52_tolman
DESCRIPTION
http://www.crow.nl/nl/Binaries/PDF/PDF-Infradagen/52_Tolman.pdfTRANSCRIPT
1
Risicoanalyse asfaltverhardingen
Fedde Tolman
KOAC-NPC en Universiteit Twente
Simplification may lead to error, but there is no realistic alternative in the face of the limits on human
knowledge and reasoning (Simon, 1977)
samenvatting
In 2009 is het eindrapport van de CROW werkgroep RAAV (RisicoAnalyse
AsfaltVerhardingen) verschenen. Het doel van de werkgroep was de belangrijkste technische
risico's met betrekking tot de levensduur van asfaltwegen in beeld te brengen. Er is een
relatief eenvoudig fysisch model voor dit type verhardingen opgesteld. Dit model is onder
andere gebruikt voor het berekenen van de levensduren voor 5 schademechanismen van 7
typen Nederlandse standaardverhardingen, variërend van een autosnelweg tot een weg voor
licht verkeer. Vervolgens zijn probabilistische berekeningen uitgevoerd met een Mean Value
benadering en met Monte Carlo simulaties met het pakket Cristal Ball. De overeenkomsten
tussen deze berekeningen onderling en met in een referentie gegeven levensduren is goed. De
probabilistische berekeningen geven daarenboven inzicht in de spreiding en de relatieve
belangrijkheid van de factoren in het model voor de spreiding.
2
Model
Dit artikel bevat de resultaten van berekeningen en de daaruit getrokken conclusies voor 5
schademechanismen aan 7 standaardconstructies. Het model is schematisch weergegeven in
figuur 1. De relaties zijn ontleend aan modellen van Shell (SPDM), OCW en literatuur over
scheurgroei (Paris model).
Figuur 1: schema van het rekenmodel
N aantal lastherhalingen S stijfheid
F equivalente wiellast V volume
A equivalent contactoppervlak pen penetratie
t tijd
T temperatuur indices
ε rek i schademechanisme
E elasticiteitsmodulus asfalt f falen
k schade-coefficient l belasting
n schade-exponent v verweking
h laagdikte b bitumen
C verdichting cr kritisch
z niveau m meng
De schademechanismen zijn:
o vermoeiing
o scheurvorming onder
o rafeling
o scheurvorming boven
o spoorvorming
De constructie is weergegeven in figuur 2. Er zijn 3 locaties waar schade optreedt:
o midden onder het wiel aan de onderzijde van het asfalt (vermoeiing, scheurvorming)
εi εcr,i
Ei, ki, ni hi, (C, zi)
Sb Vl, (Tm)
pen, Tv
Nf,i F, A, tl, Ti
tl, Tl
1 levensduur per mechanisme
2 verharding / 1e belasting
3 asfalt / aanbrengen
4 grondstoffen / mengen
5 grondstoffen
Nf 0 levensduur
Fl
3
o naast het wiel aan de bovenzijde van het asfalt (rafeling, scheurvorming)
o midden onder het wiel, over de hoogte van de gehele laag
Figuur 2: constructie en 5 schadelocaties
Invoer
Basisinvoer
In tabel 1 en 2 zijn de invoer en de beschouwde constructies weergegeven. Constructies A, B
en C zijn zware constructies van het type autosnelwegen, autowegen en stadssnelwegen.
Constructies E en F zijn van het type wijk- en plattelandswegen.
