global reasoning tests3.serverdata.com/downloads.pgwebtools.com/files/...global reasoning test a l g...

16
ALGEMENE REDENERINGSTEST OEFENTEST WAARSCHUWING: alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag in eender welke vorm of via eender welk medium zonder voorafgaande schriftelijke toestemming verspreid worden. © COPYRIGHT 2008, PROCTER & GAMBLE CINCINNATI, OH 45202 U.S.A.

Upload: dinhtuong

Post on 07-May-2018

215 views

Category:

Documents


2 download

TRANSCRIPT

English Booklet # v1.08

© Copyright 2008, Procter & Gamble Cincinnati, OH 45202 U.S.A.

WARNING: All rights reserved. No part of this booklet may be reproduced in any form or by any means without expressed written permission.

CONFIDENTIAL MATERIAL

Global Reasoning Test

algemene redeneringstest Oefentest

WAARSCHUWING:alle rechten voorbehouden. niets uit deze uitgave mag in eender welke vorm of via eender welk medium zonder voorafgaande schriftelijke toestemming verspreid worden.

© CopyRIGHt 2008, PrOcter & Gamble cincinnati, OH 45202 U.s.a.

2

GA VERDER NAAR DE VOLGENDE PAGINA3

SAMENVAttING oEFENtESt

DoEL

Onderstaande oefentest werd opgesteld om u te helpen de regels voor het oplossen van de redeneringstest te begrijpen. U krijgt hiervoor: • dezelfde instructies als degene die u ontvangt bij het oplossen van de redeneringstest. • suggesties en strategieën die u kunnen helpen bij het oplossen van de redeneringstest. • oefeningen met soortgelijke vragen als die van de redeneringstest. • oefeningen met dezelfde tijdslimieten zoals die gelden voor de redeneringstest.

REDENERINGStESt - INStRUCtIES

Op de volgende twee pagina’s vindt u dezelfde instructies die u zal ontvangen wanneer u de eigenlijke redeneringstest invult. Wij geven u deze instructies zodat u begrijpt wat wij van u verwachten wanneer u de redeneringstest oplost.

lees de volgende instructies nu. Daarna geven wij u gelijkaardige instructies en voorbeeldvragen die u binnen een bepaalde tijd moet beantwoorden.

GA VERDER NAAR DE VOLGENDE PAGINA4

INLEIDING

De aanpak van Procter & Gamble om werknemers te selecteren is gebaseerd op een totale evaluatie van belangrijke sleutelelementen bepalend voor succes in ons werk. De onderneming evalueert elke kandidaat volgens bepaalde criteria en geeft elke persoon dezelfde kans om zijn of haar vaardigheden te tonen. Hierbij baseert ze al haar beslissingen om iemand aan te werven op meerdere punten, waaronder het curriculum vitae, sollicitatiebrieven, tests en gesprekken. Deze aanpak levert volgens P&G objectieve informatie op om een goed gefundeerde aanwervingspolitiek te voeren. Via het curriculum vitae, het sollicitatieformulier of gesprekken alleen is het vaak moeilijk bepaalde succesfactoren, zoals een goed logisch redeneringsvermogen, te evalueren. Daarom testen we uw redeneringsvermogen met de volgende gestandaardiseerde test. Deze werd ontwikkeld en getest door de redeneringsvaardigheden van huidige werknemers bij Procter & Gamble te vergelijken met de mate waarin ze in hun werk voldoen. De score van een kandidaat wordt een van de vele criteria, bepalend bij de beslissing om iemand al dan niet aan te werven.

ALVoRENS VERDER tE GAAN, LEES oNDERStAANDE INStRUCtIES

tAAL

Deze test is in verschillende talen beschikbaar.

U maakt deze test in de taal die u het best beheerst.

als u een andere taal dan het nederlands beter beheerst, MoEt U oNS DAARVAN NU op DE HooGtE BRENGEN, VooRDAt U AAN DE VRAAGStUKKEN BEGINt. We zullen dan proberen om u de test te geven in de taal die u het best begrijpt.

