to be or want to be: the role of actual versus ideal self ... zorgaanbod... · • beck: negatieve...
TRANSCRIPT
Jonathan Remue
Psychopathology and Affective Neuroscience Lab
Department of Experimental Clinical and Health Psychology
Ghent University
1
To Be or Want to Be: The Role of
Actual versus Ideal Self in Implicit
Self-Esteem
THE BRIDGE: UZ Gent avondsymposium
16 oktober 2014
Depressieve klachten tussen onderzoek en praktijk
2
Assistent van Prof. Dr. Rudi De Raedt – Vakgroep Experimenteel-
Klinische en Gezondheidspsychologie – Universiteit Gent
Psychopathology and Affective Neuroscience Lab (http://www.pan.ugent.be)
Onderzoek naar de onderliggende kwetsbaarheids- en weerstandsfactoren in depressie.
Waarbij we vertrekken van de basisassumptie dat een diepgaander begrip van de
ontwrichte informatieverwerking in affectieve stoornissen nood heeft aan een integratie
van bevindingen in klinisch, cognitief en neurobiologisch onderzoek.
Mijn PhD focust op de relatie tussen:
• Hersenfunctioneren
• Zelfwaarde
• Aandachtsprocessen in depressie
Jonathan Remue
3
Zelfwaarde & Depressie
• Verhoogd negatief denken over zichzelf: centraal in
depressie
• Lage zelfwaarde in depressieve patiënten (e.g. Williams et al., 1997)
• Lage zelfwaarde in herstelde depressieve patiënten:
gemengde resultaten (e.g. Pardoen et al., 1993)
4
Expliciete versus impliciete maten
• Beck: Negatieve schemata bias informatieverwerking in MDD
+ zelf-gerelateerde schemata = niet altijd bewust toegankelijk
• Schemas zijn voornamelijk onderzocht op basis van zelfrapportering
=> vatbaar voor biases, invloed van demand effects, sociaal wenselijkheid
“Expliciete (niet-automatisch) versus impliciete
(automatisch) evaluaties van het zelf!”
5
6
Voorgaand Onderzoek
6
Positief Impliciete Zelfwaarde in Depressie
• Implicit Association Test (IAT): een automatische reactie tijd
taak die evaluatieve bias meet (see Greenwald et al., 1998)
• Gemar, Segal, Sagrati & Kennedy (2001)
=> POSITIEF GEBIASED IMPLICIETE ZELFWAARDE in huidige
depressieve patienten, vergelijkbaar met niet depressieve mensen
[De Raedt, Schacht, Franck & De Houwer (2006) AND Franck, De
Raedt & De Houwer (2008)]
7
IAT: Hoe werkt het?
8
ik niet-ik
waardevol waardeloos
JONATHAN
Compatibele
Block
COMPETENT
COMPETENT
ik niet-ik
waardeloos waardevol
JONATHAN
Incompatibele
Block
ik niet-ik
waardevol waardeloos
ik niet-ik
waardeloos waardevol
9
ONS ONDERZOEK
9
Remue, De Houwer, Barnes-Holmes, Vanderhasselt, & De Raedt:
Self-esteem revisited (2013)*
10
• Follow up De Raedt et al. (2006): “IAT effects and other
implicit measures of self-esteem might not reflect actual self-esteem
but ideal self-esteem”
• Actuele versus Ideale Zelf (Zentner & Renaud, 2007)
=> Ideale zelf relevant in depressie:
• Higgins’ Self-Discrepancy Theory (1987) “actual-ideal discrepantie is
uniek gerelateerd aan DEPRESSIE”
• William James (1890)
“internal frames of reference constitute a basis for evaluating
objective accomplishments”
*Remue, et al., Cognition & Emotion (2013)
The Implicit Relational Assessment Procedure (IRAP) (Barnes-Holmes, 2006)
• Introductie van PROPOSITIES: IRAP
• 2 Taken:
“Ik ben” = Actuele Zelf IRAP
“Ik wil zijn” = Ideale Zelf IRAP
• 2 soorten blokken:
Consistent (zelf-positief) vs Inconsistent (zelf-negatief)
• 4 oefenblokken, 2 test blokken: Elk blok heeft 24 trials ( “Ik ben”, “Ik
