sad

pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends

Home Profile Account

UsociaSociologieverenigingEdit My Profile

Voorwoord

Pamflet houdt je op de hoogte

Een broodnodige relativering

Interview Wim Jansen

Landelijke Sociologiedag

Vind ik leuk, vind ik niet me...

Sociologie werkt: Marloes Dr...

Rondgang over de 14e

Interview Frank van Tubergen

Social media en identiteit

Sociologie werkt: Bernard Ve...

Studiereis Budapest

Interview Marieke van Schellen

Social media en de sociologie

Interview oud student

Stoppen op facebook, twitte...

Eduard Schmidt

Een pamflet over Social Media. Actueel, zal je direct denken. Dat is het inderdaad. Sinds alle onrust in het Midden- Oosten staat Social Media volop in de belangstelling. Social Media zoals Twitter en Facebook zorgden ervoor dat grote groepen mensen, meestal jongeren, gemobiliseerd konden worden. De thuisblijvers werden via diezelfde kanalen op de hoogte gehouden van wat zich afspeelde in Tunis, Cairo en andere plaatsen. Ook in Nederland werden wij via deze media op de hoogte gehouden. Je zult het misschien niet geloven maar het thema van deze Pamflet was al uitgekozen voordat alle onrust uitbrak. Vandaar ook misschien dat je behalve dit voorwoord weinig zult vinden over de gebeurtenissen in het Midden- Oosten.

In dit nummer is wederom geprobeerd om een thema te verbinden met de sociologie. Zo zal Jarl Mooyaart, de link leggen tussen Social Media en theorieën over sociale netwerken. Karlijn Roex schrijf over identiteit en Social Media. Zo zijn er nog veel meer artikelen. Extra aandacht is er ook voor de afdeling sociologie. Natuurlijk proberen we jullie een korte overview te geven van zaken die spelen op de veertiende verdieping van het Van Unnikgebouw maar ook zijn er interviews met docenten. De één net met pensioen, de ander staat aan het begin van zijn carrière. We hopen dat we wederom een gevarieerde pamflet hebben neergezet met voor ieder wat wils. Op- of aanmerkingen zijn altijd welkom via [email protected]. Reageren op artikelen of stukken insturen mag natuurlijk ook!

Veel leesplezier namens de hele redactie!

5 minutes ago · Like · comment

Voorwoord

Eduard Schmidt created a new group: redactie Pamflet


Eduard Schmidt Added 7 people to the group redactie Pamflet


Matthijs van der Kooij JEEUHJ!!

3 minutes ago · like

Tycho Wassenaar Woohoo, Pamflet nummer 14 is er! veel plezier met lezen!


Daan Roozeboom OLEEEEE OLEEE OLEE, Pamflet is hier, Oleeeeee. Ik laat bier uit mijn handen vallen Oleee!


Daan Blom #winning


Karlijn Roex Jaaah :D

1 minute ago · like

Jarl Moyaart Snel naar pagina 22 en 23 ;)

1 minute ago · like

Mark Veenbrink NEEE! Pagina 10 moeten jullie zijn!

59 seconds ago · like

Eduard Schmidt Jongens, de volgende komt er al weer aan, kom op aan de slag!

32 seconds ago · like

7 people like this.

pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Eduard Schmidt

Bindend studieadvies (BSA) omhoog

Het bindend studieadvies van de opleiding Sociologie gaat omhoog van 37,5 ects naar 45 ects in het eerste jaar. Dit betekent dat studenten die in september 2011 starten met de opleiding, 7,5 ects meer moeten halen om sociologie te mogen blijven doen. Hiervoor is gekozen omdat langstuderen voor studenten wellicht flink duurder kan gaan worden. Op dit moment zijn er plannen om studenten die 1 jaar uitlopen met hun bachelor, een boete te geven van 3000 euro bovenop het regulieren collegegeld. Daarnaast verliezen deze studenten hun ov-kaart. Door het aantal studiepunten dat in het eerste jaar gehaald moet worden te verhogen, hoopt de faculteit dat het aantal langstudeerders afneemt. Voor huidige studenten heeft de verhoging geen consequenties.

Sociologie gaat verhuizen

Rond december 2011 gaat de afdeling sociologie verhuizen. De afdeling, die nu op de veertiende verdieping van het van Unnikgebouw zit, verhuist naar centrum gebouw noord. Dit is het roodkleurige gebouw wat deels over de buslijn van bus 12 loopt. Het van Unnik wordt na de verhuizing waarschijnlijk gesloopt. Voor Usocia betekent dit ook dat zij moeten verhuizen. Hoe groot en waar hun nieuwe kamer komt, is op dit moment nog niet bekend.

Bachelorscriptie minder punten waard

Het bachelorproject van sociologie gaat wellicht minder studiepunten opleveren. Op dit moment krijgen studenten voor hun scriptie 2 keer studiepunten. Eén keer 7,5 ects voor de literatuurstudie en daarna 15 ects voor het daadwerkelijke onderzoek. Het bacheloronderzoek levert nu dus 22,5 ects op. Het plan is nu om nog maar 15 ects uit te trekken voor het bachelorproject. Ter compensatie moet dan een extra major gebonden cursus worden gevolgd. Op vrijdag 1 april zal de faculteitsraad beslissen om al dan niet in te stemmen met deze maatregelen.

Belangrijke prijs voor Dr. Rense Corten

Reeds in april vorig jaar kreeg Rense Corten een Rubiconsubsidie als veelbelovende onderzoeker. Omdat op dat moment nog geen nieuwsrubriek in Pamflet stond, willen wij hem hierbij alsnog noemen. Een rubcionsubsidie is een subsidie voor een pas gepromoveerde wetenschapper. Met de Rubiconsubsidie kunnen zij op kosten van het NWO een tijd aan een gerenommeerd buitenlandsonderzoeksinstituut werken. Rense Corten heeft ervoor gekozen om een jaar naar Stanford University in Amerika te gaan om onderzoek te doen naar het ontstaan van samenwerking tussen mensen in sociale netwerken te onderzoeken.

Goede scores voor sociologie

De researchmaster Sociology and Social Research (SaSR) heeft hoge ogen gegooid in de masterkeuzegids. De opleiding wordt beoordeelt als beste sociologiemaster, kort gevolgd door een andere Utrechtse researchmaster: Migration, Ethnic Relations and Multiculturalism (MERM). De opleidingen worden beide geroemd om de voorbereiding op de beroepspraktijk en op de informatievoorziening.

Ook de bacheloropleiding van sociologie werd beoordeelt en kreeg van de keuzegids een tweedeplaats toebedeelt. De opleiding scoort goed op het gebied van organisatie en het grote percentage studenten op tijd een diploma haalt. Volgens de keuzegids is er echter wel kritiek op de studiebegeleiding en op de werkplekken voor zelfstudie. Mede hierom is de afgelopen jaren het tutoraat geïntensiveerd. Eerder werd de bacheloropleiding sociologie wel als beste gekozen in de Elsevier. Hierbij kreeg de opleiding een eerste plaats toebedeelt door hoogleraren en universitair hoofddocenten van andere universiteiten.

Nieuwe Rector Magnificus voor de UU

Sinds vrijdag 25 maart heeft de Universiteit Utrecht een nieuwe Rector. Prof. dr. Bert van der Zwaan was voorheen decaan bij de faculteit geowetenschappen en nam op de diesviering ter gelegenheid van de 375e verjaardag van de universiteit, de rectorsketen over van Prof. dr. Hans Stoof. Hans Stoof was vier jaar rector en gaat met emiraat. Bert van der Zwaan is benoemd voor de komende vier jaar.

three hours ago · Like · comment


Eduard Schmidt Mochten er eventueel nog meer vragen zijn dat kunnen jullie altijd terecht bij Eduard Schmidt of bij Usocia Studievereniging.

three hours ago · like


pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Matthijs van der Kooij

De Amerikaanse tekenfilmserie South Park is gemiddeld genomen een gewelddadige, bloederige, schaamteloze serie. De belevenissen van Cartman, Stan, Kyle en Kenny geven echter vaak ook een mooie treffende afspiegeling van de hedendaagse samenleving. Twee afleveringen kunnen ons wat laten zien over de rol die social media spelen in onze maatschappij.

In ‘Make Love, Not Warcraft’ worden de vier vrienden Cartman, Stan, Kyle en Kenny in het spel ‘World of Warcraft’ geteisterd door Jenkins, een gewetenloze, levenloze freak die hen tot wanhoop drijft door hen keer op keer van hun online leven te beroven. Het stel zint op wraak en besluit zich volledig op het spel te storten om zodoende sterk genoeg te worden om de freak te verslaan. Twee maanden lang slachten ze zwijnen af om hun level op te stuwen. Om hun tijd optimaal te benutten laten ze zich door de moeder van een der helden bedienen van magnetronmaaltijden en blikjes energiedrank. De bobo’s van Blizzard, het bedrijf dat het spel beheert, merken op dat de vier ongelooflijk snel level uppen, en constateren terecht dat de jongens absoluut geen leven hebben. Ze zijn echter bereid hen te helpen en vertrouwen hen na lang beraad een magisch zwaard toe. Met dit zwaard wordt evil guy Jenkins na een episch gevecht uiteindelijk verslagen. Na deze heldendaad vraagt Stan zich hardop af wat de vier nu met hun tijd aan moeten, waarop Cartman eenvoudigweg antwoordt: “Wat bedoel je? Nu kunnen we eindelijk het spel spelen!”



De aflevering ‘You have 0 friends’ drijft de spot met het concept ‘vriend’ op de sociale netwerksite Facebook. Stan wordt door zijn vrienden getrakteerd op een Facebook-profiel. Hij heeft geen zin om in de wereld van Facebook te worden gezogen maar hij wordt door zijn familie en vrienden onder druk gezet om hen toe te voegen als vriend. Op straat wordt hij door volstrekt onbekenden agressief bejegend omdat hij nog geen online vriendschap met hen is aangegaan. Zijn vader vraagt hem op dreigende toon waarom hij zijn oma nog geen poke heeft gegeven (voor de leken onder ons: een poke is een online por bij wijze van groet). Ondertussen voegt Kyle, uit medelijden met diens vriendloze status, de loner Kip Drordy toe op Facebook. Hij merkt al snel dat al zijn andere vrienden hem uit hun lijst verwijderen omdat hij zo’n sneu type heeft toegevoegd. Hij zoekt zijn toevlucht tot een chatsite om een manier te vinden om vrienden op het web te maken, maar komt hier alleen maar mannen met onfrisse bedoelingen tegen. Kip kan daarentegen zijn geluk niet op; hij zegt dolblij tegen zijn ouders dat hij met zijn nieuwe vriend naar de film gaat en zit enkele ogenblikken later met een grote glimlach naast zijn laptop in de bioscoop.

En hoe gaat het met Stan? Die wordt, nu hij bijna een miljoen vrienden heeft, de hele hype zat en besluit zijn profiel te verwijderen. Hij krijgt echter het volgende ondubbelzinnige bericht: “I’m afraid I can’t let you do that, Stan Marsh.” Vervolgens komt hij in een virtuele omgeving terecht waarin hij zijn reusachtige online alter ego tegenkomt. Na deze te hebben verslagen in een allesbepalend potje Yahtzee is Stan eindelijk van de last van zijn Facebook-profiel bevrijd. Kyle verwijdert dan toch Kip uit zijn vriendenlijst in een poging zijn online prestige te redden. Kip is aanvankelijk de wanhoop nabij maar deze wanhoop slaat om in euforie als blijkt dat alle voormalige vrienden van Stan naar zijn profiel zijn overgezet.

Beide afleveringen werden door de meeste media bejubeld vanwege de subtiele humor en de ironische toon. Ze symboliseren het overdreven belang dat mensen toedichten aan online status. Heb je geen vrienden op Facebook? Dan hoor je er niet bij. Heb je een vriend met maar één vriend op Facebook? Ook dan ben je een zielig figuur. Wil je mij niet als vriend toevoegen op Facebook? Dan is mijn logische conclusie dat je een hekel aan mij hebt. Het einde van World of Warcraft? Dat staat toch synoniem voor het einde van de wereld?

Je waarde als mens hangt tegenwoordig af van de grootte van je online vriendenlijst of het level dat je hebt bereikt in een computerspel. Oké, dat is behoorlijk gechargeerd. In elk geval denk ik dat we ons niet blind moeten staren op social media als een manier om contacten te onderhouden en het ultieme geluk in ons leven te vinden. Het is natuurlijk bijzonder boeiend om te weten wat iemand heeft gegeten bij het diner of welk kostuum diegene heeft gedragen tijdens carnaval, maar het is de vraag of dit soort uitwisseling van feitjes tot waardevol contact leidt. Sociale media kunnen volgens mij het beste beschouwd worden als een hulpmiddel om je sociale leven te organiseren. Op het moment dat je merkt dat je jezelf volledig profileert in termen van je online status, wordt het hoog tijd om nog eens de afleveringen van South Park terug te kijken om het concept ‘social media’ in een wat realistischer perspectief te kunnen plaatsen.


