamburger boven een slaatje. Deze preferenties kunnen uitgelokt worden door

veranderingen in het referentiepunt van de consument. In het voorbeeld hierboven is deze

verandering van het referentiepunt het hamburgerkraam dat aanwezig is op een evenement

terwijl dit thuis niet zo is. Hierdoor kan er een ongeduldigheid of gemis ontstaan wanneer de

consument het product niet kan kopen. Drie prikkels kunnen optreden wanneer er zich een

wijziging in het referentiepunt voordoet: de beloningsprikkel, die er voor zorgt dat de

persoon het product wil kopen, de bestraffingsprikkel, waardoor hij het product niet zal

kopen en de frustrative nonreward-prikkel. Deze laatste prikkel ontstaat wanneer de

consument het aangeboden product (versterkte handeling) niet kan aankopen (zijn eigen

handeling versterken) (Skinner, 1950). In het voorbeeld van het hamburgerkraam zal de

Page 20: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

11

persoon in kwestie dus gefrustreerd raken omdat hij of zij een hamburger kan ruiken en zien

zodat zij uiteindelijk toch gaat toegeven om er een te kopen. Deze frustrative nonreward is

volgens Amsel (1958) en Wagner (1959) de sterkste van de drie prikkels en verklaart dus

waarom een verandering in het referentiepunt een effect uitoefent op de consumenten.

De tijdsinconsistente keuze valt in de literatuur dikwijls samen met de begrippen vice en

virtue. Deze zullen hieronder dan ook eerst uiteengezet worden.

1.2.2. Vices en virtues

Vices worden door Read, Loewenstein en Kalyanaraman (1999) omschreven als kleine

onmiddellijke beloningen voor grote uitgestelde kosten, terwijl virtues kleine onmiddellijke

kosten zijn voor grote uitgestelde beloningen. Volgens Khan, Dhar en Wertenbroch (2005)

zijn vices handelingen die worden ingegeven door impulsen en dus gericht zijn op de korte

termijn, terwijl er bij virtues meer geredeneerd en nagedacht wordt en deze bijgevolg

gericht zijn op de lange termijn. De aankoop van een vice kan dus gezien worden als een

meer affectieve handeling (in tegenstelling tot het cognitieve bij een virtue). De korte

termijnbeloning die volgt op de aankoop ervan heeft minder positieve of zelfs negatieve

gevolgen voor de consument. Zoals hierboven al gesteld handelt deze opdeling niet enkel

over producten maar evengoed over handelingen. Voorbeelden van vices zijn snoepjes,

frieten eten en tv kijken. Voorbeelden van virtues zijn het eten van groenten en fruit,

sporten en studeren.

Virtues zijn producten die als gezond en minder lekker worden ervaren. Ze doen beroep op

de rationaliteit en de cognitieve sterkte van een persoon. Aan de andere kant staan de vices

die eerder emotionele, lekkere, affectieve, hedonistische producten (Bruyneel et al. 2006).

Ook in de iets oudere literatuur wordt de link tussen vices en virtues en hedonistische en

utilitaire producten gelegd. Bij Bazerman, Tenbrunsel, and Wade-Benzoni (1998) worden

vices vergeleken met hedonistische producten en handelingen (i.e. wants). Terwijl virtues

met utilitaire producten en handelingen (i.e. shoulds) vergeleken worden. Deze producten

en handelingen staan respectievelijk voor een plezierige, opwindende ervaring en een

nuttige, neutrale ervaring. Okada (2005) stelt echter dat er een fundamenteel verschil ligt

tussen deze opdelingen. Hedonistische en utilitaire producten en handelingen geven

namelijk altijd een positieve uitkomst, terwijl er bij de opdeling van vices en virtues ook een

Page 21: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

12

negatieve uitkomst bij het consumeren van een product of het uitvoeren van een handeling

kan vastgesteld worden (vices). Een vaak gebruikt voorbeeld wanneer het over vices en

virtues gaat is het voorbeeld van de aankoop van sigaretten. Ondanks de negatieve lange

termijngevolgen van roken kopen vele mensen dagelijks sigaretten (een vice) voor de smaak

en het genot ervan op korte termijn (Wertenbroch, 1998).

Vices en virtues vertonen dus gelijkenissen met shoulds en wants maar zijn toch niet volledig

hetzelfde. Vooral producten en handelingen die als vices worden aanzien dragen een

negatieve connotatie en moeten vermeden worden. Zelfcontrole is hierbij een manier om

aan de invloed die een vice uitoefent te weerstaan.

1.2.3. Zelfcontrole

Mensen zijn niet noodzakelijk onderhevig aan alle stimuli waaraan zij worden blootgesteld.

De kans bestaat dat de prikkels bijvoorbeeld niet opgemerkt worden en bijgevolg geen

invloed kunnen uitoefenen. Anderzijds kan de consument zinvolle redenen hebben om niet

op deze prikkels in te gaan. Zo kan hij of zij bijvoorbeeld vinden dat de prijs van een product

te hoog ligt of dat zijn of haar budget te klein is. Daarnaast kan hij of zij uiteindelijk ook

beslissen dat het product niet noodzakelijk is om aangekocht te worden. Deze zinvolle

redenen worden dan afgewogen tegen de wensen, impulsen en emoties van het moment,

die leiden tot een direct geluk bij de aankoop van het product, of alleszins het geloof dat dit

direct geluk brengt (Baumeister, 2002b). Als de persoon in kwestie dan handelt volgens zijn

of haar zinvolle redenen, dus als een rationeel persoon met een onderliggende en gegronde

visie, en bijgevolg kan weerstaan aan verleidingen van het moment, is er sprake van

zelfcontrole. De mate waarin een persoon zelfcontrole heeft is de capaciteit van deze

persoon om vast te houden aan lange termijndoelen zonder toe te geven aan de

verleidingen die zich voordoen op korte termijn. Deze persoon zal dus zijn of haar

gedragingen op consistente manier uitvoeren om deze doelen te bereiken. (Gino,

Schweitzer, Mead en Ariely, 2011). In het voorbeeld van het hamburgerkraam zal een

persoon met een hoge zelfcontrole weerstaan om een hamburger te kopen omdat hij of zij

op dieet is.

Volgens Baumeister (2002a) staat de term zelfcontrole, tevens als de aanverwante term

zelfregulering, voor de capaciteit om gedachten, emoties en impulsieve acties te

Page 22: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

13

veranderen. Een geslaagde zelfcontrole bevat drie onderdelen: het hanteren van

standaarden, toezien dat deze standaarden blijven behouden en de kracht om dit te blijven

doen. (Baumeister en Bushman, 2010). Een voorbeeld hiervan is dat van een persoon die

een dieet volgt. Zijn of haar standaard is een streefgewicht dat hij of zij wil bereiken en/of

een gezondere levensstijl. Het toezien dat deze standaard behouden blijft is dan

bijvoorbeeld het bijhouden hoeveel calorieën men al binnen heeft die dag en hierdoor

weerstaan aan een ijsje of een snack. De kracht om dit te blijven doen bestaat er in dit te

blijven doen tot de vooropgestelde standaard bereikt is (en verder). Toch hebben de

aanverwante termen zelfcontrole en zelfregulering niet volledig dezelfde betekenis.

Zelfcontrole kan gezien worden als de bewuste handelingen van een persoon om zijn of haar

gedrag te veranderen. Zelfregulering kan gezien worden als de meer algemene term. Dit

proces omvat zowel de bewuste als onbewuste acties van de persoon. (Baumeister, 2002a).

Via zelfcontrole kan iemand dus bewust weerstaan aan de impulsen van een vice. De

spontane en ongeplande actie wordt vervangen door een goed doordachte beslissing

(Baumeister, 2002b). De zelfcontrole van een persoon hangt af van twee factoren: het

verlangen naar het product of handeling en de wilskracht van de persoon in kwestie

betreffend dit product of deze handeling. (Hoch en Loewenstein, 1991). Thaler en Shefrin

(1981) omschrijven deze strijd tussen verlangen en wilskracht als de strijd tussen een

bijziende doener en een vooruitziende planner. Ook vergelijken zij dit met het

agency-probleem: de verschillen in de kortetermijnvisie van een manager van een bedrijf,

gericht op zijn of haar eigen verloning, en de lange termijnvisie van de aandeelhouders van

het bedrijf, gericht op het overleven van de onderneming. Hierbij is het belangrijk dat de

managers ondanks het verlangen om sommige cijfers beter te rapporteren dan ze zijn om

hierdoor een hogere verloning te krijgen, toch de wilskracht tonen om dit correct doen in

het belang van de toekomst van de onderneming en de aandeelhouders. Zelfcontrole kan

worden toegepast door middel van twee strategieën: het direct reduceren van het verlangen

of het overkomen van verlangen door wilskracht (Hoch en Loewenstein 1991).

Het direct reduceren van het verlangen is een manier waarbij consumenten de

verleiding, die ontstaan is door een verandering van het referentiepunt (supra, p. 10),

manipuleren. Hiertoe hebben zij drie mogelijkheden: ontwijken, uitstellen en afleiden

of vervangen (Hoch en Loewenstein, 1991). Vervanging betekent hier dat de

Page 23: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

14

consument zichzelf een kleine onmiddellijke beloning geeft om te kunnen weerstaan

aan de grotere verleiding. (Hoch en Loewenstein, 1991).

Wilskracht kan gedefinieerd worden als de tactieken die worden gebruikt om het

verlangen te overkomen of te elimineren in plaats van, zoals hierboven, het te

reduceren. Wilskracht vereist motivatie van binnenuit. Schelling (1978) definieerde

dit als een figuurlijke strijd tussen twee persoonlijkheden binnenin de mens. De ene

is bijziend, enkel gericht op wat zich in de korte termijn voordoet of zich in zijn of

haar nabijheid afspeelt. De andere persoonlijkheid is verziend, gericht op grotere en

verder in de toekomst liggende doelen en de toekomst in het algemeen. De

wilskracht van een persoon past binnen de theorie van de rationele consument

waarbij deze laatste de baten van een keuze gaat afwegen tegen de kosten ervan.

Voorbeelden hiervan zijn economische kosten zoals het geld, maar kunnen even

goed handelen over de psychologische kosten zoals schuldgevoel en spijt (Hoch en

Loewenstein 1991).

Toch kunnen we niet altijd weerstaan aan een verlangen dat zich voordoet op de korte

termijn. Dit omdat onze zelfcontrole om op dergelijke wijze te handelen faalt. Dit leidt tot

impulsieve beslissingen die niet consistent zijn met wat we willen bereiken op lange termijn.

Dit falen van zelfcontrole kan plaatsvinden doordat er zich conflicterende doelen voordoen

(vb. onmiddellijk genot van iets kopen tegenover het sparen van geld). Daarnaast kan het

falen ook voorvallen omdat het moeilijk is eigen gedrag bij te houden of te monitoren.

Tenslotte kan het falen optreden omdat het een middel is dat, net zoals kracht of energie,

kan minderen of op raken waardoor de zelfcontrole bij de daaropvolgende handelingen

minder is of helemaal verdwenen is (Baumeister, 2002b).

Samengevat betekent dit dat de mate van zelfcontrole een invloed uitoefent op het al dan

niet kopen van een product. Personen die over een heel hoge zelfcontrole beschikken zullen

weerstaan aan de invloed die een vice uitoefent, vasthouden aan hun langetermijnvisie en

bijgevolg een virtue kopen. Wanneer de zelfcontrole faalt zal de consument bijgevolg een

tijdsinconsistente keuze maken door te kiezen voor een vice hoewel hij of zij weet dat dit

minder voordelig is dan een virtue. Wat ertoe kan leiden dat de zelfcontrole versterkt of

verzwakt wordt in de context van vices en virtues zal hieronder besproken worden.

Page 24: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

15

1.2.4. Mechanismen die kunnen spelen

1.2.4.1. Depletion

Zoals eerder aangegeven beschrijft Baumeister (2002b) zelfcontrole als een middel dat kan

opraken. Als dit middel opraakt (i.e. mentale vermoeidheid) is er meer kans dat een persoon

faalt in die zelfcontrole. Deze depletion of uitputting van het middel zelfcontrole kan omwille

van verschillende redenen voorvallen. Zo vermindert de zelfcontrole na het uitvoeren van

een cognitief veeleisende acties zoals het onderdrukken van bepaalde gedachten (Vohs en

Heatherton, 2000), het regelen van emoties (Baumeister et al., 1998), het uitschakelen van

automatische reacties (Schmeichel, 2007), het maken van keuzes (Bruyneel et al., 2006), ,

het uitvoeren van complexe taken (Baumeister et al. 1998) en dergelijke meer. Daarnaast

vonden Chae en Zhu (2014) dat ook wanorde kan leiden tot een depletion van zelfcontrole.

Er zijn dus verschillende factoren die kunnen leiden tot depletion van de zelfcontrole.

Depletion vormt dus een valkuil en zal tot mogelijk gevolg hebben dat mensen sneller

toegeven aan een verleiding (Friese, Hofmann en Wänke, 2008). Personen die depleted zijn

zullen impulsiever geld spenderen (Faber en Vohs, 2004) en zullen sneller hun dieet breken

om calorierijk voedsel te consumeren (Vohs en Heatherton, 2000).

1.2.4.2. Licensing effect

Khan en Dhar (2006) stellen met hun licensing theory dat het zelfbeeld van consumenten

stijgt hoe meer producten er uit de virtue categorie worden gekocht. Hierdoor stijgt de

waarschijnlijkheid dat een vice wordt aangekocht omdat de consument zichzelf een soort

vergunning (i.e. license) geeft om dit te doen. Hui, Bradlow en Fader (2009) vonden

hieromtrent dat consumenten die eerst hun inkopen doen in de virtue categorie meer

geneigd zullen zijn hierna hun inkopen te doen op plaatsen waar producten van de vice

categorie worden aangeboden.

Het licensing effect valt dus samen met een afzwakking van de zelfcontrole. Dit effect zal

zich naar alle waarschijnlijkheid dus voordoen in een layout waar eerst gezonde producten

(i.e. virtues) worden aangeboden waar de consument zichzelf sneller een vergunning zal

Page 25: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

16

geven na het plaatsen van de aankopen in deze sectie of zelfs maar het zien van deze

producten.

1.2.5. Andere factoren die kunnen spelen

1.2.5.1. Humeur

Ook het humeur of de stemming van een persoon oefent een invloed uit op de mate van

zelfcontrole. De verschillende statussen van een humeur vormen een belangrijke set van

affectieve factoren die deel uitmaken van allerlei marketingsituaties en het

consumentengedrag op verschillende manieren kunnen beïnvloeden (Gardner, 1985). Het

humeur is vluchtig en kan makkelijk beïnvloed worden door kleine dingen (Isen en Shalker,

1982).

Het humeur kan op verschillende manieren beschreven worden. Langs de ene kant kan het

gezien worden als een subjectieve affectieve staat van het moment. Langs de andere kant

kan men het humeur of de stemming ook gebruiken om het gevoel ten opzichte van een

levenloos object te beschrijven (Gardner, 1985). Verschillende positieve (vb. vrolijkheid en

rust) en negatieve (vb. angst en schuld) stemmingen kunnen onderscheiden worden. Wel is

duidelijk dat personen in een positieve stemming meer geneigd zullen zijn gedragingen aan

te gaan die leiden tot een positieve uitkomst en de gedragingen die leiden tot een negatieve

uitkomst te verminderen (Gardner, 1985). Wanneer we hier dus terugkeren naar het

voorbeeld van het hamburgerkraam zal een persoon in een positieve stemming minder

geneigd zijn een hamburger (vice) aan te kopen dan een persoon in een negatieve stemming.

Als we de link leggen met zelfcontrole betekent dit dat een positief humeur leidt tot een

grotere mate van zelfcontrole.

1.2.5.2. Honger

Wanneer het in de literatuur over het management van je lichaam en je gewicht gaat is het

algemeen aangenomen dat men beter niet gaat winkelen als men honger heeft. Een

hongerig gevoel zou immers leiden tot een verhoging van de totale aankopen van voedsel en

meer specifiek tot een verhoging van de onbedoelde impulsieve aankopen (i.e. vices) (Mela,

Aaron en Gatenby, 1997). Dodd, Stalling en Bedell (1977) vonden in hun onderzoek naar

winkeluitgaven in kruidenierszaken en supermarkten net voor en na de typische

Page 26: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

17

maaltijdtijdstippen in dit opzicht dat de aankopen significant hoger waren net voor de

maaltijden. Tom (1983) vond dat wanneer consumenten meer dan drie uur niet gegeten

hadden leidde tot een grotere aankoop van ongeplande, uitgestalde voedingsproducten.

Het hongerig zijn heeft dus een grote kans om samen te vallen met een verlies aan

zelfcontrole waardoor de consument sneller geneigd zal zijn om toe te geven aan de

verleiding die een vice vormt.

1.2.5.3. Impulsiviteit

Impulsief koopgedrag kan gezien worden als gedrag dat voortkomt uit een ongeplande en

spontane impuls. Het gaat hier dus over het feit dat de consument een plotselinge drang

voelt om een bepaald product aan te kopen zonder hiertoe vooraf de intentie of het plan

gehad te hebben. Met andere woorden is een impulsieve consument iemand die aankopen

maakt zonder hierbij rekening te houden met lange termijndoelen (Baumeister, 2002b).

Personen die impulsief kopen staan veel meer open ten opzicht van spontane

koopmogelijkheden. Hun shoplijstjes zijn opener en ontvankelijker voor ongeplande

aankopen. Ook reflecteren zij achteraf niet heel erg over hun aankopen, maar laten zich

leiden door de emoties van het moment en worden zij geabsorbeerd door de belofte van

onmiddellijke vervulling bij aankoop (Rook en Fisher, 1995). Daarnaast vond Baumeister

(2002b) dat hoe later op de dag hoe groter de kans op impulsief koopgedrag zal zijn. Dit

komt onder meer door de samenhang met depletion (supra, p. 15).

Impulsieve consumenten zullen dus over minder zelfcontrole beschikken bij het maken van

hun keuzes. En aangezien vices worden beschreven als impulsieve goederen (supra, p. 11) is

het duidelijk dat deze soort van consumenten sneller zullen opteren voor een vice.

1.2.5.4. Health concern

Eerder onderzoek bewees al dat producten die als gezond worden ervaren leiden tot

positievere attitudes ten opzichte van die producten. Deze attitudes resulteren dan in

grotere aankoopintenties van deze producten (Andrews, Burton en Netemeyer, 2000). Fazio

(1989) toonde daarenboven aan dat hoe meer ervaring consumenten hebben met een

Page 27: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

18

bepaalde productcategorie, hoe meer hun eerder gevormde attitudes naar boven zullen

komen.

Verder gaande op de net beschreven onderzoeken en gebruik makend van logisch verstand

is het duidelijk dat mensen die begaan zijn met gezond zijn en gezond leven en dergelijke

meer een grotere aankoopintentie zullen vertonen ten opzichte van gezonde producten

(virtues). Bijgevolg zullen zij over een grotere zelfcontrole beschikken wanneer zij in

aanraking komen met vices.

1.2.5.5. Restrained eating

De theorie van de objectivering voorspelt dat schaamte over het eigen lichaam kan leiden

tot verstoorde attitudes ten opzichte van voedsel en meer bepaald tot restrained eating of

ingetogen eten. Hierbij werken zowel de schaamte als het algemeen aanvaarde beeld dat

een persoon invloed heeft op zijn of haar gewicht als motivator tot het aangaan van zulk

gedrag (Fredrickson et al., 1998). Personen die in die mate op hun gewicht letten zullen over

een grotere zelfcontrole beschikken ten opzichte van het aankopen van vices.

