mcs als driver van innovatie
TRANSCRIPT
[Geef tekst op]
Management control system als driver van innovatie
A d v a n c e d s t u d i e s i n
M a n a g e m e n t S c i e n c e s
J u r g e n W . M . W a g e m a n s
Essay over de impact van
competitive intelligence op
Strategy Formulation & Sturing
“Providing the right
information & providing
the information right”
Management control system als driver van innovatie
Pagina 1 van 16
Inhoudsopgave
Managementsamenvatting .....................................................................................................................2
Inleiding ....................................................................................................................................................3
Methode ...................................................................................................................................................4
Theoretisch kader & resultaten ..............................................................................................................5
Conclusies & implicaties ...................................................................................................................... 13
Evaluatie & reflectie ............................................................................................................................. 15
Literatuuropgave ................................................................................................................................. 15
Management control system als driver van innovatie
Pagina 2 van 16
Management samenvatting
Er bestaan verschillende visies over Management Control Systems (MCS) die het begrip
‘sturing’ beschrijven en vergelijkingen pogen te maken over de effectiviteit van elk systeem.
De omgeving en markt waarin de omgeving opereert bepaalt in belangrijke mate de manier
waarop bedrijven hun strategie formuleren en de wijze waarop ze hun Management Control
System inrichten in functie van het behalen van de strategische doelstellingen.
Ontwikkelingen in de markt en omgeving gebeuren sneller dan ooit door de technologische
vooruitgang en nieuwe krachtige communicatiemiddelen. Dat brengt ons in een periode
waar innovatie een centraal thema is. De competentie en het vermogen van een
organisatie om via intelligence innovaties om te zetten in een winstgevende Product Markt
Combinatie (PMC), maakt nu het verschil tussen winst of verlies.
Deze nieuwe PMC’ s hebben een kortere Product Life Cycle waardoor organisaties continu
de time-to-market, productportfolio, & de wijze van klantsegmentatie moeten innoveren.
Dit monitoren en wijzigen betekent dat een organisatie regelmatig haar strategie en
toegevoegde waarde in vraag zal moeten stellen en aanpassen. Dit vergt ook een aanpassing
van het management control system en het design van de organisatie. De organisatie moet
zich als het ware continu ‘heruitvinden’. Een dergelijke aanpassing gaat gepaard met grote
risico’s en kosten en wordt geïnitieerd door significante wijzingen in de Critical Succes
Factors die door monitoring gedetecteerd worden. Om het innovatieproces aan te drijven en
nieuwe strategieën te formuleren moet de organisatie continu de juiste strategische
informatie produceren & monitoren, correct interpreteren en omzetten in strategie.
Vanuit de beschikbare theorie over Management Control systemen en
managementconcepten vanuit de vakgebieden Business Intelligence & Activity Based
Costing, zijn in dit essay verschillende theorieën samengevoegd . Het eindresultaat is een
theoretisch concept dat ook pragmatische ‘handvaten’ biedt om Competitive Intelligence te
genereren & implementeren in een organisatie. Deze intelligence vormt de input voor de
strategy formulation en sturing en vormt alzo de ‘driver’ voor innovatie.
.
Management control system als driver van innovatie
Pagina 3 van 16
Inleiding
Dit proces van het continu produceren en interpreteren van Competitive Intelligence is de
aanleiding geweest voor het schrijven van dit essay. Deze vraagstelling heeft mij persoonlijk
reeds lang geïntrigeerd. Het schrijven van dit essay heb ik dan ook als opportuniteit
aangepakt om dit onderwerp in diepte te analyseren. Nog interessanter wordt het om deze
intelligence vervolgens te koppelen aan het management control proces in functie van
innovatie. Innovatie is een hot topic en elk bedrijf wil het wel doen, maar hoe pak je het in
de praktijk aan ? Het is een abstract en weinig tastbaar gegeven en dat maakt zo intrigerend.
Een afdeling ‘innovatie’ oprichten binnen een organisatie is immers geen oplossing.
De vertaling van de wetenschappelijk theorie naar een pragmatisch concept is uiteraard nog
steeds theorie. Om het praktisch toepasbaar te maken zal dit nog verder uitgewerkt worden
op de casus van een specifiek bedrijf. Tijdens het implementeren van dit concept zullen
vanuit de praktijk weer nieuwe inzichten ontstaan die weer nieuwe theorie opleveren. De
klassieke benadering dus van de groei van wetenschappelijk kennis.
De uitwerking van de vraagstelling leidde tot meerdere deelvragen. Hoe bepaalt men in een
tijdperk van een overkill aan informatie immers welke informatie relevant is ? Hoe wordt die
informatie vertaald naar strategische intelligence ? Welk systeem zorgt ervoor dat deze
intelligence continu gebruikt wordt in het proces van Strategy Formulation ? Hoe maakt men
dit proces interactief ?Hoe wordt de financiële haalbaarheid van deze strategieën getoetst ?
In dit essay wordt eerst wordt de methode van het zoeken naar vakliteratuur toegelicht,
vervolgens volgt een theoretisch kader met resultaten uit de analyse van literatuur. Op basis
van de conclusies en implicaties worden de antwoorden op de deelvragen geformuleerd.
Samen met mijn persoonlijke visie op dit onderwerp wordt dit uitgewerkt tot een
management concept. Als sluitstuk volgt een reflectie en evaluatie van de werkwijze.
