aantekeningen bij: ’1421 the year china discovered the ... file · web viewaantekeningen bij:...

42
voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 1 / 27 Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003 Knegsel , November 2013 h*-verhaal op 24 November 2016 0. Introduction De schrijver krijgt een kaart te zien uit 1424 van een Venetiaan Zuane Pizzigano. Westelijk van Europa zijn twee grote eilanden getekend. Hij concludeert dat dit Puerto Rico en Gaudeloupe moeten zijn. De positie klopt niet maar dit zou te wijten zijn aan de problemen van de bepaling van de lengtegraden. Hij concludeert verder dat alleen de Chinezen in die tijd dit soort reizen konden maken en de kaart konden tekenen. Andere oude kaarten laten landen zien die goed te herkennen zijn en ook gebaseerd moeten zijn op Chinese kaarten. Dat er zo weinig originele Chinese kaarten en reisverslagen zijn overgebleven is te wijten aan de vernietiging van veel van dat materiaal dat aan het keizerlijke hof beschikbaar was. Dit was ingegeven door een Chinese politiek van isolatie en xenofobie na 1435. De schrijver is oud gezagvoerder van een Britse onderzeeër in de 50-tiger jaren. Hij verwijst regelmatig naar zeestromingen en winden. In Appendix I zijn deze winden en zeestromingen afgebeeld, ze zijn overgenomen van De Kleine Bosatlas, p.57, 56 e -druk. De westerse spelling van Chinese namen is een bekend probleem dat bij het raadplegen van diverse bronnen optreedt. Bijvoorbeeld: de stad Chinese Nanking ligt volgens de Kleine Bosatlas van 1978 aan de rivier Jangsekiang en volgens de digitale Winkler Prins van 2006 aan de Yangzi Jiang. De zelfde stad wordt door de Times Atlas of the World van 1968 gespeld als Nan-ching en de rivier heet nu Chang-Chiang. De schrijver noemt de stad Nanjing die nu aan de Yangtze ligt. 1. The emperor’s grand plan I. Imperial China

Upload: phungdung

Post on 25-Feb-2019

217 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 1 / 27

Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003

Knegsel , November 2013h*-verhaal op 24 November 2016

0. Introduction

De schrijver krijgt een kaart te zien uit 1424 van een Venetiaan Zuane Pizzigano. Westelijk van Europa zijn twee grote eilanden getekend. Hij concludeert dat dit Puerto Rico en Gaudeloupe moeten zijn. De positie klopt niet maar dit zou te wijten zijn aan de problemen van de bepaling van de lengtegraden. Hij concludeert verder dat alleen de Chinezen in die tijd dit soort reizen konden maken en de kaart konden tekenen. Andere oude kaarten laten landen zien die goed te herkennen zijn en ook gebaseerd moeten zijn op Chinese kaarten. Dat er zo weinig originele Chinese kaarten en reisverslagen zijn overgebleven is te wijten aan de vernietiging van veel van dat materiaal dat aan het keizerlijke hof beschikbaar was. Dit was ingegeven door een Chinese politiek van isolatie en xenofobie na 1435.

De schrijver is oud gezagvoerder van een Britse onderzeeër in de 50-tiger jaren. Hij verwijst regelmatig naar zeestromingen en winden. In Appendix I zijn deze winden en zeestromingen afgebeeld, ze zijn overgenomen van De Kleine Bosatlas, p.57, 56e-druk.

De westerse spelling van Chinese namen is een bekend probleem dat bij het raadplegen van diverse bronnen optreedt. Bijvoorbeeld: de stad Chinese Nanking ligt volgens de Kleine Bosatlas van 1978 aan de rivier Jangsekiang en volgens de digitale Winkler Prins van 2006 aan de Yangzi Jiang. De zelfde stad wordt door de Times Atlas of the World van 1968 gespeld als Nan-ching en de rivier heet nu Chang-Chiang. De schrijver noemt de stad Nanjing die nu aan de Yangtze ligt.

1. The emperor’s grand plan I. Imperial China

Als gevolg van een hongersnood brak in 1352 in de buurt van Guangzhou aan de Parel Rivier een opstand van boeren uit. Zhu Yuanzhang, van eenvoudige afkomst, sloot zich bij een rebellenleger aan en werd de leider. De revolte verspreidde zich en uiteindelijk worden de Mongoolse keizer verslagen in 1368. Zhu Yuanzhang werd de nieuwe keizer, de eerste keizer van de Ming dynastie, en vestigde zich in Nanjing. Prins Zhu Di koos als zijn basis de voormalige hoofdstad van de verjaagde Mongoolse keizer, Beijing. De eunuch Zeng He, moslim1 en Mongool, werd aan de huishouding van Zhu Di toegevoegd en werd zijn toegewijde vertrouwensman. Zhu Di verjoeg de laatste Mongolen pas in 1382 uit China. In plaats van zijn zoon koos de keizer als opvolger zij kleinzoon Zhu Yunwen. Na de dood van de keizer in 1398 zette Zhu Yunwen de handelswijze van zijn grootvader voort: het elimineren van potentiële rivalen. Zhu Di ontsnapte aan een executie-ploeg en met hulp van Zeng He werd een legertje gevormd dat de ploeg doodde. Het legertje werd uitgebreid en versloeg het leger van de keizer. Nanjing werd ingenomen en Zhu Di nam de troon

1 Het Budisme was de Chinese religie en de leer van Confusius was voor de dagelijkse omgang. Mohammedanen werden kennelijk getolereerd na de omwenteling.

Page 2: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

250Km

Tanggu

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 2 / 27

over en werd de derde Ming-keizer in 1402. Zhu Di begon aan enorme projecten zoals de verdubbeling van de vloot naar 3500 schepen waaronder 250 gigantische ‘Schatschepen’ gebouwd van teakhout2 en met zeilen van zijde. Zeng He werd de admiraal van de vloot, al in 1405 wordt Oost Afrika bezocht door zijn schepen.

De Mongoolse heerser Timoer Lenk (Tamerlane) richtte zich na operaties in Perzië, Turkije en India op China. Om het gevaar te keren trok Zhu Di met een leger van 1 miljoen man naar Beijing in 1404. Hij maakte er zijn hoofdstad van, herstelde de Muur en breidde hem uit, en begon aan de bouw van de ‘Verboden Stad’.Om voldoende voedsel3 naar Beijing te kunnen vervoeren werd een oud kanaal naar het zuiden hersteld en uitgebreid, in1416 is het kanaal Beijing-Hangzhou (Hangtsou) klaar, zie Fig.1. Beijing kreeg met het kanaal een verbinding met haven van Tanggu aan de Gele Zee, hiervoor waren 36 nieuwe sluizen4 nodig om het hoogteverschil van 30m te overbruggen. Er werd een uitgebreide encyclopedie geschreven, een

Fig. 1, het grote kanaal met de verbinding van Beijing naar de haven van Tanggu. De kaart is overgenomen van de Kleine Bosatlas van 1978.

2 Het bos areaal nodig voor het teak van een ‘Schatschip’ was 120 ha, ruim 2 grote golfbanen. De afmeting van het schip was 150 bij 55 meter. De grootste afmeting van een voetbalveld is 120m bij 90m. Stel dat het schip door de belading 2 meter dieper gaat liggen. Dan is de lading dus equivalent aan 16500 m3 water ofwel 16.5 duizend ton. Menzies komt op p.70 slechts op 2 duizend ton.

3 Het voedsel voor de geweldige toename van de bevolking van Beijing kon niet lokaal verbouwd worden, het klimaat was hiervoor niet geschikt

4 Op blz,57 staat een verwarrende opmerking over het noordelijk 130mijl en 36 sluizen die nodig waren omdat Beijing 100 voet boven de Gele Rivier ligt. Verderop wordt op blz.65 wordt een kanaalreis beschreven vanuit Beijing naar de haven van Tanggu die twee dagen duurde en waarbij 36 sluizen gepasseerd werden. Als Gele Zee gelezen wordt op blz.57 in plaats van Gele Rivier dan klopt alles weer.

Page 3: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 3 / 27

bibliotheek opgezet, en een observatorium om de navigatie op zee te verbeteren. Met de dood van Timoer Lenk verdween het gevaar van een invasie, zijn leger loste op in rivaliserende facties.

