Waterplanten- en vissenonderzoek in waterlichamen
van Waterschap Rijn en IJssel in 2012
Daslook Bureau
Waterplanten- en vissenonderzoek in waterlichamen van
Waterschap Rijn en IJssel in 2012
Bemonstering en toetsing volgens de Kaderrichtlijn Water
Vegetatieonderzoek, rapportage vegetatie en redactie: Ger Boedeltje1
Visonderzoek: Michiel Schaap & Matthijs de Vos
(Waterschap Rijn en IJssel)
Visonderzoek Berkel uitgevoerd door O.A.B. Nederland
Rapportage vissen: Matthijs de Vos
(Waterschap Rijn en IJssel)
1Bureau Daslook 2012
Korte Voren 8, 7241 HR LOCHEM
www.bureaudaslook.nl
2
3
Inhoudsopgave
1 INLEIDING ................................................................................................................5
1.1 AANLEIDING ............................................................................................................................................. 5
1.2 DOELSTELLINGEN .................................................................................................................................... 5
1.3 LEESWIJZER................................................................................................................................................ 5
2 MATERIAAL EN METHODE .....................................................................................7
2.1 DE ONDERZOCHTE BEKEN...................................................................................................................... 7
2.2 KEUZE EN LIGGING VAN DE BEMONSTERINGSTRAJECTEN ............................................................... 7
2.3 OPNEMEN VAN DE VEGETATIE .............................................................................................................. 7
2.4 BEMONSTERING VAN DE VISSTAND...................................................................................................... 8
2.5 VERWERKING EN TOETSING VAN DE MACROFYTENGEGEVENS ...................................................... 9
2.6 VERWERKING EN TOETSING VAN DE VISGEGEVENS .......................................................................... 9
3 RESULTATEN .......................................................................................................... 11
3.1 INLEIDING................................................................................................................................................ 11
3.2 AA-STRANG............................................................................................................................................. 12
3.3 BARCHEMSE VEENGOOT....................................................................................................................... 13
3.4 BERKEL ..................................................................................................................................................... 14
3.5 DIDAMSE LEIGRAAF EN WETERING .................................................................................................... 16
3.6 ELSBEEK ................................................................................................................................................... 18
3.7 KEIZERSBEEK ........................................................................................................................................... 19
3.8 SCHIPBEEK ............................................................................................................................................... 20
3.9 WEHLSE BEEK ......................................................................................................................................... 22
3.10 WIJDE EN ZEVENAARSE WETERING & ZWALM............................................................................... 23
4 DISCUSSIE EN CONCLUSIES.................................................................................. 24
4.1 DISCUSSIE ................................................................................................................................................ 24
4.2 CONCLUSIES ............................................................................................................................................ 26
5 BRONNEN ............................................................................................................... 27
BIJLAGEN....................................................................................................................... 29
4
Foto 1.1. Waterteunisbloem in de Wehlse Beek en Didamse Leigraaf. Boven vegetatief te midden van Stomphoekig
sterrenkroos, onder in bloei boven een dek van Klein kroos. (Foto’s: Ger Boedeltje).
5
1 INLEIDING
1.1 AANLEIDING
De richtlijnen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) schrijven voor, dat de waterlichamen, die
door waterbeheerders in hun werkgebied zijn aangewezen, in 2015 een goede ecologische en
chemische kwaliteit moeten hebben. In het werkgebied van het Waterschap Rijn en IJssel gaat
het om kleine rivieren, beken en kleine (afvoer)kanalen. Voor deze KRW-lichamen zijn
ecologische doelstellingen opgesteld en maatregelen geformuleerd om de doelstellingen te
halen, als de kwaliteit op dit moment ontoereikend is. Deze maatregelen zijn voor een deel
uitgevoerd of gaan nog in uitvoering.
Om te kunnen beoordelen in hoeverre aan de ecologische doelstellingen wordt voldaan, vindt
monitoring van de waterlichamen plaats. Deze monitoring bestaat uit het regelmatig meten van
fysisch-chemische, hydromorfologische en biologische kenmerken van een waterlichaam.
In 2006 is door het Waterschap Rijn en IJssel met deze KRW -monitoring begonnen, waarbij
waterplanten en vissen centraal stonden (Kikkert & Rutjes, 2006). Ook in 2007 (Rutjes & Fortuin,
2007), 2008, 2009, 2010 en 2011 (Boedeltje 2008, 2009, 2010; Boedeltje & De Vos, 2011) heeft KRW-
monitoring plaatsgevonden. In 2012 heeft deze monitoring een vervolg gekregen in negen
waterlichamen in de Achterhoek en de Liemers (fig. 2.1). Deze monitoring was eveneens gericht
op waterplanten en vissen. Het waterplantenonderzoek en de rapportage van deze gegevens
werd verzorgd door Ger Boedeltje van Bureau Daslook, het vissenonderzoek werd uitgevoerd
door Michiel Schaap en Matthijs de Vos van Waterschap Rijn en IJssel, de rapportage over het
vissenonderzoek door Matthijs de Vos.
1.2 DOELSTELLINGEN
De doelstellingen van het onderzoek in de waterlichamen in 2012 waren:
het opnemen van de vegetatie in proefvakken volgens de methodiek van de KRW;
het bemonsteren van de visstand volgens de methodiek van de KRW;
het samenbrengen van de gegevens in een geautomatiseerd bestand zodat toetsing aan de
maatlatten van de KRW mogelijk is .
De resultaten van het onderzoek in 2012 worden in deze rapportage gepresenteerd.
1.3 LEESWIJZER
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de methode die bij het veldwerk is gebruikt. Tevens wordt
uiteengezet hoe de gegevens zijn verwerkt en hoe toetsing heeft plaatsgevonden. In hoofdstuk 3
vindt per waterlichaam een beknopte bespreking plaats van de resultaten. Dit betreft een
abiotische karakteristiek van het waterlichaam en een beschrijving van de vegetatie en de
visstand. In hoofdstuk 4 wordt de discussie gepresenteerd en worden enkele aanbevelingen
gedaan. Een overzicht van de geraadpleegde bronnen is te vinden in hoofdstuk 5.
Bij deze rapportage behoren verder nog Excelbestanden met vegetatie - en visgegevens. Deze
zijn desgewenst in te zien bij Waterschap Rijn en IJssel.
6
Figuur 2.1. Ligging van de wateren en de monsterpunten in het onderzoeksgebied.
Nr
Watergang
1 Aa-strang
2 Barchemse Veengoot
3 Berkel
4 Didamse Leigraaf en Wetering
5 Elsbeek
6 Keizersbeek
7 Schipbeek
8 Wehlse Beek
9 Wijde en Zevenaarse wetering; Zwalm
1
6
3
2
4
5
7
8
9
7
2 MATERIAAL EN METHODE
2.1 DE ONDERZOCHTE BEKEN
Er zijn negen waterlichamen onderzocht (fig. 2.1 en bijlage 1), waarvan drie behoren tot het type
R5, langzaam stromende middenloop op zand, drie tot het type R6, langzaam stromend riviertje
op zand en drie tot het type M3, gebufferd, regionaal kanaal (Bijkerk, 2010). Alle onderzochte
wateren zijn KRW-waterlichaam.
2.2 KEUZE EN LIGGING VAN DE BEMONSTERINGSTRAJECTEN
De locatiekeuze van de bemonsteringstrajecten is tijdens eerdere monitoring gemaakt. De
coördinaten van de trajecten zijn door het Waterschap Rijn en IJssel aan Bureau Daslook ter
beschikking gesteld. Richtlijn voor de keuze van de locaties is geweest dat ze de variatie in
soortensamenstelling en abundantie van de soorten zo goed mogelijk weergeven (Van Splunder
et al., 2006). Dit betekent dat rekening is gehouden met mogelijke verschillen tussen
bovenstroomse en benedenstroomse delen en met de aanwezigheid van stuwpanden. Bij de
keuze van de monsterpunten voor vis is erop gelet dat ze de variatie in habitat en daarmee in
soortensamenstelling en abundantie zo goed mogelijk weergeven.
In overeenstemming met de monitoringrichtlijnen van de KRW (Bijkerk 2010) zijn per KRW-
waterlichaam zes vegetatieopnamen gemaakt en is minimaal 7,5% van elk waterlichaam op vis
bemonsterd (fig. 2.1 en bijlage 1). In 9 waterlichamen zijn in totaal 54 vegetatieopnamen
gemaakt en zijn 28 visbemonsteringen met elektro-apparatuur en vijf zegentrekken (bijlage 1)
uitgevoerd.
Elke vegetatieopname had een lengte van 100 meter en besloeg de volle breedte van het
waterlichaam. Elk traject waar vis werd bemonsterd had een lengte van 250 m en besloeg
eveneens de volle breedte van een waterlichaam. De trajectlengte werd gemeten met GPS
(Garmin Etrex; nauwkeurigheid 2-10 m).
2.3 OPNEMEN VAN DE VEGETATIE
Het opnemen van de vegetatie vond plaats tussen 29 juni en 8 augustus 2012. Elk proefvak is
tweezijdig vanuit het water en vanaf de oever bemonsterd, waarbij voor ondergedoken
waterplanten uit diepe watergedeelten gebruik is gemaakt van een hark. In een proefvak is,
behalve de totale vegetatiebedekking, de bedekking (in %) van elk van de volgende
vegetatie lagen geschat:
krooslaag;
laag van ondergedoken (submerse) planten (bijv. Smalle waterpest);
laag van drijfbladplanten (bijv. Gele plomp);
laag van boven water groeiende maar onder water wortelende (emerse) planten (bijv.
Liesgras of Pijlkruid);
algenlaag (flab);
oevervegetatie .
Bij de bedekking van de oevervegetatie (de vegetatie die boven de waterlijn op de taluds langs
een waterlichaam groeit) is onderscheid gemaakt tussen de bedekking van bomen en struiken
enerzijds en van grassen en kruiden anderzijds.
Vervolgens zijn de aanwezige vaatplanten, kranswieren en mossen op naam gebracht en is hun
mate van voorkomen (abundantie) vastgesteld. De abundantie van een soort in een proefvak
moet volgens de KRW-monitoringrichtlijnen worden geschat als percentage van het begroeibare
areaal (Van Splunder et al., 2006; Bijkerk 2010). Aangezien de onderzochte waterlichamen zo
8
ondiep en/of helder waren dat het doorzicht gelijk was aan de waterdiepte , is de abundantie
geschat als percentage bedekking van het proefvak.
Indien van een soort de bedekking lager was dan 5% is ook het aantal exemplaren geteld of
geschat. Deze gecombineerde schatting van aantallen en bedekkingspercentages is in
overeenstemming gebracht met de Tansley-schaal, zoals die gebruikt wordt bij het Waterschap
Rijn en IJssel (tabel 2.1).
Getal/code Beschrijving Vertaling naar % en exemplaren
1 r rare (zeldzaam voorkomend) <5% en < 5 ex. totaa1
2 o occasional (hier en daar voorkomend) <5% en 5-20 ex. totaal
3 lf lokaal frequent voorkomend <5% en 20-100 ex. totaal (lokaal)
4 f frequent voorkomend <5% en >100 ex. totaal (gehele proefvak)
5 la lokaal abundant voorkomend 5-12,5%
6 a abundant voorkomend 12,5-25%
7 ld lokaal dominant voorkomend 25-50%
8 cd co-dominant (met ander overheersend) 50-75%
9 d dominant (overheersend) 75-100%
Tabel 2.1. Tansley-opnameschaal met de vertaling naar aantallen en bedekking per proefvak.
2.4 BEMONSTERING VAN DE VISSTAND
Periode van bemonstering
Om te komen tot representatieve en reproduceerbare visgegevens is het van belang om de
periode van bemonsteren zorgvuldig te kiezen. In het zomerhalfjaar zijn vissen het meest
homogeen verdeeld over het leefgebied. In de winter vindt migratie plaats naar diepe delen van
de watergang en zijn vissen meer heterogeen verdeeld. De voorkeur gaat uit naar
zomerbemonsteringen (Bijkerk, 2010). Omdat in de maanden mei tot en met augustus vaak
weinig water in de beken voorhanden is en de watertemperatuur in sommige wateren tot boven
de 20 graden Celsius stijgt, is er een vergrote kans op vissterfte en schade aan de visstand.
