cm_college8_blackboard
DESCRIPTION
Marcel Brosens RU / B2 / 19 november 2007 College 8: dialogen Indeling van Grunig & Hunt in drie schema’s symmetrisch tweerichtingsverkeer • Strategisch niveau: wat is de dominante strategie of het dominante beleid van een organisatie? • Instrumenteel niveau: welke middelen vallen in welke categorie? asymmetrisch tweerichtingsverkeer (asymmetrisch) eenrichtingsverkeer 8.18.1TRANSCRIPT
Communicatiemanagement
College 8: dialogenMarcel Brosens
RU / B2 / 19 november 2007
Indeling van Grunig & Huntin drie schema’s
Zender Ontvanger
Zender Ontvanger
Actor Actor
(asymmetrisch)eenrichtingsverkeer
asymmetrischtweerichtingsverkeer
symmetrischtweerichtingsverkeer
• Strategisch niveau: wat is de dominante strategie of het dominante beleid van een organisatie?
• Instrumenteel niveau: welke middelen vallen in welke categorie?
8.18.1
Communicatiekruispunt (Van Ruler)
Eenrichtingsverkeer
Tweerichtingsverkeer
Bek
endm
akin
g
Be ï
n vlo
edin
g
Informeren Overreden
FormerenDialoog
Afkondigen, Feiten bekendmaken
ArgumenterenMotiverenVisie geven
MeedenkenRaadplegenBrainstormenVerkennen
In discussie treden Meebeslissen
8.28.2
Ronde van Nederland
• Directie Voortgezet Onderwijs van Ministerie van OCW• Vraag
– Afstand tussen beleid en veld verkleinen– Direct in contact met leerlingen, docenten, ouders
en schoolleiding• Gewenst resultaat
– Visiedocument Koers VO over toekomst voortgezet onderwijs
– Ambtenaren uit ivoren toren– Netwerk opbouwen in het veld
8.38.3
Schoolbezoek
• Vooraf contact met school: waarover praten?• ‘Gemiddeld’ programma
– Rondleiding door de school, lessen volgen– Kringgesprek met schoolleiding– Lunch door leerlingen verzorgd (vmbo’s)– Drie ‘deelsessies’, bijvoorbeeld over:
• ICT en onderwijs• Samenwerking met bedrijfsleven• Integratie van vakken
– Gezamenlijke afsluiting• Journalistiek verslag van de dag, geprint en op internet
8.48.4
Opvolging
• Zorg minimaal voor terugkoppeling resultaten– Waar doe je wel wat mee, waarmee niet?
• Eventueel: veranker de dialoog– Blijf mensen informeren of betrekken– Geef op geschikte momenten gelegenheid om
mee te denken & praten– Maak omgevingsbewustzijn tot een tweede
natuur
8.58.5
Waarachtige dialoog
• De setting gaat voorbij aan staande verhoudingen en structuren.
• Alle partijen luisteren én spreken. Met andere woorden: de initiatiefnemer kan niet alleen maar aanschuiven ‘om te luisteren’.
• Iedereen bekent kleur, geen verborgen agenda’s.• Beide partijen hebben controle over de inhoud van het
gesprek.• Er zijn vooral procesdoelstellingen (een goed gesprek
voeren en kennis delen) en eventueel resultaat- doelstellingen (bijvoorbeeld een actieplan ontwikkelen).
• Er is geen vooropgezette inhoudelijke uitkomst.