In 1421 werd de ‘Verboden Stad’ formeel geopend onder de aanwezigheid van 26 duizend gezanten van bevriende naties die keizerlijk onthaald werden. De Chinese politiek streefde naar erkenning van de China keizer als superieure natie. Dit werd bij voorkeur nagestreefd door handelsbetrekkingen aan te gaan, bescherming aan te bieden, en het uitdelen van geschenken. Militair ingrijpen van het geweldige leger en vloot werd zoveel mogelijk vermeden. Omringende landen onderwierpen zich aan de Chinese macht. De gezanten werden na afloop van de plechtigheden, die een maand in beslag namen, weer door Chinese schepen naar huis gebracht. De haven van Tanggu lag vol met een enorme vloot die naast het vervoeren van de gezanten ook uit zou varen voor een grote expedities naar de nog onbekende rest van de wereld.

2. A thunderbolt strikes I. Imperial China

Twee maanden na het vertrek van de vloot verwoeste een brand, veroorzaakt door een blikseminslag, een groot deel van de ‘Verboden Stad’. De keizer vermoedde dat de goden vertoornd waren en vroeg om kritiek op zijn regering. Zijn mandarijnen verweten hem zijn extreem dure ondernemingen. Zhu Di krijgt te maken met opstanden in Mongolië en Vietnam5. Strafexpedities mislukken en de keizer verliest de regie. Zhu Di stierf in1424, zijn zoon en opvolger Zhu Gaozhi stopte een groot deel van de projecten van zijn vader. Toen twee expeditie vloten terugkeerden in 1423, na succesvolle reizen, wachtte hen geen heldenontvangst maar verachting. Admiraal Zengh He werd ontzien maar wel gepensioneerd. In 1425 sterft Zhu Gaozhi en volgde zijn zoon Zhu Zhanji hem op en zette het beleid van zijn vader voort. Na zijn dood in 1435 kwam de handel met het buitenland en buitenlandse reizen nagenoeg tot stilstand en de Chinese vestigingen over de wereld werden verlaten of aan hun lot overgelaten. Bijna alle sporen van de expedities werden opzettelijk vernietigd. China isoleerde zich van de rest van de wereld.

3. The fleet sets sail I. Imperial China

De breedtegraad positie werd afgeleid van de Poolster, het kompas was bekend. De lengtegraadpositie aan boord werd afgeleid van de koers, vaarsnelheid, en tijd. Deze navigatie was dus onnauwkeurig met name in stromend water. Zoals later ook in het westen werd een deel van de bemanning gerekruteerd uit gevangenen. De bemanning van een groot ‘Schatschip’ was ongeveer 450man.De noodzaak van vers voedsel was bekend, ongepelde rijst, sojabonen die men liet ontkiemen aan boord, bamboeplanten, en dieren werden meegevoerd. Visvangst met behulp van otters zorgde ook voor vers voedsel en voor vers vlees werden honden gefokt aan boord. Er werden zelfs concubines meegevoerd. Door de vorm van de romp waren de schepen uitstekend geschikt voor varen voor de wind. Afwijkende koersen waren ze veel minder geschikt. Er werd dan ook dankbaar gebruik gemaakt van moessonwinden. Na 6 weken bereikte de vloot Malakka waar specerijen werden verhandeld, daar waren Chinese handelsposten. Malakka was een voorbeeld van een regio die dank zij de Chinese protectie onaantastbaar was voor de omringende 5 Vietnam vecht zich uiteindelijk vrij in 1428.

Page 4: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 4 / 27

sterke staten. In Calicut (India) wordt de Chinese vloot verdeeld in 3 vloten en Zeng He keert terug naar China. De drie vloten, van samen 600 schepen, leverden de laatste gezanten af die zo’n twee jaar van huis moeten zijn geweest. Hierna begonnen de wereldexpedities. Een overzicht van de reizen is weergegeven in Fig.2.

Fig.2, de reis van Yang Quing was de 5e in de serie. Hong Bao, Zhou Man, en Zhou When maakten de 6e reis. De kaart is overgenomen van p.24-25.

4. Rounding the Cape II. The Guiding Stars

De schrijver claimt dat hij met overgeleverde kaarten en zijn ervaring op zee de moeilijkheden en routes kan begrijpen. Toen de vloot in Calicut, een drukke handelsstad, lag is daar waarschijnlijk ook de Venetiaan Da Conti. Althans er zijn indicaties dat hij de Chinese vloot beschreef. Mogelijk is Da Conti ook de bron van kaarten die bekend werden in Europa voor en na de Chinese wereldexpedities. Na het afleveren van de gezanten is er een rendez-vous bij Sofala, bij Maputo in Zuid Mozambique. Dat was lastig omdat de Poolster niet meer zichtbaar was. Om de breedtegraad te bepalen was nog geen ster6 bekend. Notities bij een wereldkaart van de Venetiaan Fra Mauro verhalen dat een schip in 1420 Kaap de Goede hoop heeft gerond vanuit India en vanuit Isole Verde naar het westen gevaren. De bijgevoegde 6 De text op p.120 is verwarrend, sterren in het Zuiderkruis die de Zuidpool aanduiden waren wel bekend bij de Chinezen. Wat was het probleem dan ?.

Page 5: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 5 / 27

tekening van Fra Mauro lijkt op een grote jonk. Mensies schrijft deze informatie toe aan Da Conti. Op grond van stromingen, winden, de Kangnido kaart7, oude texten, en oude texten op gedenkstenen, die nabij de monding van de Congo rivier en op een van de Kaapverdische Eilanden opgesteld zijn, wordt het volgende geconcludeerd. De vloot heeft de Kaap gerond, vers water ingenomen bij de Matadi watervallen van de Congo rivier en geland op het eiland Santo Antão (een van de Kaapverdische Eilanden). De Kangnido kaart, zie Fig.3, vertoont een opmerkelijke fout. De uitstulping van Afrika ten noorden van Kameroen ontbreekt, zie p.129. Mensies maakt plausibel dat dit ligt aan een westelijke stroming. Het gevolg is fout in de lengtegraad bepaling van de Chinezen. Een berekende correctie verbetert de kaart aanzienlijk.

Fig.3, de Kangnido kaart.

Hier splitste de vloot, de vloot van admiraal Zhou When gaat in noordwestelijk richting en de 2 vloten van de admiraals Zhou Man en Hong Bao gaan naar het Zuidwesten. Aanwijzigingen hiervoor volgen.

5. The new World II. The Guiding Stars

Dat de vloot in westelijke voer leidt de schrijver af uit de stroming en de wind vanuit Kaapverdische Eilanden. Uit de kaart van Piri Reis, Fig.4, wordt afgeleid dat de koers vanaf Brazilië naar het zuiden ging. De kaart van zou heel oud zijn en de kustvorm en dieren afgebeeld op de kaart zijn correct. Uit de kippen die momenteel leven in

7 De originele Kangnido kaart was een Koreaans geschenk aan de keizer, Deze kaart is verloren gegaan, een copie en aangevulde versie van de kaart is er nog

Page 6: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 6 / 27

Fig.4, de Piri Reis kaart.

Zuid-Amerika leidt Menzies af dat ze geïntroduceerd zijn door Chinezen. De maïs in China zou ingevoerd zijn door de Chinese vloot uit Amerika. Een verwarrende textdeel op blz. 161 gaat over de reden waarom de Chinezen naar het zuiden voeren: de positie van Canopus (voor het vaststellen van de breedtegraad op het zuidelijk halfrond) en het Zuiderkruis. Om de positie van Canopus vast te

Page 7: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 7 / 27

stellen was het nodig precies onder de ster te zeilen. Mount Adams op de Falklands ligt nagenoeg op die positie (52º40'ZB)8. Uit het feit dat Hong Bao op de terugreis een gezant uit Calicut meenam en Zhou Man niet, wordt afgeleid dat de vloot zich splitste bij de Falklands: Hong Bao naar oosten en Zou Man naar de Stille Oceaan.

6. Voyage to Antartica and Australië III. The Voyage of Hong Bao

Als verdere indicatie voor het verblijf op de Falklands voert hij aan dat de de vos van de Falklands een kruising is van een Zuid-Amerikaanse vos en een hond. Die hond zou afkomstig zijn geweest van de Chinese vloot die honden meevoerde als voedsel. Vanuit de Falklands werd waarschijnlijk de kust van Patagonië aangedaan. Er was voldoende vis, zeehonden, en zelfs fruit. De reis werd vervolgd door de Straat van Magellan (Magalhães) en verder naar het zuiden. De schrijver verwijst naar Von Däniken (Waren de Goden Astronauten ?) & Hapgood ( De Egyptenaren bezochten Zuid-Amerika) op p.174. Magalhães zou geweten hebben van de doorgang naar de Stille Oceaan. De details van de Piri Reis kaart bepalen voor de schrijver de route die Hong Bao gevogd zou hebben. De tocht voerde naar Deception Island om recht onder de helderste ster van het Zuiderkruis, Alpha Cruses te zijn. Doordat nu de breedtegraad van Canopus en Alpha Cruses bekend waren was navigatie op het Zuidelijk halfrond nu mogelijk voor zover het de breedtegraden betrof. Dit zou een van de taken van Hong Bao zijn geweest9.

