e&y - belgium attractiveness survey 2013 (nl)

56
Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 Call to action Structurele hervormingen zijn hoogdringend Growing Beyond

Upload: gde-merkl

Post on 29-Nov-2014

353 views

Category:

Business


1 download

DESCRIPTION

E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

TRANSCRIPT

Page 1: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 Call to actionStructurele hervormingen zijn hoogdringend

Growing Beyond

Page 2: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 20132

De attractiviteitsstudies van Ernst & Young De attractiviteitsstudies van Ernst & Young krijgen wereldwijd erkenning van onze cliënten, de media en grote publieke stakeholders als een belangrijke bron van informatie over directe buitenlandse investeringen. De studies onderzoeken de attractiviteit als investeringsbestemming van een bepaalde regio of een bepaald land. De bedoeling is om bedrijven te helpen bij het nemen van investeringsbeslissingen en om regeringen te helpen bij het stimuleren van toekomstige groei. Met behulp van een methodologie in twee stappen wordt zowel de realiteit als de perceptie van directe buitenlandse investeringen in het betreffende land of de betreffende regio geanalyseerd. De bevindingen zijn gebaseerd op de meningen van representatieve panels van internationale en lokale opiniemakers en beleidsvormers.

Att

ract

ivit

eit

Coverfoto : © www.atomium.be - SABAM 2013 - Alexandre Laurent

Page 3: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 3

04

05

06

52

08

30

48

Inhoud

RealiteitEuropa - in vogelvlucht

09 Minder projecten, meer jobs10 Het Verenigd Koninkrijk en Duitsland11 Centraal- en Oost-Europa12 West-Europa16 Herkomst van de DBI in Europa19 De meest aantrekkelijke sectoren

PerceptieDe barometer van de attractiviteit

31 De globale attractiviteit in beeld32 De Europese attractiviteit in beeld36 De perceptie van/over België

ActiesAanbevelingen voor de toekomst

Bel

gië

2013

Voorwoord

Meer stabiliteit en vereenvoudiging

Executive summary

20 RealiteitBelgië - Uitvergroot

21 Greenfield- versus uitbreidingsprojecten23 Vlaanderen, Wallonië of Brussel?26 Welke bedrijfssectoren zijn aantrekkelijk?27 Welke landen investeren in België?28 Jobcreatie en arbeidsintensiviteit

Methodologie en bronnenCoverfoto : © www.atomium.be - SABAM 2013 - Alexandre Laurent

Page 4: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 20134

2012 was een zeer lastig jaar voor Europa en België. Bedrijfsleiders ondervonden moeilijkheden om hun bottom line te handhaven. Die werd namelijk ondermijnd door besparingsmaatregelen van de overheid, de aanhoudende onzekerheid wereldwijd en het lage consumentenvertrouwen. Europese beleidsmakers hadden van hun kant de handen vol met het waarborgen van de identiteit van een continent dat gebukt gaat onder een recessie en ook nog eens worstelt met een krimpende economie, wijdverspreide werkloosheid en oplopende staatsschulden. Hoewel er enkele zinvolle beleidsmaatregelen werden genomen, is hun impact tot nog toe beperkt. Er is nog veel werk voor de boeg.

De Barometer van de Attractiviteit van Ernst & Young bestudeert de realiteit van de directe buitenlandse investeringen wat projecten en jobcreatie betreft en de perceptie van beslissers. Uit de studie van dit jaar blijkt, misschien tegen de verwachtingen in, dat de moeilijke tijden het vertrouwen van investeerders in Europa niet hebben beschadigd. Investeerders lijken gewend te zijn geraakt aan de economische situatie in Europa, leerden ermee te leven en willen de schaarse maar niettemin interessante opportuniteiten op het continent niet mislopen.

Hoewel ze begrijpelijk bezorgd zijn over de economische vooruitzichten van Europa, lijken buitenlandse investeerders realistisch optimistisch dat het continent de moeilijke tijden zal doorstaan en er sterker zal uitkomen. Ondertussen erkennen de Europese regeringen de cruciale rol van directe buitenlandse investeringen voor de jobcreatie en het stimuleren van de economieën.

Investeerders benadrukken dat een verbetering van de competitiviteit en attractiviteit van Europa en ons land dringend aan de orde is. Ze wijzen op het belang van economische stabiliteit, een echte focus op ondernemerschap en innovatie en een betere afstemming van de Europese industriële sectoren op de toekomstige consumentenvraag. Bovendien menen ze dat een verdere economische integratie, minder regelgeving en een hernieuwde focus op onderwijs veel zouden helpen om de attractiviteit van Europa en België te verbeteren.

Met deze ‘Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013’ leveren we een bijdrage aan en geven we inspiratie voor het voeren van een effectief beleid op dit terrein.

Met vriendelijke groeten,

Rudi Braes Managing Partner, Ernst & Young

Herwig Joosten Managing Partner Tax, Ernst & Young

Er is nog veel werk voor de boeg

Voorwoord

Page 5: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 5

Voorwoord

Amerikaanse bedrijven investeren van oudsher in ons land door onze logistieke ligging, de hooggeschoolde arbeidskrachten en tevens het fiscale regime. Toch zijn de investeringen aan het dalen. Tijd voor structurele maatregelen, zegt Arne Smeets van de Belgische tax desk van Ernst & Young in New York.

Amerikaanse bedrijven hebben historisch gezien altijd een sterke band gehad met België. Ons land is een toegangspoort voor Amerikaanse bedrijven in diverse sectoren, zoals de dienstverlening, de automobielsector en de farmaceutische industrie. België staat bekend voor zijn hooggeschoolde arbeidskrachten die nodig zijn voor R&D en innovatieve sectoren zoals de farmaceutische industrie & biotechnologie.

‘Een andere belangrijke reden is de logistieke ligging van België in Europa, wat ondersteund wordt door de aanwezigheid van de havens’, zegt Arne Smeets, senior tax manager International Tax Services (ITS) bij Ernst & Young in New York. ‘Een andere reden was ook het regime van de coördinatiecentra, dat een aantal jaren geleden onder druk van Europa volledig uitgedoofd is. Daardoor konden we op een aantrekkelijke manier hoofdkwartieren van Amerikaanse bedrijven naar België halen.’

‘Het gaat wel om investeringen op Europees niveau’ nuanceert Arne Smeets. ‘De Belgische binnenlandse markt is immers niet zo bijster groot. Met een relatief klein land als het onze in de Europese Unie hebben de investeringen een grensoverschrijdend karakter.’ Het is een throughbound-land.

Het Global Tax Desk Network van Ernst & Young bestaat uit ervaren tax specialisten die tijdelijk worden uitgezonden door hun thuisland naar strategische locaties, zoals New York, waar tax specialisten van tientallen jurisidicities en uit alle continenten zijn gebaseerd.

‘We zijn het eerste Belgische contact met Amerikaanse investeerders en dat sinds 1995’, zegt Arne Smeets. ‘Samen met de cliënt, de Amerikaanse collega’s en andere desks brainstormen we hoe ze de Europese markt kunnen benaderen, of hoe ze op een fiscaal rechtszekere manier kunnen investeren. Het is een kruisbestuiving van de kennis van alle wereldwijde takssystemen om een oplossing op maat te zoeken voor een specifieke cliëntof een specifieke situatie.’

Soorten investeringenEr zijn twee soorten investeringen. De inbound-investeringen houden in dat Amerikaanse bedrijven een operationele activiteit opzetten of uitbreiden. ‘In geval van productieactiviteiten kijkt men naar landen met goedkope arbeidskrachten, zoals Polen, Slovenië en Slowakije. De Oost-Europese landen scoorden de voorbije vijf jaar zeer goed.

Ook zijn er de throughbound-investeringen waarbij men in een land investeert via een financieringscentrum, een service center, een distributiehub of een hoofdkwartier.’

“Het is hier een kruisbestuiving van de kennis van alle wereldwijde takssystemen ”

Interview - Belgische Tax Desk in New York

Meer stabiliteit en vereenvoudiging

Arne Smeets Senior Tax Manager International Tax Services - Ernst & Young New York

Page 6: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 20136

Executive summary

1 Meer projecten, minder banen

Ondanks het feit dat ons land 10% meer buitenlandse investeringsprojecten binnenhaalde, scoren we op het vlak van banencreatie ondermaats.

3 België: zeven highlights uit de studie

Op het eerste gezicht lijkt ons land prima te scoren op het vlak van directe investeringen. Maar als we de cijfers in detail analyseren, komen we tot een genuanceerder beeld:

1. We zien een stijging van het aantal investeringsprojecten (10%), terwijl Europa daalt (2,8%). Dat zet ons opnieuw op de vijfde plaats in de top 10, net als in 2010.

2. Er zit een adder onder het gras: 44% van de projecten zijn sales & marketinginvesteringen met minder dan vijf banen per project.

3. Wat het totale aantal banen betreft, is er dan ook een sterke daling (18%), terwijl het gemiddelde aantal banen in Europa stijgt met 8%. Meteen de allerlaagste score ooit op het vlak van banencreatie, waarmee België uit de Europese top 15 voor tewerkstelling tuimelt. Ter illustratie: de gemiddelde banencreatie over de jongste 10 jaar bedroeg 4.273; vorig jaar deden we het met 2.939 banen veel slechter.

4. Het gemiddeld aantal jobs per investeringsproject ligt nu met 17 banen per project zo’n 40% achter op het gemiddelde van de jongste 10 jaar en 60% op het Europese gemiddelde. Meteen onze zwakste score sinds het begin van de studie.

5. De meeste banen worden gecreëerd in industrie & productie, waar 34% van de projecten voor bijna de helft van de tewerkstelling instonden. Het gaat dan wel bijna altijd om expansie. Het aantal greenfieldinvesteringen bleef in deze sector beperkt tot 28%.

6. De gemiddelde greenfieldinvestering is helemaal niet arbeidsintensief. Kleine marketing & salesprojecten nemen daarvan ongeveer 70% voor hun rekening.

7. Vlaanderen kent een licht herstel tegenover het breukjaar 2011. Wallonië stijgt met een derde meer investeringsprojecten, vooral dankzij de provincie Luik waar het aantal projecten meer dan verdubbeld. De resultaten van Brussel moeten worden gerelativeerd: we zien er een sterke stijging, doch voornamelijk in niet-arbeidsintensieve projecten.

2 Europa

Op Europees niveau daalde het aantal directe buitenlandse investeringsprojecten in 2012 met 2,8%. In absolute aantallen daalde het totaal van aangekondigde nieuwe investeringen van 3.907 naar 3.797, een score die zich ruim boven het niveau van voor de crisis situeert. Het aantal door directe buitenlandse investeringsprojecten gecreëerde banen steeg met 8% tot 170.434. Investeerders hielden de omvang van de individuele projecten sterk onder controle. Het gemiddelde aantal nieuwe banen per project over de jongste jaren toont dat aan. In 2012 creëerde een nieuw investeringsproject gemiddeld 45 banen. In 2011 bedroeg dat gemiddeld 40 banen en in 2007 ging het nog om 47 banen.

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

20122011DBI projecten

153 169

20122011DBI jobs

2.9393.599

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

20122011DBI projecten

3.907 3.797

20122011DBI jobs

170.434157.831

Page 7: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 7

Executive summary

4 Perceptieonderzoek: voor- en nadelen van België als

investeringsbestemming

Pluspunten:

• 71% van de ondervraagden, al in België aanwezige, buitenlandse ondernemers is tevreden over de diversiteit en de scholing van de Belgische werknemers.

• 43% prijst de Belgische capaciteit om te innoveren.

• 44% vindt de koopkracht van de Belgen een voordeel.

• Slechts 17% van hen denkt dat ons land onvoldoende gewapend is om de crisis te doorstaan.

• Er is vooral interesse voor investeringen in R&D (44 %) en logistieke centra (24%).

• 72% blijft de notionele interestaftrek een goed idee vinden.

Minpunten:

• 65% vindt onze loonhandicap te groot.

• 90% noemt de indexkoppeling en de lage arbeidskosten als oorzaak van de loonhandicap.

• 35% vindt de belastingdruk te hoog.

• Slechts 20% van de al in ons land gevestigde buitenlandse bedrijven heeft verdere investeringsplannen, zwaar beneden het Europees gemiddelde.

• 10 buitenlandse ondernemingen dreigen met vertrek.

• Slechts 28% van de ondervraagden denkt dat de aantrekkelijkheid van België de komende jaren zal toenemen, zwaar beneden het Europees gemiddelde.

Page 8: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 20138

RealiteitEuropa

p.09 DBI in Europa

p.14 DBI per land

p.16 Herkomst van de DBI

p.19 De meest aantrekkelijke sectoren

Page 9: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 9

Key findings

3.797 DBI projecten.

170.434 gecreëerde jobs door directe buitenlandse investeringsprojecten.

Top 3 Het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk zijn de top 3 bestemmingen voor DBI.

169 projecten haalde België binnen. Het hoogste aantal sinds 2007.

In vogelvlucht

Minder projecten, meer jobs

Het aantal directe buitenlandse investeringsprojecten in Europa daalde in 2012 met 2,8%. Dit is een vertraging van het groeiritme ten aanzien van vorig jaar (+4%) en het jaar daarvoor (+14%). Ondanks deze vertraging houdt Europa - na de scherpe achteruitgang van 2009 (-11%) - goed stand. In absolute aantallen daalde het totaal aangekondigde nieuwe investeringen van 3.906 naar 3.797, een score die zich evenwel ruim boven het niveau van voor de crisis situeert.

Het aantal door directe buitenlandse investeringsprojecten gecreëerde banen steeg met 8% (van 157.824 naar 170.434). Hoewel het aantal projecten gestegen is - waardoor er meer banen gecreëerd worden - blijven investeerders de omvang van individuele projecten sterk onder controle houden. Het gemiddeld aantal nieuwe jobs per project over de laatste jaren toont dit aan. In 2012 creëerde een nieuw investeringsproject gemiddeld 45 jobs. In 2011 was dit gemiddeld 40 jobs en in 2007 47 jobs. Dit is trouwens ruim boven de Belgische cijfers.

2007 2008 2009 2010 2011 2012

Directe buitenlandse investeringen in Europa

3.712 3.721

3.303

3.7573.906 3.797

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

2007 2008 2009 2010 2011 2012

Jobcreatie door DBI in Europa

176.551149.626

125.194 137.357157.824

170.434

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Page 10: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201310

Het Verenigd Koninkrijk en Duitsland: een gevecht op het scherp van de snee

Bedrijven uit de BRIC-landen, voornamelijk uit India en China, verhoogden hun investeringen in het Verenigd Koninkrijk om hogerop te komen in de waardeketen. Het Verenigd Koninkrijk is aantrekkelijk omwille van zijn flexibele arbeidsmarkt, sterke taalvaardigheden, actieve overheidssteun, voordelen op het vlak van ICT, de ondernemingsgezinde cultuur en de onderzoeksfaciliteiten. Wat het Verenigd Koninkrijk tevens aantrekkelijk maakt zijn haar belangrijke wijzigingen op het vlak van de vennootschapsbelasting. Met het dalen van de nominale belastingvoet tot 20% is het Verenigd Koninkrijk zonder meer één van de fiscaal meest gegeerde Europese landen bij investeerders. Het invoeren van een fiscaal zeer interessante octrooibox, het versoepelen van de CFC wetgeving, het 100% vrijstellen van dividenden en meerwaarden en de afwezigheid van bronheffing bij dividend uitkeren maken dat dit land meer aanspreekt dan bijvoorbeeld België. Opvallend in dit alles is dat het Verenigd Koninkrijk het eerste land is om van de barricades te roepen dat internationale fiscale planning fout is, maar tegelijk haar investeringspolitiek fiscaal zo reorganiseert dat ze zo veel mogelijk nieuwe investeerders aantrekt. Duidelijk dat hun politiek erop geschoold is om van het Verenigd Koninkrijk het meest fiscaal vriendelijke Europese investeringsland te maken, doch tegelijk aanstuurt op een fiscale controle qua internationale fiscaliteit om het begrotingsgat te dichten.

Het Verenigd Koninkrijk bleef in 2012 de meeste directe buitenlandse investeringen aantrekken in Europa. Het aandeel van Duitsland in de Europese buitenlandse investeringsprojecten blijft echter toenemen en bereikt 16,4%. Daarmee komt het land net achter het Verenigd Koninkrijk te staan, dat een score van 18,4% haalt. Nadat Duitsland in 2011 al beter presteerde dan het Verenigd Koninkrijk op het vlak van productie, zoals in de sector van machines en uitrusting, de elektronica-, chemie- en elektriciteitssectoren doet het land het nu ook beter in dienstensectoren.