ben niet” met elk van de 12 target stimuli in willekeurige volgorde)
• Participanten:
• Lage BDI groep: 27 studenten (non-dysforen)
• Hoge BDI groep: 29 studenten (dysforen)
The Implicit Relational Assessment Procedure (IRAP) (Barnes-Holmes, 2006)
12
Ik ben
Ik ben
Ik ben niet
Ik ben niet
Succesvol Succesvol
Incompetent Incompetent
Press “d” for
Juist Press “k” for
Fout
Press “d” for
Juist Press “k” for
Fout
Press “d” for
Juist Press “k” for
Fout
Press “d” for
Juist Press “k” for
Fout
Consistent
(zelf-positief)
Blok
The Implicit Relational Assessment Procedure (IRAP) (Barnes-Holmes, 2006)
13
Ik ben
Ik ben
Ik ben niet
Ik ben niet
Succesvol Succesvol
Incompetent Incompetent
Press “d” for
Juist Press “k” for
Fout
Press “d” for
Juist Press “k” for
Fout
Press “d” for
Juist Press “k” for
Fout
Press “d” for
Juist Press “k” for
Fout
Een D-IRAP score weerspiegelt het verschil in reactietijd tussen
consistente en inconsistente blokken: Een hogere D-IRAP score is
indicatief voor een hogere zelfwaarde
Inconsistent
(zelf-negatief)
Blok
Results: Self-esteem revisited
14
0
0,05
0,1
0,15
0,2
0,25
0,3
0,35
0,4
0,45
0,5
DIRAP-Actual-Self DIRAP-Ideal-Self
Me
an
Dir
ap
IRAP Condition Type
Low BDI High BDI
15
Discussie: onderzoeksmatig
16
• Dysforen hebben een positiever ideale zelfbeeld, terwijl niet-
dysforen een hoger actuele zelfbeeld hebben.
• Beyond De Raedt et al. (2006)
=> IAT ~ hoge ideale zelfwaarde (MDD), en hoge actuale zelfwaarde
(gezonde control).
• PROPOSITIES!
• What’s next? In MDD populatie…
Discussie: klinisch
17
• Volgens de Self-Discrepancy Theory (Higgins, 1987):
• Depressie wordt veroorzaakt door een verschil tussen
iemands actuele zelf en ideale zelf ... met gevoelens van
mislukking, teleurstelling, devaluatie en schaamte.
• Laag zelfbeeld wordt geassocieerd met een hoge actuale-
ideale zelf-discrepantie
Vertaling naar het klinische veld: Ideale Zelfbeeld
18
• Belang van de actuele vs ideale zelf-discrepantie theorieën
= Therapeutische interventies
• Ideale Zelfbeeld + link met perfectionisme => het gevoel vast te
komen zitten!
= Therapeutische target!
• EN het verschil met expliciete maten van zelfwaarde, frequent
gebruikt in therapie!
19
Achtergrond
19
Vertaling naar het klinische veld: achtergrond
20
ZELFWAARDE
• William James (1890)
“internal frames of reference constitute a basis for evaluating objective
accomplishments”
• Carl Rogers (1951)
“introjection of conditions of worth from significant others leads to high actual-
ideal discrepancy”
• Tory Higgins (1987)
“actual-ideal discrepancy is uniquely related to depression”
Vertaling naar het klinische veld: SDT
21
Self-Discrepancy Theory (Higgins, 1987)
• Drie basis domeinen van het zelf
• Actual Self
• Ideal Self
• Ought Self
• Twee standpunten
• Own
• Other
• Verschillende soorten discrepanties induceren verschillende soorten onbehagen
• Actual-Ought discrepantie is uniek gerelateerd aan ANGST
• Actual-Ideal discrepantie is uniek gerelateerd aan DEPRESSIE
Vertaling naar het klinische veld: SDT
22
Self-Discrepancy Theory (Higgins, 1987)
• Beschikbaarheid en toegankelijkheid van zelf-discrepanties (niet altijd bewust!)
• Depressie wordt veroorzaakt door een verschil tussen iemands actuele zelf en
ideale zelf ... met gevoelens van mislukking, teleurstelling, devaluatie en
schaamte.