Fig.5, detail van de wereldkaart van J. Rotz.

Voor het verdere verloop van de reis wordt door de schrijver de kaart van Jean Rotz, een Franse kaartenmaker, gebruikt. Het idee is dat een deel van zijn kaart ontleent is aan Chinese kaarten, zie Fig.5. Australië is aangegeven als ‘Groot Java’ en de tocht van de vloot van Bao Hong zou daar heen gezeild zijn en geland in 8 Op een of andere manier dient de positie van Canopus gecorreleerd te moeten worden aan de Poolster. De hoogte van Canopus hangt ook van de tijd van de dag af.

9 Waarom er twee sterren nodig waren ontgaat mij.

Page 8: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 8 / 27

Bunbury (160kmzuid van Perth). Een van de schepen werd mogelijk op verkenning van de zuidkust gestuurd en zou aan de grond gelopen zijn bij Warrnambool (250km West van Melbourn). Dit wrak werd in 1836 gevonden door zeehondenjagers. Er zouden verhalen zijn van Aboriginals over gele mannen, echter onderzoek van het wrak zelf zou toch een prima bewijs kunnen leveren. De opmerking ‘pending carbon-dating’ is zwak, dendrologie zou ook gebruikt kunnen worden. De vloot zou via Indonesië en Malakka naar huis gevaren zijn om in October 1423 aan te komen.

7. Australia IV. The Voyage of Zhou Man

Nadat de vloot van Zhou Man de Stille Oceaan binnen voer werden the noordwaarts langs de Zuid-Amerikaanse kust gevoerd door een koude Humboltstroom. De Piri Reis kaart van Fig.4 is voor de schrijver weer de indicatie10. Een Chinees boek uit 1597 over de reizen van Zeng He bevat een lijst van geschenken aan de Chinezen waaronder kostbaar porselein dat uit het Azteekse Cholula in Mexico gekomen moet zijn. De Aziatische kippen zijn al genoemd. Oude legendes opgetekend door een Spanjaard in de 16e-eeuw verhalen over lichtgekleurde mannen die de Pacific overstaken11. Op de hoogte van Equador buigt de zeestroming naar het westen. Uiteindelijk splitst de stroming in een deel naar Noord-Australië en Nieuw-Guinea, en een deel buigt af naar het Zuiden langs de Oostkust van Australië. Ook de vloot zou hier opgespitst zijn. Ook hier worden weer indicaties gegeven zoals een sierraad gezien in 1606 op een atol dat in de Pacific niet thuis hoort en piramides met een platform dat door Chinezen gebruikt werd voor observaties op Nieuw-Guinea en op een eiland van de Carolines Noordelijk van Nieuw-Guinea. Het zuidelijk koersende deel van de vloot voer langs de Oostkust van Australië12, naar Cambell Island weer voor de positie van Canopus en via Nieuw Zeeland weer naar Australië. Nu weer wordt de kaart van Jean Rotz, zie Fig.5, gebruikt om plausibel te maken dat de cartografen van de Chinese vloot de bron zijn. Ook hier weer komt Menzies met een aantal indicaties voor Chinese bezoeken aan de kusten zoals wrakken, stenen, ruïnes, en verhalen van Aboriginals en Maori’s. Een bijzondere vondst is een bronzen klok afkomstig van een Tamil-schip in gebruik bij Maori’s als kookpot. De schrijver suggereert dat dit mogelijk een schip is geweest dat meevoer met de Chinese vloot. Een andere vondst is een houten roer van 12m hoog, mogelijk afkomstig van Treasure Junk, er volgen geen details over houtsoort en datering. Zo nu en dan duikt de mylodon op in het verhaal, bijvoorbeeld op blz.209. Volgens Wikipedia was het een planteneter, rechtop staand 3m lang en al 10.000jaar uitgestorven. Begin 20e eeuw zijn er nog zoektochten naar geweest in Zuid-Amerika omdat er aanwijzingen waren dat er nog exemplaren leefden. Merkwaardigerwijs zijn er nog geen verwijzingen door Menzies naar paarden die in veel grotere aantallen meegevoerd moeten zijn door de vloot dan mylodons. Losgebroken paarden moeten toch beter hanteerbaar geweest zijn voor de locale bevolking dan mylodons en 10 Ik zie de straat van Magellan (Magalhães) niet op de kaart en heb moeite om de Oostkust te vinden

11 Heyerdal heeft met een balsa-vlot in 1947 de overtocht gemaakt om te bewijzen dat Polynesie vanuit Zuid-Amerika bereikt kon worden.

12 De Chinezen waren al sinds de 7e eeuw bekend met het bestaan van Australië en er zou zelfs door hen gevist zijn op ‘trepangs’, zeeslakken en een gewilde lekkernij, zie p.202 voor verdere evidentie. Trepang Bay ligt in de buurt van Darwin.

Page 9: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 9 / 27

bovendien veel nuttiger. Er zijn wel weer verwijzingen naar de zeeotters die aan boord van de vloot meegevoerd werden voor de visvangst.

8. The Barrier Reef and the Spice Islands IV. The Voyage of Zhou Man

Er zijn aanwijzigen dat de vloot mijnbouw heeft gepleegd in de buurt van Brisbane aan de Australische oostkust. Aan boord waren paarden die gebruikt werden voor verkenningen door Chinese en Indiase mijningenieurs. Zij waren al bekend met de aanwijzingen in het terrein voor de aanwezigheid van goud, zilver, koper, zink, en andere mineralen. De vloot voor langs de Barrier Reef . In Darwin, aan de noordkust, is een Chinees beeld gevonden tussen de wortels van een niet inheemse, banyanboom. Dit zou een schrijn geweest zijn van de vloot en wijst op een lang verblijf daar. De schrijver acht het onwaarschijnlijk dat vissers op trepangs het kostbare beeld geplaatst hebben. De vloot is naar de specerijen eilanden gevaren om de handelsgoederen die nog aan boord waren te ruilen. Zijde en porselein werden door Magalhães aangetroffen op de eilanden. Menzies schat dat de vloot meer dan 1500ton specerijen mee naar China bracht. Er zou ook maïs meegevoerd zijn uit Zuid-Amerika.

9. The First Colony in the Americas IV. The Voyage of Zhou Man

Uit de richting van de moessonwind schat Mensies af dat de vloot vanuit Darwin in Juni aangekomen moet zijn bij de specerijeneilanden. Echter de vloot zou pas in October aangekomen zijn in Nanjing. Met de heersende wind naar het noorden zou de reis naar China westelijk van de Filippijnen veel sneller gaan. Het idee van Mensies is dat de vloot westelijk van de Philipijnen weer de Pacific opgevaren is en gebruik gemaakt heeft van de wind en de stroming die de vloot naar Canada voerde en langs de oostkust van Noord- en Midden-Amerika over de Pacific weer naar de Filippijnen. De details van de Piri Reis kaart zouden dit plausibel maken. Deze omweg zou de 4 maanden ‘vertraging’ van de aankomst in China verklaren. Tijdens de reis zou de vloot nederzettingen gesticht hebben. Een indicatie van de reis wordt door de schrijver ontleend aan de Waldseemüller- kaart van 1507 die ook gebaseerd zou zijn op oudere Chinese kaarten, zie Fig.6. Het gebrek aan detail wijt Menzies aan oppervlakkig karteringswerk van een voorbij varende vloot. Ook nu weer somt de schrijver een reeks indicaties op. Wrakken op de kust van Oregon waarvan een van teakhout, Chinese ankers voor de kust van Californië, en een wrak van een jonk in de Sacramento River. Het hout van de jonk is koolstof-gedateerd op 141013. Er zijn indicaties van Chinese bewoning in de buurt van de Sacramento River. Dit zou wijzen op een kolonie van Zhou Man. De vloot zou verder gevaren zijn naar Mexico waar de Maya-cultuur op zijn retour was maar kon wedijveren met de Chinese cultuur.

13 De onzekerheid van koolstofdateringen voor de afgelopen 1000jaar is ongeveer ±30jaar.

Page 10: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 10 / 27

Fig.6, de Waldseemüller kaart, overgenomen van de Library of Congress site.