Management control system als driver van innovatie
Pagina 4 van 16
Methode
Om inzicht te verwerven over de theoretische benadering van een management control
system, is er eerst een literatuurstudie uitgevoerd. Het centrale thema van dit essay is dan
ook het Management Control System. De eerste fase van het literatuuronderzoek bestond er
dan ook in om zoveel mogelijk wetenschappelijke theorie en kennis van het begrippenkader
op te doen over alle facetten van een Management Control System. Dit impliceert het
opzoeken van artikelen over de aspecten: sturing, management accounting en controle
systemen.
Het doel van dit essay is te beschrijven hoe een Management Control System aangedreven
kan worden door Competitive Intelligence op een dusdanige wijze dat dit innovatie tot stand
brengt. Dit vereist een geïntegreerd inzicht in verschillende management vakgebieden. Om
dit verband te kunnen beschrijven is er dus in de tweede fase van de literatuurstudie dan
ook gezocht naar wetenschappelijke literatuur over de aspecten : innovatie, competitive
intelligence & methodes van het creëren van intelligence.
Na de tweede fase van het literatuuronderzoek bleek dat er toch de noodzaak bestond om
nog dieper inzicht te verwerven over het het aspect ‘creëren van intelligence’ omwille van
het de brede scope ervan. Dit leidde tot de derde fase van het literatuuronderzoek waarin 2
specifieke boeken met vakliteratuur mee onderzocht zijn. Deze boeken bevatten een
gestructureerde samenvatting van talloze wetenschappelijke artikelen op hun vakgebied. Na
het absorberen en ordenen van al deze theoretische kennis is dit essay uitgewerkt.
Management control system als driver van innovatie
Pagina 5 van 16
Theoretisch kader en resultaten
Organisaties bepalen een strategie om sturing te geven aan organisaties. Om de strategische
doelstellingen te kunnen behalen moet de organisatorische structuur ingericht worden in
functie van de te behalen doelstellingen. Hiervoor hanteren we een getailleerde en
algemeen aanvaarde theorie over het STAR mode; dat uitvoerig wordt beschreven in het
boek van Galbraith (Designing Operations, 2002). Sturing geven in de organisatie om de
strategische doelstellingen te bereiken is een cruciaal proces in de organisatie. Anthony en
Govindarajan (2004) verdelen sturing in een organisatiestructuur, organisatiecultuur,
organisatieprocessen en relaties en grenzen. Interessante theorie hierover is terug te vinden
in Johnsen en Scholes, (Exploring corporate strategy 2002). Organisatieprocessen kunnen
onderverdeeld worden in het proces van leidinggeven, Management Control Systems en het
gebruik van prestatie-indicatoren. Deze onderwerpen zullen aan bod komen in dit essay. De
turbulente en complexe omgeving van organisaties dwingen hen tot het bepalen van
grenzen en relaties aangaande beslissingsbevoegdheid. Goold en Campbell onderscheiden
de parintingstyles in (Strategys and styles : the role of the centre in Managing Diverse
corporations, 1987).
De universele principes van MCS zijn samengevat door Deming (1989) in de plan-check-do-
act cycle. Anthony en Govindarajan benoemen naast MCS als planning en control functie
ook strategy formulation en het niet systematische proces van het indentificeren van
‘threats’ en’ opportunities’ die leiden tot het aanpassen van de strategie. Deze 3 onderdelen
van de planning control functie vormen een belangrijk onderdeel in dit essay omdat de focus
ligt op het voorzien van competitive intelligence als drivers van Planning Control. Strategy
formulation kan onderscheiden worden op corporate level en business unit level.Anthony en
Govindarajan stellen dat er sprake is van controle als 4 elementen aanwezig zijn : detector of
sensor, assesor, een effector en een communicatie netwerk om de informatie tussen de
andere elementen over te brengen. Indien een manager detecteert dat er dat een actie niet
volgens planning loopt, maakt hij vervolgens een assesment door te vergelijken met de
verwachte actie en schat de significantie ervan in. Middels de effector beïnvloedt hij het
gedrag indien nodig om te corrigeren. Dit alles gebeurt via een communication network.
Het management control process is het proces waarmee managers ervoor zorgen dat op alle
levels de medewerkers die ze aansturen werken in functie van de strategie. Dit proces is
complexer omwille van het feit dat er in tegenstelling tot het control system geen
vastgestelde standaard is. Het proces gebeurt ook niet automatisch, de manager moet
persoonlijk als assessor optreden en er moet gecoördineerd worden tussen medewerkers.
Tussen het opmerken van een nood aan actie en het bepalen van nodige actie om het
gewenste resultaat te behalen is immers niet helder. Het is een black box waarbij managers
moeten vertrouwen op hun eigen inschattingsvermogen en niet blindelings instructies
kunnen volgen.
Management control system als driver van innovatie
Pagina 6 van 16
Een systeem wordt beschreven als een voorgeschreven, meestal repetitieve manier van het
uitvoeren van een actie of set van acties teneinde het doel te bereiken. Management acties
van die systemen zijn niet altijd systematisch en niet altijd precies bepaald voor elke situatie
en bijgevolg wordt ook hier vertrouwd op het ‘judgement’ van de manager. En hun
competentie in het omgaan met medewerkers; “If all systems ensured that the correct
action for all situations, there would be no need for human managers”.