Matthijs van der Kooij “Het einde van World of Warcraft? Dat staat toch synoniem voor het einde van de wereld?”three hours ago · like



Matthijs van der Kooij “I’m afraid I can’t let you do that, Stan Marsh.”three hours ago · like

Een Broodnodige Relativering


pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Tycho Wassenaar

Dr. Wim Jansen (1946) gaat met pensioen. Hij heeft maar liefst 39 jaar gewerkt bij de Universiteit Utrecht op het departement Methode en Technieken en bij het instituut Sociologie. In een interview vragen wij hem naar zijn werkzaamheden en naar de geschiedenis van Sociologie in Utrecht en haar studievereniging door de jaren heen. En wat blijkt? Wim Jansen is een wandelend archief vol met leuke anekdotes.

two hours ago · Like · comment

Michel Vergouwen

Helaas hebben wij nooit les van u gehad, maar na een rondvraag bij collega’s bleek dat u sportief bent, van moderne kunst houdt en geïnteresseerd bent in beeldstatistiek. Zou u over dat laatste iets kunnen vertellen, wat houdt het precies in?


Wim Jansen Dit is het makkelijkste uit te leggen aan de hand van een voorbeeld. Zo geeft het CBS elk jaar een statisch jaarboek uit waar kerngetallen instaan van het afgelopen jaar. Deze staan dan in tabellen maar ook in plaatjes afgedrukt. Tegenwoordig zijn gebeurt dat met die verschrikkelijk histogrammen en taartdiagrammen, maar in de periode 1940-1966 had het CBS het maken van illustraties uitbesteed aan de Nederlandse Stichting voor Statistiek. Daar werkte Gerd Arntz en hij zorgde ervoor dat de cijfers niet terecht kwamen in ‘saaie’ tabellen en grafieken. two hours ago · like

Tycho WassenaarToen Wim Jansen voor zijn studie het Statisch zakboek van 1963 moest aanschaffen raakte hij gefascineerd door deze beeldstatistiek. In de jaren hierop volgende heeft de heer Jansen zijn collectie uitgebreid met de gedachte hier ooit nog iets over schrijven. Dit gebeurde jaren geleden tijdens een sabbatical in Florence. Toen heeft hij een artikel geschreven die de vraag, Waarom in de jaren ‘60 en eerder de symbolen wel in de statistiek voorkwamen en daarna niet meer, moest beantwoorden. De heer Jansen draagt als belangrijkste reden aan dat de middelen er niet meer waren. Zo is er een bedenker, vertaler en grafisch weergever nodig; als één van deze ontbreekt is het gedoemd om te mislukken. Een grappig feitje van dit artikel is, dat het alleen is gepubliceerd in Journal of Design History, omdat statistische tijdschriften met een ‘history corner’ er maar weinig interesse in hadden.

two hours ago · like

Michel Vergouwen

In de jaren ‘60 en ‘70 was de opleiding Sociologie erg populair en momenteel is het aantal studenten wederom sterk aan het groeien. Hoe zou u de ontwikkeling van Sociologie in Utrecht willen beschrijven?


Wim Jansen In de jaren ‘50 was de opleiding nog erg klein, zo’n 10 à 20 studenten stroomde elke jaar in. Deze trend zette zich door tot halverwege de jaren ‘60. De babyboomers gingen toen studeren en van deze enorm toevoer aan studenten profiteerde Sociologie ook mee. Zo ging het aantal eerstejaars van 70, naar 100 tot het in de hoogtijdagen zo’n 200 eerstejaars elk jaar kreeg. Daarnaast was het ook de tijdsgeest die voor een verhoogde maatschappelijke interesse en participatie leidde en dus een belangrijke rol speelde in de toename van het aantal Sociologiestudenten. Toen ze eenmaal statistiek kregen kwamen ze van de koude kermis thuis, want Sociologie bleek iets anders te zijn dan alleen ‘maatschappelijk betrokken’. two hours ago · like

Michel Vergouwen

Wat zou u als het hoogtepunt én het dieptepunt van uw onderzoeks- en onderwijscarrière willen benoemen?


Wim Jansen Nou, ik heb onderwijs altijd met buitengewoon veel plezier gedaan.Op één aspect na, dat was toen na invoering van de gamma-propedeuse en dus kregen alle studenten sociale wetenschappen in het eerste jaar bijna hetzelfde programma. Dit, met de gedachte dat mensen daarna beter in staat zouden zijn om te kiezen. Een sympathieke gedachte, maar als gevolg hiervan was een vak als Methoden & Technieken ook voor iedereen hetzelfde. Dat betekende dus dat er voor 1500 studenten college gegeven moest worden. Aangezien dit niet in een keer kon, was besloten dat ik het college vier keer ging geven. Helaas had men er nog niet over nagedacht dat je ook een grote zaal nodig hebt. Toen kwam iemand op het “lu mineuze” idee om bij de Pelikaan (de toenmalige sporthallen) een platte doos neer te zetten en vol te zetten met stoeltjes om er vervolgens college te geven. Het was enorm lastig college geven, omdat de grote zaal niet geschikt voor de overheadsheets en het bord was, en dat terwijl er af en toe toch een formule of een schema nodig was. Hier heb ik nog jaren college ingegeven. two hours ago · like

Interview met Wim Jansen


pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Michel Vergouwen

De horizontalisering van het eerste jaar vindt u dus geen positieve ontwikkeling voor het onderwijs?

two hours ago · Like · commentWim Jansen Nee, nee. Die gamma-propedeuse is later ook volledig ten grave gedragen. Het werkt niet. De meeste mensen kiezen toch voor een bepaalde studie en als ze geïnteresseerd zijn in een naastliggend vak, dan doen ze een bijvak of een minor. Je moet het niet verplicht aan iedereen gaan opleggen. Biedt het zoals het nu bij Sociologie gaat aan. Er zit in de vakken een duidelijke opbouw en module. Je weet waar je aan toe bent en dan kun je vrij snel in de gaten hebben of het wat voor je is of niet. two hours ago · like

Michel Vergouwen

En wat is dan uw hoogtepunt wat betreft onderzoek?


Wim Jansen In de jaren ’80 was er een groep mensen die gebonden waren aan (de toenmalige) vakgroep van Sociologie en zij waren geïnteres-seerd in stratificatie en mobiliteit. Samen maakten we een keuze uit een aantal interessante boeken om hierover met elkaar te praten en vervolgens de mensen uitgenodigd om over hun werk te vertellen en zelf dingen te gaan schrijven. Dat is bekend geworden onder de naam Utrecht Mobility Seminar en is actief geworden in het Research Committee on Social Straification van de International Sociological Association. Dit is een actieve research committee, die twee keer per jaar een congres houdt dat alleen over stratificatie en mobiliteit gaat. Hier hebben we twee achtereenvolgende jaren in Amsterdam en Boedapest onze eigen resultaten gepresenteerd. Deze groep heeft ongeveer twee à drie jaar bestaan en daarna heeft men zich verspreid. Al met al was dit erg leuk om te doen, want het was nieuw, want sinds de jaren ’50 was er niets meer aan dit onderwerp gedaan. Bovendien sloot het aan bij de ontwikkelingen in het buitenland. two hours ago · like

Michel Vergouwen

Hoe ging het vroeger met SPSS?


Wim Jansen In de syntax is elke regel een commando. Vroeger was dit precies hetzelfde, alleen moest wel elke regel op een ponskaart geponst worden. De ponsmachines stonden in de kelder van het Academisch Computer Centrum Utrecht (Instituut voor Wiskunde). Daarna ging je met je stapel ponskaarten naar de kaartlezer om ze in te (laten) lezen. SPSS zelf draaide op de supercomputer van Control Data, die minstens zo groot was als de zaal waar we nu zitten en die bediend werd door mensen van het ACCU. De geprinte output kon na verloop van tijd aangetroffen worden in een soort enorm vergrote FEBO automatiek. Vaak bestond de output uit de melding dat er een fout was aangetroffen. Dan moest je weer naar de ponsmachines; de betreffende ponskaart(en) opnieuw ponsen, weer naar boven en opnieuw inlezen. Dat moest bij een soort super computer die zo groot als de gehele ruimte was en werd bediend door gespecialiseerd personeel. Vaak kon je na het verkrijgen van je output de gemaakte fout opsporen, je ponskaart opnieuw ponsen en weer terug naar boven om het allemaal in te laten lezen. Je was er de hele middag mee bezig. Wat overigens opvallend is, zijn de versies van SPSS hierna, want achter het scherm gaat het namelijk nog steeds op dezelfde manier zoals op de oude ponskaart. two hours ago · like

Tycho Wassenaar

Wim Jansen gaat nu genieten van zijn verdiende pensioen, maar zal niet stil gaan zitten. “Er zijn nog een aantal artikels die afgewerkt moeten worden en misschien begin ik nog wat nieuwe dingen die mijn interesse hebben, maar wat precies weet ik nog niet”.


Wim Jansen

Posted one new picture in his album Self


Interview met Wim Jansen

Wim Jansen likes this.


pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Landelijke SociologieDag 2011

Karlijn Roex

Posted one new picture in her album Landelijke SociologieDag 2011: Internet


12 people like this.

Karlijn Roex Op 11 maart trokken sociologiestudenten uit het hele land weer massaal naar de Landelijke Sociologie Dag, dit jaar in ons Utrecht. Vandaag gaan we ergens bij stilstaan waar we al zoveel mee bezig zijn, maar nog zo weinig over nadenken: internet. Wat heeft internet voor invloed op onze maatschappij? Is privacy een term van vroeger of speelt het nog steeds? Nog vele andere vragen werden voorlopig beantwoord of gesteld op deze dag. Internet is een thema dat duidelijk nog te weinig aandacht heeft gekregen van sociale wetenschappers. Een stille hint voor ons, de nieuwe generatie sociologen. Hoofdsprekers vandaag zijn Prof. Dr. Jan van Dijk van de Universiteit Twente en Dr. Albert Benschop van de Universiteit van Amsterdam. Het Academiegebouw oogt als een klassieke universiteit uit een film, echter verschijnt de professor niet in toga en terwijl hij begint te spreken, zetten studenten hun smartphones snel nog even uit.


Karlijn Roex

Internet en individualisering, hoe verhouden de twee zich tot elkaar? Dat is de grote vraag van ons allemaal. Van Dijk antwoordt: ‘Het vormen van brede online netwerken is een compensatie voor de toenemende individualisering in de samenleving.’ Beide hoofdsprekers vrezen echter een versterking van het isolement van de mensen die al eenzaam zijn. Sociale ontmoetingen komen minder spontaan tot stand, in Van Dijks woorden: de ‘erosie van het toeval’. Bij een bekende of vriend aanbellen zonder aankondiging is minder van deze tijd. De vraag is echter of dit niet komt uit de al bestaande Nederlandse neiging om alles in te plannen. Ook vraagt Van Dijk zich af of we niet straks ‘geleefd zullen worden’ door internet: het wordt meer en meer onze vrijetijdsbesteding.

Maar de sprekers zijn zeker niet alleen maar somber. Internet is nieuw in die zin dat zij een allesverbindende infrastructuur biedt: tussen individuen, organisaties en de maatschappij als geheel. Bovendien komt ‘de wereld’ in een online netwerk werkelijk dichterbij. Het aantal ‘tussencontacten’ tussen jou en een ander persoon vermindert. En kijk naar het politieke potentieel dat internet heeft: via Youtube en Facebook wordt de internationale solidariteit uitgedrukt en mobiliseren groepen zich sneller dan ooit.Van Dijk spreekt niet over een ‘Facebookrevolutie’ in Egypte. Omdat maar een klein deel (ongeveer 5%) van de bevolking toegang had tot het internet, vooral de jongeren. Vooralsnog is Al Jazeera een veel belangrijker medium in het Midden-Oosten dan Facebook. De processen worden allemaal gesteund, maar niet veroorzaakt door social media. Hetzelfde geldt voor de individualisering in het westen. In een collectivistisch land kan social media juist bijdragen aan bloei van de lokale gemeenschap.Ook wordt de maatschappij sneller met internet. Je ziet bijvoorbeeld dat overheden vaak te traag zijn met voorlichting, wanneer burgers elkaar onderling al via internet geïnformeerd hebben. Dit was bijvoorbeeld te zien bij de inenting van tienermeisjes tegen baarmoederhalskanker. De spookverhalen waren de officiële informatie al voor. Dit alles gaat ten koste van instituties die de snelheid niet bij kunnen houden. Ook de economie gaat sneller door ICT. Geruchten verspreiden zich sneller dan ooit, met alle gevolgen voor de beurs. Er zijn programma’s die de automatische aan- en verkoop van aandelen regelen. Dit kan economische crises veroorzaken, zo stelt Van Dijk.