1.3. Toegepast op het onderzoek

Indien we verdergaan op de onderzoeken van Dixon et al. (2006) en Fearne en Hughes

(1999) aangehaald in het deel over de store layout (supra, p. 7) en dit samenbrengen met de

vraag uit de inleiding en de theorie over vices en virtues, kan verondersteld worden dat in

een winkel waar de consumenten eerst blootgesteld worden aan virtues en dan pas aan

vices meer vices zullen kopen dan in een tegenovergestelde indeling van de producten. Dit

leidt tot de volgende basishypothese

1: Consumenten zullen in een winkel waar eerst virtues en daarna vices worden aangeboden

(relatief) meer vices aankopen dan in een winkel met een vice-virtue layout.

Daarnaast maakten Bech-Larsen en Esbjerg (2006) duidelijk dat een winkel waar eerst

producten worden aangeboden uit de virtue categorie leidt tot een hogere algemene store

image van de consumenten. Eerder werd al duidelijk dat een verhoogde store image leidt tot

een verlengd verblijf wat op haar beurt kan leiden tot een verhoogde uitgave (supra, p. 5).

Hieruit worden volgende hypothesen gecreëerd:

Page 28: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

19

2a: Consumenten zullen aan een winkel waar eerst virtues en daarna vices worden

aangeboden een positievere store image toedichten dan aan een winkel met een vice-virtue

layout.

2b: In een winkel met een virtue-vice layout zullen de consumenten langer verblijven zullen.

2c: In een winkel met een virtue-vice layout zullen de consumenten een hoger bedrag

spenderen.

In deel 1.2.3. Zelfcontrole (supra, p. 12) werd duidelijk dat de mate van zelfcontrole een

invloed kan spelen op het al dan niet kiezen door een consument voor een vice. Omdat het

meten van zelfcontrole echter gebeurt aan de hand van complexe taken kan dit op haar

beurt leiden tot depletion (supra, p. 15) en dat is een nefast voor het onderzoek. Bijgevolg

zal er geen specifiek onderzoek gedaan worden naar de mate van zelfcontrole. Wel zal

rekening gehouden worden met de mechanismen en factoren die spelen (supra, p. 15 en

supra, p. 16) in het versterken of verzwakken van de mate van zelfcontrole. Deze zullen allen

eventueel opgenomen worden als covariaten in het onderzoek.

De mate waarin een persoon een keuze maakt voor een vice of een virtue hangt echter niet

enkel af van de hierboven vernoemde factoren. Vaak is er ook een invloed van een

onderliggende focus of doel van de persoon in kwestie. Dit zal besproken worden in het

volgende hoofdstuk.

1.4. Onderliggende focus en doel

1.4.1. Promotie- of preventiefocus

Het winkelbezoek zelf bestaat volgens Hui et al. (2009) uit een reeks van beslissingen over

het bezoek, het winkelen en het kopen. Met de bezoekbeslissing wordt bedoeld dat de

consument een beslissing maakt of hij een bepaalde zone van de winkel moet bezoeken.

Met de winkelbeslissing bepaalt de consument of hij hier is om iets mee te nemen of enkel

passeert om een andere zone te bereiken. Met de koopbeslissing, tenslotte, beslist de

consument of hij een product aankoopt of niet. Na de winkel- of koopbeslissing wordt de

aantrekkelijkheid van de zone geüpdatet voor volgende bezoeken. Deze reeks van

beslissingen wordt steeds herhaald in iedere zone van de winkel tot de consument de kassa

bereikt. De reeks van beslissingen worden geregeld door het hedonistisch principe. Simpel

Page 29: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

20

gesteld staat dit principe voor het feit dat mensen plezier opzoeken en pijn vermijden

(Higgins, 1997). In de context van het winkelbezoek wordt dit dus gezien dat mensen de

bezoek-, winkel- en koopbeslissing dus zullen maken afhankelijk van welk nut (i.e. plezier)

een bepaalde zone of product voor hen heeft. Ze zullen een zone of product vermijden als

deze hen tijd kost (i.e. pijn). Dit is het avoidance en approach gedrag dat eerder werd

aangegeven (supra, p. 4). Volgens diezelfde Higgins (1997) kan dit gedrag (en bij uitbreiding

het koopgedrag), onderhevig aan de stimuli die zich voordoen, verklaard worden door

verschillende mechanismen. Dit betekent dat deze relatie nog andere moderators kent dan

plezier en opwinding. Eén zo een moderator is de promotie- en preventiegerichtheid.

In de theorie van de regulatory focus wijst Higgins (1997) op het feit dat mensen hun doelen

benaderen aan de hand van twee zelfregulatiesystemen: promotiegerichtheid en

preventiegerichtheid. Deze systemen begeleiden diezelfde personen, onbewust, van bij de

keuze van het doel dat ze willen bereiken tot de acties waardoor ze dat doel effectief

bereiken. Promotiegerichte personen hebben hierbij een focus op winst maken, groeien en

het bereiken van hun idealen en verwachtingen. Dit willen ze doen door een grote

toewijding aan hun zaak te tonen. Preventiegerichte personen daarentegen leggen hun

focus op het beperken van een verlies, een behoefte aan veiligheid en proberen

onaangename of ongewenste situaties en resultaten te voorkomen of te mijden. Mensen

met een verschillende focus verschillen dus niet enkel op het vlak van de doelen die ze

voorop zetten maar ook op het vlak van strategieën die ze gebruiken om die doelen te

bereiken. (Kirchler, Hoelzl en Huberand, 2010).

De focus van een persoon hangt zowel af van de persoon zelf als van de situatie waarin deze

persoon zich bevindt (Higgins, 1997). In het onderzoek van Kirchler et al. (2010) wordt dit

aangetoond. Daarin wordt duidelijk dat mensen met een preventiefocus aan de hand van

hun persoonskenmerken zullen opteren om het risico te verminderen voor het zich

voordoet. Daar staat tegenover dat mensen met een promotiefocus vaker het risico zullen

aangaan en dat risico pas zullen proberen te verminderen enkel indien het zich effectief

voordoet. Een voorbeeld hiervan is het reizen naar een land waar er een kans is op een

gevaarlijke infectie. In dit geval zullen de preventiegerichte personen zich op voorhand laten

vaccineren, terwijl de promotiegerichte personen zich slechts achteraf zullen laten

behandelen, als de infectie zich daadwerkelijk voordoet). Ook de situatie zelf waarin de

Page 30: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

21

persoon zich bevindt beïnvloedt de focus die wordt gekozen. Uit hetzelfde onderzoek blijkt

dat hoe zekerder men het risico kan opsporen op voorhand hoe groter de kans op

promotiegedrag wordt. Natuurlijk wordt met de waarschijnlijkheid waarmee het risico

voorvalt het preventiegedrag ook groter.

De promotie- of preventiegerichtheid is dus een kenmerk van het organisme in het Stimulus-

Organism-Response paradigma. Deze focus kan dus gezien worden als een moderator in het

onderzoek. Indien we de gerichtheid van een consument vertalen naar de context van vices

en virtues kunnen we veronderstellen dat personen met een promotiegerichtheid sneller

zullen toegeven aan vices dan hun preventiegerichte tegenhangers. Deze laatste zullen

immers proberen te weerstaan aan deze ongezonde producten omdat zij op voorhand

nadenken over wat de gevolgen in de toekomst zouden kunnen zijn van het consumeren van

deze ongezonde voedingsproducten en zoeken hiervoor in het heden al oplossingen. Over

de promotiegerichte mensen kan dan weer verondersteld worden dat zij minder zullen

weerstaan aan de vices het omdat zij, indien er zich daadwerkelijk een probleem voordoet

door het consumeren van deze ongezonde producten (vb. overgewicht), dat achteraf zullen

aanpakken. Daarnaast kan, door middel van logische redenering, gesteld worden dat dit

effect groter zal zijn in een vice-virtue layout aangezien de ongezonde producten daar

onmiddellijk in het oog springen en om een reactie vragen van de consumenten.

Preventiegerichte personen zullen waarschijnlijk geen invloed ondervinden van de layout.

Dit leidt tot de volgende bijkomende hypothesen:

3a: Consumenten met een promotiefocus zullen meer vices aankopen dan personen met

een preventiefocus.

3b: Voor consumenten met een promotiefocus zal het tegenovergestelde effect van het

hoofdeffect gevonden worden. Namelijk, zij zullen meer vices aankopen in een winkel met

een vice-virtue layout dan in een winkel met een virtue-vice layout.

3c: Voor consumenten met een preventiefocus zal het hoofdeffect verdwijnen.

Dholakia et al. (2006) stelden in hun onderzoek vast dat een promotiefocus zowel zal leiden

tot het sneller toegeven aan een verleiding maar dat mensen met deze focus zich ook beter

Page 31: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

22

verzetten tegen invloed die vices kunnen uitoefenen. Bijgevolg zal de uitkomst van hun

keuzes tussen vices en virtues ook afhangen van het onderliggende doel van de consument.

1.4.2. Health goal of temptation goal

De gerichtheid van een persoon zal dus een samenspel vormen met zijn of haar

onderliggende doelen bij het bepalen van een productkeuze. Een persoon kan immers bij het

maken van die keuze ook gedreven worden door een gamma van persoonlijke goals of

doelen (Fishback, Friedman en Kruglanski, 2003). Zo kan een diëtende persoon vinden dat

een ijsje niet past binnen zijn doel om te vermageren. Hij zal dus hieraan weerstaan om zijn

ideale doel, dat van een magerdere zelf, te bereiken. Daarnaast blijkt dat er associaties

kunnen ontstaan tussen de doelen onderling. Deze associaties kunnen zowel afremmend als

stimulerend werken op elkaar (Kruglanski, 1996). De wens om Frans te leren en deze zomer

op reis gaan naar Parijs zijn twee doelen die elkaar stimuleren. Wanneer de eerste wens

echter samengaat met een tripje naar Londen kunnen deze laatstgenoemde doelen

conflicteren. Het ene doel kan ervoor zorgen dat het andere doel niet bereikt kan worden,

zeker wanneer de persoon in kwestie slechts over gelimiteerde middelen beschikt. (Fishback

et al., 2003). Men zal dus een één doel moeten verkiezen boven haar alternatieven. Dit is

waar zelfcontrole ten tonele komt. De persoon zal vasthouden aan zijn geprefereerde doel

zonder aan andere verlokkingen en dergelijke toe te geven. De mate waarin een doel

overeind blijft hangt dus af van het subjectief belang dat de persoon in kwestie er aan hecht

en van de mate waarin de persoon vastberaden is en bijgevolg sterk is in het uitoefenen van

zelfcontrole.

Bepaalde consumenten kunnen dus een lange termijndoel vooropzetten en hieraan

vasthouden. Dit zal hun keuzepatroon bijgevolg beïnvloeden. Fishback et al. (2003) stellen

daarnaast dat deze consumenten kunnen herinnerd worden aan hun belangrijkere lange

termijndoelen door het zien van een tegenovergestelde verleiding op korte termijn. Zo kan

het zien van een ijsje of een hamburger bepaalde personen helpen herinneren dat zij een

dieet volgen en hier bijgevolg niet aan toe mogen geven. De relatie tussen het doel en de

verleiding die de herinnering tot dat doel oproept is asymmetrisch. Waar de verleiding er

voor zorgt dat het doel herdacht wordt en zal nageleefd worden, zorgt het doel ervoor dat

de verleiding in de eerste plaats geen kans maakt en genegeerd wordt. Ook dit gaat verder

op de theorie van de zelfcontrole.

Page 32: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

23

Geyskens et al. (2008) stellen dat consumenten dikwijls worden blootgesteld aan

verleidingen op het vlak van voedsel. Dit kan bijvoorbeeld in winkels, in bakkerijen, op

reclameborden tot zelfs in hun eigen frigo. Zo kan het zien van een dessert in de frigo leiden

tot zin in dat dessert maar even goed tot het bewustzijn dat men gezond moet leven

(Geyskens et al., 2008). Deze situatie kan leiden tot twee doelen: het doel om het dessert te

consumeren of het doel het te laten staan voor de onderliggende gezondheidsreden of

m.a.w. tot toegeven of tot zelfcontrole. Dit is een voorbeeld van de hierboven door Fishback

et al. (2003) beschreven conflicterende situatie tussen twee persoonlijke doelen.

In het kader van dit onderzoek zal er gekeken worden of consumenten een health goal of

een temptation goal zullen hebben. Het is duidelijk dat een temptation goal leidt tot het

toegeven aan de vice terwijl een health goal zal leiden tot het weerstaan aan diezelfde vice

(en het eventueel opteren voor een virtue). Met andere woorden zal er onderzocht worden

of de consument bijvoorbeeld in de voorgaande situatie zou geopteerd hebben om het

dessert te eten of het te laten staan. Aangezien deze goals veel gelijkenissen vertonen met

de promotie- of preventiegerichtheid van een persoon liggen de hieromtrent gevormde

hypothesen in het verlengde daarvan.

4a: Consumenten met een temptation goal zullen meer vices aankopen dan personen met

een health goal.

4b: Voor consumenten met een temptation goal zal het tegenovergestelde effect van het

hoofdeffect gevonden worden. Namelijk, zij zullen meer vices aankopen in een winkel met

een vice-virtue layout dan in een winkel met een virtue-vice layout.

4c: Voor consumenten met een health goal zal het hoofdeffect verdwijnen.

Page 33: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

24

II. EMPIRIE

2.1. Doelstellingen

Het doel van het onderzoek is om een inzicht te krijgen in de invloed, die de volgorde waarin

vices en virtues worden aangeboden in een supermarkt, uitoefent op de voedingskeuzes van

de consumenten. Om inzicht te verkrijgen in de bovenstaande oorzaak-gevolgrelatie zal

gebruik gemaakt worden van een experimentele opzet. Daarnaast zal er ook gekeken of de

layout een invloed uitoefent op de store image van de participant wat mogelijks een deel van

het koopgedrag kan verklaren. Vervolgens wordt er ook nog onderzocht of de promotie- of

preventiegerichtheid van een persoon hierin een rol speelt. Tenslotte wordt er geanalyseerd

of de participanten een health goal of temptation goal hebben en hoe dit de resultaten

beïnvloed.

Hieronder zullen achtereenvolgens de steekproef, de procedure en de maatstaven van het

onderzoek en de gevonden resultaten besproken worden.

2.1.1. Steekproef

De gegevensverzameling werd uitgevoerd aan de hand van een vragenlijst op Qualtrics en

een lexicale beslissingstaak in combinatie met notities van de onderzoeker zelf. De groep van

participanten die heeft deelgenomen aan het onderzoek bestond uit studenten van de

faculteit Economie aan de Universiteit Gent. Zij waren ingeschreven in een sessie die was

aangemaakt door mijn begeleidster Julie Verstraeten en meeliep in het lab met andere

taken. Er werd dus een gemakkelijkheidssteekproef afgenomen (De Pelsmacker & Van

Kenhove, 2010).

In het totaal hebben 128 respondenten deelgenomen aan het experiment. Hiervan dienden

er zes personen uit de resultaten gehaald te worden omdat zij de layout verkeerd

geïnterpreteerd hadden of de achterkant van het rek niet bekeken hadden of een deel van

de taak niet hadden ingevuld. De verdeling van de overige respondenten over de twee

condities wordt gegeven in tabel 1.

Page 34: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

25

Absoluut Relatief

Virtue-vice layout Vice-virtue layout Virtue-vice layout Vice-virtue layout

Absoluut

Respondenten 60 62 49,18% 50,82%

Mannen 31 26 54,39% 45,61%

Vrouwen 29 36 44,62% 55,38%

Relatief Mannen 51,67% 41,94%

Vrouwen 48,33% 58,06% Tabel 1: Aantal respondenten en mannen en vrouwen per conditie

De overgebleven groep van 122 respondenten bestond voor 46,7% uit mannen en voor

53,3% uit vrouwen. Hun leeftijd varieerde tussen 20 en 44 jaar (M = 20,78), al behoorde

96,8% van de ondervraagden tot de leeftijdscategorie 23 of jonger. De grootste groep van de

respondenten behoorde tot de 20-jarigen met 60,7%, gevolgd door de 21-jarigen met 27,9%.

Verder was 6,6% 22 jaar; 1,6% 23 jaar en telkens 1 persoon of 0,8% van de respondenten 24,

25, 26 en 44 jaar. Het overgrote deel van de ondervraagden is kotstudent, met 72,1%.

Slechts 6,6% van de respondenten hadden speciale eetgewoonten waarvan de helft

vegetariër waren en de andere helft enkele andere eetgewoonten (zoals het nemen van

proteïnen voor extra spiermassa) had. De resultaten worden nog eens voorgesteld in tabel 2.

Gegeven Categorie Frequentie (N= 122) Percentage

Geslacht Man 57 46,7%

Vrouw 65 53,3%

Leeftijd 20 74 60,7%

21 34 27,9%

22 8 6,6%

23 2 1,6%

>23 4 3,2%

Kotstudent Ja 88 72,1%

Neen 34 27,9%

Bijzondere eetgewoonten

Neen 114 93,4%

Vegetariër 4 3,3%

Veganist 0 0%

Halal 0 0%

Andere 4 3,3% Tabel 2: Steekproefgegevens

2.1.2. Procedure

Het onderzoek is een combinatie van observatie en ondervraging. Het ontwerp is een

between subject design met twee condities. De onafhankelijke variabele die gemanipuleerd

Page 35: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

26

wordt is de volgorde waarin men gezonde en ongezonde voedingsproducten ziet (vice-virtue

versus virtue-vice). Het doel van het experiment is te bepalen wat de invloed van deze

variabele is op de afhankelijke variabele ‘het uiteindelijke aandeel van gezonde en

ongezonde producten in de aankopen van de consumenten’. Met andere woorden zal er

gekeken worden in welk type van winkel er meer vices/virtues in verhouding tot het totaal

zullen aangekocht worden.

Dit experiment draaide mee tijdens een sessie in het lab van de faculteit Economie en

Bedrijfskunde aan de Universiteit Gent van maandag 31 maart 2014 tot en met vrijdag 4

april 2014. Dit gebeurde samen met andere taken. Participanten konden deelnemen van 9u

’s ochtends tot 18u ’s avonds. Het onderzoek dat zij voor deze paper moesten doen bestond

uit vier taken. Eerst kregen zij een instructietaak aangeboden via Qualtrics waarin enkele

vragen werden gesteld die peilen naar een mechanisme en enkele van de factoren die

invloed kunnen uitoefenen (supra, p. 15-16). Deze vragen werden vergezeld van het

scenario. Er werd van hen verlangd dat zij dit aandachtig lazen en zich erin probeerden in te

leven. Om ieders aankoopmotief constant te houden moet de participant zich voorstellen

dat hij of zij een kotstudent is die op maandagochtend inkopen moet doen voor de komende

vijf dagen. Hierbij heeft hij of zij bijna geen voorraden meer en gaat hij of zij niet elke middag

of avond in een studentenresto of bij vrienden eten. Ze dienen echter niet voor ieder tijdstip

van de dag een maaltijd te voorzien. Daarnaast hebben zij een onbeperkt budget, dit om

hypothese 2c te kunnen nagaan. Het is dus de bedoeling dat zij boodschappen doen zoals zij

dit normaal zouden doen. Vervolgens worden hen nog enkele praktische tips meegegeven

voor tijdens het winkelen (zo dienen zij een post-it met een getal op het product te plakken

indien zij er meer dan één van wensen te kopen). Iedere aankoop werd gefotografeerd en

ook de tijd dat zijn aanwezig waren in de winkel werd getimed. Hierna kreeg de participant

een lexicale beslissingstaak voorgeschoteld. Deze taak had tot doel na te gaan welk doel de

participanten onbewust hebben, namelijk een health goal of een temptation goal. Hoewel

de participanten door het scenariogedeelte weten dat het onderzoek over voeding zal gaan,

en er dus sprake kan zijn van priming, is dit echter noodzakelijk omdat hun goal anders niet

geactiveerd kan worden op dit vlak. Daarna mocht hij of zij beginnen aan de winkeltaak

volgens de instructies meegegeven in het scenario en tenslotte kregen zij nog een vragenlijst

Page 36: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

27

op Qualtrics. De maatstaven die gebruikt werden in deze vier gedeeltes zullen hieronder

worden uiteengezet.