AANpASSINGEN VooR MINDERVALIDEN

als u speciale hulp of een aanpassing van de standaardprocedure nodig heeft zodat het resultaat van de test uw capaciteiten het beste zou weerspiegelen, MoEt U oNS DAARVAN NU op DE HooGtE BRENGEN, VooRDAt U AAN DE VRAAGStUKKEN BEGINt. Beschrijf alstublieft de specifieke soort hulp of aanpassing die u denkt nodig te hebben.

GA VERDER NAAR DE VOLGENDE PAGINA5

RICHtLIjNEN VooR HEt INVULLEN VAN DE REDENERINGStESt

SAMENVAttING tESt

Voor deze test krijgt u 65 minuten en hij bestaat uit 40 meerkeuzevragen.

De test bestaat uit drie onderdelen. Elk onderdeel heeft specifieke instructies en bestaat uit een ander type vragen: (1) numerieke redenering, (2) logische redenering, of (3) figuratieve redenering.

Lees de instructies van elk onderdeel voordat u de vragen beantwoordt.

bepaalde vragen vereisen relatief eenvoudige berekeningen. Hiervoor krijgt u een rekenmachine en extra papier.

elke meerkeuzevraag bevat 4 of 5 mogelijke antwoorden. slechts één van die opties is het correcte antwoord op de vraag. bijvoorbeeld:

VooRBEELDVRAAG:1. Een vrachtwagen rijdt 80 kilometer per uur. Welke afstand zal hij in 30 minuten afleggen? a. 15 kilometer b. 30 kilometer c. 40 kilometer D. 80 kilometer e. Geen van bovenstaande antwoorden

VERKLARING:Omdat 30 minuten gelijk is aan een half uur en de vrachtwagen 80 kilometer per uur rijdt, is de afgelegde afstand 40 kilometer (80 kilometer x ½ uur = 40 kilometer). Het correcte antwoord is c.

HEt ANtWooRDBLAD

U mag in het testboekje schrijven. U kunt ook het extra papier gebruiken, dat u voor berekeningen gekregen hebt.

als u beslist heeft wat het correcte antwoord is, MoEt U DAt op HEt ApARtE ANtWooRDBLAD AANDUIDEN.

Duid voor elke vraag enkel de optie aan, waarvan u denkt dat dat het juiste antwoord is. in bovenvermeld voorbeeld was het correcte antwoord c. U dient dat als volgt aan te duiden:

1. a b D e

Voordat u een antwoord aanduidt op het antwoordblad, kan u best het vraagnummer in het boekje nagaan en vergelijken met het nummer op het antwoordblad.

HoE DE REDENERINGStESt WoRDt BEooRDEELD

Uw testscore is gebaseerd op het aantal vragen dat u correct beantwoordt. Er is geen giscorrectie.

Denk goed na over de vragen, maar spendeer niet te veel tijd aan een enkele vraag of aan een bepaald onderdeel van de test. als u een vraag moeilijk vindt, ga dan verder met de volgende vragen en bekijk de moeilijke vraag later nog eens. Probeer elke vraag te beantwoorden, zelfs wanneer u niet zeker bent of het antwoord correct is. als u een antwoord wilt veranderen, wis dan zeker uw eerste aanduiding volledig.

U krijgt 65 minuten de tijd om de test op te lossen. Werk zo snel en accuraat mogelijk.

GA VERDER NAAR DE VOLGENDE PAGINA6

SUGGEStIES VooR HEt INVULLEN VAN DE REDENERINGStESt

recent onderzoek heeft uitgewezen dat de volgende tips tot betere scores op de redeneringstest kunnen leiden. De volgende punten bevatten enkele voorbeelden van wat u zou moeten doen, en enkele van wat u best niet doet.