Karlijn Roex “Maar een klein deel (ongeveer 5%) van de bevolking had toegang tot het internet, vooral de jongeren. Vooralsnog is Al Jazeera een veel belangrijker medium in het Midden-Oosten dan Facebook.”



pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Karlijn Roex

Interessant zijn de onderzoeksuitkomsten* over internetgebruik en stratificatie. Internetgebruik kan hiermee in het rijtje van activiteiten geplaatst worden die iets zeggen over sociale status of klasse: theaterbezoek, muzieksmaak, stemgedrag, enzovoort. Waar internet eerst gedomineerd werd door hoogopgeleiden, zijn nu alle sociale klassen er aanwezig. Het probleem dat niet iedereen toegang heeft tot internet, speelt in Nederland niet wezenlijk. Wel heeft nog niet iedereen hier dezelfde internetvaardigheden. Naast de eerdere kenniskloof, ontstaat er op internet een gebruikskloof tussen laag- en hoogopgeleid. Laagopgeleiden schijnen meer te winkelen, te gamen en aan eenvoudige communicatie te doen. Hoogopgeleiden zijn meer beroepsmatig bezig met internet (zakelijke activiteiten) en zoeken meer informatie. Van Dijk heeft het enerzijds over de informatie elite (15 tot 20%) die het meest verbonden is via internet, en anderzijds de unconnected: de vaak sociaal-geïsoleerde mensen zonder internet. Er zijn eigenlijk twee ontwikkelingen zichtbaar begin 21e eeuw, beiden gedreven door risico-ervaring. Enerzijds de opkomst van de sociale media, ter compensatie van onze minder stabiele identiteit. Anderzijds de opkomst van de surveillance-cultuur, gedreven door de aanslagen op 11 september.

Persoonlijk zie ik de twee ontwikkelingen elkaar nog wel aanvullen: inlichtingendiensten zullen dankbaar gebruik maken van de eerste ontwikkeling. Het is eenvoudig om ‘verzonnen’ Facebookpagina’s aan te maken, willekeurig of doelgericht mensen toe te voegen en de boel in de gaten te houden. Interessant is dat jongeren wel degelijk aangeven om privacy te geven, maar er anders mee schijnen om te gaan. Er wordt gedacht dat het noodzakelijk is om meer informatie weg te geven. Privacy blijft voor hen vooral in het abstracte zitten. De noodzaak van een debat over deze kwestie blijkt wel uit hetgeen spreker Bart van der Sloot zegt over het verkopen van zoekgegevens door Google aan Amerikaanse verzekeringsmaatschappijen. Als iemand vaak op een bepaalde ziekte heeft gezocht, kan dat problemen opleveren voor het krijgen van een polis. Ironisch schetste een spotprent deze situatie - Facebook-oprichter Zuckerberg: “Ik geef gegevens van privé-personen aan organisaties en daarom ben ik uitgeroepen tot de meest invloedrijke man van de wereld.” tegenover een spotprent over Wikileaks-oprichter Julian Assange: “Ik geef gegevens van organisaties aan privé-personen en daarom ben ik een crimineel.”

Later die dag volg ik een speech over Youtube, doorspekt met veel theorievorming, van Robbie Vos (docent aan de UvA). Het mooie van Youtube is dat het de macht ondermijnt van de traditionele media. Iedereen kan in principe zijn of haar filmpje openbaar maken. Als je veel kijkers trekt, kun je zelfs een celebrity worden van het nieuwe soort: een Youtube-celebrity. Er zijn mensen met veel kijkhits die een contract hebben gesloten met Youtube, waarmee ze inkomen krijgen in ruil voor het maken van filmpjes. Ook Vos ziet een individualiserende werking van Youtube: we trekken ons terug uit de dreigende wereld in ons eigen huis, waar we gemakkelijk toch nog in connectie kunnen staan met de ‘wereld’. Tijdens het bekijken van filmpes deel je iets met de maker en ben je onderdeel van een groter geheel. Vos stelt dat Youtube onze drang om zien en gezien te worden bevredigd. Reclame, merken, filmpjes: we hebben ontzettend veel met beelden. Guy Debord zegt zelfs dat onze sociale relaties bepaald worden door beelden (zie de link naar Marx, die zei dat onze sociale relaties bepaald worden door de uitwisseling van waren). Je draagt bijvoorbeeld een bepaald merk, waar een bepaald beeld bij hoort en zegt daarmee iets over je identiteit. Beelden zijn wezenlijk onderdeel van een gedeelde sociale identiteit en bepalen met wie en wat iemand zich associeert. Het beeld (ofwel de associatie) is belangrijker dan het concrete product. Verklaart dat waarom sommige ‘onzinnige’ filmpjes zoveel viewers hebben?

Het wachten is nu op de eerste docent aan de Universiteit Utrecht die zich specifiek richt op internetsociologie. Vooralsnog blijft de UU enigszins achterwege op het gebied van hoogleraren of universitair docenten die hun onderzoek richten op internet of een thema wat daaraan verbonden is.

* Van Deursen, A.J.A.M. & Van Dijk, J.A.G.M. (2010). Trendrapport Computer- en Internetgebruik 2010. Een Nederlands en Europees perspectief. Enschede: Universiteit Twente.



Landelijke SociologieDag 2011


pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Mark Veenbrink

Beste jij, er wachten meer vrienden op je! Je vrienden hebben meer dan 100 van hun vrienden gevonden met de vriendenzoeker. Heb jij al je vrienden al gevonden?

Ja, ik heb er niet meer. En ik vind het wel genoeg zo. En ik kan mijzelf al helemaal niet wijsmaken dat ik meer vrienden zou hebben dan de ‘vriendenteller’ aangeeft. 16 momenteel. Al weet ik zeker dat ik veel meer mensen ken die ook een facebook account hebben. Maar zijn dat er 100? Ja, ik denk het wel. En zijn dat dan vrienden? Tja. Voor facebook is alles vriend. Of juist niet. Meer gradaties zijn er gewoon niet. En van de 16 ‘vrienden’ in mijn lijst zou ik er denk ik slechts drie spontaan noemen als mij gevraagd zou worden wie mijn vrienden zijn. Ach, misschien vier dan, maar sommige relaties noem je toch anders dan ‘vriendschap’. Zo was ik laatst bij mijn broertje, die stomverbaasd reageerde dat ook ik een facebook account had aangemaakt. Dat werd niet verwacht van de recalcitrante ik. Maar al snel bleek hij mij niet te kunnen vinden. En daar was ik maar al te blij mee. Want gezien de zekerheid dat ik niet weet wat er met de door mij verstrekte info gebeurt, besloot ik een pseudoniem te kiezen.

Nadat ik mijn broertje mijn pseudoniem had verstrekt had hij mij gevonden. En een vriendschapsverzoek verstuurt. Eenmaal weer thuis heb ik facebook opgestart, en daar was hij. Een vriendschapsverzoek van mijn broertje. Nu weet facebook (gelukkig) helemaal niets van mij, maar dat mijn broertje mij moest vragen of we vriendjes konden worden vond ik toch wat vreemd. Maar goed, mijn broertje en ik zijn nu vrienden. En al mijn vrienden kunnen het weten. Op je startpagina krijg je te zien of jouw vrienden nieuwe vriendschappen zijn aangegaan. En ja, mijn vrienden blijken iets sneller te zijn in het uitbreiden van hun vriendenkring dan ik. Soms wel 5 vriendschappen voor 1 persoon per dag. Je hebt het er maar druk mee. Maar niet alleen nieuwe vriendschappen worden getoond. Zo heb ik een vriend die op zeer dichterlijke wijze de meeste ranzige taal uitslaat. En dat zijn account nog niet geblokkeerd is, verbaasd haast al mijn vrienden weer. Maar ook bij zijn teksten wordt af en toe de melding getoond dat enkele mensen dit leuk vinden, en de nodige reacties die iets meer nuance wensen te brengen in de mate van leuk vinden. Of juist helemaal niet.



Mark Veenbrink “Nee toch! Ik zat nu met vrienden die geen vriend zijn, die het ook nog eens leuk vonden dat ik het maar matig vond.”


Mark Veenbrink

Laatst zag ik op mijn startpagina dat een ‘vriend’, in dit geval een die ik daar zelf ook onder schaar, een spelletje pinguïn werpen had gespeeld. ‘vind ik leuk’, dacht ik. En deed ik. Om daarna zelf een pinguïn te werpen. Maarliefst drie meter ver. Een pop-up menu gaf mij de mogelijkheid dit op mijn pagina te publiceren. En hierbij heb ik meteen even de reactie geplaatst dat ik een ‘heule zwoare pinguïn’ had. En dat werd leuk gevonden. Door 2 mensen. Hier had ik graag laten weten dit een vrij magere score te vinden, en wilde dan ook kenbaar maken dit maar matig te vinden. Maar ja. Daar is geen knopje voor. En het plaatsen van de opmerking ‘ik vind dit maar matig’ resulteerde eveneens in twee mensen die deze opmerking ‘leuk’ vonden.

Nee toch! Ik zat nu met vrienden die geen vriend zijn, die het ook nog eens leuk vonden dat ik het maar matig vond. Echter, ik kan dit die vrienden ook moeilijk kwalijk nemen. En misschien hadden ze mij ook liever als ‘kennis’ in hun lijst gehad dan als vriend. Maar de mogelijkheid onderscheid te maken bestaat alleen voor vrienden. Dus zonder vriendschap geen kennis, familie of wat dan ook. En iets niet leuk vinden, of matig zoals in mijn geval, is op facebook niet mogelijk. Maar misschien is het voor gebruikers ook minder leuk als blijkt dat de ‘vind ik niet leuk’ knop vaker gebruikt wordt dan de ‘vind ik leuk’ knop. Maar toch. Facebook biedt enkel de mogelijkheid om iets dat je eerst als leuk hebt aangeduid, later toch niet meer leuk te vinden. Niet iets minder leuk dan eerst, neen, niet meer leuk. En dat kan binnen seconden. Zo heb ik een opmerking van een vriend, de hierboven beschreven ene met zijn dichterlijke kwaliteiten, in een paar minuten wel tien keer leuk gevonden. En dus ook negen keer niet meer leuk. Alle ruimte voor de labiele ik om mijn wisselende emoties aan de wereld kenbaar te maken. Binnen de dichotome wereld van facebook dan. Hierom is het ook dat ik mijn status besloot te wijzigen in ‘vind ik leuk vind ik niet meer leuk’. En je raad het al. Vrienden vonden dit leuk. En dat ik het niet meer leuk vond, leek niet begrepen. Nu vond ik het echt niet leuk meer. Maar dat kan hier alleen als je het eerst wel leuk gevonden hebt.



vind ik leuk, vind ik niet meer leuk


pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Marloes Driedonks

Beleid maken is leuk

“Veel mensen vragen zich af of je als beleidsmedewerker bij een ministerie wel verschil kunt maken. Ze denken dat je verzandt in bureaucratie, maar dat is helemaal niet zo. Ik bedenk zelf projecten en voer ze uit. Dat is heel leuk.” Marloes Driedonks werkt bij het ‘programmaministerie’ voor Jeugd en Gezin en is praktisch ingesteld. Samen met haar collega is zij verantwoordelijk voor een 25%-vermindering van de regeldruk in de Jeugdzorg. “De mensen die in de Jeugdzorg werken zijn teveel bezig met bureaucratische rompslomp. Ze kunnen die tijd beter besteden aan de daadwerkelijke hulpverlening aan kinderen en gezinnen. Dit project ‘Regeldruk AanPak in de Jeugdsector’ begon met een onderzoek om de knelpunten te vinden. Eén van de resultaten was verrassend genoeg dat de regeldruk niet kwam door de wetten en regels van de overheid, maar door de procedures die de instellingen zichzelf opleggen.”

Praktische oplossingen bedenken

“Op basis van de uitkomsten van het onderzoek hebben wij praktische oplossingen bedacht. Zo loopt er nu een testfase bij een instelling in de Jeugdzorg, om die te leren zichzelf minder regels op te leggen. En er is nu een Meldpunt Regeldruk – dat ben ik eigenlijk - waar de mensen uit de Jeugdzorg hun ervaringen kunnen melden. Daaruit halen wij weer informatie voor nieuw beleid. En we maakten bijvoorbeeld de Privacy Wegwijzer waarin hulpverleners lezen wat ze allemaal mogen rond het onderwerp privacy, want dat is meer dan ze denken en dat helpt bij het versnellen van procedures. Ik ben net begonnen met een nieuwsbrief voor iedereen die in de Jeugdzorg werkt, want tijdens werkbezoeken kwamen we erachter dat informatie vaak boven in de organisatie blijft hangen.”