Om ondersteuning aan de manager te geven aan het management is er ook nood aan een
controller die verantwoordelijk is voor het ontwerpen en het hanteren van het Management
Control system. Dit omvat financiële rapportage, analyse van performance reports, de audit
en accounting superviseren teneinde de validiteit van de informatie te waarborgen. De
controller zelf neemt niet de beslissingen, maar adviseert de manager met specifiek advies
omtrent de te nemen beslissingen (vaak op financieel vlak). Tevens worden zij omwille van
dezelfde reden vaak betrokken bij de voorbereiding van strategische plannen en doelen.
Uit het artikel van T. Hiromoto (1991) blijkt de traditionele rol van het management
accounting niet meer effectief is in de nieuwe turbulente, complexe omgeving van de
organisatie. De neiging bestaat om een overkill aan informatie aan het management te
bezorgen en om de cijfers de grootste beïnvloeder van het decision making proces te
mmaken. Hun modellen berusten op de veronderstelling dat de omgeving relatief stabiel is
en dat de beperkingen en parameters van het model als een gegeven worden beschouwd.
Beslissingen gebaseerd op foutieve informatie van de modellen heeft grote negatieve
gevolgen. Bijgevolg zal de focus management accounting aangepast moeten worden aan de
nieuwe realiteit. Hun output moet het gedrag beïnvloeden zodanig dat er een link ontstaat
tussen de strategie en acties (medewerkers moeten meer denken en niet enkel uitvoeren).
Hun mindset moet markt-driven zijn en een dynamisch karakter krijgen; modellen zullen
aangepast moeten blijven worden. Management accounting zou het samenbrengen van alle
kennis en ervaring in de organisatie moeten stimuleren zodanig dat er een team-
georiënteerde aanpak ontstaat om sub-optimalisatie in afdelingen tegen te gaan.
R. Simons (1990) constateert ook het feit dat de traditionele management control systems
niet meer voldoen voor de eisen die gesteld worden door de nieuwe omgeving waarin de
bedrijven opereren. Echter probeert hij te omschrijven hoe topmanagers het systeem gebruiken
om continue concurrentiële voordelen te laten voortvloeien door het continu ontwikkelen van
nieuwe strategieën (zowel op corporate niveau als op business unit level). Hij zoekt naar de relatie
tussen MCS en het strategy formulation proces. Strategieën kunnen in archetypes worden ingedeeld
en de archetype van de strategie van een organisatie bepaalt de karakteristieken van het
Management Control System op de verschillende onderdelen ervan. Echter zegt dit nog niets over de
invloed die top managers zelf nog uitoefenen op het MCS en wat de impact daarvan is op strategie.
De relatie wordt als volgt uitgedrukt : ‘managers maken geselecteerde MCS interactief door
persoonlijk de onzekerheden te monitoren (zekerheden kunnen gedelegeerd worden) die van kritiek
belang zijn in het behalen van de doelstellingen’. De keuze om het interactief te maken geeft
signalen af aan de medewerkers over wat ze moeten monitoren en welke nieuwe ideeën nuttig zijn.
Management control system als driver van innovatie
Pagina 7 van 16
Dit activeert het’ organizational learning’, door overleg en feedback op nieuwe ideeën. Hij legt er de
nadruk op dat strategieën niet door 1 persoon moeten worden bepaald, maar het resultaat moet zijn
van het samenspel van meerdere medewerkers. Een interessante opmerking uit deze studie is dat
ten gevolge van de nieuwe turbulente en snel veranderde omgeving de bedrijven soms de
strategieën ’en cours du route’ ontwikkelen omdat er de wijzigingen elkaar soms zo snel opvolgen
dat er simpelweg geen tijd is om een strategie op voorhand te bepalen. Deze riskeert immers reeds
achterhaald te zijn tegen de tijd dat hij geïmplementeerd is. In zijn vervolg studie (1995) brengt hij
hierop echter een nuance aan. Empowerment van medewerkers moet in balans gehouden worden
om extreme uitwassen te vermijden. Hij introduceert 4 levels of control voor het Management
control system :
- Het belief system : medewerkers inspireren door waarden en mission statements te
communiceren
- Het boundary system : ‘the rules of the game’ specificeren en opleggen
- Diagnostic control systems : duidelijke targets bepalen en opvolgen
- Interactive control systems : open interne dialoog om een ‘lerende organisatie’ te worden
De belief lever dient om te motiveren, maar wordt in balans gehouden door het boundary lever. Er
zijn kaders gesteld waarbinnen ‘creativiteit’ kan plaatsvinden. Het interactieve controle model zorgt
vernieuwing, maar het diagnostic control system bewaakt het behalen van de doelstellingen. Zijn
gedachte hierachter is dat het goed is voor het bedrijf om medewerkers creatieve oplossingen en
innovaties te bedenken om hun objectieven te behalen, maar indien er geen grenzen gesteld worden
kan dit leiden tot grote problemen in de organisatie en mogelijks zelfs reputatie schade. Door deze
vier levers te gebruiken, houdt het systeem zichzelf in eventwicht.