Daarom is er in samenspraak met de Hengelsportfederatie Midden en – Oost Nederland voor
gekozen om bemonsteringen uit te voeren in de maanden september tot en met half oktobe r.
De bemonsteringen hebben plaatsgevonden van 6 september tot 17 oktober 2012.
Foto 2.1 Uitvoering van visonderzoek met draagbaar Bretschneider apparaat in de Schipbeek. (Foto Matthijs
de Vos).
9
In deze periode werd er met twee personen gevist tussen ca. 8.00 en 18.00 uur. De
bemonsteringen van de Berkel zijn uitgevoerd door de heer Anton van Triest (Onderzoeks - en
adviesbureau voor vis en water)
Vangtuig en visbemonstering
In smalle (< 8 m brede) wateren is de bemonstering uitgevoerd met elektrovisapparatuur. Deze
apparatuur bestond uit een 24 Volt, (650 watt, 30 Ampere) gelijkstroomapparaat van het merk
Bretschneider. Dit apparaat heeft de mogelijkheid tot het benutten van 1200 watt puls. Er werd
per monsterpunt een traject van 250 m in stroomopwaartse richting vanuit een boot of wadend
over de gehele breedte bemonsterd (foto 2.1).Tijdens de bemonsteringen zijn alle vishabitats
(bijvoorbeeld een holle oever, oeverzone met waterplanten) meebemonsterd. De bij de
elektrovisserij verdoofde vissen werden verzameld in een metseltrog. Direct na het beëindigen
van een bevissing werd de gevangen vis op soort gesorteerd, gemeten (cm totaallengte ) en
geteld. Bij grote vangsten van een soort werden 50 vissen gemeten, de overige individuen van
de soort werden geteld. Vervolgens werden de getelde individuen naar rato over de
verschillende lengteklasses verdeeld. Na het meten werden de vissen op de oorspronkelijke
locatie teruggezet.
In de Berkel werd een traject van 250 meter aan weerszijden met keernetten afgezet. Het traject
werd eerst met een zegen afgevist door het net over de gehele lengte van het traject door het
water te slepen. Hierna werd met elektrovisapparatuur (visaggregaat 5000w gelijkstroom) de
oeverzone bemonsterd. De zegen had een lengte van 70 m. De maaswijdte van de zegen
bedroeg 20 mm op vleugels volle maas en in de zegenzak 10 mm.
2.5 VERWERKING EN TOETSING VAN DE MACROFYTENGEGEVENS
De vegetatiegegevens zijn ingevoerd in MS Excel en in Ecobase. Toetsing aan de maatlat voor
natuurlijke wateren heeft plaatsgevonden met behulp van het programma QBwat
(programmaversie 5.42; Pot, 2012). Het resultaat van de toetsing (de beoordeling), uitgedrukt in
EKR (ecologische kwaliteitsratio), is afgeleid van de geaggregeerde (samengenomen) ze s
opnamen per waterlichaam. In de Aa-strang is de beoordeling echter gebaseerd op de daar
opgenomen drie proefvakken.
2.6 VERWERKING EN TOETSING VAN DE VISGEGEVENS
Verwerking gegevens
De vangstgegevens zijn per traject en per wa terlichaam ingevoerd in MS Excel. Tevens zijn de
vangstgegevens ten behoeve van opslag ingevoerd in het programma Ecobase.
Toetsing
Per waterlichaam zijn de vangsten gesommeerd, waarna toetsing van dit verzamelmonster
plaatsvond aan de maatlat voor stromende wateren (R4, R5, R6) of stilstaande wateren (M3) met
behulp van het programma QBwat (programmaversie 4.42; Pot, 2012). De gegevens zijn getoetst
aan de maatlat 2007. De maatlat 2012 functioneert (nog) niet naar behoren.
10
Foto 2.2 (boven). In de Wehlse Beek komt Paarbladig fonteinkruid voor, een soort die op toestroom van
grondwater duidt. (Foto: Ger Boedeltje).
Foto 2.3 (onder). De Baars is een zeer algemene soort in de wateren in het beheersgebied van Waterschap Rijn en
IJssel. De soort kan in uiteenlopende watertypen worden aangetroffen. (Foto: Matthijs de Vos).
11
3 RESULTATEN
3.1 INLEIDING
In de paragrafen 3.2 t/m 3.10 worden de resultaten per waterlichaam gepresenteerd, waarbij
voor de waterlichamen een alfabetische volgorde is aangehouden.
In elke paragraaf wordt aan de hand van een foto eerst een karakteristiek gegeven van de
landschappelijke ligging, de oevervorm en de vegetatie van een deel van het waterlichaam.
Vervolgens wordt de vegetatie besproken waarbij ingegaan wordt op de structuur, de
soortensamenstelling, de abundantie en de score op de maatlat. Hierna volgt het visbestand,
waarbij de soortensamenstelling, de abundantie en de score op de maatlat ter sprake komen.
Een paragraaf eindigt met de vermelding van soorten die die vermeld staan als beschermde
soort in de Flora- en Faunawet en/of die voorkomen op de Rode Lijst van beschermde en
bedreigde soorten. Ook wordt aangegeven of er exoten zijn aangetroffen.
Foto 3.1 Brede waterpest te midden van ondergedoken Sto mphoekig sterrenkroos. (Foto: Ger Boedeltje).
12
3.2 AA-STRANG
Foto 3.2 Reuzenbalsemien op de oever van de Aa-strang op de grens met Duitsland.
Macrofyten
De Aa-strang is bij de grensovergang een stromende rivier (0,6 m/s) met aan één zijde een tamelijk steile
oever die begroeid is met Reuze nbalsemien en aan de andere zijde een flauwere oever met zandstrandjes
en inhammen, waar Riet en Rietgras groeien en wilgen over het water hangen (foto 3.2; bijlage 2.1A). De
bedekking van de submerse en emerse begroeiing is gering (5%) met onder meer Schedefonteinkruid,
Stomphoekig sterrenkroos, Smalle waterpest en Grof hoornblad, die op eutroof water duiden. Na de
stuw is het stromende karakter van de rivier verdwenen, althans bij lage afvoer. Er komt Klein kroos
voor en Liesgras is veelvuldig langs de oever aanwezig. Ook hier indiceren waterplanten eutroof water.
Beoordeling (R6): matig (ekr = 0,483, op basis van 3 opnamen).
Vissen
In de Aa-strang zijn vijftien vissoorten aangetroffen. In 2010 werden veertien vissoorten gevangen. De
visfauna ter hoogte van de grensovergang wordt gekenmerkt door eurytope soorten zoals Baars en
Blankvoorn. Ook wordt een aantal typische stromingsminnende- en habitatgevoelige soorten
aangetroffen namelijk: Kopvoorn, Serpeling en Beekdonderpad. Het voorkomen van Beekdonderpad in
Nederland is beperkt tot enkele beken namelijk Geul, Roer, Berkel en Aa -strang. Deze
stromingsminnende soorten maken ge bruik van de morfologische variatie in de beek die rondom de
grens aanwezig is. Opvallend is het aantreffen van paling op twee locaties, de Aa-strang is namelijk nog
niet vispasseerbaar gemaakt. Het traject verder benedenstrooms wordt gedomineerd door eurytope en
lymnofiele soorten Baars en Blankvoorn in lage dichtheden.
Beoordeling (R6): ontoereikend (ekr = 0,386).
Beschermd volgens Flora- en faunawet
Zwanenbloem (tabel 1); Beekdonderpad (tabel 2); Kleine Modderkruiper (tabel 2)
Rode Lijstsoorten
Brede waterpest (gevoelig)
Exoten
Reuzenbalsemien
13
3.3 BARCHEMSE VEENGOOT
Foto 3.3 De Barchemse Veengoot, gezien vanaf Tobbert (Barchem).
Macrofyten
De Barchemse Veengoot is een 2,5 tot 3,5 m brede gegraven watergang die het gebied “het Veen”
ontwatert tussen Barchem, de Wildenborch en Lochem. De ‘bovenloop’ valt in perioden met weinig
neerslag droog. Hierdoor kunnen emerse soorten zoals Riet en Zwanenbloem kiemen en vervolgens
vegetatievormend optreden. Bovendien wordt Zwanenbloem in het maaibeheer bevoordeeld. De
watervegetatie is soortenrijk met onder meer Watergentiaan, Drijvend, Schede, Tenger en Doorgroeid
fonteinkruid, Stijve waterranonkel, Gele plomp en Stomphoekig sterrenkroos (bijlage 2.2A), soorten die
duiden op eutroof water. Ook de emerse laag is goed ontwikkeld met Zwanenbloem, Grote en Slanke
waterweegbree, Gewone waterbies, Pijlkruid en Waterzuring. Langs de oevers groeien Gewone
dotterbloem en Bosbies. Al met al een fraaie watergang, die een beter beheer van de oevers verdient (foto
3.3).
Beoordeling (R5): matig (ekr-score 0,5000).
Vissen
Ondanks het droogvallen van de Barchemse Veengoot in de zomer van 2012 zijn acht vissoorten
aangetroffen. Door de droogval is de abundantie van vissen laag. Opvallend is dat eenjarige Snoeken de
visstand domineren. Verder zijn Vetje, Rietvoorn, Bittervoorn en Zeelt gevangen. Doordat doorgaans
water vanuit de Berkel wordt ingelaten kunnen deze soorten de Barchemse Veengoot herkoloniseren.
Beoordeling (R5): Ontoereikend (ekr-score 0,235).
Beschermd volgens Flora- en faunawet
Gewone dotterbloem (tabel 1); Zwanenbloem (tabel 1); Bittervoorn (tabel 3)
Rode Lijstsoorten
geen
Exoten
geen
14
3.4 BERKEL
Foto 3.4 De Berkel bij de grensovergang.
Macrofyten
De Berkel is bij de grens een stromend riviertje met zowel stenen als zandige oevers (foto 3.4). Door de
aanwezigheid van stuwen neemt de stroming stroomafwaarts af; vlak voor Zutphen is sprake van
stilstaand water. Op een aantal opnamelocaties (BER 00, BER02, Borculo en BER20, Stokkersbrug) is
sprake van stenen oevers en ook bedekken stenen de waterbodem voor een deel of helemaal. Hierdoor is
de bedekking van ondergedoken soorten gering (bijlage 2.3A). In de benedenloop bij Almen en Zutphen
is de bedekking van Smalle waterpest, Liesgras en Pijlkruid hoog. In de maatlat van 2012 levert een hoge
bedekking van deze soorten een negatieve score op (het zijn soorten die eutroof water indiceren). De ekr-
score van de Berkel is dan ook matig.
Beoordeling (R6): matig (ekr-score 0,405).
Vissen
In de Berkel zijn zestien vissoorten aangetroffen en laat de Beek een gevarieerd beeld zien. Nabij de grens
worden de stromingsminnende en habitatgevoelige Kopvoorn en Serpeling aangetroffen. De
Beekdonderpad die tijdens schepnetbemonsteringen is aangetroffen lijkt hier nu afwezig te zijn. De
exotische Blauwband is echter wel aanwezig. Ook komen in het grenstraject soorten van stilstaand en
plantenrijk water voor zoals Blankvoorn en Pos. In de midden- en benedenloop wordt de visstand
gedomineerd door soorten van s tilstaand en plantenrijk water: Bittervoorn, Snoek en Zeelt. Opvallend is
de afwezigheid van grotere exemplaren van de Brasem en Kolblei tijdens de visstandbemonsteringen
met zegen in de midden- en benedenloop. De exotische Marmergrondel is gevangen in de benedenloop
nabij Zutphen en is een nieuwkomer in de Berkel.
Beoordeling (R6): ontoereikend (ekr-score 0,352).