Afwisselend werk

“Mijn werk komt neer op het analyseren van het probleem en het bedenken van creatieve oplossingen. Door mijn studie ben ik getraind om het probleem te bekijken vanuit alle invalshoeken zodat ik een volledig beeld krijg. De beleidsoplossingen die we bedenken, bespreken we met partijen en verwoorden die in een nota zodat bijvoorbeeld de minister er een beslissing over kan nemen. Als het definitieve ‘ja’ komt kan het echte werk beginnen. Wij onderzoeken of de oplossing inderdaad het gewenste resultaat heeft en sturen zo nodig het beleid bij.” Haar dagen zijn afwisselend. Marloes heeft veel besprekingen, gaat op werkbezoek, zit aan de telefoon en schrijft veel.

Veel geleerd

Volgens Marloes is haar studie Sociologie belangrijk geweest voor haar werk. “Naast probleemanalyse heb ik geleerd hoe je een verhaal goed opbouwt en een kop en een staart geeft. En omdat ik in een klein studiejaar zat, was ik vaak aan de beurt voor het geven van presentaties, dat komt nu goed van pas. Verder is het handig dat ik basiskennis heb over het doen van onderzoek zodat ik een serieuze gesprekspartner ben voor onderzoeksbureaus. Ik wil eigenlijk niet kritisch zijn over mijn studie maar als ik dan toch iets moet noemen wat ik gemist heb, dan zijn het vaardigheden om anderen te overtuigen. Voor nieuw beleid moet je altijd draagvlak vinden bij veel partijen en het zou handig zijn geweest als ik die vaardigheden al een beetje had gehad.” Maar geen nood, Marloes kan via haar werk allerlei opleidingen doen.

Fluitend naar mijn werk

“Naast mijn werk ben ik niet enorm ‘sociologisch bezig’, in de zin dat ik lokaal of politiek actief ben, maar betrokken ben ik zeker wel. Ik lees de krant altijd goed, want het nieuws leidt vaak tot kamervragen die ik moet beantwoorden. Dat is het spannende aan de relatie met de politiek. Sinds kort ben ik bevlogen voor kunstgeschiedenis, dat is iets heel anders. Over een jaar hoop ik senior adviseur op een ministerie te zijn. Vervolgens wil ik de stap maken naar de advieswereld. En over vijfentwintig jaar heb ik misschien wel mijn eigen adviesbureau. Altijd hoog blijven inzetten! Het belangrijkste is dat ik elke dag fluitend naar mijn werk ga.”


Sociologie werkt: Marloes Driedonks

Marloes Driedonks

Posted two new pictures in her album Self



pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Karlijn Roex

Wat is uw functie?

one hour ago · Like · comment

Leonard van ‘t Hul Ik ben onderwijsassistent. Dit houdt in dat ik werkgroepen geef en masterscripties begeleid. Vier dagen in de week ben ik bijna volledig bezig met deze functie. Ik kom in aanraking met alle leerjaren van sociologie (1e jaars tot 4e jaars). Ik houd me tevens bezig met de inhoud van de cursussen; dit doe ik bijvoorbeeld aan de hand van evaluaties of wanneer er een nieuw studieboek is uitgekomen.

one hour ago · like

Karlijn Roex

Wat bent u nu aan het doen?


Leonard van ‘t Hul Op dit moment ben ik een artikel aan het lezen voor een seminar van morgen, waarop PhD’s, universitair docenten en anderen elkaars werk becommentariëren. Zij kunnen dan hun werk aanscherpen aan de hand van die feedback. Het seminar is georganiseerd vanuit de vakgroep sociologie in Rotterdam. In de toekomst zou ik daar graag promoveren. Dit seminar is dus ook een kans om te zien hoe het eraan toe gaat in Rotterdam.


Karlijn Roex

Wat voor vakken geeft u?


Leonard van ‘t Hul Dit wisselt sterk per jaar. Vorig jaar heb ik M&T-1 gegeven. Nu geef ik sociale netwerken, dat is een 2e jaarsvak. Ik geef vooral beleidsvakken. Omdat de opleiding zo snel gegroeid is, ontstaan er gaten die ik op kan vullen. Doordat er zoveel vraag is heb ik vaak nog wat te kiezen. De vakken die ik geef heb ik allemaal zelf gevolgd, dat is een groot voordeel. Het zijn interessante en concrete vakken. De leukste cursussen vind ik degene waarin verschillende benaderingen mogelijk zijn; dit levert vaak discussie op.


Karlijn Roex

Doet u aan social media?


Leonard van ‘t Hul Nee. Ik heb wantrouwen tegenover social media. Je zet er van alles op, gewoon omdat het ‘kan’, zonder na te denken over de nadelen. Ik heb ook geen zin in al die tijdsinvestering. Daarnaast vind ik het niet nodig: zonder social media functioneer ik ook prima. Ik heb een oude telefoon: pingen hoeft van mij niet, als ik maar kan sms’en en bellen. Daarnaast is mail natuurlijk ook wel handig.Ik heb een masterscriptie geschreven over moderne hekserij als religie. Deze beweging is op het internet ontstaan. In de samenleving werd hier lacherig over gedaan, maar de besloten internetfora waren hiertegen bestand. Vanuit die fora is de beweging gegroeid tot een religie. Zo zie je dat internet een sterke nieuwe vorm van organisatie is.

Social media bieden zeker een interessant onderzoeksveld voor sociologen. Naar mijn mening is dit onderwerp te veel gedelegeerd naar Communicatiewetenschappen.


Karlijn Roex Van ’t Hul vertelt dat hij in Utrecht zijn bachelor en master heeft gedaan. Hij is twee jaar penningmeester van Usocia geweest. Ook heeft hij wat gedaan voor Pamflet. Het blaadje heette eerst Signifikrant; in de tijd dat hij erbij kwam is het opgetogen tot Pamflet. Hij waardeert het doel van de “Rondgang over de 14e” sterk. “Het is jammer dat er zo weinig contact is tussen student en docent.


Usocia Sociologievereniging

Elk Pamflet doen we een kleine rondgang over de 14e verdieping van het Van Unnikgebouw. Dit om de relatie tussen de student en de docent te verbeteren en omdat ook zij leuke verhalen hebben. In dit nummer praten we met Leonard van ’t Hul en Esther Havekes.




pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Karlijn Roex

Wat is uw functie?


Esther Havekes Ik ben werkzaam als aio/ phd-student en ben bezig met mijn tweede jaar van mijn promotie-onderzoek.


Karlijn Roex

Houdt promoveren ook andere activiteiten in dan onderzoek? Bijvoorbeeld onderwijs geven of congressen volgen?


Esther Havekes Ja, af en toe ga ik naar een congres, meestal één keer per jaar. Dat kan in zowel binnen- en buitenland zijn. Ook geef ik onderwijs, zo’n 10% van de tijd. Dit is iets dat promovendi vanaf hun tweede jaar doen. Het onderwijs geven komt in fasen, soms veel en soms weinig. Ik geef bijvoorbeeld het vak ‘Sociale sturing’. Daar wordt je op ingedeeld, je kiest de vakken niet zelf. Misschien houden ze wel een beetje rekening met je achtergrond.


Karlijn Roex

Waar gaat uw promotie-onderzoek over?


Esther Havekes Mijn onderzoek gaat over de invloed van de buurt waar mensen wonen op hun houding tegenover andere etnische groepen. Ik gebruik hiervoor bestaande gegevens van het SCP en verzamel zelf data door middel van een vignettenexperiment. Vignetten zijn bepaalde profielen (combinaties van eigenschappen) van mensen. Ik laat de respondenten foto’s zien van zogenaamde buurtbewoners, met beschrijving van enkele kenmerken. Vervolgens stel ik hen daar wat vragen over, hun mening en dergelijke. Mijn buurten variëren heel erg in sociaal-economische status, zo kan ik goed kijken naar de invloed daarvan.


Karlijn Roex

Waar heeft u sociologie gestudeerd?


Esther Havekes In Tilburg. Ik ben naar Utrecht gekomen door te reageren op de vacature. Ik werd aangetrokken door hun project hier.


Karlijn Roex

Waar was u op dit moment mee bezig?


Esther Havekes Ik ben bachelorthesissen aan het nakijken en ga ze zo bespreken.


Karlijn Roex

Posted two new pictures in her album Rondgang over de 14e




pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest







Eduard Schmidt

32 jaar en dan al hoogleraar, Prof. Dr. Frank van Tubergen lukte het. In 2009 werd hij hoogleraar Determinanten van migratie en integratie. In 2000 studeerde hij af in zowel de sociologie (cum laude) als de filosofie om daarna in 2005 cum laude zijn promotieonderzoek af te ronden. 2010 is een succesvol jaar gebleken voor deze docent en onderzoeker. Niet alleen werd hij lid van de Jonge Akademie ook won hij een prestigieuze prijs van de European Academy of Sociology voor het beste artikel van het jaar. Tijd voor een kennismaking.

One hour ago · Like · commentTycho Wassenaar Wie is Frank van Tubergen?

One hour ago · like

Eduard Schmidt Frank van Tubergen is 34 jaar en woonachtig in Utrecht met zijn vrouw en twee kinderen: Max (6) en Lea (2). Hij studeerde tot 2000 aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en ronde zowel een studie sociologie als filosofie af. Sinds september 2000, het begin van zijn promotieonderzoek, is hij werkzaam aan de Universiteit Utrecht. Na zijn promotie werd hij achtereenvolgens universitair docent, universitair hoofddocent en nu hoogleraar. Hij geeft vooral les in de research masters Sociology and Social Research (SaSR) en Migration, Ethnic Relations and Multiculturalism (MERM). Daarnaast begeleid hij masterscripties en geeft hij college in de bachelor, zoals bij de cursus Problemen en Theorieën van de Sociologie.

One hour ago · likeTycho Wassenaar

Kunt u meer vertellen over de prijs die u heeft gewonnen?

One hour ago · Like · comment

Frank van Tubergen De prijs die ik heb gewonnen is van de European Academy of Sociology. Die wordt één keer per jaar uitgereikt voor het beste artikel in de sociologie in Europa. Dit artikel heb ik geschreven met Stijn Ruiter, een goede vriend van me waarmee ik samen sociologie in Nijmegen heb gestudeerd. Stijn is nu senior onderzoeker bij het Nederlands Centrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR). In Nijmegen krijg je veel over godsdienstsociologie en nadat we daar gestudeerd hadden bleef het in ons hoofd rondzingen dat het interessant zou zijn om eens een keer landenvergelijkend onderzoek te doen naar secularisering. Het is namelijk erg opvallend dat in een modern land als Amerika nog steeds iedereen zo gelovig is en iedereen wekelijks naar de kerk gaat, terwijl in Nederland meer dan de helft van de bevolking niet meer naar de kerk gaat. Waarom is de VS zo religieus en Nederland zo seculier? Als je de klassieke moderniseringstheorieën van bijvoorbeeld Max Weber volgt dan zou het zo moeten zijn dat ‘hoe moderner een land, hoe moderner de wereldbeelden en hoe meer secularisering” . Dit gaat dus niet op voor de Verenigde Staten en de vraag was waarom niet.


Tycho Wassenaar Wat kwam er uit het onderzoek?


Frank van Tubergen Eén van de ideeën die wij hadden was dat het te maken zou kunnen hebben met ongelijkheid. In Amerika is de inkomensongelijkheid hoog en ben je eigenlijk alles kwijt als je je baan verliest. We hebben voor meer dan 60 landen onderzocht of het zo is dat in landen met meer inkomensongelijkheid de meer kerkgang hoger is. En dat was inderdaad zo. Het geloof biedt voor veel mensen een vorm van zekerheid en houvast die ze in onzekere situaties opzoeken. Dat bleek ook uit onze bevinding dat mensen die tijdens hun jeugd een oorlog hebben meegemaakt -een bijzonder traumatische en onzekere ervaring- op latere leeftijd vaker naar de kerk gaan. In oktober 2011 krijgen Stijn en ik de prijs in Parijs uitgereikt.

One hour ago · likeTycho Wassenaar

Heeft geloof in uw eigen leven een belangrijke rol?

One hour ago · Like · comment

Frank van Tubergen Nee ook niet. Het is vooral voortgekomen vanuit colleges in Nijmegen.


Eduard Schmidt

U schrijft veel over migranten en integratie en bent daar ook op gepromoveerd. Waar is deze interesse uit ontstaan?

One hour ago · Like · commentFrank van Tubergen Allereerst uit het feit dat er op dat vlak nog niet zoveel onderzoek is gedaan, het is in de sociologie nog een niet zo heel veel bestudeerd onderzoek al wordt het de laatste jaren meer. Daarnaast vind ik het belangrijk dat onderzoek gedaan wordt op een terrein dat voor veel mensen belangrijk is. Persoonlijk is het voor mij niet echt van toepassing, ik ben natuurlijk ook geen allochtoon. Er viel op dit gebied gewoon nog veel fundamenteel onderzoek te doen.