Het Verenigd Koninkrijk behield in 2012 zijn historische leiderspositie en haalde bijna één op vijf van alle buitenlandse investeringsprojecten en daardoor gecreëerde jobs in Europa binnen. Het land kreeg 697 projecten, 2,7% meer dan in 2011, en 30.311 nieuwe jobs, een stijging met 1,4%. Amerikaanse bedrijven bleven de grootste buitenlandse investeerders in het Verenigd Koninkrijk en investeerden verder in zakelijke dienstverlening en in de farmaceutische en logistieke sector. Het aantal directe buitenlandse investeringen vanuit Frankrijk, vooral in de zakelijke dienstverlening, en vanuit Japan, in de sector van machines en uitrusting, ging ook de hoogte in. De automobielsector in het Verenigd Koninkrijk deed het ook verrassend goed in 2012. Ten gevolge van de hogere autoverkoop haalde het Verenigd Koninkrijk Frankrijk in als tweede grootste autoproducerende land in Europa. General Motors Corp, Tata Group, Nissan en Volkswagen AG verhoogden hun productiecapaciteit in het Verenigd Koninkrijk.

Duitsland haalde 624 buitenlandse investeringsprojecten binnen in 2012, een stijging met 4,5% tegenover 2011 en meer dan het dubbele dan in 2007. Met een aandeel van 16,4% van alle directe buitenlandse investeringen in Europa bedreigt het land de leiderspositie van het Verenigd Koninkrijk. Het aantal jobs per project daalde echter scherp: Duitsland kreeg 12.508 jobs, wat 27,6% minder is dan vorig jaar. De Duitse productie leed onder een zwakkere vraag van de markten in de eurozone in 2012, en het vertrouwen van bedrijven nam licht af in 2012, omdat gevreesd werd voor het uiteenvallen van de eurozone. Bedrijven uit de VS en Zwitserland zijn de grootste investeerders in Duitsland. In 2012 startten Amerikaanse bedrijven er 6,5% meer projecten op en Zwitserse bedrijven 42,2% meer. Amerikaanse en Britse bedrijven investeerden vaker in projecten in de zakelijke dienstverlening, terwijl Zwitserse, Chinese en Japanse investeerders eerder geïnteresseerd waren in de sector van machines en uitrusting en in de elektronicasector.

Page 11: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 11

Centraal- en Oost-Europa: de motor trekt opnieuw aan

Polen trok 22,3% meer investeringsprojecten aan dan in 2011. Binnen Centraal- en Oost-Europa haalde het Rusland in als aantrekkelijkste investeringsbestemming. Polen stijgt van de zevende naar de derde plaats wat betreft het aantal jobs dat wordt gecreëerd door directe buitenlandse investeringen. Het land kreeg 13.111 jobs in 2012, goed voor een stijging met 67,3%. Het aantal investeringen door Amerikaanse bedrijven steeg sterk, vooral in de dienstensectoren, terwijl Duitse bedrijven hun aanwezigheid in de automobiel- en logistieke sector verhoogden. Polen is ook aantrekkelijk voor Business Process Outsourcing (BPO)-centra, zoals dat van WNS dat een financieel, boekhoud-, contact- en onderzoekscentrum wil oprichten. Volgens het rapport Doing Business 2013 van de Wereldbank boekte Polen het afgelopen jaar wereldwijd het meest vooruitgang. Het land wordt al sinds 2008 erkend als de snelst groeiende lidstaat van de EU dat vooral voordeel haalt uit zijn competente werknemers.

Rusland haalde met een aantal van 128 net zoveel buitenlandse investeringsprojecten binnen als in 2011, hetgeen beduidend minder is dan in 2009 en 2010. De blootstelling van Rusland aan de problemen van de Europese economieën en het trage tempo van de Russische institutionele hervormingen hadden een negatieve invloed op het vertrouwen van investeerders. Rusland stijgt niettemin van de zesde naar de tweede plaats wat betreft het aantal jobs dat wordt gecreëerd door directe buitenlandse investeringen, en moet daarin alleen het Verenigd Koninkrijk laten voorgaan. Het land haalde 13.356 jobs uit buitenlandse investeringen, een stijging met 59,7% tegenover vorig jaar. De drie grootste investeerders in Rusland

zijn de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk. Vooral de dienstensector, de chemie- en automobielsector worden aantrekkelijk bevonden. Het schrappen van de importtaksen voor buitenlandse autoproducenten en - toeleveranciers heeft geholpen om de sector aantrekkelijker te maken voor investeerders. De Duitse autoconstructeur Volkswagen AG investeerde in Rusland op alle niveaus van de waardeketen: het bedrijf opende een assemblagefabriek, richtte een trainingscentrum voor autoconstructeurs op en vestigde een verkoop- en marketingkantoor.

De instroom van directe buitenlandse investeringen in Turkije, dat 95 projecten telde, daalde licht met 2,1% tegenover 2011, maar het aantal gecreëerde jobs steeg met 39,1%. Het aantal buitenlandse investeringsprojecten in de financiële dienstverlening kende meer dan een verdubbeling, omdat buitenlandse bedrijven op zoek zijn naar Turkse banklicenties of joint ventures aangaan om te profiteren van de boom in consumentenleningen. Mitsubishi UFJ Financial Group, de grootste bank van Japan, kondigde een investering van 300 miljoen US dollar aan in Turkije. In april 2012 vroeg Intesa Sanpaolo, de grootste retailbank van Italië, een banklicentie aan en maakte de bank haar plannen bekend om een op zichzelf staand hoofdkantoor voor corporate banking te openen in Istanbul. Bedrijven uit de bouw-, de automobiel- en de logistieke sector kiezen eveneens voor het groeipotentieel en de relatieve stabiliteit van Turkije en zijn positie als toegangspoort.

Na twee tegenvallende jaren verhoogde Centraal- en Oost-Europa in 2012 zijn attractiviteit als investeringsregio. Het aantal investeringsprojecten daalde echter met 4,8%, maar de regio kreeg er 26,1% meer jobs bij. Zo kon Centraal- en Oost-Europa West-Europa inhalen als de investeringslocatie in Europa waar de meeste jobs worden gecreëerd door buitenlandse investeringen. Bedrijven zowel uit Europa als daarbuiten breiden hun productiecapaciteit in Centraal- en Oost-Europa uit of verplaatsen hun productie naar de regio. Autoconstructeur Renault SA, bijvoorbeeld, heeft een lagekostenstrategie ingevoerd en richt fabrieken op in Marokko, Slovenië, Turkije en Roemenië. Nog slechts een kwart van zijn auto’s wordt in thuisland Frankrijk geproduceerd. Centraal- en Oost-Europa geniet van de voordelen van betaalbare en bekwame arbeidskrachten en van een hele reeks nieuwe fabrieken die zijn arbeiders tewerkstellen. Bovendien blijft de kostenbasis er competitief in vergelijking met West-Europa. Volgens de OESO bedroeg het jaarloon in de landen van Centraal- en Oost-Europa, waaronder Polen, Hongarije en Tsjechië, gemiddeld de helft van dat in Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.

Page 12: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201312

Servië was een sterke speler op de Europese markt van directe buitenlandse investeringen in 2012 en haalde 78 projecten binnen, een stijging van 16,4% tegenover vorig jaar. Er werden daarbij 10.302 jobs gecreëerd, wat Servië op de zesde plaats bracht in Europa wat jobcreatie betreft. De Servische projecten behoren tot de meest arbeidsintensieve in Europa en creëren elk gemiddeld 132 jobs.

Bijna 90% van de investeringen in Servië kwamen van Europese bedrijven. Italiaanse bedrijven zorgden voor meer dan de helft van de gecreëerde jobs. Andere grote investeerders zijn bedrijven uit Duitsland en Oostenrijk, die hoofdzakelijk investeren in productie en dan vooral in de sector van auto-onderdelen en van machines en uitrusting.

In 2012 trok Tsjechië 64 buitenlandse investeringsprojecten aan. Hoewel dit een daling betekent met 3,0% tegenover 2011, werden er in 2012 toch 5.508 jobs gecreëerd door directe buitenlandse investeringen. De grootste investeerders waren bedrijven uit Duitsland, de Verenigde Staten, Japan en Oostenrijk. De populariteit van het land neemt snel toe bij autoconstructeurs, die in 2012 goed waren voor meer dan 60% van de jobs gecreëerd door buitenlandse investeringen in Tsjechië. Het aantal projecten in de zware machinebouw en in de logistieke sector namen eveneens toe.

West-Europa: winst en verlies …

Ierland is al lang koploper wat directe buitenlandse investeringen betreft en kende in 2012 zijn beste jaar van het decennium. Het was in 2012 het negende aantrekkelijkste land in Europa, zowel wat buitenlandse investeringsprojecten (+16%) als gecreëerde jobs (+65,6%) betreft. Dat succes is bittere noodzaak in een economie die kampt met een lage consumptie, hoge werkloosheidscijfers, hoge gezinsschulden en voortdurende besparingen.

Toch zijn buitenlandse investeerders door de verhoogde exportcompetitiviteit en de verbeterde overheidsfinanciën optimistisch gebleven over het land. Bovendien blijft het belastingtarief van slechts 12,5% veel buitenlandse investeerders aantrekken. Amerikaanse bedrijven blijven de grootste investeerders in Ierland en waren in 2012 goed voor 60% van alle buitenlandse investeringsprojecten. Ze investeren vooral in zakelijke dienstverlening en medische technologie en in de software en farmaceutische sector.

België haalde in 2012 Nederland terug van de vijfde plaats om net zoals in 2010 terug de vijfde grootste begunstigde van directe buitenlandse investeringen in Europa te worden. Ons land haalde 169 projecten binnen, een stijging met 10,5% en het hoogste niveau sinds 2007. Het aantal investeringsprojecten dat werd opgestart door bedrijven uit de Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland en Nederland, de grootste investeerders in België, nam toe. De interesse van Chinese, Japanse en Britse investeerders daarentegen verminderde evenwel.

1. Winst voor Spanje, België, Ierland en FinlandMet 274 nieuwe investeringsprojecten in 2012, tegenover 273 in 2011, komt Spanje op de vierde plaats in Europa wat het aantal projecten betreft. In een gehavende economie met hoge werkloosheidscijfers liep het aantal jobs die door directe buitenlandse investeringen werden gecreëerd op met 9,9% tot 10.114. Een lage consumptie, strenge besparingsmaatregelen en zware inspanningen om het overheidstekort terug te brengen tot 4,5% in 2013 zorgen voor een moeilijk investeringsklimaat. Toch startten investeerders uit de VS, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, de grootste investeerders in Spanje, allemaal meer projecten op in 2012. Terwijl de zakelijke dienstverlening en de softwaresector de belangrijkste sectoren voor directe buitenlandse investeringen waren in Spanje, nam het aantal investeringen in de financiële dienstverlening en de chemie- en automobielsector toe. De competitiviteit van Spanje is blijven verbeteren en krikte het vertrouwen van de investeerders op. De Spaanse nominale loonkosten per eenheid product zijn de laatste drie jaar met 5,5% gedaald, terwijl ze in de eurozone als geheel met 1,4% zijn gestegen. De productiviteit van Spanje nam sinds begin 2008 toe met 11,2%, wat een stuk beter is dan het gemiddelde van 0,4% in de eurozone. De Spaanse vakbonden stellen zich flexibel op. Toen Renault SA in november 2012 zijn plannen aankondigde om in Spanje nieuwe modellen te produceren en 1.300 nieuwe jobs te creëren, gingen de Spaanse vakbonden akkoord met een flexibel pakket met vakantiewerk, continue productie en contracten van 18 maanden voor nieuwe arbeiders.

Page 13: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 13

De zakelijke dienstverlening bleef de belangrijkste sector voor directe buitenlandse investeringen, maar tevens bedrijven die actief zijn in de voedings-, chemische en de plastic- en rubberindustrie en in de sector van machines en uitrusting en van wetenschappelijke instrumenten verhoogden hun investeringen. Het aantal projecten in de industrie steeg met 83,9% naar 57. Dit waren echter voornamelijk expansie projecten en geen greenfield projecten. Evenwel was de gemiddelde jobcreatie in deze sector belangrijk.

Men mag deze stijging evenwel niet overroepen. Zoals we immers later in de studie vaststellen is de jobcreatie sterk gedaald en bevinden we ons nu op plaats 16 in Europa. Tevens is het zo dat veel van deze projecten (vooral in sales & marketing en vooral in de Brusselse regio) zeer weinig arbeidsplaatsen opleveren.

Beleidshervormingen zouden de competitiviteit van België en het groeitempo kunnen verbeteren. Meer bepaald zouden meer flexibele arbeidsvoorwaarden, een lagere loonkost, een beter fiscaal klimaat en meer concreet een verschuiving van de belasting op arbeid de vooruitzichten voor de export in België kunnen verbeteren. Dat zou ook de attractiviteit van België als investeringsbestemming verhogen en bedrijven de kans bieden om hun sterke punten op het vlak van innovatie en onderzoek & ontwikkeling beter uit te spelen. Meer daarover in het hoofdstuk aanbevelingen van deze studie.

De attractiviteit van Finland voor buitenlandse investeerders blijft verhogen. Het land haalde 75 investeringsprojecten binnen in 2012, een nieuw record en de derde stijging in drie opeenvolgende jaren. Amerikaanse bedrijven verdubbelden hun projecten tot 14 in 2012, ook Zweden, Estland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk investeerden aanzienlijk in Finland, vooral in de zakelijke dienstverlening, de softwaresector en de sector van machines en uitrusting. De overheidsfinanciën van Finland zijn één van de gezondste in de eurozone, met een staatsschuld die lager is dan 60% van het BBP.

2. Verlies voor Frankrijk, Nederland, Italië en Zwitserland

Hoewel Frankrijk zijn derde plaats in de Europese rangschikking kon behouden, daalde de instroom van directe buitenlandse investeringen in 2012. Het aantal buitenlandse investeringsprojecten in Frankrijk verminderde met 12,8% naar 471, terwijl het aantal gecreëerde jobs met 19,9% zakte naar 10.542. Amerikaanse bedrijven lanceerden meer projecten in Frankrijk, maar hun Duitse en Britse tegenhangers kondigden minder Franse projecten aan dan in 2011, net als bedrijven uit Zwitserland, België, Zweden en Nederland. Frankrijk blijft de belangrijkste Europese bestemming voor productieprojecten, maar hun aantal daalde van 170 in 2011 naar 127 in 2012.

Een stagnerende koopkracht en een stijgende werkloosheid zorgen voor ongerustheid over een zwakke groei in Frankrijk. Om die bezorgdheid weg te nemen heeft de Franse regering in november 2012 een nationaal pact voor groei, competitiviteit en werkgelegenheid voorgesteld, waarmee ze de competitiviteit wil verhogen en een duurzame en stevige groei wil stimuleren.

De Franse regering en de vakbonden bereikten bij het begin van 2013 een akkoord over maatregelen voor de arbeidsmarkt. Bedrijven krijgen meer flexibiliteit om hun personeelsbestand en werkuren aan te passen in moeilijke tijden. Zo zouden de vooruitzichten voor de werkgelegenheid verbeteren, evenals de competitiviteit van Frankrijk.

In 2012 trok Nederland 161 investeringsprojecten aan, of 5,3% minder dan in 2011. Bedrijven uit de Verenigde Staten, de grootste investeerders in Nederland, startten meer projecten op, maar bedrijven uit het Verenigd Koninkrijk en Japan deden dat in mindere mate. Het aantal jobs per project daalde zo sterk dat Nederland, net zoals België, niet langer tot de top 15 van investeringsbestemmingen behoort wat jobcreatie betreft. De export ondervond hinder van de zwakke vraag in de eurozone, terwijl stijgende consumentenschulden en werkloosheid het risico op faillissementen en stress in de banksector hebben verzwaard. Hoge vastgoedprijzen, hoge loonkosten en een moeilijke arbeidswetgeving beschadigen het bedrijfsklimaat.