Zaken die u BESt WEL DoEt om goed te scoren op de redeneringstest: •Werk zo snel en accuraat mogelijk: verlies geen tijd met een vraag die u niet begrijpt. •elimineer antwoorden waarvan u weet dat ze fout zijn en maak een keuze tussen de resterende antwoorden. •Geef op elke vraag een antwoord, ook als u moet gokken - er is geen giscorrectie. •Gebruik na het vervolledigen van de test de tijd die u rest om uw antwoorden na te kijken.

Zaken die u BESt NIEt DoEt om goed te scoren op de redeneringstest: • lees de test niet traag en volledig vóór u begint te werken. •Verlies geen tijd door de vragen die u al beantwoord heeft, te verifiëren vóór u op elke vraag geantwoord hebt. •Verlies geen tijd door een antwoord te overwegen dat niet bij de vijf opties staat.

7

RICHtLIjNEN VooR HEt INVULLEN VAN DEZE oEFENtESt

SAMENVAttING tESt

Voor deze test krijgt u 30 minuten en hij bestaat uit 19 meerkeuzevragen.

De test bestaat uit drie onderdelen. Elk onderdeel heeft specifieke instructies en bestaat uit een ander type vragen: (1) numerieke redenering, (2) logische redenering, of (3) figuratieve redenering.

Lees de instructies van elk onderdeel voordat u de vragen beantwoordt.

bepaalde vragen vereisen relatief eenvoudige berekeningen. Hiervoor krijgt u een rekenmachine en extra papier.

elke meerkeuzevraag bevat 4 of 5 mogelijke antwoorden. slechts één van die opties is het correcte antwoord op de vraag. bijvoorbeeld:

VooRBEELDVRAAG:1. Een vrachtwagen rijdt 80 kilometer per uur. Welke afstand zal hij in 30 minuten afleggen? a. 15 kilometer b. 30 kilometer c. 40 kilometer D. 80 kilometer e. Geen van bovenstaande antwoorden

VERKLARING:Omdat 30 minuten gelijk is aan een half uur en de vrachtwagen 80 kilometer per uur rijdt, is de afgelegde afstand 40 kilometer (80 kilometer x ½ uur = 40 kilometer). Het correcte antwoord is c.

HEt ANtWooRDBLAD

U mag in het testboekje schrijven. U kunt ook het extra papier gebruiken, dat u voor berekeningen gekregen hebt.

als u beslist heeft wat het correcte antwoord is, MoEt U DAt op HEt ApARtE ANtWooRDBLAD AANDUIDEN.

Duid voor elke vraag enkel de optie aan, waarvan u denkt dat dat het juiste antwoord is. in bovenvermeld voorbeeld was het correcte antwoord c. U dient dat als volgt aan te duiden:

1. a b D e

Voordat u een antwoord aanduidt op het antwoordblad, kan u best het vraagnummer in het boekje nagaan en vergelijken met het nummer op het antwoordblad.

HoE DE REDENERINGStESt WoRDt BEooRDEELD

Uw testscore is gebaseerd op het aantal vragen dat u correct beantwoordt. Er is geen giscorrectie.

Denk goed na over de vragen, maar spendeer niet te veel tijd aan een enkele vraag of aan een bepaald onderdeel van de test. als u een vraag moeilijk vindt, ga dan verder met de volgende vragen en bekijk de moeilijke vraag later nog eens. Probeer elke vraag te beantwoorden, zelfs wanneer u niet zeker bent of het antwoord correct is. als u een antwoord wilt veranderen, wis dan zeker uw eerste aanduiding volledig.

U krijgt 30 minuten de tijd om de test op te lossen. Werk zo snel en accuraat mogelijk.

Zodra u kunt beginnen, noteer dan de begintijd op het antwoordblad. Noteer ook de eindtijd als u klaar bent.

8GA VERDER NAAR DE VOLGENDE PAGINA

DEEL 1

NUMERIEKE REDENERING - INStRUCtIES

De volgende vragen evalueren uw vermogen om met numerieke informatie ingewikkelde businessgerelateerde problemen op te lossen. bij elke vraag krijgt u een korte beschrijving van een situatie die echt kan gebeuren. bepaal door middel van de gegeven informatie welke van de vijf (5) opties het juiste antwoord is.