2.1.3. Maatstaven

2.1.3.1. Instructietaak

In de instructietaak worden er aan de participanten eerst vier kleine vragen gesteld. De

eerste vraag is een multiple choice vraag die hen vraagt aan welke pc ze zitten. Dit is

belangrijk omdat, zoals eerder al aangegeven, dit experiment meeloopt in het lab met

andere taken. De taak werd bijgevolg niet door alle respondenten als eerste taak uitgevoerd

wat, zeker bij de derde groep aan pc 3 kan leiden tot depletie. Dit is ook waar de vierde

vraag naar peilt. Via een 9-punts Likertschaal, gaande van ‘Helemaal niet uitgeput’ tot ‘Heel

erg uitgeput’ wordt gevraagd hoe uitgeput de participanten zich op dat moment voelden.

Eerder werd al duidelijk dat personen die depleted zijn of zich depleted voelen (mentale

vermoeidheid) meer geneigd zullen zijn hun zelfcontrole te verliezen waardoor zijn sneller

zullen kiezen voor een vice. Deze vermoeidheid kan echter ook optreden hoe later op de dag

(supra, p. 15). In de tweede vraag wordt aan de hand van vier bipolaire schalen met telkens

7 punten aan de participanten gevraagd hoe zij zich momenteel voelen. Een voorbeeld van

zo’n item zijn de polen ‘gelukkig’ en ‘verdrietig’. Dit is om hun mood te bepalen, aangezien

personen met een slechte mood meer geneigd zullen zijn om calorierijke producten (i.e.

vices) aan te kopen. (supra, p. 16). De derde vraag peilt naar de hongerstatus van de

participanten. Dit opnieuw aan de hand van een 9-punts Likertschaal, gaande van ‘helemaal

geen honger’ tot ‘erg veel honger’. Dit omdat ook het hongerig zijn kan leiden tot een

hogere aankoop van calorierijke producten. Zowel depletion, mood als honger kunnen dus

optreden als een covariaat in het onderzoek.

2.1.3.2. Lexicale beslissingstaak

Higgins, Shah en Friedman (1997) toonden eerder al aan dat de sterkte van een doel

gemeten kan worden door de snelheid waarmee individuen reageren op doel-gerelateerde

taken en concepten. Hierbij wordt dus gebruik gemaakt van de impliciete of onbewuste

reacties van een persoon op bepaalde stimuli. De meest gebruikte testen voor het meten

van deze impliciete of onbewuste reacties zijn de lexicale beslissingstaak of de strooptaak. In

Page 37: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

28

de lexicale beslissingstaak moet de participant bepalen of een serie van letters een bestaand

woord vormt of niet. Een snelle reactietijd voor bepaalde wijst erop dat de participant

vertrouwd is met deze woorden. In de strooptest worden de woorden voorzien van een

kleur en dienen de participanten zo snel mogelijk te bepalen welk kleur de woorden dragen.

Hier wordt enkel met bestaande woorden gewerkt. Opnieuw wijst een snelle reactie tijd op

een hoge vertrouwdheid met de woorden (Potter, 2009). Zo vonden Francis, Stewart en

Hounsell (1997) dat bijvoorbeeld restrained eaters, dit zijn mensen die diëten of op hun lijn

letten (supra, p. 18), veel sneller reageren op woorden die met voeding gerelateerd zijn dan

hun tegenhangers. Dit zou volgens hen komen omdat zij zodanig gefocust zijn op wat zij eten

of doen zodat die woorden hen onmiddellijk in het oog springen. De lexicale beslissingstaak

die in het onderzoek gebruikt wordt is gebaseerd op de lexicale beslissingstaak van Fishbach

en Shah (2006). Net als bij hen wordt er aan de participanten gevraagd om in het begin van

iedere trial naar het fixatiepunt (hier het sterretjesteken) te kijken dat gedurende 200ms in

het centrum van het scherm verschijnt. Vervolgens wordt er een serie van letters getoond

op dezelfde als waar het fixatiepunt stond. Dan moeten zij simpelweg bepalen of die serie

van letters een bestaand woord vormt of niet door op de I-toets (bestaand woord) of op de

E-toets (niet-bestaand woord) te klikken. Hiervoor krijgt men alle tijd die men nodig heeft.

Na iedere trial is er een pauze van 500ms waarna de volgende trial begint. Ook in deze

lexicale beslissingstaak worden er telkens vier targetwoorden gebruikt van elke categorie.

Echter, in plaats van vier keer dezelfde woorden te gebruiken zoals Fishbach en Shah (2006)

deden wordt er hier geopteerd voor vier verschillende woorden. Voor de

gezondheidscategorie zijn dit: gezond, dieet, groente en fruit. Voor de verleidingscategorie:

snoep, chocolade, lekker en genot. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van 52 neutrale

woorden die niets met de bovenstaande categorieën te maken hebben (vb. herfst, oceaan

en potlood). Tenslotte zijn er 60 non-woorden. Hiervoor werd er gebruik gemaakt van

zelfverzonnen pseudohomofonen (vb. trijn, woort en tauw) en logatomen (vb. keeg, zwat en

traat). Eerst wordt er een zes oefentrials voorgelegd aan de participant waarin hij of zij drie

neutrale woorden en drie non-woorden te zien krijgt. Vervolgens begint de echte taak. Deze

bestaat uit 120 trials waarin ieder van de bovengenoemde woorden één maal voorkomt.

Page 38: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

29

2.1.3.1. Winkeltaak

Na de lexicale beslissingstaak mogen de participanten beginnen aan het derde gedeelte: De

winkeltaak. Hiervoor stappen zij een laboratoriumruimte binnen waarin zich in het midden

van de ruimte één rek bevindt met een voor- en een achterkant. Langs de ene kant van het

rek bevinden zich dan vanzelfsprekend de vices, langs de andere kant de virtues. Het

experiment vangt aan met de virtues naar de ingang van de ruimte gericht en de vices weg

van de deur gericht (virtue-vice layout). Na de eerste dag wordt het rek omgedraaid zodat de

tegenovergestelde layout wordt bekomen. Vanaf de derde dag wordt het rek iedere halve

dag gedraaid. Dit om de gelijke verdeling van de participanten over de verschillende

condities te garanderen en te corrigeren indien nodig. Zoals eerder gesteld werd ook de tijd

die de respondenten aanwezig waren in de winkel getimed.

De producten die geselecteerd werden als respectievelijk vices en virtues zijn gebaseerd op

de onderzoeken van Thomas, Desai en Seenivasan (2012) en Milkman, Rogers en Bazeman

(2010). Thomas et al. (2012) stelden in hun paper een lijst op van 100 voedingscategorieën

die worden onderverdeeld in de desbetreffende opdeling van vices en virtues. Deze 100

categorieën van producten representeren 73% van de aangekochte voedingsproducten door

1000 vrijwillig geselecteerde Amerikaanse huishoudens. Bijgevolg kunnen deze gezien

worden als de keuzes van een gemiddelde Amerikaan. Omdat de lijst de meeste relevante

producten omvat en omdat de levensstijl van een gemiddelde Amerikaan overeenkomt met

die van ons wordt deze overgenomen. De onderverdeling in vices en virtues wordt gemaakt

op basis van subjectieve ratings van de gezondheid of ongezondheid van het product en de

mate van impulsiviteit of planning bij het aankopen van deze producten, wat twee

belangrijke factoren zijn (supra, p. 11) Beiden werden zij beoordeeld op een schaal van 1 tot

9. Deze ratings werden dan vermenigvuldigd met elkaar en gestandaardiseerd. Een positieve

score wijst op een vice, een negatieve op een virtue. Hoe hoger de scores, hoe meer het

desbetreffende product naar één van de twee categorieën neigt. Milkman et al. (2010)

stelden een soortgelijke lijst op maar gingen hierbij uit van de should of want onderverdeling

van producten. Hierbij werd bij alle producten gevraagd hoe ze beoordeeld werden op twee

7-punt Likertschalen respectievelijk gaande van een niet-want product tot een want product

en gaande van een niet-should product naar een should. Vervolgens worden per product de

scores van de wants afgetrokken van de shoulds en worden de producten gerangschikt aan

Page 39: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

30

de hand van deze scores. Een hoge positieve score wijst hierbij op een should terwijl een

hoge negatieve score op een want wijst. De lijst van producten die geselecteerd werden als

respectievelijk vices en virtues bestaat uit 131 producten, waarvan 65 virtues en 66 vices. Om

een voldoende groot productaanbod te kunnen aanbieden werden bij het selecteren van de

productcategorieën minder strenge standaarden gehanteerd dan bij de hierboven

vernoemde schalen. Het louter positief of negatief zijn van de score op vorige indexen was

voldoende. Wanneer er twijfel bestond (zoals bij thee) werd de eerste schaal voorgenomen.

Zowel de lijst van producten als de gehanteerde indexen zijn terug te vinden in bijlage 1. Om

het realiteitsgehalte van dit laboratoriumonderzoek te verhogen worden de zelf betaalde

aankoopprijzen van het product overgenomen.

2.1.3.4. Vragenlijst

Tenslotte mogen de participanten opnieuw plaats nemen aan de computer om af te sluiten

met een vragenlijst op Qualtrics. De instructievragenlijst en deze vragenlijst werden

opgenomen in bijlage 2. Deze laatste zal hieronder worden besproken.

Het eerste deel van de vragenlijst bestaat uit zeven vragen die handelen over de perceptie

van de participant over de het opgezette laboratoriumwinkeltje. Van de negen dimensies die

omschreven werden door Lindquist (1974) om de store image te meten (supra, p. 9) zullen

er in het kader van dit onderzoek slechts twee dimensies kunnen gemeten worden, namelijk

de producten en de fysieke faciliteiten. Daarnaast zal ook een globaal beeld van het

winkelbezoek gevraagd worden. Deze vragen zijn zelf opgesteld maar zijn gebaseerd op

verschillende onderzoeken in de literatuur. Vooral enkele attributen uit de schaal van het

onderzoek van Burt en Carralero-Encinas (2000) werden hier gebruikt. Deze schaal, inclusief

de dimensies die niet onderzocht konden worden in het onderzoek, wordt voor de

volledigheid gegeven in bijlage 3. De zeven vragen bestaan allemaal uit schuifknopschalen

die gaan van 0 tot 100 en waarbij de participant dient aan te geven hoe hij het

desbetreffende attribuut van een dimensie inschat. Een voorbeeld van zo een vraag is “Hoe

verzorgd vond u dat de supermarkt eruit zag?” met een schuifknopschaal gaande van “Niet

verzorgd” (i.e. 0) over “Eerder niet verzorgd”, “Neutraal” en “Eerder verzorgd” (i.e.

respectievelijk 25, 50 en 75) tot “Verzorgd” (i.e. 100).

Page 40: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

31

De tweede set van vragen hebben tot doel een verklaring te geven waarom de participanten

net die producten hebben gekocht. Deze set bestaat uit zes vragen die allemaal opnieuw

gebruik maken van een schuifknopschaal gaande van “Helemaal niet waar”, wat gelijk staat

met 0, tot “Helemaal waar”, wat gelijk staat met 100. De eerste en derde vraag peilen naar

hoe moeilijk het was om de chocolade, koekjes, gebak, chips en dergelijke te weerstaan en

hoezeer ze verleid waren door deze producten. De tweede en de vierde vraag peilen naar

het licensing behavior van de respondent (supra, p. 15). De vragen waren hier of hij of zij

vond dat hij dergelijke producten verdiend had en of hij of zij het moeilijk had zichzelf toe te

staan zulke producten te kopen. De vijfde vraag heeft als doel de mate van zelfcontrole van

de participanten te meten. Deze zal naar alle waarschijnlijkheid hoger liggen in een vice-

virtue layout. De laatste vraag tenslotte peilt naar het balancing behavior van de respondent.

Hoewel al deze vragen uitgaan van zelf-gerapporteerde metingen kunnen zij toch een

belangrijke indicatie geven.

De laatste vragenreeks heeft vijf onderdelen. Het eerste deel ervan bestaat uit drie vragen

waarvan de eerste twee nagaan of de participant de manipulatie wel op de juiste manier

heeft ondergaan. Indien hij of zij deze fout heeft ondergaan (i.e. eerst de verkeerde kant van

het rek bekeken) kunnen deze eventueel uit de resultaten genomen worden. De derde vraag

is ter controle of de participanten zich wel de juiste layout herinneren.

Het tweede deel van de laatste vragenreeks peilt naar de promotie- of preventiegerichtheid

van de participant. Dit onderdeel bestaat uit 24 stellingen en een controlevraag. Van deze 24

deelvragen zijn er 9 gebaseerd op General Regulatory Focus Measure (GRFM) volgen

Lockwood, Jordan en Kunda (2002). De overige 15 zijn gebaseerd op de BIS/BAS-schalen van

Carver en White (1994), vertaald door Franken, I.H.A., P. Muris and E. Rassin (2005). Enkel

die items van deze schalen die relevant geacht werden zijn behouden. De originele schalen

zijn opgenomen in bijlage 4. Alle vragen zijn gesteld op een 7-punts Likertschaal gaande van

“Helemaal niet waar” tot “Helemaal waar”. Een voorbeeld van zo een stelling is “Ik ben

bezorgd als ik slecht gepresteerd heb op iets”.

Vervolgens is er een reeks van 9 stellingen die de persoonlijkheidskarakteristiek ‘impulsiviteit

tijdens het winkelen’ meet. Deze zijn gebaseerd op de Buying Impulsiveness Scale van Rook

en Fisher (1995). Dit wordt gemeten omdat personen met een hoge impulsiviteit tijdens het

Page 41: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

32

winkelen sneller zullen toegeven aan vices (supra, p. 16). De vragen worden gesteld over een

7-punts Likertschaal gaande van ‘Helemaal niet waar’ tot ‘Helemaal waar’. Een voorbeeld

van zo’n stelling is “Ik koop vaak spontaan dingen.”

De volgende vraag, bestaande uit vier stellingen, meet de health concern van de respondent

en is gebaseerd op de Health Concern scale van Adams en Geuens (2007). Een persoon met

een hoge health concern wordt verondersteld minder vices aan te kopen. Opnieuw worden

de vragen gesteld over een 7-punts Likertschaal gaande van ‘Helemaal niet waar’ tot

‘Helemaal waar’. Een voorbeeld van zo’n stelling is “Ik probeer zo gezond mogelijk te eten.”

De laatste vraag bestaat uit 10 deelvragen en een controle vraag. De 10 deelvragen zijn het

Dutch Restrained Eating Scale van Van Strien et al. (1986) dat meet naar de restrained eating

(supra, p. 16). Ook hier wordt gewerkt met een 7-punts Likertschaal gaande van ‘(bijna)

nooit’ tot (bijna) altijd. Een voorbeeld van zo’n deelvraag is “Probeer je nauwlettend in het

oog te houden wat je eet?”

Tot slot werden er nog enkele algemene en sociodemografische vragen gesteld. Er werd

gevraagd hoe vaak de participanten boodschappen doen voor zichzelf, wanneer ze laatst iets

gegeten hadden, wat hun geslacht en leeftijd is, of ze kotstudent zijn en of ze speciale

eetgewoontes hebben. De eerste twee vragen worden gesteld aan de hand van multiple

choice. Beiden kunnen zij optreden als een covariaat.

2.2 Resultaten

2.2.1. Constructen en correlaties

2.2.1.1. Moodschaal

Voor het meten van de mood van de respondent werden 4 bipolaire stellingen gebruikt. De

items moesten niet worden gehercodeerd omdat ze allen in dezelfde richting worden

geformuleerd. Deze vier stellingen hebben een Cronbach Alpha van 0,925 wat hoog genoeg

is (>0,60), waardoor de items als onderling consistent en betrouwbaar gewaardeerd worden

(De Pelsmacker & Van Kenhove, 2010).

Page 42: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

33

2.2.1.2. Promotie- of preventieschaal

Voor het meten van de promotie- of preventiegerichtheid van de respondent werd er

gebruik gemaakt van twee schalen. De eerste schaal maakt gebruik van 9 stellingen,

gebaseerd zijn op General Regulatory Focus Measure (GRFM) volgens Lockwood et al.

(2002). Aan deze 9 stellingen werd een controlevariabele toegevoegd. Er werd gevraagd om

het bolletje met “Niet waar” aan te duiden. Het achtste en het negende item werden hierbij

gehercodeerd aangezien deze schaal enkel de preventiegerichtheid meet. De Cronbach

alpha is hier 0,785 en dit kan verbeterd worden indien het 7e item verwijderd wordt, maar

dit is geen noemenswaardige verbetering. Dit is een preventieconstruct.

De overige 15 zijn gebaseerd op de BIS/BAS-schalen van Carver en White (1994) en de

vertaling door Franken, Muris en Rassin (2005). 7 van de items representeren de volledige

BIS-schaal. Item 3 en 7 moesten gehercodeerd worden zodat alle variabelen van deze schaal

in dezelfde richting waren geformuleerd. 1 werd 7, 7 werd 1 en zo verder. De Cronbach

alpha van deze schaal is 0,83 en dit kan niet meer verhoogd worden indien er een item

wordt weggelaten. De 7 items van de schaal meten dus hetzelfde en kunnen worden

samengenomen tot het construct preventiegerichtheid. De overige 8 items bevatten

elementen van de drie BAS-schalen. De Cronbach alpha van deze schaal is 0,667. Deze kan

echter verhoogd worden door het weglaten van het derde en het laatste item. Dit werd

echter niet gedaan omdat de Cronbach Alpha niet drastisch werd verhoogd. De Cronbach

Alpha is hoog genoeg De 8 items van de schaal meten dus hetzelfde en kunnen worden

samengenomen tot het construct promotiegerichtheid.

Tot slot kunnen de twee samen ook samengenomen worden om de promotie- of

preventiegerichtheid van een persoon te meten. Immers, de 16 preventiegerichte items

hebben een Cronbach Alpha van 0,866. De 10 promotiegerichte items hebben een Cronbach

Alpha van 0,733.

Alle hierboven gevormde Cronbach Alphas zijn dus hoog genoeg (De Pelsmacker & Van

Kenhove, 2010).

Page 43: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

34

2.2.1.3. Impulsiviteitsschaal

Het meten van de impulsiviteit van de respondent bij het aankopen gebeurt aan de hand van

9 stellingen gebaseerd op de Buying Impulsiveness Scale van Rook en Fisher (1995). Het 4e,

7e, 8e en 9e item van deze schaal worden gehercodeerd. Zo bereikt deze schaal een Cronbach

Alpha van 0,864 die niet meer kan verbeterd worden door het weglaten van een item.

2.2.1.4. Health concern schaal

De health concern van de respondent wordt gemeten aan de hand van 4 stellingen

gebaseerd op de Health Concern scale van Adams en Geuens (2007). Het laatste item van

deze schaal wordt gehercodeerd. Zo bereikt de schaal een Cronbach Alpha van 0,854 die niet

meer kan verbeterd worden door het weglaten van een item.

2.2.1.5. Restrained eating schaal

De restrained eating van de respondent wordt gemeten aan de hand van de Dutch

Restrained Eating Scale van Van Strien et al. (1986). Hierbij wordt gebruik gemaakt van 10

stellingen en een controlevariabele. De respondenten dienden het bolletje ‘Bijna altijd’ aan

te duiden. Zij slaagden hier allen in en bijgevolg moesten er geen respondenten verwijderd

worden. Er moeten geen items gehercodeerd worden en de schaal bereikt een Cronbach

Alpha van 0,923 die niet meer verhoogd kan worden door het weglaten van een item.