Page 14: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201314

Jobcreatie Land 2012

2011

Verschil ‘11-’12

Aandeel 2012

1 Verenigd Koninkrijk 30.311 29.888 1% 18%

2 Rusland 13.356 8.362 60% 8%

3 Polen 13.111 7.838 67% 8%

4 Duitsland 12.508 17.276 -28% 7%

5 Frankrijk 10.542 13.164 -20% 6%

6 Servië 10.302 13.479 -24% 6%

7 Turkije 10.146 7.295 39% 6%

8 Spanje 10.114 9.205 10% 6%

9 Ierland 8.898 5.373 66% 5%

10 Roemenië 7.114 5.985 19% 4%

11 Slovakije 6.299 4.007 57% 4%

12 Tsjechië 5.508 5.168 7% 3%

13 Macedonië 4.670 3.040 54% 3%

14 Bulgarije 4.379 2.680 63% 3%

15 Hongarije 3.941 5.237 -25% 2%

16 België 2.939 3.599 -18% 2%

17 Portugal 2.760 1.209 128% 2%

18 Bosnië-Herzegovina 2.462 426 478% 1%

19 Litouwen 1.717 1.492 15% 1%

20 Zwitserland 1.155 1.546 -25% 1%

Andere 8.202 11.562 -29% 5%

Totaal 170.434 157.831 8% 100%

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Aantal projecten Land 2012

2011

Verschil ‘11 / ‘12

Aandeel 2012

1 Verenigd Koninkrijk 697 679 3% 18%

2 Duitsland 624 597 5% 16%

3 Frankrijk 471 540 -13% 12%

4 Spanje 274 273 0% 7%

5 België 169 153 10% 4%

6 Nederland 161 170 -5% 4%

7 Polen 148 121 22% 4%

8 Rusland 128 128 0% 3%

9 Ierland 123 106 16% 3%

10 Turkije 95 97 -2% 3%

11 Servië 78 67 16% 2%

12 Finland 75 62 21% 2%

13 Tsjechië 64 66 -3% 2%

14 Zwitserland 61 99 -38% 2%

15 Italië 60 80 -25% 2%

16 Denemarken 57 52 10% 2%

17 Zweden 54 81 -33% 1%

18 Hongarije 51 66 -23% 1%

19 Roemenië 50 71 -30% 1%

20 Slowakije 31 45 -31% 1%

Andere 326 354 -8% 9%

Totaal 3.797 3.907 -3% 100%

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

DBI per land

Page 15: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 15

De overheid heeft gereageerd met maatregelen die bedoeld zijn om de relaties tussen de zakelijke en de wetenschappelijke wereld te versterken en er zijn hervormingen van de arbeidsmarkt voorgesteld. Ondanks de tegenwind was Nederland in 2012 de zesde aantrekkelijkste investeringsbestemming in Europa. Veel investeerders beschouwen het land nog steeds als een toegangspoort tot de Europese markt en een degelijke investeringslocatie voor logistieke centra en hoofdkantoren.

Het aantal buitenlandse investeringen in Italië daalde in 2012 voor het tweede opeenvolgende jaar, en wel met 25% naar 60 aangekondigde projecten. Het is nog steeds slecht gesteld met de Italiaanse economie, die kampt

met fiscale besparingsmaatregelen, hoge werkloosheidscijfers, krappe kredietvoorwaarden en politieke instabiliteit. Door de gematigde binnenlandse en buitenlandse vraag daalde het aantal directe buitenlandse investeringen in de productie in 2012 sterk. Optimistische bedrijven uit de Verenigde Staten behielden echter hun vertrouwen en verhoogden hun investeringen, vooral in de zakelijke dienstverlening en de logistieke sector. Liberaliseringsmaatregelen en hervormingen om de handel te bevorderen, de bureaucratie af te bouwen en juridische procedures te versnellen, die in 2012 versneld werden doorgevoerd, zouden de attractiviteit van Italië moeten verhogen.

Frankrijk471

Duitsland624

Verenigd Koninkrijk697

Ierland123

Spanje274

700400200100500

Italië60

Zwitserland61

Polen148

Rusland128

Finland75

Turkije95

Servië

Tsjechië64

Nederland161

België169

Top 15 Europese landenAantal projecten

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Frankrijk10.542

Duitsland12.508

Verenigd Koninkrijk30.311

België2.939

Ierland8.898

Spanje10.114

31,00015,00010,0005,0003,0000

Roemenië7,114

Slovakije6.299

Polen13.111

Rusland13.356

Turkije10.146

Servië10.302

FYRO Macedonië4.670

Bulgarije4.379

Hongarije3.941

Tsjechië5.508

Aantal jobs

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Zwitserland kende in 2012 zijn slechtste jaar sinds 2005. Het land trok slechts 61 directe buitenlandse investeringen aan, of 38,4% minder tegenover vorig jaar. Hoewel Amerikaanse bedrijven de grootste investeerders blijven in Zwitserland, richten zelfs zij hun aandacht op andere bestemmingen. Het aantal investeringen vanuit de Verenigde Staten daalde van 50 in 2010 naar 41 in 2011 en naar amper 28 in 2012. Duitse bedrijven handelen ook voorzichtiger, en ze startten in 2012 in Zwitserland slechts twee projecten op, in tegenstelling tot 13 in 2011. Per sector kenden de zakelijke en financiële dienstverlening en de softwaresector een grote daling in het aantal buitenlandse investeringen, terwijl het land slechts drie projecten kreeg in de industrie. In 2011 waren dat nog tien projecten. Hoge kosten en een zwakke groei, vooral in exportmarkten en in de nabijgelegen eurozone, verminderen de attractiviteit van Zwitserland voor investeerders.

Page 16: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201316

Herkomst van de directe buitenlandse investeringen in EuropaAmerikaanse bedrijven blijven de grootste investeerders in Europa en zorgden voor 27,5% van de buitenlandse investeringsprojecten in 2012. Europese bedrijven waren dan weer goed voor meer dan de helft van alle directe buitenlandse investeringen in Europa: zeven Europese landen, aangevoerd door Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, staan in de top 10 van buitenlandse investeerders in de regio. Samen maken de buitenlandse investeringen vanuit Europese landen en de VS meer dan 80% uit van de instroom van directe buitenlandse investeringen in Europa. Het aandeel investeringen vanuit Brazilië, India en China blijft met 5,6% laag.

Herkomst van de directe buitenlandse investeringen (DBI)Aantal DBI Aantal jobs

Land 2012

2011

Verschil 2011 / 2012

Aandeel 2012

2012

Aandeel 2012

1 Verenigde Staten 1.045 1.028 2% 28% 38.526 22.6%

2 Duitsland 406 412 -1% 11% 30.100 17.7%

3 Verenigd Koninkrijk 255 294 -13% 7% 6.255 3.7%

4 Frankrijk 198 193 3% 5% 11.356 6.7%

5 Zwitserland 184 188 -2% 5% 5.424 3.2%

6 Japan 176 150 17% 5% 8.171 4.8%

7 China 122 140 -13% 3% 4.619 2.7%

8 Spanje 107 82 30% 3% 2.587 1.5%

9 Zweden 107 95 13% 3% 1.901 1.1%

10 Italië 104 95 9% 3% 12.794 7.5%

11 Nederland 103 137 -25% 3% 2.338 1.4%

12 Oostenrijk 79 66 20% 2% 3.072 1.8%

13 India 74 77 -4% 2% 6.432 3.8%

14 Canada 65 73 -11% 2% 1.547 0.9%

15 Ierland 65 47 38% 2% 2.847 1.7%

707 830 -15% 19% 32.465 19%

Totaal 3.797 3.907 -2,8% 100% 170.434 100%

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

*BRIC: Brazilië, India en China.Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

BRIC*

5.6%

US

27.5%

Japan

4.6%

Europa

54.3%

Directe buitenlandse investeringen in Europa (aantal projecten)

Andere

8.0%

Page 17: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 17

1. Verenigde StatenAmerikaanse bedrijven investeerden in 1.045 projecten. Dat is 2% meer dan vorig jaar. De zakelijke dienstverlening en de softwaresector waren de belangrijkste groeisectoren voor de Amerikaanse investeerders. Ze startten 41,8% van hun projecten in die sectoren op. Amerikaanse bedrijven investeerden ook meer in de biotechnologische, de chemische, de logistieke en de automobielsector. Hoewel Amerikaanse bedrijven blijven investeren in Europa, gaan ze toch voorzichtiger te werk: het aantal jobs dat zij creëerden daalde met 6,8%. In 2012 creëerde een gemiddeld Amerikaans project 37 jobs in Europa, terwijl dat in 2011 nog 40 was.

Terwijl het Verenigd Koninkrijk de aantrekkelijkste bestemming blijft voor Amerikaanse investeerders in Europa, haalde Frankrijk Duitsland in en werd het land de tweede aantrekkelijkste investeringslocatie voor Amerikaanse bedrijven. Zo trok Frankrijk meer projecten aan in de zakelijke dienstverlening en de logistieke sector. De attractiviteit van Ierland blijft hoog voor Amerikaanse bedrijven. Ze lanceerden er 8,8% meer projecten en creëerden 68,5% meer jobs in Ierland. Amerikaanse investeerders zoeken overal naar opportuniteiten. In 2012 haalden ook landen in Centraal- en Oost-Europa, waaronder Polen, Rusland en Turkije, meer investeringsprojecten vanuit de VS binnen, vooral in de zakelijke dienstverlening en de logistieke en automobielsector.

2. EuropaEuropese bedrijven zijn nog steeds de grootste grensoverschrijdende investeerders in Europa en zijn goed voor bijna 54,3% van alle projecten en 56,4% van de jobs die worden gecreëerd door directe buitenlandse investeringen. Zeven van de top tien investeerders in Europa komen uit West-Europa met Duitsland als duidelijke koploper, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Zwitserland. Bij de belangrijkste grensoverschrijdende investeerders horen internationaal bekende bedrijven zoals Draexlmaier, Fiat SpA, Thyssenkrupp AG, Volkswagen AG en Danieli, die met hun investeringen een aanzienlijk aantal jobs creëren over het hele continent.

Het aantal jobs dat werd gecreëerd door de grensoverschrijdende investeringen van Duitse bedrijven nam sterk toe in 2012 en bereikte een cijfer van bijna 30.000, het hoogste aantal sinds 2007 en een stijging met 32% tegenover 2011. De Duitse investeerders zijn, zowel in West-Europa als in Centraal- en Oost-Europa, voornamelijk geïnteresseerd in de logistieke sector en in de automobielindustrie en andere industrieën. Polen, Rusland, Hongarije en Tsjechië zijn de belangrijkste investeringsbestemming voor Duitse bedrijven in Centraal- en Oost-Europa.

Bedrijven uit het Verenigd Koninkrijk daarentegen investeren eerder in dienstgerichte sectoren, zoals de zakelijke en financiële dienstverlening en de softwaresector. Voor hen zijn Duitsland, Frankrijk en Spanje de aantrekkelijkste investeringsbestemmingen. Enkele van de belangrijkste Britse investeerders in Europa zijn GlaxoSmithKline, Endava, Rexam en Rolls-Royce.

Franse bedrijven verhoogden hun grensoverschrijdende investeringen in Europa, zowel wat het aantal projecten als het aantal gecreëerde jobs betreft. In het Verenigd Koninkrijk investeerden ze in 2012 bijna dubbel zoveel als in 2011, met 54 projecten. Franse bedrijven die actief zijn in de zakelijke dienstverlening, de logistieke en de softwaresector waren de meest actieve investeerders in het Verenigd Koninkrijk. Duitsland, België en Spanje haalden eveneens heel wat investeringen vanuit Frankrijk binnen, van bedrijven zoals La Poste, Alstom SA, Renault SA en Teleperformance Group.

Page 18: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201318

3. BRIC-landen en andere opkomende economieënEuropa haalt voordeel uit de inspanningen van bedrijven uit (a) China en India, samen goed voor 80% van de investeerders uit BRIC-landen, en (b) bedrijven uit andere opkomende economieën. Veel van die bedrijven zijn al toegetreden tot de Fortune Global 500, de ranglijst van vijfhonderd belangrijkste bedrijven ter wereld op basis van hun jaaromzet. In 2012 creëerden hun investeringsprojecten 12.309 jobs in Europa, het hoogste aantal ooit. De meeste van deze jobs zijn nieuw, terwijl de jobcreatie door Amerikaanse en Europese investeerders soms gepaard gaat met herstructureringen of verplaatsingen van fabrieken.

Chinese investeerders bekijken in Europa een breed spectrum aan sectoren, expertises en technologieën. Uit onderzoek van de Europese Kamer van Koophandel dat in januari 2013 werd uitgevoerd, blijkt dat Chinese bedrijfsleiders optimistisch blijven over investeren in Europa. Toch klagen ze ook over de moeilijkheden die ze er ondervinden (o.a. de hoge kosten). Veel Chinese bedrijven blijven in de Europese regio investeren, vooral in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, dit hoofdzakelijk in de zware machinebouw en de sector van de cleantech. Bedrijven uit India starten voornamelijk projecten op in de zakelijke dienstverlening.

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

2008 2009 2010 2011 2012

DBI jobcreatie door BRIC landen

9.124

12.232

8.672 9.385

12.309

Belangrijkste sectoren naar directe buitenlandse investeringen in EuropaAantal DBI Aantal jobs

2012

2011

Verschil 2011 / 2012

Aandeel 2012

2012

Aandeel 2012

1 Sales & Marketing 1.945 1.977 -1,6% 51,2% 19.403 11,4%

2 Productie 973 1.039 -6,4% 25,6% 101.535 59,4%

3 Research & development 236 234 0,9% 6,2% 7.625 4,5%

4 Logistiek 236 235 0,4% 6,2% 13.176 7,7%

5 Hoofdzetels 168 150 12,0% 4,4% 8.825 5,2%

6 Testing & Servicing 81 103 -21,4% 2,1% 2.517 1,5%

7 Contact Center 48 55 -12,7% 1,3% 10.156 6,0%

8 Shared services center 37 42 -11,9% 1,0% 6.282 3,7%

9 Internet Data Center 37 36 2,8% 1,0% 104 0,1%

10 Opleiding & training 36 36 0,0% 0,9% 811 0,5%

Totaal 3.797 3.907 -2,8% 100% 170.434 100%

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Page 19: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 19

De meest aantrekkelijke sectoren voor buitenlandse investeerders

3. LogistiekDe logistieke activiteiten zorgden voor 6,2% van alle buitenlandse investeringsprojecten en voor 7,7% van de jobs die in 2012 in Europa werden gecreëerd door directe buitenlandse investeringen. Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland kregen de meeste van de 236 projecten en 13.176 jobs die dit jaar werden gecreëerd in de logistieke sector in Europa. Om beter bestand te zijn tegen alsmaar complexere toeleveringsketens, beslissen veel bedrijven om bepaalde werkzaamheden te outsourcen. Steeds meer bedrijven werken samen met logistieke firma’s om hun processen te stroomlijnen en de efficiëntie te verhogen.

4. Sales & marketingNet als in 2011 zorgde de oprichting van sales & marketingkantoren ook in 2012 voor meer dan de helft van alle buitenlandse investeringsprojecten in Europa. Terwijl het aantal buitenlandse investeringsprojecten verminderde met 1,6%, nam het aantal gecreëerde jobs in de sales & marketingsector toe met 50,3%. Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk waren de grootste winnaars en trokken de meeste projecten aan in 2012. Duitsland haalde het Verenigd Koninkrijk in en werd de aantrekkelijkste bestemming voor investeringen in de sales & marketing. Ook Spanje, België en Finland haalden in 2012 meer sales and marketingprojecten binnen.

1. ProductieDe productiesector is goed voor 25,6% van alle investeringsprojecten en 59,4% van alle nieuw gecreëerde jobs. Hoewel het aantal directe buitenlandse investeringen daalde met 6,4%, werd er in de productiesector toch 4,4% meer jobs gecreëerd. Het gemiddelde aantal nieuwe jobs per productieproject steeg van 94 in 2011 naar 104 in 2012. Investeerders blijven geloven in de attractiviteit van Europa als investeringsbestemming voor productiebedrijven: 84% denkt dat ze over 10 jaar nog steeds in Europa zullen produceren. In 2012 werd echter in Rusland het meeste aantal jobs gecreëerd door directe buitenlandse investeringen in productieprojecten. Het Verenigd Koninkrijk, Turkije en Servië zijn eveneens aantrekkelijke locaties voor grote productieprojecten.

2. Bedrijfsondersteunende dienstenDe bedrijfsondersteunende diensten haalden meer dan 6% van alle investeringen binnen en kregen 11,8% van de jobs die in 2012 in Europa werden gecreëerd door directe buitenlandse investeringen. Meer dan 30% van deze projecten werd opgestart in het Verenigd Koninkrijk, de aantrekkelijkste investeringsbestemming voor contact centers, opleiding & training, testing & servicing en data centers. Polen en Ierland zijn de aantrekkelijkste investeringslocaties voor shared service centers, samen goed voor 48,6% van deze nieuwe activiteiten in Europa.

5. Research & development (R&D)In 2012 zorgden de activiteiten in onderzoek en ontwikkeling voor 236 projecten en 7.625 jobs. Het Verenigd Koninkrijk en Duitsland waren de belangrijkste bestemmingen voor R&D-projecten en noteerden op dat vlak een stijging in 2012. Vooral in de software-, elektronica- en farmaceutische sector werden in Europa R&D-projecten opgestart. De uitstekende mogelijkheden op het vlak van onderzoek en ontwikkeling blijven de belangrijkste troef van Europa. Van de bevraagde investeerders zei 45% dat onderzoek en ontwikkeling de toekomstige instroom van directe buitenlandse investeringen in Europa zal stimuleren.