Beschermd volgens Flora- en faunawet
Zwanenbloem (tabel 1); Bittervoorn (tabel 3)
Rode Lijstsoorten
geen
Exoten
Japanse duizendknoop; Reuzenbalsemien
Blauwband; Marmergrondel
15
Foto 3.5 (boven). De Berkel nabij Almen. In dit traject zijn Bittervo orn en Blankvoorn algemeen voorkomende soorten.
(Foto Matthijs de Vos).
Foto 3.6 (onder). In het traject is Glanzig fonteinkruid één van de ondergedoken waterplanten, waarbij de aren met
vruchtjes op het wateroppervlak liggen. (Foto Ger Boedeltje).
16
3.5 DIDAMSE LEIGRAAF EN WETERING
Foto 3.7 De Didamse Wetering met op de voorgrond Pijlkruid.
Macrofyten
Tot het waterlichaam behoren De Didamse Leigraaf en de Didamse Wetering (foto 3.7 en bijlage 2-4A)).
Deze wateren worden kenmerkt door een hoge bedekking va n ondergedoken waterplanten. Het gaat in
het bijzonder om twee soorten die een hoog nutriëntengehalte indiceren: Smalle waterpest en
Stomphoekig sterrenkroos. Van de emerse soorten domineert Kleine egelskop op vrijwel alle locaties,
terwijl ook Pijlkruid e n Liesgras veelvuldig aanwezig zijn. Op één locatie (DIL02, bijlage 2.4A) bedekt
Waterteunisbloem een deel van de wetering. De hoge ekr-score komt, behalve door de soortenrijkdom,
vooral door de hoge bedekking van emerse soorten, in het bijzonder van Pijlkruid en Kleine egelskop.
Beoordeling (M3): goed (ekr-score 0,952).
Vissen
In het waterlichaam zijn in 2012 zestien vissoorten aangetroffen, in 2008 waren dit dertien vissoorten. Dit
is voor een dergelijk watertype een relatief hoge soortenrijkdom. Doordat stroming nagenoeg afwezig is
en de wateren plantenrijk zijn wordt de visstand gedomineerd door soorten van plantenrijke wateren
zoals Bittervoorn en Zeelt. Er zijn lage dichtheden aan Brasem en Blankvoorn aangetroffen. De exotische
Zonnebaars is op één locatie aangetroffen maar komt in het hele waterlichaam voor. De hoge
soortenrijkdom komt tot uiting in een hoge hoge ekr-score.
Beoordeling (M3): goed (ekr-score 1,0).
Beschermd volgens Flora- en faunawet
Zwanenbloem (tabel 1); Bittervoorn (tabel 2); Kleine modderkruiper (tabel 2)
Rode Lijstsoorten
Brede waterpest (gevoelig)
Exoten
Waterteunisbloem
Zonnebaars
17
Foto 3.8 (boven). De Didamse Wetering in najaar 2012. Door de lage watertemperatuur en verminderde zoninstraling
kunnen de weteringen in de Liemers kraakhelder worden en zijn plantensoorten zoals Kleine egelskop goed
waarneembaar. (Foto: Matthijs de Vos).
Foto 3.9 (onder). Zwanenbloem is één van de Flora- en Faunawetsoorten die onder meer in de Didamse wetering
voorkomt. (Foto: Ger Boedeltje).
18
3.6 ELSBEEK
Foto 3.10 Begin van de meander in de Elsbeek bij ‘t Klumpske .
Macrofyten
De individuele opnamen van de Elsbeek (foto 3.10) scoren meest matig, ook de eindscore is matig. Deze
lage score hangt met name samen met de hoge bedekking waarmee Smalle waterpest, Liesgras, Rietgras
en plaatselijk Pijlkruid in de beek voorkomen (bijlage 2.5A). Waar deze soorten in hoge bedekking
voorkomen duidt dit op nutriëntenrijke omstandigheden. Soorten die positief scoren zijn onder meer
Kleine watereppe en Moerasspirea. De nieuwe meander bij het Klumpske (meetpunt ELB1A)) scoort het
hoogst (ekr = 0,576) vanwege het ontbreken of in lage bedekking aanwezig zijn van Liesgras, Smalle
waterpest en Rietgras en de hoge bedekking van de boomlaag. In tegenstelling tot de hoofdstroom
stroomt de beek hier en is er sprake van een kale zandbodem en zandige strandjes die begroeid zijn met
Bosbies.
Beoordeling (R5): matig (ekr-score 0,488).
Vissen
In de Elsbeek zijn dertien vissoorten gevangen. Snoek en Riviergrondel domineren de visfauna. Het
aandeel habitatkritische- en stromingsminnende soorten is klein. Er is een Winde aangetroffen. Er wordt
in het zomerseizoen water ingelaten vanuit de Schipbeek. Deze W inde kan afkomstig zijn uit de
Schipbeek.
Beoordeling (R5): ontoereikend (ekr-score 0,330)
Beschermd volgens Flora- en faunawet
Zwanenbloem (tabel 1)
Rode Lijstsoorten
Brede waterpest (gevoelig)
Exoten
geen
19
3.7 KEIZERSBEEK
Foto 3.11 Het einde van de Keizersbeek nabij de Aa-strang. De Keizersbeek is meer een kanaal dan een beek.
Macrofyten
De Keizersbeek heeft het karakter van een kanaal (foto 3.11): recht, diep ingesneden, niet of nauwelijks
stromend. De functie van de Keizersbeek is het afvoeren van water uit de Boven Slinge en uit
omringende landbouwgebieden. De ekr-score is op vier van de zes meetpunten “ontoereikend”, op de
twee overige “matig”. Volgens de nieuwe maatlat komt dit in het bijzonder door de hoge bedekking van
Smalle waterpest, Liesgras, Rietgras en plaatselijk van Pijlkruid (bijlage 2.6A). Soorten die bijdragen aan
een positieve score zijn Zwarte els, Kleine watereppe en Kleine egelskop. Positief is ook het voorkomen
van Puntdragend glanswier dat op veel plaatsen in de beek voorkomt.
Beoordeling (R5): ontoereikend (ekr-score 0,360).
Vissen
In de Keizersbeek zijn elf vissoorten aangetroffen. Soorten zonder duidelijke habitatvoorkeur en soorten
van plantenrijk water komen voor zoals Karper, Kolblei en Pos . Habitatkritische soorten komen niet
voor. De enige stromingsminnende soort die is aangetroffen is Bermpje.
Beoordeling (R5): ontoereikend (ekr-score 0,205)
Beschermd volgens Flora- en faunawet
Waterdrieblad (tabel 2); Zwanenbloem (tabel 1)
Rode Lijstsoorten
Waterdrieblad (gevoelig); waarschijnlijk ‘ontsnapt’ uit een vijver
Exoten
geen
20
3.8 SCHIPBEEK
Foto 3.12 De Schipbeek is een plantenrijke beek. Afgebeeld is de situatie bij de Oxersteeg.
Macrofyten
De Schipbeek heeft op veel plaatsen het karakter van een kanaal (foto 3.12). Toch komen ook stromende
delen voor, in he t bijzonder waar vistrappen zijn aangelegd. De Schipbeek is bijzonder plantenrijk met
soorten als Watergentiaan (foto 3.14), Glanzig fonteinkruid, Gekroesd fonteinkruid, Schedefonteinkruid,
Pijlkruid, Smalle waterpest, Kleine en Grote egelskop. De bedekking van de ondergedoken soorten is
plaatselijk hoog (bijlage 2.7A). Waar Smalle waterpest, Liesgras, Klein kroos, Veelwortelig kroos en
Pijlkruid in hoge bedekking voorkomen is de score relatief laag. Glanzig fonteinkruid Puntkroos en
Kleine egelskop dragen bij tot een hogere score. Al met al scoort de Schipbeek matig.
Beoordeling (R6): matig (ekr-score 0,514).
Vissen
In de Schipbeek zijn zestien vissoorten aangetroffen. De visstand wordt gedomineerd door soorten van
plantenrijke , niet stromende wateren zoals Bittervoorn, Blankvoorn, Rietvoorn en Kolblei. Toch komen
ook stromingsminnende soorten voor zoals Bermpje (foto 3.13) en Serpeling. Dit is voornamelijk het
geval op locaties waar het water sneller stroomt en het bodemsubstraat uit zand of stortstenen bestaat.
De Rivierdonderpad komt ook voor in de Schipbeek (bron: Nationale Databank Flora en Fauna) maar is
tijdens de bemonsteringen niet aangetroffen en daarom niet beoordeeld.
De Marmergondel heeft inmiddels grote delen van de Schipbeek gekoloniseerd en komt in hoge
dichtheden voor in de oeverzone.
Beoordeling (R6): Ontoereikend (ekr-score 0,281)
Beschermd volgens Flora- en faunawet
Zwanenbloem (tabel 1)
Rode Lijstsoorten
Exoten
Marmergrondel
21
Foto 3.13 (boven). Bermpje in de Schipbeek. De soort is niet heel kritisch op de leefomgeving, bij voldoende stroming
en dekking in de vorm van (kunstmatige) stenen kan de soort goed overleven. (Foto: Matthijs de Vos).
Foto 3.14 (onder). Watergentiaan treedt op veel plaatsen vegetatievormend op in de Schipbeek. (Foto: Ger Boedeltje).
22
3.9 WEHLSE BEEK
Foto 3.15 De Wehlse Beek vormt een belangrijke groeiplaats voor de exotische Waterteunisbloem.
Macrofyten
De Wehlse Beek heeft verschillende gezichten. Nabij Doetinchem is de beek kraakhelder met op de
bodem kranswieren (Chara vulgaris) en veel Tenger fonteinkruid en Stomphoekig sterrenkroos (bijlage
2.8A). Wat verder stroomafwaarts blijft de beek helder en voegen zich hier onder meer Paarbladig
fonteinkruid, Klein fonteinkruid en Aarvederkruid bij. Hier groeien ook de exoten Watercrassula en
Waterteunisbloem en komen Grof hoornblad en Smalle waterpest veelvuldig voor (fot0 3.15).
Waterteunisbloem blokkeert in de benedenloop vrijwel volledig de watergang. Getoetst aan de maatlat
scoort de beek ontoereikend, wat vooral is toe te schrijven aan het abundant voorkomen van Grof
hoornblad, Smalle waterpest en Rietgras. In de beek ontbreekt stroming.
Beoordeling (R5): ontoereikend (ekr-score 0,319 ).
Vissen
In de Wehlse Beek zijn e lf vissoorten gevangen. De visstand wordt gedomineerd door soorten van
plantenrijke , niet stromende wateren zoals Bittervoorn en Snoek. De enige stromingsminnende soorten
zijn Bermpje en Riviergrondel. Door het ontbreken van stroming is er geen potentie voor
habitatkritische - en stromingsminnende soorten.
Beoordeling (R5): ontoereikend (ekr-score 0,348).
Beschermd volgens Flora- en faunawet
Zwanenbloem (tabel 1)
Rode Lijstsoorten
Brede waterpest
Exoten
Watercrassula; Waterteunisbloem
Goudvis
23
3.10 WIJDE EN ZEVENAARSE WETERING & ZWALM
Foto 3.16 Natuurvriendelijke oever langs de Wijde Wetering.
Macrofyten
Tot dit waterlichaam horen de Wijde Wetering (foto 3.16), Zevenaarse Wetering en Zwalm. Deze
weteringen zijn, net als de Didamse Leigraaf, plantenrijk, die goed scoren bij toetsing aan de maatlat
(bijlage 9A). Dit waterlichaam scoort net als de Didamse Wetering/Leigraaf goed. Dit heeft te maken met
de hoge bedekking van submerse en emerse soorten, zoals Smalle waterpest en Kleine egelskop. De
natuurvriendelijke oever langs de Wijde Wetering (WIW02; foto 3.16) is soorten- en structuurrijk. Onder
meer Scherpe zegge, Moeraszegge, Tweerijige zegge, Holpijp en Zeegroene rus komen voor in een
mozaïek met wilgen.
Beoordeling (M3): goed (ekr-score 1,000).