Uiteindelijk dient het MCS dus slechts 1 doel : zorgen dat de strategische doelstellingen
geformuleerd en behaald worden. Vraag is nu natuurlijk in functie van wat de strategische
doelstellingen opgesteld worden ? In de visie over Value Based Manegement volgens T. Koller (1994)
dient het steeds de bedoeling zijn om maximale waarde voor de shareholders te creëeren. Alle
doelen moeten gericht zijn op maximale financiële winst op korte en lange termijn. R. Ellisworth
daarentegen ziet waarde creëren als een proces dat tot stand komt door de focus op de stakeholders
te leggen en ROI te zien als middel en niet als doel. Volgens R. Ellsworth moet er constant waarde
voor de klant gecreëerd worden (groter dan die van de concurrentie) waardoor de klant
gestimuleerd wordt om hun product te kopen. De organisatie moet snel, effectief en efficient
reageren op de product-markt discipline. Om dit te realiseren is het ook van belang de capaciteit en
ressources zodanig te alloceren dat dit bereikt kan worden. Door hier de focus op te blijven leggen
zal de organisatie over de tijd een belangrijk competitief voordeel opbouwen ten opzichte van de
concurrentie en kan ze zich strategisch positioneren ten opzichte van de rest van de markt. Dit
impliceert dat er vooral geïnvesteerd wordt op de lange termijn en dat men op korte termijn
tevreden moet zijn met mindere return in functie van het continu implementeren van ‘best
practices’. Deze twee visies geven een interessante tegenstelling. Enerzijds blijkt dat hoe meer er
gefocust wordt op shareholder value, hoe minder er gefocust wordt innovaties. Anderzijds is het niet
eenvoudig om shareholders te overtuigen van de visie van R. Ellisworth. Sachs duidt dit als volgt :
“I don’t think any company can afford long term investments today unless its managers own 51
percent of it”. De realiteit zal waarschijnlijk dan ook vaak een compromis van beide visies zijn.
Management control system als driver van innovatie
Pagina 8 van 16
Na het lezen van al deze studies stelde zich de vraag hoe men al deze theorie nu in de praktijk kan
omzetten. Meer concreet naar een praktisch management concept dat een antwoord gaf op de
vragen die aan de basis van het schrijven van dit essay liggen :
1. Hoe bepaalt men in een tijdperk van een overkill aan informatie immers welke
informatie relevant is ?
2. Hoe wordt die informatie vertaald naar strategische intelligence ?
3. Welk systeem zorgt ervoor dat deze intelligence continu gebruikt wordt in het proces
van strategy formulation ?
4. Hoe maakt men dit proces interactief ?
5. Hoe wordt de financiële haalbaarheid van deze strategieën getoetst ?
De zoektocht naar de oplossingen voor deze vragen leidde naar de vakgebieden van Business
Intelligence en Activity Based Costing (ABC) als management concepten.
Business Intelligence
De essentie van bedrijfsvoering bestaat erin om continu toegevoegde waarde te creëren
door interactie tot stand te brengen met de omgeving. Deze interactie concentreert zich
vooral op producten en diensten : de productmarkt combinaties (PMT). Deze PMC’ s vormen
de basis voor de strategievorming. De strategie kan gezien worden als de verzameling van
PMT ’s op een gegeven moment en strategievorming als het proces van het tot stand komen
van nieuwe PMT’ s.
Het produceren van intelligence voor de strategievorming is altijd al belangrijk geweest.
Echter is volgens Kahaner (1997) het belang daarvan toegenomen omwille van :
1. De toegenomen snelheid van business
2. Information overload
3. Toegenomen globalisering
4. Politieke veranderingen
5. Technologische veranderingen
Er zijn massa’s gegevens en informatie aanwezig maar het is erg lastig om te bepalen welke
gegevens van strategisch belang zijn. En het is een uitdaging om informatie om te zetten
naar strategische intelligence. Daarenboven heeft elke organisatie wel enkele ‘blinde
vlekken’ die gebaseerd zijn op foutieve veronderstellingen over de concurrentie,
technologie, de markt en bedrijfstaboes & mythes. Echter is veel van de belangrijke
informatie reeds aanwezig het bedrijf zelf maar wordt ze niet benut of wordt het belang er
niet van ingezien. Of de informatie is wel aanwezig, maar niet bij de juiste persoon. Business
Intelligence wordt vaak geïnterpreteerd als datawarehouses bouwen via software,
informatie over concurrenten verzamelen of het uitvoeren van een marktonderzoek en
dergelijke. Vele bedrijven werken daarom al met concurrentieanalyses, klantsegmentaties,
productportfolio’s en matrices omtrent marktaantrekkelijkheid en de growth-share matrix,
Management control system als driver van innovatie
Pagina 9 van 16
SWOT analyses, ICT groeifasen model en tal van gelijkaardige tools. Ook bij de binnendienst
en buitendienst medewerkers zit vaak erg belangrijke informatie over concurrenten en wat
er zich in de markt af speelt. Echter zit al deze kennis vaak gefragmenteerd verspreid over
het hele bedrijf, terwijl al deze informatie pas echt van strategisch belang wordt indien ze
gecombineerd wordt en systematisch en continu wordt omgezet in stuurinformatie.