6. HeadquartersHet aantal bedrijven dat in Europa zijn hoofdkantoor oprichtte, bedroeg 168 in 2012, een stijging tegenover de 150 in 2011. Het aantal jobs dat daardoor werd gecreëerd steeg met 30,9%. Er werd op dit vlak vooral geïnvesteerd in het Verenigd Koninkrijk, dat 17,2% van de directe buitenlandse investeringen voor hoofdkantoren aantrok. Ook in Ierland, Frankrijk, Nederland en Duitsland werden in 2012 meer hoofdkantoren gevestigd.

Page 20: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201320

RealiteitBelgië

p.21 Greenfield versus expansie

p.23 Regionale opdeling

p.26 Sectoren

p.27 Welke landen investeren in België

p.28 Jobcreatie

Page 21: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 21

Uitvergroot: de realiteit van de directe buitenlandse investeringen in België

Greenfieldprojecten versus uitbreidingsprojectenGreenfield- of nieuwe investeringsprojecten zijn een belangrijke graadmeter voor de aantrekkelijkheid van een land. In 2008 kende België een sterke terugval van het aantal greenfield-projecten (van 129 naar 77). De gestage opmars van het aantal greenfieldprojecten sinds 2003 werd daarmee abrupt gestopt (met als enige uitzondering 2008). In de periode 2009-2011 werd een herstel vastgesteld, respectievelijk met 100, 97 en 100 nieuwe projecten. In 2012 houdt dat herstel verder aan: 107 nieuwe investeringsprojecten op een totaal van 169 of een verhoudingspercentage van 63,3%. Het meeste aantal greenfield-projecten wordt gerealiseerd in Vlaanderen (51 of 48%), gevolgd door Brussel (35 of 33%) en Wallonië (21 of 20%).

Wat voornamelijk opvalt is dat bijna alle investeringen in de Brusselse regio greenfield projecten zijn, liefst 35 van de 37 projecten. Anderzijds zijn dit kleine projecten, de gemiddelde jobcreatie per investeringsproject is slechts één arbeidsplaats. Men kan stellen dat deze sales & marketing offices voornamelijk zakenkantoren, liason & rep offices zijn.

Key findings

10,5% stijging van aantal aangekondigde DBI in België

Antwerpen herstelt zich voorzichtig van de klap van vorig jaar.

Luik zet met een stijging van 9 naar 23 investeringsprojecten een sterk resultaat neer.

58% van alle directe buitenlandse investeringen in België worden gedaan door de Verenigde Staten en onze buurlanden .

Daling van het aantal investeringen door BRIC-landen.

Page 22: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201322

Indeling greenfield versus expansie per sector2011 2012

Expansie Greenfield Totaal Expansie Greenfield Totaal

Business support diensten 2 3 5 1 3 4 ↓

Opleiding & training 2 2 4 0 0 0 ↓

Hoofdzetels 4 3 7 4 1 5 ↓

Logistiek 10 14 24 11 10 21 ↓

Productie 28 3 31 41 16 57↓

Research & Development 3 7 10 3 4 7 ↓

Sales & marketing 4 68 72 2 73 75 -

Totaal 53 100 153 62 107 169

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Greenfield versus expansie2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Expansie 26 32 75 83 46 65 46 62 53 62

Nieuw 51 104 104 102 129 77 100 97 100 107

Totaal 77 136 179 185 175 142 146 159 153 169

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

2011 2012

Brussel Wallonië Vlaanderen Totaal Brussel Wallonië Vlaanderen Totaal

Expansie 3 24 26 53 2 31 29 62

Nieuw 37 15 48 100 35 21 51 107

Totaal 40 39 74 153 37 52 80 169

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Greenfield versus expansie

Page 23: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 23

Vlaanderen, Wallonië of Brussel?Het aantal aangekondigde directe buitenlandse investeringen is in België in vergelijking met vorig jaar met 10,5% gestegen (van 153 naar 169). Opgesplitst naar de verschillende regio’s in ons land geeft dit het volgende: Vlaanderen is goed voor 80/169 investeringen (47%), Wallonië telt 52/169 investeringen (31%) en Brussel tenslotte 37/169 investeringen (22%). België scoort hiermee het beste resultaat sinds 2007.

Als er naar de provincies binnen de regio’s wordt gekeken, dan wordt opgemerkt dat in Vlaanderen Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen klappen krijgen. De provincie West-Vlaanderen halveert bijna van 12 naar 7 investeringsprojecten, een terugval die de provincie terug op het niveau van 2007 en 2010 plaatst.

Regionale opdeling nieuwe investeringen2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Brussel 17 9 31 33 42 28 25 20 40 37

Wallonië 19 29 38 47 44 40 57 31 39 52

Vlaanderen 41 98 110 105 89 74 64 108 74 80

Totaal 77 136 179 185 175 14 2 146 159 153 169

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Tewerkstelling per regio totaal en gemiddeld per project

Totaal Per project

Vlaanderen 1.771 22

Wallonië 1.132 22

Brussel 36 1

Totaal 2.939 17

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Ook de provincie Vlaams-Brabant heeft de winst van vorig jaar niet kunnen vasthouden. De provincie valt terug van 21 op 14 investeringsprojecten, waarmee ze eerder aansluit op haar gemiddelde score doorheen de jaren. De provincie Antwerpen herstelt zich dan weer voorzichtig van de klap van vorig jaar, toen het zijn investeringsprojecten gehalveerd zag. De provincie haalt elf investeringsprojecten meer binnen dan in 2011 en klokt af op 36. De provincie Oost-Vlaanderen maakt het verlies van vorig jaar goed en tekent voor 16 investeringsprojecten.

Vlaanderen stijgt maar kan de belangrijke daling van het topjaar 2010 niet rechtzetten. In de laatste 4 jaar haalde Vlaanderen 3 keer minder dan de

helft van alle Belgische investeringen binnen, Voor 2009 was Vlaanderen trouwens steeds goed voor meer dan de helft van alle directe investeringen in België. Wallonië doet een duidelijke inhaalbeweging (groei met een derde). Wallonië zet de tweede beste prestatie ooit neer. Anderzijds is het aantal volledig nieuwe investeringsprojecten (als percentage van het totaal) duidelijk hoger in Vlaanderen (64%) dan in Wallonië (40%), waar voornamelijk expansieprojecten de meerderheid uitmaken. De jobcreatie per project is in Wallonië en Vlaanderen hetzelfde.

Regionale opdeling

Page 24: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201324

Investeringen

Nieuwe investeringen: naar regio’s en provincies2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Brussel 17 9 31 33 42 28 25 20 40 37

Antwerpen 23 39 40 50 35 26 27 55 25 36

Vlaams-Brabant 6 20 19 19 22 17 14 15 21 14

Henegouwen 9 11 17 22 13 17 17 12 21 19

West-Vlaanderen 4 11 10 4 8 6 2 8 12 7

Oost-Vlaanderen 4 20 13 20 15 15 11 17 11 16

Luik 7 11 13 13 12 14 21 6 9 23

Waals-Brabant 3 6 8 8 16 5 12 11 7 4

Limburg 4 8 28 12 9 10 10 13 5 7

Namen 0 1 0 3 3 2 5 0 1 3

Luxemburg 0 0 0 1 0 2 2 2 1 3

België 77 136 179 185 175 142 146 159 153 169

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Page 25: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 25

Het tweede Waals Marshall-plan blijkt ook succesvoller dan zijn voorganger. Het Waalse ‘Plan Marshall 2.Vert’ heeft sinds 2010 al ruim 15.000 ‘effectieve en geplande’ jobs opgeleverd. Twee derde van het economische langetermijnplan ‘2.Vert’ is intussen uitgevoerd.

Over de periode 2010-2012 ging het om 18.008 dossiers van rechtstreekse steun aan bedrijven, meer dan 200.000 gevolgde opleidingen, zo’n 35.000 ‘groene bijscholingen’ en de financiering van 1.315 onderzoekers.

In 2010 werd de aanhoudende daling van de aantrekkelijkheid van Brussel onderstreept. In 2011 werd een verdubbeling van 20 naar 40 nieuwe investeringsprojecten genoteerd, waardoor het hoofdstedelijk gewest, op uitzondering van 2007, de beste prestatie ooit neerzet. Dit jaar kan deze prestatie met 37 investeringsprojecten quasi geconsolideerd worden. Brussel is zeer populair bij investeerders in sales & marketing en zakenkantoren en die investeringen zijn voornamelijk greenfield, anderzijds is de jobcreatie voor deze projecten miniem en moet men dus de relevantie ook niet overdrijven.

Aantal DBI in België over een periode van 10 jaar

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

2007 20082005 20062003 2004 2009 2010 2011 2012

77

169

Wallonië trekt ook in 2012 meer investeringsprojecten aan (van 39 naar 52). Vooral de provincie Luik zet met een stijging van 9 naar 23 investeringsprojecten een sterk resultaat neer en tekent hiermee bijna voor de helft van alle investeringsprojecten in Wallonië.

Page 26: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201326

Welke bedrijfssectoren zijn aantrekkelijk?

Belangrijkste sectoren naar directe buitenlandse investeringen2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Business support services

5 6 13 12 11 9 7 14 5 5

Opleiding & training 0 0 0 3 2 1 7 2 4 0

Hoofdzetels 7 14 8 9 20 8 8 4 7 5

Logistiek 17 35 43 28 28 33 26 32 24 21

Productie 26 32 47 66 38 36 27 40 31 57

Research & Development 1 9 12 4 5 7 11 12 10 7

Sales & Marketing 21 40 56 63 71 48 60 55 72 75

Totaal 77 136 179 185 175 142 146 159 153 169

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Als we de directe buitenlandse investeringen in België bekijken naar bedrijfssector, dan stellen we vast dat de zakelijke dienstverlening met sales & marketing-activiteiten opnieuw de lijst aanvoert. Dit jaar met een consolidatie van 72 naar 75 investeringsprojecten.

Investeringen in sales & marketing, zakenkantoren, rep. offices, ... blijven het meest relevant en verdelen zich voornamelijk over Brussel en Vlaanderen, ongeveer in gelijke mate als in 2011. Zoals gesteld in deze studie is de jobcreatie bij dit soort investeringen echter het kleinst (gemiddeld minder dan 5 arbeidsplaatsen per project en vooral gering in de Brusselse regio).

De tweede plaats is en blijft, met een groei van 31 naar 57 projecten, voor de industriële sector. Dit zijn grotendeels uitbreidings (expansie) projecten, echter het is een opmerkelijke stijging, bijna een verdubbeling die zich in eerste instantie vooral manifesteert in Wallonië maar ook in Vlaanderen belangrijk is. Eveneens is er nog steeds jobcreatie in deze sector, met

name worden er 1359 arbeidsplaatsen gecreëerd. De top drie wordt afgesloten door de logistieke sector met 21 projecten. Sinds 2005 bekleden deze drie sectoren de top drie van de directe buitenlandse investeringen in België.

Met uitzondering van sales & marketing waar het aantal investeringen stabiel blijft en manufacturing/productie waar we een markante stijging zien, moeten we een daling vaststellen van investeringsprojecten in alle andere sectoren. Die algemene daling wordt vooral goed gemaakt door de markante stijging in manufacturing/productie. We zien een kleine daling inzake het aantal hoofdkwartieren. Eveneens daalt het aantal R&D-kantoren nu de laatste 2 opeenvolgende jaren met 30% (13 in 2010 en 10 in 2011).

Men kan dus stellen dat er een daling is in de sectoren die meer arbeidsintensief zijn, met als uitzondering manufacturing/productie, waar de investeringen echter voornamelijk expansie betreffen en niet greenfield.

De stijging qua projecten in de productie is dus een goede zaak en ligt tevens in de lijn van de Europese trend. In Europa is de productiesector goed voor 60% van de nieuwe tewerkstelling met 26% van de investeringsprojecten. Het gemiddeld aantal Europese jobs steeg van 94 in 2011 naar 104 in 2012. Daar zien we een scherp contrast t.o.v. België. Eveneens was de grootste jobcreatie in België in de productiesector. 34% van de projecten creëren daar ongeveer de helft van de tewerkstelling. Evenwel ligt de gemiddelde tewerkstelling per productieproject slechts op ongeveer 24, slechts een vierde dus van het Europees gemiddelde. Tevens valt op dat ongeveer 70% van de productieprojecten uitbreidingen zijn, geen greenfield. Het grootste aantal greenfieldprojecten bevindt zich in de minst arbeidsintensieve sector, namelijk in die van de kantoorjobs (marketing & sales) met een gemiddelde tewerkstelling van slechts 5 personen per project.

Page 27: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 27

Welke landen investeren in België?

De groep van buitenlandse investeerders in België blijft met 41/169 investeringen aangevoerd worden door de Verenigde Staten. Ook de onmiddellijke buurlanden van België blijven verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de directe buitenlandse investeringen. In volgorde van belangrijkheid hebben we Frankrijk (21/169), Duitsland (16/169), Nederland (11/169) en het Verenigd Koninkrijk (9/169).

De Verenigde Staten en onze buurlanden zijn samen goed voor 58% van alle directe buitenlandse investeringen in België. De vorige jaren was dit gelijklopend. Onderstaande tabel geeft duidelijk aan dat België het vooral moet hebben van intra-Europese investeringen. De Verenigde Staten blijven de meest primaire investeerder. Duitsland trekt erg aan met het hoogste aantal investeringen ooit sinds het begin van de studie.

Het aantal investeringen door BRIC-landen en Japan in België neemt af. In 2010 steeg het aandeel van deze groep tot 11% en in 2011 tot 12%. In 2012 daalt dat aandeel tot net onder de 8%. Binnen de groep van BRIC-landen ziet de verdeling er als volgt uit: China (7), India (4) en Rusland (2). Brazilië is voor het tweede jaar op rij afwezig. Japan is goed voor 7 investeringsprojecten. Duidelijk dus dat België het moeilijk heeft zich te manifesteren bij BRIC landen. Anderzijds is het aantal investeringen van India, China & Brazilië in Europa in het algemeen zwak, daar is België niet echt uitzondering.

Aantal directe buitenlandse investeringen in België over een periode van 10 jaar2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Frankrijk 8 15 19 25 21 17 14 9 17 21

Duitsland 9 11 15 15 13 13 13 15 11 16

Nederland 4 13 22 11 14 13 9 11 10 11

Verenigd Koninkrijk 1 9 16 16 16 11 16 9 13 9

Verenigde Staten 29 28 46 45 49 38 33 50 38 41

Totaal 51 76 118 112 113 92 85 94 89 98

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Aantal directe buitenlandse investeringen in België over een periode van 10 jaar BRIC en Japan

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Brazilië 0 0 0 0 1 3 0 2 0 0

Rusland 0 0 1 0 0 0 1 1 4 2

Indië 0 4 2 5 5 1 1 8 6 4

China 2 3 2 3 4 6 4 6 8 7

Japan 8 18 13 9 7 7 13 5 9 7

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Page 28: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201328

Alles in perspectief geplaatst – de jobcreatie en de arbeidsintensiviteit van de directe investeringenOok al is een stijging terug naar de vijfde plaats met 10% meer investeringsprojecten reden voor optimisme, toch moet een meer diepgaande analyse ons tot enig realisme brengen en stemt deze analyse zeker niet tot euforie.

Daar waar België in 2011 qua aantal jobs nog op de 13e plaats stond in Europa (ook al was er een daling tov 2010 van 10% (4010 naar 3599), en we in 2010 op de 10e plaats stonden) zakt België nu in 2012 weg uit de top 15. In 2 jaar tijd dalen we dus met meer dan een vierde inzake jobcreatie. Hoewel er vorig jaar minder projecten waren dalen we toch met 18% inzake jobcreatie.

Er worden slechts 2939 jobs gecreëerd op de 169 projecten. Daardoor daalt de arbeidsintensiviteit per investeringsproject (van 25 in 2010 naar 23 in 2011 naar slechts 17 in 2012). Deze daling inzake jobcreatie in het algemeen en per investeringsproject toont duidelijk aan dat loonkosten zwaar meespelen in investeringsbeslissingen.

Tevens is de tendens over de laatste 3 jaren duidelijk dalend. Het is overduidelijk dat investeringsprojecten minder omvangrijk en arbeidsintensief zijn dan vroeger.

De concurrentie tussen verschillende landen en tevens regio’s is groter geworden. Tevens is vaak de eerste zaak dat een buitenlands bedrijf in overweging neemt, het nominale tarief van de vennootschapsbelasting en vooral de loonkosten. Vooral omwille van ons competitief nadeel inzake dat laatste geraakt België vaak niet op de shortlist.