Tabel 1: invoer
Omstandigheden deterministic L T U
q MPa Verkeersbelasting 0,707 0,5 0,707 1
a mm Straal lastoppervlak verkeer 150 130 150 170
t s Lastpulsduur 0,02 0,015 0,02 0,02
T °C Temperatuur 20 0 20 40
Bitumen
pen 0,1
mm
Penetratie 52 48 52 56
Tv °C Verwekingspunt 52 48 52 56
Asfalt
Vg v/v% Volume mineraal 85 80 85 90
Vb v/v% Volume bitumen 10 8 10 12
Vgm v/v% Volume mineraal en vulstof in
bindmiddel (bijv. fractie < 0,5 mm)
10 8 10 12
Dnom mm Nominale (maximale) korreldiameter 16 11 16 20
Constructie
h1 mm dikte laag 1 (asfalt)
h2 mm dikte laag 2 (fundering)
E2 MPa Stijfheidsmodulus laag 2 (fundering)
scheurvorming
rafeling
scheurvorming
vermoeiing
spoorvorming asfalt: h1 , E1
fundering: h2 , E2
grond: h3 , E3
ε0 of σ0
ε1 or σ1
σv0 en σv1
4
h3 mm dikte laag 3 (zandbed)
E3 MPa Stijfheidsmodulus laag 3 (ondergrond)
v Poissongetal alle lagen 0,35 0,3 0,35 0,375
Ontwerpcriteria
gegeven vermoeiing: toelaatbare stijfheid / initiële
stijfheid vermoeiing
0,5
a_crit mm Toelaatbare scheurlengte 45
a_ini,boven mm Initiële scheurlengte boven (orde 0,1
maximale korreldiameter)
2
a_ini,onder mm Initiële scheurlengte onder 8
gegeven rafeling: toelaatbare stijfheid / initiële
stijfheid vermoeiing
0,5
d_crit mm Toelaatbare spoordiepte 18
Tabel 2: beschouwde constructies
nr weg-
code
omschrijving ondergrond
E3 (MPa)
zandbed
h3 (mm)
fundering
h2 (mm)
asfalt
h1
(mm)
N
(106)
n
1 A autosnelweg
100 350 400 290 15 - 40 > 2600
2 B auto(snel)weg
100 500 300 260 4,5 - 15 1000 - 2600
3 C autoweg
100 500 300 220 1,6 – 4,5 360 – 1000
4 E1 interlokale weg,
stadsontsluitingsweg
100 300 200 155 0,11 – 0,3 30 – 90
5 E2 25 500 250 160
6 F1 plattelandsweg,
wijkontsluitingsweg
100 300 200 120 0,013 – 0,11 3 - 30
7 F2 25 500 200 125
De modelparameters zijn door wiskundige vergelijkingen aan elkaar gekoppeld. De
invoerparameters kunnen ook onderling gerelateerd zijn, zonder dat hiervoor relaties
beschikbaar zijn. Deze verbanden worden door correlatiecoëfficiënten weergegeven. De
aanwezigheid van correlaties kan aanzienlijke effecten op de tussen- en uitvoerparameters
hebben. In tabel 3 zijn de variabelen weergegeven, die in de berekeningen als gecorreleerd
zijn aangenomen (n negatief, p positief). De symbolen worden in de berekeningen door
getallen vervangen. Deze zijn in de regel slecht te schatten. Hier is gebruikt p = 0,5, n = -0,5
pp = 0,75 en nn = -0,75.
5
Tabel 3: correlatiematrix
q
a t T
pen
Tv
Vg
Vb
Vg
b
Dn
om
h1
h2
E2
E3
v
Verkeersbelasting q x p n
Straal lastoppervlak verkeer a x pp
Lastpulsduur t x p
Temperatuur T x
Penetratie pen x n
Verwekingspunt Tv x
Volume mineraal Vg x n p p
Volume bitumen Vb x p p
Volume mineraal en vulstof in
bindmiddel (bijv. fractie < 0,5
mm)
Vgb x p
Nominale (maximale)
korreldiameter
Dnom x p
dikte laag 1 (asfalt) h1 x n nn
dikte laag 2 (fundering) h2 x n n
Stijfheidsmodulus laag 2
(fundering)
E2 x p n
Stijfheidsmodulus laag 3
(ondergrond)
E3 x n
Poissongetal alle lagen v x
Bewerkte invoer
De gebruikte software (Cristal Ball) geeft kentallen van de invoer weer (tabel 4) en maakt de
correlatiematrix consistent.
Figuur 3: weergave van de verdeling van een invoerparameter (voorbeeld)
6
Tabel 4: kentallen van een invoerparameter (voorbeeld)
Minimum 0,50 Statistics (ctd.) Values (ctd.)