Vissen
Er zijn twaalf vissoorten in het waterlichaam aangetroffen. De visstand wordt gedomineerd door soorten
van niet stromende wateren zoals Baars, Blankvoorn, Kleine modderkruiper en Zeelt. In tegenstelling tot
de Didamse Wetering/Leigraaf is de Bittervoorn geheel afwezig. Opvallend is het voorkomen van grote
aantallen rode Amerikaanse Rivierkreeft in waterlichaam.
Beoordeling (M3): goed (ekr-score 0,829)
Beschermd volgens Flora- en faunawet
Zwanenbloem (tabel 1)
Rode Lijstsoorten
geen
Exoten
Amerikaanse Rivierkreeft
planten en vissen: geen
24
4 DISCUSSIE EN CONCLUSIES
4.1 DISCUSSIE
Macrofyten
In 52 vegetatieopnamen zijn 165 soorten vaatplanten en drie soorten kranswieren aangetroffen.
Drie soorten genieten bescherming volgens de Flora- en Faunawet: Gewone dotterbloem,
Waterdrieblad en Zwanenbloem. Gewone dotterbloem is in twee proefvakken gevonden langs
de Barchemse Veengoot, waar zij staat op het grensvlak van water en land. Gewone
dotterbloem komt in de Achterhoek regelmatig op dergelijke standplaatsen voor en indiceert de
toestroom van grondwater. Waterdrieblad groeit in één proefvak in de Keizersbeek. Anders dan
de groeiplaats in de Koffijgoot (Boedeltje & De Vos 2011), lijkt hier sprake van ‘ontsnapping’ uit
een vijver of tuincentrum. Zwanenbloem is alle onderzochte beken en weteringen aangetroffen.
Twee soorten staan op de Rode lijst: het eerder besproken Waterdrieblad en Brede waterpest.
Brede waterpest is het meest frequent aangetroffen in Wehlse Beek en De Didamse Leigraaf. In
de Wehlse Beek groeit Brede waterpest sa men met onder meer Paarbladig fonteinkruid, Klein
fonteinkruid, Moeraszegge en Veldrus, wat op toestroom van grondwater duidt.
Twee exoten die een bedreiging vormen voor inheemse waterplanten zijn aangetroffen in de
Wehlse Beek en de Didamse Leigraaf: Watercrassula en Waterteunisbloem (Van Valkenburg,
z.j). Watercrassula is slechts op één locatie in de Wehlse Beek gevonden. Volgens Van
Valkenburg kan Watercrassula “een zeer dichte vegetatie vormen op oevers en in voedselarme
wateren”. In de Wehlse Beek ve roorzaakt deze soort op dit moment nog geen probleem; hij
groeit in lage dichtheden op de waterbodem tussen andere soorten.
Anders is de situatie bij Waterteunisbloem. Deze groeit in de Wehlse Beek en in de Didamse
Leigraaf plaatselijk in zodanige dichthe den dat bij hoge afvoer de doorstroming kan worden
belemmerd. Volgens Van Valkenburg kan Waterteunisbloem “de inheemse vegetatie in het
water en op de oever verdringen en het zuurstofgehalte van het water doen dalen”.
In de oeverzone van de Aa-strang en de Berkel komt Reuzenbalsemien als invasieve oeversoort
voor. Voor de Aa-strang betekent dit een uitbreiding van het aantal groeiplaatsen, van de Berkel
zijn geen nadere gegevens bekend.
Op de hogere oevers van de Berkel groeit tevens in twee proefvakken Japanse duizendknoop.
De toetsingsresultaten van de onderzochte wateren zijn samengevat in fig. 4.1. Er zijn
opvallende verschillen tussen de M- en R-typen.
M-typen
De Wijde Wetering en Zwalm behalen de maximale score en de Didamse Leigraaf bijna de
maximale score. In vergelijking met de toets ing van deze wateren in 2008/2009 (Boedeltje 2008,
2009) is dit een toename. Deze toename komt niet doordat het aantal soorten met een telwaarde
of de bedekking van ondergedoken of drijvende waterplanten is toegenomen, maar doordat een
eerdere versie ervan QBWAT een fout bevatte (schriftelijke mededeling Roelf Pot, 2012):
“De grote verschillen tussen de uitvoer van versie 4.42 en 4.50 (optie 4 in versie 5.00) zijn alleen te
vinden bij het type M3. Dat is als gevolg van een bug-fix. De berekening van 4.42 vertoonde een fout die
lange tijd onopgemerkt is gebleven en deze zomer pas onder mijn aandacht kwam. In het voorschrift staat
dat de scores voor Emers en Drijvend bij elkaar moeten worden geteld voor de berekening van de
deelmaatlat Drijvend (Stowa-rapport 2007-32b, pag 97, tabel B4.1), dat werd tot nu toe niet gedaan en er
werd uitsluitend beoordeeld op basis van de bedekking Drijvend. Als de Emerse bedekking niet erg hoog is,
dan maakt dat niet veel uit, maar in de opnamen uit de Achterhoek en Liemers komen hoge percentages
voor. Scores die samen boven de 40% komen leveren dan altijd een EKR=1 op”.
De weteringen zijn niet erg diep, wat betekent dat het begroeibare areaal de gehele breedte de
25
watergang omvat. In het bijzonder soorten als Pijlkruid en Kleine egelskop kunnen dan ook
over de gehele breedte vegetatievormend optreden.
Figuur 4.1 Toetsingsresultaten macrofyten aan de maatlat 2007 voor regionale kanalen, M3 ( DIL, WIW) en
aan de maatlat 2012 voor beken, R5 (BAV, ELB, KEB, WEB) en kleine rivieren, R6 (AAS, BER, SBK). De
toetsing heeft betrekking op 6 opnamen, behalve voor de AA-strang, AAS, waar het gaat om 3 opnamen.
De afkortingen betreffen de waterlichamen (zie bijlage 1). De lichtgroene lijn geeft de grens tussen ‘matig en
‘goed’ weer; de donkergroene streepjes geven het Goed Ecologisch Potentieel (GEP) weer.
R-typen
De scores van de beken (R5) en kleine rivieren (R6) zijn opvallend laag: geen enkele beek of
rivier voldoet aan het Goed Ecologisch Potentieel (GEP), terwijl dat in eerdere onderzoeksjaren
(o.a. Boedeltje 2008, 2009) wel het geval was. De Keizersbeek, bijvoorbeeld, had in 2008 een ekr-
score van 0,61 en in 2012 van 0,36. De verklaring hiervoor ligt niet in de veldsituatie , maar in de
manier waarop de score in de maatlat van 2012 wordt berekend.
In de eerste plaats geschiedt het aggregeren niet meer middels een optelling van soorten maar
door het berekenen van het rekenkundig gemiddelde van de verkregen afzonderlijke resultaten.
In de tweede plaats scoren triviale soorten als Smalle waterpest, Liesgras en Schedefonteinkruid,
als ze in relatief hoge dichtheden voorkomen, negatief in plaats van positief. Een voorbeeld:
Schedefonteinkruid komt in de Aa-strang bij de grens frequent voor. Bij toetsing aan de maatlat
van 2007 betekende dit een score van +1, toetsing aan de herziene maatlat van 2012 levert echter
een score van -4 op. Een ander voorbeeld wordt gevormd door Tenger fonteinkruid en Pijlkruid.
In de Berkel bij Almen (Besselink) komt Tenge r fonteinkruid frequent en Pijlkruid abundant
voor. Bij toetsing aan de maatlat van 2007 betekende dit voor Tenger fonteinkruid een score van
+1 en voor Pijlkruid van +2, toetsing aan de herziene maatlat van 2012 daarentegen levert voor
beide soorten een score op van -4. Volgens Roelf Pot (schriftelijke mededeling 2012) mag een R6-
riviertje weliswaar enigszins voedselrijk zijn, maar niet eutroof. En een hoge dichtheid van
soorten als Schedefonteinkruid, Liesgras, Smalle waterpest, Pijlkruid en Tenger fonteinkruid
duidt hierop.
Vissen
Er zijn in 2012 in de negen waterlichamen 23 soorten waargenomen. Hiertoe behoren drie
soorten die beschermd zijn volgens de Flora- en faunawet: Kleine modderkruiper, Bittervoorn,
en Rivierdonderpad. De Bittervoorn komt inmiddels in vijf van de negen waterlichamen voor
en lijkt te profiteren van een natuurvriendelijke inrichting van watergangen. De exotische
Marmergrondel laat een verdere opmars zien in de Schipbeek en is voor het eerst aangetroffen
in de Berkel. Twee waterlichamen, Wijde Wetering/Zwalm en de Didamse Leigraaf/ Wetering
scoren goed. Beide waterlichamen zijn getoetst aan de maatlat voor stagnante wateren M3. De
overige waterlichamen zijn getoetst aan de maatlat voor stromende wateren R5 of R6 en worden
als ontoere ikend beoordeeld (fig. 4.2). Gezien het karakter van de Barchemse Veengoot,
langdurig afvoerloos of zelfs droogvallend, kan dit waterlichaam beter worden beoordeeld als
M3-type.
0,0
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
AAS BAV BER DIL ELB KEB SBK WEB WIW
ekr
Toetsingsresultaat macrofyten 2012
26
Figuur 4.2 Toetsingsresultaten vissen aan de maatlat 2007. De afkortingen betreffen de waterlichamen (zie
bijlage 1). De lichtgroene lijn geeft de grens tussen ‘matig en ‘goed’ weer; de donkergroene streepjes geven
het Goed Ecologisch Potentieel (GEP) weer.
4.2 CONCLUSIES
Tijdens de planteninventarisaties zijn in 52 opnamen van 100 m lengte 165 soorten vaat-
planten en drie soorten kranswieren in het water en de oeverzone van de waterlichamen
waargenomen. Hiertoe behoren drie soorten die bescherming genieten volgens de Flora - en
Faunawet: Gewone dotterbloem, Waterdrieblad en Zwanenbloem. Twee soorten staan op de
Rode lijst, te weten Waterdrieblad en Brede waterpest;
Toetsing van de plantengegevens aan de maatlat 2007 voor kleine kanalen (M3) laat zien dat
de Didamse Leigraaf/Wetering en Wijde Wetering/Zwalm goed scoren;
Toetsing van de plantengegevens aan de pas herziene maatlat 2012 voor beken (R5) en
kleine rivieren (R6) heeft als resultaat dat Aa-strang, Barchemse Veengoot, Berkel, Elsbeek,
Keizersbeek, Schipbeek en Wehlse Beek niet voldoen aan het Goed Ecologisch Potentieel. Ze
scoren “ontoereikend” tot “matig”;
Er zijn vier soorten invasieve plantensoorten waargenomen: Japanse duizendknoop,
Reuzenbalsemien, Watercrassula, Waterteunisbloem
In de Wehlse Beek en Didamse Leigraaf zorgt Waterteunisbloem plaatselijk voor dichte
vegetaties die de doorstroming belemmeren;
Tijdens de visseninventarisaties zijn negen waterlichamen bemonsterd en zijn 23 vissoorten
waargenomen. Drie soorten genieten bescherming volgens de Flora- en faunawet:
Beekdonderpad, Bittervoorn en Kleine modderkruiper;
Er zijn vier exotische vissoorten aangetroffen: Blauwband, Goudvis, Marmergrondel en
Zonnebaars;
Toetsing van de visgegevens aan de maatlat 2007 laat zien dat twee waterlichamen “goed”
scoren, zeven waterlichamen scoren “ontoereikend”.
0,0
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
AAS BAV BER DIL ELB KEB SBK WEB WIW
ekr
Toetsingsresultaat vissen 2012
27
5 BRONNEN
Bijkerk, R. (red.) (2010). Handboek Hydrobiologie. Biologisch onderzoek voor de ecologische beoordeling van
Nederlandse zoete en brakke oppervlaktewateren. Rapport 2010 – 28, Stichting Toegepast Onderzoek
Waterbeheer, Amersfoort.
Boedeltje, G. (2008). Waterplanten- en vissenonderzoek in watergangen van Waterschap Rijn en IJssel in 2008.
Bemonstering en toetsing volgens de Kaderrichtlijn Water. Bureau Daslook, in opdracht van Waterschap Rijn
en IJssel.