Dat de loonkost het nr.1 probleem is blijkt uit onze perceptiestudie en wordt aangetoond door de diverse meningen van bedrijfsleiders.

Kortom alle cijfers tonen aan dat België momenteel onvoldoende investeerders kan aantrekken die veel jobs creëren. De jobintensiviteit per investeringsdossier neemt stelselmatig af. We kunnen niet het effect van de sluitingen en uitwijkingen op de Belgische werkgelegenheid opvangen door meer arbeidsplaatsen via nieuwe investeringen aan te trekken. Netto verliest België zonder meer inzake jobcreatie.

Als men kijkt naar de verdeling tussen de regio’s kan men vaststellen dat de arbeidsintensiviteit in Brussel het laagst ligt. Op de 37 projecten wordt er per project gemiddeld niet meer dan één arbeidsplaats gecreëerd. Dit zijn hoofdzakelijk marketing & sales kantoren (34 op de 37 investeringsprojecten) en vaak zijn dit liaison of rep-offices of vertegenwoordigers naar grote internationale instellingen en overheidsinstanties toe, zoals de Europese Unie.

In Wallonië worden er 1.132 jobs gecreëerd op 52 projecten, een arbeidsintensiviteit van 22. In Vlaanderen is de jobcreatie 1.771, een gemiddelde van tevens 22 per investeringsproject.

Het zijn voornamelijk de expansie-investeringen in manufacturing/productie die jobcreatie opleveren, 1359 jobs op 2.939, bijna 50% van het totaal. Logistieke centra en hoofdkwartieren alsook R&D centra hebben individueel de hoogste arbeidsintensiviteit per project (gemiddeld 36 jobs per project) met in totaal 1178 jobs (40%). 344 jobs worden gecreëerd in de 75 sales & marketing-dossiers, veel dossiers dus met weinig jobcreatie per project.

Arbeidsintensiviteit - jobcreatie per sectorAantal projecten Jobcreatie % jobcreatie

Contact Center 1 28 1%

Hoofdzetels 5 100 3%

Internet Data Center 1 30 1%

Logistiek 21 660 22%

Productie 57 1.359 46%

Research & development 7 418 14%

Sales & Marketing 75 344 12%

Testing & Servicing 2 0 0%

Totaal 169 2.939 100%

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Page 29: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 29

Jobcreatie en aantal directe buitenlandse investeringen in België over een periode van 10 jaar

Jobcreatie

Aantal DBI projecten

Jobs / project

2003 3.608 77 46,9

2004 5.833 136 42,9

2005 6.030 179 33,7

2006 5.570 185 30,1

2007 4.379 175 25,0

2008 3.406 142 24,0

2009 3.357 146 23,0

2010 4.010 159 25,2

2011 3.599 153 23,5

2012 2.939 169 17,4

Totaal 42.731 1.521 28,1

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

We zien een stijging van het aantal investeringsprojecten met ongeveer 10% in contrast met Europa waar een daling van 2,8% zich manifesteert. Anderzijds dalen we qua jobcreatie met 18% terwijl de jobcreatie in Europa stijgt met 8%. Als men er de statistieken op na slaat sinds 2003, het begin van de Barometer van de Belgische Attractiviteit, is de Belgische jobcreatie nooit zo laag geweest. Zonder enige twijfel, met het aantal sluitingen en migratiebewegingen, kan men stellen dat er een manifest nettoverlies aan jobs is.

De gemiddelde jobcreatie over de laatste 10 jaar was 4.273, we liggen in 2012 31% achter op dat gemiddelde. De gemiddelde tewerkstelling per project in de laatste 10 jaar was 28 en met 17 vorig jaar is 40% lager. Zonder meer dus is de tendens dalend, en wellicht zal de loonkost hier in zeer belangrijke mate meespelen.

Aantal jobs/directe buitenlandse investeringen in België over een periode van 10 jaar

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

2007 20082005 20062003 2004 2009 2010 2011 2012

3.608 2.939

Aantal jobs/investeringsproject in België over een periode van 10 jaar

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

2007 20082005 20062003 2004 2009 2010 2011 2012

47

17

Page 30: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201330

Perceptiep.32 Europa op middellange en lange termijn

p.34 Sectoren van de toekomst

p.46 Notionele intrest

p.47 Ruling Commissie

Page 31: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 31

De barometer van de attractiviteit

De globale attractiviteit in beeld

Centraal-Europa en Oost-Europa spelen ook weer mee en worden door 28% van de respondenten de aantrekkelijkste regio genoemd, goed voor een stijging met 7% tegenover vorig jaar. Investeerders plaatsen Centraal- en Oost-Europa zelfs hoger dan Brazilië, Rusland en India. Ondanks het onzekere macro-economische klimaat in Europa kunnen de inspanningen van Europa voor fiscale discipline op bijval rekenen bij de investeerders, die nu lijken te geloven dat de economische problemen kunnen worden overwonnen. Dankzij buitenlandse multinationals, vooral uit de zware industrie en de automobielsector, stijgt het aantal investeringen in Polen, Tsjechië en Hongarije, die enorme verbeteringen hebben doorgevoerd en nog steeds kostencompetitief zijn.

Noord-Amerika verbetert zijn competitiviteit. Met een score van 29% noemen investeerders Noord-Amerika de derde meest aantrekkelijke regio. Dat is te danken aan een heropleving van de Amerikaanse productie als gevolg van de sterk gedaalde gasprijzen en van de toenemende groei onder impuls van de hightechsector en de export. Veel Amerikaanse bedrijven starten hun productie in de Verenigde Staten weer op of breiden die uit. Bovendien

zijn buitenlandse investeerders ook geïnteresseerd in de heropleving van de Amerikaanse economie, die nog steeds de belangrijkste bron van innovatie en ondernemerssucces ter wereld is.

China is een klasse apart en blijft met een attractiviteitsscore van 43% de aantrekkelijkste locatie voor bedrijven die internationaal willen uitbreiden. China’s voortreffelijke score daalde weliswaar met een procentpunt, maar toch wekt het land door de combinatie van een enorme binnenlandse markt en een snelle groei, die wordt gestimuleerd door bijkomende stimulanspakketten, nog steeds de jaloezie op van andere regio’s die concurreren voor investeringen, zowel wereldwijd als regionaal.

De score van Brazilië steeg naar 26%. Het land haalde daarmee Rusland en India in en werd de vijfde meest aantrekkelijke investeringslocatie. Investeerders beschouwen Brazilië als een stabiele economie met een snelgroeiende binnenlandse markt en enorme nog niet aangeboorde natuurlijke hulpbronnen.

De belangstelling van investeerders voor West-Europa en de Verenigde Staten is na het historische dieptepunt van vorig jaar opnieuw toegenomen, dit ondanks de moeilijke economische vooruitzichten voor de G8-landen. De ontwikkelde markten bevestigden hun verdiensten en belang voor het beschermen van de rentabiliteit. Hoewel de snelgroeiende markten hun aandeel in de wereldwijde output uitbreiden, blijven de ontwikkelde markten de economische activiteit wereldwijd het meest stimuleren. Investeerders weten dat ze met het oog op een goed uitgebalanceerde portefeuille moeten diversifiëren en rijpe markten moeten opnemen, die een comeback maken in bepaalde gebieden en sectoren.

West-Europa staat sterk ondanks de moeilijkheden die de schuldencrisis veroorzaakt. De regio scoort 4% hoger en is nu de tweede meest aantrekkelijke locatie om activiteiten op te starten. West-Europa ligt in de studie van dit jaar slechts 6% achter op China, dat blijft gezien worden als de meest aantrekkelijke investeringsbestemming ter wereld. Investeerders werden gerust gesteld door de duidelijke vastberadenheid van de regeringen van de eurozone om de munteenheid en de groep van 17 landen met dezelfde munteenheid te redden.

Page 32: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201332

De Europese attractiviteit in beeld

vooruitzichten van de regio dan zij die er wel al aanwezig zijn. Van de respondenten uit de BRIC-landen denkt 60%, net als 45% van de Noord-Amerikaanse executives, dat Europa aantrekkelijker zal worden voor buitenlandse investeerders. De crisis in de eurozone heeft het vertrouwen van investeerders niet aangetast. Beleidsmakers lijken zich nu meer in te zetten om de crisis op te lossen en de economische groei te herstellen.

Rusland wordt door 20% van de respondenten aantrekkelijk bevonden, een stijging met 1%. Toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en een nieuwe reeks privatiseringen verhogen de attractiviteit van het land.

In India blijven knelpunten op infrastructuurgebied, het uitblijven van hervormingen, wijdverspreide corruptie en hoge rentevoeten de verdere ontwikkeling van het land in de weg staan. De attractiviteit van het land daalde dit jaar naar 19%.

Competitiviteit verhogenHoe kan de Europese Unie de attractiviteit van Europa verhogen?

Bron: Ernst & Young European Attractiveness Survey, 2013.

Streven naar verdere economische integratie 39%

Regelgeving beperken 36%

De eengemaakte markt voltooien (ook voor diensten)en de concurrentie verhogen 28%

Streven naar verdere politieke integratie 27%

Bevoegdheden teruggeven aan Europese lidstaten 21%

Belastingen verlagen 1%

Economisch beleid stabiliseren 1%

Geen 2%

Weet het niet 5%

1. Europa op middellange en lange termijnDe meeste investeerders denken dat de attractiviteit van Europa de komende drie jaar zal verbeteren of ongewijzigd zal blijven. Minder dan één op de vier meent dat de attractiviteit van Europa zal verminderen. Het aantal investeerders dat een verbetering verwacht, namelijk 39%, is nauwelijks gewijzigd sinds 2011 (38%). Investeerders die nog niet actief zijn in Europa, zijn optimistischer over de

Evolutie van de attractiviteit van EuropaHoe ziet u de aantrekkelijkheid van Europa evolueren over de komende drie jaar?

Verbeteren Weet het nietAfnemenHetzelfde blijven

Bron: Ernst & Young European Attractiveness Survey, 2013.

38% 38%

1%

23%

Page 33: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 33

Investeerders beschouwen de Europese eenheid als de beste oplossing voor de problemen van Europa. 39% van de respondenten vindt dat de verdere economische integratie van de Europese Unie een goede zaak zou zijn. De complexiteit en het teveel aan bureaucratische formaliteiten vormen de tweede grootste bezorgdheid. 36% van de respondenten roept op voor een vermindering van de regelgeving. Tenslotte vragen de ondervraagde bedrijfsleiders uitdrukkelijk naar de voltooiing van de eengemaakte markt

(28%), de verdere politieke integratie (27%) en de teruggave van meer macht aan de Europese lidstaten (21%).

Van de investeerders die al in Europa actief zijn, zegt 84% dat ze over tien jaar wellicht nog steeds in Europa actief zullen zijn. Dat is een lichte daling tegenover de 87% van vorig jaar. Vooral bedrijven in het noorden van Europa laten zich positief uit over hun aanwezigheid op de lange termijn (91%). Dat is minder het geval bij Aziatische bedrijven (59%).

Bron: Ernst & Young European Attractiveness Survey, 2013.

70%

20%

10%

87%

10%6%

84%

10%

7%

2012 survey2011 survey2010 survey

Europa productieZal uw productie over tien jaar nog steeds in Europa plaatsvinden?

JaNee

Weet het niet

Europese groeiWelke bedrijfssectoren zullen de komende jaren volgens u de Europese groei stimuleren?

2013 2012 reminder

Bron: Ernst & Young European Attractiveness Survey, 2013.

Informatie en communicatietechnologie, IT 31% 33%

Energie (inclusief nucleaire energie) en nutsvoorzieningen (afval, waterzuivering, ...) 28% 24%

De farmaceutische industrie en biotechnologie 23% 19%

Cleantech 20% 26%

B-to-B diensten, exclusief financiële (IT-diensten, consulting, audit, communicatie, ...) 19% 15%

Bank-/financie-/verzekeringswezen 18% 13%

Transportsector en automobielindustrie 14% 13%

Consumptiegoederen 14% 12%

Logistiek en distributiekanalen 10% 9%

Vastgoed en bouw 8% 7%

Page 34: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201334

2. Sectoren van de toekomstInformatie- en communicatietechnologieën (ICT) worden door 31% van de bedrijfsleiders beschouwd als de belangrijkste stimulans voor de toekomstige groei in Europa. Digitale technologieën veranderen economieën. Vooral investeerders uit Centraal- en Oost-Europa (42%) zijn optimistisch over het potentieel van ICT om de toekomstige groei in Europa te bevorderen. Dankzij ICT zou een groei van de productiviteit met bijna 50% mogelijk zijn.

De sector van de energie- en nutsbedrijven wordt eveneens gezien als een motor voor toekomstige groei (28%), vooral door respondenten uit Azië (33%) en de BRIC-landen (31%). Europa haalt ongeveer de helft van zijn elektriciteit uit niet-fossiele brandstoffen, en de sector van de windenergie bijvoorbeeld zal zijn capaciteit tegen 2040 optrekken van 5% naar 20%. Toch is slechts één op vijf investeerders ervan overtuigd dat de sector van de cleantech een belangrijke rol zal spelen in de toekomstige economische groei in Europa. Dat is 26% minder dan vorig jaar. Veel Europese landen die krap bij kas zitten, hebben hun financiële steun voor groene energieprojecten echter verminderd. Sommige nutsbedrijven hebben dan ook hun plannen om te investeren in groene energie opzijgeschoven. Veel bedrijven voor hernieuwbare energie verkennen nu de opportuniteiten in opkomende economieën, zoals China, Brazilië en Chili, waar groene energie steeds meer wordt gezien als een wezenlijk element voor groei.

Farmaceutische en biotechnologiebedrijven krijgen een cruciale rol toebedeeld in de toekomstige groei van Europa (23% van de respondenten). De ouder wordende bevolking in ontwikkelde economieën, de uitbreiding van de gezondheidszorg in opkomende economieën en de opkomst van een wereldwijde middenklasse die zich medicijnen kan veroorloven, bieden ruimschoots opportuniteiten voor de sector. Ondertussen stelt de vooruitgang van de wetenschappelijke kennis ons in staat om nieuwe behandelingen te ontwikkelen.

Leider in innovatieWelke hervormingen zijn nodig om van Europa een leider te maken op het vlak van innovatie?

Bron: Ernst & Young European Attractiveness Survey, 2013.

Opleiding en training in nieuwe technologieën verbeteren 46%

Cultuur van innovatie en creativiteit creëren 36%

Innoverende bedrijven meer fiscale voordelen bieden 32%

Ondernemerschap stimuleren 26%

Gezamenlijke onderzoeksprogramma’s opstarten 25%

Durfkapitaal en andere financiële middelen ontwikkelen 21%

In het kader van de attractiviteit van Europa benadrukken de ondervraagde bedrijfsleiders het belang van onderzoek en innovatie. Bijna de helft van de respondenten meent in dat verband dat het onderwijs op alle niveaus dringend moet worden verbeterd, vooral met betrekking tot de kennis over nieuwe technologieën. Bovendien heeft Europa volgens 36% van de respondenten nood aan een cultuur van innovatie en creativiteit, een meer stimulerende fiscale omgeving voor innovatieve bedrijven (32%) en stimuli voor ondernemerschap (26%).

Page 35: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 35

Competitiviteit verhogenHoe kan Europa haar competitiviteit verhogen in de komende jaren?

Bron: Ernst & Young European Attractiveness Survey, 2013.

Economisch beleid stabiliseren/tekort en schulden terugdringen 19%

Focussen op onderzoek en ontwikkeling/innovatie/technologie 14%

Gemeenschappelijk economisch beleid voor Europa uitwerken 10%

Loonkosten verlagen 8%

Belastingtarieven voor bedrijven verlagen/belastingen verlagen 6%

Regelgeving voor bedrijven beperken 6%

Bureaucratie afbouwen 4%

Focussen op opleiding en training 3%

Arbeidswetgeving versoepelen 3%

Productiekosten verminderen 3%

Ondernemerschap stimuleren 2%

Autonomie van Europese lidstaten verhogen 2%

3. De Europese competitiviteitOp de vraag hoe Europa zijn competitiviteit kan verhogen, antwoorden de respondenten dat de Europese regeringen het vertrouwen van bedrijven moeten opkrikken door de schulden te verminderen en de economische stabiliteit te verbeteren (19%) en te focussen op onderzoek, innovatie en technologie (14%). Slechts 8% van de respondenten denkt dat lagere loonkosten de competitiviteit van Europa zouden verbeteren, terwijl nog eens 6% zegt dat lagere belastingen zouden helpen.

Page 36: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201336

Vlaanderen33%

37%*

10%*

Aantrekkelijkste regioWelke regio in België is de meest aantrekkelijke om zaken te doen?