2.2.2. Toetsing van de hypothesen

2.2.2.1. Hoofdvariabelen

De basishypothese, hypothese 1 stelt dat consumenten (relatief) meer vices zullen aankopen

in een winkel waar eerst virtues worden aangeboden en daarna pas de vices, dan in een

winkel met een omgekeerde layout.

a) Oorspronkelijk model

Eerst en vooral werd er gekeken naar het effect van de onafhankelijke binaire variabele

‘winkelinrichting’ op de verschillende afhankelijke variabelen ‘vices’ en ‘percentage vices ten

opzichte van het totaal aantal producten’. Deze afhankelijke variabelen werden telkens

Page 44: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

35

gemeten in aantal als in euro. Om dit effect te bestuderen wordt er gebruik gemaakt van een

t-test voor onafhankelijke steekproeven.

Er werden geen significante resultaten gevonden. De resultaten voor de 122 respondenten

zijn te vinden in onderstaande tabel 3.

Tabel 3: Teststatistieken van de t-test voor het oorspronkelijk model van de hoofdvariabelen

Als de respondenten opgesplitst worden in mannen en vrouwen valt op dat er bij de

vrouwen marginaal significante resultaten worden behaald in de aankoop van vices zowel in

aantal (M virtue-vice = 2,3103; M vice-virtue = 3,25; p = 0,058) als in euro (M virtue-vice = 4,1814;

M vice-virtue = 5,8017; p = 0,057). Als dit dan relatief bekeken wordt ten opzichte van het totaal

aantal producten worden er significante resultaten bereikt voor aantal (M virtue-vice = 14,5193;

M vice-virtue = 20,9461; p = 0,037) en in euro (M virtue-vice = 17,59; M vice-virtue = 27,1944; p =

0,009). Mannen scoren op geen enkel vlak significante verschillen. Opvallend is dus dat

vrouwen tegen de eerder gestelde hypothese in relatief meer vices kopen in een vice-virtue

layout.

Wanneer de uitschieters, bekomen via boxplot, uit de resultaten worden gelaten worden er

geen significante resultaten bekomen. Indien er echter enkel gekeken wordt naar de

respondenten die op de juiste manier gewinkeld hebben, namelijk eerst aan de voorkant van

het rek en vervolgens aan de achterkant, in combinatie met het weglaten van de uitschieters

is dit wel het geval. In tabel 4 is te zien dat er significante resultaten worden bekomen voor

de aangekochte vices en het percentage van vices ten opzichte van het totaal aantal

aangekochte producten. Dit zijn echter tegenovergestelde resultaten ten opzichte van de

eerder gestelde conclusies uit de literatuur en de daarop gevormde hypothese. Het

N Mean T(df) P

Vices

aantal 60 M virtue-vice = 3,2

t(120) = -0,825 0,411 62 M vice-virtue = 3,6129

in euro 60 M virtue-vice = 5,8622

t(120) = -0,715 0,476 62 M vice-virtue = 6,4779

Percentage vices t.o.v.

totaal

aantal 60 M virtue-vice = 20,2188

t(120) = -1,239 0,218 62 M vice-virtue = 24,0623

in euro 60 M virtue-vice = 24,093

t(120) = -1,608 0,111 62 M vice-virtue = 29,4195

Page 45: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

36

gemiddelde ligt telkens hoger in de winkelinrichting waar eerst de vices worden aangeboden

en dan pas de virtues. Bijgevolg kan hypothese 1 voorlopig verworpen worden.

N Mean T(df) P

Vices

aantal 46 M virtue-vice = 2,7826

t(74) = -2,462 0,016 30 M vice-virtue = 3,9667

in euro 46 M virtue-vice = 5,102

t(74) = -2,417 0,018 30 M vice-virtue = 7,1827

Percentage vices t.o.v.

totaal

aantal 45 M virtue-vice = 16,5836

t(74) = -4,378 0 31 M vice-virtue = 29,3555

in euro 46 M virtue-vice = 21,4178

t(76) = -4,493 0 32 M vice-virtue = 37,2191

Tabel 4: Teststatistieken van de t-test voor het oorspronkelijk model van de hoofdvariabelen met uitsluiting van de uitschieters en de personen die niet correct gewinkeld hebben

Als we kijken naar de productcategorieën afzonderlijk kan vastgesteld worden dat enkel voor

brood en voor frisdrank significante resultaten gevonden worden. Brood wordt in aantal

significant meer (p = 0,018) aangekocht in de virtue-vice layout (M = 1,0333) dan in de vice-

virtue layout (M = 0.7742). Wanneer brood in euro wordt bekeken is dit ook het geval

(M virtue-vice = 2,3225 ; M vice-virtue = 1,7323; p = 0,016). Frisdrank wordt daarentegen net

significant meer verkocht in een winkel waar eerst de vices en dan pas de virtues worden

aangeboden (M virtue-vice = 0,5435 ; M vice-virtue = 1,2608; p = 0,042). Ook dit ligt in het

verlengde van het voorlopig verwerpen van hypothese 1. De resultaten van de t-testen

hiervoor zijn terug te vinden in bijlage 5.

b) Introductie van de covariaten

De covariaten werden toegevoegd aan het model door middel van een analyse van

covariantie (Ancova). De bedoeling is om het effect van deze derde variabelen weg te

zuiveren. Voor vices in euro zijn de covariaten ‘honger’ en ‘geslacht’ significant. ‘Honger’ is

slechts marginaal siginificant voor vices in aantal. Bij ‘Health Concern’ is dit voor beiden het

geval. Voor het percentage vices t.o.v. de totale producten is diezelfde covariaat significant

in euro en in aantal. Het geslacht is voor het relatieve aantal in euro slechts marginaal

significant. Deze is wel significant voor het percentage in aantal. De resultaten zijn terug te

vinden in tabel 5.

Page 46: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

37

Tabel 5: Significantie van de covariaten bij de hoofdvariabelen

c) Finaal model

De effecten van de significante covariaten dienen weggezuiverd te worden. Vervolgens

wordt volgende tabel 6 bekomen.

- Covariaat Mean N F(df) P Partial

Eta Squared

Vices

Aantal - - - - - - - -

Euro

Honger M virtue-vice = 4,0074 31

F(1) = 4,734 0,033 0,068 M vice-virtue = 6,1233 36

Geslacht

Man M virtue-vice = 7,4345 31

F(1) = 0 0,989 0 M vice-virtue = 7,4142 26

Vrouw M virtue-vice = 4,1814 29

F(1) = 3,766 0,057 0,056 M vice-virtue = 5,8017 36

Percentage vices t.o.v.

totaal

Aantal

Health concern M virtue-vice = 25,0725 32

F(1) = 1,484 0,228 0,024 M vice-virtue = 30,396 20

Geslacht

Man M virtue-vice = 25,5506 31

F(1) = 0,266 0,608 0,005 M vice-virtue = 28,3769 26

Vrouw M virtue-vice = 10,62847 29

F(1) = 4,55 0,037 0,067 M vice-virtue = 13,11805 36

Euro Health concern M virtue-vice = 29,5619 32

F(1) = 1,675 0,2 0,027 M vice-virtue = 35,4693 20

Tabel 6: Teststatistieken van de AN(C)OVA voor het finaal model van de hoofdvariabelen

Hierbij is te zien dat er significante resultaten worden bekomen voor de vices in euro bij het

uitzuiveren van de covariaat ‘Honger’. Het gemiddelde ligt echter significant hoger in de vice-

virtue layout. Wanneer het geslacht wordt uitgezuiverd wordt er een gelijkaardig resultaat

bereikt bij de vrouwen, dit is echter slechts marginaal significant. Als dit relatief bekeken

wordt is te zien dat dit laatste significant wordt.

Vices Percentage vices t.o.v. totaal

Aantal Euro Aantal Euro

Covariaten F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P=

Impulsiviteit 1,188 0,278 1,613 0,207 1,426 0,235 1,777 0,185

Health Concern 2,759 0,1 3,307 0,072 8,869 0,004 7,453 0,007

Restrained eating 1,035 0,311 0,727 0,396 0,069 0,794 0,195 0,66

Mood 0,103 0,749 0,028 0,868 0,617 0,434 0,427 0,515

Honger 3,756 0,055 4,914 0,029 0,765 0,384 2,058 0,154

Uitgeput 1,643 0,203 1,819 0,18 0,605 0,438 0,358 0,551

Zelf boodschappen 0,028 0,867 0,511 0,476 0,013 0,91 0,154 0,695

Laatst gegeten 0,579 0,448 0,583 0,447 0,269 0,605 0,075 0,785

Geslacht 2,903 0,091 4,194 0,043 5,094 0,026 3,608 0,06

Page 47: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

38

Dit is in strijd met de bevindingen van Fearne en Hughes (1999) en wijst dus op een

verwerping van hypothese 1.

Een mogelijke reden hiervoor is dat de laboratoriumruimte te weinig als echte winkel wordt

ervaren. Het is makkelijk om een overgang te maken van de ene sectie naar de andere door

slechts enkele stappen. Dit is in een volwaardige winkel niet zo. Hier zal men bij het

betreden van een nieuwe sectie waarschijnlijk niet meer terugkeren naar de vorige. Ook kan

men na de laatste sectie meestal naar buiten zonder de vorige te zien. In deze opzet moest

men echter opnieuw door de eerste sectie naar buiten. Dit kan vooral in een vice-virtue

opzet leiden tot een nieuwe blootstelling en verleiding door vices bij het naar buitengaan.

Dit zou dan weer wel in het verlengde liggen van de bevindingen van Fearne en Hughes

(1999). Voor een verdere verklaring wordt verwezen naar 2.2.2.3. Verklaring.

2.2.2.2. Store image

Drie hypothesen werden gevormd rond de store image. Hypothese 2a stelt dat consumenten

een winkel waar eerst virtues en daarna vices worden aangeboden een positievere store

image toedichten dan een winkel met een vice-virtue layout. Hierdoor zullen ze langer in de

winkel verblijven met deze opzet (hypothese 2b) en hier een groter bedrag spenderen

(hypothese 2c).

a) Oorspronkelijk model

Ook hier werd er eerst onderzocht of de onafhankelijke binaire variabele ‘winkelinrichting’

een effect had op de verschillende afhankelijke variabelen van de dimensies die deel

uitmaken van de store image alsook die van de algemene store image. Daarnaast werd

gekeken naar haar invloed op de gespendeerde tijd en het gespendeerde budget. Opnieuw

wordt er gebruik gemaakt van een t-test voor onafhankelijke steekproeven. De resultaten

zijn samengevat in tabel 7.

Page 48: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

39

N Mean T(df) P

Aantrekkelijkheid 60 M virtue-vice = 45,1167

t(120) = 1,369 0,174 62 M vice-virtue = 39,0161

Versheid 60 M virtue-vice = 42,5667

t(96,315) = 4,545 0 62 M vice-virtue = 22,9032

Gevarieerd assortiment 60 M virtue-vice = 45,8667

t(112,796) = 1,48 0,142 62 M vice-virtue = 39,6935

Kwaliteit 60 M virtue-vice = 65,2833

t(120) = 0,522 0,603 62 M vice-virtue = 63,5

Verzorgd 60 M virtue-vice = 58,9

t(120) = 1,911 0,058 62 M vice-virtue = 52,0323

Uitgebreidheid 60 M virtue-vice = 35,7167

t(113,048) = -0,038 0,969 62 M vice-virtue = 35,871

Algemeen 60 M virtue-vice = 54,0667

t(120) = 0,653 0,515 62 M vice-virtue = 51,7903

Tijd gespendeerd 60 M virtue-vice = 278,2

t(120) = 0,383 0,702 62 M vice-virtue = 270,8226

Totaal gespendeerd

aantal 60 M virtue-vice = 16,4083

t(120) = 0,147 0,884 62 M vice-virtue = 16,25

in euro 60 M virtue-vice = 24,0592

t(120) = 1,206 0,23 62 M vice-virtue = 22,4135

Tabel 7: Teststatistieken van de t-test voor het oorspronkelijk model van de store image

Enkel de versheid werd significant beter ervaren in de virtue-vice layout dan in de

tegenovergestelde inrichting. De verzorgdheid is slechts marginaal significant. Ook de

aantrekkelijkheid en de variatie van het assortiment benaderen deze marginale significantie.

Omdat deze vier dimensies van store image dimensies waren die zelf konden beïnvloed

worden en het meest relevant zijn in het verdere onderzoek zouden deze als construct ‘store

image’ kunnen opgenomen worden. De Cronbach Alpha van deze vier dimensies is 0,696 en

kan niet meer verbeterd worden. Deze Cronbach Alpha is hoog genoeg (De Pelsmacker &

Van Kenhove, 2010) en het construct ‘store image’ kan dus gevormd worden. Vanaf hier zal

dit construct in de analyse opgenomen worden en als toonaangevend worden gezien bij

twijfel. Bij een t-test voor onafhankelijke variabelen wordt duidelijk dat dit construct

significant hoger wordt ingeschat in een winkelinrichting waar eerst virtues en dan vices

worden aangeboden dan omgekeerd. De resultaten van deze test zijn te vinden in tabel 8.

Store image 59 M virtue-vice = 48,1907

t(107,807) = 3,265 0,001 60 M vice-virtue = 38,4113

Tabel 8: Teststatistieken van de t-test voor het construct ‘store image’

Indien ook hier de opsplitsing wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen wordt duidelijk

dat naast het significant verser ervaren worden van producten in een virtue-vice layout door

beide (M virtue-vice = 35,8387; M vice-virtue = 22,3846; p = 0,037 voor mannen; M virtue-vice =

Page 49: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

40

50,8571; M vice-virtue = 23,2778; p = 0 voor vrouwen), mannen de winkel ook als significant

verzorgder ervaren hebben in diezelfde layout (M virtue-vice = 57,5161; M vice-virtue = 45,1538; p

= 0,031). Ook het construct ‘Store image’ blijft voor beiden significant (M virtue-vice = 45,1048;

M vice-virtue = 34,5962; p = 0,016 voor mannen; M virtue-vice = 51,6071; M vice-virtue = 41,1667;

p = 0,02 voor vrouwen).

Wanneer opnieuw de uitschieters er uit worden gelaten en enkel de respondenten die op

een correcte manier gewinkeld hebben worden behouden wordt naast het grotere versheid

van de producten in een virtue-vice layout ook een gevarieerder assortiment in diezelfde

layout ervaren. Ook het construct van store image is in diezelfde layout nog steeds

significant hoger. De resultaten zijn terug te vinden in onderstaande tabel 9.

N Mean T(df) P

Aantrekkelijkheid 46 M virtue-vice = 44,6304

t(77) = 0,899 0,371 33 M vice-virtue = 39,4848

Versheid 46 M virtue-vice = 43,0217

t(76,536) = 3,788 0 33 M vice-virtue = 22,7576

Gevarieerd assortiment 46 M virtue-vice = 48,6522

t(77) = 2,234 0,028 33 M vice-virtue = 37,3333

Kwaliteit 45 M virtue-vice = 66,4222

t(75) = -0,322 0,749 32 M vice-virtue = 67,5313

Verzorgd 46 M virtue-vice = 58,0435

t(77) = 1,101 0,274 33 M vice-virtue = 52,9394

Uitgebreidheid 46 M virtue-vice = 36,587

t(77) = 0,263 0,793 33 M vice-virtue = 35,303

Algemeen 46 M virtue-vice = 56,0435

t(77) = 0,648 0,519 33 M vice-virtue = 53,0606

Tijd gespendeerd 45 M virtue-vice = 256,5111

t(75) = 0,645 0,521 32 M vice-virtue = 245,0313

Totaal gespendeerd

aantal 45 M virtue-vice = 16,2444

t(75) = 1,201 0,233 32 M vice-virtue = 14,7344

in euro 45 M virtue-vice = 23,188

t(75) = 0,86 0,392 32 M vice-virtue = 21,7487

Store image 46 M virtue-vice = 48,587

t(77) = 2,613 0,011 33 M vice-virtue = 38,1288

Tabel 8: Teststatistieken van de t-test voor het oorspronkelijk model van de store image met uitsluiting van de uitschieters en de personen die niet correct gewinkeld hebben

Hoewel de algemene store image niet significant hoger ligt in de virtue-vice layout is dit wel

het geval voor het construct met de relevante dimensies. Ook voor enkele dimensies apart is

dit het geval. Hypothese 2a kan dus voorlopig gedeeltelijk behouden worden. Voor de tijd en

het geld die de consumenten spenderen in de winkel zijn tot hiertoe geen significante

resultaten gevonden. Bijgevolg zijn hypothesen 2b en 2c tot nu toe niet ondersteund en

kunnen deze verworpen worden.

Page 50: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

41

b) Introductie van de covariaten

Opnieuw werden de covariaten toegevoegd aan het model door middel van een analyse van

covariantie (Ancova). Verschillende covariaten bleken significant te zijn. De samenvattende

tabellen, tabel 10a en tabel 10b, staan hieronder.

Aantrekkelijk-heid

Versheid Gevarieerd assortiment

Kwaltiteit Verzorgd Uitgebreid

Covariaten F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P=

Impulsiviteit 0,896 0,346 1,384 0,242 0,462 0,498 0,478 0,491 0,01 0,92 0,365 0,547 Health Concern 4,706 0,032 4,514 0,036 0,245 0,621 0,393 0,532 0,083 0,774 0,045 0,833 Restrained eating 0,435 0,511 0,229 0,633 0,009 0,926 0,028 0,867 1,281 0,26 0,178 0,674 Mood 0,131 0,718 0,146 0,703 1,652 0,201 0,212 0,646 0 0,994 1,218 0,272 Honger 0,002 0,969 0,716 0,399 0,186 0,667 0,153 0,696 0,017 0,898 0,071 0,791 Uitgeput 0,253 0,616 0,001 0,975 0,464 0,497 1,242 0,267 0,62 0,433 1,579 0,212 Zelf boodschappen 0,184 0,669 0,758 0,386 0,292 0,59 1,403 0,239 0 0,988 1,754 0,188 Laatst gegeten 0,615 0,434 1,084 0,3 0,097 0,756 3,979 0,049 0,172 0,679 0,212 0,646 Geslacht 6,047 0,015 2,322 0,13 0,144 0,705 0,449 0,504 4,283 0,041 4,322 0,04

Tabel 10a: Significantie van de covariaten bij de Store image

Algemeen Tijd gespendeerd

Totaal gespendeerd Store image

Aantal Euro

Covariaten F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P=

Impulsiviteit 1,175 0,281 0,022 0,883 0,209 0,648 0,693 0,407 1,005 0,318 Health Concern 1,834 0,178 6,684 0,011 6,929 0,01 4,091 0,046 0,024 0,878 Restrained eating 0,169 0,682 0,2 0,656 0,012 0,913 0 0,991 0,653 0,421 Mood 0,053 0,818 1,881 0,173 0,048 0,826 0,001 0,978 0,242 0,624 Honger 0,435 0,511 0,577 0,449 1,726 0,192 3,156 0,078 0,008 0,927 Uitgeput 0,243 0,623 1,562 0,214 0,544 0,463 0,654 0,42 0,021 0,884 Zelf boodschappen 0,003 0,953 5,326 0,023 0,122 0,727 0,066 0,797 0,005 0,945 Laatst gegeten 4,103 0,045 2,184 0,142 2,2 0,141 2,481 0,118 0,75 0,389 Geslacht 2,681 0,104 1,318 0,253 0,011 0,915 0,798 0,374 4,881 0,029

Tabel 10b: Significantie van de covariaten bij de Store image

c) Finaal model

De effecten van de significante covariaten werden ook hier weggezuiverd. Het resultaat

hiervan is te vinden in tabel 11.