One hour ago· like

PARADOX

Paradox heeft twee betekenissen. Allereerst betekent het ‘schijnbare tegenstelling’ en daarnaast betekent het ook ‘naast de gevestigde orde’. Als beginnend student begon Frank van Tubergen met medestudenten een blad met de naam paradox als antwoord op de manier van werken bij zijn opleiding sociologie in Nijmegen. Deze was voornamelijk kwantitatief en grootschalig van aard, terwijl de studenten van mening waren dat kwalitatief onderzoek het beste was. Na een enorme discussie tussen Paradox en docenten besloot hoogleraar Wout Ultee om in te grijpen en een brief te schrijven naar van Tubergen. In deze brief, van liefst twintig kantjes, werd uitgelegd waarom de manier van werken in Nijmegen kwantitatief van aard is:

“Meer nog dan cijfermatig, is kwantitatieve sociologie analytisch van aard. Goede analytische sociolgie daar zie je zeker ook inhoud en theorievorming in terug”

pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest







Eduard Schmidt

U wordt binnenkort ook geïnstalleerd als lid van de Jonge Akademie. Hoe bent u daar voor in aanmerking gekomen?

One hour ago · Like · commentFrank van Tubergen De decaan van onze faculteit heeft mij met nog 1 of 2 anderen voorgedragen bij het College van Bestuur. Zij hebben er daarna voor gekozen om mij met een aantal anderen voor te dragen bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Daar ben ik toen op gesprek geweest en uitgekozen.


Tycho Wassenaar

Wat doet de Jonge Academie precies?


Frank van Tubergen Allereerst zorgen zij ervoor dat wetenschap bekend wordt in de samenleving. Ze hebben zelfs een bus waar allerlei jonge topwetenschappers mee door het land reizen en dan voor middelbare scholieren hun onderzoek gaan uitleggen. En ook in de media moet je actief zijn. Zo zie je waarschijnlijk ook wel eens dat er mensen van de De Jonge Akademie bij De Wereld Draait Door zitten, naast Robbert Dijkgraaf, de voorzitter van de KNAW. Daarnaast ga je samenwerken met onderzoekers uit andere disciplines. Wat krijg je bijvoorbeeld als je een theoretisch fysicus en een socioloog naast elkaar zet? Zijn er raakvlakken? Zo krijg je hele diverse kruisbestuivingen uit verschillende vakgebieden. Als laatste denk je na over wetenschapsbeleid. Dan denk je bijvoorbeeld na over de vraag of wetenschap altijd een maatschappelijke waarde moet hebben of dat we eigenlijk allemaal fundamenteel wetenschappelijk onderzoek moeten doen.


Eduard Schmidt Hoe gaat zo’n gesprek dan?


Frank van Tubergen Je moet onder andere vertellen over je onderzoek. Wat heb je gedaan? Kun je dat duidelijk uitleggen. Daarnaast wordt er ook gekeken of je bezig bent met spannend, innovatief onderzoek. Verder is het natuurlijk de vraag wat je kan betekenen voor de Jonge Akademie, zeg maar de jongerenafdeling van de KNAW.


Tycho Wassenaar

We vonden op de site van de KNAW het citaat “Frank van Tubergen is een innovatief sociaal wetenschapper (…) hij doet interdisciplinair onderzoek”. De opleiding sociologie in Utrecht is erg op kwantitatief onderzoek gericht. Wat is uw mening over zo’n visie op het onderwijs?

One hour ago · Like · commentFrank van Tubergen Phoe… goede vraag. Even los van de opleiding: we moeten af van de vraag kwalitatief ¬óf kwantitatief. Ik vind het eigenlijk een onzinnige discussie. Het is volgens mij heel simpel: ga je op zoek naar onderwerpen waar je niets over weet dan kan je participerende observaties doen, exploratief onderzoek. Dat kan leiden tot nieuwe hypotheses. Voor het hypothese genererende deel is kwalitatief onderzoek dus erg waardevol. Maar om deze hypotheses te testen, heb je grootschalig onderzoek nodig.


Eduard Schmidt Het is dus eigenlijk complementair?


Frank van Tubergen Het is absoluut complementair! Je moet je hypotheses ook toetsen. En over de opleiding, kwantitatief onderzoek is al heel erg breed. Hebben jullie bijvoorbeeld wel eens paneldata geanalyseerd?


Eduard Schmidt Nee.


Frank van Tubergen Het gaat om analyses waarbij personen door de tijd zijn gevolgd en dat is best ingewikkeld. Om dergelijke analyses te kunnen doen moet je meer weten over regressie analyse, over non-response en nog veel meer over grootschalig veldonderzoek. Kortom, het is erg belangrijk om in kwantitatief onderzoek te investeren want op die manier begrijp je de vervolgstappen pas. We geven de studenten in Utrecht een sterke kwantitatieve basis, zodat ze die vervolgstappen kunnen zetten, in de masteropleiding of in hun toekomstige baan. Bovendien, je kunt wel in één cursus een kwalitatief onderzoek aanbieden maar als dat in het vervolg van de studie niet terugkomt dan raak je het gewoon weer kwijt. Ofwel we gaan dus alles aanbieden, het wordt heel breed en dan weten we over heel veel technieken en methoden heel weinig. Kortom, ik zou het niet erg zinnig vinden om een beetje kwalitatief te doen in de opleiding en het dan niet terug te laten komen, alleen maar om te laten zien ‘we doen hier ook kwalitatief onderzoek’.


PASSIE VOOR SOCIOLOGIE

Op de vraag waarom Frank van Tubergen nu al zoveel heeft bereikt, heeft hij niet direct een antwoord. Geluk? Intelligentie? Wellicht, maar het is zeker ook een passie voor Sociologie!

pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Karlijn Roex

Bereikbaar zijn is steeds minder een gegeven dat varieert van het wel of niet zijn, maar in hoeverre. Bijna iedereen lijkt constant bereikbaar, eerst met de komst van de mobiele telefoon en nu ook nog met mobiel internet. En het is niet alleen iets van jongeren, dat facebooken tijdens colleges. Gerdi Verbeet moest onlangs het twitteren tijdens kamerdebatten verbieden, omdat het verre van bevordelijk was voor de ordelijkheid van het debat. Sociologe Sherry Turkle1 (“De draagbare revolutie,” 2011) noemt het de ‘draagbare revolutie’: het constant bereikbaar zijn en de daarmee gepaard gaande mogelijkheid om de anderen om je fysieke zelf heen plotsklaps ‘weg’ te zappen. Zodra ‘real life’ sociale situaties te moeilijk worden vluchten mensen weg door hun mobieltjes te pakken, de jeugd zou zelfs moeite hebben met het natuurlijke afsluiten van een gesprek: iets wat niet geleerd wordt op Facebook of Twitter, waar je abrupt een gesprek kunt staken.

In het digitale sociale gebeuren lijkt op het eerste oog alles een stuk controleerbaarder. Je hebt minder kans om terechtgewezen te worden op een nare manier in een sociale dialoog. Bij social media kunnen anderen jouw reacties op andermans uitspraken meelezen, waardoor de kans op ‘rotopmerkingen’ gestaag afneemt. Er is zogezegd sprake van sociale controle. Je kunt zomaar afhaken in een dialoog als het ‘lastig’ wordt.

Opeens is het mogelijk om een kijkje te nemen in het ‘leven’ van een ander. Gaat hij of zij zaterdagavond uit of is het een thuisblijver? Waar is iemand mee bezig? Een vertekend beeld is snel verkregen. Net als bij enquêtes doet zich bij social media sociale wenselijkheid voor, waarschijnlijk nog veel meer vanwege de openbaarheid. Hier komt een tweede element van de controleerbaarheid bij kijken: je kunt je gewenste identiteit veel beter online etaleren dan in ‘real life’. Social media geven je namelijk de mogelijkheid om de negatieve dingen makkelijk te verhullen en de positieve dingen straffeloos te overdrijven. In onze westerse maatschappij is succes een groot goed, terwijl falen wordt gezien als iets voor ‘losers’. Geen wonder dat er laatst in de krant stond dat onzekere pubers zich eerder eenzamer gaan voelen door het gebruik van social media. Zij zien de wereld van hun leeftijdsgenootjes tien malen idealer dan die werkelijk is: succesvol en sociaal, zonder greintje tegenslag. Bladerend door Facebookprofielen vol met plaatjes van feestjes, lachende gezichten, berichtjes over uitgaansavonden en honderden vrienden, gaan de onzekere pubers geloven dat zij inderdaad ‘iets fout doen’. De door anderen uitgedragen perfecte identiteit wordt een maatstaf voor deze pubers. En ook zij zullen juist daardoor een digitale identiteit creëren die ver van henzelf afstaat, maar wel kan concurreren met de anderen. Het ‘echte’ leven wordt steeds saaier, omdat de tegenslagen hier niet kunnen worden weggepoetst en mensen geconfronteerd worden met hun ‘echte’ identiteit. Dat wordt steeds bedreigender in een perceptie waarin de anderen allemaal perfect lijken. Falen is dan ‘echt’ iets voor losers.

Zijn sociale media als Facebook digitale werelden waar mensen elkaar overschreeuwen, onvoldoende naar elkaar luisteren en waar oppervlakkigheid en individualisme zegevieren boven inhoud en het prosociale? Ik denk dat daar geen eenduidig antwoord op is te vinden. Ik zie bij verschillende mensen een verschillend ‘gebruikerspatroon’ van social media. Mensen hebben verschillende levenshoudingen, individualistisch, postmaterialistisch of anderszins. Social media zullen eerder een nieuwe manier zijn om die levenshouding uit te stralen dan dat ze onze houding zomaar veranderen. Sociaal betrokken jongeren posten relatief vaak over actuele maatschappelijke misstanden en verwijzen daarbij vaak naar andere websites. Bij meer individualistische jongeren gaat het merendeel over hun eigen activiteiten: stappen, een reisje, een nieuwe gadget, et cetera. Hetzelfde geldt voor foto’s die mensen graag laten zien aan hun netwerk. Je kunt social media oppervlakkig maken voor jezelf, maar je kunt er ook ‘meer’ uit halen. Het ligt tevens aan de ‘vrienden’ die je hebt. Zo ontbrandde er op mijn eigen pagina een discussie tussen een klassiek-liberaal en communist over het kapitalisme, aan de hand van een filmpje van hoogleraar Harvey. Via politiek-georiënteerde Facebookvrienden kom ik aan interessante nieuwsfilmpjes of op websites met meer informatie. En niet te vergeten: social media zijn een handig middel om interessante evenementen te ontdekken of er zelf voor te mobiliseren. Uiteraard, het zijn dan vaak niet de social media waar de uiteindelijke informatie zelf vandaan komt, maar de social media fungeren wel als brug daarnaartoe.



Karlijn Roex



Social Media en Identiteit


pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Bernard Verbeek

Als je meebeweegt kan het alleen maar beter worden

“De toenemende vergrijzing in Nederland houdt de zorgsector bezig. De urgentie om iets te doen wordt met de dag groter. Want we willen de zorg goed houden, terwijl er minder mensen zijn om het werk te doen en meer mensen die zorg nodig hebben. Het is daarom zaak om het werken in de zorg aantrekkelijker te maken en slimmer te organiseren. En daarvoor moet je nú in beweging komen.” Bernard Verbeek vertelt bevlogen en in volzinnen over zijn werk. Hij werkt bij Stichting IZZ als adviseur Innovatie. Stichting IZZ biedt een collectieve zorgverzekering voor werkenden in de gezondheidszorg en wil meer bieden dan andere verzekeraars. Als Adviseur Innovatie zet Bernard zich daar dagelijks voor in. “Wij willen de werknemers enwerkgevers in de zorg extra faciliteiten bieden, zoals bijvoorbeeld een project waarin we werknemers leren om gezonder te leven en werken.”

Elkaar inspireren

“Wat mij interesseert is hoe je als mens of organisatie zo goed mogelijk met veranderingen kunt meebewegen terwijl je je eigen koers houdt. Mijn overtuiging is dat als je rekening houdt met wat er op je afkomt, je er zelf voor kunt zorgen dat het beter wordt. Ja, ik ben vrij optimistisch. De toekomst kan alleen maar kleurrijker worden.” Bernard werkt aan verschillende innovatieprojecten tegelijk en zit meer met mensen te praten dan achter de computer. “Als je wat wilt betekenen, moet je de mensen ontmoeten voor wie je het doet, zodat je elkaar kunt inspireren. Ik rij door het hele land en praat met werkgevers in de zorg en allerhande belanghebbenden in de sector. Op kantoor ben ik ongeveer twee dagen per week, om projecten voor te bereiden en de voortgang te volgen.”