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Weet het niet18%

* 2012

Wallonië 14%

Brussel 36%

28%*

De perceptie van/over België

1. InleidingInvesteringen vergen tijd en voorbereiding. Bij het afwegen van mogelijke investeringsscenario’s bedienen investeerders zich van verschillende criteria. Bij hun zoektocht naar een geschikte locatie hanteren ze een realistische aanpak en proberen de problemen en risico’s zoveel mogelijk in kaart te brengen en te vermijden. De criteria die daarbij worden gehanteerd situeren zich binnen vier categorieën.

1. Markt- en strategiefactoren Dit heeft betrekking op de infrastructuur m.b.t. transport en logistiek, de mogelijkheden inzake telecommunicatie, de toegang tot de interne markt(en), …

2. Arbeids- en resourcefactoren Dit heeft betrekking op de loonkosten, de vaardigheden en de productiviteit van de arbeidskrachten, de flexibiliteit, …

3. Financiële en wettelijke factoren Dit heeft betrekking op de fiscaliteit, de rechtszekerheid, de arbeidswetgeving, de subsidiemogelijkheden, de steunmaatregelen, …

4. Milieu en regionale factoren Dit heeft betrekking op de omgeving waarin het bedrijf zal terechtkomen en kan gaan van de beschikbaarheid van specifieke elementen op het vlak van innovatie, onderzoek en ontwikkeling tot het bieden van perspectieven voor expansiemogelijkheden.

Naast de werkelijke situatie voor elk van deze categorieën speelt ook de perceptie voor een groot deel mee. Op deze perceptie wordt hierna dieper ingegaan.

2. Troeven en handicaps In de globale perceptie bij investeerders is Brussel (36%) de meest aantrekkelijke investeringsregio van België, gevolgd door Vlaanderen (33%) en Wallonië (14%). Brussel stijgt in belangrijke mate van 28% naar 36%. Vlaanderen daalt behoorlijk, dit is vooral het beeld bij bedrijven die (nog) niet in België zijn gevestigd, slechts 5% kiest daar voor Vlaanderen. Bij de groep van bedrijven die wel in België zijn gevestigd, is de situatie omgekeerd. Zij geven duidelijk aan dat Vlaanderen de meest aantrekkelijke investeringsregio is (51%), anderzijds is het logisch dat een ondervraagde investeerder die reeds een vestiging heeft in Vlaanderen voor die regio kiest, 59% van de in België aanwezige ondervraagde bedrijven is dan ook in Vlaanderen gevestigd.

Het is belangrijk om te onderstrepen dat de regionale complexiteit van België bij de respondenten die (nog) niet in België zijn gevestigd ongekend is. Ruim één op de drie kan zijn regiovoorkeur niet aangeven (34%). Dat is in enige mate logisch, echter het is opvallend dat slechts 15% voor Wallonië of Vlaanderen kiest en 50% voor de hoofdstad. Dat toont aan dat de twee belangrijkste regios bij investeerders die niet in België gevestigd zijn zich slechts in zeer geringe mate weten te differentiëren en te manifesteren bij deze investeerders. Hier is dus veel werk aan de winkel voor de investeringsagentschappen en de regio’s. Ze moeten de voor- en nadelen van elk van hun respectievelijke regio’s beter promoten en aan de man/vrouw

Regionale opdeling nieuwe investeringen

TotaalGevestigd in België

Nog (niet) gevestigd in België

Brussel 36% 26% 50%

Vlaanderen 33% 51% 5%

Wallonië 14% 17% 10%

Geen idee 18% 6% 34%

Bron: Ernst & Young European Investment Monitor (EIM), 2013.

Page 37: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 37

brengen. Het kan niet dat 50% van de ondervraagden meent dat België de hoofdstad is en Brussel het land, ook al is Brussel de hoofdstad van Europa.

Vlaanderen wordt geassocieerd met de beschikbaarheid van competente medewerkers, de toegankelijkheid van de transportinfrastructuur en de mogelijkheden op het vlak van onderzoek en ontwikkeling. Wallonië wordt vooral geassocieerd met de beschikbaarheid van industriegronden, de afwezigheid van taalvaardige medewerkers (in termen van anderstaligheid) en de aanwezigheid

van strijdvaardige vakorganisaties. Brussel staat synoniem voor grote verkeersproblemen. Dit beeld is sterk gelijklopend met de vorige jaren.

Wat evenwel weer opvalt in deze statistiek is dat de buitenlandse investeerders die niet reeds in België aanwezig zijn, de voor en nadelen tussen de regio’s en dus de differentiatiefactoren niet goed kennen. Gemiddeld stelt 1 op 2 van de ondervraagde bedrijfsleiders in deze categorie dat ze eigenlijk niet weten of de ene regio het beter doet dan de andere op gebied van R&D, competentie van de

werknemers … Daar hebben de regio’s opnieuw veel werk om hun voor- en nadelen beter te positioneren bij deze investeerders die nog niet in België zijn, wellicht de belangrijkste groep naar de toekomst toe. 50% van deze categorie van investeerders kennen de verschillen tussen de regio’s niet en dan is er toch nog wel een probleem qua marketing en positionering.

Voor het eerst werd in het kader van de

Fiscale autonomie In uw opinie, hoe efficiënt is de bestaande fiscale autonomie in Wallonië, Vlaanderen en Brussel?

Totaal efficiënt33%

Totaal inefficiënt

39%

28%

5%

23%

16%

28%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Beetje efficiëntBeetje inefficiënt

Heel efficiënt

Heel inefficiëntWeet het niet

29% 6% 25% 4% 8%

25% 9% 26% 3% 8%

23% 13% 22% 3% 4%

18% 32% 14% 5% 2%

18% 16% 17% 3% 7%

16% 5% 41% 4% 4%

11% 28% 13% 6% 9% 33%

30%

30%

39%

29%

35%

29%

28%

35%11% 14% 23% 7% 10%

14% 30% 17% 7% 1%

Vlaanderen Wallonië Brussel Alle Geen Weet het niet

Onvoldoende kennis van vreemde talen

Strijdbaarheid van de vakbonden

Langdurige administratieve procedures

Verkeersproblemen

Beschikbaarheid van bedrijfsterrein

Recht op regionale overheidssteun, subsidies en begeleiding

Toegang tot vervoersinfrastructuren (weg, spoor, vliegveld,…)

Beschikbaarheid van competente werknemers

Beschikbaarheid van kwantitatieve R&D middelen

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Troeven en handicapsWelk van de volgende criteria associeert u het sterkst met welke Belgische regio?

Page 38: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201338

3. De financieel-economische crisisHet vertrouwen in de mogelijkheden van België om de financieel-economische crisis goed door te komen blijft groot (78%). Vorig jaar was dit nog 83%, hetgeen een kleine, maar geen substantiële achteruitgang is. Anderzijds mag men dit percentage niet overdrijven, het ligt in de lijn van het vertrouwen op Europees niveau van 75%. Ter vergelijking ligt het Duits vertrouwen liefst op 92%. Het Belgisch vertrouwen situeert zich hoofdzakelijk bij de bedrijven met een vestiging in West-Europa (83%) en België (85%).

investeringsaantrekkelijkheid van België gepeild naar het standpunt van het bedrijfsleven over de fiscale autonomie van de regio’s. Uit de resultaten blijkt geen duidelijke stellingname. De bestaande fiscale autonomie wordt ongeveer in gelijke mate als positief (33%) en negatief (39%) gepercipieerd. Hetzelfde geldt voor het toekennen van meer fiscale autonomie aan de regio’s. Een grotere fiscale autonomie wordt ongeveer in gelijke mate als doeltreffend (42%) en niet-doeltreffend (36%) gezien.

In deze context moet men echter stellen dat tot op heden de regio’s geen echt gebruik maken van hun fiscale autonomie als aantrekkingsmiddel voor investeringen.

Wat echter belangrijker is, is dat het aantal investeerders dat in hoge mate vertrouwt op een herstel in belangrijke mate afneemt (40% tot 23%). Het overdreven optimisme van vorig jaar, vlak na de regeringsvorming, daalt dus. Eveneens beseffen investeerders nu ook dat de historisch lage interestvoeten op overheidsfinanciering eerder de gevolgen zijn van Europese beslissingen en dat de daling van de Belgische interestvoeten strak correleert met die van Frankrijk. Zo is de spread t.o.v. Duitsland procentueel ongeveer dezelfde gebleven. Daar Duitse obligaties echter een zeer lage interestvoet geven is er bij investeerders meer vraag naar de middenmoot, een betere return voor een toch nog klein gepercipieerd risico, gegeven dat de Europese zenuwachtigheid na de zomer van 2012 is ingeperkt. Deze hogere vraag doet de Belgische interestvoeten verder dalen en dat is na 2011 niet langer de resultante van het Belgische economisch investeringsbeleid doch heeft meer te maken met een algemeen Europees marktgegeven. Dat het Belgisch beleid bij

Fiscale autonomie In uw opinie, de regio’s grotere fiscale autonomie toekennen, zou ... zijn

Totaal efficiënt42%

Totaal inefficiënt36%

32%

10%

20%

16%

22%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Beetje efficiëntBeetje inefficiënt

Heel efficiënt

Heel inefficiëntWeet het niet

Crisis wanneer zal België de crisis kunnen overwinnen?

In minder dan3 jaar70%

Binnen 3 jaar of meer

26%

62%

8%

23%

3%4%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Binnen 3 jaarBinnen 5 jaar

In 2013

Binnen 10 jaarWeet het niet

Page 39: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 39

AttractiviteitHoe ziet u de aantrekkelijkheid van België evolueren over de komende drie jaar?

30%

3%

44%

18%

1%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Lichte verbeteringLichte verslechtering

Grote verbetering

Grote verslechteringBlijft gelijk

2005

30%

8%

38%

14%

2%2006

33%

2%

55%

7%1%2007

34%

6%

45%

8%1%2008

26%

3%

59%

9%1%2009

29%

6%

53%

7%1%2010

29%

4%

51%

11%2%2011

29%

3%

44%

16%1%2012

22%

6%

48%

14%1%2013

Europa geen gading vindt, blijkt duidelijk op basis van het recentste slechte rapport van de EU voor België.

Van alle respondenten is 70% van oordeel dat België op een termijn van minder dan drie jaar de financieel-economische crisis zal overwinnen. Een kwart is van mening dat het drie tot vijf jaar zal duren. Hier is het verschil tussen de bedrijven die wel en niet in België gevestigd zijn verwaarloosbaar.

Ondanks het vertrouwen in België om de financieel-economische crisis te overwinnen, ziet slechts een derde van de respondenten over een periode van drie jaar de aantrekkelijkheid van België als investeringssite verbeteren (28%). De helft van de bedrijven voorspelt een status quo (48%) en een niet onaanzienlijke minderheid spreekt van een achteruitgang (15%). Dit is het zwakste resultaat sinds 2005. Nog nooit was het optimisme over de toekomstige attractiviteit van België zo laag. Dit beperkt optimisme staat trouwens in schril contrast t.o.v. de rest van Europa (39% t.o.v. 28%).

Evolutie crisis

2009 2012 2013

Nee, geen vertrouwen

Ja, vertrouwen70%

83% 78%

21%13% 17%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Crisis Hebt u vertrouwen in het vermogen van België om de huidige crisis te overwinnen?

Totaal ja78%

Totaal nee17%

54%

23%

14%

3%5%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Ja, waarschijnlijkNee, waarschijnlijk niet

Ja, zeker

Nee, zeker nietWeet het niet

Page 40: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201340

4. InvesteringstypesEen op de vijf ondervraagde bedrijven heeft plannen om in België te investeren (20%). Vorig jaar was dit gelijklopend met 21%, echter in 2010 was dit nog 30%. 68% van de bedrijven plant geen investeringen in België. Vorig jaar was dit nog 74%. Deze cijfers wijzen niet op een ommezwaai ten aanzien van voorgaande jaren, waardoor België nog steeds niet als een aantrekkelijke investeringssite kan worden gezien. Wat tevens opvalt in deze statistiek is dat de investeringsplannen zich sterk onder het Europees gemiddelde van 38% bevinden.

De bedrijven die een investering in België plannen hebben in 53% van de gevallen een uitbreidingsproject voor ogen. Dit betekent dat het hier hoofdzakelijk gaat over bedrijven die reeds in België gevestigd zijn. In 18% van de gevallen gaat het over een overname en in 14% over een greenfield project. Greenfield projecten zijn een belangrijke graadmeter voor de aantrekkelijkheid van een land als investeringssite. Eveneens zijn greenfieldprojecten niet steeds arbeidsintensief, zoals uit de reële cijfers van 2012 blijkt.

Qua types van geplande investeringen, staat de opstart van een modernisering of expansie in bestaande productie op de eerste plaats (45%). Op de tweede en de derde plaats volgen de vestiging van een sales- en marketingkantoor (15%) en de opstart van een R&D-centrum (13%).

Van een massale uittocht van Belgische productiebedrijven uit België is voorlopig geen sprake. Van de bedrijven met een investering in België blijft 80% over een periode van tien jaar investeren in België. Vorig jaar was dit nog 85%. Eén op de tien van de in België gevestigde productie bedrijven overweegt echter duidelijk om te vertrekken. Deze indicator wijst op het feit dat bedrijven die België vanuit de praktijk kennen er ook de voordelen van inzien. Samen met die bedrijven nieuwe potentiële bedrijven aantrekken biedt voor België als investeringssite opportuniteiten voor de toekomst. Evenwel is 1 op 5 een belangrijk cijfer. Van de 20% die mogelijks de-localiseren twijfelt nog 11%. Vooral belangrijk is terug dat het uitgesproken optimisme in belangrijke mate daalt. Daar waar vorig jaar nog 1 op 2 van de ondervraagden absoluut zeker was te blijven over de volgende tien jaar, is dit nu nog slechts een populatie van 36%.

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

68%

20%

12%

InvesteringenHeeft uw onderneming plannen om de komende jarenactiviteiten op te richten / uit te breiden in België?

JaNee

Weet het niet

InvesteringenOm wat voor soort investering gaat het?

Expansie 53%

Acquisitie 18%

Greenfield 14%

Outsourcing 2,5%

Joint Venture 2,5%

Weet het niet 10%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Welk soort investeringsproject?

Productie 45%

Sales & marketing 15%

Research & Development 13%

Back office 8%

Supply chain/Logistiek 6%

Opleidingscentrum 6%

Hoofdzetels 2%

Weet het niet 5%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Page 41: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 41

Wanneer productie en industriële bedrijven die in België gevestigd zijn, gevraagd wordt of ze de intentie hebben om activiteiten uit België weg te trekken, dan antwoordt 8% positief. Vorig jaar was dit slechts 1 op 20. Concreet betekent dit dus dat 10 belangrijke bedrijven denken aan delokalisatie, dit ligt in de trend van de beweging die we het afgelopen jaar hebben vastgesteld.

Een belangrijk element in de investeringsattractiviteit is het feit dat België de uitvalsbasis is voor verschillende hoofdkwartieren van publieke organisaties en private bedrijven. Voor de helft van de potentiële investeerders speelt dit echt mee in de investeringsbeslissing (50%). Vorig jaar was dit 48%. Zowel de bedrijven met een investering in België als deze zonder, zien hiervan de meerwaarde in (respectievelijk 55,5% en 42%).

Delokalisatie Zal uw productie over 10 jaar nog steeds in België plaatsvinden?

Totaal ja

80%

Totaal nee

9% 44%

36%

4%5%

11%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Ja, waarschijnlijkNee, waarschijnlijk niet

Ja, zeker

Nee, zeker nietWeet het niet

Delokalisatie Heeft uw bedrijf plannen om activiteiten te verplaatsen vanBelgië naar een ander land?

8%

84%

8%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Ja

Nee

Weet het niet

DelokalisatieEvolutie over een periode van 7 jaar

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

200720062005 2008 2009 2010 2011 2012

Ja

Nee

17% 8%

80% 84%

Page 42: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201342

5. De toekomstOm stand te houden in de strijd om buitenlandse investeerders, moet België actief werk maken van het verlagen van de loonkosten (46%), het verlagen van de belastingdruk (35%), het ondersteunen van de hoogtechnologische en innovatieve industrie (23%), het faciliteren van kleine en middelgrote ondernemingen (19%) en de verdere inzet op de ontwikkeling van het onderwijs- en opleidingssysteem (17%). Deze top vijf is identiek aan die van vorig jaar. Vooral de problematiek van de loonkost scoort torenhoog bij de reeds in België aanwezige investeerders met 61%. 45% van de investeerders met een geconsolideerd verkoopcijfer boven 1,5 Mia € menen dat de belastingdruk in België te hoog is.