10. Colonies in Central America IV. The Voyage of Zhou Man

In Uruapan, 250km in het binnenland van West-Mexico is het oude centrum van de fabricage van lakwerk zoals dat ook in China gedaan werd. Een groot deel van de 250km is te bereiken per schip. Voor de schrijver is dit een sterke aanwijzing voor contacten met China. Er zijn verder verhalen over landingen van Chinezen en verder een schilderij met taferelen van zo’n landing, Op p.274 wordt een overzicht gegeven van plaatsen in Noord- waar Midden- en Zuid-Amerika waar indicaties van Chinese bezoeken zijn gevonden. De lijst is wel indrukwekkend maar hoeft natuurlijk niet alleen het gevolg te zijn van de reis van Zhou Man. Menzies maakt verder melding van een geïllustreerd Chinees boek van 1430, nu in Cambridge, waarin onder andere plaatjes van Amerikaanse dieren en mensen te vinden zijn. Ook de mylodon is daarin afgebeeld.

11. Satan’s Island V. The Voyage of Zhou Wen

Bij de Kaapverdische eilanden was de vloot van Zhou Wen wat meer noordelijk gevaren met een stroming in de richting van de Caribische eilanden14. Bij een vertrek in October zou de vloot begin November bij de eilanden aangekomen zijn. De afstand is ongeveer 4000Km naar Guadeloupe, de zeestroomsnelheid is gemiddeld 3.5km/uur volgens Menzies. Een afstand van 4000Km in 30dagen betekent een vlootsnelheid dan ongeveer 5.5Km/uur en de snelheid ten gevolge van de wind 2Km/uur. Dat is wat laag, er zal dus wel minder dan 30 dagen over de reis gedaan zijn. Een referentie voor Menzies is nu de Pizzigano kaart van 1424, zie Fig.7. De schrijver besteedt veel aandacht

14 Een koers naar Europa zou voor de vloot mogelijk veel interessanter zijn geweest voor handel en exploratie. Misschien waren de schepen niet geschikt voor deze koers vanwege de stroming en de heersende wind. Zie Appendix I.

Page 11: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 11 / 27

Fig.7, de Pizzigano kaart van 1424. Het rode eiland zou Antilia/Puerto Rico zijn en het blauwe eiland Santanazes/Guadeloupe (santanás is het moderne Portugese woord voor Satan).

de eilanden Antilia en Santanazes die geïdentificeerd worden als respectivelijk Puerto Rico en Guadeloupe. De eilanden liggen veel te dicht bij Spanje, ongeveer 1500km wat te wijten zou zijn aan de problemen met de lengtegraadbepaling van de Chinese vloot. Verder is de oriëntatie van de eilanden vreemd, Puerto Rico lijkt 90º gedraaid. Menzies geeft hier geen verklaring voor. Voor het vervolg van de reis neemt Menzies de Cantino kaart van 1520, zie Fig.9, voor het westelijke deel van de kaart. De vreemde vorm op de Cantino kaart van Cuba wijt de schrijver aan de de stijging van de zeespiegel die hij afschat op ongeveer 1.8m. Dat moet in de Nederlanden merkbaar zijn geweest. In het 5e IPCC rapport wordt gemeld dat in de periode 1990-2000 de gemiddelde zeespiegel 15cm is gestegen, zie Fig.8. Extrapolerend naar 1400 zou dit een stijging van maar 0.9m betekenen.Overigens lijkt de vorm van Puerto Rico helemaal niet op die van de Pizzigano kaart. Vanwege de stroming is een passage tussen de eilanden Guadeloupe (berucht vanwege kannibalisme) en Dominica heel waarschijnlijk.

Page 12: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 12 / 27

Fig.8, overgenomen van het NRC Wetenschapkatern 5 October 2013 over het 5e IPCC rapport.

Fig.9, westelijk deel van de de Cantino kaart van 1502.De verticale lijn is de lengtegraad van het verdrag van Tordesilas.

Page 13: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 13 / 27

12. The Treasure Fleet Runs Aground V. The Voyage of Zhou Wen

Menzies veronderstelt op grond van de gedetailleerde Cantino kaart dat veel aandacht besteed is aan het in kaart brengen van de eilanden. Daarbij zouden veel schepen averij hebben opgelopen in de ondieptes. Geplaveide banen bij het eiland Bimini zoude gediend hebben om schepen op het droge te trekken en te repareren. Een aantal schepen was niet te redden en bleef achter. Er zijn zandheuvels gevonden in de buurt van Bimini die mogelijk wrakken verbergen. Er is nog geen onderzoek na gedaan, kennelijk is er weinig belangstelling.

13. Settlement in North America V. The Voyage of Zhou Wen

Tengevolge van de opgeofferde schepen moesten er een paar duizend schepelingen en concubines, waarvan vast velen zwanger, worden ’gehuisvest’ en gevoed. De vloot volgde de oostkust van Florida naar het noorden met de golfstroom mee, en landde bij de Narraganett baai bij Rode Island, De Venitiaan Verrazzano, die in opdracht van Frans I van Frankrijk voer, verhaalde over de ontmoeting in 1524 met lichtgekleurde mensen die afweken in gedrag, huidskleur, en kleding van de omgeving. Latere bezoekers beschreven legendes over bezoekers die de rivier opvoeren in schepen. Een bijzondere toren in de baai is de Newport Tower met als basis een zeskantige structuur van bogen die romaans ogen. Echter de bovenbouw is rond. Over de bouwers is veel te doen geweest. Menzies schrijft de toren toe aan een Chinese nederzetting van achtergelaten mannen en vrouwen van de Zhou Wen vloot. Verrazzano zou de afstammelingen van de nederzetting ontmoet hebben. De toren was een vuurtoren en observatie plaats die gebouwd was om de Chinese redders te helpen die overigens nooit opdaagden. heeft. Menzies vergelijkt de toren met de vuurtoren van Zaiton (Quanzhou) die er op zou lijken. Mijn poging om een afbeelding van deze toren te vinden stootte op een kritische site China History Forum met daarin een bijdrage Ming fleets; Peer reviews. Een internetbezoek aan Quanzhou leidde naar foto’s van 2 zeskantige pagodes die niet leken op de Newport Tower, bij een oude Boedistische tempel hoorden, en niet vlak bij zee lagen. Dit deel van het verhaal is kennelijk onwaarschijnlijk. Volgens Menzies heeft DNA-onderzoek aangetoond dat er wel degelijk Chinees bloed aanwezig is in de mensen van het gebied bij Newport.

14. Expedition to the North Pole V. The Voyage of Zhou Wen De vloot spitste zich in een deel naar het oosten en een deel naar naar het noorden. De Cantino kaart toont de Azoren waaruit geconcludeerd wordt dat de Chinezen op de Azoren zijn geweest. In 1431 werden de Azoren herontdekt15 door de Portugezen, op Corvo werd toen een ruiterbeeld gevonden dat Menzies toeschrijft aan het Chinese verblijf. Er liep een verhaal dat op de eilanden lichamen van niet-Europeanen waren aangespoeld en bewerkt hout. Columbus gebruikte dit verhaal om zijn expeditie te motiveren. Het vlootdeel bereikte China via de Kaapverdische eilanden en Kaap de Goede Hoop16. Voor de tocht van het vlootdeel naar het noorden refereert Menzies naar de Vinland kaart, Fig.11. Ondanks de aan hem 15 Volgens de digitale Winkler Prins werden de Azoren al aangedaan door de Carthagers, Noormannen , en Arabieren.

Page 14: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 14 / 27

bekende twijfel over de echtheid gelooft hij dat de kaart echt is. Omdat het omstreeks 1420 ongewoon warm was zou een tocht om Groenland mogelijk zijn geweest. Het 5e

IPCC-rapport geeft een grafiek van de historische temperatuur op het noordelijk halfrond van verschillend onderzoeken, zie Fig.10. Hieruit blijkt geen relatief warme periode in 1420.

Fig.10, overgenomen van het NRC Wetenschapkatern 5 October 2013 over het 5e IPCC rapport.

Grote huizen op het Bache Peninsula van het Ellesmere Island, 78ºNB, zouden een indicatie zijn voor een Chinees verblijf daar17. Een of meer schepen zouden de tocht om Groenland hebben gemaakt hebben gezien de details ven de Vinland kaart. Een brief van de paus zou verwijzen naar een invasie op Groenland van barbaren. Dit zouden dan Chinezen zijn geweest met een voor hen ongewoon optreden. Er zijn speculaties dat de Noordpool bereikt is. De vloot vervolgde zijn reis naar IJsland, zelfs Columbus maakte melding over bezoeken van Chinezen daar. Vervolgens zou de vloot ten noorden van Rusland naar de Beringstraat naar China zijn gevaren. Dit leidt Menzies af van de Waldsemuller kaart die details geeft ven het noordelijk

16Maar nu hadden ze wel de zeestroom tegen waarvan ze op de heenreis zo van geprofiteerd hadden neem ik aan. Menzies spreekt daar verder niet over. 17 Merkwaardigerwijs is Ellesmere Island niet op de kaart te vinden terwijl de Chinezen dit in detail zouden moeten kennen.