VooRBEELDVRAAG:1. een machine produceert 100 units van een product per minuut. als 24 units van een product in één kist verpakt

worden, hoeveel kisten kunnen dan in één uur door de machine gevuld worden? a. 125 b. 250 c. 500 D. 2.500 e. 6.000

UItLEG:als er elke minuut 100 units geproduceerd worden, dan worden elk uur 100 units x 60 minuten = 6.000 units geproduceerd. 6.000 units per uur / 24 units per kist = 250 kisten per uur. Het correcte antwoord is b.

9GA VERDER NAAR DE VOLGENDE PAGINA

twee vrachtwagens leggen een afstand af van 1.680 1. km. De eerste vrachtwagen verbruikte gemiddeld één liter per 14 km en de tweede verbruikte gemiddeld één liter per 12 km. Hoeveel liter brandstof verbruikte de tweede vrachtwagen meer ten opzichte van de eerste? a. 10 b. 20 c. 30 D. 40 e. Dat kan uit de gegeven informatie niet worden afgeleid.

Het rechthoekige plafond van een warenhuis is 12 bij 2. 18 meter groot en is bedekt met akoestische vierkante tegels met een zijde van 1 meter. elke tegel weegt een vierde van een kilogram. Hoeveel kilogram tegels zal er nodig zijn om het volledig plafond te bedekken? a. 36 kilogram b. 54 kilogram c. 121 kilogram D. 160 kilogram e. 216 kilogram

met de lift van een hoog kantoorgebouw hebt u 3. toegang tot alle verdiepingen. als elke verdieping 5 meter hoog is en de lift gaat omhoog en omlaag met een gemiddelde snelheid van 7,5 meter per seconde, hoe lang zal hij dan ongeveer over het traject van de eerste naar de achtenzestigste verdieping doen? a. 2 seconden b. 9 seconden c. 38 seconden D. 45 seconden e. 510 seconden

in 2001 bracht een bedrijf 730.000 stuks van zijn 4. product op de markt. in 2001 bedroeg het jaarlijkse volume van het bedrijf 50 % van het volume voor 2004. Hoeveel stuks van het totale volume van 2004 zijn er in datzelfde jaar (365 dagen) dagelijks op de markt gebracht? a. 5.000 b. 4.000 c. 2.000 D. 1.100 e. 1.000

een vrachtschip vaart met een gemiddelde snelheid 5. van 25 kilometer per uur van haven a naar haven b. De afstand van haven a naar haven b is 500 kilometer. tijdens de terugreis over dezelfde route van haven b naar haven a, vaart het schip met een gemiddelde snelheid van 15 kilometer per uur. Wat is ongeveer het verschil in reistijd tussen beide trips? a. 12,5 uur b. 13,3 uur c. 26,7 uur D. 33,3 uur e. 53,3 uur

in een lokale winkel is een boek te koop voor 6. $ 20 in de versie met een harde kaft of voor $ 10 voor de versie met zachte kaft. Het boek kan ook via een postorderdienst met een korting van 30% gekocht worden, plus $ 1 voor verzend- en administratiekosten. Hoeveel meer kost het om de versie met een harde kaft via postorder te bestellen in plaats van die met zachte kaft in de winkel te kopen? a. $6 b. $10 c. $3 D. $4 e. $5

in januari werd het totaal aantal werknemers in een 7. fabriek met 8% gereduceerd. in juli groeide de vraag naar het in de fabriek gemaakte product, dus nam het aantal werknemers met 8% toe. in januari, voordat het aantal werknemers daalde, bedroeg het totaal aantal werknemers in de fabriek 326. Hoeveel werknemers waren er in totaal in de fabriek nadat het aantal werknemers opnieuw steeg in juli? a. 307 b. 318 c. 324 D. 326 e. 343

GA VERDER NAAR DE VOLGENDE PAGINA10

DEEL 2

LoGISCHE REDENERING - INStRUCtIES

De volgende vragen evalueren uw vermogen om logisch na te denken. bij elke vraag krijgt u een informatieve paragraaf en vier (4) mogelijke antwoorden.

lees alle informatie in de paragraaf om de vraag juist te beantwoorden. Daarna zal u gevraagd worden om die ene optie aan te duiden die ofwel:1. De enige juiste bewering is die logisch volgt op de informatie in de paragraaf, ofwel2. De enige onjuiste bewering is die niet logisch volgt op de informatie in de paragraaf.