Boedeltje, G. (2009). Waterplantenonderzoek in watergangen van Waterschap Rijn en IJssel in 2009. Bemonstering
en toetsing volgens de Kaderrichtlijn Water. Bureau Daslook, in opdracht van Waterschap Rijn en IJssel.
Boedeltje, G (2010). Waterplanten- en vissenonderzoek in watergangen van Waterschap Rijn en IJssel in 2010.
Bemonstering en toetsing volgens de Kaderrichtlijn Water. Bureau Daslook, in opdracht van Waterschap Rijn
en IJssel.
Boedeltje, G. & M. de Vos (2011). Waterplanten- en vissenonderzoek in waterlichamen van Waterschap Rijn en
IJssel in 2011. Bureau Daslook, in samenwerking met Waterschap Rijn en IJssel.
Kikkert, A. & P. Rutjes (2006). Onderzoek naar de visstand, macrofyten en epifytische diatomeeën in de Oude Rijn.
Aquaterra Water en Bodem b.v., projectnummer 20060709.
Pot, R. (2012) QBWat, programma voor toetsing van opnamen aan de maatlatten van de KRW (versie 5.00).
Rutjes, P. & R. Fortuin (2007). KRW-bemonstering 19 beken Waterschap Rijn en IJssel. Aquaterra Water en
Bodem b.v., projectnummer 20070629.
STOWA & OVB (2005). Piscaria databank. Stowa rapportnummer 2005-25.
Van Valkenburg, J.L.C.H. (red) (z.j.). Invasieve waterplanten in Nederland. Veldgids. Ministerie van EL&V,
Nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit.
28
29
BIJLAGEN
Bijlage 1 Overzicht wateren en bemonsteringsinspanning
Nr Watergang Afk. Type Aantal opnamen
vegetatie
Aantal monsters
elektro-visserij
Aantal
zegentrekken
1 Aa-strang AAS R6 3 2
2 Barchemse Veengoot BAV M3 6 1
3 Berkel BER R6 6 6 5
4a Didamse Leigraaf DIL M3 2 2
4b Didamse Wetering DIW M3 4 3
5 Elsbeek ELB R5 6 1
6 Keizersbeek KEB R5 6 2
7 Schipbeek SBK R5 6 5
8 Wehlse Beek WEB R5 6 2
9a Wijde Wetering WIW M3 2 2
9b Zevenaarse Wetering ZEW M3 2 2
9c Zwalm ZWA M3 2 1
30
Bijlage 2.1A Vegetatieopnamen Aa-strang
Code AAS00 AAS01 AAS10
Datum (2012) 17-jul 17-jul 17-jul
Breedte water (m) 22 25 20
Kroos (%) 1 4 2
Flab (%) 0 0 0
Submers (%) 5 5 10
Emers (%) 5 8 15
Drijvend (%) 0 8 8
Mossen (%) 1 0 0
Oever (%) 100 100 100
Bomen oever (%) 15 0 0
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
Acorus calamus Kalmoes o o
Aegopodium podagraria Zevenblad r
Agrostis stolonifera Fioringras o o
Alisma lanceolata S lanke waterweegbree
Alisma plantago-aquatica Grote waterweegbree r
Alnus glutinosa Zwarte els o r
Anthriscus sylvestris Fluitenkruid r
Arrhenatherum elatius Glanshaver o o
Berula erecta Kleine watereppe
Bidens frondosa Zwart tandzaad o
Butomus umbellatus Zwanenbloem r
Callitriche obtusangula Stomphoekig sterrenkroos lf f lf
Calystegia sepium Haagwinde lf
Carex acuta Scherpe zegge o
Carex hirta Ruige zegge o
Ceratophyllum demersum Grof hoornblad lf lf
Cirsium arvense Akkerdistel o
Dactylis glomerata Kropaar o
Elodea canadensis Brede waterpest r
Elodea nuttallii Smalle waterpest lf r lf
Elytrigia repens Kweek o
Epilobium hirsutum Harig wilgenroosje r o lf
Epilobium tetragonum Kantige basterdwederik r r
Eupatorium cannabinum Koninginnekruid r
Filipendula ulmaria Moerasspirea o r
Galeopsis tetrahit Gewone hennepnetel r
Galium aparine Kleefkruid o r
Galium palustre Moeraswalstro o
Glechoma hederacea Hondsdraf' r
Glyceria maxima Liesgras lf f la
Heracleum sphondylium Gewone berenklauw o
Holcus lanatus Gestreepte witbol o
Impatiens glandulifera Reuzenbalsemien ld o
Iris pseudacorus Gele lis o
Juncus articulatus Zomprus o
Juncus effusus Pitrus r o
Lemna minor Klein kroos f f
Lemna trisulca Puntkroos o
Lysimachia vulgaris Grote wederik
Lythrum salicaria Grote kattenstaart r
Mentha aquatica Watermunt o o
Myosotis scorpioides Moerasvergeet-mij-nietje o r o
Myosoton aquaticum Watermuur r
Myriophyllum spicatum Aarvederkruid lf
Nasturtium microphyllum Slanke waterkers lf
31
Code AAS00 AAS01 AAS10
Nuphar lutea Gele plomp lf la la
Persicaria amphibia Veenwortel lf
Persicaria hydropiper Waterpeper lf
Phalaris arundinacea Rietgras lf lf f
Phragmites australis Riet lf la
Poa trivialis Rus beemdgras o lf
Potamogeton pectinatus Schedefonteinkruid f
Ranunculus circinatus Stijve waterranonkel o
Ranunculus repens Kruipende boterbloem o o
Ranunculus sceleratus Blaartrekkende boterbloem o r o
Rumex conglomeratus Kluwenzuring r
Rumex hydrolapathum Waterzuring o
Salix fragilis Kraakwilg la
Salix viminalis Katwilg la
Scirpus sylvaticus Bosbies r
Scrophularia nodosa Knopig helmkruid r r
Solanum dulcamara Bitterzoet o
Sonchus oleraceus Gewone melkdistel r
Sparganium erectum Grote egelskop o o
Spirodela polyrhiza Veelwortelig kroos o
S tachys palustris Moerasandoorn o
Symphytum officinale Smeerwortel o o
Typha latifolia Grote lisdodde lf
Urtica dioica Grote brandnetel lf o o
Valeriana officinalis Grote valeriaan r r
Veronica beccabunga Beekpunge o
Vicia cracca Vogelwikke o
32
Bijlage 2.1B Resultaten bevissing Aa-strang
Aantal bemonsteringstrajecten van 250 m: 2
Soort 0 - 2 cm 3 - 5 cm 6 - 10 cm 11 - 15 cm 16 - 25 cm 26 - 40 cm > 40 cm
baars 7 49 6 1
beekdonderpad 4 14
bermpje 14 88
blankvoorn 59 2
driedoornige stekelbaars 22 1
kleine modderkruiper 1
kolblei 1
kopvoorn 1 3 1
paling 5
pos 2
rietvoorn 1
riviergrondel 5 2
serpeling 3 1
snoek 3 1
tiendoornige stekelbaars 1
vetje
zeelt 2 1
Totaal 301 1 55 222 10 3 4 6
33
Bijlage 2.2A Vegetatieopnamen Barchemse Veengoot
Code BAV01 BAV00 BAV02 BAV03 BAV04 BAVAZ
Datum (2012) 24-jul 24-jul 24-jul 17-jul 17-jul 24-jul
Breedte water (m) 6 5 6 5 3 6
Kroos (%) 5 8 10 1 1 1
Flab (%) 1 1 0 0 20 0
Submers (%) 70 75 40 50 50 70
Emers (%) 20 30 20 50 50 25
Drijvend (%) 50 3 4 20 4 3
Mossen (%) 0 0 0 0 0 0
Oever (%) 100 100 100 100 100 100
Bomen oever (%) 10 0 25 0 0 0
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
Aegopodium podagraria Zevenblad o o
Agrostis stolonifera Fioringras lf o
Alisma lanceolata S lanke waterweegbree f o lf
Alisma plantago-aquatica Grote waterweegbree f r lf o lf la
Arrhenatherum elatius Glanshaver o o
Berula erecta Kleine watereppe f lf o
Bidens frondosa Zwart tandzaad ld
Butomus umbellatus Zwanenbloem la lf la la
Callitriche obtusangula Stomphoekig sterrenkroos f ld a
Caltha palustris Gewone dotterbloem lf la
Calystegia sepium Haagwinde lf
Carex acuta Scherpe zegge o
Carex elata Elzenzegge r
Carex vesicaria Blaaszegge lf
Ceratophyllum demersum Grof hoornblad a
Cirsium arvense Akkerdistel o
Eleocharis acicularis Naaldwaterbies la
Eleocharis palustris Gewone waterbies a
Elodea nuttallii Smalle waterpest ld ld la lf la
Elytrigia repens Kweek o la
Equisetum palustre Lidrus o lf o
Filipendula ulmaria Moerasspirea o o
Galium palustre Moeraswalstro o
Glechoma hederacea Hondsdraf' lf
Glyceria fluitans Mannagras la lf
Glyceria maxima Liesgras la a f la
Holcus mollis Gladde witbol o lf
Hydrocharis morsus-ranae Kikkerbeet lf o
Impatiens parviflora Klein springzaad o
Iris pseudacorus Gele lis o o o f o
Lemna minor Klein kroos o la o o
Lemna trisulca Puntkroos la la f ld
Lotus pedunculata Moerasrolklaver r
Lysimachia nummularia Penningkruid o lf
Lysimachia vulgaris Grote wederik o
Mentha aquatica Watermunt o
Myosotis scorpioides Moerasvergeet-mij-nietje f lf lf
Nasturtium microphyllum Slanke waterkers o lf lf
Nuphar lutea Gele plomp lf
Nymphaea alba Witte waterlelie ld
Nymphoides peltata Watergentiaan lf lf lf
Persicaria amphibia Veenwortel o o lf
Phalaris arundinacea Rietgras lf lf lf lf
Phragmites australis Riet ld
34
Code BAV01 BAV00 BAV02 BAV03 BAV04 BAVAZ
Poa trivialis Rus beemdgras f lf
Potamogeton natans Drijvend fonteinkruid o lf
Potamogeton pectinatus Schedefonteinkruid o
Potamogeton perfoliatus Doorgroeid fonteinkruid f la f la
Potamogeton pusillus Tenger fonteinkruid o
Ranunculus circinatus Stijve waterranonkel lf lf la o
Ranunculus repens Kruipende boterbloem o o o
Rubus fruticosus Gewone braam lf
Rumex conglomeratus Kluwenzuring r
Rumex hydrolapathum Waterzuring o o o o r o
Sagittaria sagittifolia Pijlkruid lf lf
Salix fragilis Kraakwilg r
Schoenoplectus lacustris Mattenbies r
Scirpus sylvaticus Bosbies lf lf f lf
Solanum dulcamara Bitterzoet o
Sparganium emersum Kleine egelskop o lf o f
Sparganium erectum Grote egelskop f la o
Spirodela polyrhiza Veelwortelig kroos la
Symphytum officinale Smeerwortel o f o o o lf
Tanacetum vulgare Boerenwormkruid o
Urtica dioica Grote brandnetel o o o
Valeriana officinalis Grote valeriaan o
35
Bijlage 2.2B Resultaten bevissing Barchemse Veengoot
Aantal bemonsteringstrajecten van 250 m: 1
Soort 0 - 2 cm 3 - 5 cm 6 - 10 cm 11 - 15 cm 16 - 25 cm 26 - 40 cm > 40 cm
baars 2 1 4
bittervoorn 17
blankvoorn 3 3 1
rietvoorn 1 1
riviergrondel 5
snoek 14 16
vetje 15
zeelt 2 1 1 1
Totaal 88 43 7 17 20 1 0
36
Bijlage 2.3A Vegetatieopnamen Berkel
Code BER00 BERXX BER20 BER02 BER3A BERXY
Datum (2012) 24-jul 24-jul 24-jul 24-jul 8-aug 8-aug
Breedte water (m) 12 15 30 20 20 20
Kroos (%) 1 1 1 1 1 4
Flab (%) 0 0 0 0 0 1