Page 15: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 15 / 27

kustgebied van Rusland. Dit is een tocht van ongeveer 5000Km tot de Beringstraat, onderweg zou dan ook nog karteringswerk gedaan zijn.

Fig.11, de omstreden Vinland kaart. Vinland is het eiland westelijk van Groenland. De twee grote eilanden westelijk van de Azoren lijken veel op eilanden van de Pizzigano kaart van Fig.7.

15. Solving the Riddle VI. The Voyage of Yang Qing

In 1487 was Kaap de Goede Hoop bekend bij João II die een ontdekker op reis stuurde om na te gaan of India om de kaap te bereiken was. Dit voor dat Dias de kaap bezeilde. De aanwezigheid van de Chinezen op Oost-Afrika wordt door Menzies nog eens versterkt. Nauwkeurige weergave van de kust van Oost-Afrika op de Cantino kaart, Fig.9, zou te wijten zijn aan het werk van de vloot van Yang Qing. Zij zouden met een lengtegraad bepaling, gebaseerd op de overal zichtbare maansverduistering, tot deze kustweergave gekomen zijn.

16. Where the Earth Ends, VII. Portugal Inherits the Crown

In 1421 ontdekte Portugal het onbewoonde Madeira en vestigde daar een nederzetting. De inkomsten droegen bij tot de kosten van de ondernemingen van Infante Henrique. De ontwikkeling van de caravela die zowel met een latijnzeil als met een rechthoekig zeil kon varen werd hèt schip van de Portugezen. Pedro, de broer van Henrique ging op zoek naar informatie over de wereld. Hij kreeg informatie van Niccolò da Conti die meegevaren zou hebben op de Chinese schepen (p.397). In 1428 zou Pedro beschikt hebben over een wereldkaart gebaseerd op Chinese kaarten. Magalães en Columbus zouden beschikt hebben over soortgelijke kaarten.

Page 16: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 16 / 27

Een andere bron van inkomsten voor Henrique waren bijdragen van de Orde van Christus. Een van de doelen van de Portugese exploratie was dan ook het vinden en versterken van Christelijke gemeenschappen op de wereld (zoals die gesticht door apostel Johannes in Ethiopië) naast economisch gewin. Voor het bepalen van de breedtegraad op zee werd gebruik gemaakt van een Arabische uitvinding, zie p.393, die ik niet snap.

17. Colonizing the New World, VII. Portugal Inherits the Crown

Met behulp van de de kaart die príncipe Pedro meebracht naar Portugal in 1428 zou Puerto Rico al heel snel bereikt zijn. De Portugezen vestigden daar een kolonie in ongeveer 1431. Een kandidaat voor de plaats van de kolonie is Ponce aan de midden-zuid kust. Columbus zou daar afstammelingen van de Portugezen ontmoet hebben in 1493. In 1477 zou een schip uit Puerto Rico (Antilla) aangekomen zijn in Lissabon. Een verdere aanwijzing is de aantekeningen op latere kaarten van Puerto Rico in het middeleeuws Portugees. Zij verwijzen naar eigenschappen van het eiland. Plantengroei op Puerto Rico zoals koffie, afkomstig van Afrika, en pompoenen schrijft Menzies toe aan de introductie door Chinezen. Pizzigano, zie Fig.7, zou gewerkt hebben voor príncipe Pedro. De prins had bezittingen nabij Venetië. Ik vind het opmerkelijk dat in moderne geschiedenisboeken over de historie van Portugal niets te vinden is over de reizen naar de Antillen.

18. On the Shoulders of Giants, VII. Portugal Inherits the Crown

Batholomeu Dias en Vasco da Gama voeren niet in het ongewisse maar waren in het bezit van zeekaarten. Da Gama had declinatie tabellen voor de bepaling van de breedtegraad. In 1460 waren Canarische Eilanden, de Kaapverdische eilanden, en de Azoren (de eilanden van de circulaire winden) wel bekend en uitgerust voor exploratie van de America’s door de Portugezen. De sporen van Chinese handel die da Gama tegen kwam op zijn reis moeten overweldigend geweest zijn. Columbus wist voor zijn vertrek dat het bestaan van Brazilië bekend was bij de Portugezen, hij en zijn broer hadden toegang tot de Portugese zeekaarten. Magelães was voor zijn reis al bekend met de straat die naar hem genoemd is, hij vertrok naar Spanje om zijn diensten daar aan te bieden. Zeekaarten werden door Portugal jaloers geheim gehouden, op diefstal stond de doodstraf. Desalniettemin lekten ze snel uit. Bartholomew Columbus zou zeekaarten vervalst hebben om plausibel te maken dat een westelijke reis naar China korter zou zijn dan de oostelijke reis van da Gama.Het hoofdstuk wordt afgerond met een opsomming van wat indicaties (waaronder wrakken en de verspreiding van planten) dat de Chinese vloten de wereld ontdekten.De Europese ontdekkers ‘voeren in het kielzog’ van de Chinese vloten.

Epilogue: The Chinese Legacy

Kablai Khan, de Mongoolse heerser over China ten tijde van Marco Polo, zou een nog grotere vloot gehad hebben dan Zheng He. De plantenverspreiding door Chinezen is van groot belang geweest voor de voedselteelt. De rest van het hoofdstuk voegt weinig toe anders dan dat China in de tijd van Zhu Di leidend was in de wereld. De kosten van de exploratievloten zijn gigantisch geweest met veel verliezen. De doelen van Zhu Di zouden echter gehaald zijn.

Page 17: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 17 / 27

POSTSCRIPT

Een voordracht van Menzies voor de Royal Geographical Society in Maart 2002 en de artikelen in kranten en tijdschriften leidde tot nieuwe aanwijzingen. Er dook een wrak op bij Fraser Island bij Queensland Australië. De eerste onderzoeken in 2002 rapporteerden dat het een houten schip betrof met kanonnen. De autoriteiten verboden verder onderzoek door derde partijen. Later werd het wrak toegeschreven aan een Italiaans stalen schip en de’ kanonnen’ zouden de davits zijn voor de reddingsboten zijn. Menzies suggereert dat het een poging zou zijn om de werkelijke afkomst te verhullen18. Nieuwe vondsten aan de westkust van Amerika zouden het standpunt van de schrijver bevestigen. Paarden die uitgestorven waren in Amerika werden aangetroffen in Peru door de eerste Europeanen en zelfs kamelen. De inwoners van een paar dorpen in Peru zouden zelfs Chinees verstaan. In Mexico nabij de Rio Balsa ligt een wrak waaruit bij stormen Chinese stoffen komen. Een graf bij de piramide van de zon blijkt van een Chinees of Mongool te zijn. Nabij Satarém 1000km inlands aan de Amazone zijn jade en andere zaken gevonden zoals amuletten met Yin-Yang symbolen. Er zou een Chinese handelsroute voor zilver en diamanten langs de Amazone geweest zijn met steden. Menzies citeert het verslag van een bezoek in 1743 aan de stad Moribeca aan de Amazone die later niet is terug gevonden19. Conferentie-bezoeken van Menzies in China leveren hem bevestiging en erkenning op. Tijdens bouwwerkzaamheden in Fujian is een paleis gevonden waarin het beeld van admiraal Zeng He geflankeerd wordt door het beeld van een Europeaan. Dit zou volgens Menzies Niccolò da Conti moeten zijn die een rol gespeeld heeft bij de Chinese exploraties en mogelijk ook meegevaren heeft op een van de vloten.

APPENDIX 1

De appendix geeft nog eens uitgebreid overzicht van alle zaken die Menzies aangevoerd heeft voor zijn beweringen. Deze zaken zijn gerubriceerd aan de hand van diverse doorsneden. DNA-onderzoek komt herhaaldelijk aan de orde, er wordt onderscheid gemaakt tussen pre Bering-straight flooding DNA en post Bering-straight flooding DNA.

APPENDIX 2

Beschrijft de lengtegraad bepaling voor het karteringswerk gebaseerd op maansverduisteringen door de aarde. Omdat ze overal op aarde gelijktijdig te zien zijn resulteert dit in tijdsbepaling op aarde en daarom ook een lengtegraadbepaling. Elk observatiepunt diende bij de maansverduistering op te geven welke ster op zijn hoogste punt was.