Om strategieën formuleren en een management controle systeem uit te voeren neemt men
immer beslissingen op basis van de beschikbare informatie. De risico’s van een inefficiënt of
ontbrekend integraal business intelligence systeem zijn :
1. Het niet tijdig ontdekken van new business opportunities
2. Fouten en successen van concurrenten niet op opmerken
3. Foutieve of gebrekkige informatie over de producten, markten en concurrenten
4. Ontstaan van blinde vlekken
5. Te laat reageren op overheidsmaatregelen
6. Macro economische, demografische en ecologische omgevingstrends niet tijdig
signaleren
7. Het nemen van beslissingen op basis van foutieve informatie.
Een integraal Business Intelligence management concept is een breed begrip dat tot doel
heeft zowel reactief als proactief te zoeken naar informatie uit de omgeving (zonder
expliciete zoekvraag) en al deze informatie op systematische wijze continu samen te voegen
en te interpreteren . De eerste stap in het inrichten van zulk een integraal systeem is om te
bepalen wat de definitie van de ‘omgeving’ is (bijvoorbeeld concurrenten, klanten,
overheid, technologie, financiële instellingen,…) zien welke ‘bronnen’ (intern en extern) er
geraadpleegd kunnen worden. Een kritische succesfactor voor het inrichten van dit concept
is betrokkenheid van senior management dat betrokken is bij de strategieformulering.
Senior managers voelen vaak intuïtief zelf al aan welke informatie van strategisch belang is
en welke niet. Echter hebben niet alle medewerkers deze competentie dus voor het
inrichten van een Intelligence Cyclus (Kahaner 1997) dient een systeem ingericht te zijn.
Voor het systematisch omzetten van gegevens naar strategische informatie voor
strategievorming moet onder leiding van de senior manager een voorselectie gemaakt
worden om richting te geven aan het ‘zoeken’ naar gegevens (dit is een zeer belangrijke stap
gezien dit de output aanzienzienlijk beïnvloedt). Vervolgens wordt zoek fase ingericht; in
welke bronnen zoeken we ? Met welke frequentie ? Eens dit bepaald is kan de analyse fase
ingericht worden. Het is in deze fase dat er gegevens omgezet worden in strategische
informatie. Eens dit gebeurd is de laatste fase zorgen voor de verspreiding. De informatie
moet nu bezorgd worden zodat er mee gehandeld kan worden. De presentatie van deze
informatie in de verspreidingsfase kan onder andere gebeuren middels de reeds genoemde
bestaande modellen (SWOT, ICT-groeifasenmodel, product potfolio’s,…). Ook hier wordt
best bepaald met welke frequentie elk model best aangeleverd wordt. Om dit proces
interactief en systematisch in te richten dienen er naast de senior manager ook
Management control system als driver van innovatie
Pagina 10 van 16
medewerkers geselecteerd worden om mee te werken om al deze fases uit te voeren en een
BI-team te vormen. Dit team komt dan op regelmatige wijze samen om de resultaten te
bespreken en te verifiëren of het zoekproces juist ingericht (dit kan een projectgroep zijn en
hoeft niet noodzakelijk een afdeling te zijn waarbij elk lid 1 Fte vertegenwoordigd). Het
zoekproces dient periodiek aangepast te worden omdat de omgeving en
informatiebehoefte ook steeds veranderen. Informatie die vroeger belangrijk was, kan nu
omwille van bepaalde wijzigingen nutteloos zijn. Eens dit proces ingericht is kan er pro-actief
op omgevingsveranderingen worden ingespeeld. E. Philips en R van der Vorst omschrijven
dit concept als ‘construct denken’ ; een samenvoeging van systeemtheorie en
constructivisme. De organisatie zal door de pro actieve intelligence cyclus haar zelfconceptie
regelmatig moeten aanpassen en deze zelfconceptie als sturingsmiddelgebruiken. Zij
onderscheiden hier in 5 stappen :
1. Ontwikkelen van construct bewustzijn
2. Dominantie identificeren en expliciteren
3. Alternatieve zelfconcepties ontwikkelen
4. Omgevingsconstructen selecteren en construeren
5. Het construct denken verankeren in de organisatie
Eens een organisatie dit bereikt heeft zal men beschikken over een continue intelligence
cyclus die het senior management van strategische informatie voorziet die gebruikt wordt
om strategieën te formuleren en te sturen middels zelfconceptie. Men ontwerpt als het
ware een systematisch proces dat het bedrijf continu innoveert en ‘heruitvindt’.
Activity Based costing
In de huidige omgeving waarin bedrijven opereren wordt het beheersen van de kosten
steeds belangrijker. De consument wenst immers steeds betere kwaliteit tegen scherpe
prijzen. Als de onderneming rendabel wil zijn, zal ze de kosten moeten beheersen. Dit
impliceert ook dat het bedrijf alle kosten moet kennen en registreren. Via management
accounting worden in de boekhouding alle kosten ‘zichtbaar’ gemaakt. Deze informatie
voorziet het senior management van de nodige informatie voor de decision making &
sturing. Drury (1985) beschrijft dit beslissingsmodel als volgt :
1. Objectieven identificeren
2. Alternatieven zoeken
3. Gegevens omtrent alternatieven vinden
4. Selectie maken
5. Beslissingen toepassen
6. Werkelijke resultaten vergelijken met de geplande resultaten
7. Reageren op afwijkingen van het plan – terug naar stap 2
Management control system als driver van innovatie
Pagina 11 van 16
De afgelopen decennia zijn er echter omgevingsvariabelen verandert. De product life cyle
van vele producten is veel korter geworden en tegelijkertijd is het assortiment aan
producten nog verder uitgebreid. Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat er meer ‘omstelkosten’
zullen zijn, er zal meer overhead nodig zijn voor het ontwikkelen, marketen en verkopen van
al deze producten. Deze evolutie zet het bestaande kostprijssysteem onder enorme druk.