Submers (%) 4 1 1 5 60 75
Emers (%) 5 8 10 8 15 20
Drijvend (%) 1 0 0 1 1 10
Mossen (%) 0 0 0 0 0 0
Oever (%) 100 100 100 100 100 100
Bomen oever (%) 0 0 0 0 0 0
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
Aegopodium podagraria Zevenblad r
Agrostis stolonifera Fioringras lf o o o lf lf
Alisma lanceolata S lanke waterweegbree r
Alnus glutinosa Zwarte els r o
Anthriscus sylvestris Fluitenkruid r r
Arrhenatherum elatius Glanshaver o
Artemisia vulgaris Bijvoet r
Barbarea stricta Stijf barbarakruid o
Berula erecta Kleine watereppe lf
Bidens cernua Knikkend tandzaad r
Bidens frondosa Zwart tandzaad o r
Butomus umbellatus Zwanenbloem o
Callitriche obtusangula Stomphoekig sterrenkroos o lf la lf
Callitriche platycarpa Gewoon sterrenkroos f lf
Calystegia sepium Haagwinde o lf o o lf
Carex acuta Scherpe zegge lf
Carex hirta Ruige zegge r
Ceratophyllum demersum Grof hoornblad o la f
Cirsium arvense Akkerdistel r
Conyza canadensis Canadese fijnstraal r
Dactylis glomerata Kropaar o
Elodea nuttallii Smalle waterpest f o la a ld
Elytrigia repens Kweek o
Epilobium hirsutum Harig wilgenroosje o lf lf o lf
Epilobium tetragonum Kantige basterdwederik o o
Eupatorium cannabinum Koninginnekruid o o
Fallopia japonica Japanse duizendknoop o lf
Festuca arundinacea Rietzwenkgras o
Festuca rubra Rood zwenkgras lf
Filipendula ulmaria Moerasspirea o
Glechoma hederacea Hondsdraf' o o
Glyceria maxima Liesgras f la a la la a
Holcus lanatus Gestreepte witbol r
Hydrocharis morsus-ranae Kikkerbeet r f lf
Hypericum maculatum Gevlekt hertshooi r
Impatiens glandulifera Reuzenbalsemien o f r
Impatiens parviflora Klein springzaad o
Iris pseudacorus Gele lis r r o
Juncus bufonius Greppelrus o lf
Juncus effusus Pitrus o r
Lactuca serriola Kompassla r
Lemna minor Klein kroos o o o f f
Lemna trisulca Puntkroos o lf
Lolium perenne Engels raaigras o
Lycopus europaeus Wolfspoot o o o lf
37
Code BER00 BERXX BER20 BER02 BER3A BERXY
Lythrum salicaria Grote kattenstaart o r o
Mentha aquatica Watermunt o lf lf o o
Myosotis scorpioides Moerasvergeet-mij-nietje lf o o o lf lf
Myosoton aquaticum Watermuur lf r r
Nasturtium microphyllum Slanke waterkers o lf lf
Nuphar lutea Gele plomp o la a
Nymphoides peltata Watergentiaan r
Persicaria amphibia Veenwortel o o o
Persicaria hydropiper Waterpeper lf r
Persicaria lapathifolia Beklierde duizendknoop r
Petasites hybridus Groot hoefblad o
Phalaris arundinacea Rietgras la o la lf
Phleum pratense Timoteegras r
Phragmites australis Riet o lf lf
Plantago lanceolata Smalle weegbree r
Plantago major Grote weegbree r
Poa trivialis Rus beemdgras r o o
Potamogeton crispus Gekroesd fonteinkruid lf
Potamogeton lucens Glanzig fonteinkruid lf
Potamogeton pectinatus Schedefonteinkruid f lf r
Potamogeton pusillus Tenger fonteinkruid f
Ranunculus circinatus Stijve waterranonkel f
Ranunculus repens Kruipende boterbloem o
Ranunculus sceleratus Blaartrekkende boterbloem o r
Rorippa amphibia Gele waterkers r r o lf
Rubus fruticosus Gewone braam o
Rumex conglomeratus Kluwenzuring r r
Rumex hydrolapathum Waterzuring r r r o o
Rumex obtusifolius Ridderzuring r o
Sagittaria sagittifolia Pijlkruid o r a la
Salix alba Schietwilg r r
Salix caprea Boswilg r
Salix fragilis Kraakwilg r
Salix viminalis Katwilg o
Scirpus sylvaticus Bosbies o lf
Scrophularia nodosa Knopig helmkruid r lf
Scrophularia umbrosa Gevleugeld helmkruid o lf lf
Solanum dulcamara Bitterzoet o lf lf
Sonchus oleraceus Gewone melkdistel o
Sparganium emersum Kleine egelskop lf f lf
Sparganium erectum Grote egelskop lf lf o lf la la
Spirodela polyrhiza Veelwortelig kroos f lf
S tachys palustris Moerasandoorn lf r
Symphytum officinale Smeerwortel o lf o
Tripleurospermum maritimum Reukeloze kamille o
Typha latifolia Grote lisdodde o r
Urtica dioica Grote brandnetel o o o o lf
Valeriana officinalis Grote valeriaan r
Veronica anagallis-aquatica Blauwe waterereprijs f
Veronica beccabunga Beekpunge lf lf
Veronica catenata Rode waterereprijs lf lf o
Vicia cracca Vogelwikke r o
38
Bijlage 2.3B Resultaten bevissing Berkel
Aantal bemonsteringstrajecten van 250 m: 6; aantal zegentrekken: 5
Soort 0 - 2 cm 3 - 5 cm 6 - 10 cm 11 - 15 cm 16 - 25 cm 26 - 40 cm > 40 cm
baars 172 58 16
bittervoorn 2 322 899 9
riviergrondel 8 208 5
bermpje 67 280
kopvoorn 14 8 2 1
serpeling 3 5
blankvoorn 36 5 1
blauwband 3
marmergrondel 13
snoek 7 32 12 2
zeelt 22 15 11 30 3
pos 3 2
karper 2
kleine modderkruiper 7
winde 1
blauwband 3
Totaal 2287 2 473 1623 85 89 15 2
39
Bijlage 2.4A Vegetatieopnamen Didamse Leigraaf/Wetering
Code DIL01 DIL02 DIW02 DIW01 DIWAB DIWAC
Datum (2012) 1-aug 1-aug 1-aug 3-aug 1-aug 1-aug
Breedte water (m) 8 10 12 10 10 12
Kroos (%) 1 1 1 1 1 1
Flab (%) 0 25 0 1 1 1
Submers (%) 50 80 80 30 90 100
Emers (%) 35 40 20 50 40 50
Drijvend (%) 15 25 35 50 10 50
Mossen (%) 0 0 0 0 0 0
Oever (%) 80 100 100 100 100 100
Bomen oever (%) 80 0 1 0 0 30
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
Agrostis stolonifera Fioringras o lf lf lf lf
Alisma lanceolata S lanke waterweegbree f o o o
Alisma plantago-aquatica Grote waterweegbree o
Alnus glutinosa Zwarte els r
Anthriscus sylvestris Fluitenkruid r
Berula erecta Kleine watereppe f
Bolboschoenus maritimus Heen o
Butomus umbellatus Zwanenbloem lf
Callitriche obtusangula Stomphoekig sterrenkroos la f a o d
Calystegia sepium Haagwinde lf o
Carex acuta Scherpe zegge o lf
Carex hirta Ruige zegge o
Carex otrubae Valse voszegge r
Carex pseudocyperus Hoge cyperzegge r
Chara vulgaris Gewoon kransblad d o
Cirsium arvense Akkerdistel o
Cirsium vulgare Speerdistel r
Dactylis glomerata Kropaar o
Eleocharis acicularis Naaldwaterbies
Eleocharis palustris Gewone waterbies lf lf
Elodea canadensis Brede waterpest lf la
Elodea nuttallii Smalle waterpest la a a a a
Epilobium hirsutum Harig wilgenroosje o r
Equisetum arvense Heermoes o
Equisetum palustre Lidrus o
Festuca rubra Rood zwenkgras lf
Filipendula ulmaria Moerasspirea lf
Galium palustre Moeraswalstro o
Glechoma hederacea Hondsdraf' lf r
Glyceria maxima Liesgras a ld f a la f
Heracleum sphondylium Gewone berenklauw r
Holcus mollis Gladde witbol r
Iris pseudacorus Gele lis r o f o o
Juncus effusus Pitrus lf
Lathyrus pratensis Veldlathyrus r
Lemna minor Klein kroos f f f o o
Lemna trisulca Puntkroos f
Lotus pedunculata Moerasrolklaver r
Ludwigia grandiflora Waterteunisbloem a
Lycopus europaeus Wolfspoot o o
Lysimachia nummularia Penningkruid lf r
Lythrum salicaria Grote kattenstaart r r
Mentha aquatica Watermunt f o
Myosotis scorpioides Moerasvergeet-mij-nietje lf o o o o o
Nasturtium microphyllum Slanke waterkers lf lf f o o
40
Code DIL01 DIL02 DIW02 DIW01 DIWAB DIWAC
Nitella flexilis Buigzaam glanswier lf
Nuphar lutea Gele plomp ld lf lf
Persicaria amphibia Veenwortel o o o lf
Phalaris arundinacea Rietgras lf o lf o o
Phragmites australis Riet la o lf lf
Poa trivialis Rus beemdgras o lf
Potamogeton pectinatus Schedefonteinkruid f lf o f
Ranunculus circinatus Stijve waterranonkel lf
Ranunculus repens Kruipende boterbloem o lf
Rumex conglomeratus Kluwenzuring r r
Rumex crispus Krulzuring o
Rumex hydrolapathum Waterzuring r
Rumex obtusifolius Ridderzuring r
Sagittaria sagittifolia Pijlkruid a o a ld
Sparganium emersum Kleine egelskop f cd a cd ld la
Sparganium erectum Grote egelskop la lf o
Spirodela polyrhiza Veelwortelig kroos lf o o
S tachys palustris Moerasandoorn lf
Symphytum officinale Smeerwortel r o
Urtica dioica Grote brandnetel lf lf o
Valeriana officinalis Grote valeriaan lf r r
Veronica catenata Rode waterereprijs r
Vicia cracca Vogelwikke r r r r
Vicia sepium Heggenwikke r
41
Bijlage 2.4B Resultaten bevissing Didamse Leigraaf/Wetering
Aantal bemonsteringstrajecten van 250 m: 5
Soort 0 - 2 cm 3 - 5 cm 6 - 10 cm 11 - 15 cm 16 - 25 cm 26 - 40 cm > 40 cm
baars 11 11 3
bermpje 1 13
bittervoorn 60 155 9
blankvoorn 3
brasem 1 1 1
driedoornige stekelbaars 55
giebel 1
karper 1
kleine modderkruiper 5 38 2
rietvoorn 5
riviergrondel 1 3 1
snoek 12 18 3
tiendoornige stekelbaars 1 15 1 1
vetje 3 51 33
zeelt 14 2
zonnebaars 1 1
Totaal 473 64 304 115 29 21 4 0
42
Bijlage 2.5A Vegetatieopnamen Elsbeek
Code ELB01 ELB0A ELB0B ELB0C ELB0D ELB0E ELB1A
Datum (2012) 24-jul 24-jul 24-jul 24-jul 24-jul 24-jul 24-jul
Breedte water (m) 5 5 5 7 7 5 8
Kroos (%) 1 3 1 1 1 2 1
Flab (%) 0 1 0 0 0 0 0
Submers (%) 30 30 15 30 40 50 1
Emers (%) 15 20 15 15 20 5 5
Drijvend (%) 5 20 1 1 15 25 1
Mossen (%) 0 0 0 0 0 0 0
Oever (%) 100 100 100 80 100 100 50
Bomen oever (%) 0 50 0 50 5 0 85
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
Achillea ptarmica Wilde bertram r
Agrostis stolonifera Fioringras lf lf o f lf lf r
Alisma lanceolata S lanke waterweegbree r o
Alisma plantago-aquatica Grote waterweegbree r r r r
Alnus glutinosa Zwarte els o o o
