the good, the bad and the ugly - drie seizoenen steenuilen

Post on 13-Apr-2017

552 Views

Category:

Science

3 Downloads

Preview:

Click to see full reader

TRANSCRIPT

The good, the bad the ugly

and

Drie opmerkelijke steenuilenseizoenenop

een rij

Ronald van Harxen

Pascal Stroekenand

the goodthe bestthe bad

20132014

2015

ONDERZOEK

Gestart in 1986 1986 – 1997 extensief 1998 – heden intensief 40-50 tot 70 bezette plekken Bij voorkeur vier controles:

Eifase Zo dicht mogelijk op het uitkomen Halfwas jongen Nacontrole

Meten, wegen, ringen, prooien tellen

onderzoeksgebied

2014

Geschatte populatieomvang: 380-430 broedparen

Aandacht voor:

legselgrootte legselstart uitkomstsucces conditie nestsucces broedsucces eisucces weersomstandigheden predatie verstoring oudersterfte prooiaanbod

Verklaart dit volledig de verschillen?

legselgrootte

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

-0.4

-0.3

-0.2

-0.1

0

0.1

0.2

0.3

0.4

0.5

Afwijking legselgrootte t.o.v. langjarig gemiddelde 1998-2015gemiddelde = 3,91 ei/legsel ; afwijking in 0,1 ei/legsel

legselgrootte

periode gemid aantal1998-2015 3,91 746

2013 3,62 50

2014 4,22 54

2015 3,69 67

legselgrootte

legselstart

Afwijking legselstart t.o.v. langjarig gemiddelde 1998-2015gemiddelde = 17 april ; afwijking in dagen

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

-15

-10

-5

0

5

10

15 legselstart

periode gemid aantal1998-2015 17-apr 603

2013 27-apr 45

2014 7-apr 45

2015 20-apr 53

legselstart

uitkomstsucces

Afwijking uitkomstsucces t.o.v. langjarig gemiddelde 1998-2015gemiddelde = 69,84 ; afwijking in procenten

uitkomstsucces eieren

uitkomst %

periode gemid aantal1998-2015 69,84 740

2013 88,95 50

2014 75,00 54

2015 61,13 67

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

-30.00

-20.00

-10.00

0.00

10.00

20.00

30.00

conditie van de jongen

Afwijking conditie jongen t.o.v. langjarig gemiddelde 1998-2015gemiddelde = 1,00 ; afwijking in eenheden conditie-index (0,02 = 2 procentpunten)

conditie jongen19

98

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

-0.10

-0.08

-0.06

-0.04

-0.02

0.00

0.02

0.04

0.06

0.08

0.10conditie index

periode gemid aantal1998-2015 1,00 1925

2013 1,01 125

2014 1,08 161

2015 0,98 134

nestsucces

Afwijking nestsucces t.o.v. langjarig gemiddelde 1998-2015gemiddelde = 72,3% ; afwijking in procenten

nestsucces19

98

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

-20.0

-15.0

-10.0

-5.0

0.0

5.0

10.0

15.0

20.0nestsucces (%)

periode gemid aantal1998-2015 72,3 860

2013 80,4 51

2014 79,6 64

2015 65,8 73

broedsucces

Afwijking aantal uitgevlogen jongen per nest t.o.v. langjarig gemiddelde 1998-2015gemiddelde = 2,13 ; afwijking in jong/nest

aantal jongen per nest19

98

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

-0.6

-0.4

-0.2

0

0.2

0.4

0.6

0.8aantal jongen per nest

periode gemid aantal1998-2015 2,13 842

2013 2,20 50

2014 2,67 63

2015 1,67 73

analyse jongensterfte

2013 2014 2015

aantal nesten 50 54 67

aantal jongen maximaal 141 162 152

aantal dood aangetroffen jongen 14 8 25

percentage dode jongen 9,93 4,94 16,45

aantal nesten met dode jongen 10 5 15

percentage nesten met dode jongen 20 9,3 22,4

gemiddelde sterfteleeftijd 15,8 17,4 8,7

eisucces

Afwijking eisucces t.o.v. langjarig gemiddelde 1998-2015gemiddelde = 53,10% ; afwijking in procenten

eisucces19

98

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

-15.00

-10.00

-5.00

0.00

5.00

10.00

15.00eisucces (%)

periode gemid aantal1998-2015 53,10 739

2013 60,77 50

2014 63,60 54

2015 44,53 67

analyse eisucces

2013 2014 2015 1998-2015

aantal nesten 50 54 67 739

totaal aantal gelegde eieren 181 228 247 2887

aantal eieren niet uit 19 35 56 percentage eieren niet uitgekomen 10,5 15,35 22,67 maximaal aantal jongen 141 162 152 aantal dood aangetroffen jongen 14 8 25 aantal uitgevlogen jongen 110 145 110 1533

aantal 'verdwenen' eieren 21 31 39 aantal 'verdwenen' jongen 17 9 17 eisucces % 60,77 63,60 44,53 53,1

oudersterfte

13: 1 14: 2 15: 3

predatie

13: 1 14: 1 15: 1

verstoring

13: 0 14: 0 15: 1

weersomstandigheden

2013 2014 20150

2

4

6

8

10

12

Gemiddelde etmaaltemperatuur december tot en met april op basis van min-max . Bron: weerstation Henxel

december januari februari maart april0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