Likeliest 0,71 Mode 0,71
Maximum 1,00 Standard Deviation 0,10
Statistics: Values Variance 0,01
Trials 100.000 Skewness 0,17
Mean 0,74 Kurtosis 2,40
Median 0,73 Coeff. of Variability 0,14
Tabel 5: consistent gemaakte correlatiematrix
q_
last
(In
- o
utp
ut)
a_la
st (
In-
ou
tpu
t)
tim
e (I
n-
ou
tpu
t)
Tem
p (
In-
ou
tpu
t)
pen
(In
- ou
tpu
t)
Tv
(In
- o
utp
ut)
Vg
(In
- o
utp
ut)
Vb
(In
- o
utp
ut)
Vg
b (
In-
ou
tpu
t)
Dn
om
(In
- ou
tpu
t)
h_
1 (
In-
ou
tpu
t)
h_
2 (
In-
ou
tpu
t)
E_
2 (
In-
ou
tpu
t)
E_
3 (
In-
ou
tpu
t)
nu
(In
- ou
tpu
t)
q_last (In- output) 1,00 0,39 -0,39
a_last (In- output) 1,00 0,60
time (In- output) 1,00 0,45
Temp (In- output) 1,00
pen (In- output) 1,00 -0,50
Tv (In- output) 1,00
Vg (In- output) 1,00 -0,44 0,44 0,45
Vb (In- output) 1,00 0,45 0,48
Vgb (In- output) 1,00 0,48
Dnom (In- output) 1,00 0,46
h_1 (In- output) 1,00 -0,39 -0,61
h_2 (In- output) 1,00 -0,40 -0,48
E_2 (In- output) 1,00 0,48 -0,47
E_3 (In- output) 1,00 -0,48
nu (In- output) 1,00
Uitvoer
Deterministische berekening ligging
De deterministische berekeningen zijn met Excel uitgevoerd. De kritieke levensduur is de
kleinste levensduur en deze bepaalt het dominante schademechanisme. De
schademechanismen zijn onderling onafhankelijk gemodelleerd. Ten behoeve van de
presentatie zijn de logarithmen van de levensduren als uitvoerparameter gepresenteerd, d.w.z.
het aantal lastherhalingen tot bezwijken is de exponent van 10. In tabel 6 is een
gevoeligheidsanalyse voor de temperatuur weergegeven van constructie A. Te zien is dat het
kritieke mechanisme verschuift van rafeling via scheurvorming boven naar spoorvorming.
Verder blijken de laagste en hoogste temperatuur het meest schadevormend.
7
Tabel 6: effect temperatuur
A T=-20 T=0 T=20 T=40
vermoeiing 9,8 9,4 8,7 7,8
rafeling 4,9 6,3 8,9 15,0
scheurvorming onder 17,7 16,0 8,9 7,3
scheurvorming boven 7,7 8,7 7,3 10,0
spoorvorming 8,7 8,4 8,2 5,7
kritieke levensduur 4,9 6,3 7,3 5,7
In tabel 7 is te zien dat het kritische mechanisme voor A is scheurvorming boven, voor B en C
spoorvorming evenals voor E1 en F1, terwijl voor E2 en F2, lichte constructies op een slappe
ondergrond, vermoeiing maatgevend is. De berekeningen zijn licht optimistisch t.o.v.
standaardkentallen zoals die voor vermoeiing bekend zijn.
Tabel 7: effect constructie
T=20 A B C E1 E2 F1 F2
vermoeiing 8,7 8,2 7,8 7,1 4,4 7,0 3,7
rafeling 8,9 9,3 9,7 10,0 10,0 10,0 10,0
scheurvorming onder 8,9 8,3 7,8 6,7 5,2 6,6 4,8
scheurvorming boven 7,3 7,8 8,3 10,0 10,0 10,0 10,0
spoorvorming 8,2 7,7 7,7 3,6 6,4 3,8 12,9
kritieke levensduur 7,3 7,7 7,7 3,6 4,4 3,8 3,7
referentie [3] 7,3 6,7 6,3 5,2 5,0 4,2 4,2
verhouding 1,2 1,2 1,2 1,4 0,9 1,7 0,9
Probabilistische berekening ligging
Vergelijking mechanismen
In tabel 8 zijn bij wijze van voorbeeld de uitvoer voor de kritieke levensduur en de
rafelingslevensduur van constructie A weergegeven. In figuur 4 zijn de kansdichtheden van
de levensduren van alle mechanismen weergegeven.
Tabel 8: uitvoer voor 2 van de 6 berekende levensduren (voorbeeld)
Forecast: Constructie A
Kritieke levensduur
Forecast: Constructie A
Rafeling
Entire range is from 2.0E+00 to 8.0E+00 Entire range is from 3.9E+00 to
2.8E+01
Base case is 7.3E+00 Base case is 8.9E+00
After 100,000 trials, the std. error of the
mean is 1.4E-03
After 100,000 trials, the std. error of the
mean is 5.6E-03
Statistics: Forecast
values
Statistics: Forecast
values
Trials 100.000 Trials 100.000
Mean 7,3E+00 Mean 9,6E+00
Median 7,3E+00 Median 9,4E+00
Mode --- Mode ---
Standard Deviation 4,5E-01 Standard Deviation 1,8E+00
Variance 2,1E-01 Variance 3,2E+00
8
Skewness -2,35 Skewness 0,6367
Kurtosis 12,46 Kurtosis 3,50
Coeff. of Variability 0,0625 Coeff. of Variability 0,1848
Minimum 2,0E+00 Minimum 3,9E+00
Maximum 8,0E+00 Maximum 2,8E+01
Range Width 6,0E+00 Range Width 2,4E+01
Mean Std. Error 1,4E-03 Mean Std. Error 5,6E-03
Figuur 4: uitvoer berekende levensduren constructie A
In tabel 9 zijn de gemiddelden van de logaritme van de levensduren en van de
variatiecoëfficiënten weergegeven. Doordat in de constructies E en F druk aan de bovenzijde
van het asfalt naast de band optreedt, wordt geen rafeling of scheurvorming van bovenaf
berekend.