- Covariaat Mean N F(df) P Partial Eta Squared

Aantrekkelijkheid

Health concern M virtue-vice = 23,92189 32

F(1) = 0,23 0,634 0,004 M vice-virtue = 24,22823 30

Geslacht

Man M virtue-vice = 41,7419 31

F(1) = 2,364 0,13 0,041 M vice-virtue = 31,7308 26

Vrouw M virtue-vice = 48,7241 29

F(1) = 0,546 0,463 0,009 M vice-virtue = 44,2778 36

Versheid Health concern M virtue-vice = 34,5 32

F(1) = 5,394 0,024 0,082 M vice-virtue = 21,5 30

Page 51: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

42

Gevarieerd assortiment - - - - - -

Kwaltiteit Laatst gegeten M virtue-vice = 67,0204 49

F(1) = 0,439 0,509 0,004 M vice-virtue = 64,7255 51

Verzorgd Geslacht

Man M virtue-vice = 57,5161 31

F(1) = 4,927 0,031 0,082 M vice-virtue = 45,1538 26

Vrouw M virtue-vice = 60,3793 29

F(1) = 0,553 0,46 0,009 M vice-virtue = 57 36

Uitgebreid Geslacht

Man M virtue-vice = 30,8065 31

F(1) = 0,199 0,658 0,004 M vice-virtue = 33,2308 26

Vrouw M virtue-vice = 40,9655 29

F(1) = 0,305 0,582 0,005 M vice-virtue = 37,7778 36

Algemeen Laatst gegeten M virtue-vice = 56,6939 49

F(1) = 1,303 0,256 0,013 M vice-virtue = 52,4706 51

Tijd gespendeerd Zelf

boodschappen

M virtue-vice = 260,85 40 F(1) = 0,162 0,689 0,002

M vice-virtue = 269,6098 41

Totaal gespendeerd

Aantal Health concern M virtue-vice = 15,0625 32

F(1) = 0,336 0,565 0,006 M vice-virtue = 14,2667 30

Euro Health concern M virtue-vice = 22,5138 32

F(1) = 0,538 0,466 0,009 M vice-virtue = 21,1135 20

Store image Geslacht

Man M virtue-vice = 45,1048 31

F(1) = 6,143 0,016 0,1 M vice-virtue = 34,5962 26

Vrouw M virtue-vice = 51,6071 28

F(1) = 6,42 0,014 0,094 M vice-virtue = 41,1667 36

Tabel 11: Teststatistieken van de AN(C)OVA voor het finaal model van de store image

Ook hier worden er drie significante effecten bekomen. Na het uitzuiveren van health

concern wordt de virtue-vice layout nog steeds als significant verser ervaren. Ook wordt deze

layout van de producten als significant verzorgder ervaren bij mannen. Het construct store

image wordt door de beide geslachten als significant hoger ervaren in de virtue-vice layout.

Voor de andere dimensies van de store image alsook de gespendeerde tijd en het

gespendeerde bedrag worden geen significante verschillen gevonden. De bevindingen van

Bech-Larsen en Esbjerg (2006) gelden dus niet voor alle zaken. Bijgevolg kan er geen

eenduidig besluit genomen worden over hypothese 2a. Toch zal deze behouden worden

omwille van de significantie van het relevante construct store image. Hypothesen 2b en 2c

kunnen wel verworpen worden.

De redenen hiervoor kunnen dezelfde zijn als deze voor hypothese 1a. De respondenten

kunnen de verschillende secties als niet enorm verschillend ervaren. Een verdere verklaring

volgt in 2.2.2.3. Verklaring.

Page 52: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

43

2.2.2.3. Verklaring

In de verklarende variabelen wordt er naar een verklaring gezocht voor het gedrag van de

respondenten. Zo wordt onder meer gekeken naar de mate waarin zij overgaan tot licensing

behavior. Er werd hierbij telkens gepeild naar de invloed van de onafhankelijke binaire

variabele ‘winkelinrichting’ op de intentie tot aankoop van producten zoals chocolade,

koekjes, gebak, snoep, chips en dergelijke.

a) Oorspronkelijk model

Ook hier werd er gebruik gemaakt van de t-test voor onafhankelijke variabelen. De 122

respondenten gaven aan significant meer verleid te zijn door de hierboven vernoemde

producten in een vice-virtue layout dan in een virtue-vice layout. Voor het licensing behavior

werden geen significante resultaten gevonden. Ook voor de overige verklarende variabelen

was dit niet het geval. Wel zijn ‘moeilijk weerstaan’, ‘moeilijk toestaan aan mezelf’ en

‘bewust evenwicht’ marginaal significant. Een samenvatting van de resultaten is te vinden in

tabel 12.

N Mean T(df) P

Moeilijk weerstaan 60 M virtue-vice = 27,5333

t(120) = -1,692 0,093 62 M vice-virtue = 34,8226

Verdiend had 60 M virtue-vice = 49

t(120) = -0,511 0,61 62 M vice-virtue = 51,0484

Verleid 60 M virtue-vice = 33,5667

t(120) = -2,383 0,019 62 M vice-virtue = 44,4355

Moeilijk toestaan aan mezelf 60 M virtue-vice = 30,1667

t(120) = -1,67 0,097 62 M vice-virtue = 37,3226

Bewust weerstaan 60 M virtue-vice = 40,6333

t(120) = -0,646 0,519 62 M vice-virtue = 44

Bewust evenwicht 60 M virtue-vice = 49,8667

t(120) = -1,731 0,086 62 M vice-virtue = 58,5806

Tabel 12: Teststatistieken van de t-test voor het oorspronkelijk model van de verklarende variabelen

Opvallend bij een splitsing tussen mannen en vrouwen hier is dat bij beiden het effect van

het significant meer verleid zijn in de vice-virtue layout vermindert tot marginaal significant

of zelfs verdwijnt (M virtue-vice = 35,6129; M vice-virtue = 48,4615; p = 0,067 voor mannen; M virtue-

vice = 31,3793; M vice-virtue = 41,5278; p = 0,104 voor vrouwen). Daarnaast vonden mannen het

ook significant moeilijker zichzelf toe te staan de ongezonde producten aan te kopen in een

vice-virtue layout (M virtue-vice = 22,1935; M vice-virtue = 34,8462; p = 0,021)

Page 53: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

44

Wanneer ook hier de uitschieters er uit worden gelaten en enkel de respondenten die op

een correcte manier gewinkeld hebben worden behouden wordt naast de grotere verleiding

van de ongezonde producten in een vice-virtue layout ook het weerstaan eraan in diezelfde

layout als significant moeilijker ervaren. Ook nu zijn er nog steeds geen significante effecten

van het licensing behavior. ‘Verdiend had’ en ‘bewust evenwicht’ zijn marginaal significant.

De resultaten zijn terug te vinden in onderstaande tabel 13.

N Mean T(df) P

Moeilijk weerstaan 45 M virtue-vice = 27,5556

t(54,573) = -2,929 0,005 32 M vice-virtue = 42,5625

Verdiend had 46 M virtue-vice = 49,5

t(77) = -1,677 0,098 33 M vice-virtue = 57,2727

Verleid 46 M virtue-vice = 35,0652

t(77) = -3,283 0,002 33 M vice-virtue = 52,1212

Moeilijk toestaan aan mezelf 46 M virtue-vice = 33,1957

t(77) = 0,674 0,503 33 M vice-virtue = 29,7273

Bewust weerstaan 46 M virtue-vice = 42,6739

t(77) = 1,247 0,216 33 M vice-virtue = 34,8788

Bewust evenwicht 46 M virtue-vice = 51,1957

t(76,496) = -1,727 0,088 33 M vice-virtue = 61,0909

Tabel 13: Teststatistieken van de t-test voor het oorspronkelijk model van de verklarende variabelen met uitsluiting van de uitschieters en de personen die niet correct gewinkeld hebben

b) Introductie van de covariaten

Ook hier werden de covariaten toegevoegd aan het model door middel van een analyse van

covariantie (Ancova). Verschillende covariaten bleken significant te zijn. De samenvattende

tabel 14 volgt hierna.

Tabel 14: Significantie van de covariaten bij de verklarende variabelen

Moeilijk weerstaan

Verdiend had Verleid Moeilijk

toestaan aan mezelf

Bewust weerstaan

Bewust evenwicht

Covariaten F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P= F(1)= P=

Impulsiviteit 1,167 0,282 0,235 0,629 0,463 0,497 0,693 0,407 0,81 0,37 0,13 0,72 Health Concern 4,58 0,035 5,358 0,022 17,43 0 4,091 0,046 6,04 0,016 0,445 0,506 Restrained eating 0,151 0,698 0,208 0,649 1,181 0,28 0 0,991 22,48 0 0,334 0,564 Mood 0,405 0,526 2,467 0,119 0,546 0,461 0,001 0,978 0,351 0,555 0,322 0,572 Honger 2,273 0,134 9,254 0,003 4,007 0,048 3,156 0,078 1,441 0,233 8,814 0,004 Uitgeput 0,039 0,845 0,086 0,77 1,71 0,194 0,654 0,42 0,658 0,419 5,418 0,022 Zelf boodschappen 0,127 0,722 1,284 0,26 0,557 0,457 0,066 0,797 7,043 0,009 0,149 0,7 Laatst gegeten 0,938 0,335 4,317 0,04 2,135 0,147 2,481 0,118 1,139 0,288 3,268 0,073 Geslacht 0,259 0,612 1,46 0,23 0,566 0,453 0,798 0,374 0,883 0,35 5,765 0,018

Page 54: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

45

c) Finaal model

Tenslotte werden alle significante covariaten uit de verklaringen weggezuiverd. Het resultaat

hiervan is terug te vinden in tabel 15.

- Covariaat Mean N F(df) P Partial Eta Squared

Moeilijk weerstaan Health concern M virtue-vice = 31,5 32

F(1) = 2,228 0,141 0,036 M vice-virtue = 41,3667 30

Verdiend had

Health concern M virtue-vice = 53,4687 32

F(1) = 0,009 0,924 0 M vice-virtue = 54 30

Honger M virtue-vice = 43,4516 31

F(1) = 0,889 0,349 0,013 M vice-virtue = 48,9722 36

Laatst gegeten M virtue-vice = 49,8571 49

F(1) = 0,267 0,606 0,003 M vice-virtue = 52,1569 51

Verleid

Health concern M virtue-vice = 39,1875 32

F(1) = 5,98 0,017 0,091 M vice-virtue = 55,2 30

Honger M virtue-vice = 28,1935 31

F(1) = 4,985 0,029 0,071 M vice-virtue = 42,8333 36

Moeilijk toestaan aan mezelf

Health concern M virtue-vice = 25,0938 32

F(1) = 0,567 0,454 0,009 M vice-virtue = 28,9667 30

Bewust weerstaan

Health concern M virtue-vice = 30,625 32

F(1) = 1,102 0,298 0,018 M vice-virtue = 37,8667 30

Restrained eating M virtue-vice = 26,1667 30

F(1) = 0,946 0,335 0,016 M vice-virtue = 32,5161 31

Zelf boodschappen

M virtue-vice = 36,475 40 F(1) = 0,558 0,457 0,007

M vice-virtue = 41,2439 41

Bewust evenwicht

Honger M virtue-vice = 42,6774 31

F(1) = 4,056 0,048 0,059 M vice-virtue = 56,0833 36

Uitgeput M virtue-vice = 41,9375 32

F(1) = 3,897 0,053 0,057 M vice-virtue = 55,7429 35

Geslacht

Man M virtue-vice = 46,0645 31

F(1) = 0,212 0,647 0,004 M vice-virtue = 49,5769 26

Vrouw M virtue-vice = 53,931 29

F(1) = 2,937 0,091 0,045 M vice-virtue = 65,0833 36

Tabel 15: Teststatistieken van de AN(C)OVA voor het finaal model van de verklarende variabelen

Het is duidelijk dat de respondenten ook na uitzuivering van de significante covariaten nog

steeds significant meer verleid zijn door de ongezonde producten in een vice-virtue layout.

Dit is een mogelijke verklaring waarom zij niet reageerden op de layout conform de

bevindingen van Fearne en Hughes (1999). Ook zullen zij in diezelfde winkelinrichting

significant bewust meer op zoek gaan naar een evenwicht tussen gezonde en ongezonde

producten. Vrouwen zoeken marginaal significant bewust meer een evenwicht in de vice-

virtue layout. Dit zorgt er opnieuw voor dat de bevindingen van Fearne en Hughes (1999)

Page 55: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

46

hier niet worden teruggevonden. Voor het licensing effect zijn ook na uitzuivering van de

covariaten geen significante effecten gevonden.

d) Mediators

Omdat enkele resultaten als significant naar boven kwamen bij de afhankelijke variabelen en

de verklaring kan het interessant zijn om te kijken of hier eventueel mediërende effecten

optreden. Hiervoor werd er gekeken naar het relatieve aantal vices en de verklarende

variabelen onder de voorwaarde dat er in de correcte volgorde gewinkeld werd. Via de t-test

van onafhankelijke variabelen wordt duidelijk dat de conditie zowel een significante invloed

uitoefent op de afhankelijke variabele ‘Percentage vices t.o.v. totaal’ als op de verklarende

variabelen ‘Moeilijk weerstaan’ en ‘Verleid’. Ook heeft deze conditie een marginaal

significante invloed op de verklarende variabelen ‘Verdiend had’ en ‘Bewust evenwicht’. De

resultaten van de t-testen die hier werden gebruikt zijn samengevat in tabel 16.

N Mean T(df) P

Percentage vices t.o.v. totaal

aantal 46 M virtue-vice = 17,6065

t(77) = -4,114 0 33 M vice-virtue = 32,8794

in euro 46 M virtue-vice = 21,4178

t(77) = -4,637 0 33 M vice-virtue = 39,1215

Moeilijk weerstaan 46 M virtue-vice = 29,1304

t(61,152) = -2,737 0,008 33 M vice-virtue = 43,8485

Verdiend had 46 M virtue-vice = 49,5

t(77) = -1,677 0,098 33 M vice-virtue = 57,2727

Verleid 46 M virtue-vice = 35,0652

t(77) = -3,283 0,002 33 M vice-virtue = 52,1212

Moeilijk toestaan aan mezelf 46 M virtue-vice = 33,1957

t(77) = 0,674 0,503 33 M vice-virtue = 29,7273

Bewust weerstaan 46 M virtue-vice = 42,6739

t(77) = 1,247 0,216 33 M vice-virtue = 34,8788

Bewust evenwicht 46 M virtue-vice = 51,1957

t(76,496) = -1,727 0,088 33 M vice-virtue = 61,0909

Tabel 16: Teststatistieken van de t-test voor de invloed van de conditie op de afhankelijke en verklarende variabelen met uitsluiting van de personen die niet correct gewinkeld hebben

Indien de significante verklarende variabelen zelf een significante invloed hebben op de

afhankelijke variabele treden deze verklarende variabelen op als mediators. Hiervoor werd

voor ‘Moeilijk weerstaan’ en ‘Verleid’ een Mean Split uitgevoerd om vervolgens een t-test

voor onafhankelijke variabelen uit te voeren. Beide verklarende variabelen hebben een

significante invloed op de afhankelijke variabele ‘Percentage vices t.o.v. totaal’ zowel in

aantal als in euro. Zij treden dus beide op als mediators. De samenvatting van de resultaten

is te vinden in tabel 17a en 17b.

Page 56: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

47

N Mean T(df) P

Percentage vices t.o.v. totaal

aantal 50 M virtue-vice = 17,6102

t(38,996) = -4,098 0 29 M vice-virtue = 34,9797

in euro 50 M virtue-vice = 22,4274

t(77) = -4,406 0 29 M vice-virtue = 39,8228

Tabel 17a: Teststatistieken van de t-test voor de invloed van de verklarende variabele ‘Bewust weerstaan’ op de afhankelijke variabele met uitsluiting van de personen die niet correct gewinkeld hebben

N Mean T(df) P

Percentage vices t.o.v. totaal

aantal 46 M virtue-vice = 16,8559

t(43,293) = -4,273 0 33 M vice-virtue = 33,9258

in euro 46 M virtue-vice = 21,9452

t(50,945) = -3,948 0 33 M vice-virtue = 38,3864

Tabel 17b: Teststatistieken van de t-test voor de invloed van de verklarende variabele ‘Verleid’ op de afhankelijke variabele met uitsluiting van de personen die niet correct gewinkeld hebben

2.2.2.4. Invloed van de moderators

Zowel de promotie- of preventiegerichtheid als de health goal of temptation goal kunnen

optreden als een moderator in het onderzoek.

a) Promotie of preventiefocus

Hypothese 3a stelt dat consumenten met een promotiefocus meer vices zullen aankopen

dan consumenten met een preventiefocus. Hypothese 3b gaat hierop verder en stelt dat

consumenten met een promotiefocus meer vices zullen aankopen in een winkel met een

vice-virtue layout dan in een winkel met een virtue-vice layout terwijl hypothese 3c stelt dat

consumenten met een preventiefocus geen invloed zullen ondervinden van een

verschillende layout.

De respondenten werden verdeeld door het gemiddelde van hun scores op de promotie- en

preventiestellingen te meten. Vervolgens werd de preventiescore van de promotiescore

afgetrokken. Respondenten die na deze aftrek een positieve score hadden waren meer

promotiegericht, degenen met een negatieve score preventiegericht. Uit de BIS-BAS schalen

werd de meest evenwichtige verdeling van promotie- of preventiegerichtheid gehaald. 72

personen waren hierbij promotiegericht, 50 preventiegericht. De gemiddeldes van beide

groepen waren significant verschillend (M promotie = 1,0397; M preventie = -0,6286; p = 0).

Eerst werd nagegaan of de verwachte uitkomst van hypothese 3a werd bereikt door middel

van een t-test voor onafhankelijke variabelen. De gemiddeldes voor de aankoop van vices bij

de promotiegerichte personen ligt zowel absoluut als relatief hoger dan deze bij de

Page 57: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

48

preventiegerichte personen. Al is dit enkel significant indien er naar de absolute aankoop

wordt gekeken. Bijgevolg wordt hypothese 3a niet eenduidig ondersteund. De resultaten zijn

terug te vinden in tabel 18.

N Mean T(df) P

Vices

aantal 72 M promotie = 3,8333

t(118,778) = 2,233 0,027 50 M preventie = 2,8

in euro 72 M promotie = 6,8357

t(119,333) = 2,01 0,047 50 M preventie = 5,2238

Percentage vices t.o.v.

totaal

aantal 72 M promotie = 23,3435

t(120) = 0,904 0,349 50 M preventie = 20,4852

in euro 72 M promotie = 27,334

t(120) = 0,383 0,695 50 M preventie = 26,0308

Tabel 18: Teststatistieken van de t-test voor promotie- of preventiegerichtheid

Belangrijker was het modererende effect van deze gerichtheid op de invloed van de

winkelinrichting. Eerst werd gekeken of significante resultaten werden gevonden indien de

groep gesplitst werd in promotie- of preventiegerichte personen aan de hand van een t-test

voor onafhankelijke variabelen. Dit was niet het geval. De resultaten zijn terug te vinden in

bijlage 6. Tot hiertoe dient hypothese 3b bijgevolg verworpen te worden en 3c behouden te

worden. Het is echter belangrijk om na te gaan of deze moderator significant is voor het

model.

F P

Partial Eta

Squared

Vices

aantal

Layout 0,402 0,527 0,003

Gerichtheid 4,057 0,046 0,033

Layout*Gerichtheid 0,257 0,613 0,002

in euro

Layout 0,247 0,62 0,002

Gerichtheid 3,322 0,071 0,027

Layout*Gerichtheid 0,492 0,484 0,004

Percentage vices t.o.v. totaal

aantal

Layout 1,51 0,222 0,013

Gerichtheid 0,713 0,4 0,006

Layout*Gerichtheid 0,099 0,753 0,001

in euro

Layout 2,331 0,13 0,019

Gerichtheid 0,096 0,758 0,001

Layout*Gerichtheid 0,021 0,884 0

Tabel 19: Teststatistieken van de Two-way Anova voor promotie- of preventiegerichtheid

Dit werd op twee manieren onderzocht. Eerst werd de promotie- of preventiegerichtheid als

categorische variabele samen met de onafhankelijke variabele ‘winkelinrichting’ in een Two-

way Anova opgenomen. Het enige wat significant was, was de gerichtheid bij de absolute

Page 58: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

49

vices in aantal en in euro, wat consistent is met de resultaten uit de t-testen. Geen enkele

interactieterm wordt als significant ervaren. De resultaten zijn samengevat in tabel 19.

