Download - SMRT Benelux MRI symposium 12 April 2008 The results of the quiz, including the quiz winner
SMRT Benelux MRI symposium
12 April 2008
The results of the quiz, including the quiz winner
There where 210 registered participants at the MRI symposium
and 40% of them took part on the quiz
My congratulations to everyone who took part in the quiz.
De Ridder Filip, organizer of the MR symposium.
InquisitieInquisitie11
MeerkeuzevragenEén vraag per spreekbeurt
11 Heet ook Quiz...Heet ook Quiz...
Renaat Van den BroeckLector Medische BeeldvormingEindproefcoördinatorHogeschool-Universiteit Brussel (HUB)
Vraag 1
Spreker:Prof. R. Luypaert, PhDUZ Brussel
Basisprincipes MR
Vraag 1
Veldgradiënten
A. Zijn nodig om een MR signaal op te wekken
B. Spelen een rol bij de keuze van de drie standaard contrasten
C. Volgens x maken de larmorfrequentie van de kernen afhankelijk van hun x-coordinaat
D. Volgens z maken de larmorfrequentie van de kernen afhankelijk van hun x-coordinaat
Vraag 2
Spreker:Dhr. P. Van Schuerbeeck, PhDUZ Brussel
Update Safety 1.5 – 3T
Vraag 2
Een patiënt heeft een tattoo binnen het te scannen gebied. Er is dus een verhoogd risico op opwarming.Op welke manier kan het onderzoek aangepast worden om dit risico te beperken?A. TR inkortenB. Zwakkere gradiënt moden gebruikenC. Een pauze inlassen na een TSE metingenD. Eerder SE en TSE sequenties gebruiken dan
GE sequenties
Vraag 3
Spreker:Prof. Dr. S. Dymarkowski, PhDUZ Leuven
MR Beeldvorming van het hart
Vraag 3
Als men op een cardio MRI onderzoek myocard ziet dat hyperintens voorkomt op de T2-gewogen opnames, betekent dit dat : A. De patient een myocardinfarct heeft B. De patient een acuut myocardinfarct heeft C. De patient acute pathologie in de
hartspier heeft. D. De patient ijzerstapeling
(hemochromatose) heeft.
Vraag 4
Spreker:Dr. B. Op de BeeckUZ Antwerpen
ContrastmediaSoorten, toepassingen en
nevenwerkingen
Vraag 4
1. Mag Gd gebruikt worden bij nierlijden?2. Kan een Gd-geïnduceerde nefropathie
ontstaan?3. Mag Gd gebruikt worden bij dialysepatiënten?4. Mag Gd gebruikt worden bij Rö-onderzoeken
in vervanging van I-contrastmedia?
A. Neen – Ja – Ja – NeenB. Ja (indien goede indicatie) – Ja – Ja –
NeenC. Ja (indien goede indicatie) – Ja – Neen – NeenD. Ja (indien goede indicatie) – Ja – Ja – Ja
Vraag 5
Spreker:Dr. K. VanderdoodMaaslandziekenhuis Sittard
State of the art Abdominale MRI
Vraag 5
Een uit faze T1-gewogen gradient echo laat toe:A. Bij pancreatitis, de pancreascontour beter te
onderscheiden van de peripancreatische effusie B. Het vrije vet in sommige hepatocellulaire
carcinomen te onderdrukkenC. Een signaalonderdrukking te bekomen
van het intracellulaire vet in sommige bijnieradenomen
D. Een signaalonderdrukking te bekomen in focale non-steatose zones t.o.v. het overige leverparenchym
Vraag 6
Spreker:Dhr. F. De RidderUZ Brussel
ArtefactenOorzaak, herkenning en hoe te
vermijden
Vraag 6
Een chemical shift artefact met GE bij 1.5TType second kind – out of phase krijgen we bij een:
A. TE 1.1B. TE 2.2C. TE 3.3D. TE 4.4
Vraag 7
Spreker:Dr. T. De JaegereMaaslandziekenhuis Sittard
MRAngio van hoofd tot teen
Vraag 7
Bij het aantonen van de omkering van de flow in de arteria vertebralis bij het subclavian steal fenomeen lijkt de volgende techniek niet nuttig:A. PC MRA B. Time-resolved CE 3D MRAC. TOFD. CE 3D MRA
Vraag 8
Spreker:Dr. M. DujardinUZ Brussel
MR Orgaan perfusieToepassingen, soorten,
beeldvormingen data verwerking
Vraag 8
Welke van de volgende beweringen is juist?A. Bij een stroke patient is de penumbra de
zone die sowieso verloren isB. Een normale waarde voor CBF in de grijze
stof van de hersenen is 20 ml/100g/min C. Bij TIC analyse in de borst pleit een
type I curve eerder voor een goedaardige tumor zoals een fibroadenoma
D. Bij standaard perfusieschalen (cfr. de lezing) wordt hoge perfusie aangegeven met paars
Vraag 9
Zwijgzame minderheidDhr. R. Van den BroeckHUBrussel
Rare vraag
Vraag 9
Welke bewering klopt:
A. Het omruilen van een spoel beïnvloed het T1 of T2 contrast niet, noch de scantijd
B. Shimming zorgt er voor dat we geen last hebben van het fringe field
C. Het geluid dat ik hoor bij een MR-onderzoek is afkomstig van de radiofrequente pulsen
D. Snededikte wordt bepaald door de fazeëncoderingsgradiëntschakeling
Vraag 10
Lawaaierige meerderheidDhr. R. Van den BroeckHUBrussel
Warrige en Ingewikkelde Levensvraag
Vraag 10
Om een MR-onderzoek uit te voeren heb ik het volgende nodig:A. Een gradiëntsturingsysteem, een magneet, een
patiënt, radioloog, medisch beeldvormer, een RF-zender/ontvanger
B. Een magneet, een radiogolf-ZO, electriciteit, een patiënt en een radioloog met electronische rekeneenheid en gradiëntschakeleenheid.
C. Een RF-unit, een electromagneet, een radioloog en een patiënt met gradiëntschakeleenheid
D. Een gradiëntsturingsysteem, een magneet, een patiënt, medisch beeldvormer en een RF-zender/ontvanger
Vraag 11
Het onderscheidend vermogenDhr. F. De RidderUZ Brussel
Schiftingsvraag
Vraag 11
De moderator van dit evenement heeft zich vanochtend droog gewogen.
Hoe hoog (of hoe laag) was het toen opgemeten gewicht*?
94 kg en 750 g
* Genoteerd door een beëdigd deurbewaker
2) Natasja Vertongen: 8p3) Jordie Van Wersch: 8p
4) Mariella Mustero: 8p5) Rianne Elisen: 8p6) Marc Goossens: 8p7) Cindy Rongen: 8p
De quizwinnaar:
Mevr. Veroniek Vandermeersch : 8pProficiat !!!
Aan elk van jullie, hartelijk gefeliciteerd! De Ridder Filip, UZBrussel
De schiftingsvraag was bepalend voor de rangorde. De boekenbon ter waarde van 300€ werd verstuurd naar Mevr. Vandermeersch, UZLeuven.