2013 2014 2015

Gemiddelde etmaaltemperatuur op basis van min-max . Bron: weerstation Henxel

voedselaanbod

1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 20150

100

200

300

400

500

600

700

totaalaantal prooien

1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 20150

100

200

300

400

500

600

700

muizen, spitsmuizen en ratten overige prooien

Aantal muizen, spitsmuizen, ratten en overige prooien per jaar 1998-2015

aantal muizen en overige prooien

1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 20150

2

4

6

8

10

12

14

16

prooien per nest prooien per nest met jongen

aantal prooien per nest

2013 2014 20150.00

2.00

4.00

6.00

8.00

10.00

12.00

14.00

16.00

prooien in nesten bezocht in eerste 10 dagen

2013 2014 2015

aantal prooien 201 623 248

aantal prooien per nest 4,02 8,90 3,40

aantal prooien dag eerste bezoek 0-10 190 525 228

aantal nesten eerste bezoek 0-10 32 36 41

gemiddeld aantal prooien per nest 5,94 14,58 5,56

2013

• Kleine legsels, laatste legselstart ooit • Aantal jongen per gestart nest desondanks

iets boven gemiddeld• Conditie van de jongen ook net iets boven

gemiddeld• Nestsucces ruim boven gemiddeld• Eisucces ruim boven gemiddeld

Conclusie: goed jaar door combinatie van kleinere legsels en redelijke hoeveelheid prooi

2014

• Grote legsels, vroegste legselstart ooit• Aantal jongen per gestart nest ruim boven

gemiddeld• Conditie van de jongen ook ruim boven

gemiddeld• Nestsucces ruim boven gemiddeld• Eisucces ruim boven gemiddeld

Conclusie: bijzonder goed jaar dankzij heel zachte winter en extreem goede voedselsituatie

2015

• Kleine legsels, legselstart iets later• Aantal jongen per gestart nest ruim onder

gemiddeld• Conditie van de jongen onder gemiddeld• Grote jongensterfte• Nestsucces ruim onder gemiddeld• Eisucces ruim onder gemiddeld

Conclusie: bijzonder slecht jaar ondanks zachte winter en redelijke voedselsituatie

Vraag:

Wat is er in 2015 aan de hand geweest?

mate van bepoeptheid (mvb)

0 geen vlooienpoep aanwezig

1 in lichte mate onder de vlooienpoep, afzonderlijke poepjes goed herkenbaar

2 behoorlijk onder de vlooienpoep, poepjes zijn deels samengevloeid tot grotere vlekken

3 stevig onder de vlooienpoepjes, nagenoeg alle poepjes zijn samengevloeid tot grotere vlekken, de afzonderlijke vlekken zijn herkenbaar

4 zwaar onder de vlooienpoep, de afzonderlijke vlekken zijn te minste voor een deel niet meer herkenbaar, ei maakt een donkere/zwarte indruk

⓿ ❶ ❷ ❸ ❹

graad aantal percentage

0 13 29,5

1 14 31,8

2 7 15,9

3 6 13,6

4 4 9,1

mate van bepoeptheid

N=44

69,5 % (31) in meerdere of mindere mate bepoept.

Jongensterfte 2013 2014 2015 aantal nesten 50 54 67 aantal jongen maximaal 141 162 152 aantal dood aangetroffen jongen 14 8 25 percentage dode jongen 9,93 4,94 16,45 aantal nesten met dode jongen 10 5 15 percentage nesten met dode jongen 20 9,3 22,4 gemiddelde sterfteleeftijd 15,8 17,4 8,7

Eén op de zes jongen stierf voor het uitvliegen; 40 % daarvan tijdens de eerste levensdagen.

Bijna een kwart van de nesten telde één of meer dode jongen.

aantal eieren : 100%

van ei tot jong

niet uitgekomen : 22,7%

van ei tot jong

dode jongen: 10%

van ei tot jong

verdwenen eieren: 16%

van ei tot jong

verdwenen jongen: 7%

van ei tot jong

uitgevlogen jongen: 44,3%

van ei tot jong

dode jongen: 10%

verdwenen eieren: 16%

uitgevlogen jongen: 44,3%

niet uitgekomen : 22,7%

verdwenen jongen: 7%

van ei tot jong

van ei tot jong

niet uitgekomen : 22,7%

dode jongen: 33%

uitgevlogen jongen: 44,3%

Impact van parasieten, enkele voorbeelden:

• Als koolmezen geen keus hebben, stellen ze in besmette kasten de legselstart met 11 dagen uit vergeleken met paartjes in onbesmette kasten.

• Frequentie van de territoriumroep bij de bosuil bleek negatief gecorreleerd met de parasietenlast.

• Besmette ruigpootuil vrouwen legden minder eieren in slechte en gemiddelde muizenjaren, maar niet in piekjaren.

• Besmette volwassen steenuilen hadden een significant kortere snavel dan niet geïnfecteerde.

• Trekgedrag kanoetstrandloper• Recent: vlooienpoep op eieren van brandganzen op

Spitsbergen

Te vroeg voor conclusie dat vlooien een rol hebben gespeeld, maar we zijn getriggerd!

De echt interessante achter vraag de reproductie is:

Wat maakt dat in het ene geval alle eieren van een nest een uitgevlogen jong opleveren en dat in het andere uiterste geen enkel ei tot een uitgevlogen jong leidt?

Met andere woorden: wat bepaalt het eisucces?

Plannen komend seizoen

In twee gebieden (Winterswijk/Gaanderen)

• registratie toestand nestkast• tijdens de eifase eieren controleren op vlooienpoep• niet-uitgekomen eieren verzamelen en onderzoeken• controleren broedende vrouwtjes bijtplekken • noteren van aanwezige parasieten adulten• jongen onderzoeken op parasieten• dode jongen meenemen en (laten?) onderzoeken• gegevens met elkaar vergelijken• protocol evalueren en verfijnen• verder uitrollen?

Dank voor jullie aandacht!

En … we houden ons aanbevolen voor opmerkingen en tips!

top related