18 Dit is natuurlijk op termijn niet vol te houden hetzij door Australië hetzij door Menzies.

19 Merkwaardig dat de zoektocht naar de stad nooit een vervolg heeft gekregen. Dit lijkt mij een stuk spannender dan onderzoek in Egypte.

Page 18: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 18 / 27

NASCHRIFT BIJ DE AANTEKENINGEN

Intikken bij GOOGLE van de tekst ‘Gavin Menzies 1421’ levert een lawine van referenties op. Een paar commentaren heb ik in wat meer detail bekeken.

De onderstaande kritiek uit het ‘Historisch Nieuwsblad’ van de Nederlandse uitgave maakt korte metten met de claims van Menzies.

1421, HET JAAR WAARIN CHINA DE NIEUWE WERELD ONTDEKTE - Historisch Nieuwsblad 1421, HET JAAR WAARIN CHINA DE NIEUWE WERELD ONTDEKTECultuurgeschiedenis - Historiografie - Internationale betrekkingen - Politieke geschiedenisDoor: Leonard BlusséHN nr. 1/2003door Gavin Menzies, 416 p. Ambo, euro 26,90

‘Ruim tien jaar geleden deed ik bij toeval een ongelofelijke ontdekking.’ Zo begint de gepensioneerde marineofficier Gavin Menzies zijn boek waarin hij reconstrueert hoe de Chinese vlootvoogd Zheng Ho en zijn flottieljeleiders in ruim twee jaar alle wereldzeeën hebben verkend. Columbus, Vasco da Gama en hoe al die andere slaafse navolgers ook mogen heten zijn allen in het kielzog der Chinezen gevolgd. Het is inderdaad een ongelofelijke theorie. Menzies betoogt dat in de jaren 1421-1423 drie flottieljes van de Chinese admiraal Zheng Ho alle wereldzeeën hebben bevaren en die ook nog eens grosso modo in kaart hebben gebracht. Vervolgens heeft een Italiaanse reiziger, Niccolò da Conti, de zeekaarten doorgespeeld naar Venetië, waarna de Portugezen – en ook Columbus –met deze uiterst geheime knowhow letterlijk op de loop zijn gegaan. In China is slechts in beperkte mate materiaal van Zheng Ho’s reizen bewaard gebleven, omdat de toenmalige keizer van China rond 1430 besloot dat de toekomst van het rijk op het continent lag, en dat het uitzenden van de geldverslindende overzeese expedities niet langer verantwoord was.

Helaas, beste lezer, alle Chinese bronnen die ik daar zelf op heb nageslagen wijzen er op dat de omvangrijke Chinese expedities met de voor die tijd grote schepen – maar geenszins zo groot als Menzies en anderen beweren – alle beperkt bleven tot het vaargebied van Moesson Azië en de oostkust van Afrika. Laten we overigens niet vergeten dat het de Arabieren zijn geweest die sinds de Tang-dynastie de Chinese zeevaarders in Zuid-Azië wegwijs hebben gemaakt. Grote afwezigen in Menzies’ verhaal zijn dan ook de Arabieren, die als zeevaarders en astronomen een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de sterrennavigatie, en vooral ook de Polynesiërs die in het eerste millennium na Christus de gehele Stille Oceaan – inclusief Hawaï, Paaseiland, Nieuw-Zeeland en Madagaskar – hebben bevaren. Zij ontwikkelden daarbij uiterst originele navigatietechnieken.

Leonard Blussé is sinoloog en hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit Leiden.

Page 19: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 19 / 27

In wetenschappelijke publicatie artikel van Fuat Sezgin (was als hoogleraar verbonden aan de Universiteit van Frankfurt) ‘The Pre – Columbian Discovery of the American Continent by Muslim Seafarers’ concludeert dat de kaarten, waarop Menzies veel van zijn claims baseert, een Arabisch-Portugese oorsprong hebben. Het zouden de Arabieren zijn geweest die het Amerikaanse continent hebben verkend.

Kritieken op andere zaken dan kaarten zijn te vinden op: http://www.chinahistoryforum.com/index.php?/topic/10942-ming-fleets;-peer-reviews-menzies-thesis/page-2De opmerkingen en commentaren gaan in op de details van het boek van Menzies. Soms gaat het ook wel mis, dat de Chinezen in 1420 geen breedtegraden zouden kennen is onzin.Een ander milder commentaar, lees bijvoorbeeld de laatste zin, is te vinden in:http://www.sochistdisc.org/2006_articles/masson_article.htmdat hieronder is gekopieerd.

Debates and Comments

Comment on Gavin Menzies, 1421: The Year China Discovered the WorldContribution by J.R. Masson of Swaziland

The orthodox eurocentric view, that the great European voyages of exploration towards the end of the fifteenth century initiated the Age of Discovery, has been challenged in a book by Gavin Menzies entitled 1421 : The Year China Discovered the World1. Menzies claims that one of the great Chinese fleets which sailed for India, Arabia and the east coast of Africa during the first quarter of the fifteenth century went much further after they reached the African coast. The 1421 fleets, he affirms, rendezvoused off Sofala, which was the southernmost important Arab trading port, sailed down the African coast, rounded the Cape of Good Hope and traveled up the west coast to the Cape Verde Islands. There they split into three fleets. One sailed westwards from the Canary Islands, like Columbus, to the West Indies and North America, while the other two took a more southerly route to the coast of Brazil, then followed the coast of South America down to Patagonia and Terra del Fuego. The two fleets then separated, one sailing eastwards across the Southern Ocean, touching Antarctica and Australia before heading back to China, while the other rounded Cape Horn and sailed north to the western shores of North America before returning to China. Both fleets arrived back in 1423, two years after they had set sail.

Before examining the evidence which Menzies produces to authenticate these epoch-making voyages, it is necessary to read his Introduction (p. 3-12), which explains what started him off on what was to be a fourteen-year-long research project. He was inspired by the 1424 chart of Europe and part of Africa by Zuane Pizzigano which contains a group of four islands far out in the western Atlantic, named Antilia, Satanzes, Saya and Ymana. Because of the bold colouring of the two largest islands, Antilia and Satanzes. Menzies concluded that they had been recently discovered, and was convinced that they represented Puerto Rico and Guadeloupe, the latter because it had lettering indicating an active volcano. As is explained below, if he had studied the medieval mythology and cartography of the North and mid-Atlantic countries he could not have come to this conclusion. As it was, however, he then had to ask himself who had discovered these islands shown on Pizzigano’s 1424 map. He then came to his second conclusion, at that stage a provisional one, but also an incorrect one, as will be shown later, that the only maritime nation of the time capable of sailing the vast distances involved in reaching the West Indian Islands was China. He may have been guided towards this view by the fact that he had spent the first five years of his life in China, had made several subsequent visits to that country, and had served seventeen years in the Royal Navy where he had acquired considerable knowledge and experience of

Page 20: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 20 / 27

ocean navigation especially in the Southern Hemisphere. He would therefore have had a good grounding in Chinese history. At any rate, arrive at this conclusion he did, and spent the next fourteen years trying to put flesh on its rather insubstantial bones !

To return to the Atlantic islands shown on Pizzigano’s chart, there are many which figure in medieval mythology and cartography. These “lost islands” of ancient, medieval and even modern mythology are a major feature of Atlantic cartographic history. A writer on “lost islands” Stommel 2, states: “But prior to Columbus’ achievement, Portuguese navigators were sailing to the west of the Azores, searching for such islands as Antilia, said to have been settled by an archbishop of Oporto as early as the year 734 AD, or the island of Santanezes to the north of Antilia.” Probably the best known of these “lost islands” is Brasil or O’Brasil whose chart life was inspired by Celtic mythology, perhaps the Island of Eternal Youth, Tir na Nog, and which eventually found its way on to Admiralty charts. It was sought by Bristol merchants who sailed far to the west of the Azores, and were followed by John Cabot who reached Newfoundland or Nova Scotia in 1497, or even earlier, to become a near contemporary of Columbus in the discovery of the New World. The other great legend of the Atlantic was that of St. Brendan, an Irish monk who sailed west and north in the first half of the 6th century AD. If his Navigatio Sancti Brendan Abbatis is to be believed, he reached the Faroe Islands and the fiery volcanoes of Iceland (the Edge of Hell), as well as finding his Promised Land, probably the legendary Tir na Nog. This episode of Irish history/mythology is well told by Moorhouse 3. These and many other ancient voyages of discovery, for instance that of Pytheas of Thule, of curdled sea and midnight sun fame in about 300 B.C., generated a vast amount of fact and folklore which it is now wellnigh impossible to disentangle. Pizzigano’s islands, especially Antilia, may have their origins in this mix. A pointer to this mixture may be that Toscanelli’s map of 1474 shows a large island, St Brandan, though well to the south of Antilia.