Kilimanjaro

Bernard beschouwt zijn werk een beetje als zijn hobby, maar er zijn ook andere dingen die hij graag doet. Reizen, bijvoorbeeld. “Ik ga steeds naar een andere plek, de wereld is zo groot! Door de eigenheid van ieder land ga je anders naar je eigen leven kijken. Ik vind het interessant om een tijdje in een totaal andere cultuur door te brengen en dan te zien dat er veel overeenkomsten zijn met je eigen cultuur. Iedereen op de wereld neigt toch naar dezelfde zaken, maar hoe streven ze die na aan de andere kant van de wereld? Vorig jaar heb ik de Kilimanjaro beklommen. Een lokale gids begeleidde ons. Dan vraag ik wel naar zijn verhaal over het land en zijn maatschappij. Hij zit soms maanden per jaar zonder inkomsten. Zulke verhalen relativeren onze eigen problemen. We hebben het zo goed in Nederland.”

Analyseren en beïnvloeden

“Eigenlijk heeft mijn eerste reis me bij Sociologie gebracht. Ik zag in andere landen de invloed van sociale structuren op het gedrag en het welvaartspeil. Daar wilde ik meer over weten en koos dus voor Sociologie. Ikheb in mijn werk veel aan mijn studie. Zo weet ik hoe ik een goede onderzoeksopzet moet maken, maar heb ik ook geleerd hoe ik een situatie kan analyseren met oog voor alle belanghebbenden én voor het grote geheel. Verder ben ik erin getraind om te kijken welke beïnvloedingsmechanismen gaan spelen als je zaken op een bepaalde manier aanpakt. Ook heb ik veel geoefend met het schrijven van rapporten met een goede opbouw en argumentatie; daar heb ik nu veel aan. Het duurde wel even voordat ik mijn eigen lijn te pakken had. De studie Sociologie is breed en ik vond het allemaal machtig interessant. Maar je moet uitkijken niet verstrikt te raken in de veelheid. Op het moment dat ik merkte dat een onderwerp me meer aansprak, ging ik mijn vakken daarop kiezen en voldeed de studie aan mijn verwachtingen.”

Hard en zacht

“Als ik ook nog wat bedrijfseconomische kennis had opgedaan, had ik een zeer volledige studie gehad. Want je voegt echt wat toe als je de ‘zachte’ maatschappelijke kant kunt verweven met de harde cijfermatige. Je werknemers vrolijk maken is één ding, maar als ik als adviseur duidelijk kan maken dat het ook nog geld oplevert, gaat er echt wat rollen. Daarom vond ik mijn scriptieonderwerp Microkredieten voor m’n bachelor zo interessant. Ook daar gaat het om de combinatie van financiële en sociale zaken. Je zet een bankensysteem op om een sociaal doel te bereiken, namelijk de armoede uit de wereld helpen en de mensenkunnen het zelf doen. Prachtig vind ik dat.”


Sociologie werkt: Bernard Verbeek

Bernard Verbeek

Posted one new picture in his album Self



pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Karrlijn Soppe

Al sinds het begin van het schooljaar was de studiereiscommissie wekelijks te vinden in M7 van de UB. Nadat we zo ongeveer heel Europa, Noord-Afrika en zelfs IJsland overwogen hadden viel ons oog op Budapest. De stad is in de wintermaanden koud, maar ook dan prachtig.

Toen de beslissing eenmaal was gevallen, was er weinig tijd over en de vergaderingen werden langer en langer, maar ook steeds gezelliger! De commissie heeft heel hard gewerkt om een gezellige, spannende, drukke, inspirerende en toch zeker ook leerzame week op het programma te zetten. Volgens ons is dat ook gelukt, want er wordt al gefacebookt over een reünie. En die komt er! Met zijn allen willen we nog een keer het echte “not –in-a-hurry gevoel” creëren en kletsen over de HUFters, de badhuizen, de grote biertjes voor weinig geld, de steile roltrappen en “de Kast en het Dressoir”.


Studiereis Budapest

Karlijn Soppe

Voor iedereen die niet is mee geweest, is het natuurlijk ook wel leuk om te weten wat wij hebben gedaan tijdens onze reis, daarom een korte samenvatting.

Zaterdag 29 februari vertrok ons vliegtuig al om half 9 ’s ochtends van Eindhoven Airport. Een deel van de groep was daarvoor midden in de nacht opgestaan om met de trein naar Eindhoven te gaan. Toen we eenmaal op station Eindhoven aankwamen bleek dat alles gesloten was. We mochten ook niet in de stationshal blijven. Buiten was het echter ijskoud! Nico stelde voor om maar te gaan lopen, want dat had hij al eerder gedaan en het was maar een klein stukje, zo zei hij. De rest van de groep vond dit niet zo’n goed idee en uiteindelijk gingen we per taxi met, jawel, twee Hongaren! Op Eindhoven Airport verzamelden we de hele groep en toen vlogen we naar Budapest. Toen we na een paar uurtjes vliegen, een bus, een metro en een stukje lopen bij het hostel aankwamen waren we blij verrast. Van buiten leek het niet veel bijzonders, maar vanbinnen zag het er leuk uit, met een tafelvoetbalspel, een heuse bioscoop en rokershoekje. We mochten overal gebruik van maken zoveel we wilden, zoveel lawaai maken als we konden produceren en zoveel drank meenemen als we konden dragen. Niks was een probleem. De rest van de dag kon iedereen zijn gang gaan, van luieren op de slaapkamers tot een wandeling om de stad te verkennen. Die avond zijn we met zijn allen uit eten geweest.

Zondag zijn we begonnen met het echte verkennen van de stad. De oude burchtwijk op de burchtheuvel was als eerste aan de beurt. Met het een na oudste kabelbaantje van Europa gingen we omhoog. Eenmaal boven kon iedereen op eigen gelegenheid de burchtwijk verkennen. Aansluitend gingen we naar het Castle Museum dat vroeger het Paleis van de Hongaarse koningen is geweest. Tegenwoordig is de Hongaarse Nationale Galerie er gevestigd. Er is van alles te zien van heel oud tot heel modern en er worden nog steeds voorwerpen aan de grote verzameling kunst toegevoegd. De avond was iedereen vrij om te doen waar hij of zij zin in had. Toch ging eigenlijk iedereen mee naar een soort van kroeg. . Zaterdagavond had een aantal jongens dit ‘tussen-kraakpanden-overdekte-pleinachtige-iets’ ontdekt. Om een fatsoenlijk beeld te krijgen moet je er geweest zijn, want het was een soort van kroeg die tussen twee hoge gebouwen zat met een overkapping, maar die gebouwen bleken er ook bij te horen en het was een geheel van gangen, trappen, hoekjes met banken en verschillen bars. Ik hoop dat mijn omschrijving volstaat voor niet-budapest-gangers en dat iedereen die het wel gezien heeft het een beetje met me eens is. Het was er in ieder geval erg gezellig en dat is toch het belangrijkste.


Karlijn Soppe

Posted two new pictures in her album Budapest


Karlijn Soppe

Posted two new pictures in her album Studiereis Commissie 1


Studiereis Budapest

pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Karlijn Soppe

Maandag was het tijd voor het eerste bezoek aan de Central European University. Een deel van de groep moest vroeg uit de veren, terwijl de rest lekker lui kon doen en alle tijd had om uit te slapen of nog even de stad in te gaan. Het college was echter ook interessant en het was grappig om te horen dat de professor himself leerling was van de enige echte Bourdieu. Ook vertelde de professor heel trots dat hij Merton een paar keer had ontmoet. Na de lunch voegde de hele groep zich weer bij elkaar voor een lange busrit naar de andere kant van de stad. Daar gingen we grotten bekijken. In deze grotten kregen we een rondleiding, die helaas geheel in het Hongaars was. Toch heeft een aantal van ons daarbinnen prachtige foto’s gemaakt. ’s Avonds was het eindelijk tijd voor de geplande kroegentocht. Het is echter bij één club gebleven, Morissons. Hier hebben we een hele tijd karaoke gedaan tijdens het nuttigen van onze 3 gratis biertjes (bij binnenkomst voor 23 uur). Dit feestje ging door tot diep in de nacht en het grootste gedeelte van de groep kwam tegen de ochtend terug in het hostel.

Dinsdag gingen we wederom op een lange reis door de stad met metro, tram en bus. Uiteindelijk kwamen we op een vlooienmarkt net buiten Budapest aan. Het was heel erg koud buiten en een aantal mensen had het daardoor al snel gezien, maar Wim had geen last van de kou. Hij heeft op de vlooienmarkt een jas gekocht van een Hongaarse officier. Jan en Job hebben hele mooie oude camera’s gekocht. Na de vlooienmarkt zijn we terug gegaan naar het centrum. Daar hebben we het House of Terror bezocht, een museum over de nazitijd en het Hongaarse communisme. De avond was om uit te rusten en dat hebben de meeste mensen ook gedaan.

Woensdag mochten de andere twee groepen college volgen. De eerste groep was zo enthousiast dat ze ook naar het tweede college gingen! Dit tweede college was min of meer een gevolg op het eerste. Na de colleges hadden we een ontmoeting met twee Hongaarse studentes die ons meenamen om te lunchen. Vervolgens hadden we nog een rondleiding door de universiteit. Na deze lange dag op de universiteit is een klein groepje ontspanning gaan zoeken in het Széchenyi badhuis. Anderen zijn gaan winkelen of de stad gaan bekijken.


Karlijn Soppe

Donderdag gingen we naar het parlement, daar hebben we een rondleiding gehad en veel mooie foto’s gemaakt. Daarna zijn we teruggegaan naar de burchtheuvel om de Matthiaskerk te bezoeken, de kerk waar prinses Sissi van Oostenrijk is gekroond. Vanuit de kerk kon iedereen zijn eigen gang gaan voor de rest van de dag.

Vrijdag zijn we naar een souvenirmarkt gegaan. Deze souvenirmarkt was in de oude stationshal van Budapest. Op de begane grond werden allemaal etenswaren verkocht, van verse groenten tot alle soorten worst en kaas. Op de bovenverdieping waren alle souvenirs. Bijna iedereen heeft hier wel iets kunnen vinden om mee te nemen voor het thuisfront. Na de souvenirs kon iedereen voor de laatste keer de stad in. Er werd nogmaals volop geshopt en leuke dingen gedaan.

Zaterdag hebben we bijna de hele dag in het badhuis gezeten. Iedereen kwam er als een stel bejaarden weer uit, compleet gerimpeld maar helemaal ontspannen. ’s Avonds zijn we nogmaals met zijn allen uit eten geweest. Het laatste avondmaal van onze reis. De volgende ochtend moesten we vroeg op voor de terugreis. De meeste mensen hebben daarom de laatste avond rustig aan gedaan en zijn redelijk op tijd naar bed gegaan.

Zondag vlogen we weer terug naar Nederland. Eenmaal in Eindhoven aangekomen nam iedereen afscheid van elkaar en gingen we allemaal moe maar voldaan naar huis.

Deze reis was in ieder geval voor ons als commissie zeer geslaagd. Hoewel de reis niet vol zat, hebben we eigenlijk geen tegenslagen gehad en gezien de leuke reacties achteraf, hebben we het idee dat iedereen van deze fantastische reis genoten heeft! Wij als commissie wensen iedereen die meegaat naar Litouwen net zo’n leuke reis als wij gehad hebben en hopen dat volgend jaar weer veel mensen op studiereis kunnen en zullen gaan!


Karlijn Soppe

Posted three new pictures in her album Budapest


Karlijn Soppe

Posted one new pictures in her album Budapest


Studiereis Budapest

Studiereis Budapest

pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Karlijn Roex

Waar houdt u zich nu mee bezig?


Marieke van Schellen Ik onderzoek criminele carrières van veroordeelden en huwelijkspartners. Uniek aan dit onderzoek zijn de huwelijkspartners. Dit is het eerste onderzoek - zowel in Nederland als daarbuiten - waarbij niet alleen het criminele gedrag van veroordeelden maar ook dat van hun partners gedurende lange tijd in kaart is gebracht. Ik volg criminelen en hun partners over de hele levensloop. Wat gebeurt er tijdens het huwelijk? Is een criminele partner ongunstig voor de verdere ontwikkeling van crimineel gedrag? Welke huwelijken hebben meer kans op scheiding? Zorgt scheiding voor een hogere kans op crimineel gedrag? Ik focus dus vooral op de volwassenheid en onderzoek trouwen en scheiden als levensloopgebeurtenissen.


Interview met marieke van Schellen

Karlijn Roex

Posted two new pictures in her album Lang interview op de 14e


Karlijn Roex Marieke van Schellen (aio) behaalde cum laude haar master Groningen en doet nu promotie-onderzoek in Utrecht. Helemaal uit het noorden kwam ze hiernaartoe om zich hier verder te verdiepen in haar interesse: criminaliteit. 43 minutes ago · like

Karlijn Roex

Waar haalt u uw data vandaan?