Om het correcte antwoord te vinden, is het belangrijk dat u ALLEEN de informatie in de paragraaf gebruikt.

GA VERDER NAAR DE VOLGENDE PAGINA11

aankopen kunnen een belangrijk effect hebben op de totale winst van een onderneming. Het succes van een 8. aankoopafdeling hangt echter af van de competentie van de aankopers en van een aankoopmanager die systematische aankoopmethodes toepast en technologische vooruitgang implementeert. Als de rentabiliteit van een onderneming in gevaar is, kan de doeltreffendheid en vaardigheid van de aankoopafdeling bepalen of ze winstgevend of verlieslatend is. Daarom draagt de aankoopafdeling een aanzienlijke verantwoordelijkheid voor de winst van een onderneming, en wanneer een onderneming er naar streeft winst te maken, zal ze de moeite doen om zowel bekwame en gekwalificeerde aankopers als een verstandige, intelligente aankoopmanager aan te werven. Hieruit kunnen we correct afleiden dat: a. als de rentabiliteit van een onderneming niet op het spel staat, zal de bekwaamheid van de aankoopafdeling niet bepalend zijn voor winst of verlies. b. er zijn minstens enkele aankoopfuncties die niet verantwoordelijk zijn voor een belangrijk deel van de winst van de onderneming. C. Een niet-aankopende functie draagt geen significante verantwoordelijkheid voor de winst van een onderneming. D. een onderneming waarvan de rentabiliteit in gevaar is, is mogelijk afhankelijk van de doeltreffendheid en vaardigheid van de aankoopafdeling om te bepalen of ze winstgevend of verlieslatend is.

er zijn drie centrale organisatorische functies in een bedrijf voor elk productontwikkelingsproject: marketing, ontwerp 9. en productie. De marketingafdeling zorgt voor de interactie tussen het bedrijf en de klanten wat onder meer inhoudt het bepalen van richtprijzen en de opvolging van de lancering en promotie van een nieuw product. De ontwerper bepaalt de fysieke vorm van het product. Dit omvat zowel het ingenieursontwerp, zoals mechanische en elektrische zaken, als het industriële ontwerp, onder meer de esthetische kant en gebruikersinterfaces. De productie is verantwoordelijk voor het ontwerp en de besturing van het productiesysteem. Deze functie omvat aankoop, distributie en installatie. Hieruit kunnen we correct afleiden dat: A. Enkel en alleen wanneer het gaat om mechanische en elektrische zaken, de fysieke vorm van een product bepaald wordt door een organisatorische functie. B. Er productontwikkelingsprojecten zijn waarin de fysieke vorm van een product niet bepaald hoeft te worden voordat de richtprijzen worden vastgelegd. C. Het bedrijf een ontwerpfunctie uitoefent, wanneer het de fysieke vorm van een product in ontwikkeling bepaalt. D. er productontwikkelingsprojecten zijn waarbij de marketingafdeling geen richtprijzen bepaalt, noch een product lanceert of promoot.