Angelica sylvestris Gewone engelwortel r o
Arrhenatherum elatius Glanshaver o
Athyrium filix-femina Wijfjesvaren lf
Berula erecta Kleine watereppe lf lf la o f o lf
Bidens frondosa Zwart tandzaad r o
Butomus umbellatus Zwanenbloem o
Callitriche obtusangula Stomph. sterrenkroos la la la la f ld f
Calystegia sepium Haagwinde o lf lf f lf
Cardamine pratensis Pinksterbloem o
Carex acuta Scherpe zegge o
Carex remota IJle zegge o
Cirsium arvense Akkerdistel r
Dactylis glomerata Kropaar r r
Elodea canadensis Brede waterpest f f la
Elodea nuttallii Smalle waterpest f la o lf f f r
Elytrigia repens Kweek o
Epilobium ciliatum Beklierde basterdwederik
Epilobium hirsutum Harig wilgenroosje r r
Equisetum arvense Heermoes r
Equisetum palustre Lidrus r r r
Eupatorium cannabinum Koninginnekruid r r r r
Filipendula ulmaria Moerasspirea o o o r o
Galium aparine Kleefkruid o
Galium palustre Moeraswalstro r r
Glechoma hederacea Hondsdraf' o o o o
Glyceria fluitans Mannagras lf
Glyceria maxima Liesgras la la f la f la lf
Hedera helix Klimop lf
Heracleum sphondylium Gewone berenklauw r
Humulus lupulus Hop o
Iris pseudacorus Gele lis r f
Juncus bufonius Greppelrus r
Juncus effusus Pitrus o o o o
Lemna minor Klein kroos f f lf f f f lf
Lemna trisulca Puntkroos f lf o f la o o
Lotus pedunculata Moerasrolklaver o
Lycopus europaeus Wolfspoot o o r r
Lysimachia nummularia Penningkruid f o f lf f
Lysimachia vulgaris Grote wederik o r
Lythrum salicaria Grote kattenstaart o
43
Code ELB01 ELB0A ELB0B ELB0C ELB0D ELB0E ELB1A
Mentha aquatica Watermunt f lf o o o
Myosotis laxa Zompvergeet-mij-nietje o
Myosotis scorpioides Moerasvergeet-mij-nietje f f lf f o f
Nasturtium microphyllum Slanke waterkers lf lf r o r
Nuphar lutea Gele plomp la a la la a o lf
Persicaria amphibia Veenwortel r
Persicaria hydropiper Waterpeper lf
Persicaria maculosa Perzikkruid r
Phalaris arundinacea Rietgras lf f f la lf lf
Phragmites australis Riet la lf lf
Poa trivialis Rus beemdgras o f
Potamogeton natans Drijvend fonteinkruid f f r
Ranunculus repens Kruipende boterbloem o
Ranunculus sceleratus Blaartrekkende boterbloem r r
Ribes nigrum Rode bes o
Rorippa palustris Moeraskers r
Rubus fruticosus Gewone braam r o lf
Rumex conglomeratus Kluwenzuring r
Sagittaria sagittifolia Pijlkruid la a f r
Salix cinerea Grauwe wilg r
Scirpus sylvaticus Bosbies f o la
Scrophularia nodosa Knopig helmkruid r
Scutellaria galericulata Blauw glidkruid o
Solanum dulcamara Bitterzoet lf lf
Sparganium emersum Kleine egelskop o r
Sparganium erectum Grote egelskop o o o r o lf
Spirodela polyrhiza Veelwortelig kroos o o o f f f o
Stachys palustris Moerasandoorn r
S tellaria media Vogelmuur r
Typha latifolia Grote lisdodde r la
Urtica dioica Grote brandnetel lf r o o lf o
Valeriana officinalis Grote valeriaan r r r
Vicia cracca Vogelwikke o o r o
44
Bijlage 2.5B Resultaten bevissing Elsbeek
Aantal bemonsteringstrajecten van 250 m: 1
Soort 0 - 2 cm 3 - 5 cm 6 - 10 cm 11 - 15 cm 16 - 25 cm 26 - 40 cm > 40 cm
baars 4 3
bermpje 2 3
blankvoorn 1 6
driedoornige stekelbaars 1 6
kleine modderkruiper 1
kolblei 3
rietvoorn 1
riviergrondel 2 15 1
snoek 1 11 7 4 1
tiendoornige stekelbaars 1
vetje 1
winde 1
zeelt 1
Totaal 77 0 9 32 19 12 4 1
45
Bijlage 2.6A Vegetatieopnamen Keizersbeek
Code KEB00 KEB01 KEB02 KEBAA KEBAB KEBAC
Datum (2012) 17-jul 17-jul 17-jul 17-jul 17-jul 17-jul
Breedte water (m) 12 10 13 12 10 12
Kroos (%) 1 15 15 25 20 1
Flab (%) 1 25 1 0 10 1
Submers (%) 20 70 10 60 40 5
Emers (%) 10 20 8 15 20 8
Drijvend (%) 8 4 5 10 5 10
Mossen (%) 0 0 0 0 0 0
Oever (%) 100 100 100 100 100 100
Bomen oever (%) 5 20 5 0 0 5
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
Aegopodium podagraria Zevenblad o lf r o
Agrostis stolonifera Fioringras o lf o o o
Alisma plantago-aquatica Grote waterweegbree o
Alnus glutinosa Zwarte els o
Anthriscus sylvestris Fluitenkruid o o r r
Arrhenatherum elatius Glanshaver r
Berula erecta Kleine watereppe r lf
Bidens frondosa Zwart tandzaad r
Butomus umbellatus Zwanenbloem r
Callitriche obtusangula Stomphoekig sterrenkroos lf f f f la f
Calystegia sepium Haagwinde o f o
Carex acuta Scherpe zegge lf
Cirsium arvense Akkerdistel o o
Dactylis glomerata Kropaar o o
Elodea nuttallii Smalle waterpest f a la a ld
Elytrigia repens Kweek o o o
Equisetum arvense Heermoes r
Equisetum palustre Lidrus r
Filipendula ulmaria Moerasspirea r
Galium aparine Kleefkruid o o o o
Glechoma hederacea Hondsdraf' o o o r
Glyceria fluitans Mannagras r
Glyceria maxima Liesgras la f la la f lf
Heracleum sphondylium Gewone berenklauw r
Holcus lanatus Gestreepte witbol o o
Holcus mollis Gladde witbol o
Iris pseudacorus Gele lis o r o
Lemna minor Klein kroos o a la a a f
Lemna trisulca Puntkroos f f f o
Lotus pedunculata Moerasrolklaver r
Lysimachia nummularia Penningkruid r r o
Lythrum salicaria Grote kattenstaart r
Mentha aquatica Watermunt o o o
Menyanthes trifoliata Waterdrieblad r
Myosotis scorpioides Moerasvergeet-mij-nietje lf o o o o
Nasturtium microphyllum Slanke waterkers o o
Nitella mucronatus Puntdragend glanswier o ld la a a
Nuphar lutea Gele plomp a lf o a o la
Persicaria amphibia Veenwortel o la lf
Petasites hybridus Groot hoefblad lf lf
Phalaris arundinacea Rietgras la lf la la la
Phleum pratense Timoteegras r
Poa trivialis Rus beemdgras o o o
Potamogeton crispus Gekroesd fonteinkruid o
Potamogeton natans Drijvend fonteinkruid f r lf
46
Code KEB00 KEB01 KEB02 KEBAA KEBAB KEBAC
Ranunculus aquatilis Fijne waterranonkel o o
Ranunculus circinatus Stijve waterranonkel o f f f o
Ranunculus repens Kruipende boterbloem o
Rumex conglomeratus Kluwenzuring o r
Rumex hydrolapathum Waterzuring r r
Rumex obtusifolius Ridderzuring o r o
Sagittaria sagittifolia Pijlkruid f lf a f
Scirpus sylvaticus Bosbies lf
S ium latifolium Grote watereppe r r
Solidago canadensis Canadese guldenroede o
Sparganium emersum Kleine egelskop o o o
Sparganium erectum Grote egelskop r r
Spirodela polyrhiza Veelwortelig kroos f f f f o
Stellaria media Vogelmuur r
Symphytum officinale Smeerwortel o o lf o
Tanacetum vulgare Boerenwormkruid o
Urtica dioica Grote brandnetel o o o o
Vicia cracca Vogelwikke r o o r o o
47
Bijlage 2.6B Resultaten bevissing Keizersbeek
Aantal bemonsteringstrajecten van 250 m: 2
Soort 0 - 2 cm 3 - 5 cm 6 - 10 cm 11 - 15 cm 16 - 25 cm 26 - 40 cm > 40 cm
baars 40 38 7
bermpje 4 19
blankvoorn 11 41 12 9
driedoornige stekelbaars 16
karper 1 2
kleine modderkruiper 3 7 1
kolblei 2 1
pos 9 1
rietvoorn 6 2
snoek 4 3
zeelt 1 3 1
Totaal 244 1 40 120 60 20 1 2
48
Bijlage 2.7A Vegetatieopnamen Schipbeek
Code SBK17 SBK25 SBK50 SBK61 SBK75 SBK90
Datum (2012) 29-jun 29-jun 29-jun 29-jun 29-jun 29-jun
Breedte water (m) 14 12 18 14 13 12
Kroos (%) 1 0 10 1 2
Flab (%) 5 1 0 1 0 1
Submers (%) 30 70 1 70 40 70
Emers (%) 20 10 5 20 10 30
Drijvend (%) 40 2 1 50 15 15
Mossen (%) 0 0 0 1 0 0
Oever (%) 10 100 30 100 50 100
Bomen oever (%) 5 0 50 5 0 0
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
Aegopodium podagraria Zevenblad o o o
Agrostis stolonifera Fioringras o o o
Alisma plantago-aquatica Grote waterweegbree o r
Alnus glutinosa Zwarte els r
Anthriscus sylvestris Fluitenkruid r
Arrhenatherum elatius Glanshaver r
Berula erecta Kleine watereppe r
Bidens frondosa Zwart tandzaad r
Bidens tripartita Veerdelig tandzaad r
Butomus umbellatus Zwanenbloem o lf o o o o
Callitriche obtusangula Stomphoekig sterrenkroos la o
Callitriche platycarpa Gewoon sterrenkroos o
Calystegia sepium Haagwinde o o lf o o
Cardamine pratensis Pinksterbloem r
Carex acuta Scherpe zegge o r lf
Elodea nuttallii Smalle waterpest a lf a la f
Elytrigia repens Kweek r r o
Epilobium ciliatum Beklierde basterdwederik r
Epilobium hirsutum Harig wilgenroosje o
Equisetum arvense Heermoes r
Eupatorium cannabinum Koninginnekruid r
Filipendula ulmaria Moerasspirea r
Galium aparine Kleefkruid r
Galium palustre Moeraswalstro r r
Glechoma hederacea Hondsdraf' r r o
Glyceria maxima Liesgras la la la lf la la
Holcus lanatus Gestreepte witbol r
Holcus mollis Gladde witbol r o
Hydrocharis morsus-ranae Kikkerbeet o o
Iris pseudacorus Gele lis r r
Juncus articulatus Zomprus o
Juncus effusus Pitrus r r
Lemna minor Klein kroos o f a f
Lemna trisulca Puntkroos o f o o
Lythrum salicaria Grote kattenstaart r
Marchantia polymorpha Parapluutjesmos o
Mentha aquatica Watermunt o
Myosotis scorpioides Moerasvergeet-mij-nietje o o f lf
Nasturtium microphyllum Slanke waterkers r lf o
Nuphar lutea Gele plomp o o o la o la
Nymphoides peltata Watergentiaan ld o a la lf
Persicaria amphibia Veenwortel lf o o r
Phalaris arundinacea Rietgras lf lf lf la la
49
Code SBK17 SBK25 SBK50 SBK61 SBK75 SBK90
Phleum pratense Timoteegras r
Phragmites australis Riet lf lf la la la la
Poa trivialis Rus beemdgras lf o o lf