Marieke van Schellen Ik maak gebruik van data uit de Criminele Carriere en Levensloop Studie (CCLS), gefinancierd door het NWO. Samen met andere onderzoekers uit Leiden en Nijmegen zijn de strafbladen verzameld van meer dan 5000 veroordeelden. Alle veroordeelden zijn geselecteerd op het feit dat zij in 1977 met justitie in aanraking zijn geweest. Voor de veroordeelden en hun huwelijkspartners zijn vervolgens de complete veroordelinggeschiedenissen in kaart gebracht. Daarbij is niet alleen gekeken naar de periode voor 1977, maar ook naar daarna: alle personen zijn gevolgd vanaf leeftijd 12 (de minimumleeftijd waarop je veroordeeld kan worden) tot het jaar 2007 (het einde van de dataverzameling). Sommige veroordeelden zijn inmiddels ver in de 70. Informatie over hun huwelijken en kinderen is verzameld bij de Gemeentelijke Basisadministratie. Het zijn officiële data. We hebben daardoor alleen inzicht in geregistreerde criminaliteit en geregistreerde partnerrelaties (en bijvoorbeeld niet in samenwoonrelaties).


Karlijn Roex

Bent u al langer geïnteresseerd in criminaliteit?


Marieke van Schellen Ja, de interesse was er al tijdens mijn studie sociologie. Ik heb daarom toen vakken bij criminologie en rechten gevolgd. Ook heb ik stage gelopen bij het NSCR in Leiden,” (een bureau voor fundamenteel onderzoek naar criminaliteit). “Eén van mijn promotie-begeleiders werkte daar (Paul Nieuwbeerta) en zodanig ben ik ook in Utrecht terechtgekomen




pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Karlijn Roex

Zomaar van Groningen naar de randstad?


Marieke van Schellen Ik wilde graag een keer weg, eens wat anders. En ik kon in Utrecht op een interessante aio-plek beginnen. Eerst moest ik wel wennen aan de randstad. Dat kwam vooral ook omdat veel van mijn vrienden toen nog in Groningen zaten. Utrecht is ook drukker dan Groningen, wat voor- en nadelen heeft.” Stiekem vindt ze Groningen nog een stukje mooier dan Utrecht.


Karlijn Roex

U geeft ook nog onderwijs?


Marieke van Schellen Ja, ik geef twee werkgroepen bij M&T1. En ik doe het tutoraat voor de eerstejaars studenten samen met Anne Roeters. Verder geef ik het vak ‘Crimineel gedrag over de levensloop’ samen met Paul Nieuwbeerta. Daar geef ik een aantal hoorcolleges en doe de coördinatie. Eerder heb ik ook bachelor- en master-scripties begeleid. Onderwijs geven is leuk qua afwisseling met het onderzoekswerk. Vooral het sociale aspect spreekt me aan, het contact met de studenten.


Karlijn Roex

Heeft u nog plannen voor na uw promotie?


Marieke van Schellen Ja, ik ben bijna klaar met mijn proefschrift en begin over een paar maanden als post-doc hier bij sociologie. Ik ga dan verder met onderzoek naar de effecten van gevangenisstraf op daders en het leven van hun familie (het zogeheten Prison Project, zie www.prisonproject.nl).


Karlijn Roex

Kunt u al iets zeggen over de resultaten van het huidige onderzoek?


Marieke van Schellen De criminelen zijn minder geneigd te trouwen en als ze trouwen, dan vaker met criminele partners. Ook vinden er veel meer scheidingen plaats dan gemiddeld in de bevolking onder onze onderzoeksgroep. Mannen en vrouwen verschillen verder in het effect dat trouwen heeft. Als een man een criminele vrouw trouwt, dan gaan die mannen vaak door met crimineel gedrag. Bij vrouwen stopt het criminele gedrag vrijwel altijd als ze gaan trouwen – ongeacht het criminele gedrag van de partner. Misschien komt dat omdat ze dan kinderen krijgen en vrouwen zich verantwoordelijker voelen voor hen. Het nadeel van de data is dat je niet echt mechanismen kunt ontdekken met officiële data. Je vraag niet aan de mensen naar hun eigen beweegredenen voor het stoppen of doorgaan met hun gedrag.


Karlijn Roex

Wat is de dosis theorie achter dit onderzoek?


Marieke van Schellen Er wordt inzicht gehaald uit criminologische en familiesociologische theorieën. De familiesociologie kijkt meer naar de rol van de partner. Kort gezegd zijn er een paar theorieën belangrijk. Zo gebruik ik de informele sociale controletheorie van Sampson en Laub, die gericht is op het verklaren van de individuele ontwikkeling van crimineel gedrag. Zij zeggen dat een sterke binding met een partner gunstig is. Dit werkt via zowel sociale controle als sociaal kapitaal. De partner heeft een controlerende functie op het gedrag en bovendien wil iemand zijn of haar partner niet kwijtraken. Dit weerhoudt mensen van het plegen van crimineel gedrag. En ik gebruik de zelfcontroletheorie van Gottfredson en Hirschi.” Gottfredson en Hirschi benadrukken dat veroordeelden – door hun persoonlijke kenmerken – een veel kleinere kans hebben om te trouwen en een veel grotere kans hebben om te scheiden.


Karlijn Roex Bedankt voor dit interview.


Interview met marieke van Schellen


pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Jarl Mooyaart

Als studenten hebben we er eigenlijk al vrij lange tijd mee te maken, maar het is sinds een paar jaar dat het echt is ontploft. Ik heb het over social media. Wie kent het niet: Facebook, Twitter, Hyves, LinkedIn etc. Wikepedia omschrijft social media als: Online platformen waar de gebruikers, met geen of weinig tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Tevens is er sprake van interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling. Dit betekent dus dat ook bijvoorbeeld Youtube, NuJij en verschillende weblogs ook onder de noemer social media vallen.

Hoe je het ook went of keert, social media spelen een belangrijke rol in het leven van mensen en zeker bij ons studenten. Zo zijn veel studenten al overgestapt naar zogenaamde smartphones en heeft bijna iedereen wel Facebook, Hyves of Twitter. De ‘klassieke’ media zoals krant, tv en radio nemen social media zeer serieus. Zo is Mark Zuckerberg, uitvinder van Facebook, door Time magazine uitgeroepen tot invloedrijkste man van 2010. Verder wordt de kijker tijdens verkiezingsdebatten of uitslagen vaak een moment geïnformeerd over wat er op Twitter allemaal bediscussieerd wordt. Maar ook bij tv-shows als de nationale moslimtest is er een figuur in de hoek die ons leuke quotes van twitter voorleest. Bij de nationale IQ test van BNN was er zelfs een vak met zogenaamde social media nerds, die ook nog eens de IQ test wonnen. Zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen. Mensen worden steeds meer bewust gemaakt van social media en dit zal zich daarom weerspiegelen in het gedrag van mensen. Het is voor sociologen onbekend terrein en het wordt dus hoog tijd om er dieper in te duiken.



Jarl Mooyaart

Voor een paper dat ik moest schrijven voor de cursus Social Networks heb ik mij verdiept in de relatie tussen sociale bindingen en het krijgen van een baan. Theorieën a la de strength of weak ties van Granovetter claimen dat mensen die hun baan gekregen hebben dankzij hun sociale netwerk meestal de benodigde informatie gekregen hebben van een relatief zwakke binding, dus een kennis of een verre vriend. Het achterliggende idee is dat sterke bindingen je geen nieuwe informatie kunnen bieden terwijl zwakke bindingen informatie over banen kunnen geven buiten je eigen sociale kringen. In een werkgroep van Social Networks opperde ik daarom de stelling dat mensen een LinkedIn account moeten aanmaken en beginnen met netwerken. Als je dan toch via zwakke bindingen een baan krijgt, dan is LinkedIn de manier om dit uit te buiten. In de werkgroep werd dit beaamd, iedereen lijkt zich te realiseren dat online profileren een belangrijk deel bij een sollicitatie zal worden. Vele cursussen bij de afgelopen carrièrebeurs zijn hier ook op gericht. LinkedIn zou, als veel mensen er in de toekomst gebruik van gaan maken, een belangrijke databron kunnen worden. Er zou random geselecteerd kunnen worden uit een groep LinkedIn users en van deze geselecteerde groep zouden weer mensen kunnen worden uitgekozen die via hun LinkedIn netwerk aan een baan zijn gekomen.

Niet alleen LinkedIn, maar ook andere social media kunnen databronnen zijn voor sociologisch onderzoek op verschillende terreinen. Op Facebook kan makkelijk nagegaan worden of iemand een partner heeft of niet en wat de kenmerken zijn van de partner. Dit zou inzicht kunnen geven over partnerkeuze binnen de familiesociologie. Maar ook het integratievraagstuk kan bekeken worden door te bekijken in hoeverre allochtonen autochtonen in hun Facebook vriendengroep hebben en andersom. Kortom, social media websites bevatten ontzettend veel informatie die voor sociologen relevant kunnen zijn.

Toch moet gezegd worden dat op dit moment social media users toch een specifieke groep mensen zijn. Het zijn bijvoorbeeld vooral jongeren die social media veelal gebruiken. Verder is er per sociaal medium wellicht ook wel selectiebias te ontdekken. Zo zouden Facebook gebruikers misschien meer internationaal georiënteerd zijn dan Hyves users. Op dit moment zal daar dus sterk rekening mee gehouden moeten worden in de generaliseerbaarheid van gevonden verbanden. Over een paar tientallen jaren kan dit al heel anders zijn. Wellicht dat dan vrijwel iedereen een Facebook account heeft en twittert. Dat er een generatie digi-oudjes komt, die ondanks dat ze in een rolstoel zitten rustig een paar tweets plaatsen met hun smartphones. Vooral Facebook lijkt de wereld te veroveren. Zo is mij door de universiteit van Keulen dringend verzocht om mij aan te sluiten bij de Facebook pagina van die Universiteit. Op deze manier word ik dus eigenlijk gedwongen om Facebook te nemen. Als dit soort praktijken zich meer voor zullen doen, dan zal Facebook vanzelfsprekend sterk groeien.



Jarl Mooyaart “Social media websites bevatten ontzettend veel informatie die voor sociologen relevant kunnen zijn.”22 minutes ago · like

Jarl Mooyaart “Social media vormen bij uitstek een plek om een ongenuanceerde mening te verkondigen.”19 minutes ago · like

Social Media en de Sociologie


pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Jarl Mooyaart

Alhoewel het bij Sociologen om het beschrijven en verklaren van sociale fenomenen gaat, hebben we als sociologen aan de andere kant ook wel een bepaald idee van hoe de wereld eruit zou moeten zien. In de jaren 70 geloofden sociologie studenten veelal in een socialistische heilstaat. De sociologie studenten van vandaag zijn veel gematigder en stemmen overwegend D66 of GroenLinks. We zijn het er allemaal over eens dat door de Islam een kwaadaardige ideologie te noemen, de integratie van moslims in Nederland niet bevorderd wordt, maar over social media hebben we nog niet echt een mening gevormd. Het is vooral nieuw, onbekend en spannend.

In eerste instantie lijkt er ook niks mis mee. Sterker nog het heeft er alle schijn van dat het burgers mondiger maakt en ze helpt te mobiliseren. De opkomst van revoluties in de Arabische wereld is voor een groot deel te danken aan social media. De social media baarde ex-president Mubarak dusdanig veel zorgen dat hij het totale internetverkeer platgooide. Doordat bijna iedereen een mobieltje met camera heeft, krijgen we ook nog enigszins een beeld van hoe het er in die landen aan toegaat.

Désanne van Brederode beschrijft in een pamflet van haar, Modern Dedain, dat we naar een soort oppervlakkige samenleving toewerken, waar het vooral niet belangrijk is dat je van iets veel kennis hebt, maar dat je overal een mening over hebt. Ze claimt dat er niet meer naar intellectuelen wordt opgekeken en dat verdiepen in de geest als iets minderwaardigs wordt gezien. Resultaat is dat niemand meer loopt te wachten op een genuanceerd, maar wellicht saai, antwoord. Social media vormen bij uitstek een plek om een ongenuanceerde mening te verkondigen. Het is een platform om je eigen geluid af te geven en daarmee het gevoel te hebben er ook toe te doen. Men zou kunnen zeggen dat er vandaag de dag veel wordt opgekeken naar mensen die van alles op de hoogte zijn en hierover een sterke mening hebben. Waar in de Renaissance de Homo Universalis het streven was, is dat nu het zijn van de weetjesman of de betweter.

Of social media nu een verrijking van ons bestaan zijn of niet, het is aan de socioloog om de invloed van social media te bestuderen. Als de socioloog social media als meetinstrumenten gebruikt, dan moet goed gekeken worden naar mogelijke bias of überhaupt de betrouwbaarheid en validiteit van de social media als meetinstrument. Als er een inzicht is verworven over wat social media nu eigenlijk doen dan kan er beleid worden gemaakt omtrent social media. Jawel, PTOB.