Een manager die werknemers leidt, heeft een aantal specifieke rechten die bij een managerspositie horen. Een 10. van die rechten is autoriteit. een manager met autoriteit heeft het recht om bevelen aan ondergeschikten te geven. Deze autoriteit houdt verband met de positie zelf en heeft niets te maken met de persoonlijke karaktertrekken van de manager. Wanneer een positie met autoriteit vacant is, heeft de persoon die de positie verlaten heeft, niet langer recht op autoriteit. Hieruit kunnen we correct afleiden dat: a. er individuele gevallen bestaan waarin gezag in belangrijke mate toe te schrijven is aan de persoonlijkheidskenmerken van de manager. b. alle managers die werknemers leiden, hebben recht op autoriteit. c. een persoon die niet langer recht heeft op autoriteit, heeft kort geleden een managerspositie verlaten waarin hij werknemers moest leiden. D. een persoon die recht heeft op autoriteit, bekleedt vaak geen managerspositie waarin men bevoegd is leiding te geven aan werknemers.

GA VERDER NAAR DE VOLGENDE PAGINA12

als een bedrijf wil overleven, moet het verschillende groepen belanghebbenden tevreden stellen. belanghebbenden 11. zijn bijvoorbeeld aandeelhouders, werknemers, klanten en de maatschappij in het algemeen. Helaas stemmen de wensen van de belanghebbende groepen vaak niet overeen. Op de lange termijn moet het bedrijf voldoende aan de wensen van al die groepen tegemoet komen, of geen van hen zal tevreden zijn. elk van de groepen is immers sterk genoeg om het failliet van het bedrijf te veroorzaken wanneer zijn wensen niet vervuld worden. Wanneer een bedrijf slechts in één land actief is, is het soms moeilijk om de concurrerende wensen van belanghebbende groepen in evenwicht te houden. Voor bedrijven die actief zijn in meerdere landen, waar dominante belangen vaak erg verschillen, is het altijd moeilijk om die concurrerende wensen in evenwicht te houden. Hieruit kunnen we correct afleiden dat: a. als een bedrijf het moeilijk heeft om de concurrerende wensen van belanghebbende groepen in evenwicht te houden, het bijna zeker in meerdere landen actief is. b. Geen enkel bedrijf kan overleven, zonder aan de wensen van enkele groepen van belanghebbenden tegemoet te komen. c. er bestaan minstens enkele bedrijven die actief zijn in meerdere landen, zonder dat ze moeite hebben om aan de concurrerende wensen van belanghebbende groepen te voldoen. D. Geen enkel bedrijf dat erin slaagt aan de wensen van al de belanghebbende groepen tegemoet te komen, zal ten onder gaan.

Mechanisering wordt gedefinieerd als het gebruik van machines om werk uit te voeren dat voordien door mensen 12. werd gedaan. Automatisering, dat een uitbreiding van mechanisering is, wordt gedefinieerd als het proces waarbij mechanische handelingen worden uitgevoerd met weinig of zonder menselijke hulp. automatisering wordt algemeen toegepast wanneer bijvoorbeeld een bedrijf moeilijkheden ondervindt om producten te leveren van constante kwaliteit, of wanneer het werk monotoon of onveilig is voor werknemers. Automatiseringssystemen kunnen zowel ‘hard’ als ‘zacht’ zijn. ‘Zachte’ automatiseringssystemen kunnen aangepast worden, waardoor ze verschillende functies kunnen uitoefenen. ‘Harde’ automatiseringssystemen laten elke machine één specificieke functie uitvoeren. Daardoor zijn die systemen minder aanpasbaar dan ‘zachte’ automatiseringssystemen. Hieruit kunnen we correct afleiden dat: A. Er minstens enkele automatiseringssystemen zijn die een aanzienlijke menselijke tussenkomst nodig hebben bij het uitvoeren van mechanische handelingen. b. als een bedrijf erin slaagt constant een product van hoge kwaliteit te produceren, het onwaarschijnlijk is dat het een geautomatiseerd systeem zal gebruiken. C. Geen enkel ‘hard’ automatiseringssysteem meer aanpasbaar is dan een ‘zacht’ automatiseringssysteem. D. Elk bedrijf dat een geautomatiseerd systeem gebruikt, heeft vastgesteld dat het werk monotoon of onveilig voor de werknemers is.