Sommige modellen (rafeling, scheurvorming) zijn nog niet in samenhangende systemen
opgenomen en daardoor niet onderling op elkaar afgestemd. Hierdoor lijkt o.a. het model voor
rafeling wat te optimistisch t.o.v. de praktijk. Verder is de spreiding voor vermoeiing en
scheurvorming boven substantieel kleiner dan voor de andere mechanismen.
9
Tabel 9: gemiddelde en variatiecoëfficiënt per mechanisme en per constructie
mechanisme A B C E1 E2 F1 F2 gemiddeld
kritiek 7,3 7,3 7,2 6,5 4,6 6,1 3,4
rafeling 9,6 10 11
scheur boven 7,7 8,2 8,8
scheur onder 9,4 8,8 8,3 7 4,8 6,4 3,6
spoorvorming 8,7 8,2 8,2 8,9 9,5 9,7 8,2
vermoeiing 8,6 8,1 7,7 6,7 4,9 6,3 3,9
kritiek 0,06 0,07 0,08 0,07 0,10 0,06 0,11 0,08
rafeling 0,19 0,20 0,21 0,20
scheur boven 0,07 0,09 0,10 0,09
scheur onder 0,20 0,19 0,18 0,14 0,14 0,12 0,11 0,15
spoorvorming 0,17 0,17 0,16 0,18 0,22 0,22 0,20 0,19
vermoeiing 0,07 0,07 0,06 0,07 0,11 0,07 0,13 0,08
Vergelijking constructies
In tabel 10 zijn de kentallen voor de verschillende constructies weergegeven. De zware
construcites A, B en C vertonen in dit model gelijke aantallen belastingen tot falen. De
oorzaak is dat verschillende mechanismen domineren in de verschillende constructies.
Traditioneel worden constructies enkel op vermoeiing ontworpen en daarbij is A wel beter
dan B en C. Het verschil tussen de constructies A, B en C is geringer dan op grond van de
literatuur verwacht wordt. De reden is waarschijnlijk dat belastingeffecten, bijvoorbeeld
versporing en healing, niet gemodelleerd zijn.
Tabel 10: levensduren constructies
ongecorreleerd A B C E1 E2 F1 F2
Mean 7,27 7,29 7,22 6,51 4,60 6,07 3,44
Standard Deviation 0,45 0,53 0,57 0,44 0,47 0,36 0,36
Coeff. of Variability 0,06 0,07 0,08 0,07 0,10 0,06 0,10
Variance 0,21 0,28 0,32 0,19 0,22 0,13 0,13
Skewness -2,35 -1,99 -1,10 -0,40 0,40 -0,52 0,41
Kurtosis 12,46 9,17 6,65 5,67 4,33 5,84 5,65
Minimum 1,99 1,25 1,53 2,32 1,74 2,10 0,14
Maximum 7,98 8,42 8,68 7,96 6,67 7,55 5,49
Range Width 5,99 7,17 7,15 5,64 4,93 5,44 5,35
gecorreleerd A B C E1 E2 F1 F2
Mean 7,33 7,39 7,32 6,52 4,62 6,08 3,46
Standard Deviation 0,36 0,40 0,47 0,39 0,43 0,32 0,32
Coeff. of Variability 0,05 0,05 0,06 0,06 0,09 0,05 0,09
Variance 0,13 0,16 0,22 0,15 0,19 0,10 0,11
Skewness -2,04 -1,64 -0,49 0,06 0,58 -0,32 0,73
Kurtosis 11,77 7,57 4,15 3,99 4,41 5,24 6,12
Minimum 3,37 3,86 4,01 3,70 2,24 3,46 1,61
Maximum 7,91 8,32 8,62 7,99 6,54 7,34 5,35
Range Width 4,54 4,46 4,62 4,29 4,30 3,88 3,75
deterministisch 7,3 7,7 7,7 3,6 4,4 3,8 3,7
10
Probabilistische berekening gevoeligheid
In figuur 6 zijn de voornaamste invloedsfactoren op de levensduur weergegeven. De
belangrijkste factor is de temperatuur (T en Tv), dus het gedrag van het bindmiddel in de
omgeving. Voor de zware constructies A, B en C komt de samenstelling (Vg en Vb) op de
tweede plaats en voor de lichte constructies de laagdikte en de ondergrondstijfheid (h1 en E3).