De loonkost blijft een belangrijke handicap voor België als investeringssite. Slechts 25% van de ondervraagden menen dat de loonkost redelijk is, 50% vindt de loonkost gewoon onaanvaardbaar. Bedrijven met een investering in België (65%) merken dit probleem nog meer op dan de andere bedrijven (28%). Van de bedrijven die vinden dat de loonkost te hoog is, is 47% van mening dat de automatische loonindexering daar mee verantwoordelijk voor is. Hetzelfde percentage meent dat de te hoge fiscale-parafiscale druk op de arbeidskost aan de basis van het probleem ligt.

LoonkostHoe tevreden bent u over de hoogte van de arbeidskosten en -lasten in België?

4%

22%

24%

26%

24%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Totaal tevreden

25%

Totaal ontevreden

50%

TevredenNiet echt tevreden

Heel tevreden

Heel ontevredenWeet het niet

AttractiefWaarop moet België zich concentreren om attractief te blijven op wereldniveau?

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Verlaging loonkost 46%

Verlaging belastingen 35%

Ondersteuning van high-tech industrieën en innovatie 23%

Ondersteun kleine en middelgrote ondernemingen 19%

Ontwikkel onderwijs en vaardigheden 17%

Verminder incentives voor DBI investeerders 11%

Vergemakkelijk toegang tot krediet 11%

Investeer in grote infrastructuur en stedelijke projecten 10%

Verzacht competitie regels 10%

Aanmoedigen van milieubeleid enhouding 9%

Verbeter de kwaliteit van product en meerwaarde van diensten 7%

Ondersteun worstelende industrieën 7%

Verzacht de regelgeving in het algemeen 1%

Geen 1%

Weet het niet 7%

ArbeidskostVoor welke reden denk je dat de arbeidskost in Belgë niet attractief is?

47%

45%

2%

3%3%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Automatische indexering van de lonenHoge arbeidskost én automatische indexering van de lonen

Hoge arbeidskost

Geen van bovenstaandeWeet het niet

Page 43: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 43

Administratieve drukOefenen de openbare overheden volgens u administratieve druk uit op ondernemingen die gevestigd zijn in België?

10%

27%

10%

27%

26%

Bron: Perceptie onderzoek CSA 2013

Totaal ja

37%

Totaal nee

37%

Ja, waarschijnlijkNee, waarschijnlijk niet

Ja, zeker

Helemaal nietWeet het niet

Naast de loonkost blijft ook de administratieve (over)last en red-tape een belangrijke handicap voor België als investeringssite. Dit wordt vooral ervaren door bedrijven met een investering in België (44%). De groep van bedrijven zonder een investering in België merken dit probleem veel minder op (26%), wat logisch is.

De sectoren die de komende jaren de economische groei van België zullen sturen zijn in volgorde van belangrijkheid de sector van de farmaceutica en de biotechnologie (25%), de logistieke en distributiesector (24%), de sector van de informatie- en communicatietechnologie (22%). Deze top drie is dezelfde als de voorgaande jaren. Wat opvalt is dat de klassieke (zware) industrie als sturende factor van de economie definitief heeft afgedaan (1%).

Binnen de genoemde sectoren worden vooral de ontplooiing van activiteiten op het vlak van onderzoek en ontwikkeling en de vestiging van logistieke centra, hoofdzetels en sales & marketing kantoren verwacht.

InvesteerdersWelke sectoren zullen de meeste investeringen in België creëeren in de komende jaren?

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Research & Development

Logistieke centra

Hoofdzetels

Sales & marketingkantoren

31%44%

14%24%12%19%

8%18%

EerstTotaal

EerstTotaal

Groei stimulerenWelke sectoren zullen de groei in België inde komende jaren stimuleren?

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Farmaceutische industrie en biotechnologie

Logistiek en distributiekanalen

Informatie en communicatie technologie, IT

B-to-B diensten, exclusief financiën

Cleantech

Bank / Financiën / Verzekeringen

Energie en nutsvoorzieningen

Consumentengoederen

Transport- en automobielindustrie

Vastgoed en constructie

Productie

Onderzoek

Toerisme

Weet het niet

18%25%

14%24%9%22%

9%17%

4%17%

5%11%

5%11%

4%8%

5%8%

6%7%

1%

19%

1%

<1%<1%

Page 44: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201344

De federale regering nam verschillende fiscale maatregelen. De helft van de bedrijven kent minstens één van deze maatregelen (51%). Vorig jaar was dit 39%. De belangrijkste maatregelen die bedrijven kennen zijn de gewijzigde belastingvoet voor bedrijfswagens (41%), het gewijzigde systeem van de notionele intrestaftrek (39%) en de meerwaardetaks op aandelen (37%). Deze maatregelen zijn logischerwijze substantieel meer bekend bij bedrijven

Fiscale wijzigingenWelke impact zou deze door de overheid ingevoerde maatregel hebben op de investeringen van uw onderneming in België?

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Niet verminderen van investeringen in BelgiëWeet het niet

Verminderen van investeringen in België

De wijziging van het belastingsniveau voor bedrijfswagens 26% 74%

De aanpassingen van de notionele interest 15% 79% 6%

De belasting op de meerwaarden bij de bedrijven 13% 82% 5%

De aanpak op het vlak van sociale en fiscale ontduiking in het algemeen 6% 90% 4%

De invoering van een meer economisch antimisbruiksysteem 17% 72% 11%

De nieuwe Thin Cap-wetgeving 7% 81% 12%

met een vestiging in België. Zo zijn 65% van de ondervraagden in België aanwezige groepen op de hoogte van de wijzigingen inzake notionele interest en company cars. Dat deze ingrepen ondernemers tot negativisme stemmen is duidelijk. Vooral de wijzigingen aan het regime van bedrijfswagens, de notionele interest en de invoering van anti-misbruiksbepalingen doen steeds meer als 15% van de ondervraagden overwegen om investeringen in België te verminderen. Dat is een belangrijk cijfer dat wederom tot nadenken stemt.

Fiscale wijzigingenDe Belgische regering heeft een aantal fiscale maatregelen voor ondernemers en ondernemingen ingevoerd. Bent u op de hoogte van deze veranderingen?

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

De wijziging van het belastingsniveau voor bedrijfswagens 41%

De aanpassingen van de notionele interest 39%

De belasting op de meerwaarden bij de bedrijven 37%

De aanpak op het vlak van sociale en fiscale ontduiking in het algemeen 27%

De invoering van een meer economisch antimisbruiksysteem 20%

De nieuwe Thin Cap-wetgeving 14%

Ja

Page 45: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 45

6. OverheidsondersteuningBuitenlandse investeerders die in België willen investeren kunnen een beroep doen op regionale en federale overheidsdiensten: de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Flanders Investment & Trade, The Brussels Enterprise Agency en de Office for Foreign Investors. Voor het vijfde jaar op rij werd gevraagd naar de mate waarin investeerders bij het plannen van hun investeringen een beroep doen op één van deze diensten.

De afgelopen drie jaar heeft 27% van de ondervraagde bedrijven een investering in België gerealiseerd. Van deze groep heeft 12% een beroep gedaan op een overheidsdienst in ons land. Vorig jaar was dit nog 24%. Dit is het laagste aantal ooit.

Van de bedrijven die een beroep deden op een overheidsdienst is 85% tevreden over de dienstverlening. Gezien het over slechts zeven respondenten gaat is dat cijfer zeer discutabel. Uit de studie blijkt tevens dat de verschillen tussen de regio’s bij investeerders die niet in België aanwezig zijn onbekend zijn. Er ligt daar duidelijk een taak voor de investeringsagentschappen waar meer moet geïnvesteerd worden.

Tenslotte is het belangrijk om te onderstrepen dat de helft van de reeds in België gevestigde buitenlandse bedrijven tijdens de laatste drie jaar geen bijkomende investeringen meer verwezenlijkt (49%). Sinds 2009 is ook dit het laagste aantal ooit. Bestaande

2009 2010 2011 2012 2013

Nee

Ja

Weet het niet

45%

7%

45%

6%

48% 49%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

InvesteringenHebt u in de loop van de laatste drie jaar een investeringsproject in België gerealiseerd?

investeerders hebben dus de neiging om hun investeringen niet verder uit te breiden. Het is tevens de eerste keer sinds het opstarten van de Barometer van de Attractiviteit dat het aantal niet-investeerders het aantal investeerders overstijgt. Dat er slechts 45% ja’s zijn t.o.v. 49% nee’s – is tevens een markante daling over de laatste drie jaren (ja’s van 62% naar 55% en vervolgens 45%).

2009 2010 2011 2012 2013

Nee

Ja

Weet het niet13%

8% 12%3%

79%

85%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Regionale en federale investeringsagentschappen Hebt u voor de realisatie van dit project beroep gedaan op een overheidsdienst of op een openbare investeringsmaatschappij?

Page 46: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201346

7. Notionele intrestaftrekOm het Belgische investeringsklimaat te stimuleren werd in 2005 de notionele intrestaftrek als fiscale gunstmaatregel ingevoerd. Van de ondervraagde bedrijfsleiders is 72% op de hoogte van het bestaan van de notionele intrestaftrek (50% vorig jaar), waarmee opnieuw het percentage wordt bereikt van drie jaar geleden (67%). Van de ondervraagde groep van bedrijfsleiders die van de maatregel op de hoogte is, vindt 74% dat de notionele intrestaftrek een aantrekkelijke maatregel is om buitenlandse investeerders aan te trekken. Belangrijk om te onderstrepen is dat bedrijven die reeds een investering in België hebben de meerwaarde van de notionele intrestaftrek echt inzien (82%), dit in tegenstelling tot de bedrijven zonder investering in België (60%). 40% van deze bedrijven vindt de notionele interest niet langer attractief.

Conclusie: het eventueel afschaffen of verder beperken van de maatregel is voor bedrijven een duidelijke reden om niet voor België als investeringslocatie te kiezen of om hun investeringsplannen drastisch bij te stellen. De notionele interest is vooral een middel om bestaande bedrijven te weerhouden hun treasury activiteiten te verschuiven, meer dan nog een investeringsvoordeel om de concurentie met buurlanden mee aan te gaan voor het aantrekken van investeerders die nog niet in België aanwezig zijn. Dat er duidelijk kapitaalverschuivingen plaatsvinden, kunnen we opmaken uit de recente studie van de OESO inzake kapitaalbewegingen nr 2012, meer daarover onder onze aanbevelingen.

Notionele intrestaftrekIs de notionele interestaftrek nog steeds een aantrekkelijke maatregel die België de mogelijkheid biedt zich te onderscheiden van andere buitenlandse investeerders?

20%

16%

54%

10%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Beetje attractiefWeinig attractief

Heel attractief

Helemaal niet attractief

Attractief

74%

Niet attractief

26%

Page 47: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 47

8. RulingcommissieDe Rulingcommissie geeft fiscale zekerheid aan bedrijven en draagt daardoor positief bij tot het aantrekken van nieuwe investeringen. 62% van de ondervraagde bedrijven is op de hoogte van het bestaan van de Rulingcommissie. Vorig jaar was dit 59% en het jaar daarvoor 45%. De bekendheid van de rulingcommissie herstelt zich, hetgeen een goede zaak is.

Van alle ondervraagde bedrijven vindt 28% dat het bestaan van de Rulingcommissie een positieve invloed heeft op de beslissing om te investeren in België, de hoogste score sinds 2010. Bij de groep van ondervraagde bedrijven met een vestiging in België is zelfs een derde hiervan overtuigd (33%).

RulingcommissieWelke is volgens u de efficiëntiegraad van de dienst voorafgaande akkoordenbetreffende het ten laste nemen van de fiscale aangelegenheden?

5%

5%7%

23%

49%

11%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Beetje efficiëntBeetje inefficiënt

Heel efficiënt

Helemaal niet efficiënt

GeenWeet het niet

Efficiënt

54%

Niet efficiënt

30%

Geen

5%

RulingcommissieWelke is volgens u de impact van de actie van de dienst voorafgaande akkoorden, die waakt over de juridische en fiscale veiligheid van de ondernemingen, op de aantrekkelijkheid van België als investeringsbestemming?

10%

2%

17%

24%

47%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Eerder positieve impactHeel weinig impact

Heel positieve impact

Geen impactKen de maatregel niet

2010

4%

19%

6%

15%

56%

2011

6%

11%

15%

64%

2012

5%

13%

7%

4%

23%

52%

2013

RulingcommissieWelke is volgens u de impact van de actie van de Commission Ruling, die waakt over de juridische en fiscale veiligheid van de ondernemngen, op de aantrekkelijkheid van België als investeringsbestemming?

5%

38%

7%

14%

23%

13%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Beetje positieve impactWeinig impact

Heel positieve impact

Geen impact

Ken deze maatregel nietWeet het niet

Positieve impact

28%

Negatieve impact

21%

Niet gekend

38%

De appreciatie voor de werking van de Rulingcommissie blijft stabiel: 54% van de respondenten die de Rulingcommissie een impact toeschrijven, vindt dat de dienst efficiënt werkt. Zonder meer kan

gesteld worden dat de rulingcommissie een belangrijke en positieve invloed heeft op het inversteringsklimaat en het recent zeker karakter van investeringen.

Page 48: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201348

Actiesp.49 Beleid

p.50 Fiscaliteit

p.51 Arbeid

Page 49: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 49

Aanbevelingen voor de toekomst

Investeerders naar België halen vraagt een lange termijnvisie en structurele beleidsmaatregelen op diverse fronten. Verworvenheden moeten daarvoor in vraag kunnen worden gesteld en taboes doorbroken.

Het verder laten verhogen (van welke vorm) van welke belastingen ook, is geen optie. Verstandig en structureel besparen met het oog op een efficiëntere overheid, die aandacht heeft voor de noden van de ondernemingen, is meer dan ooit nodig.

Het is noodzakelijk structurele i.p.v. éénmalige maatregelen te nemen en efficiënt en effectief te besparen op de overheidsuitgaven. Men moet bepaalde sociale maar oneconomische verworvenheden in vraag stellen in een economie die globaal en uitermate concurrentieel is. Dit is moeilijk en vergt politieke moed. Dit is de belangrijkste uitdaging en verantwoordelijkheid van politici, vooral jegens een jongere generatie die perspectieven moet krijgen naar een realistische toekomst.

Beleid

• Ondernemerschap: Stimuleer van in het lager onderwijs een positief imago over ondernemerschap en voer dat consistent door in het secundair onderwijs onder meer door bedrijfsbezoeken, stages in de industrie en gastcolleges door ondernemers.

• Geef meer middelen aan de investeringsagentschappen om te zorgen voor een meer proactieve positionering en branding van België en zijn verschillende regio’s.

• Organiseer een sterkere positionering richting de BRIC-landen.

• Vergemakkelijk de toegang tot liquiditeiten en financiering.

• Stimuleer het echt entrepreneurschap, stop het negativisme naar de ondernemer toe.

• Beloon initiatieven richting een groene economie.

• Investeer in onderwijs en vorming, innovatie en de ontwikkeling van een cultuur van vernieuwing en creativiteit.

• Geef extra steun aan kleine en middelgrote bedrijven en aan de high-tech industrie.

• Er is een structurele langetermijnhervorming van vooral het Europees klimaatbeleid nodig dat innovatieve investeringen in de Europese industrie aantrekt en inzet op ontwikkeling en technologie. Maak de energieprijs voor de industrie competitief t.o.v. de buurlanden.

• Pak de verkeerscongestie structureel aan. Zorg voor een geïntegreerd langetermijnplan voor mobiliteit van alle overheden samen.

Page 50: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201350

Fiscaliteit

• Hervorm de fiscaliteit, maak het transparanter – maak het attractiever om buitenlandse investeerders aan te trekken en stimuleer rechtszekerheid (geen ‘stop & go’ politiek).

• Notionele intrestaftrek Investeerders verlangen rechtszekerheid. Herstel de rechtszekerheid en geef een duidelijk signaal dat deze maatregel ongewijzigd blijft bestaan. Men kan gerust stellen dat NIA van uitermate belang is om bestaande investeerders te weerhouden weg te trekken.

• Rulingcommissie De rulingcommissie is in staat om aan investeerders rechtszekerheid te geven. Zorg voor meer respect en appreciatie voor deze commissie en geef ze meer beleidsruimte, financiële en personele middelen en maak ze bekender.

• Innovatie Een beter fiscaal beleid is noodzakelijk. Het is vooral de cultuur van innovatie die moet aangescherpt worden. Er moet zoals de ondervraagden in de perceptiestudie aangeven meer geïnvesteerd worden in specifiek onderwijs en training in nieuwe technologie. Creativiteit moet bevorderd worden en de afstand tussen academici in R&D-centra en de bedrijfswereld moet verdwijnen. Verruim tevens de Belgische 80% patent-box naar het voorbeeld van de Nederlandse en UK innovatie box.