However, they also have an undoubted cartographic pedigree. For example, they are shown on Johan Ruysch’s map of 1507, which was the first printed map of the world. The map contains a commentary on the islands, which has been published by Nordenskiöld4. He draws attention to an island between Iceland and Greenland with the legend that it was totally destroyed in 1456 (by volcanic eruption). This incident is also mentioned in the Norse Sagas, which are much earlier than Pizzigano’s chart, and therefore emphasize the antiquity of the “lost island” cartographic tradition. Nordenskiöld also refers to two islands between Greenland and Nova Terra, the legend to which he had translated as “an encounter between European sailors and Esquimaux in which the former did not play the winning part.” The latter are described as “Demons.” He goes on to explain that these islands are shown on Andrea Bianco’s 1436 map, and named as Antilla (Antillia) and Satanaxio. The latter was also known as Devils’ Island, but whether there is any connection with the “Esquimaux” is not stated.

Returning to Ruysch, Nordenskiöld notes a large island in mid-Atlantic called Antillia Insula which “had been searched for in vain, but that it had been discovered long ago by the Spaniards, whose last Gothic King, Roderik, had taken refuge there from the invasion of the Barbarians” (Moors). He explains that the legend on the map “depends on a myth which has played a certain part in the history of geography, and from which is derived the present name of the islands between Florida ad the northern coast of South America.” He also pointed out that Antilia appears on a portolan chart of 1425 in the library of Weimar, and on Martin Behaim’s globe of 1492. The two islands may also be those shown on the northwestern edge of D’Avezac’s map which is produced in Nordenskiöld’s Facsimile-Atlas (Fig. 41:73). Finally, Antilia was referred to in a letter from Toscanelli to the King of Portugal in 1474, suggesting that a voyage to the west from the Canaries could be broken by a stopover at “the island of Antillia, which is known to

Page 21: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 21 / 27

you” 5.

All of this will be well known to historians and cartographers engrossed in the enormous body of literature generated by the discovery of the New World. However, I will add the word of Felipe Fernandez-Armesto, in his biography of Columbus 6. He has this to say about Antillia (Satanazes, being much to the north, seems to have disappeared with the detailed exploration of the North Atlantic and the search for a North-West Passage). “To the mythical islands commonly assigned imaginary positions in fourteenth-century maps – those of St. Brendan, St Ursula, and Brasil – a Venetian chart of 1424 added large and alluring islands, including Antillia, identified with the world of Seven Cities to which, in a legend not unlike that of St Ursula, Portuguese refugees from the Moors were held to have repaired in the eighth century” and so on. The 1424 chart was presumably the Pizzigano chart. Nordenskiöld also refers to an assurance by Andrea Bianco on his 1448 chart, that an “authentic island” lay 1500 miles out in the equatorial Atlantic. This was no doubt Antillia. Indeed, Fernandez-Armesto describes “Antillia” as a catch-all name for potential new discoveries (p. 20). When Columbus returned to Lisbon after his first voyage, it was rumored that he had found the mythical lost land of Antillia, which in time was transformed into a chain of islands known as the Greater and Lesser Antilles.

An entirely antipodean view of the lost islands is presented by Fuson 7 who identifies Antilia as Taiwan and Satanazes as Japan in the context of a world view of the great Ocean Sea stretching from the West to the East without the unknown Americas intervening. This perceptive view would add a further element of irrelevance to Menzies’ interpretation of Pizzigano’s chart.

The next controversial issue is the claim that, after completing their political and trading business, the huge Chinese fleets proceeded down the east coast of Africa and rounded the Cape of Good Hope, thus enabling them to set off on the astounding voyages of discovery described by Menzies. Their presence in east African waters in 1421 is well documented. The Chinese fleets, known as “treasure ships,” made in all seven voyages in the early part of the fifteenth century; 1405-07 to Ceylon and Calicut, 1407-09 and 1409-1411 to the coast of India and Ceylon, 1413-15 to Hormuz and Bengal, 1417-19 to Hormuz, Aden, and Melinda on the African Coast, 1421-23 also as far as the African coast at Brava and Mogadishu, and finally in 1431-33 to Hormuz and Mecca 8. These voyages were under the command of the eunuch Admiral Zheng He (Cheng Ho) and were brought to an abrupt end by a return to traditional Imperial policies of self–containment. A scholarly account of this about-turn is given by Finlay 9.

One of the main supporting planks of Menzies’ case is the Fra Mauro mappa mundi of 1459. This map, which falls into the category of monastic world maps, is oriented with south at the top. When turned round Africa can be seen as a wedge-shaped continent trending eastwards, with its western and southern edges open to the sea and ending in a triangular “island.” There is no western bulge above the Gulf of Guinea, indicating that the cartographer had no knowledge of its configuration. Similarly, the triangular “island” called Diab is an unusual concoction of African geography. It contains Arab place-names derived from East Africa, i.e. the modern Zanzibar, Sofala, Kilwa and Mombasa, and the narrow passage separating Diab from mainland Africa may represent the Mozambique channel, and Diab itself may indicate the great island of Madagascar 10. However, an alternative interpretation was presented by Kimble 11, who considered that the Cap de Diab was in fact Cape Guardafui (the Horn of Africa). As he explained, “The only region with which it is at all comparable within the limits set by Mauro’s knowledge of the interior is the Somali peninsula, and it is significant that in a contemporary document in the library of S. Michele at Murano we are told that “Diab is a great province in parts of which there is abundance of every good things, its principal town being called Mogadis; which can be none other than Mogadoxo

Page 22: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 22 / 27

(Mogadishu) or the Somali coast. ‘Cavo de Diab’ in that case becomes Cape Guardafui. Consequently, the degree of verismilitude possessed by the southern portion of African coastline is due largely to the exigencies of the map’s circular form.” Diab was therefore a populous and productive region with a well-known town on the Somali coast. By comparison the southern tip of Africa was totally unknown.

There is of course the matter of the annotation on the map, reading in part, “About the year of our Lord 1420 a ship or junk of India on a crossing of the Sea of India towards the islands of men and women was driven beyond the Cape of Diab and through the green islands and the darkness towards the west and southwest for forty days, finding nothing but air and water, and by their reckoning they ran 2000 miles and fortune deserted them. They made the return to the said Cavo de Diab in seventy days and drawing near to the shore to supply their wants the sailors saw the egg of a bird called roc.” As Crone has pointed out, the legend of the roc is the fabulous bird of the Arabian Nights and Sinbad the Sailor. An Arab chronicle 500 years earlier related a similar tale of a storm off Sofala and the crew encountering a roc . The source is not stated, but it may be one of the many Arab historians, possibly Abu Zaid, c. 920 AD, referred to by Rochlin 12. Nevertheless, there was a widely held view that such a sea route must exist, long before it was demonstrated as fact by the Portuguese at the end of the century.

Menzies’ approach to the Fra Mauro map and its annotation has been less cautious. He viewed the map in Venice; it is the only copy of the lost original which was sent to the King of Portugal in 1459, and was completed shortly before or after Fra Mauro’s death in 1460. Menzies was immediately convinced that the Cap de Diab was the Cape of Good Hope, and that the annotation was proof positive that a Chinese junk had rounded the Cape of Good Hope in 1420 (or 1421). He also identified the roc as an ostrich. Menzies’ conviction was strengthened by establishing to his satisfaction that Fra Mauro’s information on the 1420 passage came from a “trustworthy person” whom he identified as Niccolo da Conti (p. 93). This fellow Venetian had apparently brought Fra Mauro a chart showing the southern tip of Africa which he, da Conti, had obtained during his voyages with the Chinese fleet. However, apart from his own account of his travels, published in 1434, his personal knowledge of their voyage beyond Sofala seems unsubstantiated, such as, “his subsequent travel in Chinese junks was to prove a vital link in solving the riddle of where the Chinese fleets had gone in the ‘lost’ years” (p. 87), and “the knowledge that da Conti had acquired in twenty years’ sailing the world from India to the Cape Verde and Falkland Islands, to Australia and China” (p. 252). Such information surely did not come from his own account, because if it did Ma Yuan did not mention this vital information, nor did Parry 13. In the context of the second quotation, Menzies is stressing the importance of da Conti’s contribution to Portuguese knowledge of the ocean passage round the Cape before Diaz in 1488 (and also round Cape Horn), but it is more likely that any such prior knowledge came from overland missions to Africa, the Near East and India by the Portuguese themselves, for instance the journey of Pero da Covilham to find the fabled empire of Prester John. He left Portugal in 1487, reached Ethiopia only in 1493 or 1494 after embarking on a series of journeys from Cairo to Aden, India and Sofala, and died in Ethiopia in c.1525 14. In about 1490 he had returned to Cairo, met a messenger from the King of Portugal, and sent back a detailed account and a map of all the places he had visited, and all the other information he had gleaned along the way.