Pas daarna is de fundering van belang (h2 en E3).
De bijdragen van de factoren zijn samengesteld uit een modeleffect en de spreiding in de
factoren. Als de spreiding verandert t.o.v. de gebruikte invoer, verandert ook hun bijdrage.
Omdat aan de temperatuur een relatief zeer grote spreiding is toegekend, is dit mogelijk de
oorzaak van een overschatting van zowel het klimaat als het bindmiddel in deze resultaten.
Figuur 5: gevoeligheidsdiagrammen
11
Effect correlaties
In de berekeningen is er van uitgegaan dat de invoervariabelen onafhankelijk zijn. Vervolgens
zijn de berekeningen herhaald met de gepresenteerde correlatiefactoren. In het algemeen blijkt
de ligging niet sterk te veranderen en de spreiding enigszins bij deze invoer. Dit strookt met
de lineaire theorie.
Wel blijkt er een betekenisvol effect op de invloedsfactoren. De onderlinge verschillen
worden kleiner en ook de volgorde van belangrijkheid kan veranderen. In het algemeen is
hiervoor geen richting te bepalen zonder een uitgebreide serie simulaties.
Tabel 11: vergelijking van berekende levensduren zonder correlaties en met correlatiefactoren conform
de invoer
Forecast: Constructie A Kritieke
levensduur, ongecorreleerd
Forecast: Constructie A Kritieke
levensduur met correlatie
Summary: Summary:
Entire range is from 2.0E+00 to 8.0E+00 Entire range is from 3.4E+00 to
7.9E+00
Base case is 7.3E+00 Base case is 7.3E+00
After 100,000 trials, the std. error of the
mean is 1.4E-03
After 100,000 trials, the std. error of the
mean is 1.1E-03
Statistics: Forecast
values
Statistics: Forecast
values
Trials 100.000 Trials 100.000
Mean 7,3E+00 Mean 7,3E+00
Median 7,3E+00 Median 7,3E+00
Mode --- Mode ---
Standard Deviation 4,5E-01 Standard Deviation 3,6E-01
Variance 2,1E-01 Variance 1,3E-01
Skewness -2,35 Skewness -2,04
Kurtosis 12,46 Kurtosis 11,77
Coeff. of Variability 0,0625 Coeff. of Variability 0,0486
Minimum 2,0E+00 Minimum 3,4E+00
Maximum 8,0E+00 Maximum 7,9E+00
Range Width 6,0E+00 Range Width 4,5E+00
Mean Std. Error 1,4E-03 Mean Std. Error 1,1E-03
Figuur 6: vergelijking van berekende levensduren zonder correlaties en met correlatiefactoren conform
de invoer
12
Figuur 7: vergelijking van invloedsfactoren zonder correlaties en met correlatiefactoren conform de
invoer
Slotopmerkingen
Het model is samengesteld op basis van relaties uit de literatuur, dus zonder modelfactoren,
en lijkt praktisch acceptabele resultaten op te leveren. Benchmarking aan andere
geaccepteerde rekenmethoden kan eenvoudig gebeuren en de afwijking kan als een constante
factor op de levensduren worden ingevoerd.
De rekenkundige werkwijze met Excel en Cristal Ball is gebruikersvriendelijk. Wel is het
aantal varianten zo groot dat zowel goede kennis van de techniek van asfaltverhardingen als
van de probabilistiek vereist is. Plausibele uitvoer genereren is niet moeilijk, omdat er zoveel
instelbare variabelen zijn (evenmin als het leveren van sceptische kritiek). In goede handen
kan het ontwikkelde programma een zinvol gereedschap zijn.
Referenties
Tolman, F.; Rekenmodel asfaltverhardingen; werkgroeprapport RAAV; 2007
Tolman, F.; Risicoanalyse asfaltverhardingen; CROW rapport D09-04; 2009
VBW Asfalt; Handboek asfaltverhardingen; 2004