Hoe kan er bepaald worden welke kosten voor de ontwikkeling, marketing en verkoop door
de afzonderlijke producten veroorzaakt wordt ? En hoe kan dit tijdig in kaart gebracht
worden in functie van de verkorte product life cycle ? De oude allocatiemethoden met
verdeelsleutels op basis van het percentage van de omzet of de ingezette manuren is in de
nieuwe situatie immers achterhaald. Hoe meer producten er zijn en hoe korter hun PLC
wordt, hoe meer overheadskosten er nodig zullen zijn om dit te managen. Tevens zijn
bedrijven in hun productieproces continu op zoek naar verdere optimalisatie door
automatisatie. Hierdoor is de verdeelsleutel van manuren niet altijd meer relevant. Het
gebruik van de verdeelsleutel van percentage in omzet, houdt ook risico’s in. Producten die
in grote series geproduceerd worden nemen, wegen wellicht voor een groot aandeel in de
omzet, maar net bij deze producten is de kost voor R&D, marketing en verkoop op
productlevel vaak lager. Bij grote serie productie dient er minder vaak omgesteld te worden,
het productieproces is minder volatiel en er is meer mogelijkheid om te zoeken naar
optimalisaties. Het oude cost accounting systeem is niet in staat om alle kosten toe te wijzen
aan de producten waarvoor ze veroorzaakt zijn.
De weergave van de kosten moeten niet enkel zichtbaar zijn, maar men dient te borgen dat
de realiteit ook precies weergegeven wordt. Deze weergave van de kosten geeft aan het
senior management immers informatie op basis waarvan beslissingen worden genomen om
bij te sturen. En om te bepalen welke PMT’ s een ‘Cash Cow’ zijn en welke helemaal niet.
Door het oude systeem van allocatie van kosten over producten bestaat het risico dat kleine
serie producten als winstgevender beschouwd. De grote serie producten daarentegen
hebben de meeste omzet en manuren en zij zullen dus hogere kosten toegewezen krijgen.
Op basis van deze informatie kunnen er bij de decision making verkeerde keuzes gemaakt
worden. Men zou immers kunnen beslissen het aantal kleine serie producten op te voeren
ten koste van de grote serie producten. Deze beslissing zou dan berusten op de
veronderstelling dat deze kleinere producten een hogere winst teweegbrengen terwijl de
situatie net omgekeerd is. Een dergelijke foutieve beslissing kan desastreuze gevolgen voor
het bedrijf hebben, waardoor de nood ontstaat naar een management accounting systeem
dat de nodige informatie en inzichten wel kan bieden.
Het model van activity based costing zoals beschreven door Cooper & Kaplan (1988)
onderscheidt zich van de traditionele kostenbeheersingssystemen doordat het
nauwkeurigere kostprijscalculaties mogelijk maakt. Kosten worden toegerekend aan ‘cost
objects’ middels de ‘cost drivers’ waarmee het causale verband tussen de kosten en het
‘cost object’ bedoeld wordt. Cost drivers met een gemeenschappelijk causaal verband
kunnen worden geaggregeerd in ‘costpools’ . Het model vertrekt vanuit het analyseren van
Management control system als driver van innovatie
Pagina 12 van 16
alle activiteiten die in alle afdelingen plaatsvinden en deze worden vervolgens
geclassificeerd op basis van het gewenste niveau van detail. In de eerste categorie van
activiteiten worden alle activiteiten samengebracht die worden ‘verbruikt’ bij de aanmaak
van 1 eenheid product (unit level). De tweede categorie doet hetzelfde maar dan voor het
niveau van een serie producten (batch level). In de derde categorie worden de ‘productleve’l
& ‘product sustaining’ activiteiten opgenomen voor elk type product. Nadien worden activity
centers ingericht en deze geven de kosten weer van de activiteiten (het omstellen van
machines, intern transport,…) die in elk ‘activity center’ worden veroorzaakt. De
kostenallocatie gebeurt dan in 2 fasen : in de eerste fase worden de kosten via de cost
drivers verbijzonderd naar de activiteiten. In de 2de fase worden de kosten van de
activiteiten via een 2de reeks cost drivers toegewezen aan kostendragers. Deze 2de
costdrivers bestaan op product-, batch en super-unit –level. Niet alleen kunnen de kosten
dan voor de cost-objects (product of afdeling) inzichtelijk worden gemaakt maar
daarbovenop levert dit meerdere voordelen op :
- De gehele onderneming wordt meer kosten bewust; er ontstaat ‘cost awareness’
- De kostenstructuur an sich wordt inzichtelijker voor de decision making
- Kosten van activiteiten kunnen worden vergeleken met de waarde die de activiteit
aan het product toevoegd zodat het nut bepaald kan worden
- Het biedt een simulatiesysteem om realistische scenario’s te kunnen uitwerken om
de invloed van wijzigingen in het productieproces in kaart te brengen
- Leid tot optimalisaties en efficiëntere werking van de onderneming
- Management accounting kan strategische informatie aanleveren aan het senior
management zodat er op basis van deze informatie proactief strategische
bijsturingen kunnen plaatsvinden of de strategie zelfs aangepast kunnen worden
Management control system als driver van innovatie
Pagina 13 van 16
Conclusies en implicaties
De aanleiding van het schrijven van dit essay bestond erin dat na het lezen van alle
wetenschappelijke artikelen de vraag ontstond hoe al deze theorie in de praktijk kan worden
toegepast in functie van innovatie. Het innovatieve karakter van een organisatie wordt
bepaald door de wijze waarop de organisatie haar strategie & focust. De strategie & sturing
moet de organisatie faciliteren in het genereren van Competitive Intelligence die gebruikt
wordt kan worden grondstof voor de sturing en strategie. Om dit als een continu proces te in
de organisatie te implementeren moet het in een ‘systeem’ gegoten worden.