Ten tweede werd de promotie- of preventiegerichtheid van de respondent opgenomen als

continue variabele in een lineaire regressieanalyse. De hiervoor gebruikte methode is deze

van de Universiteit van Twente waarbij eerst de variabelen gecentraliseerd worden.

Vervolgens worden deze vermenigvuldigd en wordt deze interactieterm als moderator

opgenomen in een lineaire regressie. Hierbij was geen enkel model significant en waren hun

adjusted R² respectievelijk slechts 0,023; 0,029; 0,010 en 0,013. Opnieuw was enkel de

gerichtheid bij de absolute vices in aantal en in euro significant. De resultaten zijn

samengevat in tabel 20.

B t P

Vices

aantal

Layout 0,359 0,727 0,469

Gerichtheid 0,516 2,254 0,026

Layout*Gerichtheid -0,154 -0,336 0,738

in euro

Layout 0,516 0,608 0,544

Gerichtheid 0,965 2,457 0,015

Layout*Gerichtheid -0,137 -0,174 0,862

Percentage vices t.o.v. totaal

aantal

Layout 3,64 1,175 0,242

Gerichtheid 1,92 1,339 0,183

Layout*Gerichtheid -2,911 -1,014 0,313

in euro

Layout 5,125 1,545 0,125

Gerichtheid 1,906 1,241 0,217

Layout*Gerichtheid -2,401 -0,781 0,436

Tabel 20: Teststatistieken van lineaire regressie voor promotie- of preventiegerichtheid

Dit heeft tot gevolg dat hoewel de t-testen blijk gaven van een verwerping van hypothese 3b

en dat hypothese 3c diende behouden te worden, deze beiden kunnen verworpen worden

omwille van het feit dat het modererend effect van de promotie- of preventiegerichtheid in

beide testen niet significant is.

b) Health goal of temptation goal

De hypothesen omtrent de goal van de respondenten liggen in de trant van de hypothesen

rond promotie- of preventiegerichtheid. Hypothese 4a stelt dat consumenten met een

temptation goal meer vices zullen aankopen dan consumenten met een health goal,

hypothese 4b dat consumenten met een temptation goal meer vices zullen aankopen in een

winkel met een vice-virtue layout dan in een winkel met een virtue-vice layout. Hypothese

Page 59: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

50

4c, tenslotte, stelt dat consumenten met een health goal geen invloed zullen ondervinden

van een verschillende layout.

Eerst wordt de gemiddelde tijd op de verleidings- en gezondheidswoorden gecorrigeerd

door aftrek van de gemiddelde tijd op de controlewoorden. Dit om de respondenten elk te

kunnen beoordelen op hun eigen snelheidsniveau. Vervolgens wordt per goal de 25%

snelste tijden uit de respondentengroep gekozen als zijnde respondenten die de

respectievelijke goal dragen. Zo kunnen vier groepen van respondenten worden

onderscheiden. Dit wordt in tabel 21 geschetst.

N

Temptation goal 18

Health goal 18

Zowel temptation als health goal 12

Geen goal 74

Tabel 21: Verdeling van de respondenten over de goals

Ook hier werd vooraf nagegaan of hypothese 4a waar was door middel van een t-test voor

onafhankelijke variabelen. Hierbij werd enkel gebruik gemaakt van de respondenten die

slechts één goal hadden. Zowel absoluut als relatief werden er geen significante resultaten

gevonden voor hypothese 4a. Bijgevolg kan deze verworpen worden. De resultaten zijn

terug te vinden in tabel 22.

N Mean T(df) P

Vices

aantal 18 M temptation = 3,5

t(34) = -0,839 0,407 18 M health = 4,5

in euro 18 M temptation = 6,0244

t(25,931) = -1,078 0,291 18 M health = 7,9828

Percentage vices t.o.v. totaal

aantal 18 M temptation = 22,3944

t(34) = -1,139 0,263 18 M health = 29,9372

in euro 18 M temptation = 26,6467

t(27,058) = -1,161 0,256 18 M health = 34,6211

Tabel 22: Teststatistieken van de t-test voor health goal of temptation goal

Voor hypothesen 4b en 4c werd er opnieuw een t-test voor onafhankelijke variabelen

uitgevoerd na het selecteren van de respondenten die voor elke respectievelijke goal hoog

scoorden, gebaseerd op tabel 21. Voor het relatieve aantal vices in euro ligt het gemiddelde

significant hoger in de vice-virtue layout voor de respondenten met een temptation goal (M

virtue-vice = 21,3206; M vice-virtue = 40,2446; p = 0,022). Voor het percentage vices t.o.v. het totaal

in aantal is dit slechts marginaal significant voor de respondenten met een temptation goal

Page 60: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

51

(M virtue-vice = 18,1665; M vice-virtue = 32,2292; p = 0,064). Absoluut worden er geen verschillen

gevonden. Ook voor de respondenten met een health goal is dit het geval. Hypothese 4b is

dus voorlopig voor het relatieve gedeelte ondersteund, hypothese 4c volledig. De resultaten

zijn terug te vinden in bijlage 7. Ook hier is het echter belangrijk om na te gaan of de

moderator significant is voor het model. Per goal werden opnieuw de twee testen

gehanteerd zoals bij de promotie- of preventiegerichtheid.

F P

Partial Eta

Squared

Vices

aantal

Layout 0,3 0,585 0,003

Health Goal 0,001 0,981 0

Layout*Health Goal 2,087 0,151 0,017

in euro

Layout 0,417 0,52 0,004

Health Goal 0,011 0,918 0

Layout*Health Goal 2,357 0,127 0,02

Percentage vices t.o.v. totaal

aantal

Layout 1,016 0,316 0,009

Health Goal 1,021 0,314 0,009

Layout*Health Goal 0,084 0,773 0,001

in euro

Layout 0,745 0,39 0,006

Health Goal 1,603 0,208 0,013

Layout*Health Goal 0,125 0,725 0,001

Tabel 23: Teststatistieken van de Two-way Anova voor health goal

Wanneer de health goal van de respondent als categorische variabele werd opgenomen in

de Two-way Anova met de onafhankelijk variabele ‘winkelinrichting’ werden geen

significante effecten gevonden, noch voor de variabelen, noch voor het interactie. Indien

deze health goal echter als continue variabele wordt opgenomen in de lineaire

regressieanalyse zijn er wel degelijk significante interactie-effecten bij het absolute aantal

vices. Ook hier werden de variabelen eerst gecentraliseerd en vervolgens vermenigvuldigd

om de interactieterm op te nemen in de analyse. Het modererende effect van de health goal

geldt dus wel indien de continue waarden worden bekeken in dit geval. De adjusted R²

waren respectievelijk 0,033; 0,05; 0,001 en 0,01. Geen enkel model was significant. De

resultaten van beide analyses zijn samengevat in tabel 23 en 24. Hypothese 4c, die voortgaat

op het modererend effect van de health goal, is dus niet ten volle ondersteund en zal

bijgevolg verworpen

Page 61: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

52

B t P

Vices

aantal

Layout 0,498 1,006 0,317

Health Goal 0,002 1,564 0,121

Layout*Health Goal 0,006 2,361 0,02

in euro

Layout 0,784 0,929 0,355

Health Goal 0,004 1,818 0,072

Layout*Health Goal 0,012 2,769 0,007

Percentage vices t.o.v. totaal

aantal

Layout 3,976 1,271 0,206

Health Goal 0,003 0,413 0,68

Layout*Health Goal 0,021 1,268 0,207

in euro

Layout 5,371 1,608 0,111

Health Goal 0,001 0,16 0,873

Layout*Health Goal 0,022 1,256 0,212

Tabel 24: Teststatistieken van de lineaire regressie voor health goal

In de Two-way Anova waarin temptation goal als categorische variabele wordt opgenomen

naast de onafhankelijke variabele ‘winkelinrichting’ worden significante effecten gevonden

voor de invloed van deze onafhankelijke variabele op het percentage vices t.o.v. totaal zowel

in aantal als in euro. Daarnaast is het interactie-effect significant bij het relatieve aantal vices

en marginaal significant bij datzelfde in aantal. De resultaten zijn terug te vinden in tabel 25.

F P

Partial Eta

Squared

Vices

aantal

Layout 2,315 0,131 0,019

Health Goal 0,741 0,391 0,006

Layout*Health Goal 2,19 0,142 0,018

in euro

Layout 2,179 0,143 0,018

Health Goal 0,844 0,36 0,007

Layout*Health Goal 2,457 0,12 0,02

Percentage vices t.o.v. totaal

aantal

Layout 4,308 0,04 0,035

Health Goal 1,079 0,301 0,009

Layout*Health Goal 3,367 0,069 0,028

in euro

Layout 7,108 0,009 0,057

Health Goal 1,669 0,199 0,014

Layout*Health Goal 5,332 0,023 0,043

Tabel 25: Teststatistieken van de Two-way Anova voor temptation goal

Wanneer dezelfde goal als continue variabele wordt opgenomen in de regressieanalyse

vervallen al deze significante effecten. Ook geen enkele van de modellen is significant en de

adjusted R² bedragen respectievelijk slechts -0,013; -0,009; -0,011 en -0,004. De temptation

goal treedt bijgevolg niet op als een moderator en hypothese 4b kan verworpen worden.

Een samenvatting van deze resultaten is te vinden in tabel 26.

Page 62: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

53

B t P

Vices

aantal

Layout 0,416 0,828 0,41

Temptation Goal 0 0,326 0,745

Layout*Temptation Goal 0,002 0,865 0,389

in euro

Layout 0,627 0,725 0,47

Temptation Goal 0,001 0,567 0,572

Layout*Temptation Goal 0,005 1,154 0,251

Percentage vices t.o.v. totaal

aantal

Layout 3,864 1,235 0,219

Temptation Goal 0,002 0,282 0,778

Layout*Temptation Goal 0,006 0,325 0,745

in euro

Layout 5,317 1,591 0,114

Temptation Goal -0,001 -0,115 0,909

Layout*Temptation Goal 6,93E-05 0,004 0,997

Tabel 26: Teststatistieken van de lineaire regressie voor temptation goal

2.2.3. Samenvatting van de resultaten

Hieronder volgt een samenvatting van de gevormde hypothesen en hun resultaten in tabel 27.

1: Consumenten zullen in een winkel waar eerst virtues en daarna vices worden aangeboden (relatief) meer vices aankopen dan in een winkel met een vice-virtue layout.

Verworpen

2a: Consumenten zullen aan een winkel waar eerst virtues en daarna vices worden aangeboden een positievere store image toedichten dan aan een winkel met een vice-virtue layout.

Behouden

2b: In een winkel met een virtue-vice layout zullen de consumenten langer verblijven zullen.

Verworpen

2c: In een winkel met een virtue-vice layout zullen de consumenten een hoger bedrag spenderen.

Verworpen

3a: Consumenten met een promotiefocus zullen meer vices aankopen dan personen met een preventiefocus.

Niet eenduidig

ondersteund

3b: Voor consumenten met een promotiefocus zal het tegenovergestelde effect van het hoofdeffect gevonden worden. Namelijk, zij zullen meer vices aankopen in een winkel met een vice-virtue layout dan in een winkel met een virtue-vice layout.

Verworpen

3c: Voor consumenten met een preventiefocus zal het hoofdeffect verdwijnen.

Verworpen

4a: Consumenten met een temptation goal zullen meer vices aankopen dan personen met een health goal.

Verworpen

4b: Voor consumenten met een temptation goal zal het tegenovergestelde effect van het hoofdeffect gevonden worden. Namelijk, zij zullen meer vices aankopen in een winkel met een vice-virtue layout dan in een winkel met een virtue-vice layout.

Verworpen

4c: Voor consumenten met een health goal zal het hoofdeffect verdwijnen. Verworpen

Tabel 27: Samenvatting van de hypothesen

Page 63: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

54

III. Algemeen besluit

In dit gedeelte worden eerst de belangrijkste elementen en conclusies uit het gevoerde

onderzoek nog eens toegelicht. Vervolgens wordt ingegaan op haar beperkingen om dan af

te sluiten met richtlijnen voor verder onderzoek.

3.1. Belangrijkste elementen en conclusies

Een competitief voordeel is iets wat een bepaalde onderneming langdurig onderscheidt van

haar concurrenten. In dit tijdperk van snelle innovatie en hoge concurrentie is zo een

voordeel noodzakelijk om te kunnen overleven. Dit kan door het leveren van een hogere

kwaliteit, een betere service, een goedkopere prijs enzovoort. Maar wanneer de verkochte

producten en de geleverde diensten door de consument als gelijk worden ingeschat is de

inrichting en omgeving van de winkel een mogelijk competitief voordeel dat niet onderschat

mag worden. Steeds meer supermarkten en retailers opteren er dan ook voor hun verse en

gezonde producten (vb. groenten en fruit) bij het binnenkomen te presenteren. Pas aan het

einde van het winkelbezoek, dus meer naar de uitgang toe, worden de consumenten

geconfronteerd met de meer ongezonde producten (vb. chocolade en frisdrank). Dit werd

ook al geconstateerd door Fearne en Hughes (1999) en is onder meer het geval in Delhaize,

Intermarché en Smatch. Colruyt heeft een tegenovergestelde winkelinrichting..

Deze masterproef had als doel te bepalen of de volgorde waarin gezonde en ongezonde

producten worden aangeboden in een supermarkt een invloed uitoefent op de

productkeuzes van de consument. De resultaten werden behaald door middel van een

laboratoriumopzet waarbij een winkel werd gevormd met aan de ene kant van het rek de

ongezonde producten en langs de andere kant de gezonde. Hierbij werd bijgehouden welke

keuzes ze maakten, hoeveel ze uitgaven en hoeveel tijd ze hier spendeerden. Dit alles was

vergezeld van een vragenlijst en een lexicale beslissingstaak.

In de literatuur is er heel wat bewijs te vinden over de invloed die een winkelomgeving kan

uitoefenen op haar omgeving. Dit kan leiden tot een attitude- of intentiewijziging, maar nog

belangrijker tot een gedragswijziging (Turley en Chebat, 2002). Want hoewel de consument

voor de geplande aankopen en de keuze van de winkel vooral afgaat op cognitieve invloeden

(prijs, kwaliteit, locatie e.d.), kunnen bepaalde stimuli uit de omgeving en de daarmee

Page 64: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

55

samengaande emotionele reacties er voor zorgen dat de consument onbewust meer tijd

spendeert in de winkel dan gepland en daarbovenop meer uitgeeft en aankoopt dan vooraf

gepland (Donovan en Russel, 1982). Eerder onderzoek naar licht (Areni en Kim, 1994 en

Summers en Heber, 2001) toonde aan dat consumenten producten meer onderzochten bij

fel licht. Smith en Curnow (1966) en Milliman (1982) vonden dat rustige en trage muziek

leidde tot een verlengd verblijf in de winkel. Ook het personeel speelt hierin een rol

(Blodgett et al., 1995).

Dus ook de plaatsing van de ongezonde en gezonde producten zou een invloed kunnen

uitoefenen. Uit het onderzoek van Dixon et al. (2006) bleek immers dat wanneer het over

voedingswaren gaat mensen geneigd zullen zijn meer vices te kopen in een virtue-vice layout

dan in een omgekeerde layout. Hierbij zijn vices kleine onmiddellijke beloningen voor grote

uitgestelde kosten. Het zijn dus handelingen die worden ingegeven door impulsen en gericht

zijn op de korte termijn. Virtues daarentegen zijn kleine onmiddellijke kosten zijn voor grote

uitgestelde beloningen en dus handelingen waarbij meer geredeneerd en nagedacht wordt

en die bijgevolg gericht zijn op de lange termijn (Read, Loewenstein en Kalyanaraman, 1999

en Khan et al., 2005). Kiezen voor een vice geldt als een tijdsinconsistente keuze. Hoch en

Loewenstein (1991) definiëren deze tijdsinconsistente keuze als beslissingen die niet zouden

genomen zijn wanneer ze uit hun impulsieve, emotionele en passionele context zouden

gehaald worden en wat rationeler zouden benaderd worden. Er kan aan zo een keuze

weerstaan worden door het uitoefenen van zelfcontrole. De mate waarin een persoon

zelfcontrole heeft is de capaciteit van deze persoon om vast te houden aan lange

termijndoelen zonder toe te geven aan de verleidingen die zich voordoen op korte termijn.

Deze persoon zal dus zijn of haar gedragingen op consistente manier uitvoeren om deze

doelen te bereiken. (Gino et al. 2011). Er zijn naast de mechanismen ‘depletion of mentale

vermoeidheid van een persoon’ en het ‘Licensing effect of het zichzelf toestaan een vice te

kopen na eerst een aantal virtues te hebben aangekocht’ ook enkele factoren die een

invloed kunnen uitoefenen op deze zelfcontrole en die dienden opgenomen te worden in

het onderzoek: humeur, honger, impulsiviteit, health concern en restrained eating.

Dus uit het eerder aangehaalde onderzoek van Dixon et al. (2006) gecombineerd met de

bevindingen van Fearne en Hughes (1999) werd verondersteld dat er (relatief) meer vices in

een winkelinrichting met eerst virtues en vervolgens vices zullen gekocht worden door

Page 65: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

56

consumenten dan in een winkel met een omgekeerde inrichting. Bech-Larsen en Esjberg

(2006) vonden daarnaast dat de store image stijgt in winkels waar de gezonde producten

eerst worden aangeboden. Donovan en Russel (1982) vonden eerder al dat een verhoogde

store image er voor kan zorgen dat de consument meer tijd spendeert in de winkel dan

gepland en daarbovenop meer uitgeeft en aankoopt dan vooraf gepland. De vier

bovenstaande zaken zijn dan ook deze waar het eerste deel van het onderzoek zich zal op

richten, namelijk: de invloed van de winkelinrichting op de keuzes van de consument met

betrekking tot vices en virtues, de invloed van de winkelinrichting op de store image, op het

gespendeerde bedrag en op de gespendeerde tijd.

De productkeuzes, gemeten aan de hand van het absolute en relatieve aantal vices, werden

nagegaan door t-testen voor onafhankelijke variabelen waarbij ‘winkelinrichting’ als

onafhankelijke variabele werd opgenomen. Hierbij werden enkel significante resultaten

gevonden wanneer de uitschieters en de personen die in een verkeerde volgorde hadden

gewinkeld eruit werden gehaald. Opvallend is wel dat het gemiddelde van vices in aantal en

in euro zowel absoluut als relatief hoger ligt in de vice-virtue layout. Dit in tegenstelling tot

eerdere vaststellingen in de literatuur en de daarop gevormde hypothese. Na het weghalen

van de significante covariaten bekomen via de covariantieanalyse werden enkel significante

resultaten gehaald voor het absolute aantal vices in euro en voor percentage vices t.o.v. het

totaal in aantal voor de vrouwen. Ook hier lag het gemiddelde hoger in de vice-virtue layout.

Bijgevolg kon de hypothese rond productkeuzes verworpen worden.

Voor de store image werd op dezelfde manier te werk gegaan. Alle afzonderlijke dimensies,

de algemene store image, de gespendeerde tijd en het totale gespendeerde bedrag werden

opnieuw getest aan de hand van t-testen voor onafhankelijke variabelen. Als extra werd hier

een construct store image gevormd uit de dimensies ‘aantrekkelijkheid’, ‘versheid’,

‘gevarieerd assortiment’ en ‘verzorgd’. Dit construct had een voldoende hoge Cronbach

Alpha en bestond uit de meest relevant geachte dimensies in het kader van dit onderzoek.