Thus far the evidence for Chinese fleets rounding the southern tip of Africa does not seem to be compelling. However, there is still one piece of evidence to be considered. This is the Kangnido map of 1402, a world map as seen by its Chinese-Korean cartographers, which shows a “slimmed down” Africa without the western bulge but including the southern tip and a large inland sea occupying much of the interior. Menzies has explained the absence of the bulge as being determined by the sailing conditions of the time and the inability to determine longitude accurately. If the crew had been better equipped they would have realized that they were traveling west along the west African coast, and the map which they

Page 23: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 23 / 27

subsequently made would have shown the bulge.

As in the case of the Fra Mauro map, however, Menzies has not researched the cartographic history of the Kangnido map. This is provided at length by Harley and Woodward15. (Although this book appears in his Bibliography, it is not referred to in the text). Perhaps by 1994 Menzies had reached the point of no return in developing his thesis of Chinese exploration of the world in 1421-23. He does conclude that the Kangnido map was completed from many different sources (p. 97), but he does not pursue the matter further. For example, in view of the long, perhaps 700-year-long, connection between Arab and Indian voyaging and trade across the Indian and Chinese seas, and the reciprocal Chinese mercantile activity after sea-going junks had been designed (about 1100 AD), it would have been valuable to assess the extent of these foreign influences on Chinese geographical knowledge and mapping. There is also the Mongol influence (the Yuan Dynasty 1279-1368) bringing information from the west. In addition, the long pedigree of the Kangnido map itself, probably dating back to 1320,16 should have precluded a direct connection with the 1421-23 voyages. The 1320 map referred to above included the southern half of Africa. It exists only as a later reproduction in a 1560 atlas, which makes it difficult to establish whether Africa was a later addition. This atlas is also known as the Mongol Atlas 17. (Chang and Fuchs also appear in the Bibliography but not in the text).

The general conclusion is that although the Kangnido map contains a representation of Africa, it does not reflect direct Chinese knowledge of the continent, but information derived from a variety of foreign sources over a long period, and compiled from earlier Chinese maps themselves based on foreign sources. There is thus no need to impute that Chinese fleets were the source of this information.

If the conclusion reached is that the Chinese “treasure ships” did not enter the Atlantic Ocean by way of the southern tip of Africa, their later exploits in the Atlantic would be vitiated. In any event the misinterpretation of the “lost islands” of Pizzigano’s chart, referred to earlier, would act as a “double-whammy” to the argument for the discovery of the West Indies in late 1421 (p. 246). Even assuming that the fleets did touch at the Congo River (Matadi = the Garbin of da Conti) and the Cape Verde Islands, the evidence at both of carved stones of Chinese origin is not convincing. Why were no photographs published? Menzies had visited and photographed the Cape Verde Islands site, so this piece of evidence, vital to his argument, should have been exhibited. Or was the stone just a Portuguese mariner’s burial stone or perhaps a reworked megalith of prehistory? If he did actually see the Matadi Falls (Garbin) stone, which seems doubtful, he could have obtained a photograph of it from his source Mr. Chevalier, whose publication does not however appear in the Bibliography.

However, all my negative comments on this part of the book they should not be construed as a complete condemnation of it. It is possible that the annotation on Fra Mauro’s map did reflect an incident when a Chinese junk was driven south from Sofala, through the Mozambique Channel between Africa and Madagascar or to the east of that great island, and then swept into the Southern Ocean towards the west coast of Australia and then back to the east African coast via the”‘rocs” of Madagascar, all within the overall 110 days at sea. This possibility of a southern extension to the 1421 voyages is held by Chang who has deduced from the Chinese chart illustrated in Menzies (p. 86-87) that some ships of the 1421 fleets may have proceeded south through the Mozambique Channel and into the Southern Ocean, where they may have sighted the snow-clad peaks of Kerguelen Island before turning north and west to Calicut on the Malabar coast of India 18. What is perhaps equally likely is that Chinese junks, not necessarily the “treasure ships” of 1421, were trading through the East Indies and made unplanned landfalls along the coasts of Australia. It is also possible that the numerous landfall sites located along the Pacific coasts of North and South America represent Chinese maritime activity across the Pacific Ocean, though

Page 24: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 24 / 27

some may not stand up to detailed archaeological scrutiny. A separate examination of these sites would be needed to distinguish between old-style anecdotal history and scientifically investigated archaeological sites.

To sum up, Menzies has accumulated an enormous amount of information on the phenomenon of burgeoning Chinese maritime activity in the early part of the fifteenth century, much of it of historical value, but all of it woven round an idée fixe. This places it in the category of cult writing; that is, it concentrates on a “grand vision,” but surrounds it with unsound or imaginary evidence, and rejects contrary information. However, it is a good read for this type of market.

Footnotes:

1 (London: Bantam Press, 2002). Reviewed in Terrae Incognitae, xxxvi (2004): 118.2 H. Stommel, Lost Islands: the Story of Islands that have vanished from Nautical Charts (Vancouver: University of British Columbia Press, 1984).3 G. Moorhouse, Sun Dancing; a Medieval Vision (London: Weidenfeld and Nicholson, 1997).4 A.E. Nordenskiöld, Facsimile-Atlas (New York: Dover Publications, 1973).5 J.N. Wilford, The Mapmakers (London : Junction Books, 1981).6 F. Fernandez-Armesto, Columbus (Oxford : Oxford University Press, 1992).7 R.H.G. Fuson, Legendary Islands of the Ocean Sea (Sarasota: Pineapple Press, 1995)[reviewed in Terrae Incognitae, xxvii (1995): 84].8 J.J.L. Duyvendak, China’s Discovery of Africa (London: Probsthain, 1949).9 R. Finlay, “The Treasure-Ships of Zheng-He: Chinese Maritime Imperialism in the Age of Discovery,” Terrae Incognitae, xxiii (1991) : 1-12.10 G.R. Crone, Maps and their makers (New York: Archon Books, 1978).11 G.H.T. Kimble, Geography in the Middle Ages (London: Methuen, 1938).12 S.A. Rochlin, “Early Arab Knowledge of the Cape of Good Hope,” Africana Notes and News, 13:6, p. 32-47.13 J.H. Parry, The Discovery of the Sea (New York: Dial Press, 1974).14 E. Sanceau, The Land of Prester John: a Chronicle of Portuguese Exploration (New York: Knopf, 1944).15 J.B. Harley and D. Woodward, eds., The History of cartography: Cartography in theTraditional East and Southeastern Societies, vol. 2, book 2 (Chicago: University of Chicago Press, 1994).16 K.-S. Chang, “Africa and the Indian Ocean on Chinese Maps of the Fourteenth and Fifteenth Centuries,” Imago Mundi, 24 (1972): 21-30.17 W. Fuchs, “Was Africa already known in the fourteenth century ?” Imago Mundi, 10 (1958) : 50-51.18 K.S. Chang, “The Ming Maritime Enterprise and China’s Knowledge of Africa prior to the Age of Great Discoveries,” Terrae Incognitae, iii (1971): 33-44.

Als eindconclusie over het boek van Menzies kan ik mij, als liefhebber van Tolkien, goed vinden in de laatste twee zinnen van J.R. Masson: This places it in the

Page 25: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 25 / 27

category of cult writing; that is, it concentrates on a “grand vision,” but surrounds it with unsound or imaginary evidence, and rejects contrary information. However, it is a good read for this type of market.

Page 26: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 26 / 27

APPENDIX I, ZEESTROMEN EN WINDEN

Fig.A1, zeestromen, overgenomen van De Kleine Bosatlas, p.57, 56e-druk..

Page 27: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 27 / 27

Fig.A2 ,winden in Januari, overgenomen van De Kleine Bosatlas, p.57, 56e-druk..

Page 28: Aantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the ... file · Web viewAantekeningen bij: ’1421 The Year China Discovered the World’ van G. Menzies. Bantam Books 2003. Knegsel

voordracht Hein van Tongeren Titel: 1421 blz. 28 / 27

Fig.A3, winden in Juli, overgenomen van De Kleine Bosatlas, p.57, 56e-druk