Het gecombineerde antwoord van de volgende deelvragen vormt een theoretisch
management concept en de deelvragen werden als volgt geformuleerd :
1. Hoe bepaalt men in een tijdperk van een overkill aan informatie immers welke
informatie relevant is ?
2. Hoe wordt die informatie vertaald naar strategische intelligence ?
3. Welk systeem zorgt ervoor dat deze intelligence continu gebruikt wordt in het proces
van strategy formulation ?
4. Hoe maakt men dit proces interactief ?
5. Hoe wordt de financiële haalbaarheid van deze strategieën getoetst ?
De ‘richt fase’ en ‘zoek fase’ in het model van de BI-cyclus van Gilad & Gilad (1998) geeft in
feite het antwoord op de vraag hoe men in een tijdperk van overkill aan informatie, men
relevante informatie kan opsporen. Het correct (her)ontwerpen van deze fases zijn van
cruciaal belang voor output. De consequentie van de verkeerde focus in deze fases leidt er
immers toe dat het bedrijf later zal sturen op niet bruikbare informatie. Senior management
dient deze fases in dit concept te aligneren met het gewenste interactive control system
zodat vanaf het begin de focus steeds ligt op het later gewenste ‘leereffect’.
Tijdens de ‘analyse fase’ van de BI cyclus wordt relevantie informatie vertaald naar
strategische intelligence. Het is dus tijdens deze vertaalslag dat er strategische intelligence
geproduceerd wordt die gebruikt kan worden in het sturingsproces van de organisatie. Deze
vertaalslag kan enkel gemaakt worden door mensen met de kennis en competentie om
relevante informatie te analyseren. Het risico van een foutieve vertaling betekent dat in het
MCS sturing en strategie zal gebeuren op basis van foutief geïnterpreteerde informatie. Deze
taak kan dus niet zomaar aan eender welk personeelslid toegewezen worden.
Strategy formulation gebeurt door het senior management. Voor de decision making op dit
niveau wordt er allerhande informatie voor hen aangeleverd. Die bestaat uit :
concurrentieanalyses, klantsegmentaties, productportfolio’s en matrices omtrent
marktaantrekkelijkheid en de growth-share matrix, SWOT analyses, ICT groeifasen model
en wellicht nog allerhande rapportages & modellen van eigen makelij. In de praktijk worden
deze modellen via verschillende kanalen aangeleverd waardoor de samenhang van al deze
informatie nog niet geanalyseerd is. Iedereen kent de quote ‘There’s no data, like more
Management control system als driver van innovatie
Pagina 14 van 16
data’. Het risico wordt hier gevormd door de aanname dat het hebben van meer informatie
per definitie leidt tot betere decision making. Deze aanname is echter enkel correct onder
voorwaarde dat deze ‘more data’ in onderlinge samenhang geanalyseerd wordt. De uitkomst
van die analyse geeft pas een meerwaarde qua aanlevering van strategische intelligence
voor de strategy formulation en sturing (net zoals men middels een statistisch regressie
model verschillende afhankelijke variabelen tot 1 bruikbare formule kan herleiden die als
voorspelmodel gebruikt kan worden). Om dit te bereiken kan men een BI team samenstellen
uit de analisten van de verschillende kanalen die al deze rapporten aanleveren. De door hun
aangeleverde rapportage worden dan in hun geheel nogmaals geanalyseerd op basis van
hun onderlinge afhankelijkheid en gecombineerd effect. Deze activiteit kan men – eventueel
met behulp van BI software– op continue basis organiseren.
BI afdelingen bestaan vaak uit specialisten die enkel voor deze afdeling werken en niet
‘meedraaien’ in de operatie zelf. Dit veroorzaakt het gekende probleem dat zij wel over de
cijfers beschikken, maar niet over de ‘feeling’ met de organisatie. Gevolg hiervan is enerzijds
dat hun analyse suboptimaal zal zijn en anderzijds zal dit er weer voor zorgen dat de
ontvangende partij deze analyse niet volledige zal volgen en vertrouwen. De ene partij levert
informatie aan en daar stopt het voor de ene persoon en start het voor de volgende. De
echte interactie ontbreekt dus en dat is net een cruciale factor voor de analyse. Door het BI
team zodanig in te richten als projectgroep kan men dit oplossen. In de projectgroep werken
alle leden slechts een gedeelte van hun tijd, de rest van hun tijd werken ze op hun eigen
afdeling. In de projectgroep plaatst men ook mensen met belangrijke kennis op operationeel
vlak samen met een projectmanager die ervoor kan zorgen dat deze mensen samen een
kwalitatief betere analyse maken van de strategische intelligence. Dit maakt het proces
interactief en men heeft de projectgroep leden kunnen als ‘ambassadeur’ voor hun afdeling
fungeren.