8.68.6
Kracht van de dialoog
• Openstellen voor andere denkbeelden en ideeën• De buitenwereld komt binnen• Binnenwereld naar buiten• Verstarde relaties doorbreken• Ruimte voor creativiteit
Let op!• Een dialoog kost tijd• Heb iets om over te spreken• Soms is men het praten beu
8.78.7
Draagvlak in perspectief
Aandacht
Kennis
Begrip
AcceptatieActieve steun
8.88.8
Participatie
Gezamenlijkbesluiten(meebeslissen)
Raadplegen(meedenken)
Discussiëren(meepraten)
Beslisruimte participant
Act
ivite
it pa
rtici
pant
Informeren (meeweten)
ParticipatiegraadDe mate waarin je anderen laat meeweten, meedenken, meepraten en/of meebeslissen
8.98.9
Participatiegraad
• Informeren: je wordt geïnformeerd, maar kunt geen input leveren. [Geen invloed]
• Raadplegen: je wordt geïnformeerd, kunt input leveren, maar hebt geen stem in wat er met die input wordt gedaan. [Enige invloed]
• Discussiëren: je kunt input leveren, neemt kennis van wat anderen vinden en kunt anderen ter verantwoording roepen over wat er met jouw input is gedaan. Je bent niet de uiteindelijke beslisser. [Invloed]
• Meebeslissen: je levert input, neemt kennis van wat anderen vinden en beslist samen met anderen over wat er met alle input wordt gedaan. [Veel invloed]
8.108.10
De sleutelvragen bij participatie
• Heeft de initiatiefnemer voldoende kennis over het vraagstuk?
– Is kennis van anderen nodig?• Is er bij betrokkenen draagvlak voor het eventuele plan
of achterliggende doelen bij het plan?– Is draagvlak voor plan of doelen nodig?
• Is er speelruimte in het vraagstuk en/of het plan?• Is er mogelijkheid dan wel bereidheid om beslisruimte
bij anderen te leggen?
8.118.11
Participatiekeuzes: een handvat
Del
en s
take
hold
ers
plan
/ a
chte
rligg
ende
doe
len?
Ja
Nee
Informeren
RaadplegenDiscussiërenGezamenlijk
besluitenInformerenDiscussiërenGezamenlijk
besluiten
Initiatiefnemer voldoende kennis?
Ja Nee
Afhankelijk vanspeelruimte in plan
Afhankelijk vanmate waarin beslisruimte
wordt weggegeven
8.128.12
Communicatiestrategieënbij verandering
Minimale informatieverstrekking
Leiding beslist, medewerkers achteraf geïnformeerd
Leiding beslist, medewerkers geven advies
Adviezen wegen nadrukkelijk mee in de besluitvorming
Gezamenlijke besluitvorming
Medewerkers controleren het besluitvormingsproces
Mate van participatie, ofwel mate waarin medewerkers mogen meeweten, meedenken, meepraten en/of meebeslissen.
De juiste keuze is situatieafhankelijk!
8.148.14
Nuances bij openheid
Het delen van persoonlijke informatie• Werkrelatie is geen interpersoonlijke relatie• Intieme relaties maken het arbeidsleven complexer
Vrije stroom van niet-persoonlijke informatie• Vertrouwelijke of gevoelige informatie• Openheid nivelleert machtsverhoudingen niet
(omgaan met informatie, machtsbasis voor lagere echelons)• Openheid kan schadelijk zijn voor carrière
Duidelijk en ondubbelzinnig• Openheid gaat niet altijd samen met regels van sociale
interactie• Dubbelzinnige doelstellingen zijn voor ieder wat wils
8.158.15
Openheid hangt samen met…
• Individuele factorenBeweegredenen, voorkeuren, stijlen, …
• Relationele factorenVertrouwen, respect, afhankelijkheid, macht, …
• OrganisatiefactorenAard van informatie, cultuur, structuur, …
• OmgevingsfactorenMondige burgers & consumenten, terrorisme, …
8.168.16
Grenzen aan openheid
1. Wettelijke randvoorwaardenBeursgenoteerde bedrijven, wet op privacy, besluitvormingsregels bij fusies, etc.
2. De ruimte om ideeën te ontwikkelenBrainstormen, innovatie, creativiteit, experimenteren, etc.
3. ImpactVaardigheden om informatie te verwerken (schokeffect), betekenis van informatie, etc.
8.178.17