• Laag zelfbeeld wordt geassocieerd met een hoge actual-ideal discrepantie
• Echter, inconsistenties rond deze SDT in de literatuur (e.g., Ideal vs Ought)
Vertaling naar het klinische veld: SDT
23
Self-Discrepancy Theory (Higgins, 1987):
Behandeling van emotionele problemen: extension of CBT
• Aanpassen van iemands aanhoudende prestaties en interpretaties
daarvan
• Verlagen van iemands niveau/gepercipieerde relevantie van hun ideaal
zelfbeeld (e.g. invraagstelling van de eerlijkheid, legitimiteit en
bruikbaarheid)
• Verlagen van de toegankelijkheid, door het verminderd blootstellen aan
situatie/sociale interacties geassocieerd met hun problemen + vervangen
door positieve attitudes en overtuigingen
Vertaling naar het klinische veld: SDT
24
Voorbeeld:
Vertaling naar het klinische veld: Zelfwaarde & Depressie
25
Self-Esteem (In)stabiliteit
Relatief hoge fluctuaties en reactiviteit in zelfwaarde over tijd, als reactie op
dagelijkse stressoren (Kernis et al., 1993)
• Fragiel of kwetsbaar zelfwaarde speelt een belangrijke rol bij het ontstaan, het onderhoud
en de herhaling van een depressieve stoornis (Kernis et al., 1998)
• Onstabiel zelfbeeld, eerder dan het niveau van zelfwaarde op een bepaald punt in de tijd,
zou een belangrijkere kwetsbaarheidsmarker voor depressie kunnen zijn (e.g. Franck &
De Raedt, 2007)
Vertaling naar het klinische veld: Zelfwaarde & Depressie
26
Leidt lage zelfwaarde tot depressie OF leidt depressie tot een
lage zelfwaarde?
• The Vulnerability Model:
Negatieve zelf-evaluaties van het zelf (i.e, een laag zelfbeeld)
vormen een causale risicofactor voor depressie
• The Scar Model:
Lage zelfwaarde is een gevolg van depressie, aangezien depressieve
episodes permanente littekens in het zelfbeeld kunnen achterlaten
• Deze twee modellen sluiten elkaar niet uit!
Meta-Analyse van 77 longitudinale studies (Sowislo & Orth, Psychological
Bulletin, 2013)
1. Consistent en sterke ondersteuning voor the Vulnerability Model
2. Zwakke ondersteuning voor the Scar Model
3. Geen moderatie effecten van geslacht of leeftijd
Vertaling naar het klinische veld: Zelfwaarde & Depressie
27
Psychologische Implicaties:
• Kwetsbaarheidseffect van lage zelfwaarde op depressie via interpersoonlijke en
intrapersoonlijke psychologische pathways:
• Interpersoonlijk:
• Individuen met lage zelfwaarde zoeken excessief bevestiging van
vrienden/partner => sociale verstoringen die op hun beurt depressieve
symptomen stimuleren
• Individuen met lage zelfwaarde zoeken negatieve feedback van
vrienden/partner om het negatieve zelfbeeld te verifiëren => mogelijke
afwijzing => verhoogd risico op depressie
• Intrapersoonlijk:
• Individuen met een grote (actuele vs ideale) zelf-discrepantie zijn gevoelig
voor ruminatie rond negatieve aspecten van het zelf (Carver & Scheier,
1998), wat op zich weer de kans depressie verhoogt.
Vertaling naar het klinische veld: Zelfwaarde & Depressie
28
Biologische Implicaties:
• Biologische factoren (e.g verminderd hippocampal volume, hogere cortisol stress
respons, specifieke patronen van prefrontale electroencephalography alpha activiteit)
• Vulnerability model: implicaties voor onderzoek naar depressie in de kindertijd
=> Zelfwaarde van kinderen is fragiel en onderworpen aan veranderingen tijdens
de ontwikkeling…
Ask the audience!
29
• Wat zijn jullie ervaringen met zelfwaarde in de praktijk?
• Wat herkennen jullie uit het wetenschappelijke?
• Wat willen jullie nog onderzocht zien?
30
31
Bedankt voor Uw aandacht!
Vragen?
Dank aan:
Dr. Sean Hughes
Dr. Marie-Anne
Vanderhasselt
Prof. De Houwer
Prof. Barnes-Holmes
Prof. De Raedt