Door Management accounting kan de controller het management voorzien van informatie
voor het financiële gedeelte van het Management Control System. De steeds sneller
veranderde omgeving heeft er echter voor gezorgd dat de vroegere modellen van
management accounting niet meer voldoende relevante financiële informatie geven. Of toch
niet met het juiste aggregatieniveau en detail. Ook traditionele de rol van management
accounting is niet meer effectief in de nieuwe turbulente, complexe omgeving van de
organisatie. Dit heeft negatieve effecten op het decision making proces de manager en heeft
dus per definitie financiële gevolgen. De controller moet net samen met de manager “What
if scenario’s “ nemen. Vanuit het BI team kunnen deze scenario’s aangeleverd worden op
basis van de opgebouwde intelligence. De controller dient dan het financiële plaatje te
berekenen. Dit kan middels de ABC modellen door de variabelen van elk scenario in het ABC
model in te voeren. Zo kan de controller deel uit maken van de BI project groep en elk
scenario financieel onderbouwen en op deze wijze als klankbord fungeren voor de manager;
in plaats van loutere leverancier van data. Door dit vanuit de project groep te laten
aanleveren kan ook de controller met meer aspecten rekening houden dan enkel en alleen
Management control system als driver van innovatie
Pagina 15 van 16
zijn eigen financiële cijfers. Zijn data wordt verrijkt met de analyse van de andere leden en
de praktijkervaring van de operatie zelf . Zo kan er sneller relevantere stuurinformatie aan
het management aangeleverd worden voor de strategy formulation & sturing.
Dit theoretisch concept biedt ‘pragmatische handvaten’ voor het gebruik van Business
Intelligence & Activity Based Costing om Competitive Intelligence te genereren die de input
vormt voor strategy formulation en sturing. Correct gebruikt, zal dit concept er toe leiden
dat de organisatie steeds blijft innoveren en zichzelf heruitvinden; het construct. De
organisatie transformeert zich zo tot een ‘lerende organisatie’ waardoor ze de uitdagingen
van de nieuwe omgeving het hoofd kan (blijven) bieden.
Evaluatie en reflectie
De aanleiding van het schrijven dit essay begon vanuit mijn persoonlijke interesse voor de
desbetreffende wetenschappelijk theorieën en vakgebieden. Vol enthousiasme heb ik
honderden bladzijden aan wetenschappelijke artikelen gelezen alsook 2 extra boeken om me
te verdiepen in de theorie en mezelf de materie eigen te maken. Zoals meestal hebben
projecten die vanuit enthousiasme gedreven worden de neiging om de vooropgestelde
planning te overschrijden. Dit was dus ook bij het schrijven van dit essay heft geval. Vanuit
mijn professionele activiteiten ben ik vertrouwd met het schrijven van uitgewerkte
verbetervoorstellen en managementadviezen. Deze oefening heeft mij alvast geleerd dat het
schrijven van een essay een heel ander verhaal is. Kortom, ik heb dit essay met plezier
geschreven, veel geleerd en hele reeks ideeën opgedaan. Ik hoop dat ik de geïnteresseerde
lezer hetzelfde plezier heb kunnen laten beleven tijdens het lezen van dit essay.
Management control system als driver van innovatie
Pagina 16 van 16
Literatuuropgave
R.N. Anthony en V. Govindarajan, ‘Management control systems’, New York, McGraw-Hill,
2004
Cooper, R. & Kaplan, R.S. : ‘How cost accounting distorts product costs’, management
accounting, 1988a, 4,
R. Ellisworth, ‘Capital-Market relationships : the myths of shareholder wealth maximazition’,
in : Leading with purpose. Stanford, Stanford University, hoofdstuk 5
Jay R. Galbraith ‘Desinging organizations, an executive guide to strategy, structure and
process. John Wiley & sons, 2002
Gilad B. en T. Gilad. The business intelligence system. New York, Amacon. 1988
Goldratt, E.M. & Cox. J. :’ het doel’, Marka paperback, 1986, 275 pp
Kahaner L., Competitive Intelligence. New York, Touchstone/Simon & Schuster (1997)
Kaplan, R.S. : ‘One cost system isn’t enough’, Harvard business review, 1988, jan-feb
T. Koller, ‘What is value-based management?’, in : The Mckinsey Quarterly, 3, 1994
Drs. Egbert Philips en dr. Dirk Vriens, ‘Business Intelligence’. Kluwer Deventer 1999
M. Power, ‘Counting, control and calculation: reflections on measuring and management’,
in: Human relations, 57, 2004
T. Hiromoto, ‘Restoring the relevance of management accounting’, in: journal of Managing
Accounting Research, 1991
R. Simons, ‘The role of management control systems in creating competive advantage’: new
perspectives, in AOS, 15, 1990
R. Simons, ‘Control in an age of empowerment’, in Harvard Business Review, 73, 1995
H. Theunisse, ‘Activity based costing, beleidsgerichte kosteninformatie’.Maklu, Antwerpen
1992