Social Media en de Sociologie

pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Karlijn Roex

Het is avond in Amsterdam, koud en donker. Terwijl het kabinet bezig is met bezuinigingsplannen op de verzorgingsstaat en de crisis nog in volle gang is, duikt een groep geïnteresseerden zich vanavond over Het Kapitaal van Marx. Hier kom ik Rob Gerretsen tegen, een oud-sociologiestudent van de Universiteit Utrecht. Hij begon aan de opleiding in 1967 en studeerde midden in de jaren dat de protestgeneratie van zich liet horen, waarin je nog jaren kon studeren en waarin idealen wekelijks de straten doorklonken.


Karlijn Roex Waar houdt u zich nu mee bezig?


Rob Gerretsen Ik ben ambtelijk secretaris van de ondernemingsraad bij de Dienst Werk en Inkomen van de gemeente Amsterdam. Ik ben zelf geen lid van de ondernemingsraad, maar fungeer als adviseur. Ik geef zowel advies over de inhoud (beleid) als omtrent de organisatie. 14 minutes ago · like

Karlijn Roex

Was u tijdens uw studie sociologie nog lid van de toenmalige studievereniging?


Rob Gerretsen Nee. Ik was meer actief in de studentenvakbeweging, die in 1963 was opgericht. Ook was ik actief in allerlei comités. Die studentenvakbeweging, comités en actiegroepen werkten nauw samen. We voerden actie tegen de verhoging van het collegegeld op de universiteit en daarbuiten (Domplein bijvoorbeeld). We hielden ons bezig met het onderwijsbeleid, maar ook met algemene maatschappelijke kwesties. Ik heb ook bijgedragen aan de organisatie van zulke demonstraties. Bijna iedere week was er wel een actie. We hielden ons bezig met solidariteitsacties voor de mensen die onderdrukt werden, door oorlog of een fout regime. Zo waren er acties tegen de oorlog in Vietnam en voor de bevrijdingsstrijd in Angola en tegen de dictatuur van Pinochet in Chili, steunacties voor de opstanden in Oost-Europa en de burgerrechtenbeweging in de VS. In Nederland zelf was de vrouwenbeweging actueel. Ik ben bij de bezetting van de abortuskliniek Bloemenhove geweest, om die te verdedigen. We hebben gebouwen van dictatoriale regimes bezet in Utrecht: het gebouw van het Griekse kolonelsbewind, dat zogenaamd een ‘arbeidsbureau’ was voor de Griekse gastarbeiders, maar waarvanuit deze mensen feitelijk bespioneerd werden. Ook hebben we het gebouw van de Spaanse fascisten (Franco) aan het Domplein bezet uit protest tegen de doodstraffen aldaar.” Nog steeds verontwaardigd: “Mensen werden op de meest wrede manieren omgebracht door het regime.” “Ook hebben we concrete hulpacties gedaan: zo hebben we geld opgehaald voor het Medisch Comité Nederland-Vietnam. 13 minutes ago · like

Karlijn Roex

U bent ook mede-oprichter van de Utrechtse boekhandel ‘De Rooie Rat’ aan de Oudengracht?


Rob Gerretsen Ja, die heb ik samen met anderen opgericht, ook vanuit die bewegingen. Toen bevond de ‘Rooie Rat’, vandaar ook die benaming, zich onder het stadhuis in de kelder. We begonnen met heel weinig: we gingen naar linkse uitgevers in het begin, kregen boeken mee in cosignatie en als die verkocht waren konden we ze bij hen afrekenen. Dat was ons beginkapitaal zeg maar. We verkochten ook platen, affiches en speldjes. Ik heb er jaren gewerkt. 11 minutes ago · like

Interview met Rob Gerretsen

Karlijn Roex Bent u nog steeds actief bij de Rooie Rat? 11 minutes ago · like

Rob Gerretsen Nee, nu niet meer. Ik kom er nog wel. Na mijn verhuizing naar Amsterdam in de jaren ’80 ben ik ermee gestopt 10 minutes ago · like



pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Karlijn Roex

Maatschappelijk actief zijn, dat is natuurlijk wel een mooie combinatie met het volgen van een maatschappijwetenschap als sociologie.


Rob Gerretsen We probeerden de acties met sociologie te verbinden door kritiek op de inhoud de studie. De inhoud was te weinig kritisch. 9 minutes ago · like

Karlijn Roex

Waar hadden jullie als studentenactivisten nog meer kritiek op?


Rob Gerretsen De onderwijsvormen waren verouderd. Het waren allemaal hoorcolleges, waarbij we in het begin nog moesten opstaan als de professor binnenkwam. Omdat er opeens veel studenten bij kwamen, moest de opleiding zich uitbreiden. Er waren te weinig docenten en plekken. Het was de tijd dat het onderwijs grootschaliger werd door de toestroom van veel studenten. Ook hadden we kritiek op het feit dat de Mensa alleen open was voor studenten. Die moest ook open zijn voor andere jongeren. En we maakten ons hard voor studentenhuisvesting en democratisering van de universiteit. Er heerste een autoritaire bestuursstructuur. 7 minutes ago · like

Karlijn Roex

Wat heeft u nu nog aan de kennis die u heeft opgedaan tijdens de studie sociologie?


Rob Gerretsen Je hebt toch een wetenschappelijke achtergrond om op bepaalde wijze naar de werkelijkheid te kunnen kijken. Ik kan ook makkelijker beleidsstukken lezen en ook echt kritisch lezen. En voor het begrijpen van nieuwe ontwikkelingen is het handig, je kunt ook verklaren waarom de overheid met een bepaald nieuw beleid komt en dit kritisch beoordelen. Je kunt alternatieven formuleren. 6 minutes ago · like

Rob Gerretsen

Posted one new picture in his album De Rooie Rat


Interview met Rob Gerretsen


pamflet

Newsfeed

Messages

Events

Friends



Voorwoord











Studiereis Budapest





Daan Roozeboom

Afgelopen blok kreeg ik bij het vak “stand van Nederland” te horen dat wij tegenwoordig leven in samenleving die gekend wordt door hyperindividualisme. Mensen stellen hun eigen leven samen, shoppen naar verschillende soorten spiritualiteit en levensinvulling en maken daarin bewust hun eigen keuzes. Oude, vaak verzuilde, gewoonten zijn doorbroken. Eigen keuze staat voorop. Het internet zou hier een zeer belangrijke rol in spelen, zeker met betrekking tot het shoppen naar de eigen identiteit.

Een logisch verhaal. En volgens mij ook grotendeels wel een waar verhaal. U als lezer kan in dit pamflet genoeg informatie vinden over de rol van social media op de vorming van identiteit, en het gedrag van individuen in deze sociale omgeving. Mijn casus is een andere.

De casus begint eigenlijk in een melige bui tijdens een zanglesoefening. Op zoek naar zo fout mogelijke liedjes besloten we Gordon & Replay op te zetten. Voor de fijnproevers: het nummer “Never nooit meer”. Hilariteit alom, maar deze hilariteit werd nog groter toen Youtube de google advertentie “GAY EN SINGLE?” besloot weer te geven in het scherm.

Kennelijk had Youtube samen met google besloten dat kijkers van deze videoclip wel homoseksueel moesten zijn, en er anders gewoon nog achter moesten komen. Een verdere zoektocht leerde dat kijkers naar Lionel Richie wel een facelift konden gebruiken, Wolter Kroes garant stond voor dating en dat bij Let’s get it on’ van Marvin Gaye condooms een noodzakelijkheid waren.In eerste instantie vooral heel grappig natuurlijk, maar toen ik later werd gevraagd iets te schrijven over de rol van de social media op ons leven begon ik er toch serieus over na te denken.

Internetmarketing is booming. Bedrijven wordt aangeraden zo veel mogelijk via social media te adverteren. Hier zou het bedrijf zijn klant direct kunnen vinden, en heel gericht kunnen adverteren. Een fijn voorbeeld hiervan is dat Facebook contactadvertenties weergeeft bij mensen die ‘single’ in hun relatiestatus hebben staan. Facebook zelf brengt de voordelen van adverteren bij hun bedrijf als volgt:

1. Targeting MogelijkhedenAnders dan bij AdWords is het mogelijk om binnen Facebook zeer specifiek te targeten. Zo is het onder andere mogelijk om te targeten op locatie, leeftijd, geslacht, seksuele voorkeur, opleidingsniveau en interesses. Zo is het simpel om je boodschap af te stemmen op je doelgroep en aan bijvoorbeeld mannen een andere advertentie te vertonen dan aan vrouwen. Wil je perse alleen vrouwen van 31 jaar uit Arnhem die van GTST houden bereiken? Facebook biedt je die mogelijkheid. Deze hyper targeting mogelijkheden bieden ook veel kansen voor marketeers van niche producten of lokale/regionale aanbieders. Het nadeel is dat hoe specifieker je target hoe hoger de CPC is die je moet betalen.

2. Vraag creëren i.p.v. vervullenDe grote kracht van AdWords is de mogelijkheid om je advertentie te vertonen bij zaken waar mensen actief op zoek naar zijn. Het is de ultieme marketingtool voor het vervullen van een vraag. Gebruikers zijn actief op zoek naar producten en door middel van SEA is het mogelijk om die vraag te vervullen. Dat is geweldig, als je tenminste een product of dienst verkoopt waar al vraag naar is. Maar wat als je bijvoorbeeld morph suits verkoopt (zie afbeelding)? Hier zit vrijwel geen zoekvolume op, maar dankzij Facebook kwam ik een advertenties van deze pakken tegen én heb ik al een fantastisch carnavalsoutfit voor volgend jaar. Of dat ene geweldige Facebook spelletje waar ik nu verslaafd aan ben. Adverteren op Facebook biedt, anders dan AdWords, de mogelijkheid om vraag naar je producten te creëren.

3. BrandingMet adverteren op Facebook kun je jouw boodschap onder de aandacht brengen van veel potentiële klanten, daarnaast is het ook een uitstekende manier om jouw merk te versterken. Het sociale aspect stelt je namelijk in staat om een band op te bouwen met je klanten. Ze kunnen jouw berichten ‘liken’ of lid worden van je fanpage. Door middel van automatische notificaties hiervan bereik je een viraal effect. Gecombineerd met specifieke targeting en de interactiemogelijkheden, die veelal ontbreken op corporate websites, is Facebook advertising een uitstekende manier om de online merkbeleving te verhogen.

Vooral het kopje “targeting” speelt perfect in de trend van hyperindividualisme die ik ook al besprak in de inleiding. Mensen ‘shoppen’ naar een identiteit en facebook helpt ze daarbij door aan te bieden wat binnen hun interesses valt. Fascinerend is echter de combinatie van targeting met het kopje “zelf markt creeeren”. Het zette mij aan het denken over de these van het hyperindividualisme. Is het wel echt zo dat wij zelf shoppen naar onze identiteit? Natuurlijk speelt facebook in op het zogenaamde shoppen naar identiteit, vooral door het eerst genoemde punt. Maar daarnaast bepaald een site als facebook toch ook een beetje voor jou welke dingen nog meer binnen je identiteit passen?

Om het praktisch te maken, bij mijn ‘interest’ staan onder andere gitaar spelen, piano spelen en zingen. Dit impliceert dat ik muzikaal ben. Facebook heeft dit opgepikt en laat mij continu advertenties zien voor alternatieve kleding en voor culturele vakanties. Kennelijk past binnen het plaatje “muzikaal” ook het plaatje “alternatief”en “cultureel onderlegd”. Op deze manier helpt Facebook mij als het ware shoppen naar mijn identiteit. Binnen het hyperindividualisme ( het tot in het extreme maken van eigen keuzes) is dit misschien wel weer een vorm van collectivisme waarin weer verteld wordt in welke groep jij hoort. Een soort “facebookindividualisme”?

Natuurlijk geld deze ontwikkeling niet enkel voor Facebook, ook bij sites als Twitter en Hyves zijn soortgelijke advertentiemogelijkheden.Daarnaast zit google met haar adwords al jaren op deze markt. Zo krijg ik in mijn Gmail al ruim 3 jaar advertenties te zien over kerkgenootschappen en opwekkingsliederen omdat ik daar ooit een werkstuk over gemaakt heb, en de stukken nog steeds in mijn inbox staan.

De macht van deze bedrijven in het creeeren van een identiteit is volgens mij niet iets om je zorgen over te maken, maar wel iets wat goed is om bij stil te staan. Daarnaast kan het lachwekkend zijn te bekijken wat je voor onzin aan advertenties in je Facebook/ Twitter/ Hyves hebt staan. Ik daag jullie uit! De grappigste advertentiecombinaties krijgen een plekje in het volgende pamflet.


7 people like this.

Shoppen op Facebook, Twitter en Hyves.

stoppen op facebook, twitte...

sad

Documents

de link

de volgende

de slag

de gebeurtenissen

de ander

de thuisblijvers

de belangstelling

de afdeling sociologie