• Vennootschapsbelasting Een daling van het nominaal tarief naar het voorbeeld van onze Europese partners is noodzakelijk. Het gemiddelde nominaal tarief van de vennootschapsbelasting is in 2013 in de EU27 23,5%, dus ruim 10% lager dan in België (34%). Men zou het vennootschapstarief moeten brengen tot onder het niveau van het Verenigd Koninkrijk, met name een daling tot 20% of juist daaronder. Dat kan gecompenseerd

worden door de fiscaliteit eenvoudiger te maken, het aantal aftrekken en verschillen tussen de fiscale en boekhoudkundige winst te verminderen, en een deel van het tekort te verschuiven naar een belasting op consumptie, energie en milieu.

• Fiscaal Holding regime Het Belgische holding regime is niet competitief met zijn 95% vrijstelling voor dividenden, vergeleken met Nederland, Luxemburg, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk die geheel vrijstellen. Om holdings en hoofdkwartieren aan te trekken moet men de vrijstelling van dubbele belasting geheel maken.

• Tobin Taks Om een internationaal fenomeen aan te grijpen met een financiële transactie tax moet er een globale consensus zijn, anders krijgt men een verschuiving van kapitaal en maakt men de financiële industrie in België niet langer competitief. Volg het voorbeeld van Nederland, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk inzake de Tobin Taks.

• Tevens moet gewerkt worden aan een systeem van fiscale consolidatie. België is de enige EU lidstaat zonder fiscale consolidatie voor inkomstenbelastingen.

• Neem niet unilateraal het voortouw in de discussie omtrent Base Erosion Profit Shifting (BEPS) maar werk constructief met andere EU & OESO landen mee aan een globale oplossing van het probleem van belastingontduiking en -ontwijking.

Page 51: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 51

Arbeid

• Hervorm het Belgisch sociaal model en de financiering ervan.

• Verlaag de kosten op arbeid en herbekijk de loonvorming. Stop het remmend effect van de automatische loonindexering en de graduele inschaling van de minimumlonen. Realisme inzake het eenheidsstatuut is noodzakelijk t.o.v. de buurlanden.

• Hanteer een strikte begrotingsdiscipline, neem structurele beslissingen op lange termijn en werk aan een reële daling van het overheidsbeslag.

• Volg de aanbevelingen eind mei van de Europese Commissie en stop de negativiteit inzake de Europese Unie.

• Laat het verschil tussen bruto- en nettoloon effectief dalen, verschuif naar consumptie en milieubelasting.

• Stem de effectieve pensioenleeftijd af op het Europees gemiddelde.

• Neem meer maatregelen die arbeid aanmoedigen, zowel voor werklozen als 55-plussers.

Page 52: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201352

Methodologieen bronnen1. De Ernst & Young European Investment Monitor of “de echte attractiviteit van Europa”.

Via de European Investment Monitor (EIM) worden de reëel geplande investeringen in Europa minutieus opgevolgd. Dit aan de hand van een unieke database die gevoed wordt door Oxford Intelligence. De database registreert enkel de directe buitenlandse investeringen die nieuwe banen scheppen in het kader van nieuwe of uitbreidingsprojecten, zoals daar zijn: uitbreiding van productie-eenheden, logistieke platformen, back office-centra, gedeelde dienstencentra, hoofdzetels, R&D-centra, marketing- en verkoopbureaus, enzovoort.

De database registreert niets van de volgende zaken: fusies en overnames die geen nieuwe banen opleveren; infrastructuurprojecten (autosnelwegen, telecommunicatienetwerken, haven- en luchthaventerminals, bruggen); ontginningsprojecten (ertsen, mijnen, koolwaterstoffen, gassen, zand-, steen- en marmergroeven); partnerschapsovereenkomsten en exploitaties onder licentie; kleinhandel, winkels, diensten aan personen, groothandel; hotels en pretparken; financiële investeringen, zoals participaties door pensioenfondsen; investeringen die verouderde apparatuur vervangen, maar geen nieuwe jobs creëren; niet-gouvernementele organisaties en overheidsinstellingen; duurzaamheidprojecten en alle investeringsprojecten die tewerkstelling behouden, maar geen nieuwe creëren. Daarin verschilt de tool van andere statistieken. Zo meet de FDI van de OESO ook kapitaalstromen die geen

tewerkstelling creëren. Eveneens geven locale investeringsagentschappen zoals Awex of Fit gegevens op basis van statistieken waar tevens investeringen tussen de regio’s, investeringen in energiecentrales of toerisme, gewone overnames en acquisities of andere investeringsprojecten zijn opgenomen die geen tewerkstelling opleveren. Daarom verschillen de cijfers van Awex en Fit. Volgens Fit is er trouwens een afname van het aantal investeringsprojecten (174 in 2011 t.o.v. 159 in 2012) in Vlaanderen, het aantal totale jobs blijft stabiel. De Waalse exportdienst Awex heeft vorig jaar en in 2011 92 buitenlandse investeringen in Wallonië opgetekend. Die waren goed voor 2.393 jobs wat een stijging is t.o.v. het aantal jobs (1.733) in 2011. Op deze manier geeft de EIM een goed beeld van de bijkomende activiteiten in Europa op het gebied van buitenlandse investeringen.

Deze tool is intussen 16 jaar actief en daardoor een zeer bruikbaar economisch instrument. De tool wordt consistent toegepast jaar op jaar.

2. De Ernst & Young barometer van de attractiviteit (Globaal, Europees & Belgisch) of “de waargenomen attractiviteit”.

In het kader van de Europese attractiviteit interviewde het internationaal onderzoeksbureau CSA in opdracht van Ernst & Young 808 internationale bedrijfsleiders. Dit gebeurde in de periode november-december 2012.

Met internationale bedrijfsleiders wordt de financial director, de marketing and commercial director, de director of development, de human resources director of de director of strategy bedoeld.

In het kader van de Belgische attractiviteit interviewde het internationaal onderzoeksbureau CSA in opdracht van Ernst & Young 205 internationale bedrijfsleiders. Dit gebeurde in de periode 21 januari - 6 februari 2013.

Page 53: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 53

Methodologieen bronnen

21%

17%

10% 42%

10%Particuliere- & businessdienstenIndustrie, automotive, energie

ConsumentengoederenChemische & farmaceutische industrieTelecom, high-tech infrastructuur en uitrustingAndere

30%

30%

8%

20%

5%7%

Europese studie Belgische studie

Europese studie Belgische studie

Europese studie Belgische studie

Minder dan 150 miljoen euro

Tussen 150 miljoen euro en 1,5 miljard euro

Meer dan 1,5 miljard euro

34%

34%32%

30%

43%27%

Sectoren

Omzet

Nationaliteit

Noord-Europa8%

West-Europa47%

Azië15%

Noord-Amerika28%

Oceanië1%

Midden Oosten1%

Latijns-Amerika3%

Centraal- en Oost-Europa5%

Noord-Europa8%

Azië12%

Noord-Amerika29%

West-Europa40%

Oceanië1%

Centraal- en Oost-Europa1%

Bron: Perceptie onderzoek CSA, 2013.

Page 54: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 201354

Ernst & Young in BelgiëErnst & Young is wereldwijd toonaangevend op het gebied van audit, tax, transactions en advisory. Onze 167.000 mensen – waarvan 1.550 in België - delen wereldwijd dezelfde waarden en staan voor kwaliteit. Wij maken het verschil door onze mensen, onze cliënten en de samenleving te helpen hun mogelijkheden optimaal te benutten.

Ernst & Young België koppelt de kracht en expertise van ons globaal netwerk aan onze regionale aanwezigheid en know-how. Ernst & Young België bedient in België zowel kleine - als middelgrote ondernemingen, grote nationale & multinationale ondernemingen, publieke & semi-publieke ondernemingen en non-profit organisaties. Tevens is Ernst & Young in België de service-provider voor familiale ondernemingen.

Ernst & Young België werd in 2013 ook opnieuw Top Employer. Dit certificaat wordt alleen uitgereikt aan organisaties die het hoogst vereiste niveau halen in het HR beleid. In het onderzoek worden alle kritieke gebieden van het HR management van de deelnemende organisaties beoordeeld. De waardering laat zien dat Ernst & Young een uitzonderlijk goed personeelsbeleid heeft en dus gekwalificeerd is voor het exclusieve Top Employers certificaat.

Groot-Bijgaarden

Diegem

Ertvelde

Brugge

RoeselareGent

Sint-Niklaas

Antwerpen

Doornik

Ronse

BergenCharleroi

Luik

Hasselt

Ernst & Young kantoren in België

Ernst & Young International Location Advisory Services

Ernst & Young International Location Advisory Services (ILAS) is onderdeel van Real Estate Advisory Services (REAS). Ernst & Young REAS is werkzaam op het gebied van transactiebegeleiding en -ondersteuning, strategisch vastgoedadvies en project financiering. Hierbij biedt het een palet aan diensten aan, waaronder vastgoed portefeuille optimalisaties, due diligence onderzoek, waarderingen, grondexploitaties en risicomanagement, haalbaarheidsstudies en gebiedsontwikkeling en publiek-private samenwerking.

Daarnaast ondersteunt Ernst & Young REAS binnen haar locatie adviespraktijk (ILAS) bedrijven wereldwijd in hun strategische besluitvorming omtrent internationale investeringen (re)locatiekeuzes. Ook helpt ILAS overheden-

bureaus bij het bepalen van hun doelgroep-, acquisitie- en nazorgstrategie en bij het formuleren van beleid, gericht op het maximaliseren van zowel het volume als de kwaliteit van investeringen. Daartoe is bepalen van een doelgroep-, acquisitie- en nazorgstrategie van belang.

Bedrijven overwegen in toenemende mate nieuwe locaties en grensoverschrijdende investeringsstrategieën. Daarnaast proberen steeds meer landen buitenlandse investeerders aan zich te binden. Deze nieuwe mogelijkheden vereisen een verscherpte focus op de balans tussen de risico’s en voordelen in economieën en sectoren wereldwijd. Bedrijven kijken meer dan ooit naar kosten, kwaliteit en risicofactoren voordat ze een besluit nemen over hun strategische vestigingslocaties. De vraag ‘Waar gaan

we een vestiging opzetten?’ krijgt een steeds belangrijkere rol in de algehele bedrijfsstrategie. Ernst & Young ILAS helpt u het hoe, waar en wanneer van dergelijke beslissingen te bepalen.

Ernst & Young ILAS biedt oplossingen voor klanten met vragen over hun locatiestrategie, over de locatie van hun faciliteiten en over het investeren in en afstoten van vastgoed.

Na een analyse van de specifieke kenmerken van het investeringsproject bepaalt ons team samen met het management van de klant wat de beste opties zijn voor de lange termijn, met aandacht voor aspecten als kostenbesparing, de beschikbaarheid van personeel en een betrouwbare infrastructuur.

Page 55: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young Barometer van de Belgische Attractiviteit 2013 55

Ernst & Young in België

The DNA of the COOTime to claim the spotlight

DNA of COOWelke vaardigheden zijn nodig om een goede Chief Operating Officer te zijn? Hoe verhoudt de COO zich tot de andere C’s binnen het management? Het zijn maar enkele vragen die in dit Ernst & Young-rapport uitgebreid aan bod komen.

Drie op de tien van de COO’s in deze survey vinden dat hun taak er de laatste jaren complexer op is geworden. Meer dan

vroeger hebben ze een unieke combinatie van talenten nodig: operationele kennis in de diepte én strategisch inzicht in de breedte. De huidige COO is erg tevreden over de perceptie van zijn job (7.8/10). Toch ziet 40% zijn baan als de ideale opstap naar dé topjob bij uitstek, die van CEO.

The Master CFO SeriesVolume 4

Drought or drowning?Cash challenges for CFOs at both ends of the liquidity spectrum

Drowning

Drought or drowningErnst & Young geeft adviezen aan CFO’s die zowel aan de ‘droge’ als aan de ‘natte’ zijde van het cash-spectrum staan. Het is niet omdat we in een economische crisisperiode zitten, dat er geen bedrijven meer zijn die fantastisch rijke balansen kunnen voorleggen. Het is voor CFO’s aan

deze ‘drowning’-zijde van het liquiditeitsspectrum niet evident om nieuwe uitdagingen te zoeken. Zowel kleinere bedrijven als overheden zouden die enorme cash-reserves heel graag geherinvesteerd zien. Aan de andere kant staan de CFO’s van bedrijven met bijzonder kleine cashreserves. Zij moeten volgens dit rapport allereerst werken aan een heropbouw van hun credibiliteit bij banken en andere financieringsbronnen.

Looking beyond the obviousGlobalization and new opportunities for growth

Growing BeyondLooking beyond the obviousOnzekerheid zal grensoverschrijdende integratie doen vertragen, leren we uit de Ernst & Young Globalization Survey. In zo’n onduidelijke omgeving moeten bedrijven nieuwe modellen zoeken om te groeien. Doorheen de 60 landen die Ernst & Young in zijn survey heeft opgenomen, zullen handel, technologie, cultuur, arbeid en kapitaal tegen verschillende tempi integreren. Daardoor

moeten bedrijven risico’s nemen: ‘big bets’ kiezen voor nieuwe markten die ze voordien nooit overwogen. Kijk dus verder dan de typische snelgroeiende BRIC-landen maar evenzeer naar markten die nog in een vroeg stadium van ontwikkeling zitten: Mexico, Turkije, Zuid- Afrika en Vietnam.

BelgiumYour preferred business location

Belgium, a central location in EuropeDeze gids helpt u bij het ontwikkelen van bedrijfsstrategieën om uw wereldwijde aanwezigheid uit te breiden. U krijgt een overzicht van de overheidsstructuur, het economische klimaat, het investeringsklimaat, de belastingsystemen, de bedrijfsvormen en de boekhoudpraktijken in België.

Worldwide Corporate Tax GuideDeze gids geeft een overzicht van de belastingsystemen voor bedrijven in meer dan 150 landen. De inhoud van de Worldwide Corporate Tax Guide is duidelijk gestructureerd. Opgedeeld in hoofdstukken, van Afghanistan tot Zimbabwe, lichten we de belastingsystemen voor bedrijven toe in 156 rechtsgebieden. De gids geeft de situatie weer op 1 januari 2013 (behoudens aangeduide uitzonderingen).

Worldwide VAT, GST and sales tax guide2013

Worldwide VAT, GST and sales tax guideDeze gids geeft een overzicht van de btw-systemen, de belastingen op goederen en diensten en de verkoopbelastingen in 105 rechtsgebieden en in de Europese Unie (EU). De gids geeft de situatie weer op 1 januari 2013 (behoudens aangeduide uitzonderingen).

Publicaties

Page 56: E&Y - Belgium attractiveness survey 2013 (NL)

Ernst & Young

Assurance | Tax | Transactions | Advisory

Ernst & Young is een wereldleider in audit, fiscaliteit, accountancy, transacties en adviesverlening. Wereldwijd zijn onze 167.000 medewerkers verbonden door onze gedeelde waarden en ons onwrikbaar engagement voor kwaliteit. We maken het verschil door onze mensen, onze cliënten en onze bredere gemeenschappen te helpen hun potentieel optimaal waar te maken.

Ernst & Young refereert aan de wereldwijde organisatie van firma’s die elk lid zijn van Ernst & Young Global Limited en die ieder een aparte juridische entiteit vormen. Ernst & Young Global Limited, een onderneming met beperkte aansprakelijkheid gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, verleent geen diensten aan cliënten.

Breng voor meer informatie een bezoek aan www.ey.com/be

© 2013 Ernst & Young

Alle rechten voorbehouden

Contacts

Voor meer informatie over Ernst & Young 'Barometer van de Belgische Attractiviteit' kunt u contact opnemen met:

Rudi Braes Managing Partner Tel: +32 (0)2 774 91 11 [email protected]

Herwig Joosten Managing Partner TaxErnst & Young Tax Consultants Tel: +32 (0)2 774 94 11 [email protected]

Tristan DhondtPartner Real Estate Advisory Services Tel: +32 (0)2 774 91 11 [email protected]

Guy Serraes Director Public Sector Tel: +32 (0)9 242 52 05 [email protected]

Marc D'havéManager Public Sector Tel: +32 (0)9 242 51 [email protected]

Christophe Ballegeer Woordvoerder Tel: +32 (0)2 774 91 11 [email protected]

Growing Beyond

In deze uitdagende economische tijden zijn er nog steeds kansen om te groeien. In Growing Beyond onderzoeken we hoe bedrijven hun kansen optimaal kunnen benutten door uit te breiden in nieuwe markten, nieuwe manieren te vinden om te innoveren en een nieuwe aanpak voor talent te kiezen. U krijgt praktische inzichten in wat u kunt doen om te groeien.

Neem deel aan het debat op www.ey.com/growingbeyond.