Enkel ‘versheid’ en ‘verzorgdheid’ testten hier (marginaal) significant hoger in de virtue-vice

layout. Na het uithalen van de uitschieters en de personen die in een verkeerde volgorde

hadden gewinkeld kwam daar ‘gevarieerd’ assortiment bij. Na de verwijdering van de

significante covariaten waren het opnieuw ‘versheid’ en ‘verzorgdheid’ bij mannen die

significant waren. Zowel de gespendeerde tijd als het gespendeerde bedrag werd nergens

Page 66: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

57

significant bevonden. Het construct store image haalde wel telkens significant hogere

resultaten in de virtue-vice layout. Op basis hiervan werd de hypothese omtrent een hogere

store image in de virtue-vice layout behouden. De hypothesen over de gespendeerde tijd en

het gespendeerde bedrag werden verworpen.

Om makkelijker een verklaring te vinden voor de hierboven gevormde resultaten werden

enkele verklarende variabelen toegevoegd aan de vragenlijst. Via de t-testen voor

onafhankelijke variabelen werd duidelijk dat de respondenten significant meer verleid waren

door de ongezonde producten in een vice-virtue layout. Daarnaast vonden zij het moeilijker

er aan te weerstaan, moeilijker om toe te staan aan zichzelf en zochten zij meer een bewust

evenwicht tussen gezonde en ongezonde producten in diezelfde layout. Zij het slechts

marginaal significant. Bij het weglaten van de uitschieters en de personen die in de

verkeerde volgorde gewinkeld hadden word ook het ‘moeilijk weerstaan’ significant. Bij het

weglaten van de significante covariaten bleef ‘verleid’ significant hoger in de vice-virtue

layout. Ook ‘bewust evenwicht’ was in die layout haast altijd (marginaal) significant. Dit alles

leidde ertoe te onderzoeken of bovenstaande verklarende variabelen optraden als

mediators. Via verschillende t-testen voor onafhankelijke variabelen uitgevoerd op

respondenten die in de correcte volgorde hadden gewinkeld werd duidelijk dat ‘moeilijker

weerstaan aan ongezonde producten’ en ‘meer verleid zijn door ongezonde producten’

optreden als mediators.

Het tweede deel van het onderzoek ging op zoek naar het modererende effect van de

promotie- of preventiegerichtheid van een persoon en zijn of haar health goal en/of

promotion goal. Hierbij zijn mensen met een preventiefocus personen die aan de hand van

hun persoonskenmerken zullen opteren om het risico te verminderen voor het zich

voordoet. Daar staat tegenover dat mensen met een promotiefocus vaker het risico zullen

aangaan en dat risico pas zullen proberen te verminderen enkel indien het zich effectief

voordoet (Kirchler et al., 2010). Personen met een health goal zullen het figuurlijke dessert

in de frigo laten staan omdat men gezond wil leven. Personen met een temptation goal

zullen zich erdoor laten verleiden (Geyskens et al., 2008). De gerichtheid werd nagegaan

door enkele vragen in de vragenlijst, de goal door middel van een lexicale beslissingstaak

waarbij de respondenten zo snel mogelijk moesten reageren op bestaande of niet bestaande

woorden. In dit laatste waren dan de targetwoorden verwerkt die peilden naar de goal. Er

Page 67: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

58

werden enkel significante resultaten gevonden voor de hogere aankoop van vices door

promotiegerichte personen absoluut bekeken. Voor het modererend gedrag van de

promotie- of preventiegerichtheid werden nergens significante resultaten gevonden, noch

via de Two-way Anova voor categorische variabelen, noch via de lineaire regressie voor

continue variabelen. Health goal haalt enkel significante interactie-effecten met de layout in

de lineaire regressie van de vices absoluut bekeken. Bijgevolg kan de hieromtrent gevormde

hypothese niet eenduidig ondersteund worden. Voor de temptation goal worden

(marginaal) significante effecten gevonden bij de Two-way Anova voor het relatieve aantal

vices, maar deze vervallen volledig bij de lineaire regressie. Omdat de categorische variabele

arbitrair werd opgesteld werd het meeste belang gehecht aan de lineaire regressie en

vervallen dan ook alle hypothesen hieromtrent.

Het enige wat uit dit onderzoek geconcludeerd kan worden is dat een winkelinrichting waar

eerst de gezonde producten worden aangeboden en vervolgens de ongezonde producten

leidt tot een hogere store image. Dit is dus een attitudeverandering. De tegenvallende

resultaten leiden ertoe dat er verder geen gevolgtrekkingen voor de praktijk kunnen

gevormd worden. Immers, er worden geen gedragsveranderingen bewezen. Hiervoor zal

verder onderzoek vereist zijn.

3.2. Beperkingen

Enkele beperkingen treden op tijdens het onderzoek die mogelijks het tegenvallen van de

resultaten ietwat kunnen verklaren.

Eerst en vooral is de gemakkelijkheidssteekproef die hier gehanteerd werd niet optimaal.

Het is logisch dat de resultaten nauwkeuriger zouden zijn bij een probabilistische steekproef

van de volledige bevolking. Door enkel een onderzoek te voeren op studenten treedt onder

meer een selectiefout op (De Pelsmacker en Van Kenhove, 2010).

Daarnaast dient een opmerking gemaakt te worden bij het laboratoriumonderzoek. Ten

eerste dienden de respondenten misschien beter begeleid te worden bij hun keuzeproces in

de laboratoriumruimte. Naast het feit dat respondenten aan de verkeerde kant van het rek

konden beginnen met keuzes maken, konden zij in feite ook tweemaal met dezelfde

producten geconfronteerd worden. Dit kon leiden tot een vertekening van de resultaten.

Page 68: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

59

Immers, indien een respondent bij het binnenkomen geconfronteerd werd met ongezonde

producten zal hij of zij deze producten ook het laatst passeren bij het buitengaan. Eigenlijk

wordt de respondent dan geconfronteerd met een vice-virtue-vice layout. Vaak konden bij

hen die in de correcte volgorde gewinkeld hadden wel significante resultaten gevonden

worden, zij het in de omgekeerde richting dan verwacht. Ten tweede moest het aanbod van

producten gevarieerd en uitgebreid zijn om het realiteitsgehalte hoog te houden. Dit leidde

tot het gebruik van producten die niet altijd het hoogste scoren op de gehanteerde indexen.

Ten derde kunnen tijdens het noteren van de gegevens door de onderzoeker ook toevallige

fouten geslopen zijn (De Pelsmacker en Van Kenhove, 2010). Om de validiteit te verhogen

kan daarom beter gebruik gemaakt worden van een veldexperiment.

Vervolgens dienen enkele beperkingen van de lexicale beslissingstaak, die gebruikt werd

voor het meten van de health goal of temptation goal, te worden besproken. Omdat er nog

geen voorafgaande taak bestond die dit onderzocht werd deze opgesteld door de

onderzoeker zelf, op basis van de nauw aansluitende literatuur. De targetwoorden waren

niet vooraf getest en misschien zijn hiervoor betere alternatieven te vinden. Daarnaast

gebeurde ook het opdelen van de respondenten, in groepen volgens hun goal, arbitrair. Dit

omdat hier geen duidelijke aanwijzingen waren voor gevonden in de literatuur.

3.3. Richtlijnen voor verder onderzoek

Er kunnen dus enkel significante resultaten gevonden worden bij de respondenten die

correct winkelden. Daarom is het belangrijk deze nog beter te begeleiden bij verder

onderzoek zodat dit altijd het geval is. Waarschijnlijk is het nog beter over te gaan naar een

veldexperiment.

Om de health goal of temptation goal nauwkeuriger te kunnen meten dienen de

targetwoorden vooraf getest te worden. Pas als deze echt gerelateerd zijn met zulke doelen

kunnen deze gebruikt worden in het onderzoek.

Tenslotte dient ook verder gekeken te worden dan de voedingsproducten alleen. Zo zullen

bijvoorbeeld in Molecule eerst sportartikelen aangeboden worden om verder in de winkel

televisies en dergelijke meer te zien te krijgen. In deze context kan het ook interessant zijn

Page 69: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

60

om de uitbreiding te maken naar hedonistische en utilitaire producten. Hoewel er enkele

verschillen zijn met vices en virtues kan dit voor een meerwaarde zorgen.

Page 70: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

61

REFERENTIES

Adams, L. en Geuens, M. (2007). Healthy or unhealthy slogans: That’s the question… Journal of

Health Communication, 12, 173-185

Amsel, A., (1958). The Role of Frustrative Nonreward in Noncontinuous Reward Situations,

Psychological Bulletin, 55 (2), 102-119

Areni, C.S. en Kim, D. (1994). The influence of in-store lighting on consumers’ examination of

merchandise in a wine store, International Journal of Research Marketing, 11(2), 117-125

Baumeister, R.F. (2002a), Ego depletion and self-control failure: an energy model of the self’s

executive function, Self and Identity, 1, 129-136

Baumeister, R.F. (2002b). Yielding to Temptation : Self-Control Failure, Impulsive Purchasing, and

Consumer Behavior, Journal of Consumer Research, 28, 670-676.

Baumeister, R.F. Bratslavsky, E., Muraven, M. en Tice, D.M. (1998). Ego Depletion: Is the Active Self a

Limited Resource? Journal of Personality and Social Psychology, 75(5), 1252-1265

Baumeister, R.F., Bushman, B.J., (2010). Social psychology and human nature, 114-115

Bazerman, M.H., Tenbrunsel, A.E. en Wade-Benzoni, K. (1998). Negotiating with Yourself

and Losing: Understanding and Managing Competing Internal Preferences, Academy of

Management Review, 23 (2), 225-241

Bech-Larsen, T. en Esbjerg, L. (2006). The Garden of the Self-Service Store: A Study of Customer

Perceptions of the Fruit and Vegetable Department’s Influence on Store Image, Journal of

Food Products Marketing, 12(3), 87-102

Blodgett, K.L., Wakefield, J.H. en Barnes, J.H., (1995). The effects of customer service on consumer

complaining behavior, Journal of Services Marketing, 9(4), 31-42

Page 71: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

62

Bruyneel, S., Dewitte, S., Vohs, K. & Warlop, L. (2006). Repeated choosing increases susceptibility to

affective product features, International Journal of Research in Marketing, 23, 215−225.

Burt, S. en Carralero-Encinas, J. (2000). The role of store image in retail internationalization,

International Marketing review, 17(4-5), 433-453

Carver, C. S., en White, T. L. (1994). Behavioral inhibition, behavioral activation, and affective

responses to impending reward and punishment: The BIS/BAS scales. Journal of Personality

and Social Psychology, 67, 319-333

Chae, B.J. en Zhu, R.J. (2014). Environmental disorder leads to Self-Regulatory Failure, Journal of

Consumer Research, 40, 1203-1212

De Pelsmacker, P., & Van Kenhove, P. (2010). Marktonderzoek, methoden en toepassingen.

Amsterdam: Pearson Education

Dholakia, U.M., Gopinath, M., Bagozzi, R.P. en Nataraajan, R. (2006). The Role of Regulatory Focus in

the Experience and Self-Control of Desire for Temptations, Journal of consumer psychology,

16(2), 163-175

Dixon, H., Scully, M. en Parkinson, K. (2006) Pester power: snackfoods displayed at the supermarket

checkouts in Melbourne, Australia, Health promotion journal of Australia, 17(2), 124-127

Dodd, D.K., Stalling, R.B. en Bedell, J. (1977). Grocery purchases as a function of obesity and assumed

food deprivation, International Journal of Obesity, 1, 43-47

Donovan, R.J., Rossiter, J.R. (1982), Store atmosphere: An environmental psychology approach,

Journal of Retailing, 58(1), 34-57

Donovan, R.J., Rossiter, J.R., Marcoolyn, G. en Nesdale, A.(1994). Store atmosphere and purchasing

behavior, Journal of retailing, 70(3), 283-294

Faber, R.J. en Vohs, K.D. (2004). To buy or not to buy? Self-control en self-regulatory failure in

purchase behavior, Handbook of self-regulation: Research, theory and applications, 509-524,

New York Guiltford Press

Page 72: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

63

Fearne, A. en Hughes, D. (1999). Succes factors in the fresh produce supply chain, Supply Chain

Management, 4(3), 120-128

Fishbach, A., Friedman, R.S. en Kruglanski, A.W. (2003). Leading Us Not into Temptation: Momentary

Allurements Elicit Overriding Goal Activation. Journal of Personality and Social Psychology,

84(2), 296-309

Fishbach, A. en Shah, J.Y. (2006). Self-control in Action: Implicit Dispositions Toward Goal and Away

From Temptations. Journal of Personality and Social Psychology, 90(5), 820-832

Francis, J.A., Stewart, S.H. en Hounsell, S. (1997). Dietary restraint and the selective

processing forbidden and nonforbidden food words. Cognitive Therapy and Research, 21,

633-646

Franken, I.H.A., P. Muris and E. Rassin (2005). Psychometric Properties of The Dutch BIS/BAS

Scales, Journal of Psychopathology and Behavioral Assessment, 27(1), 25-30.

Fredrickson, B.L., Roberts, T.A., Noll, S.M., Quinn, D.M., en Twenge, J.M. (1998). That swimsuit

becomes you: Sex differences in Self-Objectification, Restrained Eating and Math

Performance, Journal of Personality and Social Psychology, 75(1), 269-284

Friese, M., Hofmann, W. en Wänke, M. (2008). When impulses take over: Moderated predictive

validity of explicit and implicit attitude measures in predicting food choice and consumption

behaviour, British Journal of Social Psychology, 47, 397-419

Gardner, M.P. (1985). Mood States and Consumer Behavior: A Critical Review, Journal of Consumer

Research, 12(3), 281-300

Geyskens, K., Dewitte, S., Pandelaere, M. en Warlop, L. (2008). Tempt Me Just a Little Bit More: The

Effect of Prior Food Temptation Actionability on Goal Activation and Consumption, Journal of

Consumer Research, 35(4), 600-610

Gino, F., Schweitzer, M.E., Mead, N.L. en Ariely, D. (2011). Unable to resist temptation: How self

control depletion promotes unethical behavior, Organizational Behavior and Human Decision

Page 73: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

64

Processes, 115 (2), 191-203

Glerum-Van Der Laan, C. (1981), Ontwikkelingen rond het winkelimago – een literatuuroverzicht,

Jaarboek MOA, 153-171

Higgins, E.T., Shah, J. en Friedman, R. (1997). Emotional responses to goal attainment:

strength of a regulatory focus as moderator, Journal of personality and Social

Psychology, 72(3), 515-525

Hoch S.J. & Loewenstein G.F., (1991), Time-inconsistent preferences and consumer self-control,

Journal of consumer research, 17(4), 492-507

Hui, S. K., Bradlow, E. T. en Fader, P. S. en (2009). Testing behavioral hypotheses using an integrated

model of grocery store shopping path and purchase behavior, Journal of Consumer Research,

36, 478–493

Isen, A. en and Shalker, T. (1982). The Effect of Feeling State on Evaluation of Positive, Neutral, and

Negative Stimuli: When You 'Accentuate the Positive,' Do You 'Eliminate the Negative'?,

Social Psychology Quarterly, 45(1), 58-63.

James, D.L., Durand, R.M. en Dreves, R. (1976). The Use of a Multi-attribute Model in a Store Image

Study, Journal of Retailing, 52(2), 23-34

Khan U. en Dhar, R. (2006). Licensing Effect in Consumer Choice, Journal of Marketing Research,

43(2), 259-266

Khan, U., Dhar, R. en Wertenbroch, K. (2005). A behavioural decision theoretic perspective on

hedonic and utilitarian choice. In Ratneshwar, S., en Mick, D. Inside consumption: frontiers of

research on consumer motives, goals and desires, 144-165

Kirchler, E. , Hoelzl, E. en Huberand, O. (2010). Risk-defusing in decisions by probability of detection

Of harm and promotion and prevention focus, The Journal of Socio-Economics, 39 (5), 595-

600

Kruglanski, A.W. (1996). Goals as knowledge structures. The Psychology of action: linking

Page 74: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

65

cognition and motivation to behavior, 599-619

Lindquist, J.D. (1974). Meaning of Image: A Survey of Empirical and Hypothetical Evidence. Journal of

Retailing, 50(4), 29-38.

Lockwood, P., Jordan, C.H. en Kunda, Z. (2002). Motivation by positive or negative role models:

regulatory focus determines who will best inspire us, Journal of Personality and Social

Psychology, 83(4), 854-864

Martineau, P. (1958). The Personality of the Retail Store, Harvard Business Review, 36, 47-55

Mazursky, D. en Jacoby, J. (1986). Exploring the Development of Store Images. Journal

of Retailing, 62(2), 145-165.

Mehrabian, A., Russel, J.A. (1974). An approach to environmental psychology, MIT Press

Mela, D.J., Aaron, J.I. en Gatenby, S.J. (1997). Relationships of Consumer Characteristics and Food

Deprivation to Food Purchasing Behavior, Physiology and Behavior, 60(5), 1331-1335

Milkman, K.L., Rogers, T. en Bazerman, M.H. (2010), I’ll have the ice cream soon and the vegetables

later: a study of online grocery purchases and order lead time. Marketing Letters, 21, 17-35

Milliman, R.E. (1982). Using background music to affect the behavior of supermarket shoppers,

Journal of Marketing, 46(3), 86-91

Okada, E.M. (2005). Justification effects on consumer choice of hedonic and utilitarian goods. Journal

of marketing research, 42(1), 43-53

Potter, C. (2009). The Effects of Eating Behaviors and Exercise Patterns on the Processing of Food and

Exercise Related Stimuli, Colby College, Waterville, Maine

Read, D., Loewenstein, G. en Kalyanaraman, S. (1999), Mixing virtue and vice: Combining the

immediacy effect and the diversification heuristic. Journal of Behavorial Decision Making,

Volume 12, December 1999, 257-273

Page 75: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

66

Reardon, J. en Miller, C.E. (1995), Applied Scale Development: Measurement of Store Image. Journal

of Applied Business Research, 11(4), 85-93.

Rook, D.W. en Fisher, R.J.(1995). Normative Influences on Impulsive Buying Behavior, Journal of

Consumer Research, 22(3), 305-313

Russel, J.A. en Pratt, G. (1980). A description of the effective quality attributed to environments,

Journal of personality and social psychology, 38, 311-322

Schelling, T. (1978). Egonomics, or the Art of Self-Management, American Economic Review

Papers and Proceedings, 68, 134-139

Scmeichel, B.J. (2007). Attention Control, Memory Updating and Emotion Regulation Temporarily

Reduce the Capacity for Executive Control, Journal of Experimental Psychology: General, 136

(2), 241-255

Skinner, B.F. (1950), Are Theories of Learning Necessary?, Psychological Review, 57, 193-216.

Smith, P.C. en Curnow, R.(1966). Arousal hypotheses and the effects on purchasing behavior, Journal

of Applied Psychology, 50(3), 255-256

Summers, T.A. en Hebert, P.R. (2001). Shedding some light on store atmospherics: influence of

illumination on consumer behavior, Journal of Business Research, 54(2), 145-150

Thomas, M. Desai, K.K. en Seenivasan, S. (2012). Vice and virtue food: Perceived impulsiveness and

healthfulness of 100 food items, Johnson School Research Paper, 26, 1-11

Thaler, R.H. en Shefrin, H.M. (1981). An economic theory of self-control, Journal of political

economy,2, 392-406

Tom, G. (1983). The effect of deprivation on the grocery shopping behavior of obese and nonobese

consumer, International Journal of Obesity, 7, 307-311

Turley, L.W. en Chebat, J-C. (2002). Linking retail strategy, Atmospheric design and shopping

behavior, Journal of Marketing Management, 18, 125-144

Page 76: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

67

Turley, L.W. en Milliman, R. E. (2000). Atmospheric Effects on Shopping Behaviour: A Review of the

Experimental Evidence, Journal of Business Research, 49 (2), 193-211

Van Doorn, J. en Verhoef, P.C. (2011). Willingness to pay for organic products: Differences between

virtue and vice foods, International Journal of Marketing Research, 28(3), 167-180

Van Strien, T., Frijters, J. E. R., Staveren, W. A., Defares, P. B. en Deurenberg, P. (1986). The predictive

validity of the Dutch restrained eating scale. International Journal of Eating Disorders, 5,

747–755.