GA VERDER NAAR DE VOLGENDE PAGINA13

P&G Global Reasoning Test 12

CONTINUE ON TO THE NEXT PAGE

EXAMPLE 1:

EXPLANATION:

In this example, the shading of the triangles increases as you move left to right across the row. Based on this rule, option D is the correct answer. Option D is the only response option that is darker in shading.

EXAMPLE 2:

EXPLANATION:

In this example, two rules are being applied. First, the number of straight sides for each shape increases by one as you move down each column. Second, the shapes become increasingly darker as you move from left to right across the rows. Option E is the correct answer, as it is the only option that satisfies these rules.

Figural Reasoning Instructions

The following questions are designed to assess your ability to solve novel problems. Shown below are the two types of questions you will complete in this Section. Each question will present you with a set of boxes. In this set of boxes, one box will contain a question mark (?) and all other boxes will contain figures or shapes.

The figures and shapes in each set of boxes combine to form a pattern. Your task is to determine which of the five (5) options should replace the question mark (?) to complete the pattern. Consider the following two examples:

Section 3

These examples provide only a few of the possible rules – many different rules are used to determine the patterns in the questions that you will answer in this Section.

DEEL 3

FIGURAtIEVE REDENERING - INStRUCtIES

De volgende vragen werden opgesteld om uw probleemoplossend vermogen te evalueren. Hieronder vindt u twee soorten vragen. In elke vraag krijgt u een reeks vakjes. In die reeks staat in één vakje een vraagteken (?) en alle andere vakjes bevatten figuren of vormen.

De figuren en vormen in elke reeks vakjes vormen samen een patroon. U moet bepalen welke van de vijf (5) opties in de plaats van het vraagteken (?) moet komen om het patroon te vervolledigen. Lees de volgende twee voorbeelden aandachtig:

VooRBEELD 1:

UItLEG:

in dit voorbeeld wordt de schaduw van de driehoeken donkerder naarmate u van links naar rechts over de rij gaat. Gebaseerd op deze regel is optie D het correcte antwoord. enkel bij optie D is de schaduw donkerder.

VooRBEELD 2:

UItLEG:

in dit voorbeeld worden twee regels toegepast. ten eerste verhoogt het aantal rechte zijden van elke vorm met één, naarmate u naar beneden gaat in elke kolom. ten tweede worden de vormen alsmaar donkerder, naarmate u van links naar rechts over de rijen beweegt. Optie e is het correcte antwoord omdat het de enige optie is die voldoet aan beide regels.

Bovenstaande voorbeelden voorzien slechts enkele van de mogelijke regels - er worden veel verschillende regels gebruikt om de patronen te bepalen in de vragen die u in het volgende deel moet beantwoorden.

P&G Global Reasoning Test 12

CONTINUE ON TO THE NEXT PAGE

EXAMPLE 1:

EXPLANATION:

In this example, the shading of the triangles increases as you move left to right across the row. Based on this rule, option D is the correct answer. Option D is the only response option that is darker in shading.

EXAMPLE 2:

EXPLANATION:

In this example, two rules are being applied. First, the number of straight sides for each shape increases by one as you move down each column. Second, the shapes become increasingly darker as you move from left to right across the rows. Option E is the correct answer, as it is the only option that satisfies these rules.

Figural Reasoning Instructions

The following questions are designed to assess your ability to solve novel problems. Shown below are the two types of questions you will complete in this Section. Each question will present you with a set of boxes. In this set of boxes, one box will contain a question mark (?) and all other boxes will contain figures or shapes.

The figures and shapes in each set of boxes combine to form a pattern. Your task is to determine which of the five (5) options should replace the question mark (?) to complete the pattern. Consider the following two examples:

Section 3

These examples provide only a few of the possible rules – many different rules are used to determine the patterns in the questions that you will answer in this Section.

14EINDE tEst

14

13.

A B C D E

17.

A B C D E

14.

A B C D E

18.

A B C D E

15.

A B C D E

19.

A B C D E

16.

A B C D E

END OF TEST