Potamogeton crispus Gekroesd fonteinkruid f
Potamogeton lucens Glanzig fonteinkruid d o o lf
Potamogeton pectinatus Schedefonteinkruid o
Ranunculus repens Kruipende boterbloem o o
Ranunculus sceleratus Blaartrekkende boterbloem o
Rorippa amphibia Gele waterkers o o
Rubus fruticosus Gewone braam o
Rumex conglomeratus Kluwenzuring r
Sagittaria sagittifolia Pijlkruid o la o a a d
Salix alba Schietwilg r
Salix cinerea Grauwe wilg r
Salix fragilis Kraakwilg r
Scirpus sylvaticus Bosbies o lf o r
Scrophularia nodosa Knopig helmkruid r
Solanum dulcamara Bitterzoet o lf
Sonchus oleraceus Gewone melkdistel r
Sparganium emersum Kleine egelskop o o o f lf
Sparganium erectum Grote egelskop la la lf o o la
Spirodela polyrhiza Veelwortelig kroos f o f
Stachys palustris Moerasandoorn lf
Symphytum officinale Smeerwortel o o r o
Typha latifolia Grote lisdodde la lf
Urtica dioica Grote brandnetel o o o o o
Valeriana officinalis Grote valeriaan o
Veronica beccabunga Beekpunge r
Vicia cracca Vogelwikke o o o
50
Bijlage 2.7B Resultaten bevissing Schipbeek
Aantal bemonsteringstrajecten van 250 m: 5
Soort 0 - 2 cm 3 - 5 cm 6 - 10 cm 11 - 15 cm 16 - 25 cm 26 - 40 cm > 40 cm
baars 45 134 27 5
bermpje 8
kleine modderkruiper 8
rietvoorn 58 40 6 8
blankvoorn 140 103 40
bittervoorn 2 25 4
kolblei 20 11 2
snoek 1 4 56 7 6
zeelt 29 10 5 4
paling 1
riviergrondel 1 7 2
pos 2 2
vetje 14
serpeling 2
marmergrondel 13
Totaal 850 2 345 328 90 73 7 7
51
Bijlage 2.8A Vegetatieopnamen Wehlse Beek
Code WEB01 WEBAT07 WEBAU06 WEBAW04 WEBAZ01 WEB02
Datum (2012) 1-aug 1-aug 1-aug 1-aug 1-aug 1-aug
Breedte water (m) 5 6 6 6 10 8
Kroos (%) 0 1 1 25 20 25
Flab (%) 5 1 2 10 5 1
Submers (%) 75 40 60 40 75 60
Emers (%) 4 5 3 30 20 25
Drijvend (%) 25 5 3 20 50 15
Mossen (%) 0 0 0 0 0 0
Oever (%) 90 90 90 95 90 100
Bomen oever (%) 0 5 0 0 0 0
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
Agrostis stolonifera Fioringras f lf o o
Alisma lanceolata S lanke waterweegbree r f o
Alisma plantago-aquatica Grote waterweegbree r
Anthriscus sylvestris Fluitenkruid r
Butomus umbellatus Zwanenbloem r r
Callitriche obtusangula Stomphoekig sterrenkroos cd a ld a f f
Calystegia sepium Haagwinde r o o o
Carduus crispus Kruldistel r
Carex acuta Scherpe zegge lf o la lf
Carex acutiformis Moeraszegge f o
Carex hirta Ruige zegge r
Carex otrubae Valse voszegge r o o
Carex remota IJle zegge r
Ceratophyllum demersum Grof hoornblad f f a
Chara vulgaris Gewoon kransblad la lf
Cirsium arvense Akkerdistel r o
Crassula helmsii Watercrassula lf
Eleocharis palustris Gewone waterbies lf lf
Elodea canadensis Brede waterpest la la la f o
Elodea nuttallii Smalle waterpest f o f f
Epilobium tetragonum Kantige basterdwederik r
Filipendula ulmaria Moerasspirea r r
Galium aparine Kleefkruid o
Glechoma hederacea Hondsdraf' o
Glyceria fluitans Mannagras lf
Glyceria maxima Liesgras lf la f la a a
Groenlandia densa Paarbladig fonteinkruid r o
Iris pseudacorus Gele lis r r o o o r
Juncus acutiflorus Veldrus r
Juncus articulatus Zomprus lf
Juncus conglomeratus Biezenknoppen r
Juncus effusus Pitrus lf
Lemna minor Klein kroos o a a la
Lemna trisulca Puntkroos lf cd cd
Lotus pedunculata Moerasrolklaver o
Ludwigia grandiflora Waterteunisbloem r la la la
Lysimachia nummularia Penningkruid lf
Mentha aquatica Watermunt r
Myosotis scorpioides Moerasvergeet-mij-nietje lf o lf
Myriophyllum spicatum Aarvederkruid o lf lf f la
Nasturtium microphyllum Slanke waterkers o o lf
Nitella mucronatus Puntdragend glanswier lf
Nuphar lutea Gele plomp r lf
Persicaria amphibia Veenwortel o lf o o o
Persicaria hydropiper Waterpeper r
52
Code WEB01 WEBAT07 WEBAU06 WEBAW04 WEBAZ01 WEB02
Persicaria maculosa Perzikkruid r
Phalaris arundinacea Rietgras o o lf f f f
Poa trivialis Rus beemdgras o
Potamogeton berchtoldii Klein fonteinkruid lf
Potamogeton pectinatus Schedefonteinkruid lf f lf o
Potamogeton pusillus Tenger fonteinkruid a o f f lf o
Potamogeton trichoides Haarfonteinkruid lf
Potentilla reptans Vijfvingerkruid o
Ranunculus circinatus Stijve waterranonkel o
Ranunculus repens Kruipende boterbloem lf
Rumex conglomeratus Kluwenzuring r
Rumex crispus Krulzuring r r
Sparganium emersum Kleine egelskop r la o r
Sparganium erectum Grote egelskop o o
Spirodela polyrhiza Veelwortelig kroos o f f lf
S tachys palustris Moerasandoorn o r
Symphytum officinale Smeerwortel o o r o
Typha latifolia Grote lisdodde o
Urtica dioica Grote brandnetel r o o o lf o
Valeriana officinalis Grote valeriaan lf
Veronica catenata Rode waterereprijs r r lf r
Zannichellia palustris Zittende zannichellia o
53
Bijlage 2.8B Resultaten bevissing Wehlse Beek
Aantal bemonsteringstrajecten van 250 m: 2
Soort 0 - 2 cm 3 - 5 cm 6 - 10 cm 11 - 15 cm 16 - 25 cm 26 - 40 cm > 40 cm
bermpje 46 1
bittervoorn 23
driedoornige stekelbaars 14
goudvis 1
kleine modderkruiper 5 2
rietvoorn 4
riviergrondel 4
snoek 11
tiendoornige stekelbaars 10
vetje 11
zeelt 1
Totaal 133 0 24 93 5 11 0 0
54
Bijlage 2.9A Vegetatieopnamen Wijde/Zevenaarse Wetering
en Zwalm
Code WIW01 WIW02 ZEW01 ZEWAD ZWA01 ZWAAC
Datum (2012) 3-aug 3-aug 3-aug 3-aug 3-aug 3-aug
Breedte water (m) 15 14 12 10 18 20
Kroos (%) 1 3 1 1 1 1
Flab (%) 40 40 3 40 40 3
Submers (%) 90 30 5 90 5 3
Emers (%) 15 40 15 20 5 5
Drijvend (%) 1 1 2 2 35 10
Mossen (%) 0 0 0 0 0 0
Oever (%) 100 100 80 100 80 100
Bomen oever (%) 0 10 0 0 0 0
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam
Agrostis stolonifera Fioringras o lf lf lf lf
Alisma plantago-aquatica Grote waterweegbree o r r
Alnus glutinosa Zwarte els lf
Angelica sylvestris Gewone engelwortel r o o
Anthriscus sylvestris Fluitenkruid r
Berula erecta Kleine watereppe lf o
Bidens frondosa Zwart tandzaad lf
Butomus umbellatus Zwanenbloem r r
Callitriche obtusangula Stomphoekig sterrenkroos f o a o
Calystegia sepium Haagwinde o o lf
Carex acuta Scherpe zegge la la lf lf f
Carex acutiformis Moeraszegge la
Carex disticha Tweerijige zegge o
Carex hirta Ruige zegge lf lf
Carex otrubae Valse voszegge r r
Cirsium arvense Akkerdistel r o r r
Eleocharis acicularis Naaldwaterbies f
Eleocharis palustris Gewone waterbies o
Elodea nuttallii Smalle waterpest d la f cd la f
Epilobium hirsutum Harig wilgenroosje o o r r f
Epilobium tetragonum Kantige basterdwederik o
Equisetum arvense Heermoes r r
Equisetum fluviatile Holpijp f lf
Equisetum palustre Lidrus r o o
Festuca rubra Rood zwenkgras r
Filipendula ulmaria Moerasspirea o lf o o o lf
Galium aparine Kleefkruid o r
Galium palustre Moeraswalstro o o
Glyceria fluitans Mannagras o
Glyceria maxima Liesgras la la la a f f
Heracleum sphondylium Gewone berenklauw o r o
Holcus lanatus Gestreepte witbol r o
Hydrocharis morsus-ranae Kikkerbeet o o r
Iris pseudacorus Gele lis o f o f lf
Juncus effusus Pitrus o o
Juncus inflexus Zeegroene rus r r r
Lathyrus pratensis Veldlathyrus lf
Lemna minor Klein kroos f f f f o
Lotus pedunculata Moerasrolklaver r r
Lycopus europaeus Wolfspoot lf lf lf
Lysimachia nummularia Penningkruid r
Lythrum salicaria Grote kattenstaart lf o
Mentha aquatica Watermunt lf f
55
Code WIW01 WIW02 ZEW01 ZEWAD ZWA01 ZWAAC
Myosotis scorpioides Moerasvergeet-mij-nietje lf o o o r
Nasturtium microphyllum Slanke waterkers o lf
Nuphar lutea Gele plomp o lf ld la
Nymphaea alba Witte waterlelie r r
Persicaria amphibia Veenwortel r lf o o
Phalaris arundinacea Rietgras lf
Phragmites australis Riet la ld
Poa trivialis Rus beemdgras o o lf
Potamogeton pectinatus Schedefonteinkruid o f o o
Ranunculus repens Kruipende boterbloem o o o
Rorippa amphibia Gele waterkers o r
Rubus fruticosus Gewone braam r
Rumex conglomeratus Kluwenzuring r o r
Rumex hydrolapathum Waterzuring f o r o lf
Sagittaria sagittifolia Pijlkruid o r o o
Salix alba Schietwilg la
Salix cinerea Grauwe wilg o r
Salix fragilis Kraakwilg r
Scutellaria galericulata Blauw glidkruid o
Solanum dulcamara Bitterzoet f
Solidago canadensis Canadese guldenroede o
Sparganium emersum Kleine egelskop f la la
Sparganium erectum Grote egelskop la f la f f
Spirodela polyrhiza Veelwortelig kroos o o lf
Symphytum officinale Smeerwortel o r
Trifolium repens Witte klaver o
Typha angustifolia Kleine lisdodde lf
Typha latifolia Grote lisdodde lf o
Urtica dioica Grote brandnetel o o lf o
Valeriana officinalis Grote valeriaan o o r o lf o
Vicia cracca Vogelwikke r
56
Bijlage 2.9B Resultaten bevissing Wijde/Zevenaarse
Wetering en Zwalm
Aantal bemonsteringstrajecten van 250 m: 5
Soort 0 - 2 cm 3 - 5 cm 6 - 10 cm 11 - 15 cm 16 - 25 cm 26 - 40 cm > 40 cm
baars 3 109 52 4
bermpje 9
blankvoorn 8 27 40 8
brasem 2 3
driedoornige stekelbaars 1 58
kleine modderkruiper 1 3 34 4
kolblei 3 1
rietvoorn 7 5 8
snoek 3 11 4
tiendoornige stekelbaars 10
winde 2 2
zeelt 4 63 32 28 15 1
Totaal 565 6 155 219 139 41 5 0