Vohs, K.D. en Heatherton, T.F.(2000). Self-Regulatory Failure: A Resource-Depletion Approach,

Psychological Science, 11(3), 249-254

Wagner, A. (1959), The Role of Reinforcement and Nonreinforcement in an 'Apparent Frustration

Effect', Journal of Experimental Psychology, 57, 130-136

Wertenbroch, K. (1998). Consumption self-control by Rationing Purchase Quantities of

Virtue and Vice. Marketing Science, 17 (4), 317-337

Wheatley, J.J. en Chiu, J.S.Y. (1977). The effects of Price, Store Image, and Product and Respondent

Characteristics on Perceptions of Quality, Journal of Marketing Research, 14(2), 181-186

Page 77: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

68

BIJLAGEN

Bijlage 1: Lijst van vices en virtues en de hiervoor gebruikte indexen

De lijst van virtues

VIRTUES

Product Prijs

Fruit

1 Pruimen (2 stuks) € 1,09

2 Appels (2 stuks) € 0,62

3 Peren (2 stuks) € 0,64

5 Druivens wit seedless (500g) € 2,99

6 Kiwi (2 stuks) € 1,17

7 Bananen (3 stuks) € 1,03

Groenten

8 Aardappelen (2 stuks) € 0,44

9 Prinsessenbonen (500g) € 1,84

10 Komkommer € 0,49

11 Tomaten (2 stuks) € 0,69

12 Serresla Flandria (krop) € 0,69

13 Meloen Galia € 2,49

14 Courgette € 0,49

15 Broccoli (500g) € 0,89

16 Wortelen (256g) € 0,20

17 Champignons (250g) € 1,84

18 Paprika rood € 0,47

19 Paprika geel € 0,53

Brood

20 Meergranen € 2,30

21 Volkoren € 2,25

22 Wit € 2,20

Graanproducten

23 Kelogg's Extra crun. muesli fruit (500 g) € 3,00

24 Lu Heudebert naturel beschuiten (300g) € 1,29

25 Lu Grany Fruitcrisp met woudvruchten (197g) € 2,36

26 Lu Grany Fruitcrisp appel-kaneel (197g) € 1,98

27 Lu Belvita meergranen (300g) € 2,28

Vlees

28 Rundsburger gekruid € 1,22

29 Pepersteak € 2,50

30 Kippenlapje € 2,84

31 Koteletten € 2,26

32 Chipolata € 0,95

Page 78: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

69

Charcuterie

33 Salami Rustico (30g) € 1,15

34 Herta hespenworst (100g) € 2,20

35 Aoste vleesbrood (100g) € 1,99

36 Herta kipfilet (100g) € 2,45

37 Herta kalkoenfilet (100g) € 2,35

38 Herta hesp superieur (100g) € 1,94

Compote en groenten uit bokaal

39 Hak Appelcompote (360g) € 0,90

40 Hak Schorseneren (360g) € 1,45

41 Effi 4 vruchten € 1,85

42 Hak Doperwten-worteltjes (350g) € 1,14

43 Hak Rode kool met appelen (350g) € 1,45

Soep

44 Knorr Minestronesoep (1L) € 3,19

45 Campbells' Deli Soep Julienne groenten met balletjes (1L) € 3,02

46 Knorr tomatensoep met balletjes (0,25L) € 0,67

47 Knorr pompoensoep (1L) € 2,55

48 Campbells' Deli soep Brocoli (1L) € 2,89

Thee

49 Lipton Groene thee € 1,39

50 Lipton Muntthee € 1,41

Fruitsap en water

51 Chaudfontaine plat water (1L) € 0,62

52 Granini multifruit cocktail (1L) € 2,04

53 Tropicana (1L) € 3,35

54 Granini ananassap (1L) € 1,94

55 Spa bruisend water (1,5L) € 0,87

Zuivel

56 Eieren Columbus (6 stuks) € 1,99

57 Milner jonge kaas (300g) € 1,96

58 Campina halvolle melk (1L) € 0,95

59 Solo bakboter € 0,94

60 Galbani Mozarella € 1,87

Fruityoghurt

61 Danone exotische vruchten (4 stuks) € 1,84

62 Danone framboos-aardbei (4 stuks) € 2,04

63 Danone natuur (4 stuks) € 1,47

Deegwaren e.d.

64 Bosto Mediterraneo Risotto & Paëlla rice (500g) € 2,29

65 Panzani Torti (500g) € 1,45

Page 79: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

70

De lijst van vices

VICES

Product Prijs

Chips

1 Pringles Naturel (190g) € 1,88

2 Pringles Paprika (190g) € 1,84

3 Lay's Ketchup (45g) € 0,49

4 Pringles Hot&Spicy (190g) € 1,90

5 Lay's Bicky crisp (250g) € 1,80

6 Lay's Sensations mexic pepper&cream (150g) € 1,49

7 Superchips Pickles (250g) € 1,87

8 Mama Mia's (125g) € 1,24

Frisdrank

9 Coca Cola (0,5L) € 1,03

10 Orangina (1,5L) € 2,17

11 Ice Tea (1,5L) € 1,61

12 Fanta (0,33L) € 0,54

13 Gini (0,33L) € 0,67

14 Sprite (0,5L) € 0,58

15 Schweppes Agrum (0,33L) € 0,67

Pizza

16 Ristorante Hawai € 1,94

17 Ristorante Salami-Hesp € 1,96

18 Ristorante Mozarella € 1,90

19 Ristorante Bolognese € 1,94

Snoep

20 Look-o-Look Chupa Chups (12 stuks) € 2,58

21 Look-o-Look aardbeiveters (23 stuks) € 2,65

22 Luttie Foppies zuur (145g) € 2,49

23 Haribo abc zachte abc (500g) € 1,88

24 Haribo kersen (500g) € 3,28

25 Haribo Miami pik (400g) € 3,28

26 Haribo colasnoepjes (500g) € 2,81

27 Haribo megaroulette (45g) € 0,84

Candy bars

28 M&M's (400g) € 4,09

29 Mars (7 stuks) € 1,90

30 Twix (7x2 stuks) € 2,22

31 Twix/Mars (1 stuk) € 0,75

32 Lion (6 stuks) € 2,56

33 Nestlé Smarties (38g) € 0,46

34 Kinder Bueno € 3,95

35 Kinder Surprise eitjes (3x 20g) € 2,38

36 Maltesers (28g) € 0,66

Page 80: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

71

Koeken

37 Pick Ups (5 stuks) € 2,08

38 Milka XL Choco Cookies (2x 4) € 2,04

39 Lotus Dinosaurus koeken (4x3 stuks) € 1,82

40 Lu Mikado King choco (51g) € 1,64

41 Original Oreo (4 stuks) € 1,76

42 Lu Prince koeken choco en chocoladevulling (171g) € 1,75

43 Milka Choco Twist cakeje (5 stuks) € 1,87

44 Lu Prince koeken chocoladevulling (300g) € 1,20

45 Jules Destrooper boterwafels (175g) € 2,14

Chocolade

46 Côte d'Or melkchocolade tablet(150g) € 1,55

47 Côte d'Or fondantchocolade tablet (150g) € 1,83

48 Nestlé Galak € 2,29

49 Côte d'Or zwarte chocolade (47,5g) € 0,56

50 Côte d'Or melkchocolade met nootjes (3x 45g) € 1,59

51 Côte d'Or met banaansmaak (3x 47,5g) € 1,68

Patisserie

52 Marc payot appelcake (450g) € 2,99

53 Marc Payot mattentaarten (2st) € 1,99

54 Dr. Oetker mix voor brownies € 2,12

Voorverpakt gebak

55 Kuchenmeister marmercake € 1,69

56 Lotus mini Luikse wafels (256g) € 1,59

57 Lotus jumbo vanille-chocowafels (300g) € 2,58

58 Lotus Zebra gebakjes (186g) € 1,61

Zoet beleg

60 Lotus Speculoospasta crunchy (380g) € 1,74

61 t Boerinneke chocopasta (400g) € 2,48

62 Jacques hagelslag (400g) € 3,73

Borrelnootjes

63 Jimmy's popcorn zoet (150g) € 1,28

64 Zwan knakworstjes € 1,65

65 Duyvis Crac a nut Hot Sweet Chili borrelnootjes (200g) € 2,36

66 Duyvis Crac a nut Tiger BBQ-Paprika borrelnootjes (150g) € 1,58

Page 81: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

72

Average should minus want index for grocery categories in our data set (Milkman et al., 2010)

Page 82: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

73

Page 83: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

74

Page 84: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

75

Unhealthiness and Impulsiveness Ratings of 100 food categories (Thomas, Desai en Seenivasan, 2012)

Page 85: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

76

Page 86: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

77

Page 87: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

78

Page 88: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

79

Page 89: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

80

Bijlage 2: Vragenlijst

Instructievragenlijst

Page 90: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

81

Page 91: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

82

Vragenlijst

Page 92: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

83

Page 93: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

84

Page 94: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

85

Page 95: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

86

Page 96: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

87

Page 97: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

88

Page 98: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

89

Page 99: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

90

Page 100: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

91

Bijlage 3: Store image dimensies en attribuutzinnen volgens Burt en Carralero-Encinas (2000)

Page 101: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

92

Bijlage 4: General Regulatory Focus Measure (GRFM) volgens Lockwood, Jordan en Kunda (2002)

Page 102: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

93

BIS/BAS schaal (Carver en White, 1994) Vertaling door Franken, I.H.A., P. Muris and E. Rassin (2005). BIS 1. Ik voel zelden angst of zenuwen, zelfs als me iets vervelends staat te wachten 2. Kritiek of uitbranders raken mij behoorlijk 3. Ik voel me bezorgd of overstuur als ik denk of weet dat iemand boos op mij is 4. Ik raak enigszins gestrest als ik denk dat er iets vervelends staat te gebeuren 5. Ik voel me bezorgd als ik denk dat ik slecht heb gepresteerd 6. Ik ervaar weinig angsten vergeleken met mijn vrienden 7. Ik pieker wel eens over het maken van fouten Items 2 en 7 worden omgekeerd gescoord. BAS Reward Responsiveness 1. Als ik iets leuks meemaak heeft dat duidelijk invloed op me 2. Als ik iets goed doe, wil ik er graag mee doorgaan 3. Als ik iets krijg wat ik wil, voel ik me opgewonden en energiek 4. Als ik ergens een buitenkansje zie dan word ik meteen enthousiast 5. Als ik een wedstrijd zou winnen, zou ik erg enthousiast zijn BAS Drive 1. Als ik de kans zie iets te krijgen wat ik wil, zal ik die kans meteen grijpen 2. Als ik iets wil, zal ik er gewoonlijk alles voor doen om dit te krijgen 3. Ik zal mijn grenzen overschrijden om de dingen te krijgen die ik wil 4. Als ik iets van plan ben dan laat ik mij door niets weerhouden BAS Fun 1. Ik ben altijd bereid iets nieuws te proberen als ik denk dat het leuk zal zijn 2. Ik doe vaak dingen in een vlaag van opwelling 3. Ik verlang naar spanning en sensatie 4. Vaak doe ik dingen alleen voor de lol

Page 103: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

94

Bijlage 5: Resultaten voor de t-test van onafhankelijke variabelen voor de productcategorieën

Mean T(df) P

Fruit

aantal M virtue-vice = 1,0667

t(120) = 0,39 0,697 M vice-virtue = 1

in euro M virtue-vice = 1,2173

t(115,468) = -0,887 0,377 M vice-virtue = 1,4477

Groenten

aantal M virtue-vice = 2,7583

t(120) = -0,451 0,652 M vice-virtue = 3,0242

in euro M virtue-vice = 1,7319

t(120) = -0,445 0,657 M vice-virtue = 1,8972

Brood

aantal M virtue-vice = 1,0333

t(120) = 2,397 0,018 M vice-virtue = 0,7742

in euro M virtue-vice = 2,3225

t(120) = 2,434 0,016 M vice-virtue = 1,7323

Graan-producten

aantal M virtue-vice = 0,3667

t(120) = 0,904 0,368 M vice-virtue = 0,2742

in euro M virtue-vice = 0,9388

t(118,84) = 1,39 0,167 M vice-virtue = 0,6013

Vlees

aantal M virtue-vice = 1,5167

t(120) = 1,355 0,178 M vice-virtue = 1,2419

in euro M virtue-vice = 2,8172

t(120) = 1,426 0,156 M vice-virtue = 2,1734

Charcuterie

aantal M virtue-vice = 0,8167

t(120) = 0,357 0,722 M vice-virtue = 0,7742

in euro M virtue-vice = 1,7257

t(120) = 0,701 0,484 M vice-virtue = 1,5489

Groenten in bokaal

aantal M virtue-vice = 0,55

t(120) = 1,134 0,259 M vice-virtue = 0,3871

in euro M virtue-vice = 0,6758

t(120) = 1,191 0,236 M vice-virtue = 0,4658

Soep

aantal M virtue-vice = 0,4333

t(120) = 0,693 0,49 M vice-virtue = 0,3548

in euro M virtue-vice = 0,8557

t(120) = 0,662 0,509 M vice-virtue = 0,6987

Thee

aantal M virtue-vice = 0,0333

t(120) = -0,416 0,678 M vice-virtue = 0,0484

in euro M virtue-vice = 0,047

t(120) = -0,406 0,686 M vice-virtue = 0,0676

Fruitsap en water

aantal M virtue-vice = 2,35

t(120) = -0,807 0,421 M vice-virtue = 2,7258

in euro M virtue-vice = 2,214

t(120) = 0,072 0,943 M vice-virtue = 2,1858

Zuivel

aantal M virtue-vice = 1,4167

t(120) = 0,357 0,722 M vice-virtue = 1,3387

in euro M virtue-vice = 2,108

t(98,037) = 0,616 0,539 M vice-virtue = 1,9121

Fruit- yoghurt

aantal M virtue-vice = 0,3

t(120) = 0,513 0,609 M vice-virtue = 0,2581

in euro M virtue-vice = 0,5255

t(120) = 0,719 0,474 M vice-virtue = 0,4244

Page 104: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

95

Deeg- waren

aantal M virtue-vice = 0,5667

t(120) = 1,17 0,244 M vice-virtue = 0,4355

in euro M virtue-vice = 1,0177

t(120) = 1,121 0,265 M vice-virtue = 0,7805

Chips

aantal M virtue-vice = 0,5167

t(91,469) = 0,865 0,39 M vice-virtue = 0,4032

in euro M virtue-vice = 0,8297

t(87,76) = 0,758 0,45 M vice-virtue = 0,6552

Frisdrank

aantal M virtue-vice = 0,4667

t(120) = -1,822 0,071 M vice-virtue = 0,9677

in euro M virtue-vice = 0,5435

t(84,822) = -2,066 0,042 M vice-virtue = 1,2608

Pizza

aantal M virtue-vice = 0,9

t(120) = 0,175 0,861 M vice-virtue = 0,871

in euro M virtue-vice = 1,7383

t(120) = 0,175 0,861 M vice-virtue = 1,6823

Snoep

aantal M virtue-vice = 0,15

t(104,486) = 1,233 0,22 M vice-virtue = 0,0645

in euro M virtue-vice = 0,3708

t(112,553) = 1,07 0,287 M vice-virtue = 0,1785

Candy bars

aantal M virtue-vice = 0,1333

t(120) = -0,175 0,861 M vice-virtue = 0,1452

in euro M virtue-vice = 0,3483

t(120) = -0,183 0,855 M vice-virtue = 0,3869

Koeken

aantal M virtue-vice = 0,35

t(120) = -0,79 0,431 M vice-virtue = 0,4355

in euro M virtue-vice = 0,6743

t(120) = -0,746 0,457 M vice-virtue = 0,8318

Chocolade

aantal M virtue-vice = 0,1

t(120) = -0,434 0,665 M vice-virtue = 0,129

in euro M virtue-vice = 0,172

t(120) = -0,554 0,581 M vice-virtue = 0,2403

Pattisserie

aantal M virtue-vice = 0

t(61) = -1,426 0,159 M vice-virtue = 0,0323

in euro M virtue-vice = 0

t(61) = -1,425 0,159 M vice-virtue = 0,0663

Gebak

aantal M virtue-vice = 0,1333

t(120) = -0,844 0,4 M vice-virtue = 0,1935

in euro M virtue-vice = 0,2622

t(120) = -0,691 0,491 M vice-virtue = 0,3569

Zoet beleg

aantal M virtue-vice = 0,2833

t(120) = 0,107 0,915 M vice-virtue = 0,2742

in euro M virtue-vice = 0,6245

t(120) = -0,209 0,835 M vice-virtue = 0,6685

Borrel- hapjes e.d.

aantal M virtue-vice = 0,1667

t(120) = 0,906 0,367 M vice-virtue = 0,0968

in euro M virtue-vice = 0,2985

t(120) = 1,002 0,318 M vice-virtue = 0,1503

Page 105: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

96

Bijlage 6: Resultaten voor de t-test voor onafhankelijke variabelen bij een split file voor de promotie- of preventiegerichtheid

Levene's Test for

Equality of Variances

t-test for Equality of Means

F Sig. t df Sig. (2-tailed)

Mean Difference

Std. Error Difference

95% Confidence Interval of the

Difference

Lower Upper

Promotie ViceAantal 0,043 0,837 -0,774 70 0,442 -0,57585 0,7444 -2,06051 0,90881

ViceEur 0,077 0,782 -0,817 70 0,416 -1,04342 1,27654 -3,58941 1,50257

PercViceAan 0,726 0,397 -0,657 70 0,513 -2,8994 4,41297 -11,70079 5,90199

PercViceEur 0,724 0,398 -1,239 70 0,219 -5,68571 4,58713 -14,83445 3,46302

Preventie ViceAantal 1,764 0,19 -0,114 48 0,909 -0,0641 0,56013 -1,19033 1,06212

ViceEur 5,625 0,022 0,183 42,902 0,856 0,17798 0,9716 -1,78157 2,13753

PercViceAan 0,233 0,631 -1,169 48 0,248 -4,89865 4,19002 -13,32325 3,52594

PercViceEur 0,141 0,709 -0,981 48 0,332 -4,69157 4,78266 -14,30776 4,92462

Page 106: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop

97

Bijlage 7: Resultaten voor de t-test voor onafhankelijke variabelen bij select cases voor de health goal of temptation goal

Goal

Levene's Test for Equality of Variances

t-test for Equality of Means

F Sig. t df Sig. (2-tailed)

Mean Difference

Std. Error Difference

95% Confidence Interval of the Difference

Lower Upper

Health goal

ViceAantal 4,739 0,038 0,909 15,072 0,378 0,84689 0,93212 -1,13905 2,83283

ViceEur 10,543 0,003 1,018 13,257 0,327 1,67742 1,6482 -1,8763 5,23113

PercViceAan 0,014 0,907 -0,475 28 0,638 -2,68153 5,64181 -14,23825 8,87519

PercViceEur 0,031 0,863 -0,612 28 0,546 -3,62866 5,932 -15,77982 8,5225

Temptation goal

ViceAantal 3,212 0,084 -1,274 28 0,213 -1,75113 1,37454 -4,56674 1,06448

ViceEur 3,38 0,077 -1,414 28 0,168 -3,05335 2,15901 -7,47589 1,36919

PercViceAan 2,378 0,134 -1,926 28 0,064 -14,0628 7,30312 -29,02253 0,897

PercViceEur 2,982 0,095 -2,417 28 0,022 -18,924 7,82834 -34,95966 -2,8884

Page 107: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop
Page 108: Trick and treat: Can a store layout trick you into buying more treats?lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/165/279/RUG01-002165279... · 2014-12-19 · om dan te eindigen met degene waarop